BOEKHOUDKUNDIGE SECTORALE REGELGEVING SPORT

Transcriptie

1 BOEKHOUDKUNDIGE SECTORALE SPORT Door Stefaan Tuytten Senior consultant social profit SBB Accountants & Adviseurs 14/06/07

2 DE SECTOR Cijfergegevens beperkt tot Vlaanderen Kalenderjaar 2005 Totaal aangesloten leden: Totaal aantal clubs: Sectoren: - unisportfederaties - recreatieve sportfederaties

3 DE SECTOR 34 erkende en gesubsideerde unisportfederaties clubs leden 32 erkende en gesubsidieerde recreatieve sportfederaties clubs leden

4 DE SECTOR daarnaast -4 organisaties voor sportieve vrijetijdsbesteding +/ leden - de koepelorganisatie Vlaamse Sportfederatie

5 DE SECTOR Tewerkstelling FTE werknemers - +/ vrijwilligers Gesubsidieerd Bloso: 301,98 FTE

6 DE SECTOR Subsidies (Rapport Publieke geldstromen voor de sport in Vlaanderen 2004 door Steunpunt van Sport, Beweging en gezondheid iov Bert Anciaux, Vlaams minister van Jeugd, Cultuur, Sport en Brussel) Publieke geldstromen: alle overheidsuitgaven die betrekking hebben op de actieve en passieve sportbeoefening van de Vlaamse bevolking, zowel top- als breedtesport, met uitzondering van lichamelijke opvoeding op school

7 DE SECTOR Onderscheid tussen: - Reguliere publieke geldstromen: geldstromen begroot door overheidsinstanties bevoegd voor sport op Vlaams, provinciaal en gemeentelijk niveau - Niet-reguliere publieke geldstromen: alle publieke geldstromen die de sportsector in Vlaanderen ontvangt doch niet terug te vinden zijn in de begrotingen van overheidsinstellingen bevoegd voor de sport (gesubsidiëerde contractuelen, topsportscholen, Nationale Loterij, veiligheid en preventie bij sportevenementen, sportgerelateerde investeringen door Toerisme Vlaanderen, )

8 DE SECTOR Totaal subsidiebedrag 2004: Reguliere geldstromen: Vlaamse Gemeenschap: (23,5%) - Vlaamse provincies: (3,8%) - Vlaamse gemeenten: (72,7%)

9 DE SECTOR Niet-reguliere geldstromen: Vlaamse Gemeenschap: (42,5%) - Federale overheid: (57,5%) PS: Niet-reguliere geldstromen > dotatie Bloso van Vlaamse Gemeenschap (58 mio EUR)

10 DE SECTOR Subsidies volgens ontvanger - Breedtesport: +/- 75% - Topsport/ +/- 25% 55 mio van de niet-reguliere geldstromen komt terecht bij topsport.

11 Decreet 13/7/2001 (BS 14/9/2001) art 13,3 en 28, 4 subsidiëringscriteria: een boekhouding voeren volgens de door de Vlaamse regering voorgeschreven regels Besluit Vlaamse regering 31/5/2002 (BS 5/9/2002) art 16

12 Vereisten volgens art 16 besluit: 1/ volledige boekhouding (alle verrichtingen, bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van welke aard ook) 2/ boekjaar = kalenderjaar 3/ stelsel van rekeningen obv regels van het dubbel boekhouden 4/ alle verrichtingen zonder uitstel, getrouw, volledig en in tijdsorde

13 5/ boeking obv gedagtekend verantwoordingstuk 6/ op het einde van elk boekjaar omzichtig en te goeder trouw, de nodige opnemingen, verificaties, opzoekingen en waarderingen om inventaris op te maken van alle bezittingen, schulden en verplichtingen van welke aard ook, die betrekking hebben op de opdrachten en het eigen vermogen

14 7/ Nadat de rekeningen in overeenstemming zijn gebracht met de gegevens van de inventaris, worden ze aan het einde van elk jaar samengevat en beschreven in de jaarrekening nadat eerst ter controle een proef- en saldibalans werd opgemaakt

15 Comformiteit sectorale regelgeving gemeen boekhoudrecht verenigingen - ovv algemene boekhoudregels - ovv rekeningenstelsel en jaarrekening - ovv waarderingsregels

16 Algemene boekhoudregels Art 16 besluit Vlaamse regering dd 31/05/2002

17 Rekeningenstelsel en jaarrekening Cfr art 16, 3, 3 lid besluit Vlaamse regering dd 31/5/2002: rekeningenstelsel moet worden opgesteld en genummerd overeenkomstig de indeling vastgesteld door het Bloso. De sportfederatie kan dit rekeningenstelsel verder uitbouwen ifv de aard en de omvang van haar opdrachten

18 1/ Balans - verschillende rekeningen, actief en passief werden verder onderverdeeld

19 Bv 23-Installaties, machines en uitrusting: - sportmateriaal in volle eigendom (230- rekening) - technologisch materiaal in volle eigendom (231-rekening) - didactisch materiaal in volle eigendom (232- rekening) - overige install, mach en uitrust in volle eigendom (233-rekening) - niet in volle eigendom (234-rekening)

20 Bv 41- Overige vorderingen : 413 te ontvangen subsidies Bloso: opgedeeld naar werking waarvoor de subsidie is bestemd Bv 46 ontvangen voorschotten en vooruitbetalingen 460 Voorschotten subsidies Bloso: opgedeeld naar werking waarvoor subsidie is bestemd

21 2/ Resultatenrekening a/ Klasse 6 - bepaalde rekeningen binnen het MAR verder gespecificeerd Bv: uitgewerkt stelsel 61-rekening Bv: uitsplitsing rekening 600: (sportmateriaal, technologisch materiaal en didactisch materiaal)

22 - afwijkingen binnen de groep MAR Bv: 608-rek: aankopen waarvoor Bloso voorafgaandelijk een schriftelijk akkoord heeft gegeven Bv: 617-studie- en onderzoekswerk Bv: 623-rek: eindejaarstoelage

23 - afwijkingen waardoor wijziging van groep Nihil

24 b/ Klasse 7 SECTORALE Bepaalde rekeningen binnen het MAR verder gespecificeerd Bv: onderverdeling groep 70

25 Afwijkingen binnen de groep MAR Nihil

26 Afwijkingen waardoor wijziging van groep Klasse 73: opbrengsten van diensten en recuperaties (post 61) Klasse 74: lidgelden, subsidies, sponsoring, schenkingen en legaten Klasse 75: overige bedrijfsopbrengsten Klasse 76: financiële opbrengsten Klasse 77: uitzonderlijke opbrengsten

27 Gevolg SECTORALE - getoetst aan de transparantie: onveranderd zou dit leiden tot totaal andere conclusies - jaarrekening gemeen recht kan NIET automatisch voortvloeien uit het stelsel der rekeningen

28 Motivatie afwijkingen Gebruik klasse 74 is historisch gegroeid (vanaf 2000, inwerkingtreding decreet 13 april 1999) Bij invoering MAR opgelegd door KB 19/12/2003: bestaande rekeningenstelsel aan te passen waar mogelijk, maar tegelijkertijd, omwille van beleidsstatistische redenen, de reeds bestaande rekeningen zoveel mogelijk behouden.

29 3/ Toelichting bij jaarrekening Geen specifieke sectorale verplichtingen

30 Waarderingsregels Geen afwijkende waarderingsregels In toelichting bij het decreet dd 13/7/01 zijn voor een aantal subsidieerbare activa minimale afschrijvingstermijnen vooropgesteld BV didactisch materiaal > 250: minimale afschrijvingdtermijn 5 jaar

31 Bv: aankoop technologisch materiaal > 250: minimale afschrijvingstermijn 3 jaar Bv: aankoop sportmateriaal > 250: minimale afschrijvingstermijn 3 jaar Bv: aankoop topsportmateriaal: afschrijvingstermijn wordt bilateraal bepaald.

32 CONCLUSIE 1/Obv de algemeen toe te passen boekhoudprincipes: gelijkwaardig 2/ Obv de waarderingsregels: gelijkwaardig 3/ Obv het te hanteren rekeningenstelsel: niet gelijkwaardig