't Gijmink, 4e uitwerking (fase 9 en 10)

Transcriptie

1 ' Gijmink, 4e uiwerking (fase 9 en 10)

2 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) nhoudsopgave B ' Gijmink 4e uiwerking Hoofdsuk 1 nleiding 1.1 Algemeen 1.2 Plangebied 1. Geldende besemmingsplan 1.4 Leeswijzer 4 4 Hoofdsuk 2 Besaande siuaie 2.1 Algemeen 2.2 nfrasrucuur 2. Bedrijvigheid Hoofdsuk Beleidskader.1 Rijk.2 Provincie. Gemeene Hoofdsuk 4 Milieu- en omgevingsaspecen 4.1 Bodem 4.2 Waer 4. Archeologie 4.4 Ecologie 4.5 Geluid 4.6 Luchkwaliei 4.7 Exerne veiligheid Hoofdsuk 5 Planbeschrijving 5.1 nleiding 5.2 Hoofdsrucuur 5. Uiwerkingsgebied 5.4 nfrasrucuur 5.5 Parkeren 5.6 Groen Hoofdsuk 6 Juridische vormgeving 6.1 Sysemaiek 6.2 Regels Hoofdsuk 7 Financiele uivoerbaarheid 25 Hoofdsuk 8 Bijlagen 26 ARCAS 2

3 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) ' Gijmink 4e uiwerking Hoofdsuk 1 nleiding 1.1 Algemeen ' Gijmink is een naoorlogse woonwijk in de kern Goor (gemeene Hof van Twene). Een deel van de wijk is serk verouderd. e woningen voldoen nie meer aan de eisen van deze ijd en de openbare ruime heef op veel plaasen in de wijk een facelif nodig. Besloen is o een grooschalige hersrucurering van deze wijk. oor sloop en nieuwbouw van de huurwoningen (ca. 50% van de oale woningvoorraad van de wijk en voornamelijk geconcenreerd in he har van de wijk) zal worden gekomen o een meer gedifferenieerde opbouw van de wijk. n 2005 heef de gemeene Hof van Twene he oorspronkelijke besemmingsplan ' Gijmink vasgeseld. i besemmingsplan vorm he planologische kader voor de geplande hersrucurering. Alleen voor de eerse en weede fase van de hersrucurering beva di besemmingsplan een eindbesemming. Voor de laere fasen beva he besemmingsplan ' Gijmink een zogenaamde ui e werken besemming. Op basis van deze besemming kan nie direc worden gesar me de uivoering van plannen; eers moe de besemming worden uigewerk in één of meerdere uiwerkingsplannen (in feie separae besemmingsplannen) me eindbesemmingen. n 2008, 2010 en 201 zijn respecievelijk he 1e, 2e en e uiwerkingsplan vasgeseld. eze plannen beroffen he cenrale deel van de wijk (1e uiwerkingsplan) en de woningen langs de J.M. de Bruijnsraa en Lindelaan (2e uiwerkingsplan) en en noorden van de Meidoornsraa (e uiwerkingsplan). nmiddels zijn ook de plannen voor de volgende fase (fase 9 en 10) van de hersrucurering uigekrisalliseerd, zoda deze fase planologisch kan worden verva in he voorliggende, vierde uiwerkingsplan. He voorliggende besemmingsplan ' Gijmink, 4e uiwerking maak de hersrucurering mogelijk van he gebied en zuiden van de Meidoornsraa (fase 9) en 2 gebieden rondom de r Schaepmansraa (fase 10). i besemmingsplan voorzie daaroe in eindbesemmingen voor de in he plangebied geplande woningen en parkeer- en groenvoorzieningen. 1.2 Plangebied e woonwijk ' Gijmink lig aan de zuidoosrand van Goor. e wijk word ruwweg begrensd door de eldensesraa (aan de noordzijde), de ependijk aan de weszijde en de Oude Haaksbergerweg aan de zuidzijde. Aan de ooszijde grens de wijk aan bouwland en loop de Rondweg (47). B ARCAS

4 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) n bovensaande afbeelding is he plangebied van di 4e uiwerkingsplan zwar omkaderd in kleur weergegeven; he overige deel van he hersrucureringsgebied iseveneens weergegeven in (zwar wi). He plangebied bevind zich binnen de bebouwde kom van Goor. He plangebied omva een deel van de woningblokken langs de r. Schaepmansraa, de Meidoornsraa en de Oude Haaksbergerweg. He plangebied is omringd door sedelijke bebouwing. e geplande onwikkelingen maken onderdeel ui van he woningbouwplan he Gijmink. e oale onwikkeling besaa ui ien fases waarvan fase 1 o en me 6 inmiddels gerealiseerd zijn, en fase 7 en 8 in aanbouw zijn. Bij de hersrucurering van de wijk word de bebouwing in he plangebied gesloop. 1. Geldende besemmingsplan He plangebied van di uiwerkingsplan maak deel ui van he besemmingsplan ' Gijmink. i besemmingsplan is vasgeseld door de raad op 12 juli 2005 en goedgekeurd door Gedepueerde Saen op 27 sepember Leeswijzer n deze oeliching word eers de besaande siuaie in he plangebied beschreven in hoofdsuk 2. aarna word he beleid op provinciaal en gemeenelijk niveau belich hoofdsuk. Relevane milieu- en omgevingsaspecen worden besproken in hoofdsuk 4. eze leiden o een planbeschrijving waarin he sedenbouwkundig plan is beschreven in hoofdsuk 5. e juridische vormgeving word oegelich in hoofdsuk 6. n he laase hoofdsuk 7 word ingegaan op de financiële uivoerbaarheid. B ARCAS 4

5 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Hoofdsuk 2 Besaande siuaie 2.1 Algemeen ' Gijmink is een woongebied aan de zuidoosrand van de kern Goor. e wijk is aan de noord- en weszijde omgeven door woonbebouwing, aan de zuidzijde bevind zich he Havenerrein. e ooszijde grens aan he landelijk gebied (Gijminks Hoek). ' Gijmink heef overwegend een woonfuncie. Andere funcies (winkels, bedrijvigheid, horeca, school) zijn weliswaar in de wijk aanwezig, maar zijn duidelijk ondergeschik aan de woonfuncie van he gebied. He plangebied sam ui de jaren veerig en vijfig. e buur word gekenmerk door een eenvormige en doelmaige aanblik, passend bij de ijd waarin deze is opgerich. 2.2 nfrasrucuur e wijk saa via de eldensesraa en de Haaksbergerweg in verbinding me de 46/ 47, die Goor verbind me de omliggende kernen en die evens de aansluiing vorm op de noordelijk van Goor gelegen snelweg A1. He S-saion lig op een afsand van circa 1 kilomeer van he Gijminkplein. Over de Haaksbergerweg en de ependijk loop een busroue van en naar he S-saion. Verder zijn er wee bushales aan de rand van de wijk. 2. Bedrijvigheid n en rond ' Gijmink is een aanal bedrijven aanwezig. e bedrijven die zich in de wijk zelf bevinden, bevinden zich allen aan de rand van de wijk. Omda de siuaie in de randgebieden van de wijk nie verander, vormen de besaande hindercirkels rond deze bedrijven geen belemmering. n ondersaande overzich zijn de aanwezige bedrijven en deailhandel op een rij geze: B Adres Type bedrijf eldensesraa 7 Auobedrijf eldensesraa 6 Auobedrijf eldensesraa 42a Bliksembeveiliging (kanoor-opslag) eldensesraa 60 Aannemingsbedrijf ependijk 1 Pizzeria ependijk 15 Fiesenwinkel ependijk 5 Cafearia Lindelaan 70b School ARCAS 5

6 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Overige voorzieningen in he plangebied zijn: B Adres Type voorziening eldensesraa 8 Woonvoorziening voor ouderen ARCAS 6

7 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Hoofdsuk Beleidskader.1 Rijk Srucuurvise nfrasrucuur en Ruime Op 1 maar 2012 is de Srucuurvisie nfrasrucuur en Ruime vasgeseld. e Srucuurvisie nfrasrucuur en Ruime (SVR) geef een oaalbeeld van he ruimelijken mobilieisbeleid op rijksniveau en heef de oa Ruime, de Srucuurvisie Randsad 2040, de oa Mobiliei, de Mobilieis Aanpak en de Srucuurvisie voor de Snelwegomgeving vervangen. Tevens vervang he een aanal ruimelijke doelen en uispraken in onder andere de Agenda Landschap en de Agenda Viaal Plaeland. aarmee word de SVR he kader voor hemaische of gebiedsgeriche uiwerkingen van rijksbeleid me ruimelijke consequenies. n de SVR heef he Rijk drie rijksdoelen om ederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig e houden voor de middellange ermijn (2028): He vergroen van de concurreniekrach van ederland door he verserken van de ruimelijk- economische srucuur van ederland; He verbeeren, insandhouden en ruimelijk zekersellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop saa; He waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke nauurlijke en culuurhisorische waarden behouden zijn. Voor de drie rijksdoelen worden de 1 onderwerpen van naionaal belang benoemd. Hiermee geef he Rijk aan waarvoor he veranwoordelijk is en waarop he resulaen wil boeken. Buien deze naionale belangen hebben decenrale overheden beleidsvrijheid. e drie hoofddoelen van he ruimelijk en mobilieisbeleid kennen naionale opgaven die regionaal neerslaan. Opgaven van naionaal belang in Oos-ederland ( de provincies Gelderland en Overijssel) zijn: He waar nodig verbeeren van de inernaionale acherlandverbindingen (weg, spoor en vaarwegen) die door Oos ederland lopen. i onder andere en behoeve van de mainpors Roerdam en Schiphol; He formuleren van een inegrale sraegie voor he oale rivierengebied van Maas en Rijnakken (Waal, ederrijn, Lek en de Jssel, deelprogramma rivieren van he elaprogramma) en de Jsselvechdela (deelprogramma's zoewaer en rivieren) voor waerveiligheid in combinaie me bereikbaarheid, ruimelijke kwaliei, nauur, economische onwikkeling en woningbouw; He o sand brengen en beschermen van de (herijke) EHS, inclusief de aura 2000 gebieden (zoals de Veluwe); He robuus en complee maken van he hoofdenergienewerk (80 kv), onder andere door he aanwijzen van he racé voor aansluiing op he uise hoogspanningsne. Toesing aan he rijksbeleid He rijksbeleid laa zich nie specifiek ui over dergelijke onwikkelingen. He iniiaief raak geen rijksbelangen zoals opgenomen in de Srucuurvisie nfrasrucuur en B ARCAS 7

8 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Ruime. erhalve word geconcludeerd da er geen sprake is van srijd me he rijksbeleid..2 Provincie He provinciaal beleid is verwoord in al van plannen. He belangrijkse plan beref de Omgevingsvisie Overijssel Omgevingsvisie Overijssel n de Omgevingsvisie Overijssel (2009) word de visie op de onwikkeling van de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel gesches. e visie is daarbij gerich op 200. e omgevingsvisie heef de saus van srucuurvisie onder de We ruimelijke ordening. e ambiie van de provincie en aanzien van de woonomgeving, is he realiseren van aanrekkelijke en gevarieerde woonmilieus, die voorzien in de woonvraag. Om di e bereiken word ingeze op maawerk. He is de bedoeling om daarbij vooral ook de uiersen (kleinschalige exensieve milieus en aan de andere kan hoogsedelijke compace mixmilieus) e bedienen. Bij he realiseren van de woningbouwopgave wil de provincie de ruime zuinig en zorgvuldig benuen. i beeken da voor woningbouw de zogeheen SER-ladder word gehaneerd. i houd in da de woningbouwopgave eers door hersrucurering, ransformaie of inbreiding moe worden gerealiseerd. Pas als di onvoldoende blijk voor he aanal woningen en de kwaliei van de woonomgeving, kan uibreiding van he sedelijk gebied plaasvinden. Omgevingsverordening Gekoppeld aan de Omgevingsvisie heef de provincie een Omgevingsverordening (2009) opgeseld. e Omgevingsverordening voorzie in regels om he provinciaal belang e waarborgen. Voor nieuwbouw van woningen is he van belang da deze worden afgesemd op een gemeenelijke woonvisie. n de oeliching bij een besemmingsplan moe worden onderbouwd da een nieuwe onwikkeling bijdraag aan he verserken van de ruimelijke kwaliei conform de geldende gebiedskenmerken. e provincie wil ruimelijke kwaliei realiseren door, naas bescherming, vooral in e zeen op he verbinden van besaande kwalieien en nieuwe onwikkelingen. Hierbij zijn de gebiedskenmerken van provinciaal belang he uigangspun. Er word daarbij onderscheid gemaak ussen de nauurlijke laag, de laag van he agrarisch culuurlandschap, de sedelijke laag en de lus- en leisurelaag. Toesing aan provinciaal beleid i besemmingsplan voorzie in een hersrucuringsopgave in he besaand sedelijk gebied van Goor. e geplande onwikkeling is in overeensemming me he provinciaal beleid. e onwikkelingen die zijn voorzien in di besemmingsplan zijn enkel van invloed op de sedelijke laag. e onwikkeling beref een hersrucurering in besaand sedelijk gebied. e ruimelijke kwaliei word gewaarborgd omda de invulling van he plangebied zich voeg in he sedenbouwkundig plan da in 2005 is vasgeseld voor de hele wijk. Verder dien de bebouwing e voldoen aan de eisen van he beeldkwalieiplan. Hiermee is he plan nie in srijd me de provinciale verordening. B ARCAS 8

9 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld). Gemeene Woonvisie e Woonvisie Groeien in kwaliei beva he gemeenelijk woonbeleid voor de periode He doel van de gemeene is een zo goed mogelijk woonklimaa e bieden en om zoveel mogelijk inwoners aan de gemeene e binden. Uigangspun daarbij is behoud van he huidige inwoneraanal. aarvoor moe de nodige inspanning worden verrich: he inwoneraanal van Hof van Twene en de Regio Twene zal in de auonome siuaie de komende jaren afnemen. Om e aniciperen op deze bevolkingskrimp ze de gemeene in op kwaliei. a beeken o.a. da he woningaanbod goed word afgesemd op de doelgroepen die in Hof van Twene belangrijk zijn. He gaa hierbij om koop- en huurwoningen voor de doelgroepen sarers, ouderen en doorsromers. Voor een aanal doelgroepen is maawerk nodig. a beeken da de gemeene in overleg me de zorgaanbieders en corporaies maawerk lever waar nodig. Volgens de Woonvisie is er in Goor, ne als in de res van de gemeene Hof van Twene, een ekor aan seniorenwoningen. Opvallend is da he ekor zich vooral voordoe in de huursecor. Voor nieuwbouwplannen zijn seniorenhuurwoningen (zowel grondgebonden als gesapeld) en in mindere mae grondgebonden seniorenkoopwoningen kansrijke segmenen. Ook de vraag naar goedkope eengezinskoopwoningen is groer dan he aanbod. Hier manifeseer zich de vraag van sarers. He kwesbare segmen in Goor zijn de eengezinshuurwoningen. Er saan in Goor veel inbreidingsplannen op sapel. oor e zoeken naar specifieke segmenen, bijvoorbeeld in bijzondere zorgwoningen of woningen voor sarers, kunnen mogelijk meer woningen gerealiseerd worden dan volgens he woningbehoefenonderzoek wenselijk is zonder da di negaieve gevolgen heef voor de woningmark. Op deze wijze blijf he mogelijk via inbreiding de ruimelijke kwaliei van Goor e verserken. Ook he zoeken naar oplossingen me lagere dichheden en hogere woonkwaliei kan zorgen voor de haalbaarheid van geplande uibreidingslocaies. Als bijlage bij de Woonvisie is een dynamisch woningbouwprogramma opgenomen, waarin alle woningbouwplannen in de gemeene zijn opgesomd, waaronder die voor ' Gijmink. Voor de periode zijn in ' Gijmink in oaal 28 nieuwe woningen voorzien, er vervanging van 09 e slopen woningen. i beref zowel reserende plancapaciei van eerdere besemmingsplannen als plancapaciei ui he onderhavige 4e uiwerkingsplan. Toesing aan gemeenelijk beleid i besemmingsplan voorzie in de bouw van 11 eengezinswoningen. Gele op he voorgaande voldoe di plan aan de doelsellingen en kaders van de Woonvisie. B ARCAS 9

10 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Hoofdsuk 4 M ilieu- en omgevingsaspecen 4.1 Bodem Vroegere onderzoeken n he plangebied hebben verscheidene onderzoeken plaasgevonden naar de bodemkwaliei, me name en aanzien van de asbesveronreiniging. Ui deze onderzoeken blijk da er in de bovengrond (o 50 cm onder he maaiveld) plaaselijk serk verhoogde gehalen aan asbes voorkomen. Waarschijnlijk is er in he gehele plangebied sprake van een bodemveronreiniging me asbes. aarnaas komen lokaal ook andere (chemische) bodemveronreinigingen voor. Raamsaneringsplan n he kader van de voorgenomen hersrucurering zullen verschillende sloop- en herinrichingswerkzaamheden worden uigevoerd. Hierbij zal o.a. sprake zijn van sloop van ondergrondse funderingsresen en grondverze. i beeken da er werkzaamheden zullen plaasvinden in en me de me asbes veronreinigde grond. Op grond van de We bodemsanering is hiervoor insemming nodig van de provincie Overijssel. Voor he verkrijgen van insemming dien een saneringsplan e worden opgeseld. Vanwege de gefaseerde uivoering van de hersrucurering is gekozen voor een zogenaamd raamsaneringsplan (Raamsaneringsplan bodemsanering woonwijk ' Gijmink e Goor, projecnummer 41640, Tauw bv, 17 januari 2005). Hierbij zijn de kosen van de saneringsoperaie beschreven in een bij he raamsaneringsplan behorende Budgeraming (Budgeraming Raamsaneringsplan ' Gijmink, projecnummer 41640, Tauw bv, 25 november 2004). ader asbesonderzoek en verkennend chemisch bodemonderzoek Ter onderbouwing van he raamsaneringsplan is er een inegraal nader (asbes-) bodemonderzoek uigevoerd binnen he plangebied ' Gijmink, conform de norm E 5707 (ader asbesonderzoek en verkennend chemisch bodemonderzoek plangebied ' Gijmink e Goor, projecnummer 41640, Tauw bv, 1 augusus 2004). oel van di onderzoek is he globaal vassellen van de omvang en he gemiddelde gehale van de asbesveronreiniging in de bodem. Tegelijkerijd is een verkennend bodemonderzoek uigevoerd, waarbij de chemische kwaliei van de grond en he grondwaer is vasgeseld. i onderzoek is uigevoerd conform de norm E n he asbes- en chemisch bodemonderzoek is per ruimelijke eenheid van m2 de bodemkwaliei onderzoch. ader asbesonderzoek Ui he onderzoek blijk da er op veel plaasen sprake is van asbesveronreiniging boven de inerveniewaarde. e me asbes veronreinigde grond zi in de geroerde bodemlaag en beref circa m. He aangeroffen asbes is zowel in hech- als nie-hech gebonden vorm aanwezig. Geconcludeerd word da he hier een ernsige bodemveronreiniging beref. Ondersaande abel bied een overzich van de veronreinigde oppervlake per deelgebied. B ARCAS 10

11 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Vervolgens zijn de humane gezondheidsrisico's vasgeseld van de aanwezige asbesveronreiniging. Hiervoor is he sappenplan voor de beoordeling van he locaiespecifieke humane risico van een bodemveronreiniging me asbes, zoals opgenomen in he rappor van he RVM. Geconcludeerd word da er geen sprake is van locaiespecifieke humane risico's. i kan echer wijzigen wanneer er bewerkingen plaasvinden in of me veronreinigde grond. Verkennend chemisch bodemonderzoek Ui he verkennend chemisch bodemonderzoek blijk da er sprake is van enkele liche sreefwaarde overschrijdingen, me name en aanzien van mealen. eze overschrijdingen zijn zowel aangeoond in de boven- als in de ondergrond. n wee onderzoeksvakken is overschrijding van de oesingswaarde voor koper aangeoond en in één vak word de inerveniewaarde van koper overschreden. Plan van aanpak n overleg me de provincie is afgesproken da een nadere lokalisering van de geconsaeerde veronreiniging nie in he raamsaneringsplan zal plaasvinden maar in he plan van aanpak, da voorafgaand aan de daadwerkelijke sanering word opgeseld. Hierin zullen ook de consequenies voor de uivoering van de sanering worden beschreven. 4.2 Waer uurzaam waersyseem Bij de sedenbouwkundige vormgeving van he plangebied is 'duurzaamheid' he uigangspun. i geld ook voor de inriching van he waersyseem. Een duurzaam sedelijk waersyseem heef de volgende kenmerken: n he waersyseem zuinig omgaan me waer als grondsof. Regenwaer word zoveel mogelijk vasgehouden. Waerkwalieisproblemen worden zoveel mogelijk binnen de eenheid en bij de bron zelf opgelos; he waer word zo min mogelijk veronreinigd. He waer word zoveel mogelijk geconserveerd in he eigen gebied, waarbij gesreefd word naar een verraagde afvoer van de neerslag. Principes duurzaam waerbeheer Rijk, provincies, VG en Unie van Waerschappen hebben afgesproken bij elk ruimelijk beslui een Waeroes ui e voeren. He doel van de Waeroes is om bij he maken van en besluien over ruimelijke plannen, vroegijdig en gedegen rekening e houden me de 'waerconsequenies', zoda de waerhuishouding in he plangebied voldoe aan de principes voor waerkwaniei (vashouden, bergen en afvoeren) en waerkwaliei (schoon houden, scheiden, zuiveren). B ARCAS 11

12 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Ook voor de hersrucurering van ' Gijmink is een Waeroes doorlopen. Voor de aanpak en benadering van de waerhuishouding is een aanal principes gehaneerd: Waeroverlas in he plangebied reed nie meer op. Sreefbeeld: geen waer op sraa. Oppervlakewaer word, liefs op fraaie wijze, geïnegreerd in he sedenbouwkundig plan, zodanig da he waer beleefbaar is en goed e beheren. Sreefbeeld: aanwezigheid van oppervlakewaer, zoals hierboven beschreven, zo mogelijk in he plangebied. Grondwaer word zoveel mogelijk aangevuld me schoon, infilrerend waer en in nae periodes nie afgevoerd naar de RWZ. Sreefbeeld: alle daken zijn afgekoppeld van de riolering en he afsromend hemelwaer word geïnfilreerd (of afgevoerd naar oppervlakewaer) en al he overollig grondwaer word naar oppervlakewaer afgevoerd. Alle percelen in he plangebied voeren he afvalwaer af naar de riolering. Sreefbeeld: alle percelen hebben een vuil waerafvoer. Huidige siuaie Ten oosen en noorden van de wijk loop de Bolscherbeek. e Bolscherbeek word beheerd door he Waerschap Vechsromen. n de wijk zelf is geen oppervlakewaer aanwezig. n de wijk komen kleilagen voor die zich bevinden op een diepe ussen 1,5 m mv en 2,5 m mv. He eerse waervoerend pakke is circa 5 meer dik en besaa ui fijn zand. Op grond van de geschae doorlaendheden van de bodem is geconcludeerd da he gebied geschik is voor infilraie. n de wijk ' Gijmink is sprake van waeroverlas op sraa. He rioleringssyseem kan de pieken als gevolg van (hevige) regenval nie aan. Waeroverlas reed op in de Berkensraa, he Gijminkplein, W. van de Sluissraa, Lindelaan, Oude Haaksbergersraa en deels in de Gondalaan. e problemen zullen in samenhang me de herinriching van de wijk worden opgelos. Toekomsige waersyseem Gemeene en waerschap zijn overeengekomen da in de gehele wijk verhard oppervlak van de riolering word afgekoppeld, zowel daken als wegen. Alleen he vuile waer word dus nog afgevoerd naar de AWZ (waerzuiveringsinsallaie). Om aan de onwaeringseis e voldoen is drainage noodzakelijk. Op basis van de opredende grondwaersanden en de goed doorlaende bovengrond is gekozen voor infilraie me behulp van kraen en infilraieriolen (T-riolen). He dakwaer word afgevoerd naar infilraiekraen en he wegwaer naar T-riolen in de weg. e infilraiekraen worden verbonden me de T-riolen door middel van een overloop. Afvoer van regenwaer zal zo lang mogelijk aan de oppervlake plaasvinden, zoda bewoners zich bewus worden van he anders omgaan me regenwaer en de sociale conrole op illegale lozingen word vergroo. aarnaas zullen de bewoners goed voorgelich worden over wa ze wel en nie mogen doen en worden echnische maaregelen geroffen om mogelijke vervuiling van he grondwaer e voorkomen. Een reenievoorziening nabij de Bolscherbeek (buien he huidige besemmingsplan) dien een dusdanige capaciei e hebben da de afvoernorm van 2,4 l/s/ha nie word overschreden. He bovensaande pas binnen de visie van Waerbeheer 21e eeuw over waerkwaniei en waerkwaliei. B ARCAS 12

13 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) 4. Archeologie Op grond van de We op de archeologische monumenenzorg dien he archeologisch belang e worden meegewogen in de besluivorming rond de ruimelijke ordening. Om de kansen op archeologische vindplaasen in he plangebied in kaar e brengen, is eers een zogenaamde Quick Scan uigevoerd van mogelijke archeologische waarden (Quick Scan archeologie Goor ' Gijmink, ARCAS, 2004). Hiervoor is onder andere de ndicaieve Kaar Archeologische Waarden (KAW) geraadpleegd. eze ken aan he plangebied van di besemmingsplan een lage verwachingswaarde oe. n een sraal van 1 km rondom he plangebied is sprake van enkele monumenen en vindplaasen ui de Lae Middeleeuwen o aan de ieuwe Tijd. e bereffende bodemypes 'hoge zwar enkeerdgrond' en 'veldpodzolgronden' zijn dan ook gevormd in de Middeleeuwen. e aanwezigheid van vindplaasen ui vroegere periode, bijvoorbeeld he Mesolihicum, word echer nie uigesloen, gezien he fei da de enkeerdgronden zich veelal bevinden op pleisocene dekzandruggen me een refkans op archeologische waarden ui deze periode. aar binnen de bebouwde kom nie me zekerheid e zeggen is waar zich de 'hoge zware enkeerdgronden' bevinden, is binnen he gehele gebied archeologisch booronderzoek uigevoerd, voor zover daar bodemversorende acivieien plaasvinden (nvenariserend veldonderzoek - verkennend booronderzoek ' Gijmink, Goor, ARCAS, 2005). Hierui blijk he volgende: n he oosen en noordwesen van ' Gijmink bevind zich een zone me een groendeels inace Hoge enkeerdgrond me een esdek en een onderliggende inace B- en C-horizon. n he wesen van ' Gijmink is he bodemprofiel (groendeels) versoord. n he midden van ' Gijmink bevind zich mogelijk een beekeerdgrond. Hier is onder andere een grindhoudende laag aangeroffen. Er zijn geen archeologische indicaoren aangeroffen. n een brief aan de gemeene Hof van Twene laa de provinciaal archeoloog ween (aanvullend) booronderzoek nie nodig e achen, omda de kans da di exra gegevens oplever gering is (Brief He Oversich d.d. 27 januari 2005, kenmerk.05.05/sw/45). e provinciaal archeoloog adviseer daarenegen om de asbessanering onder archeologische begeleiding ui e voeren. Hierbij word op basis van fysieke kenmerken van de bodem, zoals archeologische grondsporen, bepaald welke gebieden ineressan zijn voor een archeologische opgraving. 4.4 Ecologie Wegeving e bescherming van de ederlandse nauur is geregeld in de auurbeschermingswe en de Flora- en faunawe. e auurbeschermingswe rich zich daarbij me name op de gebiedsbescherming. e soorenbescherming is verankerd in de Flora- en faunawe. Me berekking o de gebiedsbescherming kan worden opgemerk da he plangebied B ARCAS 1

14 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) geen beschermd gebied is ingevolge de auurbeschermingswe of de Vogel- en Habiarichlijn. Buien genoemde beschermde nauurgebieden genieen ongeveer 1000 in he wild levende plan- en diersooren bescherming door middel van de Flora- en faunawe (Ff-we). oel van de we is om he duurzaam voorbesaan van deze beschermde sooren e verzekeren. ndien van bepaalde acivieien negaieve effecen zijn e verwachen voor de insandhouding van deze soor(en), is hiervoor een onheffing ingevolge de Ff-we vereis. Als er geen beschermde sooren zijn, of er zijn geen effecen van beekenis, kan een projec zonder ussenkoms van de FF-we plaasvinden. Quickscan Ten behoeve van he onderhavige projec is door Eelerwoude eind 201 een flora en fauna onderzoek uigevoerd me berekking o nauurwegeving. Bijlage 1. i als vervolg op de uigevoerde Quickscan auurwegeving van Hierin waren de mogelijke knelpunen ussen de Flora- en faunawe en he besemmingsplan in kaar gebrach op basis van besaande gegevens. Ui he flora en fauna onderzoek da eind 201 is uigevoerd is gebleken da binnen he plangebied meerdere verblijfplaasen van huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger zijn aangeroffen. Als gevolg van de onwikkeling kan een ijdelijk effec onsaan en reed versoring op huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger en hun verblijfplaasen op. He is hierbij van belang om een aanal aanvullende maaregelen e nemen. Maaregelen zijn noodzakelijk om negaieve effecen e voorkomen en/of e beperken en om e allen ijde een verblijfplaas voor huismussen en vleermuizen aan e bieden. He versoren van verblijfplaasen van huismussen en vleermuizen is onheffingsplichig. Hiervoor word er zijner ijd een onheffing aangevraagd waarbij rekening word gehouden me ondersaande uigangspunen. - de gunsige saa van insandhouding zal gegarandeerd blijven, - invulling geven aan de zorgplich, - voldoen aan een bij de we genoemd belang, - en er mogen geen alernaieven zijn. Bovensaande gegevens worden er zijner ijd uigewerk in een acivieienplan. n he acivieienplan saa concree welke werkzaamheden, wanneer, en op welke wijze worden uigevoerd. i word aangevuld me een onderbouwing van de noodzaak van he projec. e onheffingsaanvraag moe ingediend worden bij iens Regelingen van he Miniserie van Economische Zaken. Maximaal zesien weken na he indienen van de aanvraag word er een beslui genomen. Miigaieplan Overeenkomsig he advies van de auuroes ui 2004 is een acivieienplan opgeseld (Acivieienplan Flora- en faunawe he Gijmink Goor, fase 9 en 10, ARCAS, 29 januari 2014) zie Bijlage Aciv ieienplan. nseek van he acivieienplan is he 100% miigeren van negaieve effecen en voorzien in nieuwe vase rus- en verblijfplaasen voor de aangeroffen beschermde sooren (Huismus, Gewone dwergvleermuis en Laavlieger). Ten aanzien van de vernieiging van de vase rus- en verblijfplaas van de Laavliegers is een nader gebiedsoriënerend onderzoek uigevoerd om de aanwezigheid van alernaieve verblijfplaasen voor Laavliegers aan e onen, zoda een B ARCAS 14

15 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) onheffingsprocedure acherwege kan blijven. Wel is hiervoor een ecologisch werkproocol opgeseld. Zie Bijlage 2 ecologisch werkproocol. n he acivieienplan worden miigerende maaregelen beschreven en aanzien van neslocaies van huismus en vleermuis. e volgende maaregelen worden geroffen en behoeve van de huismus: He aanbrengen van nieuwe nesgelegenheden in de vorm van mussenvides, aan de onderzijde van de onderse rij dakpannen. Ophangen van (ijdelijke) neskasen, om ervoor e zorgen da er voldoende nesen voorhanden blijven ijdens de bouwfase. Verwijderen van huidige broedplekken onder de dakpannen, voor he broedseizoen begin (voor 15 maar). Voorafgaand aan de sloop dien voldoende onwikkeld foerageergebied/leefgebied van de Huismus aanwezig e zijn, liefs in he aangrenzende gebied. e volgende maaregelen worden geroffen en behoeve van de Gewone dwergvleermuis: Aanbrengen 12 permanene verblijven en 12 ijdelijke verblijven. Ophangen ijdelijke verblijven gebeur in de direce omgeving, op e behouden en/of besaande bebouwing, voorda de sloop van gebouwen sar. e kasen moeen ijdens de hele bouwfase beschikbaar blijven voor vleermuizen. e locaie van nieuwe permanene verblijfplaasen vind plaas op aanwijzing door een deskundige ecoloog. Voorafgaand aan sloop worden gebouwen ongeschik gemaak voor vleermuizen. ieren die evenueel ijdens he ongeschik maken worden aangeroffen, worden door een ecoloog verplaas naar een vleermuiskas. oor de planonwikkeling gaa foerageergebied verloren, maar omda di geen primair foerageergebied is, kom de gunsige saa van insandhouding van de vleermuizen nie in he geding. e laanbomensrucuur langs onsluiingswegen in en om he plangebied zorg voor nieuwe vliegverbindingen. e volgende maaregelen worden geroffen en behoeve van de Laavlieger: Op basis van alernaievenonderzoek word geconcludeerd da er ruim voldoende alernaieven voor handen zijn. Omda de gunsige saa van insandhouding nie in he geding is, hoeven er geen miigerende maaregelen e worden geroffen voor de Laavlieger. n de nieuwbouw worden permanene verblijfplekken geboden, door he openlaen van soovoegen onder de noksenen van he dak en he openlaen van ruime acher dakgoen en muurplaen. Er dienen en minse vier ijdelijke verblijfplaasen e worden gerealiseerd, voorafgaand aan de sloop. Verder worden er nog de volgende algemene maaregelen geroffen: ieren die ijdens he ongeschik maken van de gebouwen worden aangeroffen worden door een ecoloog overgeplaas naar een vleermuiskas. Voor aanvang van de sloopwerkzaamheden worden de huidige verblijfplaasen in maar ongeschik gemaak voor vleermuizen. aarbij worden gaen in spouwmuren gemaak. e sloop word uigevoerd door eers de woningen e srippen. i moe voor half mei zijn afgerond. Bij de sloop dien een vleermuisdeskundige paraa e zijn voor B ARCAS 15

16 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) he geval och nog vleermuizen aangeroffen worden. Er moe conrole plaas vinden op de funcionaliei van de maaregelen, voor aanvang van de sloop. Bij nieuwbouwwoningen worden poeniële winerverblijfplaasen gecreëerd door middel van open soovoegen. Werkzaamheden dienen buien he broedseizoen van vogels (dus vóór 15 maar en na 15 juli) e worden gesar. Alleen onder voorwaarden - mis er geen broedvogels worden versoord - kan in he broedseizoen worden doorgewerk. Voorafgaande aan de werkzaamheden bepaal een ecoloog of er geen broedende vogels aanwezig zijn. Bij grondwerkzaamheden één kan op werken, om he voor grondgebonden zoogdieren mogelijk e maken de werkzaamheden e onvluchen. He aanal werkpaden en de breede ervan zo beperk mogelijk houden. Terreindelen die gehandhaafd blijven, worden zoveel mogelijk me rus gelaen. Vanui de Algemene Zorgplich (ar. 2 Ffwe) word ijdens de werkzaamheden gele op aanwezigheid van al dan nie beschermde planen en dieren, om schade of versoring e voorkomen. 4.5 Geluid Ten behoeve van di besemmingsplan is akoesisch onderzoek uigevoerd naar de geluidbelasing op de woningen in he plangebied (Akoesisch Onderzoek Wegverkeerslawaai ' Gijmink e Goor, ieman Raadgevende ngenieurs, 25 maar 201). Bijlage 4 oel van he onderzoek is he vassellen van de geluidbelasing op de geplande woningen, en gevolge van he wegverkeerslawaai vanwege de eldensesraa, ependijk en provinciale weg 46/47. Ook is de geluidbelasing vanwege 0 km/uur wegen in he plangebied onderzoch. Ui he onderzoek blijk da de geluidbelasing vanwege de eldensesraa maximaal 48 db bedraag. e geluidbelasing vanwege de ependijk bedraag maximaal 47 db. e geluidbelasing vanwege de 46/47 bedraag maximaal 44 db. e voorkeursgrenswaarde van 48 db word dus nie overschreden. e gecumuleerde geluidbelasing vanwege de 0 km/uur wegen in he plangebied (Lindelaan, r. Schaepmansraa, J.M. de Bruijnsraa, Gondalaan, Meidoornlaan, Magnoliasraa, Beukensraa en Oude Haaksbergerweg) bedraag maximaal 59 db langs de Lindelaan. Omda he onderhavige plan voorzie in vervangende nieuwbouw in besaand bebouwd gebied, waar he reffen van geluidbeperkende bron- en/of overdrachsmaaregelen nie kosenefficiën dan wel sedenbouwkundig onwenselijk is, word deze berekende cumulaieve geluidbelasing aanvaardbaar geach. Voor de woningen waarbij de gecumuleerde geluidbelasing van alle wegen exclusief afrek groer is dan 54 db, zal in he kader van de Bouwvergunning nader onderzoek worden gedaan naar de geluidwering van de gevels. 4.6 Luchkwaliei Weelijk kader en normen Op 15 november 2007 is de We milieubeheer luchkwalieiseisen (We luchkwaliei) in werking gereden. e We geef grenswaarden voor concenraies in de buienluch B ARCAS 16

17 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) van de soffen siksofdioxide (O2), fijn sof (PM10), zwaveldioxide (SO2), lood (Pb), benzeen (C6H6) en koolmonoxide (CO). n ederland zijn de maagevende luchveronreinigende soffen siksofdioxide (O2) en fijn sof (PM10). eze wee soffen liggen he dichs bij de grenswaarden van de We luchkwaliei. Overschrijdingen van de grenswaarden van de andere genoemde soffen komen in ederland nagenoeg nie voor. Vanaf 2010 geld voor siksofdioxide een grenswaarde voor de jaargemiddelde concenraie van 40 µg/m. Verder geld een grenswaarde voor een uurgemiddelde concenraie, maar deze word zelden overschreden. Voor siksofdioxide gelden o 2010 plandrempels voor de bescherming van de gezondheid van de mens. Voor fijn sof (PM10) geld een grenswaarde voor de jaargemiddelde concenraie van 40 µg/m. Een emaalgemiddelde concenraie van 50 µg/m fijn sof mag maximaal 5 maal per jaar worden overschreden. Geplande onwikkelingen dragen nie in beekenende mae bij Gelijkijdig me de We milieubeheer luchkwalieiseisen is he 'Beslui nie in beekenende mae bijdragen (luchkwalieiseisen)' in werking gereden. Hierin is opgenomen da, als de grenswaarden in he Beslui luchkwaliei worden overschreden, een projec doorgang kan vinden als he nie in beekenende mae bijdraag aan de concenraies veronreinigende soffen. Een projec draag bijvoorbeeld 'nie in beekenende mae' bij aan de concenraie fijn sof (PM10) of siksofdioxide (O2) in de buienluch als de % grens nie word overschreden. Hiermee word bedoeld % van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concenraie fijn sof of siksofdioxide. i beeken da feielijk een oename van 1,2 µg/m oelaabaar word geach. aarnaas zijn ook caegorieën van projecen opgenomen die 'nie in beekenende mae' bijdraag. Kanoorlocaies en woningbouwlocaies kunnen worden gerealiseerd als word voldaan aan de volgende eisen: onsluiingsweg, neo maximaal woningen; onsluiingswegen, neo maximaal.000 woningen; combinaie vormen van een woningbouwlocaie en een kanoorlocaie, onder de volgende voorwaarde: 0,0008 * aanal woningen + 0, *bruo vloeroppervlak kanoren in m2. i besemmingsplan voorzie in de bouw van 11 eengezinswoningen waarmee he plan voldoe aan de voorwaarden van he Beslui nie in beekenende mae bijdragen. 4.7 Exerne veiligheid He Beslui exerne veiligheid inrichingen (Bevi) leg veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico kunnen vormen voor personen buien he bedrijf. Verder verplich he Beslui gemeenen en provincies om bij he verlenen van milieuvergunningen en he maken van besemmingsplannen me exerne veiligheid rekening e houden. n he plangebied zijn geen inrichingen gevesigd die (direc) vallen onder he Beslui exerne veiligheid inrichingen. Wel lig buien he plangebied een inriching die val onder he Bevi. He beref he bedrijf Trifero, waar opslag plaasvind van kunsmes. eze bedrijfsaciviei val onder arikel 2 sub f van he Bevi. He onderhavige plangebied lig echer buien de invloedsfeer van deze inriching. B ARCAS 17

18 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Hoofdsuk 5 Planbeschrijving 5.1 nleiding oelselling e gemeene en Viverion beogen me he hersrucureren van de woonwijk ' Gijmink he behouden van een wijk me een woonkaraker. a hersrucurering heef ' Gijmink een gevarieerd woningaanbod, waarbij doorgaand verkeer ui de wijk word geweerd en bedrijvigheid binnen de wijk o een minimum word beperk. Uigangspunen e hersrucurering van ' Gijmink vind gefaseerd plaas op basis van de Wijkvisie 2010 zoals die is opgeseld door Viverion. Volgens de Wijkvisie dien de hersrucurering plaas e vinden binnen de volgende uigangspunen: ' Gijmink is ook in de oekoms een kleinschalige woonbuur, besaande ui overwegend laagbouw. Er zijn in ' Gijmink huishoudens aanwezig me verschillende leefijdsgroepen, ype huishoudens en inkomens. Er zijn voldoende voorzieningen, zowel voor ouderen als kinderen en he aanal inwoners in de wijk blijf consan. e sedenbouwkundige srucuur word aangepas, er komen meer open plekken en openbaar groen en de relaie me he cenrum blijf gehandhaafd. He percenage koopwoningen neem oe en de diversiei van de woningvoorraad is groer, maar besaa voornamelijk ui eengezinswoningen. ' Gijmink is een 0 km/u gebied, waarin parkeervoorzieningen goed over de wijk verdeeld zijn. oorgaand verkeer word vermeden. Bedrijvigheid is slechs in beperke mae aanwezig, maar een diensencenrum voor senioren is wel gewens in de wijk. 5.2 Hoofdsrucuur Op basis van de Wijkvisie 2010 is een sedenbouwkundige hoofdsrucuur voor ' Gijmink opgeseld die in juli 2001 aan de bewoners is gepreseneerd. e geplande hoofdsrucuur voorzie in een aanal nieuwe ruimelijk-funcionele lagen: de Ring, de Lindelaan, he Kralensnoer en de Woonsraen. eze lagen zijn weergegeven in ondersaande afbeelding. B ARCAS 18

19 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) e Ring e Ring is de belangrijkse funcionele drager van de wijk. i elemen vorm de belangrijkse infrasrucurele voorziening, waarop de verschillende woonsraen aanakken. e Ring word gevormd door de J.M. de Bruijnsraa, r. Schaepmansraa, Eikenlaan en Meidoornsraa. Qua verschijningsvorm zal de Ring herkenbaar zijn door een samenspel van bebouwing en openbare ruime. He lineaire karaker van de Ring word verserk door de aanwezigheid van laanbeplaning en/of hagen. e enrees van de woonsraen worden benadruk door een afwijkende verschijningsvorm van hoekwoningen. e Lindelaan e Lindelaan vorm de belangrijkse noord-zuid verbinding in de wijk. e Lindelaan slui aan op de eldensesraa en ependijk. He huidige doorgaande karaker van de Lindelaan word 'doorbroken' omda de Ring op wee plaasen de Lindelaan doorsnijd. Hoewel de Lindelaan he karaker krijg van een woonsraa, blijf de laan -mede vanui een hisorisch perspecief- een belangrijk ruimelijk elemen binnen ' Gijmink. Zo vorm de Lindelaan de belangrijkse onsluiingsweg naar he Gijminkplein, de cenrale plek in de wijk. He bijzondere karaker van de Lindelaan zal worden verserk door middel van laanbeplaning en een uigekiende bebouwingsypologie. He Kralensnoer (cenrale zone) He Kralensnoer vorm de cenrale groene draad door de wijk. Aan he Kralensnoer zijn de speelplekken, de school en he Gijminkplein gelegen. e sedenbouwkundige drager word gevormd door een vijf meer brede langzaam verkeersroue die de cenrale plekken in de wijk me elkaar verbind, maar zelf ook onderdeel vorm van deze plekken. aas de cenrale ligging en ruime opze van he Kralensnoer zal di nieuwe sedenbouwkundige elemen nader worden verbijzonderd door middel van specifieke bebouwing en funcies aan weerszijden. eze specifieke bebouwing besaa ui B ARCAS 19

20 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) seniorenwoningen en meergezinswoningen. Verder leen he Kralensnoer zich door zijn cenrale ligging uisekend voor de vesiging van andere funcies dan alleen wonen. Als uigangspun voor de bebouwing langs he Kralensnoer geld da deze moe passen bij de maa en schaal van de wijk. aas een maximale bouwhooge van 14 meer dienen de gebouwen ook qua vormgeving een individueel karaker e hebben. e Woonsraen e Woonsraen sluien aan bij de besaande sedenbouwkundige srucuur van de wijk. eze sraen onderscheiden zich van de overige openbare ruimes door hun verkeersluwe, kleinschalige en collecieve karaker. i karaker kom vooral o uidrukking in de relaief kore sraalenge, een bijbehorende kleinschalige inriching van de openbare ruime en een zorgvuldige deaillering van aanliggende woningen. Om he onderscheid me de laanbeplaning van de Ring en Lindelaan e benadrukken, zullen er in de woonsraen slechs op enkele, weloverwogen plekken bomen worden geplaas. He groene karaker van de woonsraa word verserk door de aanwezigheid van vooruinen. Voor he gemooriseerd verkeer worden de woonsraen 'geknip', zoda doorgaand verkeer word voorkomen. Voor fiesers en voegangers zullen de woonsraen wel geheel oegankelijk zijn. e rijweg van de woonsraen word ingerich voor éénrichingsverkeer, me een profiel van,50 meer. He parkeren vind plaas in de vorm van langs-parkeerplaasen aan weerszijden van de rijbaan. Verder worden er bij de enrees van de woonsraen haaks-parkeerplaasen gerealiseerd. B ARCAS 20

21 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) 5. Uiwerkingsgebied Binnen de kaders van de sedenbouwkundige hoofdsrucuur, vasgelegd in he geldende besemmingsplan ' Gijmink, word he sedenbouwkundig plan per deelgebied verder uigewerk. He oorspronkelijke sedenbouwkundig plan, me daarin de reeds gerealiseerde onderdelen in grijs aangeduid, is weergegeven in ondersaande afbeelding. He voorliggende uiwerkingsplan voorzie in een planologische regeling voor fase 9 en 10 van de planrealisaie. Afwijking van he moederplan Gijmink He moederplan ' Gijmink van 2005 ken voor he gehele plangebied een uiwerkingsbevoegdheid voor woondoeleinden. n 2008 is de eerse uiwerking gepubliceerd. Zoals hiervoor ook is beschreven is voor he Gijmink desijds een schesplan bedach me daarin een aanal nieuwe ruimelijk-funcionele lagen. He sedenbouwkundige plan van he Gijmink fase 9 en 10 slui nauw aan op di schesplan maar voorzie echer in een aanal kleine afwijkingen en opziche van he moederplan. n de illusraie hieronder is de afwijking op he moederplan (me rode arcering) weergegeven. eze kaar is ook als Bijlage 5 bij he besemmingsplan oegevoegd. Zoals e zien beref he slechs enkel de aansluiing van he woondoeleinden gebied op de besemming verkeersdoeleinden. e afwijking heef geen enkel effec op de huidige plannen. i houd evens in da er geen effecen zijn vanui de aspecen ruimelijk visuele kwaliei, geluid, luchkwaliei, verkeer, parkeren, bodem, exerne veiligheid, verkeer, archeologie, culuurhisorie, nauur en waer. e in di besemmingsplan weergegeven omschrijvingen en bepalingen dienen ook e worden gelezen in samenhang me hegeen bepaald is in he moederplan van e aanwijzing van de B ARCAS 21

22 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) gedeailleerde besemmingen ui he moederplan en de daaromren geselde bepalingen in he moederplan blijven onverminderd van oepassing. He besemmingsplan is op deze wijze dus nie alleen een besemmingsplan, maar ook een ruimelijke onderbouwing in he kader van de buienplanse wabo-afwijkingsmogelijkheid. Hiervoor word ook de Wabo procedure doorlopen. 5.4 nfrasrucuur Uigangspun voor de hersrucurering is he handhaven van de besaande wegensrucuur. e belangrijkse verschillen en opziche van de oorspronkelijke siuaie worden gevormd door: Een sociaal veilige langzaam verkeersroue die door he cenrumgebied van de wijk loop. eze roue verbind di deel van de wijk me he cenrum en vorm bovendien een verbindend elemen ussen de diverse groenplekken in de wijk. He doorsnijden van de oorspronkelijke, lange sraen in he cenrumgebied van de wijk. Hiervoor in de plaas is een vieral U-vormige woonsraen gekomen. n ' Gijmink word een duidelijk onderscheid gemaak ussen woonsraen, doorgaande roues langs en een ring rond he gebied. 5.5 Parkeren Parkeervoorzieningen dienen goed over de wijk verspreid e zijn, zoda voor alle bewoners parkeren in de direce omgeving van de woning mogelijk is. Conform he oorspronkelijke besemmingsplan ' Gijmink (2005) geld voor de woningen in he plangebied een parkeernorm van 1,55. n he plangebied van di uiwerkingsplan zijn 11 woningen gepland. Op basis van de genoemde parkeernormen bedraag de parkeerbehoefe 175 parkeerplaasen in oaal. n oaal is er in he plangebied van de fasen 9 en 10 ezamen fysieke ruime voor 177 parkeerplaasen. Er kan daarmee worden voldaan aan de parkeerbehoefe van de geplande woningen. B ARCAS 22

23 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) 5.6 Groen a volooiing van de hersrucurering zal in de wijk meer ruime zijn voor groen. Me name langs de sraen die samen de ring rond he kerngebied vormen word een groo aanal bomen aangeplan. n he verlengde van de cenrale groenzone die door he gehele hersrucuringsgebied ' Gijmink loop, word ook in fase 10 een brede groensrook gerealiseerd. i uiwerkingsplan voorzie hier in de behoefe aan verbreding van de cenrale groenzone zoals beschreven in besemmingsplan he Gijmink van B ARCAS 2

24 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Hoofdsuk 6 Juridische vormgeving 6.1 Sysemaiek i besemmingsplan is vormgegeven conform de kaders van de ui e werken besemmingen in he oorspronkelijke besemmingsplan ' Gijmink. aarbij is de naamgeving en opze van besemmingen gebaseerd op de moderne gemeenelijk sandaard voor besemmingsplannen. Een besemmingsplan me uiwerkingsplich da onder de werking van de (oude) WRO o sand is gekomen, mag op de oude lees worden opgeseld en word in da geval analoog vasgeseld. i is vasgelegd in he overgangsrech van arikel van he Beslui ruimelijke ordening. 6.2 Regels nleidende regels e inleidende regels hebben berekking op he definiëren van begrippen en van de wijze van meen. Besemmingsregels i besemmingsplan heef een globaal karaker. a kom me name o uidrukking door he gebruik van de besemming Woongebied 1 voor de e heronwikkelen woningen. He bouwen binnen deze besemming is gebonden aan een maximum aanal woningen, een maximaal bebouwingspercenage en een maximum bouwhooge. aarnaas beva he besemmingsplan nog een besemming Groen" en behoeve van enkele over he plangebied verspreid liggende groenelemenen. Verder is nog de besemming " Verkeer aanwezig. eze ak aan op de Meidoornsraa. Algemene regels e algemene regels besaan ui: de ani-dubbelelregel, algemene gebruiksregels, algemene aanduidingsregels, algemene afwijkingsregels en overige regels. Overgangs- en sloregels To slo beva he besemmingsplan nog overgangs- en sloregels. B ARCAS 24

25 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Hoofdsuk 7 Financiele uivoerbaarheid Tijdens he opsellen van de hersrucureringsplannen voor ' Gijmink is de economische uivoerbaarheid van deze plannen uigebreid onderzoch. Gebleken is da de voorgeselde hersrucureringsplannen economisch uivoerbaar zijn. Voor de vasselling van di besemmingsplan zal een financiële exploiaie separaa worden oegevoegd. B ARCAS 25

26 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Hoofdsuk 8 Bijlagen B ARCAS 26

27 ' Gijmink, 4e uiwerking (fase 9 en 10)

28 ' Gijmink, 4e uiwerking (fase 9 en 10)

29 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) nhoudsopgave Bijlagen Bijlage 1 Flora en fauna onderzoek fase 9 en 10 4 Bijlage 2 ecologisch werkproocol 2 Bijlage Acivieienplan 40 Bijlage 4 Akoesisch onderzoek wegverkeerslawaai 6 Bijlage 5 Kaar afwijkingen Moederplan 1 B ARCAS 2

30 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Bijlagen B ARCAS

31 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Bijlage 1 Flora en fauna onderzoek fase 9 en 10 B ARCAS 4

32 Flora- en faunaonderzoek Gijmink Goor - Fase 9 en 10

33 Flora- en faunaonderzoek Gijmink Goor - Fase 9 en 10 efiniief Opdrachgever Viverion e heer H. Jehs Posbus AC Lochem Opdrachnemer Eelerwoude Posbus AB Goor info@eelerwoude.nl Projecgegevens: Projecnummer: P6075 aum: Projecleider: S. Boekhou Opgeseld: V. de Lenne Geconroleerd: S. Boekhou Onderzoek van Eelerwoude voldoe aan de eisen die he Miniserie van Economische Zaken sel. Eelerwoude is lid van he ewerk Groene Bureaus. He ewerk werk aan de kwaliei van advisering gerich op nauur, landschap, waer, milieu en ruime. He ewerk heef een gedragscode die opdrachgevers en andere belanghebbende een basis bied om de leden aan e spreken op de kwaliei van hun werk. i onderzoek is op zorgvuldige wijze uigevoerd, conform de geldende we- en regelgeving en aanzien van flora en fauna. esondanks zal nooi een 100% volledig beeld van de aanwezige flora en fauna gegeven kunnen worden. auur is dynamisch, siuaies kunnen veranderen. e opmaak van di rappor gaa ui van dubbelzijdig afdrukken

34 HOU 1 LEG Aanleiding en doel HUGE STUATE & OTWKKELG Huidige siuaie Voorgenomen onwikkelingen... 6 ATUURWETGEVG Flora- en faunawe bescherm dieren en planen METHOE Bureauonderzoek Veldonderzoek OERZOEKSRESULTATE & AALYSE Vleermuizen Huismus Gierzwaluw Overige beschermde sooren COCLUSE Verblijfplaas van huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger aanwezig Acivieienplan nodig voor onheffing Flora- en faunawe Geldigheid onderzoek LTERATUURLJST BJLAGE 1. VERSPREGSKAARTE VLEERMUZE E HUSMUS BJLAGE 2. RCHTGSSCHETS... 26

35 Figuur 1. Ligging en begrenzing van he plangebied. 4 Flora- en faunaonderzoek efiniief

36 1 1 LEG 1.1 Aanleiding en doel n verband me de hersrucurering van de wijk He Gijmink in Goor dien he besemmingsplan gewijzigd e worden. e heronwikkeling heef o gevolg da een groo aanal grondgebonden wooneenheden gesloop gaan worden. e heronwikkeling besaa ui meerdere fasen, waarvoor in he verleden al nauuronderzoeken zijn uigevoerd. Bij deze onderzoeken is vasgeseld da er binnen de projecgrenzen diverse sooren vleermuizen voorkomen en da de locaie zeer geschik broedbiooop vorm voor huismus. aarnaas is onderzoch in hoeverre de projeclocaie leefgebied vorm voor seenmarer en gierzwaluw. eze zijn nie in he gebied waargenomen. Als gevolg van de voorgenomen acivieien en he voorkomen van beschermde nauurwaarden is er in he verleden reeds een onheffing verleend voor de sloop van fase 1 /m 8 waarbij een gedegen miigaieplan als basis gold er voorkoming van negaieve effecen. nmiddels worden fase 9 en 10 opgesar en is een nauuronderzoek noodzakelijk voor deze fasen. aar aanleiding van de eerder uigevoerde onderzoeken is duidelijk geworden da he plangebied poenieel geschik is voor vleermuizen, seenmarer, huismus en gierzwaluw die in de Flora- en faunawe een srike bescherming genieen. ader, gerich veldonderzoek is noodzakelijk om aan e onen, dan wel ui e sluien da de woningen van fase 9 en 10 een funcie hebben als verblijfplaas. uidelijk moe dan ook worden om welke soor(en) en aanallen he gaa en wa de funcie van he gebouwen is voor deze soor(en). Ui he onderzoek kom evens naar voren of de voorgenomen onwikkelingen consequenies heef voor de aanwezige nauurwaarden en hoe hiermee om e gaan, zoda overreding van de Flora- en faunawe word voorkomen. n di rappor worden de resulaen van di onderzoek gepreseneerd en geoes aan de Flora- en faunawe. efiniief Gijmink Goor - Fase 9 en 10 5

37 2 2 HUGE STUATE & OTWKKELG 2.1 Huidige siuaie He plangebied bevind zich binnen de bebouwde kom van Goor. He plangebied omva een deel van de woningblokken langs de ocor Schaepmansraa, de Meidoornsraa en de Oude Haaksbergerweg (zie figuur 1). Tussen de woningblokken is sedelijk groen aanwezig in de vorm van boomgroepen, hagen, gazons en uinbeplaning. Aan de zuidooskan is een gazon omringd me hagen en opgaande beplaning aanwezig. Er komen geen waerelemenen voor zoals vijvers en waerlopen. Verspreid door he gebied is sraaverliching aanwezig. He plangebied is omringd door sedelijke bebouwing. Groenelemenen van enige omvang (parken, oude boselemenen ec.) komen nie binnen he plangebied voor. 2.2 Voorgenomen onwikkelingen e onwikkelingen binnen he plangebied maken onderdeel ui van he woningbouwplan he Gijmink. e oale onwikkeling besaa ui ien fases waarvan fase 1 o en me 6 inmiddels gerealiseerd zijn, en fase 7 en 8 in aanbouw zijn. n he voorliggende onderzoek worden de laase fases (9 en 10) onderzoch. Bij de hersrucurering van de wijk word de bebouwing in he plangebied gesloop. n de plannen worden enkele bomen gehandhaafd. Een groo deel van de huidige beplaning zal komen e wijken, hier komen echer ook nieuwe groensrucuren voor erug. e e verwijderen bebouwing word vervangen door mulifuncionele woningen, eengezinswoningen en senioren woningen. Voor een impressie van de oekomsige siuaie word verwezen naar de inrichingssches die is opgenomen in bijlage 2. 6 Flora- en faunaonderzoek efiniief

38 ATUURWETGEVG.1 Flora- en faunawe bescherm dieren en planen e Flora- en faunawe is erop gerich om de ederlandse biodiversiei e beschermen. en de dieren en planen binnen de ederlandse wegeving de plek e geven die hun volgens de Europese afspraken oekom. e Flora- en faunawe is overal en alijd van oepassing bij onwikkelingen. n hoofdsuk 5 word verder ingegaan op de aanwezigheid van beschermde sooren. Voor meer informaie inzake de Flora- en faunawe zie de websie van he miniserie van Economische Zaken: Bescherming planen en dieren e Flora- en faunawe gaa over de bescherming van ongeveer 500 planen- en diersooren, van de sooren die in ederland voorkomen. He uigangspun van de we is da geen schade mag worden gedaan, enzij di uidrukkelijk is oegesaan (he nee, enzij-principe ). e we bescherm: Enkele vaaplanen Bijna alle zoogdieren Alle vogels Alle repielen Alle amfibieën Enkele vissen Enkele ongewervelde (insecen en weekdieren) eze sooren zijn verdeeld in vijf beschermingsniveau s: lich beschermde sooren (abel 1 van de Flora- en faunawe) middelmaig beschermde sooren (abel 2 van de Flora- en faunawe), zwaar beschermde sooren (abel van de Flora- en faunawe) vogels vogels waarvan de nesen he hele jaar zijn beschermd efiniief Gijmink Goor - Fase 9 en 10 7

39 Zwaar Bescherming Lich Besendig beheer Ruimelijke onwikkeling nie beschermde sooren Zorgplich Zorgplich Sooren van abel 1 lichse beschermingsregime algemene sooren Vrijselling Wel zorgplich Vrijselling Wel zorgplich Sooren van abel 2 middelse beschermingsregime overige sooren Gedragscode of Onheffing Gedragscode of Onheffing Vogels Gedragscode of Onheffing Gedragscode of Onheffing Vogels me jaarrond beschermde nesen Gedragscode of Onheffing Onheffing Sooren van abel zwaarse beschermingsregime bijlage 1 AMvB bijlage V Habiarichlijn Gedragscode of Onheffing Onheffing Figuur 1 Overzich mogelijke insrumenen om de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawe e overreden bij acivieien. e abellen in di overzich verwijzen naar de verschillende abellen in de Flora- en faunawe. 8 Flora- en faunaonderzoek efiniief

40 Verbodswe e Flora- en faunawe is - in egenselling o vele andere ween - een verbodswe en geen gebodswe. Overreding van de Flora- en faunawe is een economisch delic waarbij op basis van srafrech boees worden gegeven en/of vervolging opreed. Ook kan op basis van besuursrech besuursdwang worden opgelegd. Personen worden individueel aansprakelijk geseld en evenuele opdrachgevers kunnen e maken krijgen me aansprakelijkheid en vervolgschade. e verboden moeen ervoor zorgen da in he wild levende planen en dieren zoveel mogelijk me rus worden gelaen. Handelingen die de we verbied zijn: plukken, vangen en doden; versoren; vernielen van leefgebied, nesen en holen; weghalen van eieren; bezi en handel. Onder bepaalde voorwaarden mogen deze handelingen wel uigevoerd worden. U heef dan een onheffing of vrijselling nodig of u werk conform een gedragscode. Figuur 1 geef aan bij welke acivieien welke insrumenen beschikbaar zijn. Zorgplich e Flora- en faunawe gaa ui van de inrinsieke waarde van alle dieren en planen. e mens moe daar zorgvuldig mee omgaan. aarom is de zorgplich in arikel 2 van de we opgenomen. e zorgplich houd in da iedereen voldoende zorg in ach moe nemen voor alle in he wild voorkomende dieren en planen en hun leefomgeving. a beeken da iedereen naar redelijkheid nadelige effecen: moe voorkomen; moe beperken; ongedaan moe maken. efiniief Gijmink Goor - Fase 9 en 10 9

41 4 4 METHOE e aanwezige nauurwaarden zijn in beeld gebrach op basis van een verkenning van besaande invenarisaiegegevens en invenarisaie naar huismussen, gierzwaluw en vleermuizen. Tabel 1 geef de daa weer van de veldbezoeken. 4.1 Bureauonderzoek Om een zo complee mogelijk beeld e krijgen van de (mogelijk) aanwezige beschermde sooren zijn diverse bronnen geraadpleegd, zoals verspreidingsalassen, informaie ui eerdere onderzoeken en andere lierauurgegevens. n de omgeving van he plangebied zijn verscheidene nauuronderzoeken uigevoerd. e informaie ui deze onderzoeken is meegenomen in di onderzoek. He beref: Arcadis (2009) Vleermuizenonderzoek He Gijmink, Fase 6 en 7 Arcadis (2012) Miigaieplan Flora en faunawe Fase 8 plan Gijmink, Goor aa ui de aionale aabase Flora en Fauna (FF) zijn meegenomen in he onderzoek. e FF geef informaie over waarnemingen van beschermde en zeldzame planen en dieren en beva uisluiend gevalideerde gegevens. oor de Gegevensauoriei auur is vasgeseld da de gegevens kloppen. 4.2 Veldonderzoek Vleermuizen Bij de uivoering van he veldonderzoek naar vleermuizen is gewerk conform he Proocol voor vleermuisinvenarisaies van he Vleermuisvakberaad ewerk Groene Bureaus, de Zoogdiervereniging en de Gegevensauoriei auur. eze is geacualiseerd in 201 voor he uivoeren van vleermuisonderzoek. He onderzoek heef zich gerich op he vassellen van soorensamenselling, aanallen, gebruiksfuncie van he gebied voor vleermuizen en he vassellen van verblijfplaasen (kraamverblijven, winerverblijfplaasen, zomerverblijven ec.), vliegroues en foerageergebieden. He veldonderzoek in he voorjaar en zomer van 201 heef zich gerich op de aanwezigheid van zomer- en kraamverblijfplaasen, foerageergebied en vliegroues van vleermuizen. He onderzoek in he najaar van 201 heef zich gerich op he vassellen van zwerm- en paarverblijfplaasen, foerageergebied en vliegroues van vleermuizen. 10 Flora- en faunaonderzoek efiniief

42 e veldbezoeken hebben plaasgevonden in de avonduren en de vroege ochenduren. e weersomsandigheden ijdens de veldbezoeken waren gunsig voor he waarnemen van vleermuizen (weinig wind, geen neerslag, > 12º C). Tijdens he vleermuisonderzoek is gebruik gemaak van een badeecor Peersson 240X in combinaie me een Peersson100. Hiermee kunnen de ulrasone geluiden die vleermuizen ijdens he vliegen uizenden voor he menselijk gehoor hoorbaar gemaak worden. Me de Peersson 240X kunnen vleermuiswaarnemingen worden geaped en geanalyseerd in speciaal hiervoor onworpen sofware (Basounds). Sommige sooren zijn moeilijk op geluid e deermineren, doorda deze bijvoorbeeld veel overlapping hebben in geluid. Me behulp van Basounds kunnen de meese van deze lasig e deermineren sooren dan op naam gebrach worden. Vogels Voor he uivoeren van broedvogelinvenarisaie is op di momen nog geen onderzoeksproocol van krach. Bij broedvogelinvenarisaies is gewerk volgens de mehode van uigebreide errioriumkarering (SOVO 2011) en de soorensandaard Huismus en Gierzwaluw (iens Regelingen, 2011). Huismus He onderzoek naar de huismus is uigevoerd in wee bezoeken in he voorjaar in de ochend. Hierbij is onder andere gele op zingende mannejes en nesindicerende waarneming (nesbouw, ranspor voedsel of uiwerpselen, alarm). Gierzwaluw Gierzwaluwen zijn onderzoch ijdens he kraamonderzoek naar vleermuizen waarbij bezee nesen geeld zijn (in- en uivliegende dieren). aum Type onderzoek Sarijd Onderzoeker Weersomsandigheden Huismusonderzoek 11:00 V. de Lenne Huismusonderzoek 09:00 V. de Lenne Kraamonderzoek M. Warringa en 21:0 vleermuizen en gierzwaluw S. Boekhou Kraamonderzoek M. Warringa en 0.45 vleermuizen en gierzwaluw S. Boekhou Kraamonderzoek vleermuizen en gierzwaluw S. Boekhou Kraamonderzoek vleermuizen en gierzwaluw S. Boekhou Balsonderzoek vleermuizen 20:45 S. Boekhou Balsonderzoek vleermuizen 19:0 S. Boekhou Tabel 1. Periode en ype onderzoek. roog, onbewolk, ±14 C, windkrach 1/2 roog, onbewolk, ±17 C, windkrach 1/2 roog, bewolk, ±12 C, windkrach roog, bewolk, ±17 C, windkrach 1 roog, bewolk, ±15 C, windkrach 2/ roog, onbewolk, ±18 C, windkrach 1/2 roog, onbewolk, ±18 C, windkrach 1/2 roog, bewolk, ±15 C, windkrach 1/2 efiniief Gijmink Goor - Fase 9 en 10 11

43 5 5 OERZOEKSRESULTATE & AALYSE i hoofdsuk beschrijf de ijdens he veldonderzoek waargenomen sooren, al dan nie aangevuld me gegevens ui lierauur en andere informaiebronnen. 5.1 Vleermuizen Alle vleermuizen zijn srik beschermd (abel van de Flora- en faunawe). Er zijn drie sooren vleermuizen aangeroffen binnen he plangebied: gewone dwergvleermuis, laavlieger en rosse vleermuis. e aangeroffen sooren worden hieronder besproken. n bijlage 1 zijn de soorenkaaren opgenomen Voorkomen en funcie Gewone dwergvleermuis e gewone dwergvleermuis is in ederland de mees algemene vleermuissoor. e soor word veelvuldig waargenomen in sedelijk gebied. (Kraam)kolonies zijn in ederland vooral in gebouwen aangeroffen. Voorbeelden van verblijfplaasen in gebouwen zijn ruimes in spouwmuren en acher boeiboorden en gevelbeimmering. Gebouwen worden ook als winerverblijf gebruik, waarbij (vermoedelijk) vergelijkbare plaasen als in de zomer benu worden, mis deze vorsvrij zijn. Ze jagen hoofdzakelijk binnen en sraal van 2-5 km van de verblijfplaas. Vliegroues volgen zoveel mogelijk lijnvormige srucuren en ze jagen in gesloen o half open landschap. Verblijfplaasen Binnen he plangebied is een vermoedelijke zomerverblijfplaasen van enkele dieren (1-) aangeroffen binnen he plangebied (Meidoornsraa 12). eze verblijfplaas word ook vermeld in he miigaieplan van Arcadis (Arcadis 2012). n- of uivliegende dieren zijn ijdens he onderzoek in 201 nie waargenomen, maar aanwezige dieren veroonden wel aanwijzingen hieroe (vroeg uivliegend, concenrerend rondom de woning). He beref waarschijnlijk enkele mannejes die zich ijdens de kraamperiode meesal gescheiden ophouden van de wijfjes me jongen in de kraamkolonie. Mannejesvleermuizen verblijven in de zomer in kleine groepjes. eze groepjes zijn in de regel minder kriisch dan groe kraamgroepen (moederdieren me jongen) en verhuizen relaief veel. n de paar/balsperiode zijn geen balsende vleermuizen waargenomen in he plangebied. Balsende vleermuizen zijn een indicaie voor bals/paarverblijfplaasen, vaak overwineren vleermuizen ook op deze locaies. Gezien de waarnemingen in de balsijd is he nie waarschijnlijk da he plangebied onderdeel uimaak van een bals/paar- of winerverblijfplaas. 12 Flora- en faunaonderzoek efiniief

44 Foerageergebied en vliegroues Van de gewone dwergvleermuis zijn diverse foeragerende exemplaren waargenomen in he plangebied en direce omgeving. He gaa om ongeveer 20 o 25 exemplaren. e meese aciviei is waargenomen in he zuidelijk deel van he plangebied rond de Oude Haaksbergerweg. Binnen he plangebied zijn in de luwe van de bebouwing diverse langsvliegende gewone dwergvleermuizen vasgeseld. Van een acieve vliegroue binnen he plangebied is echer geen sprake. n een bebouwde omgeving word vaker vasgeseld da uivliegende gewone dwergvleermuizen de korse roue naar he foerageergebied nemen, en daarbij in de luwe van de bebouwing vliegen. Laavlieger e laavlieger kom in ederland vrij algemeen voor (al laa de soor wel een dalende rend zien). Laavlieger jaag boven open o halfopen landschap, vooral in de beschuing van opgaande elemenen zoals bosranden, heggen en lanen. Kraamkolonies komen in ederland voor zover bekend alleen in gebouwen voor. eze bevinden zich in de spouwmuur, acher en onder de (dak)beimmering, onder daklijsen en dakpannen of onder he lood rondom de schoorseen. Soms worden ze ook op zolders aangeroffen. e jachgebieden liggen in een sraal van 1 o 5 km (zelden meer) rondom de kolonie. Vliegroues volgen waar mogelijk lijnvormige srucuren, maar laavliegers vliegen bij gunsige weersomsandigheden ook wel groe afsanden door open gebied. e laavlieger jaag boven open o halfopen landschap, vooral in de beschuing van opgaande elemenen zoals bosranden, heggen en lanen. Verblijfplaasen Van laavlieger is een verblijfplaas van enkele dieren (1-) in een woning aan de Oude Haaksbergerweg 61 vasgeseld. Tijdens he veldbezoek is hier s avonds één invliegende laavlieger aangeroffen. Tijdens de andere bezoeken zijn hier geen in- of uivliegende exemplaren aangeroffen. Tevens is een vermoedelijke verblijfplaas van een klein aanal exemplaren in een woning langs de Meidoornsraa 76 aanwezig. Er zijn hier geen in- of uivliegende dieren waargenomen, maar de aanwezige vleermuis veroonde ijdens he veldbezoek wel aanwijzingen hieroe (concenrerend rondom de woning, aanvliegend). He zal hier gaan om een kleine zomerverblijfplaas van enkele individuen (2-). n de paar/balsperiode zijn geen balsende laavlieger binnen he plangebied vasgeseld. He is dan ook nie aannemelijk da he plangebied een funcie heef als bals/paarverblijfplaas of winerverblijfplaas voor laavlieger. Foerageergebied en vliegroue Van laavlieger is een groe concenraie foeragerende exemplaren (10-15) aangeroffen boven he gazon van de speeluin/voebalveld aan de zuid-ooszijde van he plangebied. Gezien de vliegbewegingen hebben deze exemplaren vermoedelijk een verblijfplaas en oosen van he plangebied in naasgelegen wijk. Een vliegroue van laavlieger is binnen he plangebied nie vasgeseld. Rosse vleermuis Rosse vleermuis is in Wes-Europa een uigesproken boombewonende soor. Onder andere soliaire mannejes, groepen vrouwjes me jongen en dieren in winerslaap gebruiken boomholen als onderkomen. e vluch van rosse vleermuis doe enigszins efiniief Gijmink Goor - Fase 9 en 10 1

45 denken aan die van gierzwaluw: hoog en snel. e afsand ussen dagrusplaas en jachgebied word in de regel in een snelle reche vluch afgelegd, op een hooge van honderd meer of meer. Jachplaasen liggen meesal in open errein, waar me snelle duiken op insecen gejaagd word. e rosse vleermuis jaag vooral boven waer en moerassige gebieden en ook wel rondom sraaverliching. Verblijfplaasen Van rosse vleermuis zijn geen verblijfplaasen vasgeseld. Tijdens de balsperiode zijn evens geen balsende rosse vleermuizen waargenomen. Verblijfplaasen van rosse vleermuis zijn nie aanwezig binnen he plangebied. Foerageergebied en vliegroues Van rosse vleermuis is een passerend exemplaar waargenomen. Vliegroues van rosse vleermuis zijn nie vasgeseld. Rosse vleermuizen maken ook zelden gebruik van vliegroues Effecen en onheffing n he plangebied is een vermoedelijke zomerverblijfplaas van gewone dwergvleermuis aangeroffen in de Meidoornsaar 12, zomerverblijfplaas van laavlieger in de woning aan de Oude Haaksbergersraa 61 en een vermoedelijke zomerverblijfplaas van laavliegers in een woning langs de Meidoornsraa 76. Beide sooren maken een gebruik van een newerk aan verblijfplaasen. n en rond he plangebied is een groo aanbod aan alernaieve verblijfplaasen aanwezig. Gezien de beperke waarnemingen in he gebied en de kleine aanallen word nie verwach da de verblijfplaasen een essenieel onderdeel uimaken van he leefgebied van de sooren. Me de voorgenomen onwikkeling word dan ook nie verwach da de gunsige saa van insandhouding van gewone dwergvleermuis en laavlieger in he geding kom. Beide locaies worden aangemerk als een kleine zomerverblijfplaas me enkele individuen (2-), waaraan geen al e kriische eisen aan worden geseld. Als gevolg van de onwikkeling kan een ijdelijk effec onsaan en reed versoring op gewone dwergvleermuis en laavlieger en hun verblijfplaasen op. He is hierbij van belang om een aanal aanvullende maaregelen e nemen. Maaregelen zijn noodzakelijk om negaieve effecen e voorkomen en/of e beperken en om e allen ijde een verblijfplaas voor vleermuizen aan e bieden. Gezien he aanbod aan alernaieven, he gebruik van een newerk, en he nemen van maaregelen word dan ook nie verwach da de gunsige saa van insandhouding van gewone dwergvleermuis en laavlieger in he geding kom. He versoren van verblijfplaasen van vleermuizen is wel onheffingsplichig. Hiervoor dien een onheffing aangevraagd e worden Te nemen maaregelen Om negaieve effecen zoveel mogelijk e voorkomen en/of e beperken zijn aanvullende maaregelen noodzakelijk. Hieronder word hier op hoofdlijnen ingegaan. - Werken buien kwesbare perioden Bij de planning van de werkzaamheden dien rekening gehouden e worden me de kwesbare perioden van gewone dwergvleermuis. Er dien gewerk e worden 14 Flora- en faunaonderzoek efiniief

46 buien de winerperiode, enzij ruim voorafgaand aan de winerperiode de verblijfplaasen ongeschik zijn gemaak. e winerperiode loop globaal van november o en me maar. Afhankelijk van he seizoen en de weersomsandigheden kunnen deze perioden langer dan wel korer zijn. e geschikheid van de periode waarin gewerk word dien bepaald e worden door de begeleidende ecoloog. - Kasen ophangen Voorafgaand aan de werkzaamheden dienen als alernaief kasen aangeboden e worden. i dien globaal maanden voorafgaand aan de werkzaamheden plaas e vinden. Verdere eisen aan de locaie en ype kasen dienen nader uigewerk e worden, - Ongeschik maken verblijfplaasen Voorda gebouwen gesloop worden dienen deze ongeschik gemaak e worden voor de vleermuizen. i kan op diverse manieren gebeuren door bijvoorbeeld he ongeschik maken van he inerne microklimaa. - ieuwe verblijfplaasen a afloop van de werkzaamheden dien ervoor gezorgd e worden da gewone dwergvleermuizen alsnog gebruik kunnen maken van bebouwing als verblijfplaas. i kan door he aanbieden van inbouwkasen of door he vleermuisvriendelijk bouwen. - Ecologisch werkproocol Alle e nemen maaregelen dienen in een ecologisch werkproocol samengeva geworden. Hierin dien bijvoorbeeld aangegeven e worden aan welke eisen de ijdelijke en permanene verblijfplaasen aan moeen voldoen. - Begeleiding Tijdens de werkzaamheden dien een ecologisch adviseur paraa e saan en de werkzaamheden e begeleiden. Bij onvoorziene siuaies en vragen kan me de er zake kundig op he gebied van vleermuizen conac opgenomen worden. 5.2 Huismus Voorkomen en funcie Huismus kom algemeen voor in he gehele plangebied. oor de aanwezigheid van veel diche groensrucuren in de acheruinen van de woningen, en veel nesgelegenheid in de besaande bebouwing is de dichheid aan broedparen hoog. n oaal zijn 46 broedparen vasgeseld in de e slopen bebouwing Effecen en onheffing Als gevolg van de onwikkeling kan een ijdelijk effec onsaan en reed versoring op huismus en hun verblijfplaasen op. He is hierbij van belang om een aanal aanvullende maaregelen e nemen. Maaregelen zijn noodzakelijk om negaieve effecen e voorkomen en/of e beperken en om e allen ijde een verblijfplaas voor huismussen aan e bieden. Zeker na he nemen van maaregelen word dan ook nie verwach da de gunsige saa van insandhouding van de huismus in he geding kom. He versoren van verblijfplaasen van huismussen is wel onheffingsplichig. Hiervoor dien een onheffing aangevraagd e worden. efiniief Gijmink Goor - Fase 9 en 10 15

47 5.2. Te nemen maaregelen Om negaieve effecen op huismus e voorkomen en/of e beperken dienen een aanal aanvullende maaregelen genomen e worden. eze worden hieronder op hoofdlijnen weergegeven: - Werken buien kwesbare perioden. Bij de planning van de werkzaamheden dien rekening gehouden me de kriieke periode van huismus. Er dien gewerk e worden buien he broedseizoen, enzij verblijfplaasen ruim voorafgaand aan he broedseizoen ongeschik worden gemaak. He broedseizoen van huismus loop globaal van april o en me augusus. Afhankelijk van he seizoen en de weersomsandigheden kunnen deze perioden langer dan wel korer zijn. e geschikheid van de periode waarin gewerk word, word bepaald door de begeleidende ecoloog. - Kasen ophangen Voorafgaand de werkzaamheden dienen als alernaief kasen aangeboden e worden. Verdere eisen aan de locaie en ype kasen dienen nader uigewerk e worden. - Ongeschik maken werkgebied. Voorafgaand aan de werkzaamheden dienen de verblijfplaasen ongeschik gemaak e worden. i kan op diverse manieren gebeuren. ieuwe verblijfplaasen ada werkzaamheden zijn afgerond dienen permanene en duurzame verblijfplaasen voor huismus aanwezig e zijn (inbouwkasen/vogelvide). Of he acherwege laen van vogelschroo onder de pannen. Verdere eisen aan de locaie en ype kasen en mogelijkheden dienen nader uigewerk e worden, - Ecologisch werkproocol Alle e nemen maaregelen dienen in een ecologisch werkproocol samengeva geworden. Hierin is bijvoorbeeld aangegeven aan welke eisen de ijdelijke en permanene verblijfplaasen moeen voldoen. - Begeleiding Tijdens de werkzaamheden dien een ecologisch adviseur paraa e saan. Bij onvoorziene siuaies en vragen kan me de er zake kundig op he gebied van huismussen conac opgenomen worden. 5. Gierzwaluw 5..1 Voorkomen en funcie Van gierzwaluw zijn enkele foeragerende exemplaren () boven de wijk waargenomen ijdens de onderzoeken. Er is een verblijfplaas van gierzwaluw buien he plangebied waargenomen. Binnen he plangebied zijn geen verblijfplaasen of indicaies voor verblijfplaasen van gierzwaluw vasgeseld Effecen en onheffing Gierzwaluw is alleen foeragerend boven de wijk vasgeseld. Verblijfplaasen van gierzwaluw zijn nie vasgeseld binnen he plangebied. Me de ruimelijke onwikkeling worden geen negaieve effecen op gierzwaluw verwach. He plangebied blijf ook na realisaie geschik als foerageergebied voor gierzwaluw. 16 Flora- en faunaonderzoek efiniief

48 5.4 Overige beschermde sooren Ui verspreidingsgegevens en eigen waarnemingen is bekend da seenmarer in de direce omgeving voor kom. eze is nie ijdens he onderzoek waargenomen. Er zijn ook geen andere zwaarder beschermde sooren waargenomen. Binnen he plangebied komen diverse algemene broedvogelsooren voor. n he plangebied komen bijvoorbeeld kauwen voor. He is bekend da deze ijdens voorgaande fasen in de schoorsenen o broeden kwamen. Voor alle beschermde, inheemse (ook de algemeen voorkomende) vogelsooren geld vanui de Flora- en faunawe een verbod op handelingen die nesen of eieren beschadigen of versoren. Ook handelingen die een vase rus- of verblijfplaas van beschermde vogels versoren, zijn nie oegesaan. n de prakijk beeken di da versorende werkzaamheden alleen buien he broedseizoen 1 uigevoerd mogen worden, enzij nader onderzoek heef uigewezen da broedvogels afwezig zijn. aarnaas is he mogelijk om voorafgaand aan he broedseizoen he plangebied ongeschik e maken, door bijvoorbeeld scheersenen af e dichen, er voorkoming van onder andere broedende kauwen. 1 n he kader van de Flora- en faunawe word voor he broedseizoen geen sandaardperiode gehaneerd. Van belang is of een broedgeval versoord word, ongeach de daum. Globaal gaa he echer om de periode van 15 maar o 15 juli. efiniief Gijmink Goor - Fase 9 en 10 17

49 6 6 COCLUSE 6.1 Verblijfplaas van huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger aanwezig Binnen he plangebied zijn meerdere verblijfplaasen van huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger aangeroffen (zie en 5.2.1). Als gevolg van de onwikkeling kan een ijdelijk effec onsaan en reed versoring op huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger en hun verblijfplaasen op. He is hierbij van belang om een aanal aanvullende maaregelen e nemen. Maaregelen zijn noodzakelijk om negaieve effecen e voorkomen en/of e beperken en om e allen ijde een verblijfplaas voor huismussen en vleermuizen aan e bieden (zie 5.1. en 5.2.). He versoren van verblijfplaasen van huismussen en vleermuizen is onheffingsplichig. Hiervoor dien een onheffing aangevraagd e worden. 6.2 Acivieienplan nodig voor onheffing Flora- en faunawe Om een onheffing Flora- en faunawe e verkrijgen voor sooren van abel en jaarrondsooren moe: de gunsige saa van in sandhouding gegarandeerd blijven, invulling gegeven worden aan de zorgplich, voldaan worden aan een bij de we genoemd belang, en er mogen geen alernaieven zijn. eze gegevens moeen worden uigewerk in een acivieienplan. n he acivieienplan saa concree welke werkzaamheden, wanneer, en op welke wijze worden uigevoerd. i word aangevuld me een onderbouwing van de noodzaak van he projec. Een onheffingsaanvraag moe worden ingediend bij iens Regelingen van he Miniserie van Economische Zaken. Maximaal zesien weken na he indienen van de aanvraag word er een beslui genomen. Op da beslui kunnen belanghebbenden nog bezwaar maken. eze ermijnen zijn erug e vinden op 6. Geldigheid onderzoek i onderzoek is uigevoerd conform de landelijk geldende richlijnen. He bevoegd gezag (miniserie van Economische Zaken in deze) haneer de volgende definiie voor de geldigheid van onderzoeken naar srik beschermde sooren (abel -sooren en vogels): 18 Flora- en faunaonderzoek efiniief

50 Onderzoeksgegevens mogen maximaal jaar oud zijn in gebieden waar weinig of geen ruimelijke of kwaliaieve veranderingen zijn opgereden in de afgelopen drie jaar. n gebieden waar di nie voor geld, moeen de gegevens recener zijn. i rappor gaa in op de effecen van de onwikkeling zoals beschreven in hoofdsuk 2.2. Wijzigingen of aanpassingen in de aangeroffen siuaie kunnen o andere conclusies en aanzien van de effecen op beschermde sooren leiden. efiniief Gijmink Goor - Fase 9 en 10 19

51 LTERATUURLJST Arcadis (2009). Vleermuizenonderzoek He Gijmink, Fase 6 en 7 Arcadis (2012). Miigaieplan Flora en faunawe Fase 8 plan Gijmink, Goor iens Regelingen, Aangepase beoordeling onheffing ruimelijk ingrepen Floraen faunawe. iens Regelingen, Aangepase lijs jaarrond beschermde vogelnesen onheffing Flora- en faunawe ruimelijk ingrepen. ouma, M., C.M.P. Zoon en A.. Bode, e zoogdieren van Overijssel, leefwijze en verspreiding in de periode 1970 /m Uigeverij Profiel, Bedum. Koninklijke Vermande, Planen en dieren, Flora- en faunawe, band 1, 2, en 4, SU Uigeverij, en Haag. Miniserie van Landbouw, auur en Voedselkwaliei, Algemene Maaregel van Besuur in verband me wijziging van arikel 75 van de Flora- en faunawe en enkele andere wijzigingen, Saasblad van he Koninkrijk der ederlanden. nerne Waarnemingen sooren - Waarnemingen sooren - Waarnemingen sooren -

52 BJLAGE 1. VERSPREGSKAARTE VLEERMUZE E HUSMUS

53

54

55

56

57 BJLAGE 2. RCHTGSSCHETS

58

59 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Bijlage 2 ecologisch werkproocol B ARCAS 2

60 Ecologisch werkproocol huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger He Gijmink Goor - Fase 9 en 10 Projecnummer: P aum: Begeleidend ecoloog: S. Boekhou Telefoonnummer: Aanleiding n de wijk he Gijmink in Goor vind een wijkvernieuwing plaas. e vernieuwing is noodzakelijk, omda de oude woningen nie meer voldoen aan de kwalieiseisen van deze ijd. e heronwikkeling heef o gevolg da een groo aanal grondgebonden wooneenheden gesloop gaan worden. e heronwikkeling besaa ui meerdere fasen en in he najaar van 2014 worden de laase fasen opgesar, fase 9 en 10. Ten behoeve van deze werkzaamheden is een nauuroesing uigevoerd en ui di onderzoek is gebleken da er plaase van de werkzaamheden versoring op huismussen, gewone dwergvleermuizen en laavliegers en hun verblijfplaasen nie zijn ui e sluien. Verblijfplaasen van huismussen, gewone dwergvleermuizen en laavliegers zijn jaarrond beschermd. Hierdoor is he nodig om e werken volgens een aangepase werkwijze, zoda negaieve effecen vanui de Flora- en faunawe worden beperk of voorkomen. e e nemen maaregelen worden in di ecologisch werkproocol beschreven. Weelijk kader Ui he uigevoerde onderzoek naar de effecen op beschermde nauurwaarden is gebleken da versoring op huismussen, gewone dwergvleermuizen en laavliegers en hun verblijfplaasen nie zijn ui e sluien als gevolg van de werkzaamheden. Om versoring e voorkomen of e beperken moe men werken volgens een vooraf opgeseld ecologisch werkproocol. He weelijke kader waarbinnen di projec uigevoerd moe worden is de Flora- en faunawe. Er is onheffing aangevraagd bij he Miniserie van Economische Zaken, Rijksdiens voor Ondernemend ederland. n di werkproocol zijn maaregelen opgenomen en behoeve van de huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger. oor conform di proocol e werken worden negaieve effecen op beschermde sooren voorkomen. He Gijmink Goor - Fase 9 en 10 1 van 7

61 Voorwaarden bij uivoering Hieronder zijn maaregelen opgesomd die gedurende de werkzaamheden in ach genomen dienen e worden om negaieve effecen op huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger e voorkomen. Maaregelen zijn onderverdeeld in algemene maaregelen, maaregelen voorafgaand aan de sloop, maaregelen ijdens de sloop en maaregelen na de sloop. Algemene maaregelen - Sloopwerkzaamheden worden pas uigevoerd nada een onheffing Flora- en faunawe is verleend door he Miniserie van Economische Zaken, Rijksdiens voor Ondernemend ederland. - Werkzaamheden worden uigevoerd buien de kwesbare perioden van huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger. He broedseizoen van huismus loop globaal van april o en me augusus. e kraamperiode van gewone dwergvleermuis en laavlieger loop globaal van begin mei o en me half juli. e winerperiode globaal van november o en me maar. - e in di proocol genoemde (werkbare) periodes kunnen door seizoensvariaies, weersomsandigheden en de aard van de werkzaamheden zowel eerder als laer saren en eindigen. Hierdoor kan in overleg me de begeleidende ecoloog van de genoemde periode afgeweken worden. - e werkzaamheden worden nie uigevoerd na zonsondergang en nie voor zonsopgang. He werkerrein word na zonsondergang nie verlich en behoeve van de werkzaamheden. - He uivoerend personeel is naar vermogen aler op de aanwezigheid van nie aangeduide zwaarder beschermde plan- en diersooren. - e werkzaamheden als geheel moeen een zo beperk mogelijk effec hebben op flora- en faunasooren. - n onvoorziene siuaies en bij vragen moe alijd direc in overleg worden gereden me een oezichhouder of conac opgenomen worden me de begeleidende ecoloog. - i ecologisch werkproocol dien op de locaie aanwezig e zijn en onder alle berokken werknemers bekend e zijn. Werkzaamheden dienen op de bereffende locaies conform di proocol e worden uigevoerd. - Werkzaamheden dienen e worden uigevoerd onder begeleiding van een deskundige op he gebied van de bereffende soor. - Afwijken van di proocol is alleen oegesaan na goedkeuring door de begeleidende ecoloog en binnen de voorwaarden ui de verleende onheffing. 2 van 7 Ecologisch Werkproocol

62 Maaregelen voorafgaand aan sloop Aanbieden alernaieve verblijfplaasen Voorafgaand de werkzaamheden worden vogel- en vleermuiskasen aangeboden. Tijdens de werkzaamheden kunnen aanwezige huismussen en vleermuizen uiwijken naar deze locaies. Kasen worden in de direce omgeving van de werkzaamheden opgehangen, maar buien de invloedsfeer van de werkzaamheden. Huismuskasen - Huismuskasen worden aangeboden me een compensaiefacor van 2. n oaal zijn 46 verblijfplaasen aanwezig, en worden er dus minsens 92 kasen opgehangen. - n deze siuaie is gekozen voor de eskas Mus van Vivara (Ar no. 9010). eze neskas bied aan drie paren huismus onderdak. Er worden 1 van deze kasen opgehangen. - e huismussenkasen worden binnen he kerngebied van de aanwezige huismussen opgehangen. Bij voorkeur binnen 100 à 200 meer van de oorspronkelijke verblijfplaas, maar buien de invloedsfeer van de werkzaamheden. - Voor nieuwe verblijfplaasen dien een gewenningsperiode aangehouden e worden van drie maanden voorafgaand aan de werkzaamheden. - Kasen dienen nie in de volle zon opgehangen e worden (nie op de zuidzijde), bij voorkeur op he noorden of oosen of in de schaduw. - e locaie van de kasen beref een groene omgeving me (veel) dekkingsmogelijkheden. - n en rond de kas vind geen versoring plaas (o.a. bereding door mensen en rillingen). - e alernaieve locaie dien van enminse gelijke kwaliei e zijn me berekking o de oorspronkelijk locaie. - e ingang van de kas is nie oegankelijk voor predaoren (o.a. kaen, marerachigen en muizen). - e definiieve locaies van de ijdelijke verblijfplaasen worden in he veld bepaald in overleg me de begeleidende ecoloog en op kaar genoeerd. - Vooralsnog blijven kasen permanen hangen, ook na oepassing van nieuwe verblijfplaasen. Vleermuiskasen - Vleermuiskasen worden aangeboden me een compensaiefacor 4. Er word alleen voor de vermoedelijke verblijfplaas van gewone dwergvleermuis gecompenseerd. n oaal worden dan 4 vleermuiskasen aangeboden. - n deze siuaie is gekozen voor de kas Armenië van Vivara (Ar no. 9144). - e vleermuiskasen dienen binnen he kerngebied van de aanwezige sooren opgehangen e worden, mogelijk binnen 100 à 200 meer van de oorspronkelijke verblijfplaas, maar buien de invloedsfeer van de werkzaamheden. - Voor nieuwe verblijfplaasen dien een gewenningsperiode aangehouden e worden, waarbij voor vleermuizen geld da deze minimaal maanden He Gijmink Goor - Fase 9 en 10 van 7

63 voorafgaand de werkzaamheden opgehangen dienen e worden in een periode waarin vleermuizen acief zijn. - e invliegopening is bij voorkeur minimaal meer hoog en in verschillende windrichingen (in de luwe), waarbij de meese openingen op he zuiden/zuidwesen zijn gerich. Gedurende de middag dien voldoende zonlich op de verblijfplaas e vallen. - n en rond de kas vind geen versoring plaas (o.a. bereding door mensen en rillingen). e ingang van de kas is nie oegankelijk voor predaoren (o.a. kaen, marerachigen en muizen). - e alernaieve locaie dien gelijk of beer van kwaliei e zijn me berekking o de oorspronkelijk locaie wa beref hooge, aanvliegroue, vrije vliegruime en lichvrij. - Buienkan van de kas dien donker e zijn, zoda de kasen snel opwarmen door de zon. - e kasen zijn vrij van irrierende soffen (o.a. gif, houbehandelingsmiddelen en kleverige harsen) - e ruimes zijn droog, nie ochig en mogelijkheden voor vleermuizen om aan e hangen (ruw maeriaal als onbehandeld hou, nie gepolijs seenwerk) en/of ussen weg e kruipen (spleen en kieren). - e definiieve locaie van de (ijdelijke) verblijfplaasen worden bepaald in overleg me een er zake kundige. - Vooralsnog blijven kasen permanen hangen, ook na oepassing van nieuwe verblijfplaasen. Ongeschik maken werkgebied Voorafgaand aan de werkzaamheden worden de huidige verblijfplaasen van huismussen ongeschik gemaak door (na conrole op evenueel aanwezige dieren) de ingangen af e sluien. i word ezamen me de uivoerder en de begeleidende ecoloog in he veld bepaald en uigevoerd. e gebouwen binnen he plangebied worden ongeschik gemaak voor vleermuizen door he inerne microklimaa e beïnvloeden door he creëren van och. Toch word gecreëerd door dakpannen e verwijderen, spouwmuren open e legen door middel van gaen en beplaingen egen de dakranden weg e halen. e werkzaamheden worden uigevoerd me zorgvuldigheid om e voorkomen da ijdens deze voorzorgsmaaregelen vleermuizen gedood of verwond worden. He ongeschik maken van de vleermuisverblijfplaasen worden uigevoerd bij gunsige weeromsandigheden, bij avondemperauren van meer 10 C a een wachperiode van o 5 dagen worden vervolgens de gebouwen gesloop. Bovensaande maaregelen worden uigevoerd in de periode augusus - sepember. Maaregelen ijdens sloop Werken buien kwesbare perioden Bij de planning van de werkzaamheden word rekening gehouden me de kwesbare periode van huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger. Werkzaamheden worden 4 van 7 Ecologisch Werkproocol

64 opgesar in he najaar, in de periode augusus okober of voorjaar, in de periode maar april. Afhankelijk van he seizoen en de weersomsandigheden kunnen deze perioden langer dan wel korer zijn. e geschikheid van de periode waarin gewerk en gesar word, word bepaald door de begeleidende ecoloog. n één riching werken Tijdens de werkzaamheden word één riching op gewerk, zoda mogelijk aanwezige dieren de kans krijgen om e vluchen. Maaregelen na de sloop ieuwe verblijfplaasen huismus n de nieuwe woningen worden nieuwe verblijfplaasen voor huismus gerealiseerd. Welke mehode word oegepas is nog onbekend. Voor de huismussen gaa he om huismussendakpannen of aangepas oepassen van vogelschroo. n de nieuwe siuaie worden 92 vogelpannen gerealiseerd of aangepas oepassen van vogelschroo over de gehele lenge van de daken. ieuwe verblijfplaasen vleermuizen Ook voor vleermuizen worden in de nieuwe woningen verblijfplaasen gecreëerd. He gaa hier om he gecombineerd oepassen van inbouwkasen in de kopgevels en open soovoegen onder de muurplaa. Exace aanallen en locaies zijn nog nie bekend. eze worden me een begeleidende ecoloog in een laer sadium bepaald. Uigangspun is he inbouwen van 4 kasen in combinaie me de open soovoegen. Samenvaing Maaregelen voorafgaand sloop Maaregelen ijdens sloop Maaregelen na sloop Huismuskasen plaasen - 1 kasen ype Mus van Vivara. - Uierlijk in mei ophangen, maanden voorafgaand aan de werkzaamheden. Vleermuiskasen plaasen - 4 kasen ype Armenië van Vivara. - Uierlijk in mei ophangen, maanden voorafgaand aan de werkzaamheden. Ongeschik maken huidige verblijfplaasen - -5 dagen voorafgaand aan de werkzaamheden. Werken buien kwesbare perioden - saren in augusus sepember of maar april. n één riching werken. Aanbieden nieuwe verblijfplaasen huismus - 92 vogelpannen of aangepas oepassen vogelschroo over de hele lenge van de daken. Aanbieden nieuwe verblijfplaasen gewone dwergvleermuis en laavlieger - gecombineerd oepassen van inbouwkasen (> 4) in de kopgevels en open soovoegen onder de muurplaa. He Gijmink Goor - Fase 9 en 10 5 van 7

65 Soorbeschrijving Huismus He manneje van de huismus heef een grijs peje me roodbruine zijden, grijze wangen en een grijs onderlichaam. e zware bef en bors variëren per individu in grooe. ominane mannejes hebben meer zwar dan mussen lager in de rangorde. Op de vleugel zi een brede wie vleugelsreep. He vrouwje heef een doffer uierlijk en een vrij egale kopekening. e huismus heef een lenge van ongeveer cm. e snavel van he manneje is donkergrijs en kegelvormig, bij he vrouwje is de snavel licher en geliger van kleur. Ze hebben kore leverkleurige poen. e huismus is een culuurvolger en heef een serke binding me een rommelige menselijke omgeving. e soor kom o broeden in gebouwen in dorpen en seden, bij boerderijen, maneges, kinderboerderijen en andere vormen van bebouwing. Een goede groenvoorziening is daarbij essenieel. e huismus is in de laase winig jaar serk in aanal afgenomen. i heef geresuleerd in een landelijke afname van meer dan 50% van he aanal broedparen. En deze rend lijk zich nog seeds voor e zeen Hoewel de huismus een culuurvolger is en bovendien uiermae veelzijdig, is de huismus wel een veeleisende soor. He onbreken van één van ondersaande elemenen kan beekenen da ondanks de aanwezigheid van veel geschike nesplaasen och geen huismussen aanwezig zijn. Al deze elemenen liggen dichbij elkaar, bij voorkeur in een sraal van een paar honderd meer. Geschik huismussenhabia besaa ui de volgende elemenen: - Ruim voldoende nesgelegenheid - Coninu voedsel in de direce omgeving van dekking - Voldoende inheems groen als leverancier van eiwirijk voedsel voor de jongen - ekking in hagen of gevelbegroeiing - Zandbad - Waer Huismus (bron: Eelerwoude). 6 van 7 Ecologisch Werkproocol

66 Gewone dwergvleermuis e gewone dwergvleermuis Pipisrellus pipisrellus is de op één na kleinse Europese vleermuissoor. Ze hebben een vrij spise snui en kore driehoekige oren. Hun rug is roodbruin, kasanjebruin of donkerbruin, erwijl hun buik eerder geel- o grijsbruin is. Hun snui, oren en vlieghuid zijn zwarbruin. Een volwassen gewone dwergvleermuis heef een gewich van,5-8 gram en naar verhouding vrij lange, smalle vleugels me een spanwijde van cm. Gewone dwergvleermuis is de mees algemene soor in ederland en kan vrijwel overal worden aangeroffen. Ook in sedelijke omgeving is gewone dwergvleermuis de mees algemene soor. Gedurende he hele jaar worden vooral gebouwen als verblijfplaas gebruik. e soor heef een voorkeur voor spleevormige holen zoals spouwmuren, maar verblijf ook ussen daklagen, acher beimmering, daklijsen of onder dakpannen. Gebouwen worden ook als winerverblijf gebruik, waarbij (mogelijk) vergelijkbare plaasen als in de zomer benu worden, mis deze vorsvrij zijn. Ze jagen hoofdzakelijk binnen en sraal van 2-5 km van de verblijfplaas. Vliegroues volgen zoveel mogelijk lijnvormige srucuren en ze jagen in gesloen o half open landschap. Laavlieger e laavlieger is één van de groose vleermuizen in ederland. e soor is e herkennen aan zijn weekleurige vach: koffiebruin op de rug en koffie-me-melk-bruin op de buik. He gewich is zo'n 15-5 gram. e vleugels zijn relaief lang en breed me een spanwijde van 2-8 cm. Gezich, oren en vlieghuid zijn zwarbruin. e oren zijn relaief klein, meer lang dan breed, me vijf opvallende dwarsplooien. e ragus is donker, korer dan de helf van de oorlenge, somp en lich naar binnen gebogen. e laavlieger behoor o de alrijkere vleermuissooren in ederland en word hij vrijwel in he gehele land aangeroffen. e laavlieger word voornamelijk aangeroffen onder daken en dakbescho. Soms in spleevormige ruimen. eze verblijfplaasen kunnen een funcie hebben als kraam-, zomer-, paar- of winerverblijf, of combinaies hierussen. e soor overwiner voornamelijk bovengronds op vorsvrije plaasen onder me name dakbescho en in spouwmuren. e laavlieger jaag boven open o halfopen landschap, vooral in de beschuing van opgaande elemenen zoals bosranden, heggen en lanen. He is een ypische soor die vooral voorkom in dorpen en in sadsranden. Gewone dwergvleermuis (foo: S. Boekhou) Laavlieger (foo: T. olsra) He Gijmink Goor - Fase 9 en 10 7 van 7

67 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Bijlage Acivieienplan B ARCAS 40

68 Acivieienplan Flora- en faunawe He Gijmink Goor - fase 9 en 10

69 Acivieienplan Flora- en faunawe He Gijmink Goor - fase 9 en 10 efiniief Opdrachgever Viverion hr. H. Jehs Posbus AC Lochem Opdrachnemer Eelerwoude Mossendamsdwarsweg 7472 B GOOR Posbus 5, 7470 AB GOOR info@eelerwoude.nl Projecgegevens: Projecnummer: P aum: Projecleider: S. Boekhou Opgeseld: S. Boekhou Geconroleerd: G. Lubbers Onderzoek van Eelerwoude voldoe aan de eisen die he Miniserie van Economische Zaken sel. Eelerwoude is lid van he ewerk Groene Bureaus. He ewerk werk aan de kwaliei van advisering gerich op nauur, landschap, waer, milieu en ruime. He ewerk heef een gedragscode die opdrachgevers en andere belanghebbende een basis bied om de leden aan e spreken op de kwaliei van hun werk. i onderzoek is op zorgvuldige wijze uigevoerd, conform de geldende we- en regelgeving en aanzien van flora en fauna. esondanks zal nooi een 100% volledig beeld van de aanwezige flora en fauna gegeven kunnen worden. auur is dynamisch, siuaies kunnen veranderen. e opmaak van di rappor gaa ui van dubbelzijdig afdrukken

70 HOU 1 LEG ACTVTETEPLA... 6 A. Adres en huidige siuaie... 6 B. Omschrijving acivieien en werkzaamheden... 6 C. Topografische kaar Manier waarop de acivieien worden uigevoerd... 7 E. oel en belang aciviei... 7 F. Planning en onderbouwing van de aciviei... 8 G. eskundige... 8 H. &. Kore en lange ermijn effecen... 9 J. Veranwoording effecensudie K. Overheidsinsanie die oesemming heef verleend vanui andere we- en regelgeving 12 L. Beschrijving huidige siuaie M. Posiie plangebied.o.v. nauurgebieden Verspreiding beschermde sooren op en nabij he plangebied O. Veranwoording verspreidingsinformaie... 1 P & Q. Miigerende en compenserende maaregelen R. Tijdsip en locaie maaregelen S. Alernaieven T. Beschrijving zorgvuldig handelen U. wingende reden van groo openbaar belang LTERATUURLJST BJLAGE 1. PLAGEBE BJLAGE 2. RCHTGSSCHETS BJLAGE. ECOLOGSCH WERKPROTOCOL BJLAGE 4. VERSPREGSKAARTE... 22

71 Figuur 1. Ligging en begrenzing van he plangebied. 4 Acivieienplan Flora- en faunawe efiniief

72 1 1 LEG n de wijk he Gijmink in Goor vind een wijkvernieuwing plaas. e vernieuwing is noodzakelijk, omda de oude woningen nie meer voldoen aan de kwalieiseisen van deze ijd. aarnaas is in de woningen en in de bodem veel asbesverdach maeriaal aanwezig. e heronwikkeling heef o gevolg da een groo aanal grondgebonden wooneenheden gesloop gaan worden. e heronwikkeling besaa ui meerdere fasen en in 2014 worden de laase fasen opgesar, fase 9 en 10. Ten behoeve van deze werkzaamheden is in 201 een flora- en faunaonderzoek uigevoerd binnen fase 9 en 10. Ui di onderzoek is naar voren gekomen da me de voorgenomen onwikkeling versoring op huismussen, gewone dwergvleermuizen en laavliegers en hun verblijfplaasen nie is ui e sluien. Verblijfplaasen van huismus saan op de lijs van jaarrond beschermde vogelnesen. Gewone dwergvleermuizen en laavliegers en hun verblijfplaasen saan op abel van de Flora- en faunawe. n he plangebied is een vermoedelijke zomerverblijfplaas van gewone dwergvleermuis aangeroffen in de Meidoornsaar 12, een zomerverblijfplaas van laavlieger in de woning aan de Oude Haaksbergersraa 61 en een vermoedelijke zomerverblijfplaas van laavliegers in een woning langs de Meidoornsraa 76. e locaies worden aangemerk als kleine zomerverblijfplaasen me enkele individuen (2-). Van huismus zijn in oaal 46 broedparen vasgeseld. Om ervoor e zorgen da he projec juridisch houdbaar is me berekking o de Flora- en faunawe, word een onheffing van arikel 75 van de Flora- en faunawe ingediend. Voorliggende rapporage gaa in op de verpliche onderdelen voor de onheffingsaanvraag. Onheffing word aangevraagd voor de huismus, gewone dwergvleermuis en de laavlieger. efiniief He Gijmink Goor - fase 9 en 10 5

73 2 2 ACTVTETEPLA A. Adres en huidige siuaie He plangebied bevind zich binnen de bebouwde kom van Goor, gemeene Hof van Twene. He plangebied omva een deel van de woningblokken langs de ocor Schaepmansraa, de Meidoornsraa, de Magnolialaan, de Oude Haaksbergerweg en de Lindelaan (figuur 1). He plangebied omva de volgende adressen: Lindelaan 22, 22a, 24, 24a; Oude Haaksbergerweg 49 /m 55, 61 /m 75, 77 /m 91; Magnolialaan 1 /m 11; Meidoornsraa 2, 2a /m 12, 12a, 14 /m 68, 70 /m 76; r. Schaepmansraa 18, 18a /m 24, 24a, 26, 28, 0 /m 48, 50, 52, 5a, 54 /m 64, 55 /m 67, 66, 68, 69 /m 81, 70 /m 80 en 8 /m 95. B. Omschrijving acivieien en werkzaamheden e onwikkelingen binnen he plangebied maken onderdeel ui van he woningbouwplan he Gijmink. e oale onwikkeling besaa ui ien fases waarvan fase 1 o en me 6 inmiddels gerealiseerd zijn, en fase 7 en 8 in aanbouw. n he najaar van 2014 worden de laase fasen 9 en 10 opgesar. n fasen 9 en 10 worden woningen gesloop, een groo deel van de beplaning gerooid en de bodem gesaneerd. n de plannen worden enkele bomen gehandhaafd. e e verwijderen bebouwing word vervangen door mulifuncionele woningen, eengezinswoningen en senioren woningen en nieuwe groensrucuren. ie op alle plekken worden woningen eruggebouwd. Op de lege plekken word ijdelijk groen aangeplan. eze plekken houden hun besemming woningbouw en in de oekoms kunnen hier alsnog woningen worden gebouwd. Voor een impressie van de oekomsige siuaie word verwezen naar de inrichingssches die is opgenomen in bijlage 2. C. Topografische kaar He plangebied he Gijmink is gelegen in kilomeerhok me de R-coördinaen van fase 9: x = en y = en R-coördinaen van fase 10: x = en y = e R-coördinaen geven he middelpun van elke fase weer. Figuur 1 geef de begrenzing van beide fasen weer, bijlage 1 een ruimere gebiedsbegrenzing. 6 Acivieienplan Flora- en faunawe efiniief

74 . Manier waarop de acivieien worden uigevoerd Werkzaamheden van fase 9 en 10 worden uigevoerd me behulp van machines en handgereedschap, seigers, een pannenlif en overige voorzieningen. Voor de bodemsanering word ongeveer 90 cm grond afgegraven. Voorda de uigegraven percelen weer gevuld worden me schone grond vind eers een keuring van de ondergrond plaas. aarbij word geconroleerd of de ondergrond inderdaad vrij is van asbesresen. Voldoe de grond aan de normen, dan kom he nieuwe zand erin. i zand is eveneens geconroleerd en goedgekeurd, zoda he voldoe aan alle eisen voor een nieuwe woonwijk. Tijdens de werkzaamheden word rekening gehouden me de algemene zorgplich. Er worden bijvoorbeeld geen werkzaamheden uigevoerd ijdens he broedseizoen. aarnaas worden handelingen acherwege gelaen of exra maaregelen genomen om e voorkomen da door de e nemen werkzaamheden nadelige gevolgen op flora en fauna worden veroorzaak. Globaal word ervoor gezorgd da werkzaamheden nie na zonsondergang worden uigevoerd, zoda versoring op de nachacieve sooren als vleermuizen zoveel mogelijk word voorkomen. Ook worden zo weinig mogelijk versoringsbronnen ingeze als aggregaen of verliching. Maaregelen zijn in een ecologisch werkproocol opgenomen, zie bijlage. i proocol is ijdens de werkzaamheden op de locaie aanwezig en onder berokken medewerkers bekend. Tijdens de werkzaamheden saa een er zake kundige paraa voor vragen en onvoorziene siuaies. E. oel en belang aciviei Belang Me berekking o gewone dwergvleermuis en laavlieger word onheffing aangevraagd op basis van he belang volksgezondheid of openbare veiligheid (d), dwingende redenen van groo openbaar belang, me inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor he milieu wezenlijke effecen (e) en ruimelijke onwikkelingen (j). Voor huismus word onheffing aangevraagd op basis van he belang volksgezondheid of openbare veiligheid (d) en ruimelijke onwikkelingen (j). Hieronder word he doel en projec, en daarmee he geldende belang, oegelich. oel He Gijmink heef een lange geschiedenis. He oorspronkelijke Gijmink is gebouwd in de jaren '40 en '50 van de vorige eeuw. e wijk werd vooral bewoond door werknemers van de asbesfabriek Eerni. oor een groo ekor aan woonruime werden in hoog empo woningen bijgebouwd. eze woningen werden gebouwd in de sociale huurklasse, me lage huren en groe acheruinen. a laase was vanui de gedache da de bewoners zelf hun aardappelen en groenen in de acheruin konden verbouwen. He resulaa van die snelle bouw 50 jaar geleden was een wijk me veel dezelfde kleine en goedkopere eengezinswoningen en apparemenen. n de afgelopen jaren werd de wijk dan ook seeds meer bewoond door sarers. Zij hadden echer nie de mogelijkheid om e verhuizen naar een groere woning in de wijk; die waren simpelweg nie voorhanden. Ook voor senioren was er geen geschike woonruime in de oude wijk. e oude woningen efiniief He Gijmink Goor - fase 9 en 10 7

75 voldoen hierdoor nie meer aan de kwalieiseisen van deze ijd. Renovaie is geen opie en zou nie he gewense resulaa hebben. aarnaas besaa op basis van hisorisch onderzoek, bodemonderzoek en gegevens van de huidige sanering he vermoeden da in de gehele woonwijk Gijmink op veel plaasen asbes in de bodem zi. i is deels e verklaren ui he fei da in Gijmink, zeker in he verleden, werknemers woonden van de asbesfabriek. He doel van de bodemsanering is om voor de bewoners de mogelijke gezondheidsrisico s van blooselling aan asbes weg e nemen. Onderdeel van de werkzaamheden is dan ook he saneren van de bodem. Aangebrache grond word geconroleerd en goedgekeurd zoda he voldoe aan alle eisen voor een nieuwe woonwijk. F. Planning en onderbouwing van de aciviei Werkzaamheden worden gefaseerd uigevoerd. Ondersaande abel gaa hier op in. Hierbij word er vanui gegaan da werkzaamheden in he najaar kunnen worden opgesar. n deze planning is geen rekening gehouden me evenuele verraging. Bij een evenuele verraging worden werkzaamheden een half jaar laer uigevoerd, gesar word dan in de periode maar - april. Oude Haaksbergerweg Lindelaan Magnolialaan Meidoornsraa Meidoornsraa Oude Haaksbergerweg r. Schaepmansraa Sar sloop apr 15 Sar sloop sep 14 Sar rooien beplaning mr 15 Sar rooien beplaning aug 14 Sar inriching/beplanen ok 15 Sar bouw jan 15 (Geen nieuwbouw) Sar inriching/beplanen aug 15 Tabel 1. Periode van uivoering van de werkzaamheden. G. eskundige He onderzoek is door vakbekwame personen uigevoerd (abel 2 en ). Vermelde personen zijn werkzaam als adviseur ecologie en hebben een ruime ervaring me he uivoeren van quickscans, nader onderzoek en oesingen aan de Flora- en faunawe. aarnaas houden bereffende personen zich ook buien he werk bezig me he invenariseren van diverse plan- en diersooren. e ecologen bij Eelerwoude hebben veel ervaring me onderzoek en oesing in he kader van zowel de Flora- en faunawe, de auurbeschermingswe 1998 als de Ecologische Hoofdsrucuur. Jaarlijks voer Eelerwoude vele ienallen van dergelijke onderzoeken ui in alle delen van ederland en in verschillende ypen bioopen. Bij de veldinvenarisaies van beschermde fauna maken wij gebruik van ondermeer badeecors, life-raps, boomcamera s, en schepneen. We volgen daarbij de landelijke gangbare mehodieken en proocollen. Eelerwoude is aangesloen bij he ewerk Groene Bureaus. 8 Acivieienplan Flora- en faunawe efiniief

76 H. &. Kore en lange ermijn effecen oor de voorgenomen onwikkeling zijn ijdelijke negaieve effecen nie ui e sluien op huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger en hun verblijfplaasen. oor de voorgenomen werkzaamheden zijn ijdelijk de verblijfplaasen ongeschik. Huismus n he plangebied zijn 46 verblijfplaasen van huismus aanwezig. Als gevolg van de onwikkeling, sloop, kan een ijdelijk effec onsaan en reed versoring op huismus en hun verblijfplaasen op. e locaies zijn door de werkzaamheden ijdelijk ongeschik als verblijfplaas. n de nieuwe siuaie worden weer verblijfplaasen voor huismus aangeboden. e huismus is flexibel in allerlei opzichen. Ze kunnen zich binnen enkele dagen aanpassen aan veranderde omsandigheden. Verwach word dan ook da de huismus in de nieuwe siuaie gewoon weer onder de pannen gaa broeden. He is hierbij wel van belang om een aanal aanvullende maaregelen e nemen. Maaregelen zijn noodzakelijk om negaieve effecen e voorkomen of e beperken. Verwach word dan ook nie da de gunsige saa van insandhouding van de huismus in he geding kom, zeker nie na he nemen van een aanal maaregelen. Gewone dwergvleermuis en laavlieger n he plangebied is een vermoedelijke zomerverblijfplaas van gewone dwergvleermuis aangeroffen (Meidoornsaar 12, 1- individuen), een zomerverblijfplaas van laavlieger (Oude Haaksbergersraa 61, 1- individuen) en een vermoedelijke zomerverblijfplaas van laavliegers (Meidoornsraa 76, 2- individuen). Als gevolg van de onwikkeling kan een ijdelijk effec onsaan en reed versoring op gewone dwergvleermuis en laavlieger en hun verblijfplaasen op. e verblijfplaasen zijn ijdelijk ongeschik. n de nieuwe siuaie worden weer verblijfplaasen aangeboden voor beide sooren. Beide sooren maken gebruik van een newerk aan verblijfplaasen. n en rond he plangebied is een groo aanbod aan alernaieve verblijfplaasen aanwezig, di blijk ook ui de eerdere onderzoeken in he verleden. Ui he alernaievenonderzoek van Arcadis (2012) is bijvoorbeeld gebleken da in de omgeving van he plangebied diverse verblijfplaasen van laavliegers aanwezig zijn en er diverse andere mogelijkheden zijn. Gezien di aanbod aan alernaieven, en de beperke waarnemingen in he gebied word dan ook nie verwach da de verblijfplaasen een essenieel onderdeel uimaken van he leefgebied van de sooren. aarnaas worden geen al e kriische eisen geseld aan zomerverblijfplaasen. Gezien di bovensaande word dan ook nie verwach da de gunsige saa van insandhouding van gewone dwergvleermuis en laavlieger in he geding kom. Wel is he noodzakelijk om maaregelen e nemen om negaieve effecen op individuen e voorkomen. Verbodsbepaling Als gevolg van de onwikkeling kan een ijdelijk effec onsaan en reed versoring op huismussen, vleermuizen en hun verblijfplaasen op. i beeken een overreding van verbodsbepaling 11; versoren van voorplaningsplaasen en/of vase rus- en verblijfplaasen van beschermde inheemse dieren. Zekerheidshalve word ook onheffing aangevraagd voor de overreding van de overige verbodsbepalingen binnen arikel 11. efiniief He Gijmink Goor - fase 9 en 10 9

77 Cumulaieve effecen e Flora- en faunawe geef aan da bij de beoordeling van effecen ook rekening moe worden gehouden me andere onwikkelingen in en rondom he onderzoeksgebied. Er zijn bij de iniiaiefnemer geen projecen bekend me eenzelfde omvang welke in de omgeving van plangebied gaan plaasvinden. J. Veranwoording effecensudie e aanwezige nauurwaarden zijn in beeld gebrach op basis van een verkenning van besaande invenarisaiegegevens en diverse veldbezoeken gerich op huismus en gewone dwergvleermuis. Lierauuronderzoek Om een zo complee mogelijk beeld e krijgen van de (mogelijk) aanwezige beschermde sooren zijn diverse bronnen geraadpleegd, zoals verspreidingsalassen, informaie ui eerdere onderzoeken en andere lierauurgegevens. n de omgeving van he plangebied zijn verscheidene nauuronderzoeken uigevoerd. e informaie ui deze onderzoeken is meegenomen in di onderzoek. He beref: Vleermuizenonderzoek He Gijmink, Fase 6 en 7 e Goor. Arcadis, Miigaieplan Flora- en faunawe; Fase 8 plan Gijmink, e Goor. Arcadis, aa ui de aionale aabase Flora en Fauna (FF) zijn evens meegenomen in he onderzoek. e FF is de mees omvangrijke landelijke informaiebron van verspreidingsgegevens en beva berouwbare waarnemingen van planen en dieren in een bepaald gebied. ieuwe gegevens worden me regelmaa oegevoegd. Alle gegevens in de FF zijn door de Gegevensauoriei auur gevalideerd. Ui de FF zijn geen verspreidingsgegevens van zwaarder beschermde sooren naar voren gekomen welke in of in de direce omgeving voorkomen. Veldonderzoek Huismusonderzoek Voor he uivoeren van broedvogelinvenarisaies is op di momen nog geen onderzoeksproocol van krach. Bij de broedvogelinvenarisaie is gewerk volgens de mehode van uigebreide errioriumkarering (SOVO, 2011) en de voorwaarden zoals geseld in de soorensandaard huismus (iens Regelingen, 2011). He onderzoek naar huismus is uigevoerd in wee bezoeken me één veldmedewerker. i bezoek heef plaasgevonden in de ochend ijdens gunsige weersomsandigheden. Tabel 2 gaa in op de daum, de onderzoeker en de weersomsandigheden. Tijdens he bezoek is onder andere gele op zingende mannejes en nesindicaieve waarnemingen zoals nesbouw, ranspor van voedsel en alarmroepen. Waarnemingen zijn op kaar genoeerd. Vleermuisonderzoek Bij de uivoering van he vleermuisonderzoek is gewerk conform he Proocol voor vleermuisinvenarisaies da op 27 maar 201 door he Vleermuisvakberaad ewerk Groene Bureaus, de Zoogdiervereniging en de Gegevensauoriei auur is 10 Acivieienplan Flora- en faunawe efiniief

78 geacualiseerd voor he uivoeren van vleermuisonderzoek. aarbij heef he onderzoek zich geconcenreerd op de aanwezigheid van verblijfplaasen van gewone dwergvleermuizen en laavlieger vanwege de geschikheid van he ype bebouwing voor deze soor. He vleermuisonderzoek heef zich gerich op he vassellen van de soorensamenselling, de aanallen, de gebruiksfuncie van he gebied en he vassellen van verblijfplaasen (kraamverblijven, winerverblijfplaasen, zomerverblijven ec.), vliegroues en foerageergebieden. Tijdens he vleermuisonderzoek is gebruik gemaak van een badeecor Peersson 240X in combinaie me een Peersson 100. Uieraard is ijdens de veldbezoeken ook aandach beseed aan evenuele andere vleermuissooren binnen he plangebied. n oaal zijn zes veldbezoeken uigevoerd me één of wee personen: vier in de kraamperiode me één persoon of wee personen, en wee veldbezoeken in de balsperiode me één persoon. n abel 2 zijn de bereffende daa weergegeven, de onderzoeker en de weersomsandigheden. He kraamonderzoek heef zich gerich op de aanwezigheid van zomer- en/of kraamverblijfplaasen van vleermuizen. eze bezoeken hebben plaasgevonden ijdens he uivlieg- of invliegijdsip van vleermuizen, respecievelijk rond zonsondergang en zonsopkoms. He balsonderzoek heef zich gerich op he vassellen van bals-, paar-, en/of winerverblijfplaasen van vleermuizen. eze bezoeken hebben plaasgevonden ijdens de balsaciviei van vleermuizen, na zonsondergang o middernach. Tijdens di ijdsip is de meese balsaciviei bij vleermuizen waar e nemen. e veldbezoeken hebben plaasgevonden ijdens voor vleermuizen gunsige weersomsandigheden. aum Type onderzoek Sarijd Onderzoeker Weersomsandigheden Huismusonderzoek 11:00 V. de Lenne Huismusonderzoek 09:00 V. de Lenne M. Warringa en Kraamonderzoek 21:0 S. Boekhou Kraamonderzoek 0.45 M. Warringa en S. Boekhou Kraamonderzoek S. Boekhou Kraamonderzoek S. Boekhou Balsonderzoek 20:45 S. Boekhou Balsonderzoek 19:0 S. Boekhou roog, onbewolk, ±14 C, windkrach 1/2 roog, onbewolk, ±17 C, windkrach 1/2 roog, bewolk, ±12 C, windkrach roog, bewolk, ±17 C, windkrach 1 roog, bewolk, ±15 C, windkrach 2/ roog, onbewolk, ±18 C, windkrach 1/2 roog, onbewolk, ±18 C, windkrach 1/2 roog, bewolk, ±15 C, windkrach 1/2 Tabel 2. Onderzoeksinspanning huismus- en vleermuisonderzoek efiniief He Gijmink Goor - fase 9 en 10 11

79 K. Overheidsinsanie die oesemming heef verleend vanui andere we- en regelgeving ie van oepassing. L. Beschrijving huidige siuaie He plangebied is gelegen in de bebouwde kom van Goor, in he zuidoosen. Globaal word he Gijmink begrens door de eldensesraa en noorden, de 46/47 en oosen, de spoorlijn Lochem - elden en zuiden en de ependijk en wesen. He plangebied omva een deel van de woningblokken langs de r. Schaepmansraa, de Meidoornsraa, de Magnolialaan, de Oude Haaksbergerweg en de Lindelaan. Fase 9 omva de woningen aan de Meidoornsraa, de Magnolialaan, de Oude Haaksbergerweg en de Lindelaan. Fase 10 de woningen aan de ocor Schaepmansraa. e bebouwing besaa ui rijjeswoningen me dakpannendaken en groe acheruinen. n he gebied is veel sedelijk groen aanwezig in de vorm van boomgroepen, hagen, gazons en uinbeplaning. Verspreid door he gebied is sraaverliching aanwezig. M. Posiie plangebied.o.v. nauurgebieden He dichsbijzijnde aura 2000-gebied beref de Borkeld (Habiarichlijngebied) en he beschermde nauurmonumen Weldam. e Borkeld lig globaal op 7 km afsand van he plangebied (hemelsbreed) en Weldam op globaal 1 km. Gezien deze afsand, de voorgenomen werkzaamheden en de invulling van he ussengelegen gebied word nie verwach da de voorgenomen onwikkeling een negaief effec heef op beide gebieden, evenals een invloed hebben op de aangewezen habiaypen en -sooren. Me de voorgenomen realisaie word ook nie verwach da de kernopgaven van he nauurgebied belemmerd worden in een mogelijke uibreiding of kwalieisverbeering. Er word geen exerne werking of cumulaie verwach. Een vergunning of oesing op grond van de auurbeschermingswe 1998 word daarom nie noodzakelijk geach.. Verspreiding beschermde sooren op en nabij he plangebied Ui diverse onderzoeken in he verleden is geconsaeerd da in he plangebied en omgeving poenieel geschik habia aanwezig is voor een aanal algemeen beschermde sooren en zwaarder beschermde sooren. Er heef een nader onderzoek plaasgevonden naar de aanwezigheid van huismussen en vleermuizen en hun verblijfplaasen. Ui di nader onderzoek is naar voren gekomen da er diverse verblijfplaasen van huismussen, gewone dwergvleermuizen en laavliegers in he plangebied voorkomen. Hieronder word ingegaan op he voorkomen van de deze drie sooren. n bijlage 4 zijn de verspreidingskaaren opgenomen. Voor informaie omren de andere sooren word verwezen naar he flora- en faunaonderzoek Gijmink Goor - Fase 9 en 10 (Eelerwoude, 201). 12 Acivieienplan Flora- en faunawe efiniief

80 Huismus Huismus kom algemeen voor in he gehele plangebied. oor de aanwezigheid van veel diche groensrucuren in de acheruinen van de woningen, en veel nesgelegenheid in de besaande bebouwing is de dichheid aan broedparen hoog. n oaal zijn 46 broedparen vasgeseld in de e slopen bebouwing. He ging hier om roepende mannejes. e huismussen maken van he plangebied gebruik als leefgebied gedurende he hele jaar. Gewone dwergvleermuis Binnen he plangebied is een vermoedelijke zomerverblijfplaasen van enkele dieren (1-) aangeroffen (Meidoornsraa 12). eze verblijfplaas word ook vermeld in he miigaieplan van Arcadis (Arcadis 2012). n- of uivliegende dieren zijn ijdens he onderzoek in 201 nie waargenomen, maar aanwezige dieren veroonden wel aanwijzingen hieroe (vroeg uivliegend er plaase, concenrerend rondom de woning). oor de lage aanallen beref he waarschijnlijk enkele mannejes die zich ijdens de kraamperiode vaak gescheiden ophouden van de wijfjes me jongen. Mannejesvleermuizen verblijven in de zomer in kleinere groepen. eze groepen zijn in de regel minder kriisch dan groe kraamgroepen (moederdieren me jongen) en verhuizen relaief veel. n de paar/balsperiode zijn geen balsende vleermuizen waargenomen in he plangebied. Balsende vleermuizen zijn een indicaie voor balsen/of paarverblijfplaasen, en vaak overwineren vleermuizen ook op deze locaies. Gezien he onbreken van de waarnemingen in de balsijd is he nie waarschijnlijk da he plangebied onderdeel uimaak van een bals/paar- of winerverblijfplaas. Laavliegers Van laavlieger is een verblijfplaas van enkele dieren (1-) in een woning aan de Oude Haaksbergerweg 61 vasgeseld. Tijdens he veldbezoek is hier s avonds één invliegende laavlieger aangeroffen. Tijdens de andere bezoeken zijn hier geen in- of uivliegende exemplaren aangeroffen. Tevens is een vermoedelijke verblijfplaas van een klein aanal exemplaren in een woning langs de Meidoornsraa 76 aanwezig. Er zijn hier geen in- of uivliegende dieren waargenomen, maar de aanwezige vleermuis veroonde ijdens he veldbezoek wel aanwijzingen hieroe (concenrerend rondom de woning, aanvliegend op de muur). He gaa hier vermoedelijk om een kleine zomerverblijfplaas van enkele individuen (2-). n de paar- en balsperiode zijn geen (balsende) laavliegers binnen he plangebied vasgeseld. He is dan ook nie aannemelijk da he plangebied een funcie heef als bals-, paar- en/of winerverblijfplaas voor laavlieger. O. Veranwoording verspreidingsinformaie e verspreidingsinformaie is afkomsig ui de diverse veldbezoeken. Zie voor meer informaie onderdeel J. n di onderdeel word ingegaan op de veranwoording van de verspreidingsinformaie en effecensudie van de huismus, de gewone dwergvleermuis en de laavlieger. Voor verdere informaie omren andere aanwezige sooren word verwezen naar he flora- en faunaonderzoek Gijmink Goor - Fase 9 en 10 (Eelerwoude, 201). efiniief He Gijmink Goor - fase 9 en 10 1

81 P & Q. Miigerende en compenserende maaregelen Om negaieve effecen zoveel mogelijk e voorkomen worden aanvullende maaregelen genomen. Hieronder worden deze kor beschreven. n he bijgevoegde ecologisch werkproocol word hier uigebreider op ingegaan Werken buien kwesbare perioden Bij de planning van de werkzaamheden word rekening gehouden me de kwesbare periode van huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger. Er word gewerk buien he broedseizoen, de voorplaningsperiode en de winerijd, enzij voorafgaand aan deze periode he gebied ongeschik is gemaak. He broedseizoen van huismus loop globaal van april o en me augusus. e kraamperiode van vleermuizen loop globaal van begin mei o en me half juli. e winerperiode van vleermuizen van november o en me maar. Afhankelijk van he seizoen en de weersomsandigheden kunnen deze perioden langer dan wel korer zijn. e geschikheid van de periode waarin gewerk word, word bepaald door de begeleidende ecoloog. Vooralsnog is he uigangspun da werkzaamheden worden uigevoerd in he najaar, augusus sepember. Bij een evenuele verraging worden de werkzaamheden opgesar in de periode maar april. Kasen ophangen Voorafgaand aan de werkzaamheden worden als alernaief kasen aangeboden; huismuskasen en vleermuiskasen. Kasen worden in de direce omgeving van he plangebied opgehangen, maar buien de invloedsfeer van de werkzaamheden. Voor alle kasen word een gewenningsperiode aangehouden van drie maanden. Huismuskasen worden aangeboden me een compensaiefacor 2: in oaal 92 kasen. Vleermuiskasen worden aangeboden me een compensaiefacor 4: in oaal 4 vleermuiskasen er compensaie van de vermoedelijke verblijfplaas van gewone dwergvleermuis. Voor verdere eisen rondom deze kasen word verwezen naar he ecologisch werkproocol. Laavliegers worden in heel Europa nog zelden in vleermuiskasen aangeroffen. Sandaard vleermuiskasen voor laavliegers mogen daarom over he algemeen ook als ongeschik beschouwd worden (Korsen, 2012). Voor laavliegers worden dan ook geen kasen als alernaief aangeboden. oor Arcadis is in 2012 een gebiedsoriënerend onderzoek uigevoerd naar de aanwezigheid van alernaieve verblijfplaasen voor laavliegers in de omgeving van he Gijmink. Tijdens di bezoek zijn diverse panden beoordeeld op hun geschikheid en is de kerkzolder van de Hofkerk bezoch op aanwezigheid van sporen van laavliegers. Ui di bezoek is gebleken da de Hofkerk door meerdere vleermuissooren in gebruik is als verblijfplaas, waaronder laavliegers. Tijdens di bezoek zijn meerdere keuels aangeroffen en een overwinerende laavlieger. Op basis van he aanal keuels gaa he hier om oaal individuen van verschillende vleermuissooren. Ui de lierauur blijk verder da in he verleden ook op de zolder van de Heilige Parochie Kerk laavliegers verbleven. Verder is ijdens di alernaievenonderzoek geconcludeerd da er ruim afdoende alernaieven voorhanden zijn en is aanoonbaar gemaak da er meerdere geschike verblijfplaasen ook in gebruik zijn door laavliegers. He aanbieden van alernaieve verblijfplaasen voor laavliegers word daarom nie noodzakelijk geach. 14 Acivieienplan Flora- en faunawe efiniief

82 Ongeschik maken werkgebied Voorafgaand aan de werkzaamheden worden de huidige verblijfplaasen ongeschik gemaak door de ingangen af e sluien (huismussen) of he inerne microklimaa e versoren (vleermuizen). eze werkzaamheden worden begeleid door een er zake kundige ecoloog. eze maaregelen zijn in he ecologisch werkproocol verder oegelich. ieuwe verblijfplaasen ada werkzaamheden zijn afgerond worden nieuwe verblijfplaasen gerealiseerd. Welke mehode word oegepas is nog onbekend. Hieronder word di kor oegelich. n he ecologisch werkproocol word hier dieper op ingegaan. ieuwe verblijfplaasen huismus Voor de huismussen gaa he om huismussendakpannen of aangepas oepassen van vogelschroo. Vogelschroo word op aangepase wijze oegepas. He vogelschroo word onder de weede rij dakpannen geplaas, zoda de eerse rij dakpannen beschikbaar blijven voor huismussen. oor de vogelschroo onder de weede rij dakpannen e plaasen word hezelfde effec gecreëerd als door he plaasen van een Vogelvide. Me beide mehoden is er voor de huismus broedgelegenheid beschikbaar onder de eerse rij dakpannen. e mehode van Viverion word over de gehele lenge van he dak oegepas, aan beide zijden, zonder apare invliegopeningen. He is bekend da de Vogelvide op diverse plaasen door broedende huismussen worden gebruik. Huismussen maken vaak hun nesen onder deze eerse rij dakpannen. e huismus is flexibel in allerlei opzichen. Ze kunnen zich binnen enkele dagen aanpassen aan veranderde omsandigheden. Verwach word dan ook da de huismus in de nieuwe siuaie gewoon weer onder de pannen gaa broeden. ieuwe verblijfplaasen gewone dwergvleermuis Voor de vleermuizen beref he inbouwkasen in de kopgevels en open soovoegen onder de muurplaa. Beide opies worden oegepas. Exace aanallen en locaies zijn nog nie bekend. eze worden me een begeleidende ecoloog in een laer sadium bepaald. Uigangspun is he inbouwen van 4 inbouwkasen in combinaie me de open soovoegen. Ecologisch werkproocol Alle e nemen maaregelen zijn in een ecologisch werkproocol samengeva (bijlage ). i proocol is ijdens de werkzaamheden op de locaie aanwezig en onder berokken medewerkers bekend. Begeleiding Tijdens de werkzaamheden saa een ecologisch adviseur paraa. Bij onvoorziene siuaies en vragen dien me de er zake kundig op he gebied van huismussen en vleermuizen conac opgenomen worden. R. Tijdsip en locaie maaregelen e werkzaamheden worden in he najaar van 2014 opgesar. Ten ijde van de aanvraag worden de vleermuiskasen en huismuskasen beseld en opgehangen, zoda bijijds efiniief He Gijmink Goor - fase 9 en 10 15

83 gesar kan worden me de werkzaamheden. Gesar word me he aanbieden van de alernaieve kasen. a een gewenningsperiode worden de verblijfplaasen van de aanwezige sooren ongeschik gemaak. Vervolgens worden de woningen gesloop. a afronding van de werkzaamheden is de bebouwing weer geschik voor de aanwezige sooren. Er worden diverse verblijfplaasen aangeboden voor de aanwezige sooren. Gesar word me he aanbieden van alernaieve verblijfplaasen. Op kore ermijn worden de huismuskasen en de vleermuiskasen opgehangen in de direce omgeving van de huidige verblijfplaasen, minsens maanden voorafgaand aan de werkzaamheden. a de gewenningsperiode worden de huidige verblijfplaasen ongeschik gemaak. Ongeschik maken van de verblijfplaasen word -5 dagen voorafgaand aan de werkzaamheden uigevoerd. He ongeschik maken van de vleermuisverblijfplaas word uigevoerd bij gunsige weeromsandigheden: bij avondemperauren van meer 10 C. Hierna worden de gebouwen gesloop, de beplaning gerooid en de bodem gesaneerd. Vervolgens word gesar me de realisaie van de nieuwe woningen en de verdere inriching van he gebied. n de woningen worden nieuwe mogelijkheden gecreëerd voor huismus, gewone dwergvleermuis en laavlieger. S. Alernaieven oor he vervangen van de besaande bebouwing door nieuwbouw is he nie nodig om een geheel nieuwe bouwlocaie e zoeken. oor de huidige locaie e vernieuwen word gekozen voor een duurzame oplossing. n deze siuaie zijn geen alernaieven beschikbaar. Een locaieafweging is nie gemaak, gezien de e slopen woningen nu eenmaal op deze locaie liggen. Renovaie was geen opie en zou nie he gewense resulaa hebben. oor he nemen van maaregelen, zoals he werken buien de kwesbare perioden van aanwezige sooren en ijdelijke en permanene verblijfplaasen aan e bieden, word afdoende rekening gehouden word me aanwezige beschermde sooren. n deze siuaie is de gekozen werkwijze he bese voor de aanwezige huismussen, gewone dwergvleermuizen en laavlieger. aarnaas gaa he om een ijdelijke versoring. n deze siuaie is er geen gunsigere oplossing voorhanden. T. Beschrijving zorgvuldig handelen Er is en behoeve van de voorgenomen onwikkeling in he plangebied onderzoek uigevoerd volgens de broedvogelkarering van SOVO, de Soorensandaard huismus en gewone dwergvleermuis van de oenmalige iens Regelingen (2011) en he Vleermuisproocol 201. e onderzoeken voldoen daarmee aan de geldende richlijnen. Hierdoor is een goed beeld verkregen van de aanwezige huismus- en vleermuispopulaie en de funcie van he plangebied voor deze sooren. Werkzaamheden worden buien de kwesbare voorplaningsperioden uigevoerd om negaieve effecen e voorkomen. Maaregelen zoals weergegeven bij onderdeel P & Q zijn in een ecologisch werkproocol opgenomen. i proocol is ijdens de werkzaamheden op de locaie aanwezig en onder berokken medewerkers bekend. aarnaas worden handelingen acherwege gelaen of exra maaregelen genomen om e voorkomen da door de e nemen werkzaamheden nadelige gevolgen voor flora en fauna worden veroorzaak. Tijdens de werkzaamheden saa een er zake kundige paraa voor vragen en onvoorziene siuaies. eze maaregelen zijn ons inziens afdoende in he kader van zorgvuldig handelen. 16 Acivieienplan Flora- en faunawe efiniief

84 U. wingende reden van groo openbaar belang n paragraaf E is reeds oegelich voor welk doel en belang onheffing word aangevraagd en bij S de alernaieve afweging. Gele op he doel en he belang van de voorgenomen onwikkeling, de dwingende reden van groo openbaar belang en volksgezondheid of openbare veiligheid, worden de (ijdelijke) negaieve effecen op aanwezige beschermde sooren als gevolg van de uivoering van he projec gerechvaardigd. n de nieuwbouw worden voorzieningen gerealiseerd waardoor he plangebied op lange ermijn weer geschik(er) is als verblijfplaas voor de aanwezige sooren. efiniief He Gijmink Goor - fase 9 en 10 17

85 LTERATUURLJST Boeken en arikelen Arcadis (2009). Vleermuizenonderzoek He Gijmink, Fase 6 en 7 e Goor. Arcadis (2012). Miigaieplan Flora- en faunawe; Fase 8 plan Gijmink, e Goor. iens Regelingen (2009). Aangepase beoordeling onheffing ruimelijk ingrepen Flora- en faunawe. iens Regelingen (2009). Aangepase lijs jaarrond beschermde vogelnesen onheffing Flora- en faunawe ruimelijk ingrepen. iens regelingen, Miniserie van Economische Zaken, Landbouw en nnovaie, (2011). Soorensandaard Gewone wergvleermuis (Pipisrellus Pipisrellus). iens regelingen, Miniserie van Economische Zaken, Landbouw en nnovaie, (2011). Soorensandaard Huismus (Passer omesicus). ijk, A.J. van & A. Boele (2011). Handleiding SOVO Broedvogelonderzoek. SOVO Vogelonderzoek ederland, ijmegen. Koninklijke Vermande ( ). Planen en dieren, Flora- en faunawe, band 1, 2,, 4 en 5. SU Uigeverij, en Haag Korsen, E. (2012). Vleermuiskasen. Overzich van oepassing, gebruik en succesfacoren. Bureau Waardenburg bv, Culemborg. Miniserie van Landbouw, auur en Voedselkwaliei (2004). 501 Algemene Maaregel van Besuur in verband me wijziging van arikel 75 van de Flora- en faunawe en enkele andere wijzigingen. Saasblad van he Koninkrijk der ederlanden. Vleermuisvakberaad ewerk Groene Bureaus, Zoogdiervereniging en Gegevensauoriei auur (201). Vleermuisproocol 201. Websies Soorinformaie Zoogdiervereniging - Vleermuis.ne - Waarnemingen Waarneming.nl - Telmee - aionale daabank flora en fauna - ndff-ecogrid.nl He nieuwe Gijmink -

86 BJLAGE 1. PLAGEBE

87 BJLAGE 2. RCHTGSSCHETS

88 BJLAGE. ECOLOGSCH WERKPROTOCOL

89 BJLAGE 4. VERSPREGSKAARTE

90 ex ar. 11 WRO uiw erking ' Gijmink, 4e uiw erking (fase 9 en 10) (vasgeseld) Bijlage 4 Akoesisch onderzoek wegverkeerslawaai B ARCAS 6

91 Akoesisch Onderzoek Wegverkeerslawaai- Gijmink e Goor ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 n Har van de Bouw

92 Akoesisch Onderzoek ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Viverion Posbus AC LOCHEM Veregenwoordigd door: de heer H. Jehs ieman Raadgevende ngenieurs B.V. Vesiging Urech Posbus AA Urech T urech@nieman.nl Uigevoerd door: ir. G.J. ehmers Referenie: Wz120429abA0.gde Saus: efiniief aum: 25 maar 201

93 nhoudsopgave Hoofdsuk 1 nleiding nleiding oel van he onderzoek 2 Hoofdsuk 2 Siuaie 2.1 Ligging plangebied Hoofdsuk Weelijk kader 4.1 We geluidhinder Geluidgevoelige besemmingen ormselling 5.1. Afrek conform arikel 110g Wgh Afrondingsregels Grenswaarden We geluidhinder Hogere waarden 6.2 Gemeenelijk beleid 6. Bouwbeslui 7 Hoofdsuk 4 Uigangspunen onderzoek Verkeersinensieien Waarneempunen 9 4. Rekenmehode 9 Hoofdsuk 5 Resulaen van he onderzoek Geluidbelasing gezoneerde wegen Geluidbelasing nie-gezoneerde 0 km/uur wegen Hogere waarde 10 Hoofdsuk 6 Conclusie en samenvaing Bijlage 1 Overzich van de siuaie Bijlage 2 Verkeersinensieien Bijlage Ligging waarneempunen Bijlage 4 Overzich van de resulaen Bijlage 5 Uivoergegevens Winhavik

94 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Wz120429abA0.gde - 25 maar 201 Pagina 1

95 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Hoofdsuk 1 nleiding 1.1 nleiding n opdrach van woningbouwvereniging Viverion is een akoesisch onderzoek uigevoerd naar de geluidbelasing op de woningen van he besemmingsplan Gijmink in de gemeene Hof van Twene. He beref de fase 8 /m 10 van he sedenbouwkundig plan. Op 8 november 2012 heef de heer H. Jehs namens Viverion hiervoor aan ieman Raadgevende ngenieurs opdrach verleend. n di rappor zijn de resulaen van he onderzoek weergegeven. e vorm, de indeling en ook groe delen van de eks zijn analoog aan he rappor van Arcadis ui 2009, he onderzoek voor dezelfde besemming, maar voor een andere fase van he projec. e rapporage is gewijzigd omda een deel van he plan en noorden van de Meidoornsraa een andere bebouwing heef gekregen. eze verandering is verwerk in di rappor. 1.2 oel van he onderzoek He doel van he onderzoek is he vassellen van de geluidbelasing op de nieuw e bouwen geluidgevoelige besemmingen en gevolge van he wegverkeerslawaai van de omliggende gezoneerde wegen. Er word ook inzage gegeven van de geluidbelasing op deze geluidgevoelige besemmingen en gevolge van he wegverkeer op de nie-gezoneerde 0 km/uur-wegen. Ten zuiden van he plangebied lig de spoorlijn Zuphen-Oldenzaal. eze lig op circa 180 meer afsand van he plangebied. a is ruim buien de conform de wegeving voor gedefinieerde zone van 100 meer voor di rajec (rajecnummer 160) en da is daarom ook nie relevan voor di onderzoek. Gebruike documenen: Akoesisch Onderzoek Wegverkeerslawaai Gijmink, 2 de Uiwerking. Gemeene Hof van Twene. Akoesisch onderzoek door Arcadis gedaeerd 26 november Geacualiseerde verkeersgegevens, aangeleverd door de gemeene Hof van Twene op daum 14 december 2012 door de heer J.B.H. Meijer. Besaande siuaie en nieuwe siuaie fase 8 /m 10 in he plan Gijmink e Goor, aangeleverd door de opdrachgever op 15 maar 201. Wz120429abA0.gde - 25 maar 201 Pagina 2

96 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Hoofdsuk 2 Siuaie 2.1 Ligging plangebied n 2005 heef de gemeene Hof van Twene he oorspronkelijke besemmingsplan Gijmink vasgeseld. i besemmingsplan vorm he planologische kader voor de geplande hersrucurering. Alleen voor de eerse en weede fase van de hersrucurering beva di besemmingsplan een eindbesemming. Voor de laere fasen beva he besemmingsplan Gijmink een zogenaamde ui e werken besemming. n he besemmingsplan Gijmink, fase 8 /m 10 is in figuur 1 weergegeven om welke woonbesemmingen he hier gaa. e woonwijk Gijmink lig aan de zuidoosrand van Goor. e wijk word ruwweg begrensd door de eldensesraa (aan de noordzijde), de ependijk aan de weszijde en de Oude Haaksbergerweg aan de zuidzijde. Aan de ooszijde grens de wijk aan bouwland en loop de Rondweg (46/47). He plangebied word aan de weszijde begrensd door de woningen aan de ocor Schaepmansraa. e noordelijke begrenzing word gevormd door de woningen langs de J.M. de Bruynsraa. e oosgrens van he plangebied lig nabij de aanakking van de J.M. de Bruynsraa op de Gondalaan. e zuidelijke begrenzing word gevormd door woningen aan de Oude Haaksbergerweg. Zie bijlage 1 voor een overzich van de besaande siuaie en van de oekomsige siuaie. Aan de noordzijde van he plan lig he gebied binnen de weelijke geluidszone van de eldensesraa. Aan de weszijde lig he plangebied binnen de weelijke geluidszone van de ependijk. Aan de ooszijde lig he plangebied in de zone van de buiensedelijke Rondweg 46/47. e overige wegen in en om he plangebied hebben geen zone omda de maximum snelheid op deze wegen 0 km/uur bedraag. Ten zuiden van he gebied lig de spoorlijn Zuphen-Oldenzaal (rajec 160). e weelijke zone bedraag 100 meer. He plangebied lig op circa 180 meer vanaf deze spoorlijn. Op de ekening van Arcadis me de nieuwe inriching van de wijk hebben de nieuw e bouwen eengezinswoningen drie bouwlagen; de mulifuncionele woningen en de seniorenwoningen hebben wee bouwlagen. He kan zijn da ook de op de ekening aangegeven seniorenwoningen laer eengezinswoningen worden, maar voor he onderzoek is da nie relevan. n de ekening van de woningbouwvereniging van de besaande voorraad is aangegeven welke plangebieden in de fasen 8 /m 10 worden behandeld. Alleen op deze woningen zijn in de heringeriche siuaie waarneempunen aangebrach op de woningen. Wz120429abA0.gde - 25 maar 201 Pagina

97 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Hoofdsuk Weelijk kader.1 We geluidhinder Volgens de We geluidhinder moe bij nieuwbouw van een geluidgevoelige besemming, gelegen binnen de geluidzones van één of meer verkeersbronnen een akoesisch onderzoek plaasvinden. e woningen of apparemenen in di projec zijn geluidgevoelige besemmingen. Bij di onderzoek dien de geluidbelasing.g.v. de verschillende geluidbronnen op de gevels e worden bepaald. He projec lig in de geluidzone van de eldensesraa, de ependijk en de Provinciale weg 46/47, er plekke de Rondweg geheen. n de direce omgeving van he plan zijn verder een aanal (niegezoneerde) 0 km/uur-wegen gelegen. Voor de 0 km/uur wegen hoeven de resulaen nie e worden geoes aan de We geluidhinder. eze bijdrage is uisluiend van belang bij de bepaling van de gecumuleerde geluidbelasing op de gevel en behoeve van de gevelgeluidwering. Een gezoneerde weg heef een geluidzone. e grooe van de geluidzone is afhankelijk van he ype weg, he aanal rijsroken en of de weg binnensedelijk is of buiensedelijk, zie hiervoor abel 1. e grooe van de zone lig aan weerszijde van de weg en word gemeen vanui de wegas. n arikel 1 van de Wgh zijn de definiies opgenomen van binnensedelijk en buiensedelijk gebied. eze definiies luiden: Buiensedelijk gebied: he gebied buien de bebouwde kom (bepaald door borden komgrens) alsmede he gebied binnen de bebouwde kom voor zover gelegen binnen de zone van een auoweg of auosnelweg. Sedelijk gebied: he gebied binnen de bebouwde kom me uizondering van he gebied binnen de zone van een auoweg of auosnelweg. Ui de abel blijk da de zone van de 46/47 gelijk is aan 250 meer; de zones van de eldensesraa en de ependijk bedraag elk 200 meer. Tabel 1 Breede van de geluidzones [m] Type weg Sedelijk gebied Buiensedelijk gebied 1 of 2 rijsroken 200 meer 250 meer of 4 rijsroken 50 meer 400 meer 5 of meer rijsroken 50 meer 600 meer.1.1 Geluidgevoelige besemmingen e grenswaarden van de We geluidhinder gelden voor de geluidsgevoelige besemmingen die liggen binnen de geluidszone van de weg. n de We geluidhinder en he Beslui Geluidhinder zijn de geluidsgevoelige besemmingen als volg gedefinieerd: Woningen. Onderwijsgebouwen (uigezonderd gymnasieklokalen). Ziekenhuizen en verpleeghuizen. Wz120429abA0.gde - 25 maar 201 Pagina 4

98 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Andere gezondheidszorggebouwen (verzorgingsehuizen, psychiarische inrichingen, medische cenra, poliklinieken en medische kleuerdagverblijven). Woonwagensandplaasen. Terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen, voor zover daar zorg verleend word..1.2 ormselling e geluidbelasing op de gevel L den word berekend door de equivalene geluidniveaus van de dag-, avond-, en nachperiode logarimisch e middelen, waarbij de duur van de periode in rekening word gebrach. Voor de avondperiode moe een correciefacor van 5 db in rekening worden gebrach, voor de nach geld een correciefacor van 10 db. e A-gewogen geluidbelasing op de gevel en gevolgde van verkeerslawaai word voor L den uigedruk in db en nie meer in db(a), ondanks da he resulaa van L den wel gewogen is conform de A-weging. e definiie voor L den is als volg: Lday Leevening 5 Lnigh L 10 log den uigedruk in de eenheid [db]..1. Afrek conform arikel 110g Wgh Voorda de geluidbelasing op de gevel geoes word aan de weelijke norm, mag bij een binnensedelijke weg me een maximumsnelheid o 70 km/uur een afrek van 5 db worden oegepas op de berekende L den -waarde conform de We geluidhinder, ar. 110g en arikel.6 Reken- en meevoorschrif geluidhinder Voor een weg, waarbij de maximumsnelheid hoger of gelijk is aan 70 km/uur, bedraag de afrek 2 db. e achergrond van deze afrek is de veronderselling, da he moorgeluid van voeruigen in de oekoms en gevolge van echnische innovaies zal afnemen. Voor he bepalen van de karakerisieke geluidwering van de gevel, mag deze reducie nie worden oegepas..1.4 Afrondingsregels Bij de oesing aan de grenswaarden van de We geluidhinder word de berekende geluidsbelasing, zoals is bepaald in he Reken-en meevoorschrif geluidhinder 2006, afgerond op een hele decibel. aarbij word een waarde die precies op een halve decibel eindig, afgerond naar he dichsbijzijnde even geal. Zo word een geluidsbelasing van 48,50 afgerond naar 48dB. Bij he bepalen van he verschil ussen wee geluidsbelasingswaarden word uigegaan van de nie-afgeronde waarden. Wz120429abA0.gde - 25 maar 201 Pagina 5

99 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m Grenswaarden We geluidhinder n de siuaie van di bouwplan is er sprake van een binnensedelijke siuaie. Er zijn in de We geluidhinder voor deze siuaie drie sooren grenswaarden vermeld: 1. Voorkeursgrenswaarde: 48 db voor wegverkeer, onafhankelijk van he ype weg of een binnen- of buiensedelijke siuaie. 2. Maximale onheffingswaarde: 6 db voor wegverkeer in een binnensedelijke siuaie;. Maximale onheffingswaarde: 5 db voor wegverkeer in een buiensedelijke siuaie..1.6 Hogere waarden Uigaande van de bovensaande paragraaf zijn er nu drie siuaies mogelijk: 1. e geluidbelasing op een geluidgevoelige besemming lig onder de voorkeursgrenswaarde. He gebouw word als nie-geluidbelas of geluidluw beschouwd; er zijn geluidechnisch geen nadere acies nodig om he bouwplan e realiseren. 2. e geluidbelasing lig boven de voorkeursgrenswaarde maar onder de maximale onheffingswaarde. n da geval dienen er bij voorkeur maaregelen genomen e worden om de geluidbelasing erug e dringen onder de voorkeursgrenswaarde. a kan door bronmaaregelen (aanal voeruigen, ype voeruigen, snelheidsverlaging, wijziging van he ype wegdek) of overdrachsmaaregelen (geluidsschermen). ndien er bezwaren zijn vanui sedenbouwkundig, verkeerskundig, landschappelijk of financieel sandpun, zal er bij B & W van de gemeene hogere waarden moeen worden aangevraagd en zullen er geluidwerende maaregelen in de gevel moeen worden oegepas. a om e waarborgen da de maximaal oegesane binnenniveaus in verblijfsruimen van de geluidgevoelige besemmingen nie hoger zijn dan de in de We geluidhinder voorgeschreven maximale niveaus. Voor woningen bedraag he maximale oegesane binnenniveau db.. e geluidbelasing lig hoger dan de maximale onheffingswaarde. n deze siuaie kan er alleen gebouwd worden indien er gewerk word me dove gevels of als de geluidbelasing word eruggebrach o een waarde die lager is dan de maximale onheffingswaarde..2 Gemeenelijk beleid e gemeene Hof van Twene haneer he beleid bij he vassellen van hogere waarden, da is vasgelegd door de gemeene zelf in he beleidssuk Beleidsregel Hogere waarden Hof van Twene, vasgeseld op 1 maar n bijlage 4 van he desbereffende suk word aangegeven welke voorwaarden de gemeene sel bij he verlenen van hogere waarden. Bij he oesen van de resulaen aan de We geluidhinder zal, als bron- of schermmaaregelen nie doelreffend zijn, vervolgens ook moeen worden geoes aan de voorwaarden ui de Beleidsregel van de gemeene Hof van Twene. e belangrijkse voorwaarde bij he verlenen van een hogere waarde is de aanwezigheid van een geluidluwe gevel. Wz120429abA0.gde - 25 maar 201 Pagina 6

100 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10. Bouwbeslui ndien maaregelen aan de bron of overdrachsmaaregelen (zie paragraaf 2.1.6) nie opporuun zijn, dien de uiwendige scheidingsconsrucie van de geluidbelase gevel e worden aangepas. Hierbij geld he Bouwbeslui 2012, hoofdsuk : de karakerisieke geluidwering G A;k van de uiwendige scheidingsconsrucie van een verblijfsgebied binnen een nieuw e bouwen woning moe voldoen aan de eis, da deze groer of gelijk is aan de waarde van he verschil ussen de uiwendige geluidbelasing excl. afrek ar. 110g en he binnenniveau me een minimumniveau van 20 db. n he Bouwbeslui word in afdeling.1 Bescherming van geluid van buien, nieuwbouw in abel.1 per funcie maximale binnenwaarden genoemd. Voor woonfuncies geld een maximaal binnenniveau van db. e geluidwering van de gevel van een verblijfsruime (die onderdeel uimaak van een verblijfsgebied) mag een waarde aannemen, die 2 db lager lig dan de geluidwering van de gevel van he genoemde verblijfsgebied. Wz120429abA0.gde - 25 maar 201 Pagina 7

101 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Hoofdsuk 4 Uigangspunen onderzoek 4.1 Verkeersinensieien e wegverkeersgegevens van de gemeenelijke wegen zijn afkomsig van (de verkeersprognosemodellen van) de gemeene Hof van Twene. e verkeersgegevens van de gezoneerde 46/47 zijn afkomsig van de Provincie Overijssel. e aangeleverde gegevens zijn weergegeven in bijlage 2. e relevane invoerparameers zijn ook weergegeven in abel 2. e klinkerwegen zijn ingevoerd als klinkers in keperverband. Alle gegevens zijn ingevoerd in he rekenmodel. Tabel 2: Verkeersgegevens Gijmink e Goor Wegvak Zoneringsplichige wegen eldensesraa - referenieasfal - 50 km/uur ependijk - referenieasfal - 50 km/uur 46/47 -referenieasfal Periode Voeruigverdeling lv mv zv 7100 ag 6, Avond, 91 6 nach 0, ag 6, Avond, nach 0, Emaalinensiei Uurpercenage 9500 ag 6,7 88 6,59 5,9-80 km/uur Avond 2,7 88 6,59 5,9 nach 1,1 88 6,59 5,9 Wegvak 0 km-wegen Emaalinensiei Periode Uurpercenage Voeruigverdeling Lindelaan - klinkers - 0 km/uur J.M. de Bruynsraa - klinkers - 0 km/uur r. Schaepmansraa - klinkers - 0 km/uur lv mv zv 1150 (nrd) ag 6, (zd) Avond, nach 0, ag 6, Avond, nach 0, ag 6, Avond, nach 0, Gondalaan 600 (nrd) ag 6, klinkers 400 (zd) Avond, km/uur nach 0, Oude Haaksbergerweg 89 ag 67, Avond 2, nach 0, Meidoornsraa, Beukensraa, Magnoliasraa, 00 ag 6, Avond, nach 0, Wz120429abA0.gde - 25 maar 201 Pagina 8

102 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m Waarneempunen Op elke bouwlaag, waar in he plangebied voor de fasen 8 en 9 nieuwe woningen komen, is halverwege de gevelhooge een waarneempun geposiioneerd. e waarneemhoogen liggen op 1,5 meer, 4,5 meer en 7,5 meer, afhankelijk van de bouwhooge van de woning. Zie bijlage voor de ligging van de waarneempunen. 4. Rekenmehode Conform de We geluidhinder, arikel 110d is he Reken- en meevoorschrif geluid 2012 gevolgd voor wegverkeerslawaai, waarbij gebruik is gemaak van de sandaard rekenmehode (SRM ). Er is gebruikgemaak van he programma Winhavik, 8.41 me he rekenhar wegverkeerslawaai, onwikkeld door Royal Haskoning. e uivoergegevens zijn e vinden in bijlage 5. Wz120429abA0.gde - 25 maar 201 Pagina 9

103 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Hoofdsuk 5 Resulaen van he onderzoek 5.1 Geluidbelasing gezoneerde wegen e resulaen van de berekeningen, die zijn gegenereerd door he rekenmodel van Winhavik zijn vermeld in abelvorm in bijlage 4. n deze bijlage bevinden zich ook ekeningen me de hoogse waarde per meepun van de geluidbelasing op de gevel per gezoneerde weg. Ui de resulaen blijk he volgende: e geluidbelasing op de gevel en gevolge van he verkeer op de eldensesraa is me 48 db he hoogs op waarneempun 1; deze waarde lig onder de voorkeursgrenswaarde van 48 db. e geluidbelasing op de gevel en gevolge van he verkeer op de ependijk is me 46 db he hoogs op waarneempun 4; deze waarde lig onder de voorkeursgrenswaarde van 48 db. e geluidbelasing op de gevel en gevolge van he verkeer op de Provinciale weg 46/47 is me 4 db he hoogs op waarneempun 52; deze waarde lig onder de voorkeursgrenswaarde van 48 db. Ui he bovensaande blijk, da er geen overschrijdingen plaasvinden van de voorkeursgrenswaarde en gevolge van he wegverkeer op de gezoneerde wegen. Er is in deze siuaie geen sprake van he aanvragen van hogere waarden. 5.2 Geluidbelasing nie-gezoneerde 0 km/uur wegen e gecumuleerde geluidbelasing en gevolge van alle nie gezoneerde wegen is he hoogs op de woningen langs de Lindelaan, de drukse nie-gezoneerde weg in he plangebied. e hoogse geluidbelasing exclusief de afrek bedraag daar 59 db. 5. Hogere waarde Ui de resulaen blijk, da er geen overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarde plaasvinden en gevolge van he wegverkeer op de gezoneerde wegen. Er is in deze siuaie geen sprake van he aanvragen van hogere waarden. Wz120429abA0.gde - 25 maar 201 Pagina 10

104 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Hoofdsuk 6 Conclusie en samenvaing n opdrach van de woningbouwvereniging Viverion e Lochem is een akoesisch onderzoek uigevoerd naar de geluidbelasingen op de woningen van he besemmingsplan Gijmink e Goor voor de fasen 8 o en me 10. oel van he onderzoek is he vassellen van de geluidbelasingen en gevolge van wegverkeerslawaai vanwege de eldensesraa, de ependijk en de provinciale weg 46/47 op de nieuw e bouwen woningen. aarnaas word inzage gegeven in de geluidsbelasing vanwege de 0 km/uur-wegen in he plangebied. e geluidsbelasing vanwege de eldensesraa is maximaal 48 db. e voorkeursgrenswaarde van 48 db word daarmee nie overschreden. e geluidsbelasing vanwege de ependijk is maximaal 47 db; de geluidbelasing en gevolge van he wegverkeer op de 46/47 is maximaal 44 db. Ook voor deze beide wegen word de voorkeursgrenswaarde van 48 db nie overschreden. e conclusie luid derhalve da er geen sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde en gevolge van he wegverkeer op de gezoneerde wegen. Er is daarom ook geen sprake van he aanvragen van hogere waarden. Geluidsbelasing vanwege 0 km/uur-wegen Om inzich e geven in de geluidsbelasing vanwege de 0 km/uur-wegen in he plangebied (Lindelaan, r. Schaepmansraa, J.M. de Bruijnsraa, Gondalaan, Meidoornlaan, Magnoliasraa, Beukensraa, en de Oude Haaksbergerweg) is op dezelfde rekenpunen de geluidsbelasing berekend. e geluidsbelasing vanwege de 0-km-wegen in he plangebied is maximaal 59 db bij de woningen langs de Lindelaan. Gecumuleerde geluidbelasing Voor de woningen waarbij de gecumuleerde geluidbelasing van alle wegen exclusief de afrek groer is dan 54 db of hoger dien in he kader van de Bouwvergunning nader onderzoek gedaan e worden naar de geluidwering van de gevel van de desbereffende woningen. e in di rappor in bijlage 4 opgenomen gecumuleerde geluidsbelasingen kunnen daarvoor als uigangspun dienen. Urech, 25 maar 201 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. de heer ir. G.J. ehmers Wz120429abA0.gde - 25 maar 201 Pagina 11

105 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Bijlage 1 Overzich van de siuaie Wz120429abA0.gde - 25 maar 201

106 ieman Raadgevende ngenieurs projec opdrachgever ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Viverion objecen bodemabsorpie gebouw bebouwing rijlijn hoogelijn + waarneempun gevel omschrijving ' Gijmink e Goor Hof van Twene Overzich van de siuaie WinHavik 8.41 (c) diraciviy-sofware Plangebieden 9 m 10 ' Gijmink in Goor.mdb schaal: 1 :

107 ieman Raadgevende ngenieurs projec opdrachgever ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Viverion objecen bodemabsorpie gebouw bebouwing rijlijn hoogelijn waarneempun gevel + omschrijving ' Gijmink e Goor Hof van Twene Overzich van de siuaie WinHavik 8.41 (c) diraciviy-sofware Plangebieden 9 m 10 ' Gijmink in Goor.mdb schaal: 1 : 4000

108 ieman Raadgevende ngenieurs projec opdrachgever ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Viverion objecen bodemabsorpie gebouw bebouwing rijlijn hoogelijn + waarneempun gevel omschrijving ' Gijmink e Goor Hof van Twene Overzich van de siuaie WinHavik 8.41 (c) diraciviy-sofware Plangebieden 9 m 10 ' Gijmink in Goor.mdb schaal: 1 :

109

110

111 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Bijlage 2 Verkeersinensieien Wz120429abA0.gde - 25 maar 201

112 Gerard ehmers Van: Meijer, J.B.H. Verzonden: vrijdag 14 december :02 Aan: Gerard ehmers CC: Braak, er A.J.B. (Alber) Onderwerp: RE: Akoesish onderzoek ' Gijmink e Goor Bijlagen: RE verkeersgegevens ' Gijmink.hm; inensieien_2011 Provincie_versie_19.pdf Geache heer ehmers, k heb in 2010 nog verkeersgegevens aangeleverd bv akoesisch onderzoek. aar mijn mening zijn deze gegevens nie zodanig gewijzigd da ze nu nie meer acueel zijn. e wegen die u nu exra wil ween zijn m.u.v. de rondweg kleine wegen: Berkensraa, de Wilgensraa/Acaciasraa, de Beukensraa, de Magnoliasraa. Voor deze wegen kunnen de verdelingen van de Gondalaan worden gebruik en als emaalgemiddelde kan worden aangehouden 00 mv/em. e rondweg is een provinciale weg en de mees recene gegevens daarvan heb ik bijgevoegd als bijlage. Me vriendelijke groeen, John Meijer Allround medewerker verkeer en vervoer Gemeene Hof van Twene e Höfe 7, 7471 K GOOR Posbus 54, 7470 AB GOOR Van: Gerard ehmers [mailo:g.ehmers@ieman.nl] Verzonden: vrijdag 14 december :51 Aan: Meijer, J.B.H. CC: Braak, er A.J.B. (Alber) Onderwerp: FW: Akoesish onderzoek ' Gijmink e Goor Geache heer Meijer,.a.v. ons elefoongesprek suur ik u hierbij de mail door, die ik naar de heer er Braak heb gesuurd. Als u vragen heef, kun u mij op ondersaand nummer bereiken of via mijn mobiel nummer Alvas bedank voor de moeie en een preig weekend! Me vriendelijke groe, ir. Gerard ehmers Senior adviseur geluid ieman Raadgevende ngenieurs B.V. Posbus AA UTRECHT Aoomweg AB UTRECHT 1

113

114 Verkeersinensieien moorvoeruigen, Provincie Overijssel = gemeen, overige ingescha bron : Provincie Overijssel, eam Beleidsinf ormaie BABU versie : 19; 0mei vrachv. MEET- MEETVAK W E R K A G WEEKAG VRACHTVERKEER OTW PUT- MEET- BE- op w erkdagen OMSCHRJVG MEETVAK COE PUT G E LE % mz zw in Hardenbergerw eg JP % Hardenbergerw eg HP % Langeveen HP % Langeveen - Klooserhaar HP % Klooserhaar - Bergenheim HO % Bergenheim - J.C. Kellerlaan GO % J.C. Kellerlaan - Hardenbergerw eg GO % Hardenbergerw eg - Hardenberg GO % Hardenberg - Middenw eg G % Middenw eg - Luen G % Luen - Slagharen (77) G % 44 evener - evenerw eg ES % evenerw eg - Bahmensew eg ES % Bahmensew eg - Oude Molenw eg ES % Oude Molenw eg - Holen (2) ES % 46 Grens Gelderland - Lochemsew eg GT % Lochemsew eg GT % (Haaksbergen-Goor) GS % 47 (Haaksbergen-Goor) - 47 (Goor-Rijssen) 47 (Goor-Rijssen) - Langesraa GS151 HS % 99 % Langesraa HS % Hengelosesraa HS % Hengelosesraa - A5 HS % A5 - Hengelo HS % 47 Haaksbergen - S. sodorushoeve HT % S. sodorushoeve - Hengevelde HT % Hengevelde - 46 HT % 46 (eldensesraa) - Zomerw eg Zomerw eg - A1 GS117 GS % 10 % A1 - Enersraa GS % Enersraa - 50 GS % Rijssen - ijverdal GR %

115 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Bijlage Ligging waarneempunen Wz120429abA0.gde - 25 maar 201

116 ieman Raadgevende ngenieurs projec opdrachgever ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Viverion objecen bodemabsorpie gebouw bebouwing rijlijn hoogelijn + waarneempun gevel omschrijving ' Gijmink e Goor Hof van Twene Waarneempunen WinHavik 8.41 (c) diraciviy-sofware Plangebieden 9 m 10 ' Gijmink in Goor.mdb schaal: 1 :

117 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Bijlage 4 Overzich van de resulaen Wz120429abA0.gde - 25 maar 201

118 ' Gijmink e Goor (Hof van Twene) waar- waar- eldense- eldense- 46/47 46/47 ependijk ependijk 0km oaal Minimaal neem neem sraa sraa incl. afrek incl. afrek wegen excl. afrek vereise pun hooge incl. afrek afgerond afgerond excl. afrek afgerond GA;k-waarde [m] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] 1 1,5 50, , , ,2 55, ,5 51, , , ,55 56, ,5 5, , , ,6 56, ,5 46, , , ,0 47,72 => 20 db 2 4,5 47, ,70 27, ,0 49,25 => 20 db 2 7,5 49,4 44 4, ,45 50,66 => 20 db 1,5 45, , , 27 7,8 46,75 => 20 db 4,5 47, ,72 22, ,70 48,06 => 20 db 7,5 48, ,0 0 40,51 49,42 => 20 db 4 1,5 45, , ,67 1 2,44 45,78 => 20 db 4 4,5 46, ,7 22 6,91 2,21 46,96 => 20 db 4 7,5 47,72 4 1,0 11 7,76 4,22 48,1 => 20 db 5 1,5 4,27 8 2, ,46 25,49 44,60 => 20 db 5 4,5 44, , , ,75 45,57 => 20 db 5 7,5 45, , , ,09 46,99 => 20 db 6 1,5 42, , , ,55 44,18 => 20 db 6 4,5 4, , ,46 5 2,62 45,22 => 20 db 6 7,5 45, , , ,02 46,67 => 20 db 7 1,5 41,0 6 2, ,46 5 2,04 4,99 => 20 db 7 4,5 42,4 7 28, , ,19 45,11 => 20 db 7 7,5 44, , , ,86 46,29 => 20 db 8 1,5 4, ,87 26, ,97 55, ,5 6,45 1,27 1 4, ,19 55, ,5 8,7 4 8,95 7 5, ,08 55, ,5 5, ,9 25 5, ,07 55, ,5 7,06 2,2 1 6,2 1 55,2 55, ,5 7,21 2 7,8 5, ,19 55, ,5 4, , , ,85 54, ,5 6,46 1 1,69 0 4, ,10 55, ,5 7,60 6,11 4 4, ,99 55, ,5 5,8 0 25, , ,04 54, ,5 7,09 2 0, , ,49 54, ,5 7,86 5,46 5, ,5 54, ,5 5,2 0 26, 24 28, ,08 55, ,5 6,26 1 1, , ,56 55, ,5 7,25 2 5, , ,55 55, ,5 6, , , ,72 55, ,5 7,50 2, , ,28 56,6 2 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. Vesiging Urech

119 ' Gijmink e Goor (Hof van Twene) waar- waar- eldense- eldense- 46/47 46/47 ependijk ependijk 0km oaal Minimaal neem neem sraa sraa incl. afrek incl. afrek wegen excl. afrek vereise pun hooge incl. afrek afgerond afgerond excl. afrek afgerond GA;k-waarde [m] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] 1 7,5 8,17 6,74 5 1, ,24 56, ,5,5 29 2, , ,1 58, ,5 5,02 0 4,9 2 29, ,7 58, ,5 6,7 1 7,59 6 0, ,22 58, ,5 40,5 5 26, , ,72 54, ,5 41,09 6 0, , ,4 55, ,5 42,84 8, , ,0 55, ,5 4,9 8, , ,68 56, ,5 4,25 8 5, , ,26 57, ,5 4,84 9 8, , ,19 57, ,5 42,4 7 7, ,0 1 57,7 57, ,5 42,2 7 8, , ,05 58, ,5 42,69 8 9, , ,94 58, ,5 8,77 4 4, , ,92 57, ,5 9,48 4 6, , ,12 58, ,5 5,69 1 2, , ,41 42,94 => 20 db 19 4,5 7,12 2 5,74 4 0, ,2 44,97 => 20 db 20 1,5 4, , , ,18 41,65 => 20 db 20 4,5 6,75 2 4,06 2 0, ,99 4,82 => 20 db 20 7,5 9,71 5 6,4 4 5,58 1 4,07 45,76 => 20 db 21 1,5 7,87 21, , ,78 47,5 => 20 db 21 4,5 8, , , ,75 48,8 => 20 db 21 7,5 40,55 6 4,28 2, , 48,47 => 20 db 22 1,5 7,88 26, , ,7 55, ,5 8,80 4 0, , ,86 55, ,5 4, , ,7 2 54,7 54, ,5 7, , ,86 54,68 54, ,5 1, , ,1 21 7,6 8,85 => 20 db 24 4,5, , , ,77 41,64 => 20 db 25 1,5 1, , , ,25 41,00 => 20 db 25 4,5 4, , , ,07 4,1 => 20 db 26 1,5 1, ,71 2 4, ,14 51,10 => 20 db 26 4,5, ,4 25 4, ,20 51,97 => 20 db 27 1,5 29, , ,6 6 5,17 5, ,5 1, , ,41 6 5,67 5, ,5, , , ,65 54, ,5 5,6 0 1,77 0 9, ,92 55, ,5 5,7 0 28,4 26 1, ,90 47,6 => 20 db ieman Raadgevende ngenieurs B.V. Vesiging Urech

120 ' Gijmink e Goor (Hof van Twene) waar- waar- eldense- eldense- 46/47 46/47 ependijk ependijk 0km oaal Minimaal neem neem sraa sraa incl. afrek incl. afrek wegen excl. afrek vereise pun hooge incl. afrek afgerond afgerond excl. afrek afgerond GA;k-waarde [m] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] 29 4,5 7,19 2 1, , ,50 48,98 => 20 db 0 1,5 4,6 0 28, , ,97 51,11 => 20 db 0 4,5 6,11 1, , ,78 51,97 => 20 db 1 1,5 5, , , ,14 58, ,5 5, , , ,5 58, ,5 5,71 1 5, , ,9 58, ,5 5, , , ,22 58, ,5 6,26 1 0, , ,64 58, ,5 6,71 2 5,44 26, ,52 58, ,5 6, , , ,57 58,6 26 4,5 6,40 1 0, , ,95 59, ,5 6,28 1 4,97 6, ,81 58, ,5 29, ,06 25, ,71 8,58 => 20 db 4 4,5 2, ,69 1 5,08 0 7,11 40,81 => 20 db 4 7,5 4,50 0 1,7 0 8,48 8,79 42,76 => 20 db 5 1,5 0, 25 0,80 29, ,01 9,18 => 20 db 5 4,5 2, ,05 4,64 0 7,54 41,4 => 20 db 5 7,5 4,75 0 4,86 7,5 9, 4,07 => 20 db 6 1,5 0, ,7 26 2, ,18 9,49 => 20 db 6 4,5, ,56 1 4,82 0 8,84 41,64 => 20 db 6 7,5 5,49 0 4,85 6, ,89 4,77 => 20 db 7 1,5 25, , , ,20 50,29 => 20 db 7 4,5 28,0 2 0,14 28, ,45 51,57 => 20 db 8 1,5 29, , , ,05 46, => 20 db 8 4,5 0, ,7 28, ,75 48,07 => 20 db 9 1,5 28, ,19 0 1, ,17 41,56 => 20 db 9 4,5 1, ,09, ,95 4,46 => 20 db 40 1,5 28, ,28 26,2 28 9,10 40,65 => 20 db 40 4,5 1, ,50 1 4, ,59 42,6 => 20 db 41 1,5 28, , , ,7 9,71 => 20 db 41 4,5 1,8 26,59 2 1,7 27 9,81 41,67 => 20 db 42 1,5 28, , , ,24 44,10 => 20 db 42 4,5 1, ,6 27 9,70 5 4,97 45,62 => 20 db 42 7,5, ,19 4, ,66 45,8 => 20 db 4 1,5 19, , , ,57 49,8 => 20 db 4 4,5 21, , ,5 46 5,6 50,69 => 20 db 4 7,5 22, , , ,00 51,66 => 20 db 44 1,5 25, , , ,84 51,96 => 20 db ieman Raadgevende ngenieurs B.V. Vesiging Urech

121 ' Gijmink e Goor (Hof van Twene) waar- waar- eldense- eldense- 46/47 46/47 ependijk ependijk 0km oaal Minimaal neem neem sraa sraa incl. afrek incl. afrek wegen excl. afrek vereise pun hooge incl. afrek afgerond afgerond excl. afrek afgerond GA;k-waarde [m] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] 44 4,5 28,4 2 0, , ,55 52,70 => 20 db 44 7,5 1, ,7 4 8,28 52,52 52,81 => 20 db 45 1,5 26,95 22,17 1, ,5 49,74 => 20 db 45 4,5 29, ,96 4, ,95 50,26 => 20 db 45 7,5 1, ,04 7 5, ,0 50,54 => 20 db 46 1,5 2, , , ,2 50,46 => 20 db 46 4,5,89 29, , ,58 50,78 => 20 db 46 7,5 4,55 0 4,88 2, ,49 50,77 => 20 db 47 1,5 28,1 2, , ,2 50,47 => 20 db 47 4,5 1, , , ,59 50,82 => 20 db 47 7,5 7,16 2 9,29 7 0, ,55 51,09 => 20 db 48 1,5 6,18 1, , ,49 49,80 => 20 db 48 4,5 6,77 2 5, , ,82 50,22 => 20 db 48 7,5 8,84 4 8, , ,86 50,49 => 20 db 49 1,5 6,90 2 1,5 0 25, ,14 50,41 => 20 db 49 4,5 7,22 2 6,2 4 26, ,7 50,75 => 20 db 49 7,5 5, , , ,26 50,88 => 20 db 50 1,5 4,62 0 6, , , 50,62 => 20 db 50 4,5 4,79 0 8,5 6 26, ,56 50,9 => 20 db 50 7,5 5,1 0 40, , ,5 50,95 => 20 db 51 1,5 4, ,90 2, ,22 50,46 => 20 db 51 4,5 4, 29 6, , ,1 50,59 => 20 db 51 7,5 4,81 0 7, , ,09 50,48 => 20 db 52 1,5 18, , , ,40 52,16 => 20 db 52 4,5 20, , , ,81 52,5 => 20 db 52 7,5 26, ,69 4 0, ,78 52,58 => 20 db 5 1,5 20, ,4 9 19, ,12 51,56 => 20 db 5 4,5 2, , , ,80 52,24 => 20 db 5 7,5 0, , , ,76 52,4 => 20 db 54 1,5 15,6 11 4, , ,4 56, ,5 17,70 1 4, , ,59 56, ,5 18, ,6 41 6, ,44 56, ,5 1, , , ,99 56, ,5 14, ,8 42 6, ,24 56, ,5 15, , , ,1 56, ,5 18,24 1 4, ,9 1 55,72 56, ,5 21, , , ,0 56, ,5 22, , , ,95 56,24 2 ieman Raadgevende ngenieurs B.V. Vesiging Urech

122 ' Gijmink e Goor (Hof van Twene) waar- waar- eldense- eldense- 46/47 46/47 ependijk ependijk 0km oaal Minimaal neem neem sraa sraa incl. afrek incl. afrek wegen excl. afrek vereise pun hooge incl. afrek afgerond afgerond excl. afrek afgerond GA;k-waarde [m] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] 57 1,5 14,21 9 4, , ,89 56, ,5 15,0 10 4, , ,17 56, ,5 16, , ,16 55,98 56, ,5 0, , , ,24 7,19 => 20 db 58 4,5 4,72 0 4, ,5 25 5,90 40,00 => 20 db 58 7,5 6,41 1 9,4 7 2, ,24 4,00 => 20 db 59 1,5 28,2 2 2, , ,02 7,25 => 20 db 59 4,5 0, ,00 29, ,74 9,4 => 20 db 59 7,5 2, ,28 6 2, ,07 41,89 => 20 db 60 1,5 27,59 2 5,9 2,9 19 2,47 7,81 => 20 db 60 4,5 29, , ,49 21,96 9,6 => 20 db 60 7,5 2, , , ,54 42,4 => 20 db 61 1,5 25, ,15 2, ,68 40,49 => 20 db 61 4,5 28,7 2 6,9 5 25, ,4 42,25 => 20 db 61 7,5 2, , , ,24 44,14 => 20 db 62 1,5 29, ,86 2 2,94 19,86 5,98 => 20 db 62 4,5 1, , , ,88 8,0 => 20 db 62 7,5 2, , , ,01 40,2 => 20 db 6 1,5 2,24 18, , ,42 8,55 => 20 db 6 4,5 26,1 21 5, , ,22 40,46 => 20 db 6 7,5 1, ,5 7 27,76 2 9,40 42,49 => 20 db 64 1,5 22, , , ,41 40,45 => 20 db 64 4,5 25,7 20 9, ,1 19 7,08 41,77 => 20 db 64 7,5 27, , , ,9 42,98 => 20 db 65 1,5 2, ,69 24,00 19,5 7,52 => 20 db 65 4,5 25, , , ,7 9,61 => 20 db 65 7,5 0, ,1 7 0,1 25 6,77 41,87 => 20 db 66 1,5 22, , , ,07 8,69 => 20 db 66 4,5 25, ,8 6 29, ,08 40,94 => 20 db 66 7,5 28, ,10 7, ,28 42,57 => 20 db 67 1,5 26, ,4 0 26,81 22,58 6,77 => 20 db 67 4,5 0, , , ,4 9,67 => 20 db 67 7,5 2, ,45 6, ,9 42,02 => 20 db 68 1,5 26, , ,6 22 2,74 5,42 => 20 db 68 4,5 28,11 2 4, , ,72 8,56 => 20 db 68 7,5 29,9 24 8,80 7 5,47 0 5,92 41,97 => 20 db 69 1,5 26, , , ,95 5,8 => 20 db 69 4,5 28, ,85 29, ,8 8,84 => 20 db ieman Raadgevende ngenieurs B.V. Vesiging Urech

123 ' Gijmink e Goor (Hof van Twene) waar- waar- eldense- eldense- 46/47 46/47 ependijk ependijk 0km oaal Minimaal neem neem sraa sraa incl. afrek incl. afrek wegen excl. afrek vereise pun hooge incl. afrek afgerond afgerond excl. afrek afgerond GA;k-waarde [m] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] [db] 69 7,5 22, ,08 6 4, ,6 41,2 => 20 db 70 1,5 1, ,57 1 0, ,87 50,06 => 20 db 70 4,5 2, ,9 2 1, ,21 50,46 => 20 db 70 7,5, ,81 7 4, ,17 50,68 => 20 db 71 1,5 27, , , , 49,44 => 20 db 71 4,5 1, ,1 2 28, ,76 49,96 => 20 db 72 1,5 40, , ,96 1 9,0 42,81 => 20 db 72 4,5 40,42 5 2, , ,45 4,84 => 20 db 7 1,5 25, , , ,66 49,88 => 20 db 7 4,5 28,7 24 7, , ,06 50,2 => 20 db 7 7,5 1, ,77 8 0, ,05 50,52 => 20 db 74 1,5 2,5 18 9, , ,26 50,60 => 20 db 74 4,5 25, , , ,82 51,18 => 20 db 74 7,5 27, , , ,89 51,4 => 20 db 75 1,5 17,7 12 8, , ,05 52,26 => 20 db 75 4,5 19, , , ,5 52,58 => 20 db 75 7,5 2, , , ,26 52,65 => 20 db 76 1,5 1, , , ,52 48,27 => 20 db 76 4,5 2, , , ,88 48,81 => 20 db 76 7,5, , , ,0 48,91 => 20 db 77 1,5 24, , , 16 4,71 6,16 => 20 db 77 4,5 27,7 22 2,12 0 2, ,75 7,90 => 20 db 77 7,5 1, , , ,05 41,5 => 20 db 78 1,5 29,8 25 0, ,7 18 2,66 6,15 => 20 db 78 4,5 1, ,5 24,4 19,77 8,70 => 20 db 78 7,5, , , ,7 41,86 => 20 db 79 1,5 0, , , ,26 44,74 => 20 db 79 4,5 2,1 27 4,60 0, ,02 45,72 => 20 db 80 1,5 5,22 0 2, , ,02 41,25 => 20 db 80 4,5 7,18 2 6,1 4 28,02 2 9,94 42,97 => 20 db 81 1,5 7,24 2 1, ,56 2 5,81 40,48 => 20 db 81 4,5 7,68 6,08 4 0, ,8 42,0 => 20 db 81 7,5 7,9 7,72 6 1, ,08 4,75 => 20 db 82 1,5 1, , , ,07 41,0 => 20 db 82 4,5 2, ,57 4 1, ,84 42,76 => 20 db 8 1,5 7,72 6, ,5 19 9,02 42,71 => 20 db 8 4,5 8,62 4 8, , ,64 4,81 => 20 db ieman Raadgevende ngenieurs B.V. Vesiging Urech

124 ieman Raadgevende ngenieurs projec opdrachgever ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Viverion objecen bodemabsorpie gebouw bebouwing rijlijn hoogelijn + waarneempun gevel omschrijving ' Gijmink e Goor Hof van Twene Geluidbelasing excl. afrek Gecumuleerd Begane grond Waarneemhooge = 1,5m WinHavik 8.41 (c) diraciviy-sofware Plangebieden 9 m 10 ' Gijmink in Goor.mdb schaal: 1 :

125 ieman Raadgevende ngenieurs projec opdrachgever ' Gijmink e Goor - fase 8 /m 10 Viverion objecen bodemabsorpie gebouw bebouwing rijlijn hoogelijn + waarneempun gevel omschrijving ' Gijmink e Goor Hof van Twene Geluidbelasing excl. afrek Gecumuleerd Eerse verdieping Waarneemhooge = 4,5m WinHavik 8.41 (c) diraciviy-sofware Plangebieden 9 m 10 ' Gijmink in Goor.mdb schaal: 1 :