HUSQVARNA AUTOMOWER 305 GEBRUIKSAANWIJZING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HUSQVARNA AUTOMOWER 305 GEBRUIKSAANWIJZING"

Transcriptie

1 HUSQVARNA AUTOMOWER 305 GEBRUIKSAANWIJZING

2

3 INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid Inleiding Symbolen op het product Symbolen in de gebruiksaanwijzing Veiligheidsinstructies Presentatie Onderdelen? Werking Installatie Voorbereidingen Installatie van laadstation Opladen van accu Installatie van begrenzingskabel Aansluiten van begrenzingskabel Installatie van begeleidingskabel Controle van de installatie Ingebruikname en kalibratie Test het dokken in het laadstation Gebruik Opladen van lege accu Gebruik van de timer Starten Stoppen Uitschakelen Afstellen van maaihoogte Controlepaneel Selectie bedieningsmodus Meerkeuzeknoppen Getallen Hoofdschakelaar Menufuncties Hoofdmenu Menustruktuur Timer (1) Installatie (2) Veiligheid (3) Instellingen (4) Tuinvoorbeelden Onderhoud Winterstalling Service Na de winterstalling Schoonmaken Vervoer en verwijdering Bij onweer Bladen Accu Opsporen van storingen Meldingen Indicatielampje in het laadstation Symptoom Opsporen van breuken in de lusdraad Technische gegevens Informatie met betrekking tot het milieu EU-verklaring Nederlands - 3

4 AANTEKENINGEN Serienummer: PIN-code: Dealer: Telefoonnummer dealer: Mocht de maaier worden gestolen, is het van groot belang om de dealer hiervan op de hoogte te stellen. Geef het serienummer van de maaier op zodat hij als gestolen kan worden geregistreerd in de centrale systemen van Husqvarna AB. Dit vormt een belangrijke stap in de diefstalbeveiligingsprocedure ter ontmoediging van het kopen en verkopen van gestolen maaiers Nederlands

5 1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1. Introductie en veiligheid 1.1 Inleiding Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct. Om uw Husqvarna Automower optimaal te kunnen benutten is kennis nodig over de werking. Deze bedieningshandleiding bevat belangrijke informatie over de maaier, de installatie en het gebruik ervan. Naast deze gebruiksaanwijzing is er aanvullende informatie te vinden op de website van Automower, op Hier vindt u meer hulp en adviezen over het gebruik van het product. Husqvarna AB werkt voortdurend aan het verder ontwikkelen van haar producten en behoudt zich dan ook het recht voor om zonder aankondiging vooraf wijzigingen in vorm, uiterlijk en werking door te voeren. Ter vereenvoudiging gebruiken we het volgende systeem in de gebruiksaanwijzing: Tekst, die cursief is geschreven, is een tekst die verschijnt in het display van de maaier of die verwijst naar een ander deel van de gebruiksaanwijzing. Woorden, die vet zijn geschreven, zijn een van de knoppen op het toetsenbord van de maaier. Woorden, die cursief in HOOFDLETTERS zijn geschreven, betreffen de positie van de hoofdschakelaar en de verschillende bedrijfsstanden die op de maaier zitten. BELANGRIJKE INFORMATIE Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik uw Automower niet voor u de inhoud begrijpt. WAARSCHUWING Automower kan bij verkeerd gebruik gevaarlijk zijn. Nederlands - 5

6 1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1.2 Symbolen op het product Deze symbolen kunnen op de grasmaaier aanwezig zijn. Bestudeer ze zorgvuldig. Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik uw Automower niet voor u de inhoud begrijpt. Waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing moeten zorgvuldig worden opgevolgd om de maaier veilig en efficiënt te kunnen gebruiken. Automower kan alleen starten als de hoofdschakelaar in stand 1 staat en de juiste PIN-code is aangegeven. Controle en/of onderhoud moet u uitvoeren met de schakelaar in stand 0. Blijf op een veilige afstand van de Automower wanneer deze in bedrijf is. Hou handen en voeten uit de buurt van de draaiende messen. Plaats uw handen of voeten nooit vlakbij of onder de carrosserie wanneer Automower werkt. Probeer nooit op Automower mee te rijden. Dit product voldoet aan de geldende EU-richtlijnen. Het is niet toegestaan om dit product aan het einde van zijn nuttige levensduur af te voeren als normaal huishoudelijk afval. Zorg dat het product wordt gerecycled volgens de lokale wettelijke voorschriften. Gebruik nooit een hogedrukreiniger, en zelfs geen stromend water, om Automower schoon te maken. 6 - Nederlands

7 1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing Deze symbolen staan in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer ze zorgvuldig. Zet de hoofdschakelaar op 0 voordat u inspecties en/of onderhoud uitvoert. Gebruik altijd beschermende handschoenen bij alle werkzaamheden aan de onderkant van de maaier. Gebruik nooit een hogedrukreiniger, en zelfs geen stromend water, om Automower schoon te maken. Het waarschuwingsveld geeft aan dat het risico van persoonlijk letsel bestaat, vooral als men de gegeven instructies niet opvolgt. WAARSCHUWING Xxxxxx xxxxx xxxx xxxx xxxxx xxx. Het informatieveld geeft aan dat het risico van materiaalschade bestaat, vooral als men de gegeven instructies niet opvolgt. Dit veld wordt ook gebruikt wanneer het risico van verkeerd gebruik bestaat. BELANGRIJKE INFORMATIE Xxxxxx xxxxx xxxx xxxx xxxxx xxx. Nederlands - 7

8 1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1.4 Veiligheidsinstructies Gebruik De robotmaaier is bedoeld voor het maaien van gras op open en vlakke grondoppervlakken. Hij mag uitsluitend worden gebruikt in combinatie met door de fabrikant aanbevolen apparatuur. Elk ander gebruik is onjuist. De instructies van de fabrikant over bediening, onderhoud en reparaties moeten nauwkeurig worden gevolgd. De robotmaaier mag uitsluitend worden bediend, onderhouden en gerepareerd door personen die volledig vertrouwd zijn met de speciale kenmerken van en veiligheidsvoorschriften voor het product. Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en gebruik de robotmaaier niet voordat u de instructies hebt begrepen. Het is niet toegestaan de originele uitvoering van Automower te wijzigen. Alle wijzigingen vinden plaats op eigen verantwoordelijkheid. Controleer of op het gras dat moet worden gemaaid geen stenen, takken, gereedschap, speelgoed en andere voorwerpen liggen, die de messen kunnen beschadigen en kunnen leiden tot vastlopen. Start Automower volgens de instructies. Als de hoofdschakelaar in de stand 1 staat, moet u uw handen en voeten uit de buurt van de draaiende bladen houden.steek uw handen of voeten nooit onder de maaier. De Automower nooit optillen of dragen terwijl de hoofdschakelaar in de stand 1 staat. Sta niet toe dat iemand die de functie en het gedrag van Automower niet kent de maaier gebruikt. Gebruik Automower nooit wanneer personen, en dan vooral kinderen, of huisdieren in de buurt zijn. Plaats geen voorwerpen op Automower of het laadstation. Laat Automower niet werken met een kapotte maaischijf of carrosserie. De machine mag ook niet werken met kapotte messen, bouten, moeren of kabels. Gebruik Automower niet als de hoofdschakelaar niet functioneert. Schakel de Automower altijd uit met de hoofdschakelaar wanneer de maaier niet wordt gebruikt. De Automower start alleen als de hoofdschakelaar op 1 staat en als de juiste PIN-code is ingevoerd. Automower mag niet werken wanneer een sprinkler wordt gebruikt. Gebruik daarom de timerfunctie, zie 6.3 Timer (1) op pagina 43, zodat maaier en sprinkler niet tegelijkertijd actief zijn. Husqvarna AB kan niet garanderen dat de Automower volledig compatibel is met andere typen draadloze systemen, zoals afstandsbedieningen, radiozenders, verzonken elektrische afrasteringen en dergelijke. 8 - Nederlands

9 1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID Verplaatsen Bij transport over langere afstand moet u Automower verpakken in de emballage waarin hij is geleverd. Voor veilig verplaatsen van of naar het werkgebied: 1. Druk op de STOP-knop om de maaier te stoppen. Als de beveiliging is ingesteld op middelhoog of hoog niveau (zie 6.5 Veiligheid (3) op pagina 48) moet de PIN-code worden ingevoerd. De PIN-code heeft vier cijfers en wordt gekozen als de maaier voor het eerst wordt gestart. Zie 3.8 Ingebruikname en kalibratie op pagina Zet de hoofdschakelaar in stand Draag de maaier aan de handgreep die helemaal achteraan onder de maaier zit. Draag de maaier met de maaischijf van uw lichaam vandaan. BELANGRIJKE INFORMATIE Til de maaier niet op als hij in het laadstation is geparkeerd. Hierdoor kan het laadstation en/of de maaier worden beschadigd. Open de klep en trek de maaier uit het laadstation voordat u hem optilt. Onderhoud WAARSCHUWING Wanneer de maaier op zijn kop wordt gezet, moet de hoofdschakelaar in stand 0 staan. Bij alle werkzaamheden aan de onderkant van de maaier, zoals schoonmaken en vervangen van messen, moet de hoofdschakelaar altijd in stand 0 staan. Controleer Automower iedere week en vervang eventueel beschadigde of versleten onderdelen. Controleer vooral of de messen en de maaischijf niet zijn beschadigd. Vervang indien nodig alle messen en bouten tegelijkertijd zodat de draaiende delen in balans zijn, zie 8.7 Bladen. Nederlands - 9

10 2. PRESENTATIE 2. Presentatie Dit hoofdstuk bevat informatie waarvan u zich bewust moet zijn bij het plannen van de installatie. Een installatie van Husqvarna Automower bestaat uit vier hoofdcomponenten: Automower, een automatische grasmaaier die het gras maait door zich voornamelijk in een onregelmatig patroon te bewegen. De maaier wordt aangedreven door een onderhoudsvrije accu. Laadstation, dat Automower zelf opzoekt, wanneer het laadniveau in de accu te laag wordt. Het laadstation heeft drie functies: Stuursignalen sturen naar de begrenzingskabel. Stuursignalen verzenden door de geleidingsdraad zodat de Automower het laadstation kan vinden. De accu van Automower opladen. Transformator, die wordt aangesloten tussen het laadstation en een 230V stopcontact. De transformator is aangesloten op het wandstopcontact en op het laadstation met een 10 m lang laagspanningskabel. De laagspanningskabel mag niet worden ingekort of verlengd. Kabel, die in een lus rond het werkgebied voor Automower wordt gelegd. De begrenzingskabel legt u langs de randen van het gazon en rond voorwerpen en planten waar de maaier niet tegenaan mag stoten. De draad dient tevens als geleidingsdraad. De kabel die wordt meegeleverd voor de installatie is 150 m lang. Als dat niet voldoende is, kunt u meer kabel kopen en deze met een verbindingsstuk op de bestaande kabel aansluiten. De maximaal toegestane lengte voor de lusdraad is 250 m Nederlands

11 2. PRESENTATIE 2.1 Onderdelen? De getallen in de afbeelding komen overeen met: 1. Huis 2. Deksel van display, toetsenblok en maaihoogteafstelling 3. Stopknop/vergrendelingsknop voor openen van het deksel 4. Contactstrip 5. Lampje voor werkingscontrole van het laadstation, de grensdraad en de geleidingsdraad 6. Laadstation 7. Handvat 8. Accudeksel 9. Maaischijf 10. Chassiskast met elektronica, accu en motoren 11. Hoofdschakelaar 12. Achterwiel 13. Laadstrip 14. Toetsenblok 15. Display 16. Lusdraad voor grensdraad en geleidingsdraad 17. Laagspanningskabel 18. Connector voor de lusdraad 19. Schroeven voor bevestiging van het laadstation 20. Transformator 21. Haakjes 22. Meetplaat ten behoeve van installatie grensdraad (de meetplaat wordt van de doos afgebroken) 23. Aansluitingsstuk voor de lusdraad 24. Gebruikershandleiding Nederlands - 11

12 2. PRESENTATIE 2.2 Werking Capaciteit Gebruik van de Automower wordt aanbevolen voor gazons met een maximaal oppervlak van 500 m 2. Hoe groot het oppervlak is dat de Automower gemaaid kan houden, hangt voornamelijk af van de toestand van de bladen en de soort, groei en vochtigheid van het gras. Ook de vorm van de tuin is van belang. Wanneer de tuin voornamelijk uit open grasvelden bestaat, kan Automower meer per uur maaien dan wanneer de tuin uit een aantal kleine grasvelden bestaat, van elkaar gescheiden door veel bomen, borders en passages. Een volledig geladen Automower maait 30 tot 70 minuten lang, afhankelijk van de leeftijd van de accu en de dikte van het gras. Daarna zal de maaier ongeveer 80 tot 100 minuten laden. De laadtijd kan variëren; deze is onder meer afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Maaitechniek Het maaisysteem voor Automower is gebaseerd op een efficiënt en energiezuinig principe. In tegenstelling tot normale grasmaaiers, snijdt Automower het gras af in plaats van het af te slaan. Voor de allerbeste maairesultaten raden wij aan om Automower voornamelijk bij droog weer het gras te laten maaien. Automower kan ook maaien als het regent, maar nat gras blijft makkelijker op de maaier vastzitten en het risico dat de maaier op steile hellingen slipt, is groter. Als er kans op onweer is, moet de transformator worden losgekoppeld van de voeding, en de grensdraad en de geleidingsdraad van het laadstation. Voor het beste maairesultaat moeten de messen in goede conditie zijn. Om de messen zo lang mogelijk scherp te houden, is het belangrijk dat het gazon vrij is van takken, kleine stenen en andere voorwerpen die de messen kunnen beschadigen. Vervang de bladen regelmatig voor de beste maairesultaten. Het vervangen van de bladen is heel eenvoudig. Zie 8.7 Bladen op pagina Nederlands

13 2. PRESENTATIE Werkwijze Automower maait het gazon automatisch. Hij wisselt het maaien voortdurend af met opladen. De maaier begint zelf naar het laadstation te zoeken wanneer de lading van de accu te laag wordt. Automower maait niet wanneer hij het laadstation zoekt. Als de Automower op zoek gaat naar het laadstation, zoekt hij eerst ongericht naar de geleidingsdraad. Vervolgens volgt hij de geleidingsdraad naar het laadstation, keert hij vlak voor het station en rijdt hij er achteruit in. Als de accu volledig geladen is, rijdt de maaier weg bij het laadstation en begint hij te maaien in een willekeurige richting van 90 tot 270 ten opzichte van de uitrijhoek. Met het oog op gelijkmatig maaien, ook in moeilijk bereikbare delen van de tuin, zijn er een aantal handmatige instellingen voor het wegrijden van de maaier bij het laadstation. Zie 6.4 Installatie (2). Wanneer de carrosserie van Automower op een obstakel stoot, gaat de maaier achteruit om een nieuwe rijrichting te kiezen. Twee sensoren, één voor en één achter op Automower, registreren wanneer de maaier de begrenzingskabel nadert. Automower passeert de kabel maximaal zo n 28 centimeter voordat hij omkeert. De STOP-knop op de bovenkant van Automower wordt voornamelijk gebruikt om de rijdende maaier te stoppen. Wanneer u de STOP-knop indrukt, wordt een klep geopend, waaronder een controlepaneel zit. De STOP-knop blijft ingedrukt tot de klep weer wordt dichtgedaan. Dit werkt als startvergrendeling. Nederlands - 13

14 2. PRESENTATIE Via het controlepaneel op de bovenkant van Automower kunt u alle instellingen van de maaier regelen. Open de klep voor het controlepaneel door de STOP-knop in te drukken. Wanneer de hoofdschakelaar voor het eerst naar stand 1 wordt gedraaid, wordt er een opstartprocedure geactiveerd, waarbij de taal, de datum- en tijdsindeling en de viercijferige pincode kunnen worden geselecteerd en de datum en tijd kunnen worden ingesteld. Zie 3.8 Ingebruikname en kalibratie op pagina 32. In het vervolg moet de PIN-code telkens worden ingevoerd als de hoofdschakelaar op 1 wordt gezet. Zie 6.5 Veiligheid (3) op pagina 48 voor nadere inlichtingen over diefstalbeveiliging. Bewegingspatroon Het bewegingspatroon van de maaier is onregelmatig en wordt door Automower zelf bepaald. Een bewegingspatroon wordt ook nooit herhaald. Dit maaisysteem zorgt ervoor dat het gazon gelijkmatig wordt gemaaid, zonder randen van de maaier. Beste locatie voor het laadstation Automower rijdt onregelmatig tot hij de begeleidingskabel vindt. Vervolgens volgt de maaier de begeleidingslus naar het laadstation. De geleidingsdraad is een kabel die vanaf het laadstation bijvoorbeeld richting een ver af gelegen deel van het werkgebied of door een nauwe doorgang wordt gelegd, om vervolgens te worden aangesloten op de grensdraad. Nadere inlichtingen vindt u in 3.6 Installatie van begeleidingskabel Nederlands

15 3. INSTALLATIE 3. Installatie In dit hoofdstuk wordt het installeren van de Automower van Husqvarna beschreven. Lees voordat u met de installatie begint eerst het vorige hoofdstuk, 2. Presentatie. Lees ook dit hoofdstuk volledig door voordat u met de installatie begint. Hoe de installatie is uitgevoerd, beïnvloedt hoed goed Automower functioneert. Daarom is het belangrijk de installatie zorgvuldig te plannen. De planning is gemakkelijker als u een schets maakt van het werkgebied, met inbegrip van alle obstakels. Zo vindt u eenvoudiger de beste positie voor het laadstation, de grensdraad en de geleidingsdraad. Teken de route van de grens- en geleidingsdraad af in de schets. In hoofdstuk 7. Tuinvoorbeelden, vindt u voorbeelden van installaties. Kijk ook op voor meer beschrijvingen en tips over het installeren. Voer de installatie uit volgens de volgende stappen: 3.1 Voorbereidingen. 3.2 Installatie van laadstation. 3.3 Opladen van accu. 3.4 Installatie van begrenzingskabel. 3.5 Aansluiten van begrenzingskabel. 3.6 Installatie van begeleidingskabel. 3.7 Controle van de installatie. 3.8 Ingebruikname en kalibratie 3.9 Test het dokken in het laadstation Het laadstation, de grensdraad en de geleidingsdraad moeten zijn aangesloten om een volledige startprocedure te kunnen uitvoeren. 3.1 Voorbereidingen 1. Als het gras binnen het geplande werkgebied langer is dan 10 cm; moet u het met een normale grasmaaier maaien. Verzamel vervolgens het gras. 2. Lees alle stappen voor de installatie zorgvuldig door. 3. Controleer of alle onderdelen voor de installatie aanwezig zijn: De getallen tussen haakjes verwijzen naar de gedetailleerde afbeeldingen 2.1 Onderdelen?. Gebruiksaanwijzing (24) Nederlands - 15

16 3. INSTALLATIE Automower Laadstation (6) Luskabel voor begrenzingslus en begeleidingskabel (16) Transformator (20) Laagspanningskabel (17) Krammen (21) Contacten voor luskabel (18) Schroeven voor het laadstation (19) Maatstok (22) Verbindingen voor luskabel (23) Voor de installatie heeft u ook nodig: Hamer/kunststof moker om de haken gemakkelijker in de grond te krijgen. Combinatietang voor het knippen van de grensdraad en het samenknijpen van de contacteenheden. Kantensteker/rechte spade als de grensdraad moet worden ingegraven. 3.2 Installatie van laadstation Beste plaats voor laadstation Houd rekening met de volgende aspecten bij het kiezen van de beste locatie voor het laadstation: Zorg voor 3 meter vrije ruimte vóór het laadstation. Het moet mogelijk zijn om vanaf het laadstation een grensdraad van minimaal 1,5 meter in een rechte lijn naar rechts en links te leggen. Dicht bij een wandstopcontact. De bijgeleverde laagspanningskabel is 10 meter lang. Een vlakke ondergrond om het laadstation op te plaatsen. Bescherming tegen waternevel van bijvoorbeeld een besproeiingsinstallatie Bescherming tegen direct zonlicht Locatie in het lagere deel van een werkgebied met een aanzienlijke helling Eventuele noodzaak om het laadstation uit het zicht van buitenstaanders te houden Eventuele esthetische voorkeuren Voorbeelden van de beste installatielocatie voor het laadstation vindt u in 7. Tuinvoorbeelden op pagina Nederlands

17 3. INSTALLATIE Het laadstation moet worden geplaatst met veel vrije ruimte aan de voorzijde (ten minste 3 meter). Het kan ook het best centraal in het werkgebied worden geplaatst, zodat de Automower gemakkelijker alle hoeken van het werkgebied kan bereiken. Plaats het laadstation niet in krappe ruimtes in het werkgebied. Rechts en links van het laadstation moet een recht stuk grensdraad van minimaal 1,5 meter lang liggen. De draad moet in een rechte lijn worden gelegd vanaf de achterzijde van het laadstation. Elke andere locatie kan betekenen dat de gazonmaaier het laadstation zijdelings moet binnengaan, waardoor het dokken problemen kan geven. Plaats het laadstation niet in een hoek in het werkgebied Het laadstation moet op relatief horizontale grond worden geplaatst. De voorkant van het laadstation mag maximaal 3 cm hoger liggen dan de achterkant. De voorkant van het laadstation mag nooit lager liggen dan de achterkant. 3 Het laadstation mag niet zo worden geplaatst dat de plaat doorbuigt. Nederlands - 17

18 3. INSTALLATIE Wanneer de installatie wordt uitgevoerd in een werkgebied met een steile helling (zoals rond een huis op een heuvel) moet het laadstation onder aan de helling in het werkgebied worden geplaatst. Dit maakt het eenvoudiger voor de gazonmaaier om de geleidingsdraad naar het laadstation te volgen. Plaats het laadstation niet op een eiland omdat het hierdoor lastiger is om de geleidingsdraad optimaal te leggen. Als het laadstation op een eiland moet worden geïnstalleerd, moet de geleidingsdraad ook op het eiland worden aangesloten. Zie de afbeelding hiernaast. Meer informatie over eilanden is te vinden in hoofdstuk 3.4 Installatie van begrenzingskabel. Aansluiten van transformator Houd bij het bepalen van de locatie voor de transformator rekening met de volgende punten: Dicht bij het laadstation Bescherming tegen regen Bescherming tegen direct zonlicht Wanneer de transformator op een stopcontact buiten wordt aangesloten, moet dit stopcontact zijn goedgekeurd voor gebruik buitenshuis. De laagspanningskabel naar de transformator is 10 meter lang en mag niet worden ingekort of verlengd. Het is mogelijk dat u de laagspanningskabel het werkgebied laat kruisen. De laagspanningskabel moet met haken in de grond worden gezet of worden ingegraven en de maaihoogte moet zodanig worden ingesteld dat de bladen op de bladschijf nooit in contact kunnen komen met de laagspanningskabel. De transformator moet zo worden geplaatst dat er voldoende luchtverversing is en geen direct zonlicht. De transformator moet onder een afdak worden geplaatst. Wij raden aan een aardlekschakelaar te gebruiken wanneer u de transformator op het stopcontact aansluit. Voor de beste prestaties mag de transformator niet worden blootgesteld aan direct zonlicht Nederlands

19 3. INSTALLATIE De transformator moet worden gemonteerd op een verticaal oppervlak, zoals de muur van een huis. Monteer de transformator met behulp van schroeven in de twee bevestigingspunten. Bevestigingsschroeven zijn niet meegeleverd. Kies schroeven die geschikt zijn voor het materiaal van de muur. Monteer de transformator op een zodanige hoogte dat er geen risico bestaat dat de transformator in water wordt ondergedompeld (minimaal 30 cm vanaf de grond). Plaats de transformator nooit op de grond. min 30cm/12 BELANGRIJKE INFORMATIE De laagspanningskabel mag niet worden ingekort of verlengd. BELANGRIJKE INFORMATIE Plaats de laagspanningskabel zodanig dat de bladen op de bladschijf hiermee nooit in contact kunnen komen. Installatie en aansluiten van laadstation 1. Plaats het laadstation op een geschikte plaats. 2. Sluit de laagspanningskabel aan op het laadstation. 3. Sluit de voedingskabel van de transformator aan op een wandstopcontact van 230 V. Als het wandstopcontact zich buiten bevindt, is het van belang om de transformator af te schermen tegen direct zonlicht. 4. Bevestig het laadstation aan de grond met behulp van de bijgeleverde schroeven. Draai de schroeven zodanig aan dat ze helemaal verzonken zijn. BELANGRIJKE INFORMATIE Het is niet toegestaan nieuwe gaten in de plaat te maken. Alleen de bestaande gaten mogen worden gebruikt om de plaat op de grond te bevestigen. Nederlands - 19

20 3. INSTALLATIE BELANGRIJKE INFORMATIE Trap of loop nooit op de plaat van het laadstation. 3.3 Opladen van accu De maaier kan worden geladen zodra het laadstation wordt aangesloten. Zet de hoofdschakelaar in de stand 1. Plaats de Automower in het laadstation zodat de accu wordt geladen terwijl u de grens- en geleidingsdraad legt. Als de accu leeg is, duurt het ongeveer 80 tot 100 minuten om hem volledig te laden. BELANGRIJKE INFORMATIE U kunt Automower niet gebruiken voordat de installatie helemaal gereed is Nederlands

21 3. INSTALLATIE 3.4 Installatie van begrenzingskabel De begrenzingskabel kan op een van de volgende manieren worden geïnstalleerd: 1. De kabel met krammen op de grond te bevestigen. U kunt de grensdraad het best met de haakjes vastzetten als u tijdens de eerste paar weken van het gebruik de ligging wilt kunnen bijstellen. Na enkele weken zal het gras over de draad heen zijn gegroeid, waardoor deze niet langer zichtbaar is. Gebruik een hamer/kunststof moker en de bijgeleverde haken om de installatie uit te voeren. 2. De kabel ingraven. Als u het gazon wilt verticuteren of beluchten kunt u de grensdraad het best ingraven. Indien nodig kunt u beide manieren combineren, zodat een deel van de begrenzingslus wordt vastgekramd en de rest wordt ingegraven. De draad kan worden ingegraven met behulp van bijvoorbeeld een kantensteker of een rechte spade. Zorg dat u de grensdraad minimaal 1 cm en maximaal 20 cm onder de grond legt. Bepaal waar u de grensdraad wilt leggen De grensdraad moet zodanig worden gelegd dat: deze een lus rond het werkgebied voor de robotmaaier vormt. Gebruik hiervoor uitsluitend grensdraad van Husqvarna. Dit is bestand tegen het vocht in de grond dat de draden anders makkelijk zou kunnen beschadigen. de maaier op geen enkel punt binnen het volledige werkgebied meer dan 15 meter verwijderd is van de draad. de kabel maximaal 250 meter lang is. er 20 cm extra draad beschikbaar is om de geleidingsdraad later aan te bevestigen. Zie 3.6 Installatie van begeleidingskabel op pagina 28. De afstand van de grensdraad tot obstakels varieert; deze is afhankelijk van wat er pal naast het werkgebied ligt. Onderstaande afbeelding laat zien hoe de grensdraad rond het werkgebied en rond obstakels moet worden gelegd. Gebruik de bijgeleverde meetlat om de juiste afstand te bepalen (zie 2.1 Onderdelen? op pagina 11). Nederlands - 21

22 3. INSTALLATIE Afbakeningen van het werkgebied Als een hoog obstakel, bijv. een wand of een muur, aan het werkgebied grenst, moet u de begrenzingskabel 30 cm van het obstakel leggen. Dan zal Automower niet op het obstakel botsen en zal de slijtage aan de carrosserie afnemen. Ongeveer 20 cm rond het vaste obstakel zal niet worden gemaaid. Als het werkgebied aan een kleine greppel grenst, bijv. een border, of aan een kleine verhoging zoals bijv. een lage steen (3 tot 5 cm), moet u de begrenzingskabel 20 cm binnen in het werkgebied leggen. Dit voorkomt dat de wielen in de greppel of op de stenen rijden. Ongeveer 12 cm gras langs de greppel/stenen afbakening zal niet worden gemaaid. Indien het werkgebied aan een pad of iets dergelijks grenst dat op hetzelfde niveau ligt als het gazon, is het mogelijk om Automower een stukje op het pad te laten rijden. U moet de begrenzingskabel dan 5 cm van de rand van het pad leggen. Al het gras langs het tegelpad zal worden gemaaid. Als het werkgebied in tweeën wordt gedeeld door een vlak tegelpad, dat gelijk met het gazon ligt, is het mogelijk om Automower over het pad te laten rijden. De begrenzingskabel kan prima onder de tegels worden gelegd. Het is ook mogelijk de begrenzingskabel in de voegen tussen de tegels te leggen. N.B.! De Automower mag nooit over gravel, mulch of soortgelijk materiaal rijden, omdat de bladen hierdoor kunnen worden beschadigd. BELANGRIJKE INFORMATIE Als het werkgebied aan een waterpartij, helling, afgrond of openbare weg grenst, moet behalve de grensdraad ook een hek of iets dergelijks worden geplaatst. De hoogte moet in dat geval minimaal 15 cm zijn. Dit zorgt ervoor dat de Automower nooit buiten het werkgebied terecht kan komen. Min. 15cm 22 - Nederlands

23 3. INSTALLATIE Afbakeningen in het werkgebied Gebruik de begrenzingskabel om de gebieden in het werkgebied af te bakenen door eilanden te creëren rond niet stootvaste hindernissen, bijvoorbeeld borders, struiken en fonteinen. Leg de kabel naar het gebied, trek hem rond het gebied dat moet worden afgebakend en vervolgens weer terug in het zelfde spoor. Indien u krammen gebruikt, moet u de kabel op de terugweg onder dezelfde kram leggen. Wanneer de begrenzingskabel naar en van het eiland dicht bij elkaar ligt, kan de maaier over de kabel rijden. Obstakels die tegen een stootje kunnen, bijv. bomen en struiken hoger dan 15 cm, hoeven niet afgegrensd te worden met de begrenzingskabel. Automower draait wanneer hij tegen een dergelijk obstakel stoot. Om te zorgen voor een veilige en stille werking is het raadzaam om alle vaste objecten in en rond het werkgebied to isoleren. De grensdraad mag niet worden gekruist op het traject van en naar een eiland. Obstakels die licht hellen, bijvoorbeeld stenen of grote bomen met verhoogde wortels, moeten worden afgebakend of verwijderd. Automower kan anders op zulke obstakels glijden, met als gevolg dat de messen beschadigd raken. Bijgebieden Als het werkgebied uit twee zones bestaat, waarbij het voor de maaier lastig is om van de ene naar de andere zone te gaan, kunt u beter een tweede werkgebied creëren. Voorbeelden hiervan zijn hellingen van 25% of een doorgang die smaller is dan 60 cm. Leg de begrenzingskabel dan rond het bijgebied zodat dit een eiland vormt buiten het hoofdgebied. De Automower moet handmatig van het eerste werkgebied naar het tweede werkgebied worden verplaatst wanneer het tweede werkgebied moet worden gemaaid. Hiervoor moet de MAN-bedieningsmodus worden gebruikt, omdat de gazonmaaier het traject tussen het tweede gebied en het laadstation niet zelfstandig kan afleggen. Zie 5.1 Selectie bedieningsmodus op pagina 39. In deze modus zal de Automower nooit op zoek gaan naar het laadstation maar doorgaan met maaien totdat de accu leeg is. Wanneer de accu leeg is, stopt de maaier en verschijnt de melding "Moet handmatig laden" op het display. Plaats de maaier in het laadstation om de accu te laden. Als het eerste werkgebied na het laden moet worden gemaaid, kunt u de bedieningsmodus op Auto zetten voordat u de maaier in het laadstation plaatst. Bijgebied Hoofbijgebied Nederlands - 23

24 3. INSTALLATIE Passages tijdens maaien Vermijd lang en smalle doorgangen en zones smaller dan 1,5-2 meter. Er bestaat een kans dan de Automower tijdens het maaien langere tijd blijft hangen in een dergelijke doorgang of zone. Het gazon zal er dan geplet uitzien. Hellingen De begrenzingskabel kan dwars over een helling worden gelegd die minder dan 10 % helt. De begrenzingskabel moet niet dwars over een helling worden gelegd die steiler is dan 10 %. Het risico bestaat dat Automower daar problemen krijgt met omdraaien. Dan stopt de maaier en geeft de foutmelding Buiten het werkgebied. Het risico is het grootst bij vochtig weer omdat de wielen dan in het natte gras kunnen slippen. Als er daarentegen een hindernis is, waar Automower tegenaan mag botsen, bijvoorbeeld een hek of een dichte haag, kan de begrenzingskabel dwars over een helling worden gelegd die steiler is dan 10 %. In het werkgebied kan Automower velden maaien met een hellingsgraad tot 25 cm per strekkende meter (25 %). Velden die meer hellen, moeten worden afgebakend met de begrenzingskabel. Indien een deel van het werkgebied meer dan 10 cm per strekkende meter (10 %) neigt, moet de begrenzingskabel circa 20 cm voor de grond begint te hellen op de vlakke grond worden gelegd Nederlands

25 Plaatsen van begrenzingskabel 3. INSTALLATIE Als u van plan bent de grensdraad met haakjes vast te zetten: Maai het gras op de plek waar u de draad gaat leggen heel kort met een gewone grasmaaier of trimmer. In dat geval is het eenvoudiger om de draad dicht bij de grond te leggen, waardoor de kans kleiner wordt dat de maaier de draad doorsnijdt of de isolatie van de draad beschadigt. Zorg ervoor de begrenzingskabel vlakbij de aarde te leggen en bevestig de krammen dicht bij elkaar, ongeveer 75 cm tussen iedere kram. De kabel moet overal vlak tegen de aarde liggen, zodat deze niet wordt doorgesneden voordat de graswortels er overheen zijn gegroeid. Gebruik een hamer om de krammen in de aarde te slaan. Wees voorzichtig bij het inslaan van de haakjes en zorg dat de draad niet te strak komt te staan. Vouw de kabel niet in scherpe hoeken. Als u de grensdraad gaat ingraven: Zorg ervoor dat de begrenzingskabel ten minste 1 cm en maximaal 20 cm onder de aarde ligt. De draad kan worden ingegraven met behulp van bijvoorbeeld een kantensteker of een rechte spade. Gebruik de inbegrepen meetplaat als hulpmiddel bij het leggen van de grensdraad. Zo kunt u eenvoudig de juiste afstand aanhouden tussen de grensdraad en de grens/het obstakel. De meetlat wordt van de doos gescheurd. BELANGRIJKE INFORMATIE Extra kabel mag niet in een rol buiten de begrenzingskabel worden gelegd. Dit kan leiden tot storingen aan Automower. Lus voor het aansluiten van de geleidingsdraad Om het aansluiten van de geleidingsdraad aan de grensdraad te vergemakkelijken, is het een goed idee om op het punt waar de geleidingsdraad later zal worden aangesloten een lus te creëren met behulp van een extra stuk grensdraad van ongeveer 20 cm. Bepaal voordat u begint met het uitleggen van de grensdraad waar u de geleidingsdraad wilt plaatsen. Zie 3.6 Installatie van begeleidingskabel op pagina 28. Nederlands - 25

26 3. INSTALLATIE Uitleggen van begrenzingskabel naar het laadstation De grensdraad moet evenwijdig lopen met de achterzijde van het laadstation. Als de grensdraad anders wordt gelegd, kan het voor de robotmaaier lastig zijn om het laadstation te vinden. In veel gevallen kan het rechte stuk draad links van het laadstation worden beperkt tot 1 meter. Het kan nodig zijn om het rechte stuk draad rechts van het laadstation langer te maken. Dit hangt af van de wijze waarop de grensdraad in de rest van de installatie wordt gelegd. Begrenzingskabel verlengen Gebruik een originele koppeling wanneer de grensdraad niet lang genoeg is en moet worden gelast. Dat is waterdicht en zorgt voor een betrouwbare elektrische verbinding. Steek beide uiteinden in de koppeling. Controleer of de draden volledig in de koppeling zijn gestoken, zodat de uiteinden zichtbaar zijn door het transparante deel aan de andere zijde van de koppeling. Duw de knop boven op de koppeling vervolgens helemaal in. Gebruik een tang als u de knop op de koppeling niet goed met de hand kunt indrukken. BELANGRIJKE INFORMATIE Een tweeaderige kabel of een schroefklemmenblok geïsoleerd met isolatietape levert geen adequate aansluiting op. De vochtigheid van de aarde maakt dat de geleiders oxideren en na een tijd veroorzaakt dat een onderbreking van het circuit 26 - Nederlands

27 3. INSTALLATIE 3.5 Aansluiten van begrenzingskabel Sluit de begrenzingskabel aan op het laadstation: BELANGRIJKE INFORMATIE De begrenzingskabel mag bij het aansluiten op het laadstation niet gekruist worden. Sluit het rechter uiteinde van de draad aan op de pen rechts op het laadstation en het linker uiteinde op de pen links. 1. De kabeluiteinden in het contact leggen: Open het contact. Leg de kabel in de uitsparing van het contact. 2. Druk het contact met een tang dicht. Druk tot u een klik hoort. 3. Knip het overbodige deel van de begrenzingskabel af. Knip 1 tot 2 cm boven het desbetreffende contact door. 4. Druk de contacten op de contactpennen, gemerkt A, op het laadstation. BELANGRIJKE INFORMATIE De rechter connector moet zijn aangesloten op de rechter metalen pen op het laadstation en het linker draaduiteinde moet zijn aangesloten op de linker connector. Nederlands - 27

28 3. INSTALLATIE 3.6 Installatie van begeleidingskabel De geleidingsdraad is een draad die vanaf het laadstation wordt gelegd, bijvoorbeeld richting een verre uithoek van het werkgebied of door een nauwe doorgang, en vervolgens aangesloten op de grensdraad. Voor de grens- en de geleidingsdraad wordt dezelfde kabelhaspel gebruikt. De geleidingsdraad wordt door de maaier gebruikt om de weg naar het laadstation te vinden, maar dient ook om de maaier naar uithoeken van de tuin te leiden. Om ervoor te zorgen dat het volledige gazon gelijkmatig wordt gemaaid, kan de maaier de geleidingsdraad vanaf het laadstation volgen naar het punt waar de geleidingsdraad is aangesloten op de grensdraad om daar te beginnen met maaien. Afhankelijk van de tuinindeling moet u instellen hoe vaak de maaier de geleidingsdraad vanaf het laadstation moet volgen. Zie 6.4 Installatie (2) op pagina 44. Zorg dat de maaier op diverse afstanden vanaf de geleidingsdraad werkt om te voorkomen dat er sporen worden gevormd wanneer de maaier de geleidingsdraad van en naar het laadstation volgt. De zone naast de draad die de maaier hiervoor gebruikt, wordt de Corridor genoemd. De maaier loopt altijd links van de geleidingsdraad, gezien in de richting van het laadstation. De corridor bevindt zich dus links van de geleidingsdraad. De corridor is 50 cm breed. Zorg daarom bij het installeren voor een vrije ruimte van minimaal 75 cm links van de geleidingsdraad en een vrije ruimte van minimaal 25 cm rechts van de geleidingsdraad, gezien in de richting van het laadstation. Het is niet toegestaan om de geleidingsdraad op een afstand van minder dan 30 cm vanaf de grensdraad te leggen. De geleidingsdraad kan net als de grensdraad met haken worden vastgezet of worden ingegraven. BELANGRIJKE INFORMATIE Zorg dat er links van de geleidingsdraad altijd een vrije ruimte van minimaal 75 cm is, gezien in de richting van het laadstation Nederlands

29 3. INSTALLATIE Plaaten en aansluiten van begeleidingskabel 1. Trek de draad door de sleuf onder in de laderplaat. 2. Bevestig de connector op de geleidingsdraad op dezelfde wijze als bij de grensdraad in 3.5 Aansluiten van grensdraad. Bevestig een connector aan de geleidingsdraad. Sluit deze aan op de contactpen op het laadstation met de aanduiding guide. 3. Leg de begeleidingskabel ten minste 2 meter recht vanuit de voorkant van de laadplaat. Als de geleidingsdraad in een doorgang moet worden gelegd: - De maaier volgt de geleidingsdraad van en naar het laadstation aan dezelfde zijde. Dit betekent dat de geleidingsdraad zich rechts van de maaier bevindt wanneer de maaier naar het laadstation toe gaat, terwijl deze zich links van de maaier bevindt wanneer de maaier van het laadstation weggaat. Nederlands - 29

30 3. INSTALLATIE - In de doorgang moet de geleidingsdraad daarom zodanig worden geplaatst dat de maaier zo veel mogelijk ruimte heeft om te werken. De afstand tussen de grensdraad en de geleidingsdraad moet echter minimaal 30 cm bedragen. Maximaal afstand Minstens 30 cm Minstens 2 m Als de geleidingsdraad op een steile helling moet worden geïnstalleerd, moet de draad bij voorkeur onder een hoek op de helling worden gelegd. Dit maakt het voor de maaier eenvoudiger om de geleidingsdraad op de helling te volgen. Leg de kabel niet in puntige hoeken. Dat kan ertoe leiden dat de maaier problemen heeft om de begeleidingskabel te volgen. 4. Leg de begeleidingskabel naar de plaats op de begrenzingslus waar u de aansluiting wilt maken. 5. Haal de begrenzingskabel tevoorschijn. Knip de begrenzingskabel af met bijvoorbeeld een kniptang. 135º 90º 135º 30 - Nederlands

31 3. INSTALLATIE 6. Sluit de begeleidingskabel aan op de begrenzingskabel met behulp van een verbinding: Steek de grensdraad in elk van de openingen in de koppeling. Steek de geleidingsdraad in de middelste opening in de koppeling. Controleer of de draden volledig in de koppeling zijn gestoken, zodat de uiteinden zichtbaar zijn door het transparante deel aan de andere zijde van de koppeling. Gebruik een tang om de knop op de koppeling helemaal in te drukken. Het maakt niet uit welke openingen worden gebruikt voor het aansluiten van elke draad. 7. Kram de verbinding in het gazon of graaf ze in. BELANGRIJKE INFORMATIE De functie van de begeleidingskabel varieert afhankelijk van hoe het werkgebied eruitziet. Daarom raden wij aan de installatie te testen met behulp van de functie Test IN (2-3-1), zie 6.4 Installatie (2). BELANGRIJKE INFORMATIE De geleidingsdraad mag de grensdraad niet kruisen, bijvoorbeeld een grensdraad die naar een eiland loopt. 3.7 Controle van de installatie Controleer het lussignaal door te kijken naar het indicatielampje op het laadstation. Constant groen licht =goede signalen. Blauw knipperlicht = onderbreking in de grensdraad, geen signaal. Geel knipperlicht = onderbreking in de geleidingsdraad, geen geleidingssignaal. Rood knipperlicht = onderbreking in de antenneplaat van het laadstation, geen signaal voor afstandsbediening beschikbaar. De storing moet worden verholpen door een erkende dealer. Constant blauw licht = zwak signaal. Dit kan komen doordat de grensdraad langer dan 250 m is of doordat de draad beschadigd is. Als de maaier toch werkt, is het geen probleem. Constant rood licht = storing in een printplaat in het laadstation. De storing moet worden verholpen door een erkende dealer. Zie 9.2 Indicatielampje in het laadstation op pagina 63 wanneer het lampje niet constant groen brandt. Nederlands - 31

32 3. INSTALLATIE 3.8 Ingebruikname en kalibratie Voordat de maaier in gebruik wordt genomen, moet er via het menu van de maaier een opstartprocedure worden uitgevoerd. Er wordt ook een automatische kalibratie van het geleidingssignaal uitgevoerd. De kalibratie is ook een goede test om te controleren of de geleidingsdraad zodanig is geïnstalleerd dat de maaier de geleidingsdraad vanaf het laadstation zonder problemen kan volgen. 1. Zet de hoofdschakelaar in stand Open de klep voor het controlepaneel door op de STOP-knop te drukken. Wanneer de Automower voor het eerst wordt gebruikt, wordt een opstartprocedure gestart. De volgende gegevens moeten worden ingevoerd: Taal Tijd aanduiding De huidige tijd Datum aanduiding Datum Viercijferige pincode. Alle combinaties behalve 0000 zijn toegestaan. BELANGRIJKE INFORMATIE Gebruik Aantekeningen op pagina 4 om de pincode te noteren. 3. Plaats de maaier in het laadstation wanneer het display hierom vraagt. De maaier zal nu beginnen met het kalibreren van de geleidingsdraad, door het laadstation te verlaten en de geleidingsdraad te volgen tot het punt waar de geleidingsdraad is aangesloten op de grensdraad. Hier begint hij met maaien. Controleer of de maaier de geleidingsdraad helemaal kan volgen. Als dit niet het geval is, is de geleidingsdraad mogelijk niet correct geïnstalleerd. Controleer in dat geval of de installatie is uitgevoerd volgens de instructie in 3.6 Installatie van begeleidingskabel op pagina Nederlands

33 3. INSTALLATIE 3.9 Test het dokken in het laadstation Controleer voor u de maaier gebruikt of deze de geleidingsdraad helemaal kan volgen tot aan het laadstation en zonder problemen in het laadstation kan dokken. Voer de onderstaande test uit. 1. Open de klep van het bedieningspaneel door op de STOP-knop te drukken. 2. Plaats de maaier dicht bij het punt waar de geleidingsdraad is aangesloten op de grensdraad. Plaats de maaier op ongeveer 2 meter van de geleidingsdraad, met de voorzijde naar de geleidingsdraad gericht. 3. Selecteer de modus Home door op de toets met het huissymbool te drukken, en druk op OK wanneer de cursor op Home staat. Druk op Start en sluit de klep. 4. Controleer of de maaier de geleidingsdraad helemaal volgt tot aan het laadstation en in het laadstation dokt De test is enkel gelukt als de maaier de geleidingsdraad over het gehele traject naar het laadstation kan volgen en meteen bij de eerste poging dokt. Als het de maaier niet lukt om bij de eerste poging te dokken, zal hij het automatisch opnieuw proberen. De installatie is niet goedgekeurd als de maaier twee of meer pogingen nodig heeft om in het laadstation te dokken. Controleer in dat geval of het laadstation, de grensdraad en de geleidingsdraad zijn geïnstalleerd volgens de instructies in hoofdstuk 3.2, 3.4 en De maaier zal in het laadstation blijven totdat de modus Auto of Man wordt geselecteerd. Zie 5.1 Selectie bedieningsmodus op pagina 39. Het geleidingssysteem moet eerst zijn gekalibreerd om bovenstaande test met succes te kunnen uitvoeren. Zie 3.8 Ingebruikname en kalibratie op pagina 32. Nederlands - 33

34 4. GEBRUIK 4. Gebruik 4.1 Opladen van lege accu Wanneer Husqvarna Automower nieuw is of lange tijd opgeslagen is geweest, is de accu leeg en moet voor de start worden opgeladen. Het laden duurt ongeveer 80 tot 100 minuten. 1. Zet de hoofdschakelaar in stand Plaats Automower in het laadstation. Open de klep en schuif de maaier zo ver mogelijk naar binnen om te zorgen voor een goed contact tussen de maaier en het laadstation. 3. Op de display wordt aangegeven dat de accu wordt opgeladen. WAARSCHUWING Lees de veiligheidsinstructies zorgvuldig door voordat u uw Automower start. WAARSCHUWING Hou handen en voeten uit de buurt van de draaiende messen. Plaats uw handen of voeten nooit vlakbij of onder de carrosserie wanneer de motor draait Nederlands

35 4. GEBRUIK 4.2 Gebruik van de timer Voor het beste maairesultaat mag het gras niet te vaak worden gemaaid. Gebruik de timerfunctie (zie 6.3 Timer (1) op pagina 43) om een platgereden gazon te voorkomen en voor maximale levensduur van uw Automower te zorgen. Ga er bij het instellen van de timer vanuit dat de Automower circa 30 m 2 per uur en dag maait. Bijvoorbeeld: als het werkoppervlak 300 m 2 bedraagt, moet de maaier 10 uur per dag werken. De fabrieksinstelling voor de timer is 07:00-23:00 en kan worden gebruikt om elke dag van de week te maaien. Deze instelling is geschikt voor een werkgebied van ongeveer 500 m 2. De Automower heeft een ingebouwde rustperiode van minimaal 8 uur per dag. Deze rustperiode biedt bijvoorbeeld een goede mogelijkheid om het gazon te besproeien of om er op te spelen. Als de timerinstelling wordt opgedeeld in twee werkperiodes kan de rustperiode worden opgedeeld in een aantal periodes. De totale bedrijfstijd kan echter maximaal 16 uur bedragen. Wanneer de maaier in bedrijf is, wisselt hij het maaien en het laden af. Voorbeeld 1 Werkuren 1: 07:00-23:00 Werkdagen: alle dagen De fabrieksinstelling zorgt ervoor dat de maaier het gazon begint te maaien om 7.00 uur. De maaier wordt om uur in het laadstation geparkeerd en begint om 7.00 uur weer met maaien. Voorbeeld 2 Werkuren 1: 08:00-16:00 Werkuren 2: 20:00-23:00 Werkdagen: alle dagen De maaier zal werken op de tijden die in de werkuren zijn gespecificeerd, aangezien de totale bedrijfstijd hierbij 11 uur bedraagt en het maximum van 16 uur dus niet wordt overschreden. Voorbeeld 3 Werkuren 1: 20:00-06:00 Werkdagen: maandag tot zaterdag De maaier zal werken vanaf maandag uur tot maandag uur. De maaier begint opnieuw op maandag uur en maait 's nachts tot uur. Hij blijft 's nachts maaien tot zaterdag uur. Hij rust op zondag en begint maandag om uur opnieuw. In bedrijf Laden/Stand-by In bedrijf Laden/Stand-by Nederlands - 35

36 4. GEBRUIK Bovenstaande tijden gelden bij benadering. De tijden hangen onder meer af van de kwaliteit van het gras, de scherpte van de bladen en de leeftijd van de accu. Als de omvang van het werkgebied dit toelaat, kan de kwaliteit van het gras verder worden verbeterd door dit om de andere dag te maaien in plaats van dagelijks enkele uren. Bovendien is het goed voor het gras om ten minste een keer per maand een periode van drie dagen geheel rust te krijgen. 4.3 Starten 1. Zet de hoofdschakelaar in stand Druk op de STOP-knop om de klep naar het controlepaneel te openen. 3. Geef uw PIN-code aan. Het PIN-codeverzoek kan worden uitgeschakeld. Nadere inlichtingen over diefstalbeveiliging vindt u in 6.5 Veiligheid (3). 4. Druk op de startknop. 5. Sluit binnen 10 seconden het deksel. Als de maaier in het laadstation is geparkeerd, zal hij het laadstation alleen verlaten wanneer de accu volledig geladen is en de timer zodanig is ingesteld dat de maaier mag werken. Voordat de bladschijf start, klinken er 5 piepjes gedurende 2 seconden. 4.4 Stoppen 1. Druk op de STOP-knop. Automower stopt, de maaimotor gaat uit en de klep voor het controlepaneel gaat open. Nieuwe start 1. Druk op de startknop. 2. Sluit binnen 10 seconden het deksel. Automower start automatisch. 4.5 Uitschakelen 1. Druk op de STOP-knop. 2. Zet de hoofdschakelaar in stand 0. Schakel de Automower altijd uit met de hoofdschakelaar als de maaier moet worden onderhouden of buiten het werkgebied moet worden gebracht Nederlands

37 GEBRUIK 4.6 Afstellen van maaihoogte De maaihoogte kan variëren van MIN (2 cm) tot MAX (5 cm). Tijdens de eerste week na een nieuwe installatie moet de maaihoogte op MAX worden ingesteld om beschadiging van de lusdraad te voorkomen. Hierna kan de maaihoogte elke week een stap worden verlaagd totdat de gewenste maaihoogte is bereikt. Indien het gras lang is, is het prima om Automower te laten beginnen op maaihoogte MAX. Wanneer het gras daarna korter wordt, kunt u de maaihoogte successievelijk verlagen. Om de maaihoogte bij te stellen: 1. Druk op de STOP-knop om de maaier uit te zetten en open het deksel. 2. Draai de hoogteafstellingsknop naar de vereiste stand. De geselecteerde stand wordt aangegeven door een oranje kolom die in het venster naast de knop te zien is. Draai linksom als u de maaihoogte wilt vergroten. Draai rechtsom als u de maaihoogte wilt verlagen. Nederlands - 37

38 5. Controlepaneel Via het controlepaneel regelt u alle soorten commando's en instellingen voor Husqvarna Automower. U bereikt alle functies via een aantal menu s. 5. CONTROLEPANEEL Het controlepaneel bestaat uit een display en een toetsenbord. Alle informatie is te zien op het display en alle invoer doet u met behulp van de toetsen. Wanneer de STOP-knop is ingedrukt en de klep is geopend, wordt het bedieningsvenster zichtbaar. Deze toont de klok, de geselecteerde bedieningsmodus, het aantal maaiuren, de accustatus en de timerinstelling. De klok laat de actuele tijd zien. De huidige datum wordt aangegeven. Het aantal bedrijfsuren dat wordt weergegeven is het aantal uur dat Automower sinds de productiedag in bedrijf is geweest. Tijd dat Automower heeft gemaaid of heeft gezocht naar het laadstation is tijd die als bedrijfstijd wordt beschouwd. Met de woorden AUTO, MAN en HUIS wordt aangegeven aan welke bedieningsmodus is geselecteerd. De accustatus geeft aan hoeveel lading de accu nog heeft. Het klokpictogram geeft de geprogrammeerde timerinstellingen aan. Het klokpictogram is zwart wanneer de maaier niet mag maaien vanwege een timerinstelling en is wit wanneer de maaier mag maaien. Het woord MENU geeft aan dat het hoofdmenu kan worden bereikt door op de meerkeuzeknop onder het woord te drukken. Het toetsenblok bestaat uit vier groepen knoppen: bedieningsselectieknop, meerkeuzeknoppen, cijfers en startknop Nederlands

HUSQVARNA AUTOMOWER 305 GEBRUIKSAANWIJZING

HUSQVARNA AUTOMOWER 305 GEBRUIKSAANWIJZING HUSQVARNA AUTOMOWER 305 GEBRUIKSAANWIJZING INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op het product... 6 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing GARDENA Automatische gazonmaaier R40Li

Gebruiksaanwijzing GARDENA Automatische gazonmaaier R40Li Gebruiksaanwijzing GARDENA Automatische gazonmaaier R40Li INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op R40Li... 6 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

HUSQVARNA AUTOMOWER 305/308 GEBRUIKSAANWIJZING

HUSQVARNA AUTOMOWER 305/308 GEBRUIKSAANWIJZING HUSQVARNA AUTOMOWER 305/308 GEBRUIKSAANWIJZING INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op het product... 6 1.3 Symbolen in de gebruikshandleiding... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

8. Onderhoud 8. ONDERHOUD. 8.1 Winteropslag. Robotmaaier

8. Onderhoud 8. ONDERHOUD. 8.1 Winteropslag. Robotmaaier 8. Onderhoud Controleer en maak de Husqvarna-robotmaaier regelmatig schoon en vervang eventuele versleten onderdelen voor een betere betrouwbaarheid en een langere levensduur. Zie voor meer informatie

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING GARDENA ROBOTMAAIER. R40Li / R70Li

GEBRUIKSAANWIJZING GARDENA ROBOTMAAIER. R40Li / R70Li GEBRUIKSAANWIJZING GARDENA ROBOTMAAIER R40Li / R70Li INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op het product... 6 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing... 7 1.4

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING GARDENA RobotMAAIER. R38Li, R40Li, R45Li, R50Li, R70Li, R80Li

GEBRUIKSAANWIJZING GARDENA RobotMAAIER. R38Li, R40Li, R45Li, R50Li, R70Li, R80Li GEBRUIKSAANWIJZING GARDENA RobotMAAIER R38Li, R40Li, R45Li, R50Li, R70Li, R80Li OMSLAG QG, BRUX, 1155943-.indd 2 2014-10-17 10.17 R40Li_NL2.fm Page 3 Friday, November 14, 2014 9:20 AM INHOUDSOPGAVE Introductie

Nadere informatie

8 Onderhoud ONDERHOUD. 8.1 Winteropslag. De robotmaaier

8 Onderhoud ONDERHOUD. 8.1 Winteropslag. De robotmaaier 8 Onderhoud Voor een betere betrouwbaarheid en langere levensduur: controleer en reinig de robotmaaier regelmatig en vervang versleten onderdelen, indien nodig. voor meer informatie over reinigen. Na de

Nadere informatie

8. Onderhoud 8. ONDERHOUD. 8.1 Accu

8. Onderhoud 8. ONDERHOUD. 8.1 Accu 8. Onderhoud Voor een betere bedrijfszekerheid en hogere levensduur, moet u Husqvarna Automower regelmatig controleren en schoonmaken en indien nodig versleten onderdelen vervangen. Voor meer informatie

Nadere informatie

8. Onderhoud 8. ONDERHOUD. 8.1 Accu

8. Onderhoud 8. ONDERHOUD. 8.1 Accu 8. Onderhoud Voor een betere bedrijfszekerheid en hogere levensduur, moet u Husqvarna Automower regelmatig controleren en schoonmaken en indien nodig versleten onderdelen vervangen. Voor meer informatie

Nadere informatie

HUSQVARNA AUTOMOWER 230 ACX/220 AC GEBRUIKSAANWIJZING

HUSQVARNA AUTOMOWER 230 ACX/220 AC GEBRUIKSAANWIJZING HUSQVARNA AUTOMOWER 230 ACX/220 AC GEBRUIKSAANWIJZING INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op Automower... 6 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

HUSQVARNA AUTOMOWER 305/308 GEBRUIKSAANWIJZING

HUSQVARNA AUTOMOWER 305/308 GEBRUIKSAANWIJZING HUSQVARNA AUTOMOWER 305/308 GEBRUIKSAANWIJZING INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op het product... 6 1.3 Symbolen in de gebruikshandleiding... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

Loes de hele gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en begrijp de inhoud voordat u de Automower gebruikt.

Loes de hele gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en begrijp de inhoud voordat u de Automower gebruikt. gebruiksaanwijzing Het idee de Automower komt rechtstreeks uit de natuur - het principe van een grazend dier. Dit houdt in dat het gras regelmatig een klein stukje wordt gemaaid. Dit is niet alleen efficiënter,

Nadere informatie

HUSQVARNA AUTOMOWER SOLAR HYBRI D GEBRUIKSAANWIJZING

HUSQVARNA AUTOMOWER SOLAR HYBRI D GEBRUIKSAANWIJZING HUSQVARNA AUTOMOWER SOLAR HYBRI D GEBRUIKSAANWIJZING INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op Automower... 6 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

husqvarna automower 305/308 GEbruiksaanWijzinG

husqvarna automower 305/308 GEbruiksaanWijzinG h u sqvarna AUTOMOWE R 305/308 G e bru i ksa anwijzi ng 1157065-32_305_NL.book Page 3 Thursday, November 6, 2014 2:26 PM INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Nederlands - 3

INHOUDSOPGAVE. Nederlands - 3 husqvarna AUTOMOWER 260 ACX Gebruiksaanwijzing INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op Automower... 6 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Onderhoud en opslag

Hoofdstuk 9 Onderhoud en opslag Onderhoud en opslag Hoofdstuk 9 Onderhoud en opslag 9.1 Onderhoud van het maaidek Robomow is een functionele mulch maaier. Daarom kunnen zich grasresten ophopen onder het maaidek, vooral bij het maaien

Nadere informatie

H U SQVARNA AUTOMOWE R 310/31 5

H U SQVARNA AUTOMOWE R 310/31 5 H U SQVARNA AUTOMOWE R 310/31 5 G E BRU I KE R S HAN DLE I DI NG 310, 315 cover.indd 1 2015-04-14 16.37 310, 315 cover.indd 3 2015-04-14 16.37 1 Introductie en veiligheid 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Symbolen

Nadere informatie

HUSQVARNA AUTOMOWER SOLAR HYBRID GEBRUIKSAANWIJZING

HUSQVARNA AUTOMOWER SOLAR HYBRID GEBRUIKSAANWIJZING HUSQVARNA AUTOMOWER SOLAR HYBRID GEBRUIKSAANWIJZING INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op Automower... 6 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

husqvarna automower 320/330X GEbruiksaanWijzinG

husqvarna automower 320/330X GEbruiksaanWijzinG h u sqvarna AUTOMOWE R 320/330X G e bru i ksa anwijzi ng 1 Introductie en veiligheid 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Symbolen op het product 4 1.3 Symbolen in de gebruikershandleiding 5 1.4 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

HUSQVARNA AUTOMOWER 260 ACX

HUSQVARNA AUTOMOWER 260 ACX HUSQVARNA AUTOMOWER 260 ACX GEBRUIKSAANWIJZING INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op Automower... 6 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

H U SQVARNA AUTOMOWE R 420/430X /450X G E BRU I KSA ANWIJZI NG

H U SQVARNA AUTOMOWE R 420/430X /450X G E BRU I KSA ANWIJZI NG H U SQVARNA AUTOMOWE R 420/430X /450X G E BRU I KSA ANWIJZI NG omslag_420,430x,450x_2016.indd 3 2016-03-15 07:19:57 omslag_420,430x,450x_2016.indd 4 2016-03-15 07:19:57 1 Inleiding en veiligheid 3 1.1

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. McCULLOCH Robotic Mower ROB R600 & ROB R1000

GEBRUIKSAANWIJZING. McCULLOCH Robotic Mower ROB R600 & ROB R1000 GEBRUIKSAANWIJZING NL McCULLOCH Robotic Mower ROB R600 & ROB R1000 Lees de gebruikershandleiding aandachtig door en zorg ervoor dat u de instructies voor het gebruik van de robotmaaier goed hebt begrepen

Nadere informatie

STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02

STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02 STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02 S SVENSKA 1 2 3 4 5 7 A B 6 SVENSKA 8 9 X Z S Y W V 10 NEDERLANDS NL SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en

Nadere informatie

SAMENVATTING. Algemene informatie... 1 Installatie laadstation... 2 Installatie omtrekdraad... 6 Indienststelling... 7

SAMENVATTING. Algemene informatie... 1 Installatie laadstation... 2 Installatie omtrekdraad... 6 Indienststelling... 7 SAMENVATTING Algemene informatie... 1 Installatie laadstation... 2 Installatie omtrekdraad... 6 Indienststelling... 7 ALGEMENE INFORMATIE Deze handleiding moet beschouwd worden als een integratie van de

Nadere informatie

HUSQVARNA AUTOMOWER 210 C GEBRUIKSAANWIJZING

HUSQVARNA AUTOMOWER 210 C GEBRUIKSAANWIJZING HUSQVARNA AUTOMOWER 210 C GEBRUIKSAANWIJZING INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op de Automower... 6 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing SILENO/SILENO+

Gebruiksaanwijzing SILENO/SILENO+ Gebruiksaanwijzing SILENO/SILENO+ R100Li, R100LiC/R130Li, R130LiC, R160Li 1157808-36,Gardena_R100Li-R130Li,NL_r2.indd 1 2016-04-08 07:29:15 1 Introductie en veiligheid 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Symbolen op

Nadere informatie

husqvarna automower 320/330X GEBruIKErshanDLEIDInG

husqvarna automower 320/330X GEBruIKErshanDLEIDInG husqvarna automower 320/330X GEBruIKErshanDLEIDING 1 Introductie en veiligheid 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Symbolen op het product 4 1.3 Symbolen in de gebruikershandleiding 5 1.4 Veiligheidsinstructies 6 2

Nadere informatie

husqvarna automower 210 C GEbruiksaanWijzinG

husqvarna automower 210 C GEbruiksaanWijzinG husqvarna AUTOMOWER 210 C Gebruiksaanwijzing INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op de Automower... 6 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

HUSQVARNA AUTOMOWER 265 ACX GEBRUIKSAANWIJZING

HUSQVARNA AUTOMOWER 265 ACX GEBRUIKSAANWIJZING HUSQVARNA AUTOMOWER 265 ACX GEBRUIKSAANWIJZING INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op Automower... 6 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

Tuinvorm voorbeeld 1

Tuinvorm voorbeeld 1 0 Tuinvorm voorbeeld. Timer: per 0 m² gazonoppervlakte, programmeer één werkuur per dag. Bijvoorbeeld: voor een tuin van 00 m², programmeer de robotmaaier van.00 tot.00 of van.00 tot.00 en opnieuw van.00

Nadere informatie

HUSQVARNA AUTOMOWER 260 ACX GEBRUIKSAANWIJZING

HUSQVARNA AUTOMOWER 260 ACX GEBRUIKSAANWIJZING HUSQVARNA AUTOMOWER 260 ACX GEBRUIKSAANWIJZING INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op Automower... 6 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

Sales Guide Sileno City 250, 350, 500 en 500 Smart

Sales Guide Sileno City 250, 350, 500 en 500 Smart Sales Guide Sileno City 250, 350, 500 en 500 Smart Voordeel robotmaaier t.o.v. een conventionele maaier Conventionele maaier maai je +/- 1 x in de week het gras van lang naar kort Een robot maait elke

Nadere informatie

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat INLEIDING Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor Rapid 100E. Lees ze eerst grondig door alvorens u het apparaat in gebruik neemt. Deze gebruiksaanwijzing bevat de veiligheidsvoorschriften, de voorschriften

Nadere informatie

HUSQVARNA AUTOMOWER 310/315. Gebruiksaanwijzing. NL, Nederlands

HUSQVARNA AUTOMOWER 310/315. Gebruiksaanwijzing. NL, Nederlands Gebruiksaanwijzing HUSQVARNA AUTOMOWER 310/315 Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en gebruik de machine niet voordat u de instructies goed hebt begrepen. NL, Nederlands Inhoud 1 Inleiding 1.1 Memo...

Nadere informatie

HUSQVARNA AUTOMOWER 210 C GEBRUIKSAANWIJZING

HUSQVARNA AUTOMOWER 210 C GEBRUIKSAANWIJZING HUSQVARNA AUTOMOWER 210 C GEBRUIKSAANWIJZING INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Symbolen op de Automower... 6 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing... 7 1.4 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

HUSQVARNA AUTOMOWER 420/430X/440/450X

HUSQVARNA AUTOMOWER 420/430X/440/450X Gebruiksaanwijzing HUSQVARNA AUTOMOWER 420/430X/440/450X Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en gebruik de machine niet voordat u de instructies goed hebt begrepen. NL, Nederlands Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. SILENO city, smart SILENO city. gardena.com

Gebruiksaanwijzing. SILENO city, smart SILENO city. gardena.com Gebruiksaanwijzing SILENO city, smart SILENO city gardena.com LT 64.indd 1 2017-12-08 14:06:51 Inhoud 1 Inleiding 1.1 Memo... 3 1.2 Productbeschrijving...3 1.3 Productoverzicht... 5 1.4 Symbolen op het

Nadere informatie

Montage-instructie. Rolluik RV40 - RV41

Montage-instructie. Rolluik RV40 - RV41 Montage-instructie Rolluik RV40 - RV41 Inhoud verpakking 1 1. pantser in kast 2. bediening a. handbediening: koord- of bandopwinder b. elektrisch: schakelaar + stekker c. afstandbediend: afstandbediening

Nadere informatie

STIGA VILLA 85 M

STIGA VILLA 85 M STIGA VILLA 85 M 8211-3039-01 1. 2. A B 3. 4. 5. 6. 7. 8. 2 R L 9. 10. Z X V W Y 11. 3 NL NEDERLANDS SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplettendheid

Nadere informatie

ROB R600, ROB R800, ROB R1000

ROB R600, ROB R800, ROB R1000 Gebruiksaanwijzing ROB R600, ROB R800, ROB R1000 Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en gebruik de machine niet voordat u de instructies goed hebt begrepen. NL, Nederlands Inhoud 1 Inleiding 1.1

Nadere informatie

MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK

MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK Montage-instructies voor cassetteschermen ALVORENS U VAN UW ROLLUIK KUNT GAAN GENIETEN DIENT U EERST HET ROLLUIK TE MONTEREN INHOUD VERPAKKING VERPAKKING 1 1. PANTSER IN KAST

Nadere informatie

STIGA ST

STIGA ST STIGA ST 1200 8219-3204-08 B A D C 1. 2 E F 2. 3. H I 4. G M J 5. 6. 3 K 7. 8. L 9. 10. 11. 12. 4 NEDERLANDS NL VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN Op de machine staan de volgende symbolen om u eraan te

Nadere informatie

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions Awning Instructions Wind, Sun & Rain Sensor Instructions B C D Nederlands Wind, Zon & Regen Sensor Instructies Inhoud Garantie Voordat u de sensor aansluit raden wij u aan de instructies zorgvuldig door

Nadere informatie

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011 HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011 1.0 Inleiding Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een scorebord optie 7 van Data Display. We hopen dat er veel plezier aan beleefd zal

Nadere informatie

WINTERSERVICE HANDLEIDING. R40Li & R70Li

WINTERSERVICE HANDLEIDING. R40Li & R70Li HANDLEIDING R40Li & R70Li Checklist Nr. Controleer / Actie OK 1 Accu check 2 Controle signaalsterkte en signaalkwaliteit van het laadstation 3 Opladen voor de winter 4 Demontage van netstroomadapter en

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een fiets met elektrische ondersteuning, de E-bike. Uw E-bike zal u door zijn elektrische ondersteuning

Nadere informatie

installatiehandleiding Bewegingsmelder

installatiehandleiding Bewegingsmelder installatiehandleiding Bewegingsmelder INSTALLATIEHANDLEIDING Gefeliciteerd met de aankoop van de WoonVeilig bewegingsmelder. Telefoonnummer WoonVeilig 0900-388 88 88 E-mail WoonVeilig klantenservice@woonveilig.nl

Nadere informatie

installatiehandleiding Bewegingsmelder

installatiehandleiding Bewegingsmelder installatiehandleiding Bewegingsmelder INSTALLATIEHANDLEIDING Gefeliciteerd met de aankoop van de Egardia bewegingsmelder. Website Egardia www.egardia.com Klantenservice Meer informatie over de installatie

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

Automower. Gebruiksaanwijzing

Automower. Gebruiksaanwijzing Automower Gebruiksaanwijzing Automower Loes de hele gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en begrijp de inhoud voordat u de Automower gebruikt. Het idee de Automower komt rechtstreeks uit de natuur - het

Nadere informatie

Montage-instructie. Screens. V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL

Montage-instructie. Screens. V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL Montage-instructie Screens V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL Inhoud 1. screenkap met doek en motor 2. zijgeleiders a. achterprofiel b. inlager voorzien van neopreen (of ritslager) c. voorprofiel 3. montageset

Nadere informatie

DEUTSCH. Silent 40 Batt

DEUTSCH. Silent 40 Batt DEUTSCH D Silent 40 Batt 8211-3453-02 S SVENSKA R 1 1 R O P 2 2 3 L M M L 3 5 I J K 4 4 K J I N 1. 2 230 V 2 2. 3. 4 SVENSKA S A BC 4. 5. 6. 7. 8. 9. 36 mm 19 mm 10. 11. 5 NL NEDERLANDS SYMBOLEN Op de

Nadere informatie

Vooraleer het toestel in gebruik te nemen moet men controleren of hij correct functioneert. Het toestel niet gebruiken wanneer het beschadigd is

Vooraleer het toestel in gebruik te nemen moet men controleren of hij correct functioneert. Het toestel niet gebruiken wanneer het beschadigd is ALGEMENE OPMERKINGEN Lees aandachtig de aanwijzingen in dit handboek. Vooraleer het toestel in gebruik te nemen moet men controleren of hij correct functioneert. Het toestel niet gebruiken wanneer het

Nadere informatie

Montage-instructie. Rolpoort. RV55 - RV77 - Vision Door

Montage-instructie. Rolpoort. RV55 - RV77 - Vision Door Montage-instructie Rolpoort RV55 - RV77 - Vision Door Inhoud verpakking 1 1. pantser 2. kap met as 3. geleiders 4. ophangveren 5. afdekdopjes 6. bediening a. elektrisch: schakelaar + stekker b. afstandbediend:

Nadere informatie

Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen. 1.1 Aftekenen montage gaten

Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen. 1.1 Aftekenen montage gaten Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen Neem het screen uit de verpakking. Om beschadiging van het screen te voorkomen raden wij u aan hierbij geen mes te gebruiken.

Nadere informatie

STIGA VILLA 92M

STIGA VILLA 92M STIGA VILLA 92M 8211-3037-01 1. 2. A C B 3. 4. 5. 6. A+5 A B+5 B 7. 8. 2 9. 10. R L L+R X Z Y 11. 12. W V 3 NEDERLANDS NL SYMBOLEN De volgende symbolen staan op de machine om u eraan te herinneren dat

Nadere informatie

Contents Inhoud. Wind, Zon & Regen Sensor Instructies. Inhoud: Sensor Functies:

Contents Inhoud. Wind, Zon & Regen Sensor Instructies. Inhoud: Sensor Functies: Wind, Zon & Regen Sensor Instructies Contents Inhoud Sensor Voordat u de sensor aansluit raden wij u aan de instructies zorgvuldig door te lezen. Het kan zo zijn dat u een beroeps electricien moet inschakelen

Nadere informatie

DEUTSCH. Silent

DEUTSCH. Silent DEUTSCH D Silent 41 8211-3453-03 S SVENSKA R 1 1 R O P 2 2 3 L M M L 3 5 I J K 4 4 K J I N 1. 2 230 V 2 2. 3. 4 SVENSKA S ABC 4. 5. 6. 7. 8. 9. 36 mm 19 mm 10. 11. 5 NL NEDERLANDS SYMBOLEN Op de machine

Nadere informatie

Voer zowel de perimeterdraad (A) als de verlengkabel (B) door de gleuf aan de achterzijde van het basisstation.

Voer zowel de perimeterdraad (A) als de verlengkabel (B) door de gleuf aan de achterzijde van het basisstation. Robomow RS-modellen A B Voer zowel de perimeterdraad (A) als de verlengkabel (B) door de gleuf aan de achterzijde van het basisstation. A B Bevestig de perimeterdraad connector aan de laadadapter (A).

Nadere informatie

Powerpack. gebruikshandleiding

Powerpack. gebruikshandleiding Powerpack gebruikshandleiding 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding De RMA powerpack is een hulpmiddel voor de begeleiding. Het vergemakkelijkt het duwen van een rolstoel gebruiker. De hulpmotor is niet ontworpen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111

Gebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111 Gebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111 Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een fiets met elektische ondersteuning, de E-bike. Uw E-bike zal u meer mogelijkheden

Nadere informatie

SmartHome Huiscentrale

SmartHome Huiscentrale installatiehandleiding SmartHome Huiscentrale Vervanging voor Egardia Huiscentrale (model GATE-01) INSTALLATIEHANDLEIDING SMARTHOME HUISCENTRALE Website Egardia www.egardia.com Klantenservice Meer informatie

Nadere informatie

De Automower familie heeft een nieuw lid.

De Automower familie heeft een nieuw lid. De Automower familie heeft een nieuw lid. Automower 305 De perfecte oplossing voor elk gazon: maaien, maaien, maaien... Evolutie gaf ons dé perfecte gazonmaaier. Wij hebben hem verder ontwikkeld. Al duizenden

Nadere informatie

Electronische loep "One"

Electronische loep One Electronische loep "One" Eenvoudige, betaalbare, elektronische loep voor mensen met visuele beperkingen Deze draagbare elektronische loep geeft een scherp beeld en hoog contrast met een vergroting van

Nadere informatie

Installatie van de Landroid

Installatie van de Landroid Installatie van de Landroid 84 De installatie van de Landroid is eenvoudig. Afhankelijk van de grootte van uw tuin, duurt het hele proces niet lang. Wij hebben een hekel aan tijdsverspilling doordat we

Nadere informatie

Husqvarna Automower 265 ACX

Husqvarna Automower 265 ACX Husqvarna Automower 265 ACX Automower 265 ACX is ontworpen voor semiprofessioneel gebruik in bijvoorbeeld horeca gelegenheden maar ook voor de veeleisende consument. Net als alle andere Husqvarna robotmaaiers

Nadere informatie

Enjoy intelligent life. Robot Grasmaaiers

Enjoy intelligent life. Robot Grasmaaiers Enjoy intelligent life Robot Grasmaaiers CATALOGUS 2016 Spike wielen ROB Stop Knop Veiligheids handgreep Bots sensor Regen sensor Oplaad punten Beschermings vleugels 32cm Maaibreedte 32cm 32cm maaibreedte

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

STIGA PARK 2WD. 110 Combi Pro. 125 Combi Pro

STIGA PARK 2WD. 110 Combi Pro. 125 Combi Pro STIGA PARK 2WD 110 Combi Pro 125 Combi Pro 8211-0546-03 1 2 2 1 3 4 5 6 7 8 C A B 2 9 10 1/3 11 12 D 13 24 Nm 3 NEDERLANDS NL 1 ALGEMEEN Dit symbool geeft een WAARSCHU- WING weer. Als de instructies niet

Nadere informatie

HANDLEIDING SMARTSIREN SLIM ALARMSYSTEEM

HANDLEIDING SMARTSIREN SLIM ALARMSYSTEEM HANDLEIDING SMARTSIREN SLIM ALARMSYSTEEM Inhoud Inleiding... 3 1. Smartsiren app... 4 2. Installatie... 6 3. Montage... 7 4. Gebruik... 8 5. Deur-/ raamsensor... 9 6. Afstandsbediening... 10 7. Bewegingssensor...

Nadere informatie

STIGA VILLA 92 M 107 M

STIGA VILLA 92 M 107 M STIGA VILLA 92 M 107 M 8211-3037-03 1. 2. A C B 3. 4. 5. 6. A+5 A B+5 B 7. 8. 2 9. 10. R L L+R Z X Y 11. 12. W V 3 NEDERLANDS NL SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren

Nadere informatie

U heeft de zaterdag weer voor uzelf Automatisch maaien

U heeft de zaterdag weer voor uzelf Automatisch maaien U heeft de zaterdag weer voor uzelf Automatisch maaien TANGO E5 Smart tool smart solution Geniet weer van uw vrije tijd Wees eerlijk: er zijn leukere dingen te bedenken dan grasmaaien. De TANGO E5-robotmaaier

Nadere informatie

Evolutie van de robotmaaier.

Evolutie van de robotmaaier. Bèèèèèè! Evolutie van de robotmaaier. De inspiratie. (10.000 v.c.) De innovatie. (1995 n.c.) NIEUW! Perfectie. Geïnspireerd door grazende schapen die in een willekeurig patroon steeds een klein stukje

Nadere informatie

SmartHome Huiscentrale

SmartHome Huiscentrale installatiehandleiding SmartHome Huiscentrale Vervanging voor WoonVeilig Huiscentrale (model WV-1716) INSTALLATIEHANDLEIDING SMARTHOME HUISCENTRALE Website WoonVeilig www.woonveilig.nl Klantenservice Meer

Nadere informatie

STIGA PARK 121 M

STIGA PARK 121 M STIGA PARK 121 M 8211-3011-09 1. Park -1993 5a. D 5b. 2. Park -1993 6a. Park -1999 6b. Park 2000- F G H 3. Park -1993 7. I I 4. Park -1993 8. 2 J 9. 13. 10. 14. Z X Y W V 11. 15. Denna produkt, eller delar

Nadere informatie

Rob. Robot Grasmaaier. Your Robot Brand MODEL MR08Z

Rob. Robot Grasmaaier. Your Robot Brand MODEL MR08Z Rob Robot Grasmaaier MODEL MR08Z Your Robot Brand Gefeliciteerd met de aankoop van uw Zoef Robot Grasmaaier. Wij hopen dat u er veel plezier aan zult beleven. Mochten er vragen zijn kijk dan op www.zoefrobot.nl

Nadere informatie

Afstandsbediening Telis 16 RTS

Afstandsbediening Telis 16 RTS Afstandsbediening Telis 16 RTS Bedieningshandleiding Telis 16 RTS Pure Art.nr. 1811020 Telis 16 RTS Silver Art.nr. 1811021 Afstandsbediening Telis 16 RTS 16 Kanaals zender met display Telis 16 RTS Pure

Nadere informatie

CAL. Y182, 7T32 ALARM CHRONOGRAAF

CAL. Y182, 7T32 ALARM CHRONOGRAAF NEDERLANDS CAL. Y182, 7T32 ALARM CHRONOGRAAF TIJD/KALENDER Uur- en minuutwijzer met kleine secondewijzer. Datum wordt in getallen weergegeven. ALARM Kan worden ingesteld op basis van 12uurs-instelling

Nadere informatie

Montage-instructie Rolluik

Montage-instructie Rolluik Inhoud verpakking 1 1. pantser in kast 2. bediening a. elektrisch: schakelaar + stekker b. afstandbediend: afstandbediening + stekker 1 3 verpakking 2 3. 2 geleiders 4. afdekdopjes 5. afsluitdoppen (alleen

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene installatiehandleiding Alarmlicht met sirene INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT MET SIRENE Gefeliciteerd met de aankoop van het WoonVeilig alarmlicht met sirene. Telefoonnummer WoonVeilig 0900-388 88 88

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER :

GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER : GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER : 808.478 Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig voordat u het apparaat in gebruik neemt. Doelmatig gebruik: Gebruik het apparaat alleen

Nadere informatie

Montage-instructie. Rolpoort RV55 - RV77

Montage-instructie. Rolpoort RV55 - RV77 Montage-instructie Rolpoort RV55 - RV77 Montage-instructie Rolpoort Inhoud verpakking 1 1. pantser 2. kap met as 3. geleiders 4. ophangveren 5. afdekdopjes 6. bediening a. elektrisch: schakelaar + stekker

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing CallBarrier

Gebruiksaanwijzing CallBarrier Gebruiksaanwijzing CallBarrier INHOUD blz Inleiding... 3 Werking van de CallBarrier... 4 Installatie van de CallBarrier... 5 Omschrijving toets en indicaties CallBarrier... 6 Uitleg van de opties... 7

Nadere informatie

Packard Bell Easy Repair

Packard Bell Easy Repair Packard Bell Easy Repair EasyNote MB Series Instructies voor het vervangen van het vasteschijfstation 7440930005 7440930005 Documentversie: 1.0 - Februari 2008 www.packardbell.com Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

Montage-instructie. Screens. V599R Ritz V599 Ritz XL

Montage-instructie. Screens. V599R Ritz V599 Ritz XL Screens V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL V540 Ritz Inhoud 1. screenkap met doek en motor 2. zijgeleiders a. achterprofiel b. inlage voorzien van neopreen (ofwel ritsgeleider) c. voorprofiel 3. montageset

Nadere informatie

Montage-instructie. Ritzscreen V540 V599 V599R V599 L V599 XL

Montage-instructie. Ritzscreen V540 V599 V599R V599 L V599 XL Montage-instructie Ritzscreen V540 V599 V599R V599 L V599 XL Montage-instructie Ritzscreen V540 - V599 - V599R - V599 L - V599 XL Inhoud 1. screenkap met doek en motor 2. zijgeleiders a. achterprofiel

Nadere informatie

Elektrische muurbeugel

Elektrische muurbeugel E HANDLEIDING Elektrische muurbeugel IR ontvanger programmeren: (AB = afkorting voor afstandsbediening) STAP 1: Druk en houd voor 5 seconden ingedrukt totdat de LED gaat knipperen en aan blijft, dan druk

Nadere informatie

Montage-instructie. Ritzscreen V599R V599 XL

Montage-instructie. Ritzscreen V599R V599 XL Ritzscreen V599 V599R V599 XL V540 Inhoud 1. screenkap met doek en motor 2. zijgeleiders a. achterprofiel b. inlage voorzien van neopreen (ofwel ritsgeleider) c. voorprofiel 3. montageset 4. bediening

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene installatiehandleiding Alarmlicht met sirene INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT MET SIRENE Gefeliciteerd met de aankoop van het Egardia alarmlicht met sirene. Website Egardia www.egardia.com Klantenservice

Nadere informatie

Byzoo Sous Vide Turtle

Byzoo Sous Vide Turtle Byzoo Sous Vide Turtle ZAT01 Handleiding 220-240V, 50Hz 1300W BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LEES ALLE INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK EN BEWAAR VOOR TOEKOMSTIGE REFERENTIE Bij het gebruik van elektrische

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Video endoscoop FVE 100

Gebruikershandleiding. Video endoscoop FVE 100 Gebruikershandleiding Video endoscoop FVE 100 SET BESTAAT UIT: FVE 100 (Artikelnr. 999420) Video-endoscoop, zwanenhals 100 cm, Video-kabel, USB kabel, Li-Ion-batterijen, oplader, (hulpsetje; magneet, haak,

Nadere informatie

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Lees de gebruikershandleiding voor gebruik zorgvuldig door en maak u vertrouwd met de verschillende functies van uw autoalarm. Deze handleiding beschrijft de functies

Nadere informatie

Elektrische fiets. Handleiding

Elektrische fiets. Handleiding Elektrische fiets Handleiding 6-7-2009 Inhoudsopgave: Inhoudsopgave:...1 Display:...2 Openen van de Accubehuizing...3 Hoe de accu wordt opgeladen...3 U kunt de accu als volgt opladen:...3 Onderhoud van

Nadere informatie

Montagehandleiding: Rolluiken

Montagehandleiding: Rolluiken Montagehandleiding: Rolluiken Montage-instructie Rolluik Inhoud Verpakking 1 1 1. Pantser in de kast 2. Bediening a. Handbediening: Koord- of bandopwinder b. Elektrisch: Schakelaar + stekker c. Afstandbediend:

Nadere informatie

GROHE MINTA TOUCH. installatie instructie

GROHE MINTA TOUCH. installatie instructie installatie instructie Benodigde gereedschappen: Steeksleutel 7 mm Steeksleutel 9 mm Steeksleutel mm Steeksleutel 4 mm Kruiskopschroevendraaier Benodigde materialen: Bevestigingsmaterialen (4) voor de

Nadere informatie

STIGA PARK 92 M 107 M

STIGA PARK 92 M 107 M STIGA PARK 92 M 107 M 8211-3036-06 1. Park -1993 5. 2. Park -1993 6. 3. Park -1993 7. 4. Park -1993 8. 9. 13. 10. 14. R 11. L 15. Z X A+5 A B+5 B Y W 12. 16. V L+R NL NEDERLANDS SYMBOLEN Op de machine

Nadere informatie

Packard Bell Easy Repair

Packard Bell Easy Repair Packard Bell Easy Repair EasyNote MB Series Instructies voor het vervangen van een draadloos LAN-netwerkkaart 7440900005 7440900005 Documentversie: 1.0 - Februari 2008 www.packardbell.com Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

StyleView Envelope Drawer

StyleView Envelope Drawer User Guide StyleView Envelope Drawer www.ergotron.com User's Guide - English Guía del usuario - Español Manuel de l utilisateur - Français Gebruikersgids - Nederlands Benutzerhandbuch - Deutsch Guida per

Nadere informatie

Packard Bell Easy Repair

Packard Bell Easy Repair Packard Bell Easy Repair EasyNote MZ serie Instructies voor het vervangen van de harde schijf 7429170005 7429170005 Documentversie: 1.0 - Mei 2007 www.packardbell.com Belangrijke veiligheidsinstructies

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Altijd tot uw dienst SRP3011. Vragen? Vraag het Philips

Gebruiksaanwijzing. Altijd tot uw dienst SRP3011. Vragen? Vraag het Philips Altijd tot uw dienst Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar www.philips.com/support Vragen? Vraag het Philips SRP3011 Gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave 1 Uw universele afstandsbediening

Nadere informatie