Cijfers zijn gebaseerd op Scholenring peildatum 18 april 2016

Transcriptie

1 Rapportage 1 ste Plaatsing Toelatingsbeleid Basisonderwijs Amsterdam Instroom periode I schooljaar Kinderen geboren tussen 1 september t/m 31 december 2012 Cijfers zijn gebaseerd op Scholenring peildatum 18 april 2016 Vastgesteld BBO 25 mei 2016

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding, samenvatting resultaten plaatsing periode I en leeswijzer 2 2. Conclusies plaatsing periode I schooljaar Uitvoering Toelatingsbeleid Doelgroep en plaatsingen schooljaar Aanmelding periode I 5 - Tijdpad 5 - Controle voorafgaand aan de plaatsing Plaatsing periode I 6 - Plaatsingsbijeenkomst, controle na plaatsing en bericht naar ouders 6 - Bijzondere plaatsingen 7 - Bezwaarschriften en/of beroep op hardheidsclausule 7 - Ontwikkelingen na de plaatsing 7 -Nieuw per direct: uitbreiding terugroepregeling bij leeggekomen plaatsen 7 4. Plaatsingsresultaten periode I (peildatum 18 april 2016) Plaatsingsresultaten op hoofdlijnen Scholen met overaanmeldingen (per stadsdeel) Totalen, voorrangsgroepen per stadsdeel Plaatsingsresultaten uitgesplitst Ongeplaatste kinderen periode I Voorrangs- versus niet-voorrangsaanmeldingen Vergelijking geplaatsten en ongeplaatsten Vergelijking plaatsingsresultaten periode I met plaatsingsresultaat schooljaar Bijlagen: 1. Toelatingsbeleid basisonderwijs Amsterdam samengevat Uitsplitsing plaatsingsresultaten periode I (stand 18 april 2016)

3 1. Inleiding Op 9 maart van dit jaar is in het kader van het toelatingsbeleid basisonderwijs de eerste plaatsing voor de instroom van toekomstige vierjarigen in schooljaar uitgevoerd. Alle aangemelde kinderen, geboren vanaf 1 september t/m 31 december 2012 zijn tegelijk en geautomatiseerd geplaatst. In de voorliggende rapportage wordt van deze plaatsing verslag gedaan, gebaseerd op de cijfers in Scholenring (het webbased registratiesysteem van de deelnemende basisscholen) op peildatum 18 april. Totdat deze doelgroep in z n geheel naar de basisschool gaat (uiterlijk 31 december 2016) zullen zich verschuivingen blijven voordoen, waardoor de getoonde resultaten nog gunstiger kunnen worden. In bijlage 1 staat het Toelatingsbeleid Basisonderwijs Amsterdam kort beschreven, zoals dat vanaf januari 2015 van kracht is. Voor overige informatie over dit beleid en de resultaten van de plaatsingen voor schooljaar verwijzen we naar de website van het BBO. Samenvatting resultaten plaatsing periode I schooljaar De resultaten van de plaatsing voor schooljaar periode I komen grotendeels overeen met de plaatsingsresultaten van het vorige schooljaar. Ook nu zijn de doelstellingen van het toelatingsbeleid ruimschoots gehaald. Het resultaat van deze plaatsing voor de aangemelde kinderen is als volgt: - 93% is geplaatst op de school van 1 ste voorkeur, 98% heeft een school in de top-3 en 99% in de top-5; - 4 kinderen hebben een plaats op de 6 de t/m 10 e voorkeur en 18 op een niet-voorkeursschool; - 90% is geplaatst op een voorrangsschool; 99% is geplaatst op een voorkeursschool; - 99% van de aangemelde kinderen mét voorrang is geplaatst; 93% van de kinderen zonder voorrang is geplaatst (direct tijdens de plaatsingsronde); - 0,55% (13 kinderen) is op dit moment ongeplaatst. 15% van de scholen kon tijdens de plaatsingsronde niet alle eigen aanmeldingen plaatsen. Door het achteraf vrijkomen van plaatsen is dit percentage bijna 6 weken na de plaatsing gezakt tot 13%. Over de hele stad zijn voor deze periode nog plaatsen beschikbaar, verdeeld over 156 scholen. 1 Gebieden met overcapaciteit zijn vooral Noord, de Indische Buurt en Havens Oost, Slotervaart, Overtoomse Veld, de Bullewijk en Bijlmer-Centrum. De Zuidas en Buitenveldert hebben de minste overcapaciteit, gevolgd door het Centrum, Oud-West, De Baarsjes, de Pijp en de Rivierenbuurt (zie bijlage 2). Van de 60 deelnemende conceptscholen is er op 32 nog plek na de plaatsing: 12 in Oost, 8 in Nieuw-West en in de overige stadsdelen telkens 2 of 3. Net als in het afgelopen schooljaar moeten we constateren dat ouders van de ongeplaatste kinderen verhoudingsgewijs minder voorkeurscholen hebben opgegeven (43% had slechts één voorkeur; bij de geplaatsten excl. garantiekinderen was dit 16%). Zeker wanneer de 1 ste voorkeurschool geen voorrangsschool is, blijkt opnieuw dat het voor het verkrijgen van een plaats belangrijk is dat ouders meerdere voorkeuren opgeven. Periode II De volgende plaatsing voor periode II van schooljaar (kinderen geboren van 1 januari t/m 30 april 2013) vindt 9 juni a.s. plaats. Deze ouders hebben tot 1 juni a.s. de tijd om hun aanmeldformulier in te leveren. Leeswijzer Deze rapportage start in hoofdstuk 2 met de conclusies waarin het algemene beeld geschetst wordt van de resultaten van deze plaatsing van periode I schooljaar In hoofdstuk 3 wordt het uitvoering van het aanmelden en traject van de plaatsing beschreven. In hoofdstuk 4 staan de resultaten van deze plaatsing, weergegeven in 11 tabellen. In bijlage 1 treft u een korte beschrijving van het toelatingsbeleid. In bijlage 2 staan de resultaten van de plaatsing uitgesplitst naar 22 wijken. 1 In feite is het aantal onbezette plaatsen nog hoger. Op 19 scholen (20 locaties) geldt een absolute plaatsgarantie, waardoor zij geen beschikbare capaciteit opgegeven

4 2. Conclusies plaatsing periode I schooljaar Conclusies plaatsing periode I (kinderen geboren: 1 september t/m 31 december 2012) o.b.v. gegevens Scholenring 18 april 2016 Doelstelling minimaal 75% van de kinderen krijgt plaats op de school van 1 ste voorkeur De doelstelling dat minimaal 75% van de kinderen een plaats op de school van eerste voorkeur krijgt, is in periode I ruimschoots gehaald met een gemiddelde van 93% (gelijk aan vorig schooljaar). De stadsdelen Centrum en Noord scoren het laagste met nog altijd 88% elk. Het hoogste percentage, 99%, is in stadsdeel Zuidoost behaald. Op gebiedsniveau scoort dit keer Oud-Noord/IJ-oevers het laagst met 77%. Dit heeft te maken met grote verhuisbewegingen naar de nieuwbouw in het gebied rond de Distelweg, waar de twee aanwezige scholen Overhoeks en de IJsbreker de toestroom niet kunnen opvangen. Gebieden met een score van 100% zijn de Bijlmer en Bullewijk, Noord-Noordwest, Zeeburgereiland en IJburg, Indische Buurt en Havens Oost, alsmede Zuidas-Buitenveldert. Dit laatste gegeven is bijzonder, omdat Zuidas-Buitenveldert tevens het gebied is met de geringste overcapaciteit. Blijkbaar waren de aanmeldingen daar optimaal over de scholen verdeeld. Stadsbreed is 98% van de kinderen in zijn top-3 geplaatst en 99% in de top-5. Doelstelling 90% van de ouders kan op een voorrangsschool terecht Deze doelstelling laat zich niet exact beantwoorden. Ouders zijn immers vrij om elke school in de stad te kiezen en hoeven dus geen voorrangsschool als 1 ste keuze te hebben. Van de aanmeldingen zijn kinderen geplaatst, waarvan op een voorrangsschool. Dit betekent dat 90% van alle aangemelde kinderen en 91% van de geplaatste kinderen terecht is gekomen op een voorrangsschool. (N.B. Dit is niet altijd een buurtschool; het kan ook om broertje/zusje-voorrang gaan.) In combinatie met de overcapaciteit (meer dan 1.450) kan hieruit wel geconcludeerd worden dat meer dan 90% van de ouders terecht kan op een school in de buurt. Plaatsing op voorrangs- of niet-voorrangsschool Van de aanmeldingen zonder plaatsgarantie zijn er 1090 (83%) op een voorrangsschool geplaatst en 208 (16%) op een niet-voorrangsschool. De overige 13 (1%) zijn nog ongeplaatst. Bijzondere voorrangsgroepen Van alle aanmeldingen heeft 41% een plaatsgarantie o.b.v. de broertje/zusje-regeling. Van alle aanmeldingen heeft 10% voorrang o.b.v. de voorschool/vve-indicatie en 1% o.b.v. IKC. (N.B. Scholen met plaatsgarantie registreren niet of kind een VVE-indicatie heeft. Tevens heeft een deel van de VVE- en IKC-kinderen ook al broertje/zusje-garantie.) Bij vier scholen zijn 7 kinderen geplaatst o.b.v. een ouderinitiatief dat vorig schooljaar was aangevraagd. Er zijn geen nieuwe aanvragen voor dit schooljaar ontvangen. Omvang overaanmelding Bij aanvang van het beleid was ingeschat dat bij maximaal een kwart van de scholen sprake zou zijn van overaanmelding, waardoor zij moeten loten. In deze periode heeft 13% van de deelnemende scholen niet alle eigen aanmeldingen kunnen plaatsen. Bij de plaatsing kon 15% van de scholen niet alle eigen aanmeldingen ( 1e voorkeuren) plaatsen. 2% van de scholen had dus géén overaanmelding, maar heeft toch eigen aanmeldingen zonder voorrang moeten afwijzen. Dit is een gevolg van het feit dat elders uitgelote kinderen met voorrang voor gaan. Op de peildatum 18 april is het percentage scholen dat niet alle eigen aanmeldingen heeft kunnen plaatsen, gedaald naar 13%. Dit komt doordat eerder uitgelote kinderen in aanmerking komen voor vrijgekomen plaatsen, bijvoorbeeld ontstaan door verhuizingen of plaatsing op een BOVO-school. Scholen met plek en overcapaciteit Op de peildatum 18 april zijn op 57 scholen (27%) alle plaatsen gevuld en zijn op 156 scholen (73%) nog plaatsen beschikbaar. Deze zijn verdeeld over alle stadsdelen, incl. Zuid en Centrum (tabel 4 en bijlage 2). Ook in deze periode is sprake van een forse overcapaciteit. Over het hele vorig jaar was de overcapaciteit 37%. In deze periode is de overcapaciteit nog iets toegenomen, naar 39%

5 Verhouding capaciteit en aanmeldingen In alle stadsdelen zijn voor dit cohort nog voldoende plaatsen beschikbaar 2. De overcapaciteit (ruim plaatsen 3 ) is in Noord het hoogst (55%) en in Centrum het laagst (19%). Conceptscholen 4 Van de 60 deelnemende conceptscholen hebben er op de peildatum 32 nog plaats. De meeste conceptscholen met plaats zijn er in Oost (12) en Nieuw-West (8). In de overige stadsdelen zijn het er telkens 2 of 3. Belangstelling 213 scholen De belangstelling voor de 213 scholen is redelijk gespreid. 8 scholen hebben in deze periode geen aanmeldingen gekregen. Ongeplaatsten Na de plaatsingsronde van 9 maart waren 30 kinderen (1,3%) ongeplaatst gebleven, waarvan 9 in Noord, 8 in Centrum, 7 in Nieuw-West, 4 in Zuid, 1 in West en 1 in Oost. Per 18 april zijn er nog 13 kinderen (0,55%) ongeplaatst: 5 in Noord, 3 in Centrum, 2 in Zuid en 1 in Oost, West en Nieuw-West. Vergelijking geplaatsten en ongeplaatsten Als we de voorkeurslijsten van de (direct na de plaatsingsronde) 30 ongeplaatste kinderen vergelijken met die van de geplaatste kinderen zonder plaatsgarantie, valt het volgende op: a) Bij 43% van de ongeplaatsten was maar één voorkeur opgegeven; bij de geplaatsten was dit 16%. b) Een aanmelding op een niet-voorrangsschool leidde in deze periode tot een 5,1 maal zo grote kans om ongeplaatst te blijven. Toch is ook van de niet-voorrangsaanmeldingen nog ruim 93% direct tijdens de plaatsingsronde geplaatst. c) Niet verrassend leidt het opgeven van meer voorkeursscholen, en vooral ook meer voorrangsscholen, tot een aanmerkelijk hogere plaatsingskans. d) Meerdere voorrangsscholen opgeven is belangrijker dan persé een voorrangsschool op nummer 1 zetten; dit geldt met name waar de druk op de scholen hoog is. Van degenen die 6 of meer voorrangsscholen op het lijstje hadden staan, is in deze ronde iedereen geplaatst. Van de 207 kinderen die 5 voorrangsscholen op hun lijstje hadden, is er slechts 1 niet direct tijdens de plaatsingsronde geplaatst. Vermeende val in geval van uitloten op 1 e voorkeur Met enige regelmaat wordt beweerd dat de plaatsingsmethode in het toelatingsbeleid ertoe zou leiden dat uitloten op de 1 ste voorkeursschool vrijwel automatisch plaatsing op een zeer lage voorkeur tot gevolg heeft (doordat de 2 de t/m 4 de voorkeur vol zouden zijn). Ook in deze periode blijkt weer dat dit niet het geval is. 63% van de uitgelote 1 ste voorkeurskinderen komt in de top-3 terecht, 42% zelfs op de 2 de voorkeur. 5 2 Dit geldt ook als rekening gehouden wordt met het gegeven dat in de hele stad op jaarbasis tussen de en kinderen aangemeld worden bij de basisscholen tussen het 4 de en 5 de jaar. 3 Op 19 scholen (20 locaties) in Zuidoost geldt een plaatsgarantie voor elke aanmelding ongeacht of het een aanmelding is op de 1 ste of 10 de voorkeurschool en ongeacht of een kind vóór of na de plaatsing wordt aangemeld. Dit betekent dat de werkelijke nog beschikbare capaciteit hoger is. 4 In totaal zijn er in Schoolwijzer 24 locaties met montessorionderwijs opgenomen, hiervan nemen 21 deel aan het stedelijk beleid en behoren 3 tot de BOVO-scholen. 5 Per stadsdeel zit hier wel een duidelijk verschil in: Noord 38%, Centrum 59%, West 60%, Zuid 76%, Nieuw-West 76%, Oost 80% en Zuidoost 100%. Buiten de top-3 zijn de uitgelote kinderen stadsbreed als volgt terechtgekomen: 9% op de 4 e voorkeur, 6% op de 5 e, 1% op de 6 e, 0,6% op de 7 e, 0,6% op de 10 e, 11% op een niet-voorkeursschool en 8% is nog ongeplaatst. (NB: Alle percentages in deze noot zijn t.o.v. het aantal uitgelote kinderen, niet t.o.v. alle aanmeldingen.) - 4 -

6 3. Uitvoering Toelatingsbeleid 3.1. Doelgroep en plaatsingen schooljaar Eind september 2015 ontvingen ouders met een kind dat tussen 1 september 2012 en 31 augustus 2013 geboren is en dus in schooljaar voor het eerst naar de basisschool zal gaan, een brochure met uitleg en het Aanmeldformulier voor de basisschool (op naam, adres en geboortedatum van hun kind). Vanaf dat moment was op de website Schoolwijzer-Amsterdam het scholenbestand dat in juni door het BBO was vastgesteld, verwerkt. Voor dit schooljaar zijn er 213 deelnemende scholen. Op deze website krijgen ouders na invoeren van de postcode, huisnummer en geboortedatum van hun kind, alle basisscholen in volgorde van afstand vanaf dit woonadres te zien. De eerste 8 (deelnemende) scholen worden als voorrangsscholen gemarkeerd. 6 Zodra de ouders het Aanmeldformulier hebben ontvangen, kunnen zij hun kind aanmelden. De tijd die zij hiervoor beschikbaar hebben, is afhankelijk van de geboortedatum van hun kind. De plaatsingen voor de instroom in het schooljaar vinden plaats in de volgende drie blokken, die gerelateerd zijn aan de geboortedatum van een kind. Periode Kinderen geboren in de onderstaande periode Sluitingsdatum inleveren aanmelding Plaatsing Bekend bij ouders uitkomst plaatsing 1 1 sept. t/m 31 december 2012 t/m 22 februari maart maart januari t/m 30 april 2013 t/m 1 juni juni juni mei t/m 31 augustus 2013 t/m 1 november november november Aanmelding periode I Tijdpad 1 ste plaatsingsperiode (kinderen geboren 1 september t/m 31 december 2012) t/m 22 febr. Sluitingsdatum aanmeldingen voor deze doelgroep. t/m 23 febr. Scholen hebben voor deze periode alle aanmeldingen in Scholenring verwerkt. vanaf 23 febr. Controle registraties door projectleiding; indien nodig wordt met een school en/of bestuur contact opgenomen. 9 maart Uitvoering geautomatiseerde, stadsbrede plaatsing in aanwezigheid van vertegenwoordigers van het BBO, oudergeleding GMR en, de gemeente en de projectleiding. Na de plaatsing kan elke school en bestuur in Scholenring de resultaten van de plaatsing zien. Daarnaast ontvangt elk bestuur en elke school een overzicht met de hoofdlijnen van de resultaten van deze plaatsing en het overzicht van scholen waar nog plaatsen beschikbaar zijn. 10 maart Scholen sturen de plaatsingsbrief en (indien van toepassing) de afwijzingsbrief per post; indien de verzending per mail is, gaat dit op 11 maart. 11 maart Alle ouders zijn in bezit van de plaatsingsbrief of de afwijzingsbrief met het overzicht van de scholen waar plaats is. t/m 31 maart Ouders maken aan de school bekend of zij de aangeboden plaats accepteren; daarna regelt de school de inschrijving (en verwerkt dit in Scholenring). Controle voorafgaand aan de plaatsing In verband met de voorjaarsvakantie was de sluitingsdatum vervroegd en vond de uitvoering van de controles voor en na deze vakantie plaats. Voor de volgende scholen waren extra acties nodig: Insulinde: in afwijking van het in juni 2015 vastgestelde scholenbestand heeft AMOS onlangs besloten dat deze school per geen leerlingen aanneemt. Het gevolg hiervan is dat sommige ouders effectief 7 voorrangsscholen hebben. Om dit te herstellen, waren tussentijds diverse aanpassingen noodzakelijk. Sinds begin maart kan deze school in Scholenring geen aanmeldingen verwerken of als voorkeurschool 6 Indien een niet-deelnemende eenpitter (in totaal 11 scholen) tot een school in de buurt behoort, wordt deze wel op afstand van het woonadres getoond, maar niet aangemerkt als voorrangsschool

7 opgegeven worden; sinds 15 april jl. is Schoolwijzer aangepast (de Insulinde wordt niet meer als voorrangsschool aangeboden). School of Understanding: deze school bleek niet alle aanmeldingen volgens het toelatingsbeleid verwerkt te hebben, hetgeen vlak voor de plaatsing is hersteld. Denise: als gevolg van het opstarten van deze school en gedane toezeggingen in het verleden, bleek de registratie van de aanmeldingen in Scholenring incompleet te zijn. De registraties van de scholen in Scholenring zijn na de sluitingsdatum op o.a. de volgende onderwerpen gecontroleerd: Capaciteit registreren in Scholenring Het bepalen c.q. verwerken van de capaciteit in Scholenring bleek bij een aanzienlijk deel van de scholen voor deze eerste periode voor schooljaar lastig te zijn. Bij 38 van de 213 scholen stond geen capaciteit vermeld, voor zowel deze als de overige perioden. Nadat deze scholen en hun besturen hiervoor, vaak meerdere malen, benaderd zijn, is dit met uitzondering van 3 scholen hersteld. Bij de plaatsing is bij deze 3 scholen de capaciteit gelijkgesteld aan het aantal aanmeldingen. Adressen zonder voorrangsscholen: Wanneer een adres geen acht voorrangsscholen oplevert (a.g.v. een nieuwbouwadres) krijgt de school bij de verwerking van een aanmelding hiervan automatisch een melding. De school moet dit aan de projectleiding kenbaar maken, die vervolgens het juiste adres/postcode aanlevert. In deze periode is dit foutloos verlopen. Ontbreken van adresbewijs: In Scholenring bleken 8 kinderen Zonder adresbewijs te staan. Het gevolg hiervan is dat zij geen voorrangsscholen hebben. Net als bij de vorige perioden bleek een deel hiervan veroorzaakt te zijn door een abusievelijk verwerking in Scholenring. Bij het overige deel zijn de ouders benaderd met het verzoek om alsnog een adresbewijs aan te leveren. Correctie aantal islamitische scholen voorrangsscholen: Voor kinderen die bij hun acht voorrangsscholen meer dan 2 islamitische scholen hebben, is zo nodig een 9 de voorrangsschool aangeboden. Dit aanbod is alleen gedaan aan kinderen die geen islamitische school op hun voorkeurslijstje opgenomen hebben. Scholen vol met broertjes/zusjes: Op 3 scholen bleek de beschikbare capaciteit (vrijwel) geheel gevuld te worden met aangemelde broertjes/zusjes, waardoor de overige aanmeldingen nauwelijks tot geen kans maken op een plaats op de school van aanmelding. Na overleg met de betrokken school en het bestuur is aan deze ouders de mogelijkheid geboden hun voorkeurslijstje te heroverwegen. Proefplaatsingen: Tijdens de proefplaatsingen op 7 en 8 maart zijn geen bijzonderheden geconstateerd Plaatsing periode I Plaatsingsbijeenkomst, controle plaatsing en bericht naar ouders Op 9 maart jl. zijn alle aangemelde kinderen voor periode I van schooljaar (kinderen geboren 1 september t/m 31 december 2012) tegelijk en geautomatiseerd geplaatst. Op deze plaatsingsbijeenkomst waren aanwezig: Maarten Teunissen (st. OOadA, lid werkgroep BBO), Loes Knotter (st. OOadA, GMRoudergeleding), Ruud Sahertian (AMOS, Frankendaelschool, lid werkgroep BBO), Cathelijne Kroon (gemeente Amsterdam), Paul Vinkenoog (systeemontwikkelaar), Jeroen Feenstra en Hetty Lieftink (projectleiding). Na de plaatsing van 9 maart en vóór de verzending van de brieven worden diverse controles uitgevoerd. Na de plaatsing waren 34 kinderen ongeplaatst. Bij controle bleek dat dit in vier gevallen te wijten was aan een administratieve fout van 2 scholen. Dit is nog dezelfde dag hersteld. Hierdoor kwam het in Scholenring geregistreerd aantal ongeplaatsten op 30. Van dit getal zijn we in deze rapportage uitgegaan. Een andere fout, waardoor een kind niet op zijn 3 e -voorkeursschool was geplaatst, is op 10 maart ontdekt en hersteld. Het aantal ongeplaatsten daalde toen tot 29, maar dat is in de cijfers van 9 maart die in dit verslag her en der getoond worden niet meegenomen

8 Op vrijdag 11 maart jl. hebben alle ouders bericht ontvangen van de uitkomst van de plaatsing. Hiervoor zijn 2 standaardbrieven beschikbaar: brief 1: de plaatsingsbrief aan ouders van geplaatste kinderen; brief 2: de afwijzingsbrief plus het overzicht van de scholen die nog plaats hebben aan ouders van de kinderen die nergens geplaatst konden worden. De verzending van de brieven is op een enkele school na, op tijd en zonder problemen verlopen. De ouders van de geplaatste kinderen hebben tot en met 31 maart jl. de tijd om aan te geven of zij de plaats accepteren. Vanaf maandag 14 maart zijn alle ouders van ongeplaatste kinderen door de helpdesk benaderd om hen (indien gewenst) te helpen bij het vinden van een passend alternatief. Bijzondere plaatsingen Toepassing hardheidsclausule: geen Ouderinitiatief/groepsaanmelding: 7 kinderen bij 3 scholen Het betreft toezeggingen van een erkend ouderinitiatief dat voor vorig schooljaar was aangevraagd. Het betreft Bos en Lommer (AWBR): 2 kinderen; De Roos (AWBR): 1 kind; Visserschool (AMOS): 4 kinderen. Bezwaarschriften en/of beroep op hardheidsclausule Ouders kunnen bezwaar indienen bij het schoolbestuur van de school van aanmelding en/of een beroep doen op de hardheidsclausule met het verzoek op een plaats op een specifieke school. Voor periode I zijn in totaal 4 reacties ontvangen, waarvan 2 voorafgaand aan de plaatsing. Het eerste bezwaar, dat een verzoek betrof voor een plaats bij Vrije School Kairos, is zowel door SOON als het BBO beantwoord en afgewezen. Het tweede bezwaarschrift dat door het BBO is beantwoord en afgewezen, betrof een inhoudelijk bezwaar tegen het toelatingsbeleid (ouder beroept zich op beleid zoals dat voorheen in de Watergraafsmeer gold). Na de plaatsing is er nog 1 bezwaar en 1 beroep op de hardheidsclausule ontvangen. Het eerste betrof een bezwaar ingediend bij St. OOadA, met de klacht over de wijziging van beschikbare capaciteit van een school na de sluitingsdatum. Dit bezwaar is erkend, waardoor het kind een plaats op de school van aanmelding gekregen heeft. Bij het beroep op de hardheidsclausule, ingediend bij AMOS, verzocht de ouder het resultaat van de plaatsing te heroverwegen, met als doel voor hun kind alsnog een plaats op de 1 ste voorkeur te krijgen. Dit verzoek is afgewezen. Ontwikkelingen na de plaatsing Totdat deze doelgroep vier jaar is (31 december 2016) zullen zich verschuivingen blijven voordoen. De meeste verschuivingen zijn in de eerste 8 weken na de plaatsing. Daarna neemt de frequentie af. Doordat scholen ook alle veranderingen na de plaatsing in Scholenring registreren totdat een kind 4 jaar is, kunnen we deze ontwikkelingen volgen. De verschuivingen na de plaatsing hebben verschillende oorzaken: 1. Ouders van de uitgelote kinderen vinden alsnog een school. 2. Ouders wijzigen hun voorkeur en zien af van de aangeboden plaats, omdat zij een andere school (die na de plaatsing nog plaats heeft), een beter alternatief vinden. 3. Lege plaatsen die ontstaan na de plaatsing bijvoorbeeld a.g.v. verhuizingen of dubbele plaatsingen (op stedelijk deelnemende school én BOVO-school) en vervolgens beschikbaar komen voor uitgelote kinderen. 4. Ouders melden hun kind na de plaatsing aan op een school waar nog plaatsen beschikbaar zijn. Nieuw per direct: uitbreiding terugroepregeling Bij de evaluatie van het toelatingsbeleid in februari jl. heeft het BBO besloten om het toedelen van de leeggekomen plaatsen na de plaatsing (totdat een kind vier jaar wordt), uit te breiden met ingang van de plaatsingen voor schooljaar Tot op heden kwamen voor een leeggekomen plaats de eerder uitgelote 1 ste voorkeurkinderen in aanmerking. Deze kinderen staan in een ad randomlijstje in Scholenring onder de balk: Vrije plaats. Voor schooljaar zijn er uiteindelijk nog in totaal 136 kinderen naar hun 1 ste voorkeurschool doorgeschoven (gebaseerd op stand in Scholenring per 18 april 2016)

9 De terugroepregeling wordt nu als volgt: wanneer na de plaatsing een lege plaats ontstaat op een school die heeft moeten loten, komen hiervoor uitgelote kinderen (tot hun 4 de jaar) in aanmerking die de school als 1 ste t/m 3 de voorkeur opgegeven hadden, waarbij in volgorde van opgegeven voorkeur eerst kinderen met voorrang aan bod komen die de school als 1 ste voorkeur, daarna 2 de en vervolgens de 3 de voorkeur opgegeven hebben; gevolgd door de niet-voorrangskinderen die de school resp. als 1 ste, 2 de en 3 de voorkeur opgegeven hebben. Naar verwachting zal dit tot een verschuiving naar een hogere voorkeurschool leiden voor circa 65 kinderen per periode

10 4. Plaatsingsresultaat periode I schooljaar (peildatum Scholenring 18 april 2016) 4.1. Plaatsingsresultaat op hoofdlijnen De volgende paragrafen zijn gebaseerd op de cijfers uit Scholenring op peildatum 18 april 2016 (tenzij anders wordt vermeld). In eerste instantie waren 34 kinderen ongeplaatst na de plaatsingsronde van 9 maart. Bij 4 daarvan bleek dit op een fout bij de scholen te berusten, die nog dezelfde dag is hersteld. Een andere fout, waardoor een kind niet op zijn 3 e -voorkeursschool was geplaatst, is op 10 maart ontdekt en hersteld. Het aantal ongeplaatsten daalde toen tot 29, maar dat is in de cijfers van 9 maart die in dit verslag her en der getoond worden niet meegenomen. Tussen de plaatsing van 9 maart en de peildatum 18 april is het aantal aanmeldingen met 18 gestegen. Tabel 1 Overzicht van de totalen Periode I Aantallen 9 maart % 9 maart Aantallen 18 april % 18 april Deelnemende scholen Totale capaciteit Aanmeldingen waarvan broertjes/zusjes % % - voorscholers met VVE * % % - kinderen van het IKC 30 1% 30 1% - ouder werkzaam op school 3 0% 5 0% Geplaatste kinderen ** % % Nog niet geplaatste kinderen 30 1% 13 1% Aantal vrije plaatsen *** % % Scholen met lege plaatsen % % * Het aantal kinderen met VVE-indicatie ligt feitelijk hoger. Bij broertjes/zusjes, de 19 scholen (20 locaties) in Zuidoost met plaatsgarantie, kinderen aangemeld op een IKC en van ouders werkzaam op school, is registratie van de VVEindicatie niet nodig. Opm. Paul: Bij ouder werkt op school natuurlijk wel, want VVE gaat vóór personeelskinderen ** Het aantal ongeplaatsten is tussen de plaatsingsronde en de peildatum gedaald van 30 naar kinderen hebben een school in hun top-3-8 kinderen hebben een alternatief gevonden - 12 kinderen (waarvan bij 7 geen reactie komt) hebben nog geen plaats - 1 kind woont buiten Amsterdam en heeft daar een school gekozen *** Het aantal vrije plaatsen is hoger dan getoond, omdat 19 scholen (20 locaties) in stadsdeel Zuidoost waar voor elke aanmelding een plaatsgarantie geldt, de beschikbare capaciteit niet registreren. Tabel 2 Resultaten (aangemelde) kinderen Voorkeur Aantallen 9 maart % Aantallen 18 april % 1 e % % 2 e 74 3% 67 3% 3 e 35 1% 33 1% Cumulatief % % 4 e 17 1% 15 1% 5 e 10 0% 9 0% 6 e 3 0% 2 0% 7 e 1 0% 1 0% 8 e 0 0% 0 0% 9 e 0 0% 0 0% 10 e 1 0% 1 0% Niet-voorkeursschool Nvt Nvt 18 1% Totaal geplaatst % % Niet geplaatst 30 1% 13 1% - 9 -

11 Toelichting - Bij de plaatsing kreeg 97% van de aangemelde kinderen een plek aangeboden op een school in hun top 3 (2.288 kinderen); - Het aantal 1 e -voorkeursplaatsingen is met 30 gestegen; dit wordt m.n. veroorzaakt doordat ouders hun kind na de plaatsing aanmelden op een school met (na de plaatsing nog) beschikbare plaatsen; - Niet-voorkeursschool: 18 kinderen (van de 35 na de plaatsing nieuw geplaatsten) hebben na de plaatsing een plek op een school gekregen die zij eerder niet op hun aanmeldformulier hadden opgegeven. Het gaat hierbij deels om oorspronkelijk niet-geplaatste kinderen waarvoor nu alsnog een school wordt gekozen die eerst niet op het lijstje stond. Voor een ander deel wordt dit veroorzaakt doordat ouders op de lijst van scholen met onbezette plaatsen een geschiktere school aantroffen. Bijzondere plaatsingen Plaatsing op grond van een harde toezegging in het verleden: geen Toepassing hardheidsclausule voor individuele gevallen: geen Plaatsing op grond van een ouderinitiatieven/groepsaanmelding Voor deze periode zijn door 3 scholen in totaal 7 kinderen geplaatst, die allen behoren tot een in vorig schooljaar erkende groepsaanmelding. Het betreft: - Visserschool (AMOS): 4 kinderen. - OBS Bos en Lommerschool (AWBR): 2 kinderen. - De Roos (AWBR): 1 kind Scholen met overaanmelding (per stadsdeel) Scholen kunnen tot vlak voor de plaatsing de door eerder opgegeven capaciteit van een periode nog aanpassen, onder de voorwaarde dat bijstelling geen negatieve effecten heeft voor kinderen in volgende perioden. Bij de plaatsing kan het voorkomen dat het aantal aanmeldingen de opgegeven capaciteit overschrijdt. Uitleg tabel 3: Onder A staan het aantal en % scholen dat vóór de plaatsing meer aanmeldingen dan plaatsen had. Onder B staan aantal en % scholen dat op de plaatsing van 9 maart niet alle 1 ste voorkeurskinderen heeft kunnen plaatsen. Onder C staan het aantal en % scholen dat niet alle 1 ste voorkeurskinderen op de peildatum heeft kunnen plaatsen. In alle kolommen gaat het om kinderen met én zonder voorrang. Na de plaatsing wordt het vermelden van capaciteit versus aanmeldingen vervangen voor scholen die niet alle 1 ste voorkeurskinderen hebben geplaatst. Tabel 3 - Scholen met overaanmelding Stadsdeel Scholen totaal A: 9 maart vóór plaatsing Scholen met overaanmelding B: 9 maart na plaatsing Scholen waar niet alle 1 e vk zijn geplaatst C: Op peildatum 18 april Scholen waar niet alle 1 e vk zijn geplaatst Aantal Aantal % Aantal % Aantal % Centrum % 5 45% 5 45% Nieuw-West % 6 15% 4 10% Noord % 4 12% 4 12% Oost % 3 8% 3 8% West % 5 14% 3 8% Zuid % 9 33% 7 26% Zuidoost % 1 3% 1 3% Totaal % 33 15% 27 13%

12 Toelichting - Bij 28 scholen (13% van de deelnemende scholen) was sprake van overaanmelding op het moment van de plaatsing. 7 Per school varieerde het plaatstekort tussen 1 en 15. Het gemiddelde tekort was 5,7 plaatsen. Op 8 scholen gaat het om 1-3 plaatsen te kort; op 11 scholen om 4-6; op 5 scholen om 7-9 en op 4 scholen om plaatsen te kort. - Tijdens de plaatsingsronde hebben 33 scholen (15%) niet alle eigen, dus alle 1 ste voorkeuraanmeldingen kunnen plaatsen scholen (13%) hebben op de peildatum niet alle 1 ste voorkeurkinderen kunnen plaatsen. (Ter vergelijking met gehele schooljaar : gemiddeld 35 scholen (17% van de scholen.) - In Zuidoost garanderen 19 van de 30 scholen iedereen een plaats, waardoor de capaciteit op deze 19 scholen onbegrensd is en het percentage scholen met overaanmelding in dit stadsdeel significant lager is dan elders. Slechts 1 van de 30 scholen in Zuidoost heeft niet alle eigen aanmeldingen kunnen plaatsen. - Het aantal scholen met overaanmelding zal in de maanden totdat deze doelgroep 4 jaar wordt verder dalen. Oorzaak zijn afzeggingen van ouders die een plek hebben bij BOVO-school of die de stad uit verhuizen. Voor de leeggekomen plaatsen komen vervolgens uitgelote 1 ste voorkeurkinderen in aanmerking en daarna ook de uitgelote 2 de en 3 de voorkeurkinderen. Dit heeft in het merendeel van deze gevallen het gevolg dat elders een lege plaats ontstaat. Tabel 4 - Scholen die op de peildatum 18 april 2016 vol zijn voor periode I Stadsdeel Scholen Volle scholen % Centrum % Nieuw-West % Noord % Oost % West % Zuid % Zuidoost % Totaal % Toelichting - Op de peildatum is 23% van de scholen vol. - In elk stadsdeel is ook nu nog plek voor ouders die hun kind nog willen aanmelden. (* zie eerdere opmerking over Zuidoost). - Ook in Centrum is nog steeds plek op ongeveer een kwart van de scholen. - Van de 165 scholen die niet vol zitten, mogen er 9 niet vrij leerlingen bijplaatsen, omdat zij eerder kinderen hebben uitgeloot. Wel kunnen zij indien er een lege plaats ontstaat eerder uitgelote kinderen terugroepen. De overige 156 scholen mogen elke nieuwe aanmelding voor periode I direct plaatsen en inschrijven Totalen, voorrangsgroepen per stadsdeel Leeswijzer bij tabel 5a en 5b In stadsdeel Centrum zijn 11 scholen met een totale capaciteit (kindplaatsen) van 199. Er zijn 176 aanmeldingen, waarvan 67 broertjes/zusjes (38%), 12 kinderen met VVE-indicatie (7%), 4 kinderen met IKCvoorrang en 1 kind waarvan een ouder werkzaam is op school. Van de 176 aanmeldingen zijn er 173 geplaatst (98%) en 3 niet (2%). Er zijn in Centrum nog 37 plaatsen beschikbaar (19%). 7 Ter vergelijking met gehele schooljaar : toen hadden per plaatsingsronde gemiddeld 32 scholen (15% van het totaal) te maken met overaanmelding

13 Tabel 5a - Per stadsdeel: capaciteit, aantal aanmeldingen uitsplitsing naar verschillende voorrangsgroep, geplaatsten en vrije plaatsen (in aantallen) Stadsdeel Scholen Cap. Aanm. Br/zus VS+VVE IKC Ouder Gepl. *Vrij Centrum Nieuw-West Noord Oost West Zuid Zuidoost 30 ** ***7 ***0 *** Totaal ***241 ***30 *** Toelichting * Omdat niet ieder kind geplaatst wordt in het stadsdeel waar het is aangemeld, is op stadsdeelniveau het getal in de kolom Vrij meestal niet gelijk aan Cap. minus Gepl. ** In stadsdeel Zuidoost geldt op 19 scholen een plaatsgarantie voor ieder aangemeld kind. Hierdoor is de weergegeven capaciteit een rekbaar begrip. *** Het aantal kinderen met VVE-indicatie of IKC-voorrang ligt feitelijk hoger. Voor broertjes/zusjes waarvoor een plaatsgarantie geldt en bij de 19 scholen in Zuidoost waar elke aanmelding een plaats gegarandeerd wordt, is de registratie van de VVE-indicatie niet nodig. Hetzelfde geldt voor de ouders werkzaam op school. Tabel 5b - Per stadsdeel: capaciteit, aantal aanmeldingen uitsplitsing naar verschillende voorrangsgroep, geplaatsten en vrije plaatsen (In percentages) Stadsdeel Scholen Cap. Aanm. Br/zus VS+VVE IKC Ouder Gepl. Vrij Centrum % 7% 2% 1% 98% 19% Nieuw-West % 15% 0% 1% 100% 40% Noord % 15% 4% 0% 98% 55% Oost % 7% 3% 0% 100% 41% West % 12% 0% 0% 100% 34% Zuid % 6% 0% 0% 99% 23% Zuidoost % 4% 0% 0% 100% 38% Totaal % 10% 1% 0% 99% 39% Toelichting - Stadsbreed is 41% van de aanmeldingen geplaatst o.g.v. broertje/zusje-garantie. - In alle stadsdelen zijn nog plaatsen beschikbaar. De overcapaciteit is met 55% in Noord het hoogst en in Centrum het laagst (19%)

14 4.4. Plaatsingsresultaten uitgesplitst Leeswijzer bij tabel 6a en 6b In stadsdeel Centrum zijn 176 aanmeldingen, waarvan er 167 (95%) een school hebben in hun top-3. Drie kinderen (2%) in Centrum zijn op de 5 e t/m 7 e voorkeur terechtgekomen; 3 kinderen (2%) hebben een plaats op een niet-voorkeursschool (kolom Ov). In totaal zijn 173 van de 176 kinderen geplaatst (98%) en hebben 3 kinderen (2%) nog geen plek. Tabel 6a Per stadsdeel: op welke voorkeur zijn de aanmeldingen geplaatst (in aantallen) Stadsdeel Aanm. 1e 2e 3e Top-3 4e 5e 6/ Ov. Gepl. Niet Centrum Nieuw-West Noord Oost West Zuid Zuidoost Totaal Tabel 6b Per stadsdeel: op welke voorkeur zijn de aanmeldingen geplaatst (in percentages) Stadsdeel Aanm. 1e 2e 3e Top-3 4e 5e 6/ Ov. Gepl. Niet Centrum % 4% 3% 95% 0% 1% 1% 0% 2% 98% 2% Nieuw-West % 3% 0% 99% 0% 0% 0% 0% 1% 100% 0% Noord % 3% 2% 93% 2% 2% 0% 0% 2% 98% 2% Oost % 2% 1% 99% 0% 0% 0% 0% 0% 100% 0% West % 3% 1% 98% 1% 0% 0% 0% 1% 100% 0% Zuid % 5% 3% 97% 1% 0% 1% 0% 0% 99% 1% Zuidoost % 1% 0% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 100% 0% Totaal % 3% 1% 98% 1% 0% 0% 0% 1% 99% 1% Toelichting - Van de aangemelde kinderen zijn (98%) geplaatst op een school in hun top kinderen zijn op hun 4 de of 5 de voorkeur geplaatst. In totaal is 98,5% op een school in de top-5 gekomen. 3 kinderen zijn op hun 6 e 7 e voorkeur gekomen, niemand op de 8 e of 9 e en één op de 10 e. 18 kinderen zijn op een school terechtgekomen die bij de aanmelding niet als voorkeur was opgegeven. - Het percentage kinderen dat in de top-3 is geplaatst, is het hoogst in Zuidoost, gevolgd door Oost en Nieuw- West. Verrassenderwijs is het dit keer in Noord het laagst (93%), ondanks het grote plaatsoverschot in dat stadsdeel. - Van de 18 kinderen die op een niet-voorkeursschool zijn terechtgekomen, heeft stadsdeel Noord met 6 kinderen het grootste aantal, gevolgd door West met 5. In vrijwel alle gevallen gaat het hier om kinderen die op 9 maart zijn uitgeloot, waarna de ouders op zoek zijn gegaan naar een geschikt alternatief. - Van de 30 kinderen die op 9 maart zijn uitgeloot, hebben er 17 inmiddels een plaats binnen het stedelijk beleid; 13 blijven nog ongeplaatst. Hiervan heeft er voor zover bekend 1 een plek op een BOVO-school. In bijlage 2 worden deze resultaten verder uitgesplitst naar 22 gebieden

15 4.5. Ongeplaatste kinderen periode I In tegenstelling tot de eerdere tabellen gaan we in deze paragraaf van de ongeplaatsten op de plaatsingsdatum van 9 maart uit om inzicht te krijgen in deze groep en eventuele karakteristieken. Tabel 7 Ongeplaatste kinderen en nog onbezette plaatsen per stadsdeel 9 maart 18 april 18 april Stadsdeel Ongeplaatst Ongeplaatst Vrije plekken Centrum Nieuw-West Noord Oost West Zuid Zuidoost Totaal Toelichting - Van de 30 ongeplaatste kinderen direct na de plaatsingsronde en de daaropvolgende correctie op dezelfde dag (elders in dit verslag beschreven) wonen er 28 in Amsterdam. - Per 18 april (bijna 6 weken na de plaatsing) is het aantal ongeplaatsten gedaald van 30 naar 13. Minstens één van deze kinderen heeft een plaats op een BOVO-school, die het houdt, tenzij er alsnog op de stedelijk deelnemende school van 1 ste voorkeur een plaats vrijkomt. De daling van het aantal ongeplaatsten zal zich verder voortzetten totdat deze groep 4 jaar is (uiterlijk 31 december 2016). Van de 30 oorspronkelijk ongeplaatste kinderen hebben er op de peildatum 18 april 13 nog steeds geen plaats binnen het Stedelijk Beleid. De huidige stand van de 30 ongeplaatsten is als volgt: - 9 kinderen zijn terecht gekomen op een school in hun top-3; - 8 kinderen hebben een alternatief gevonden; - Voor 1 kind is de aanmelding geannuleerd, omdat het buiten Amsterdam woont en daar een school gevonden heeft; - Voor 5 kinderen zijn de ouders nog zoekende; bij 7 kinderen krijgen we geen reactie van de ouders. Leeswijzer In de onderstaande tabel wordt inzichtelijk gemaakt wat het verband is tussen ongeplaatst blijven tijdens de plaatsing en het opgegeven aantal voorkeuren. Tabel 8 - Totaal aantal opgegeven voorkeuren bij ongeplaatste kinderen (cijfers 9 maart) Aantal voorkeuren Aantal leerlingen % Cumulatief aantal lln. Cum. % % 13 43% % 16 53% % 19 63% 4 0 0% 19 63% % 26 87% 6 1 3% 27 90% 7 1 3% 28 93% 8 0 0% 28 93% 9 1 3% 29 97% % %

16 Toelichting - Voor 13 ongeplaatste kinderen is slechts 1 voorkeur opgegeven, d.w.z. alleen de school van aanmelding. - Voor 16 ongeplaatste kinderen (meer dan de helft) zijn maximaal 2 voorkeursscholen opgegeven. - Het advies om tenminste 5 voorkeursscholen op te geven, is dit keer bij 11 ongeplaatste kinderen (37%) gevolgd; bij de overige 63% ongeplaatsten zijn dus minder dan 5 (en zelfs minder dan 4) voorkeuren opgegeven. - Voor 4 ongeplaatste kinderen (13%) waren meer dan 5 voorkeuren opgegeven. Leeswijzer In de onderstaande tabel wordt inzichtelijk gemaakt wat het verband is tussen ongeplaatst blijven tijdens de plaatsing (totaal 29) en het opgegeven aantal voorrangsscholen (=voorrangs-vk). Tabel 9 - Aantal opgegeven voorrangsscholen bij ongeplaatste kinderen (cijfers 9 maart) Aantal voorrangs-vk Aantal leerlingen % Cumulatief aantal lln. Cum. % % 11 37% % 15 50% % 20 67% % 26 87% % 29 97% 5 1 3% % Toelichting - Bij 37% van de ongeplaatsten (11 kinderen) zijn nul voorrangsscholen opgegeven; - Bij 6 ongeplaatste leerlingen (20%) zijn precies 3 voorrangsscholen opgegeven; - Bij 26 ongeplaatste leerlingen (87%) zijn maximaal 3 voorrangsscholen opgegeven; - Geen van de ongeplaatsten heeft meer dan 5 voorrangscholen opgegeven Voorrangs- versus niet-voorrangsaanmeldingen Om inzichtelijk te maken wat het effect is op de plaatsing van het doen van de aanmelding op een voorrangsschool versus een niet voorrangsschool, is de onderstaande tabel gemaakt. De tabel hieronder geeft aan in hoeverre het doen van een aanmelding op een voorrangsschool correleert met de plaatsingskans in het algemeen, dus niet alleen op de school van 1 ste voorkeur. Een voorrangsaanmelding in deze tabel is een aanmelding bij een school waarop het kind enige vorm van voorrang heeft. Deze cijfers betreffen uitsluitend de aanmeldingen zonder enige vorm van plaatsgarantie (dus zonder broertjes/zusjes, ouderinitiatief, harde toezeggingen). Leeswijzer In de onderstaande tabel wordt inzichtelijk gemaakt wat de verhouding geplaatst/ongeplaatst is, tussen aanmelden op een voorrangsschool versus aanmelden op een niet-voorrangsschool. Er wordt in de onderste regel gesproken over niet-garanten, omdat gecorrigeerd is voor kinderen die een plaatsgarantie hadden (broertjes/zusjes, hardheidsclausules, ed.) Tabel 10 Resultaat aanmelden op voorrangschool versus niet voorrangsschool (cijfers 9 maart) Aantal % Geplaatst % Niet geplaatst % Voorrangsaanmeldingen % % 15 1,34% Niet-voorrangsaanmeldingen % % 15 6,82% Totaal niet-garanten % % 30 2,24%

17 Toelichting - Van de voorrangsaanmeldingen is 1,34% tijdens de plaatsingsronde niet geplaatst. Van de nietvoorrangsaanmeldingen is dit 6,82%; een verhouding van 1 op 5,1. Een aanmelding op een nietvoorrangsschool geeft dus, in vergelijking met een aanmelding op een voorrangsschool, ruim vijf keer zoveel kans om niet geplaatst te worden. Maar ook andere factoren, zoals het aantal opgegeven scholen, spelen hierin mee Vergelijking geplaatsten en ongeplaatsten (cijfers 9 maart) Nadere analyse van alle gegevens brengt ons tot een aantal (voorzichtige) trends of conclusies 8 t.a.v. de kans om ongeplaatst te blijven, waarbij uitsluitend kinderen zonder plaatsgarantie zijn vergeleken. - Van de 30 ongeplaatsten direct na de plaatsingsronde had 37% geen enkele voorrangsschool opgegeven; bij de geplaatsten is dit slechts 7%. Er is een cijfermatig verband geconstateerd tussen niet geplaatst worden en het opgeven van geen of weinig voorrangscholen. Dit wordt sterker naarmate het aantal opgegeven voorrangsscholen daalt. - Van degenen die geen enkele voorrangsschool opgaven is 11% niet geplaatst. Bij 1 tot 4 voorrangsscholen varieert het percentage ongeplaatsten tussen 1% tot 3%. Kinderen die 5 voorrangsscholen hebben opgegeven op hun voorkeurslijst, zijn in deze ronde op één na allemaal geplaatst. Met meer dan 5 voorrangsscholen is niemand ongeplaatst gebleven. - Zoals hierboven vermeld, gaf een aanmelding op een niet-voorrangsschool in vergelijking tot een aanmelding op een voorrangsschool een 5,1 maal zo grote kans om ongeplaatst te blijven. Toch is ook van de kinderen die op een niet-voorrangsschool zijn aangemeld nog altijd een ruime meerderheid geplaatst: 93%. - Meerdere voorrangsscholen opgeven is belangrijker dan persé een voorrangsschool op nummer 1 zetten. De noodzaak om meerdere voorrangsscholen op te geven wordt groter naarmate gekozen wordt voor een school met forse overaanmelding of een voorkeursschool in een gebied waar de druk op scholen hoog is. - Conclusie: De vergelijking van de geplaatsten en ongeplaatsten levert hetzelfde beeld op als geconcludeerd in de jaarrapportage van de plaatsingen voor schooljaar Net als geconcludeerd is de jaarrapportage van vorig schooljaar kan bij deze plaatsing voor periode I geconcludeerd worden dat ouders van ongeplaatsten verhoudingsgewijs minder voorkeurscholen opgeven. 8 Het zijn voorzichtige conclusies, omdat de aantallen ongeplaatsten erg klein zijn (om o.b.v. statistische analyses significante uitspraken te doen. Een verschuiving van één kind kan direct een substantiële afwijking in de percentages opleveren; op basis van één plaatsing kunnen niet meer dan voorzichtige conclusies getrokken worden

18 4.8. Vergelijking plaatsingsresultaten periode I met schooljaar In de volgende tabel wordt het plaatsingsresultaat van periode I van schooljaar vergeleken met de jaarcijfers van de plaatsingen in schooljaar (gebaseerd op de Jaarrapportage 10 februari 2016). Tabel 11 Plaatsingsresultaat periode 1 schooljaar vergeleken met plaatsingsresultaat hele schooljaar Schooljaar Schooljaar % : Periode I % Verschil Aanmeldingen ,7% Op keuze % % +0,2% Op keuze % 67 3% 0,0% Op keuze % 33 1% +0,2% Totaal top % % +0,5% Op keuze 4 37 >0% 15 1% +0,2% Op keuze 5 27 >0% 9 >0% +0,1% Totaal top % % +0,7% Op keuze 6 6 >0% 2 >0% 0,0% Op keuze 7 4 >0% 1 >0% 0,0% Op keuze 8 2 >0% 0 0% 0,0% Op keuze 9 1 >0% 0 0% 0,0% Op keuze % 1 >0% 0,0% Op niet-voorkeursschool 141 2% 18 1% -0,9% Totaal geplaatst % % -0,2% Niet geplaatst STB 32 >0% 13 1% +0,2% Nergens geplaatst 25 >0% 12 1% +0,2% Conclusies - De geringe verschillen (overal minder dan 1%) wijzen erop dat de trend van vorig jaar wordt voortgezet. - Verder zijn maar twee verschillen die de 0,2% te boven gaan: 1) Er zijn, gecorrigeerd voor het aantal maanden, in deze periode 0,7% minder aanmeldingen dan vorig schooljaar, maar dat verschil zal kleiner worden doordat bij veel scholen ook in de maanden na de plaatsingsronde nog aanmeldingen binnenkomen. 2) Het percentage plaatsingen op een niet-voorkeursschool is nu nog 0,9% lager dan vorig schooljaar. Dit zal echter stijgen (en het verschil dus kleiner worden), doordat de meeste ongeplaatsten op een nietvoorkeursschool terecht komen. - Tenslotte moeten we beseffen dat uit een vergelijking tussen een heel schooljaar en een losse periode niet al te veel conclusies kunnen worden getrokken. Ten eerste doordat in de cijfers over een heel schooljaar fluctuaties tussen de perioden worden gedempt, en ten tweede doordat de perioden van het afgelopen schooljaar al veel langer achter ons liggen en grotendeels zijn uitgekristalliseerd, terwijl dat proces voor periode I nog volop aan de gang is. 9 Schooljaar besloeg 14 maanden als gevolg van de introductie van het beleid

19 Bijlage 1: Toelatingsbeleid Basisonderwijs Amsterdam samengevat De Amsterdamse schoolbesturen van het basisonderwijs, verenigd in het BBO (Breed Bestuurlijk Overleg) hebben op 3 september 2014 het finale besluit genomen tot invoering van een stadsbreed gelijk toelatingsbeleid. Dit beleid is van toepassing voor kinderen die geboren zijn vanaf 1 juli Hiermee verloopt het aanmelden en plaatsen van kinderen, die in het schooljaar als vierjarige voor het eerst naar de basisschool gaan, stadsbreed op dezelfde wijze. Alle basisscholen nemen hieraan deel met uitzondering van de besturen van 10 scholen in stadsdeel Zuid en 1 school in Centrum die hun eigen beleid voeren. Van het eerste jaar van het toelatingsbeleid is een evaluatie beschikbaar met de resultaten van de drie plaatsingen van alle aangemelde kinderen, die in het schooljaar voor het eerst naar de basisschool zijn gegaan (zie op voor nadere informatie). Van elke plaatsingsronde wordt verslag gedaan, zoals ook in deze rapportage het geval is. Begin 2017 verschijnt de 2 de jaarrapportage met het getotaliseerde resultaat de drie plaatsingen voor het schooljaar ouderparen met een kind dat in schooljaar vier jaar wordt, hebben in september 2015 een brochure met uitleg en een aanmeldformulier (op naam, adres en geboortedatum van hun kind) ontvangen. Wanneer ouders niet over een aanmeldformulier beschikken, is dit verkrijgbaar op de scholen en via de websites van het BBO en de gemeente. Ouders melden hun kind aan bij de school van eerste voorkeur door hier het ingevulde aanmeldformulier in te leveren. Hierbij geven zij in volgorde minimaal 5, maar bij voorkeur meer voorkeuren op. Het staat hen vrij in dit lijstje ook niet-voorrangsscholen op te nemen. Uitgangspunten voor de plaatsingsprocedure De centrale doelstelling van het toelatingsbeleid is dat kinderen in hun woonomgeving naar een basisschool kunnen. Het begrip buurt wordt gedefinieerd vanuit het woonadres van het kind, waarbij geografische scheidslijnen tussen stadsdelen zijn vervallen. De acht dichtstbijzijnde scholen (bepaald op loopafstand) rond hun woonadres vormen hun buurt en geven bij plaatsing voorrang. De schoolbesturen hebben de volgende ambities voor het toelatingsbeleid vastgesteld: - Minimaal 75% van de aangemelde kinderen krijgt een plaats op de school van eerste voorkeur; - Minimaal 90% van de aangemelde kinderen kan in de buurt terecht op één van de scholen waar zij voorrang hebben (voorwaarde hiervoor is wel dat ouders voldoende voorrangsscholen opgeven, zeker als hier scholen bij zijn waar loting waarschijnlijk is); - De basisscholen in Amsterdam zijn in belangrijke mate een afspiegeling van de buurt; - Schoolbesturen en gemeente zorgen voor voldoende kindplaatsen in de woonomgeving van kinderen. Drie plaatsingen per schooljaar Jaarlijks worden in maart, juni, november alle aangemelde kinderen, die in een bepaalde periode vier jaar worden, geplaatst. Minimaal 5 maanden voordat een kind vier jaar wordt, is het resultaat van de plaatsing bekend en weten de ouders naar welke school hun kind kan gaan. Elke school beschikt over de toegang tot een schooldeel van het webbased programma en registreert hierin alle aanmeldingen van toekomstige vierjarigen. Jaarindeling voor de instroom voor schooljaar Periode Kinderen geboren in de onderstaande periode Sluitingsdatum inleveren aanmelding Plaatsing Bekend bij ouders uitkomst plaatsing 1 1 sept. t/m 31 december 2012 t/m 22 februari maart maart januari t/m 30 april 2013 t/m 1 juni juni juni mei t/m 31 augustus 2013 t/m 1 november november november 2016 Leidend in de gekozen plaatsingsmethodiek is: - Kinderen in gelijke omstandigheden hebben een gelijke kans op een plaats; - Een kind dat voldoet aan één of meer voorrangsregels, gaat vóór op een kind met minder/zonder voorrang; - De door de ouders opgegeven voorkeuren worden strikt gevolgd; - Een kind krijgt een plaats op een zo hoog mogelijke voorkeurschool