DE KWALITATIEVE EFFECTEN VAN DE VERWANTSCHAPSREGELING. - eindrapport - dr. Marga de Weerd dr. Mireille Gemmeke

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE KWALITATIEVE EFFECTEN VAN DE VERWANTSCHAPSREGELING. - eindrapport - dr. Marga de Weerd dr. Mireille Gemmeke"

Transcriptie

1 DE KWALITATIEVE EFFECTEN VAN DE VERWANTSCHAPSREGELING - eindrapport - dr. Marga de Weerd dr. Mireille Gemmeke Amsterdam, september 2003 Regioplan publicatienr Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal RD Amsterdam Tel.: Fax : Onderzoek, uitgevoerd door Regioplan Beleidsonderzoek in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

2

3 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 1 Achtergrond en opzet van het onderzoek Achtergrond Vraagstelling Opzet van het onderzoek Selectie en respons Leeswijzer Context en reikwijdte Inleiding Context Aanbod verwantverklaarde opleidingen Aanbod vrijwillig verkorte opleidingen Samenvatting en conclusies Realiseren van verkorte opleidingstrajecten Inleiding Vormgeven van verkorte opleidingstrajecten Knelpunten bij het realiseren van verkorte opleidingstrajecten Samenvatting en conclusies Kwaliteit, studeerbaarheid en aantrekkelijkheid Inleiding Kwaliteit Studeerbaarheid Aantrekkelijkheid Samenvatting en conclusies Knelpunten, voorwaarden en verwantschap Inleiding Huidige knelpunten Voorwaarden voor succesvolle verkorte trajecten Kritiek op de verwantschapsregeling Samenvatting en conclusies 48

4 6 Samenvatting en conclusies Onderzoeksvragen, onderzoeksopzet en respons De verwantschapsregeling in perspectief Realiseren van verkorte opleidingstrajecten Kwaliteit, studeerbaarheid en aantrekkelijkheid Knelpunten, voorwaarden en verwantschap Conclusies Reikwijdte van het onderzoek Literatuur Bijlage 1: Overzicht van verwante opleidingen aangewezen door OCenW... 65

5 VOORWOORD Ten behoeve van de evaluatie van de verwantschapsregeling heeft Regioplan Beleidsonderzoek in opdracht van het Ministerie van OCenW de kwalitatieve effecten van deze regeling onderzocht. Van de bevindingen van het onderzoek wordt in dit rapport verslag gedaan. Op deze plek willen we graag alle mensen bedanken die aan dit onderzoek hun medewerking hebben verleend. Dat betreft vanzelfsprekend de leden van de begeleidingscommissie en de contactpersonen bij het Ministerie. Het betreft met name ook de opleidingscoördinatoren, docenten en studenten bij de onderzochte opleidingen. Zij hebben een aanzienlijk deel van hun vaak kostbare tijd op willen offeren ten behoeve van een uitgebreid interview of het deelnemen aan een groepsgesprek in het kader van ons onderzoek. Met name de opleidingscoördinatoren en mensen in aanverwante functies die ons hebben geholpen bij de organisatie van de verschillende gesprekken zijn wij zeer erkentelijk. Amsterdam, september 2003 Marga de Weerd

6

7 1 ACHTERGROND EN OPZET VAN HET ONDERZOEK 1.1 Achtergrond In april 1998 is de Regeling aanwijzing opleidingen hoger beroepsonderwijs en opleidingen beroepsonderwijs in verband met onderlinge verwantschap (kortweg: de verwantschapsregeling) van kracht geworden. Deze regeling geeft studenten met een MBO-diploma op niveau 4 het recht op een vrijstelling van 42 studiepunten in een verwantverklaarde opleiding op HBO-niveau. Dat komt neer op een studieduurverkorting van een jaar. Daarnaast wordt hun recht op studiefinanciering beperkt tot drie in plaats van vier jaar. De HBO-opleidingen die verwant zijn verklaard aan MBO-opleidingen dienen de vrijstelling van 42 studiepunten inhoudelijk te regelen en op te nemen in hun onderwijs- en examenregeling. De instelling kan besluiten minder dan 42 studiepunten vrijstelling te verlenen wanneer zij van oordeel is dat de betrokken student onvoldoende gekwalificeerd is. Zij dient de student daarvan schriftelijk op de hoogte te stellen. De student kan in dat geval een beroep doen op een studiefonds dat voor dit doel door de hogeschool in stand wordt gehouden. In 1998 zijn 26 HBO-opleidingen verwant verklaard aan één of meer MBO-opleidingen. Met ingang van het studiejaar zijn daaraan nog 8 en voor het studiejaar zijn daaraan nog eens 6 HBO-opleidingen toegevoegd (zie voor een overzicht van de verwantverklaarde opleidingskoppels bijlage 1). Het veld, vertegenwoordigd door de HBO-raad en de BVE-raad, heeft onder meer in het kader van de evaluatie van de WEB de effectiviteit van de verwantschapsregeling ter discussie gesteld. Belangrijkste punt van zorg is dat de kwaliteit en de studeerbaarheid van wettelijk verwantverklaarde opleidingen in het geding zou kunnen komen door de gedwongen verkorting van 42 studiepunten die daar moet worden gerealiseerd. Daarnaast lijkt er sprake van een zekere willekeur bij het wel of niet verwant verklaren van bepaalde opleidingen. Interessant in dat verband is het verschijnsel van de vrijwillig verkorte opleidingen: opleidingen die door hogescholen op eigen initiatief verkort worden aangeboden aan doorstromende MBO-ers. Het fenomeen vrijwillig verkorte opleidingen is in het kader van de verwantschapsregeling op twee manieren van belang. Op de eerste plaats omdat een belangrijk doel van de verwantschapsregeling was te besparen op de onderwijsuitgaven. Indien MBO- en HBO-opleidingen op eigen initiatief studenten succesvol verkorte trajecten aanbieden, zou dat ook een besparing tot gevolg kunnen hebben. Daarmee zou je kunnen zeggen dat de gedwongen verkorting die de verwantschapsregeling met zich mee bracht overbodig was. Op de tweede plaats is het interessant om na te gaan of er een verschil is in de kwaliteit van de vrijwillig verkorte en wettelijk verwantverklaarde opleidingen. 1

8 1.2 Vraagstelling Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft besloten een onderzoek naar de kwalitatieve effecten van de verwantschapsregeling te laten uitvoeren. Regioplan kreeg de opdracht tot dit onderzoek. De algemene onderzoeksvraag van het onderzoek luidt: Wat zijn de effecten van de verwantschapsregeling en die van de verkorte trajecten op de kwaliteit van het onderwijsaanbod? Deze vraag valt uiteen in de volgende deelvragen: 1. Hoe wordt door de verwante opleidingen de vrijstelling van 42 studiepunten gerealiseerd? 2. Welke knelpunten doen zich voor bij het realiseren van de vrijstelling en wat is het oordeel over de mate van verwantschap van de opleidingskoppels? 3. Hoe wordt voor de verkorte trajecten de vrijstelling gerealiseerd? Hoe groot is deze? 4. Welke knelpunten doen zich voor bij het realiseren van de vrijstelling en wat is het oordeel over de mate van verwantschap van de verkorte trajectenkoppels? 5. Hoe is de studeerbaarheid van de verwante opleidingen en verkorte trajecten? 6. Hoe beïnvloedt het aanbod van verwante opleidingen en verkorte trajecten de keuzes van studenten MBO voor werk of vervolgstudie? 7. Onder welke voorwaarden kunnen instellingen komen tot succesvolle verwante opleidingen en verkorte trajecten? Daarnaast omvatte het onderzoek één kwantitatieve onderzoeksvraag: 8. Wat is het aanbod van verwante opleidingen voor MBO en HBO? Hoe is de spreiding van dit aanbod naar soort en regio? 1.3 Opzet van het onderzoek Het onderzoek heeft een overwegend kwalitatief karakter. Door de medewerking aan het onderzoek van de verschillende partijen die te maken hebben met de verwantschapsregeling, worden de effecten van de verwantschapsregeling zo breed mogelijk belicht. Dat betreft op MBO- en HBO-instellingen doorstroomcoördinatoren die op instellingsniveau werkzaam zijn. Daarnaast is gesproken met opleidingscoördinatoren van MBO- en HBO-opleidingen. Bo- 2

9 vendien is bij HBO-instellingen gesproken met docenten en studenten die betrokken zijn bij verwante en verkorte opleidingen. 1 De dataverzameling in het onderzoek viel uiteen in drie fasen. De eerste fase van het onderzoek was erop gericht op basis van CREBO- en CROHO-bestanden het aantal verwante opleidingen inventariseren. Daarnaast is ten behoeve van de selectie van cases in de derde fase door middel van telefonische interviews met doorstroomcoördinatoren in het HBO geïnventariseerd hoeveel verkorte opleidingen de verschillende hogescholen aanbieden. Waar nodig en mogelijk is extra informatie hieromtrent verzameld via websites en studiegidsen van hogescholen. De tweede dataverzamelingsfase was erop gericht het beleid van instellingen ten aanzien van verwante en verkorte opleidingen te inventariseren. Daarnaast wilden we in deze fase een eerste beeld krijgen van de verschillen tussen de instellingen wat betreft het belang dat aan verwante en verkorte opleidingen wordt gehecht. Daartoe zijn de doorstroomcoördinatoren van MBO- en HBO-instellingen telefonisch geïnterviewd. De derde fase van dataverzameling was erop gericht gegevens op opleidingsniveau te verzamelen met betrekking tot de gevolgen van het realiseren van verwante en verkorte opleidingen. Daartoe zijn in deze fase opleidingscoördinatoren in het MBO en in het HBO geïnterviewd. In het geval van opleidingscoördinatoren van MBO-opleidingen ging het om telefonische interviews, in het geval van opleidingscoördinatoren in het HBO ging het om face-toface interviews. Bij de HBO-opleidingen zijn daarnaast groepsgesprekken gehouden met docenten en met vanuit het MBO doorgestroomde studenten Selectie en respons Eerste fase van dataverzameling In de eerste fase van het onderzoek hebben we zoveel mogelijk hogescholen benaderd met de vraag hoeveel verkorte opleidingen zij op de verschillende onderwijsgebieden aanboden. In onderstaand overzicht staat per type hogeschool aangegeven hoeveel instellingen wij hebben bereikt. 1 Onder verwante opleidingen verstaan we de wettelijk verwantverklaarde opleidingen, onder verkorte opleidingen verstaan we die opleidingen die instellingen op eigen initiatief verkort aanbieden aan doorstromende MBO-studenten. 2 Het was aanvankelijk de bedoeling dat ook groepsgesprekken zouden worden gehouden met MBO-docenten. Door verschillende opleidingscoördinatoren in het MBO werd ons echter verzekerd dat de docenten ons weinig tot niets zouden kunnen vertellen over de verkortingen in het HBO. Om die reden is van deze gesprekken afgezien. 3

10 Tabel 1.1 Respons hogescholen eerste fase Type hogeschool Aantal in Nederland* Aantal bereikt Respons** Brede hogeschool % PABO S % Kunstonderwijs % Landbouwonderwijs % Overig*** % Totaal % * Op basis van CROHO De verschillende Fontysinstellingen zijn als één instelling geteld. ** Dit betreft de brutorespons. De nettorespons bedraagt 100 procent. Alle personen die we hebben kunnen bereiken, waren bereid om mee te werken. *** Hogescholen met opleidingen in 1 of 2 onderwijssectoren niet behorende tot de PABO s, het kunstonderwijs of het landbouwonderwijs. Tweede fase van dataverzameling In de tweede fase van dataverzameling zijn vijftien MBO- en vijftien HBO-instellingen met verwantverklaarde en op eigen initiatief verkorte opleidingen geselecteerd. Bij die selectie is gelet op een goede geografische spreiding en diversiteit wat betreft het aanbod van verkorte opleidingen. De instellingen voor kunstonderwijs zijn buiten beschouwing gelaten, omdat uit de eerste fase van het onderzoek was gebleken dat zij geen verkorte opleidingen aanboden aan doorstromende MBO-studenten. Bovendien zijn er in deze sector geen verwantverklaarde opleidingen. Het aantal PABO s is in de selectie beperkt aangezien zij maar één opleiding aanbieden. Dat betreft wel een wettelijk verwantverklaarde opleiding. Ook het aantal landbouwinstellingen is beperkt tot één omdat er slechts een klein aantal landbouwhogescholen in Nederland is en het percentage HBO-studenten in het landbouwonderwijs zeer beperkt is. Op basis van bovenstaande criteria zijn eerst vijftien HBO-instellingen geselecteerd. Vervolgens is bekeken met welke MBO-instellingen deze HBO-instellingen samenwerkten. Indien er sprake was van samenwerking met meerdere MBO-instellingen hebben we er daarvan random één geselecteerd. Bovenstaande overwegingen hebben geleid tot de selectie van: - drie hogescholen waaronder een landbouwhogeschool en drie MBO-instellingen in Noord- Nederland; - drie hogescholen en drie MBO-instellingen in Oost-Nederland; - vier hogescholen waaronder een PABO, en vier MBO-instellingen in Zuid-Nederland; en - vijf hogescholen en vijf MBO-instellingen in West-Nederland. Alle door ons benaderde doorstroomcoördinatoren van de geselecteerde instellingen waren bereid om mee te werken aan een telefonisch interview van een half uur. De respons is daarmee 100 procent. Derde fase van dataverzameling Voor deze fase zijn acht cases geselecteerd. Een case bestaat uit een wettelijk verwantverklaarde opleiding en een verkorte opleiding uit dezelfde onderwijssector bij een MBO- en een HBO-instelling. Bij zowel de verwante als de verkorte opleidingen zijn gesprekken gevoerd 4

11 met een opleidingscoördinator in het HBO, een opleidingscoördinator in het MBO, met docenten in het HBO en met vanuit het MBO doorgestroomde studenten in het HBO. Iedere case bestaat daarmee uit ten minste vier gesprekken en ten hoogste acht gesprekken. Vier indien we voor de verkorte en de verwante opleiding dezelfde personen konden spreken, acht indien we voor de verkorte en de verwante opleiding verschillende mensen moesten spreken. Bij de selectie van cases is gelet op de volgende voorwaarden: spreiding over de onderwijssectoren, geografische spreiding en diversiteit van instellingen met betrekking tot hun beleid ten aanzien van verwante en verkorte opleidingen. Spreiding over onderwijssectoren In het hoger onderwijs worden zeven sectoren onderscheiden: Economie, Gedrag en Maatschappij, Taal en Cultuur, Gezondheidszorg, Onderwijs, Techniek en Landbouw en Natuurlijke omgeving. Uit de eerste fase van dataverzameling is gebleken dat de sector Taal en Cultuur geen verwantverklaarde opleidingen heeft. Deze sector is daarom in de rest van het onderzoek buiten beschouwing gelaten. Bovendien kwam naar voren dat in de sectoren Gezondheidszorg en Onderwijs nauwelijks sprake was van aanbod van verkorte opleidingen. Beide sectoren kennen wel een verwante opleiding. In de sectoren Economie, Gedrag en Maatschappij en Techniek bleek een aanzienlijk deel van de opleidingen verkort te worden aangeboden, waarbij moet worden aangetekend dat sprake is van grote verschillen tussen instellingen. De sector Landbouw bleek relatief het grootste aantal verwante en verkorte opleidingen te hebben. Omwille van de aanwezigheid van een (relatief) groot aantal verkorte en verwante opleidingen is besloten opleidingen uit de sectoren Economie, Gedrag en Maatschappij, Techniek en Landbouw in het onderzoek te betrekken. De sectoren Economie, Gedrag en Maatschappij en Techniek herbergen een veel groter aantal studenten dan de sector Landbouw. Om die reden is in de sector Landbouw bij één instelling een verwante en een verkorte opleiding geselecteerd. Bij de sectoren Techniek, Economie en Gedrag en Maatschappij zijn een verwante en een verkorte opleiding bij twee instellingen geselecteerd. Omdat maximaal acht cases konden worden geselecteerd in het onderzoek is in overleg met de opdrachtgever besloten deze in te vullen met de verwante opleiding voor leerkracht basisonderwijs in de sector Onderwijs. Spreiding over regio s Omdat het vermoeden bestond dat er sprake zou kunnen zijn van regionale verschillen is ervoor gekozen uit iedere regio van het land ten minste één instelling te selecteren. Bij de verdeling van het aantal instellingen per regio is enigszins rekening gehouden met het aantal MBO- en HBO-instellingen in de verschillende regio s. In de regio West zijn drie instellingen geselecteerd, in de regio Zuid en Noord zijn elk twee instellingen geselecteerd en in de regio Oost is één instelling geselecteerd. 5

12 Selectie van opleidingen Bij de keuze van de opleidingen binnen de verschillende sectoren hebben we ons zoveel mogelijk gericht op verwante en verkorte opleidingen met een groot aantal studenten. 3 Daarnaast hebben we geprobeerd bij twee instellingen eenzelfde opleiding te selecteren, zodat we een indicatie konden krijgen van de mate waarin bepaalde problemen wellicht gebonden zijn aan een specifieke opleiding. Zo wilden we bijvoorbeeld bij instelling A en instelling B de opleiding Sociaal Pedagogische hulpverlening selecteren. Dat bleek echter niet altijd mogelijk, omdat niet alle in eerste instantie geselecteerde opleidingen bij beide geselecteerde instellingen in fase 2 werden aangeboden. Respons Bij alle geselecteerde instellingen hebben we opleidingen bereid gevonden om hun medewerking aan de derde fase van het onderzoek te verlenen. Op instellingsniveau is de respons in deze fase van het onderzoek daarmee eveneens 100 procent. Op opleidingsniveau is dat echter iets minder, aangezien een van de opleidingen die wij benaderd hebben geen kans zag om tijd vrij te maken voor het onderzoek in de periode waarin de gegevens voor het onderzoek moesten worden verzameld. Bij de meeste opleidingen hebben we zowel opleidingscoördinatoren als docenten als studenten gesproken. Dat is echter niet altijd gebeurd. Met name de gesprekken met docenten bleken niet altijd realiseerbaar. Inhoudelijk heeft dit voor het onderzoek geen grote gevolgen gehad omdat de opleidingscoördinatoren bij de opleidingen waar geen apart groepsgesprek is gevoerd met docenten, zelf ook nog doceerden. In onderstaand overzicht staat weergegeven op welke opleidingen welke gesprekken hebben plaats gevonden. 3 Hierbij moet worden aangetekend dat het daarbij niet per se gaat om studenten die vanuit het MBO zijn doorgestroomd. Daarover zijn namelijk geen gegevens beschikbaar. 6

13 Tabel 1.2 Overzicht van gevoerde gesprekken bij opleidingen en instellingen Opleidingscoörd Opleidingscoörd Docenten MBO HBO Studenten Techniek Biologie en medisch laboratoriumonderzoek, instelling A Biologie en medisch 1 1 1* 3*** laboratoriumonderzoek, instelling B Bouwkunde, instelling A 1 1 1* 7** Bouwkunde, instelling B Gedrag Sociaal Pedagogische Hulpverlening, instelling A Sociaal Pedagogische Hulpverlening, instelling C Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, instelling A Sociaal Juridische Dienstverlening, instelling C Economie Bestuurskunde, instelling D Bestuurskunde, instelling E Facility Management, instelling E 1 1* 4*** Bedrijfseconomie, instelling D Onderwijs Leraaropleiding basisonderwijs, instelling F Landbouw Diermanagement, instelling G *** Totaal * Er is geen apart gesprek gevoerd met deze docenten. Het gaat om personen die zowel opleidingscoördinator als docent waren of om gesprekken waarbij de docent bij het gesprek met de opleidingscoördinator aanwezig was. ** Het gaat om twee gesprekken: een gesprek met drie studenten in de driejarige variant van de opleiding en een gesprek met vier studenten in de drieënhalfjarige variant van de opleiding. *** Het gaat zowel om studenten die zijn ingestroomd uit een verwantverklaarde als uit een niet-verwantverklaarde MBO-opleiding die hetzelfde verkorte traject volgen. 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 beschrijven we de beleidscontext van de verwantschapsregeling bij de hogescholen en MBO-instellingen. Daarbij gaan we in op zaken als de samenwerking tussen MBOen HBO-instellingen en de verkortingen die wellicht al werden aangeboden op het moment dat de verwantschapsregeling van kracht werd. Daarnaast beschrijven we het beleid van instellingen met betrekking tot verwantschap en verkorte opleidingen. In dit hoofdstuk geven we daarnaast een indruk van het getalsmatige belang van verwante en verkorte opleidingen. De informatie in dit hoofdstuk is afkomstig uit de interviews met doorstroomcoördinatoren die voor de eerste en de tweede fase van het onderzoek gehouden zijn. Daarnaast wordt informatie gepresenteerd die gebaseerd is op analyses van CREBO- en CROHO-bestanden. 7

14 In hoofdstuk 3 staan de opleidingen centraal. Hoe zijn de verkortingen gerealiseerd en welke knelpunten hebben zich daarbij voorgedaan zijn vragen die in dit hoofdstuk beantwoord worden. Hoofdstuk 4 draait om de consequenties van het verkorte traject bij de al dan niet-verwantverklaarde opleidingen voor de kwaliteit, de studeerbaarheid en de aantrekkelijkheid. In hoofdstuk 5 beschrijven we de structurele knelpunten die op dit moment ervaren worden bij de verwantverklaarde en de vrijwillig verkorte opleidingen. Daarnaast beschrijven we de voorwaarden waaronder succesvolle verkorte trajecten tot stand kunnen komen. Bovendien beschrijven we in dit hoofdstuk de consequenties van een eventuele afschaffing van de verwantschapsregeling. De informatie in de hoofdstukken 3, 4 en 5 is voornamelijk afkomstig uit de interviews uit de derde fase van het onderzoek. De bevindingen die in die hoofdstukken gepresenteerd worden, worden geïllustreerd aan de hand van citaten uit die interviews. De citaten zijn voor het overgrote deel afkomstig uit interviews met opleidingscoördinatoren uit het HBO. Deze interviews leenden zich daar vaak het best voor, omdat hierin de meest gedetailleerde informatie werd gegeven. De andere interviews met opleidingscoördinatoren uit het MBO, en docenten en studenten uit het HBO zijn daarmee echter niet van minder belang geweest voor dit onderzoek. In hoofdstuk 6 worden de bevindingen uit de voorgaande hoofdstukken samengevat en trekken we conclusies met betrekking tot de kwalitatieve effecten van de verwantschapsregeling. 8

15 2 CONTEXT EN REIKWIJDTE 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk plaatsen we de verwantschapsregeling in perspectief. Dat doen we in de eerste plaats door in paragraaf 2.2 de context ten tijde van de invoering en de huidige context van de verwantschapsregeling te beschrijven. Daarbij schetsen we de reacties bij de opleidingen en instellingen op de verwantschapsregeling en de praktijk van dat moment met betrekking tot de samenwerking tussen MBO- en HBO-instellingen, MBO en HBO-opleidingen en de eventuele verkortingen die werden aangeboden aan studenten die vanuit het MBO doorstroomden in het HBO. Daarnaast beschrijven we de huidige ontwikkelingen die van invloed zijn op de verwantverklaarde en de vrijwillig verkorte opleidingen. De informatie in deze paragraaf is enerzijds afkomstig uit de gesprekken die zijn gevoerd met opleidingscoördinatoren in het MBO- en HBO-opleidingen en anderzijds uit de telefonische interviews met doorstroomcoördinatoren uit het MBO en het HBO op instellingsniveau. Op de tweede plaats stellen we de verwantschapsregeling in perspectief door in paragraaf 2.3 een indruk te geven van het getalsmatige belang van de wettelijk verwantverklaarde en de vrijwillig verkorte opleidingen. Hoeveel opleidingen zijn verwant verklaard en worden vrijwillig verkort aangeboden? Informatie over het aantal verwantverklaarde opleidingen is verkregen op basis van berekening op de CREBO- en CROHO-bestanden van Informatie over het aantal vrijwillig verkorte opleidingen is verkregen op basis van de telefonische interviews met doorstroomcoördinatoren uit het HBO in de eerste fase van het onderzoek. In de gesprekken met opleidingscoördinatoren in het MBO en het HBO in de derde fase van het onderzoek is daarnaast geprobeerd duidelijkheid te krijgen over het aantal studenten dat is uitgestroomd naar het HBO en ingestroomd vanuit het MBO. Die informatie is echter gebaseerd op indrukken van betrokkenen en niet op harde gegevens. 2.2 Context Verkorte opleidingen ten tijde van de invoering van de verwantschapsregeling Toen in 1998 de verwantschapsregeling van kracht werd, boden de meeste HBO-opleidingen in ons onderzoek al een verkorting aan voor doorstromende MBO-studenten. De aangeboden verkorting dateert bij een deel van deze opleidingen van vlak voor de verwantschapsregeling. Bij een ander deel, met name de techniekopleidingen, was er vaak al jarenlang sprake van een verkorting voor doorstromende MBO-ers. De aangeboden verkorting had meestal de omvang van één jaar en in een aantal gevallen de omvang van een halfjaar. Bij vier van de dertien opleidingen werd nog geen verkorting aangeboden. Als opleidingen al een verkorting 9

16 gaven was dat vaak op basis van de vraag om vrijstellingen door MBO-studenten. Op grond van de kennis- en ervaringsvoorsprong die MBO-studenten hadden ten opzichte van instromende havisten vonden de opleidingen deze vraag gerechtvaardigd. Samenwerking ten tijde van de invoering van de verwantschapsregeling Ten tijde van de invoering van de verwantschapsregeling was meestal nog geen sprake van intensieve samenwerking tussen het MBO en het HBO, noch op instellings- noch op opleidingsniveau. De contacten die er waren, waren vaak informeel en op persoonlijke basis. Als er sprake was van samenwerking, beperkte die zich tot de plaatselijke MBO-opleiding. In een aantal regio s was er voordat de verwantschapsregeling werd afgekondigd echter wel al sprake van een samenwerkingsverband dat zich ten doel had gesteld de doorstroom van het MBO naar het HBO te bevorderen. Reacties op de verwantschapsregeling bij de opleidingen De reacties op de verwantschapsregeling lijken in sterke mate samen te hangen met de uitgangssituatie bij de afzonderlijke opleidingen. Uitgesproken negatief over de verwantschapsregeling zijn drie (Bestuurskunde, Bedrijfseconomie 1 en de PABO) van de vier opleidingen die nog geen verkorting aanboden. De negatieve reactie op de verwantschapsregeling wordt vooral ingegeven door de ervaringen die deze opleidingen tot op dat moment hadden met doorstromende MBO-ers. Wij waren zeer negatief over de verwantschapsregeling. Op grond van de ervaringen die er tot op dat moment waren met de MBO-ers was er geen enkele aanleiding om juist deze groep een verkorting van een jaar aan te bieden. De havisten hadden al moeite met de vierjarige opleiding, laat staan de MBO-ers. Opleidingscoördinator Bedrijfseconomie Een groot deel van de toenmalige HEAO s heeft zich sterk verzet tegen de verwantschapsregeling, aldus bovengenoemde opleidingscoördinator Bedrijfseconomie. In een informeel overleg dat bestond tussen de toelatingscoördinatoren van een groot deel van de HEAO s was men het erover eens dat een driejarig traject voor doorstromende MBO-ers niet wenselijk was. Middels de CvB s en de HBO-raad heeft men getracht te voorkomen dat de economie-opleidingen verwant zouden worden verklaard. De HBO-raad heeft dat standpunt destijds overgenomen. De meeste andere opleidingen stonden echter niet negatief tegenover de verwantschapsregeling. Deze maakte voor hen geen verschil, omdat de vereiste verkorting van de opleiding al werd aangeboden. Deze opleidingen beroepen zich ook vaak op de goede ervaringen die zij 1 De opleiding Bedrijfseconomie is uiteindelijk niet verwant verklaard. 10

17 hadden met de studenten die waren doorgestroomd vanuit het MBO. Een van de geïnterviewden van een technische verwantverklaarde opleiding waar tot het moment van de verwantschapsregeling een verkorting van een half jaar voor MBO-ers werd aangeboden, verwoordt het als volgt: De verwantschapsregeling werd door ons niet als negatief gezien. Door middel van het LICA-onderzoek waren we zelf vrij nauw betrokken bij de regeling. De maatregel is ons in die zin niet door de strot geduwd. Bovendien zagen we het reële van de maatregel wel in en leek het ons positief om de opleiding voor MBO-ers aantrekkelijk te houden middels een extra verkorting. Ook de opleiding Diermanagement die voordat de verwantschapsregeling van kracht werd nog geen verkorte opleiding had voor doorstromende MBO-ers was (in tweede instantie) positief over de verwantschapsregeling. In eerste instantie hadden we wel het gevoel dat ons iets werd opgedrongen, maar er was niet echt sprake van tegenzin of tegenwerking. Nadat we ons verdiept hadden in de mogelijkheden zagen we ook wel de voordelen van een verkorting, met name voor studenten. Dat voordeel vertaalt zich ook naar de school. Een verkorte opleiding is aantrekkelijk en goed voor de onderwijsvraagfactor. Het is gaandeweg de opleiding gegroeid dat het verkorte traject ook wordt aangeboden aan studenten uit een andere MBO-opleiding. Reacties op de verwantschapsregeling bij de instellingen Instellingen hebben noch ten tijde van de invoering van de verwantschapsregeling noch op dit moment expliciet beleid geformuleerd ten aanzien van verwante en/of verkorte opleidingen. Als er sprake is van beleid op dit terrein maakt dit onderdeel uit van het algemene doorstroombeleid of beleid dat is geformuleerd met betrekking tot de beroepskolom. Dergelijk beleid dateert soms van voor de verwantschapsregeling, maar meestal van daarna. Naar aanleiding van de verwantschapsregeling viel beleidsmatig nauwelijks te reageren. Op de ROC s zag men verwantschap voornamelijk als zaak voor het HBO: daar moest immers de verkorting worden gerealiseerd. HBO-instellingen zagen de wijze waarop invulling zou moeten worden gegeven aan de verkorting van 42 studiepunten als zaak van de betreffende opleidingen. Er lijkt wel sprake van een effect van de verwantschapsregeling op de samenwerking tussen MBO- en HBO-instellingen, al is dat mede afhankelijk van de situatie voorafgaand aan de verwantschapsregeling. In die regio s waarin al een regionaal samenwerkingsverband bestond, heeft de verwantschapsregeling niet tot veranderingen geleid. In regio s waar nog geen samenwerkingsverband bestond, heeft de verwantschapsregeling geleid tot intensievere regionale samenwerking volgens verschillende doorstroomcoördinatoren. In een aantal regio s is 11

18 de samenwerking tussen MBO- en HBO-instellingen pas later van de grond gekomen en heeft deze met name een impuls gekregen met de nieuwe ontwikkelingen omtrent de beroepskolom. De huidige context Met name op instellingsniveau wordt de verwantschapsregeling als een gepasseerd station gezien. In de verschillende regionale samenwerkingsverbanden is men gericht op de Doorstroomagenda. In de Doorstroomagenda richt men zich op een goede doorstroming tussen MBO- en HBO-opleidingen, waarbij meer aandacht is voor leeromgevingen en het pedagogisch klimaat en de rol van het bedrijfsleven in het onderwijs. Uitgangspunt in het denken over een goede doorstroom vormt de loopbaan van de student en niet langer de opleiding. In dat kader is er bijvoorbeeld veel aandacht voor het ontwikkelen van assessments op basis waarvan de individuele loopbaan van een student verder kan worden uitgestippeld. Een en ander moet gaan leiden tot een hoger rendement en kwalificatiewinst. De Doorstroomagenda strekt zich uit over de gehele beroepskolom dus over het VMBO, het MBO en het HBO. Vanuit MBO-instellingen werd ons te kennen gegeven dat de aandacht zich daar vooral richt op de doorstroom vanuit het VMBO naar het MBO. Andere ontwikkelingen waarmee MBO- en HBO-opleidingen in het algemeen, maar dus ook verwantverklaarde en vrijwillig verkorte opleidingen, mee te maken hebben zijn de veranderingen in de kwalificatiestructuur waardoor MBO-ers die een opleiding op niveau 4 hebben afgerond toegelaten moeten worden in het HBO. HBO-opleidingen mogen geen aanvullende toelatingseisen meer stellen. Dat heeft met name consequenties voor een deel van de wettelijk verwantverklaarde opleidingen die in het nabije verleden doorstroomprofielen, een serie extra vakken in het MBO ten behoeve van een betere doorstroom naar de HBO-opleiding, als extra toelatingseis stelden. Hierop gaan we uitgebreider in, in hoofdstuk Aanbod verwantverklaarde opleidingen In dit deel van dit hoofdstuk gaan we in op het aanbod van verwantverklaarde opleidingen zoals dat landelijk tot stand is gekomen. Voor de verwante opleidingen kijken we naar de verdeling daarvan over hoofdrichtingen/sectoren, instellingen en regio. Ook geven we aan hoe de verwantverklaarde opleidingen zich verhouden tot de reguliere opleidingen. Het accent in dit overzicht van het aanbod ligt op de opleidingen: wat betekent de verwantschapsregeling voor de instellingen, hoeveel van alle opleidingen zijn verwant en voor hoeveel van alle opleidingen dienen instellingen dus verkortingen te realiseren? We hebben hiervoor diverse analyses uitgevoerd op de CROHO- en CREBO- bestanden van , waarin alle opleidingen voor HBO en MBO zijn geregistreerd. Overigens hebben we ons daarbij beperkt tot de voltijdse opleidingen. In de inventarisatiefase voor dit onderzoek is namelijk naar vo- 12

19 ren gekomen dat verwantverklaarde en vrijwillig verkorte opleidingen zelden in een deeltijdof duale variant worden aangeboden. Verder zijn alle opleidingen meegeteld waarin studenten zijn ingeschreven, ook die opleidingen waarvoor geen instroom meer plaatsvindt. De resultaten worden apart gepresenteerd voor MBO en HBO. HBO Landelijk aanbod Het HBO telt landelijk in totaal 231 opleidingen. Daarvan zijn er 40 formeel verwant verklaard 2. Met name binnen technische en agrarische opleidingen is een groot aantal opleidingen verwant verklaard (zie tabel 2.1). De hoofdrichting Taal en Cultuur kent noch verwantverklaarde, noch vrijwillig verkorte opleidingen. We laten deze richting daarom in het vervolg buiten beschouwing. Naar verhouding kent Landbouw op het totaal van alle opleidingen de meeste verwantverklaarde opleidingen en Onderwijs de minste. Tabel 2.1 Verdeling verwantverklaarde opleidingen naar richting Richting Totaal aantal opleidingen Aantal verwantverklaarde opleidingen Economie 35 5 Gezondheidszorg 19 2 Gedrag en maatschappij 11 5 Landbouw Techniek Onderwijs 58 2 Taal en cultuur 28 - Totaal Om zicht te krijgen op het belang van de verwantschapsregeling ten opzichte van het totaal aantal opleidingen, moeten we echter ook kijken naar hoe vaak een opleiding, regulier dan wel verwant verklaard, wordt aangeboden in Nederland. Daarom richten we ons hieronder op het totaal van alle opleidingen van alle instellingen tezamen. In het HBO tellen we zo 1002 (voltijdse) opleidingen (de richting kunst en cultuur niet meegerekend). Daarvan behoren er 262 tot de formeel verwant verklaarde opleidingen. In het onderstaande gaan we na hoe het aanbod van verwantverklaarde opleidingen verdeeld is naar richting, regio en instellingen. Verdeling naar richting Over het totaal aantal opleidingen bezien worden de meeste verwantverklaarde opleidingen aangeboden bij de hoofdrichtingen Techniek en Gedrag en Maatschappij (zie tabel 2.2). Van alle verwantverklaarde opleidingen worden er binnen die twee hoofdrichtingen de meeste aangeboden, respectievelijk 24 en 29 procent van alle verwantverklaarde opleidingen. Binnen 2 Zie bijlage 1. 13

20 de hoofdrichtingen Gezondheidszorg en Landbouw en Natuurlijke omgeving worden de minste verwante opleidingen aangeboden. Tabel 2.2 Verdeling verwantverklaarde opleidingen naar richting (HBO) Economie Gezond Gedrag Techniek Onderwijs Landbouw Totaal Verwant 26 10% 20 8% 64 24% 77 29% 40 15% 35 13% % Totaal % 70 7% 99 10% % % 76 7% % In tabel staat het percentage verwantverklaarde opleidingen binnen de verschillende hoofdrichtingen weergegeven, dus het aandeel van de verwant verklaarde opleidingen op het totaal binnen een richting. Vanuit dat perspectief is het aanbod aan verwantverklaarde opleidingen binnen de richting Gezondheid relatief groot, groter dan bijvoorbeeld bij de richting Economie of Onderwijs. Binnen de richting Gedrag en maatschappij is maar liefst 65 procent van de opleidingen een formeel verwant verklaarde opleiding, en ook binnen de richting Landbouw is het aandeel van de verwantverklaarde opleidingen zeer groot. Hieruit valt af te leiden dat instellingen voor HBO voor die twee richtingen voor een naar verhouding groot deel van hun opleidingen een verkorting dienen te realiseren. Landbouw is daarbij een richting met weinig studenten, zo n in Voor relatief weinig studenten dienen de instellingen met veel verwante opleidingen rekening te houden. Daartegenover staat dat in de richting Economie maar een klein deel van de opleidingen verwant is verklaard, maar dat dit door de omvang van deze richting (bijna studenten in 2002) desondanks veel studenten kan betreffen. 3 Tabel 2.3 Aandeel verwantverklaarde opleidingen op het totaal, naar richting (HBO) Economie Gezond Gedrag Techniek Onderwijs Landbouw Totaal Verwant 26 10% 20 29% 64 65% 77 33% 40 15% 35 46% % Totaal % % % % % % % De verwantverklaarde opleidingen vertonen een zekere concentratie op een deel van de instellingen. Dit is weergegeven in tabel 2.4. Elf instellingen hebben helemaal geen verwantverklaarde opleidingen. De richting Economie vertoont de hoogste concentratie van verwantverklaarde opleidingen. Op minder dan de helft van de instellingen die opleidingen in deze richting aanbieden, worden ook verwantverklaarde opleidingen aangeboden. 3 Cijfers afkomstig van de website met kengetallen van de HBO-raad. We kunnen niet aangeven hoeveel studenten daadwerkelijk met de verwante opleidingen te maken hebben; de studentenaantallen voor de richtingen in totaal geven slechts een indicatie. 14

21 Tabel 2.4 Aantal instellingen voor HBO dat verwante opleidingen aanbiedt, naar richting Totaal aantal instellingen dat opleidingen aanbiedt Aantal dat verwante opleidingen aanbiedt Economie Gezond Gedrag Techniek Onderwijs Landbouw 9 7 Totaal Verdeling naar regio De meeste HBO-opleidingen, namelijk ruim een derde, worden aangeboden in het Westen van het land. De regio s Oost en Zuid bieden elk ongeveer een kwart van alle opleidingen aan, terwijl in de regio Noord vijftien procent van de opleidingen wordt aangeboden. Dit is niet anders voor de verwant verklaarde opleidingen. Wel zijn er binnen de richtingen wat (kleine) verschillen tussen de regio s in het aanbod van verwante opleidingen. Zo zijn er in de regio West naar verhouding minder verwante opleidingen voor de richtingen Economie, Gezondheid en Onderwijs, en in de regio Noord meer verwante landbouwopleidingen. BVE Landelijk aanbod De BVE-sector telt in totaal 294 opleidingen, waarvan er 35 formeel verwant zijn verklaard. 4 De sector Techniek kent verreweg het grootste aantal reguliere, alsmede het grootste aantal verwante opleidingen (zie tabel 2.5) 5. Tabel 2.5 Verdeling verwantverklaarde opleidingen naar richting Richting Totaal aantal opleidingen Aantal verwantverklaarde opleidingen Economie 64 8 Dienstverlenings- en Gezondheidsonderwijs 18 6 Landbouw 59 9 Techniek Totaal Verdeling naar richting Om te kunnen bepalen hoe de verwante en reguliere opleidingen verdeeld zijn over de verschillende sectoren binnen de BVE-sector, bekijken we net als voor het HBO het totaal van alle 4 Zie bijlage 1. 5 In dit overzicht zijn berekeningen uitgevoerd op basis van het CREBO Daarbij is uitgegaan van alle MBOopleidingen op niveau 4, zowel BOL als BBL. Het CREBO stelt ons niet in staat een indeling in zeven richtingen te maken zoals in het HBO, maar gaat uit van vier sectoren. 15

22 opleidingen (op niveau 4) van alle instellingen tezamen. In totaal gaat het dan om maar liefst 6004 opleidingen. Daarvan behoren er 869 tot de formeel verwant verklaarde opleidingen. Hoewel het aantal verschillende opleidingen in de BVE-sector dus niet veel hoger ligt dan in het HBO, is het aantal keren dat elke opleiding wordt aangeboden veel groter (zeker als daarbij wordt bedacht dat we ons tot de opleidingen op niveau 4 beperkt hebben). In tabel 2.6 is weergegeven hoe het aanbod van verwantverklaarde opleidingen verdeeld is naar sector. Tabel 2.6 Verdeling verwantverklaarde opleidingen naar richting (BVE) Economie DGO Techniek Landbouw Totaal Verwant % % % % % Totaal % % % % % Economie, Dienstverlenings- en Gezondheids Onderwijs (DGO) en Techniek maken ieder een kwart tot een derde van de verwante opleidingen in de BVE uit. De sector Landbouw heeft maar twaalf procent van alle verwante MBO-opleidingen. Dit verhoudt zich vrij aardig tot het aantal reguliere opleidingen in die sector. De sector Techniek echter heeft bijna de helft van alle MBO-opleidingen in huis, terwijl de sector DGO slechts elf procent van de opleidingen herbergt. Om de betekenis van de verwantschapsregeling voor instellingen te bepalen, hebben we ook voor de MBO-opleidingen gekeken hoe vaak een verwantverklaarde opleiding wordt aangeboden in Nederland. Dit vergelijken we met de frequentie waarmee reguliere opleidingen worden aangeboden. In tabel 2.7 is de verhouding tussen verwante en reguliere opleidingen weergegeven. Tabel 2.7 Aandeel verwantverklaarde opleidingen op het totaal, naar richting (BVE) Economie DGO Techniek Landbouw Totaal Verwant % % 262 9% % % Totaal % % % % % Binnen de BVE-sector zijn grote verschillen tussen de verschillende richtingen als het gaat om de getalsmatige betekenis van de verwantschapsregeling. De opleidingen in de sector DGO bestaan voor ruim 35 procent uit verwantverklaarde opleidingen, terwijl het belang van de verwantverklaarde opleidingen in de sector Techniek gering is te noemen. Deze sector heeft, net als de sector Economie, naar verhouding wel het grootste aantal deelnemers (ruim ). In die zin hebben in die twee sectoren meer leerlingen met de verwantschapsrege- 16

23 ling te maken dan in bijvoorbeeld de sector landbouw, waar we ongeveer deelnemers tellen. 6 Op het totaal van alle MBO opleidingen is 15 procent verwantverklaard. Dit betekent dat instellingen in de BVE-sector minder vaak in aanraking komen met de verwantschapsregeling dan instellingen in het HBO, omdat een kleiner deel van de opleidingen verwant is verklaard. Tabel 2.8 Aantal instellingen voor BVE dat verwante opleidingen aanbiedt, naar richting Totaal aantal instellingen dat opleidingen aanbiedt Aantal dat verwante opleidingen aanbiedt Economie DGO Techniek Landbouw Totaal Concentratie op instellingen van verwantverklaarde opleidingen komt in de BVE-sector wat vaker voor dan in het HBO. Veertien instellingen bieden in het geheel geen verwantverklaarde opleidingen aan. Alle instellingen die opleidingen voor DGO en Landbouw aanbieden, bieden ook verwantverklaarde opleidingen in die richting aan. Verdeling naar regio De verdeling van verwantverklaarde opleidingen in de BVE-sector wijkt niet af van die van de reguliere opleidingen in die sector. De regio West kent, net als in het HBO, het grootste aandeel van zoveel de reguliere als de verwantverklaarde opleidingen, namelijk circa 32 procent. 2.4 Aanbod vrijwillig verkorte opleidingen In de eerste fase van het onderzoek is een beeld verkregen van de schaal waarop instellingen vrijwillig verkorte opleidingen aanbieden. Daarvoor stelden we doorstroomcoördinatoren de vraag of en zo ja in welke onderwijssectoren vrijwillig verkorte opleidingen werden aangeboden en om hoeveel opleidingen het daarbij in de verschillende sectoren ging. De informatie die in deze fase van het onderzoek werd verkregen, bleek gaandeweg het onderzoek moeilijker interpreteerbaar. Het onderscheid tussen wettelijk verwantverklaarde en vrijwillig verkort aangeboden opleidingen bleek niet altijd door iedereen gemaakt te kunnen worden of bleek achteraf niet altijd te kloppen. Bovendien bleken wettelijk verwantverklaarde opleidingen vaak ook vrijwillig verkort te zijn omdat zij ook verkort worden aangeboden aan doorstro- 6 Ontleend aan Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in kerncijfers (2002). Zoetermeer: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het betreft deelnemersaantallen voor 2000/2001, niveau 1 tot en met 4. 17

24 mende studenten uit niet-verwantverklaarde opleidingen. Daar komt bij dat de doorstroomcoördinatoren niet altijd informatie konden geven over alle sectoren binnen hun instelling. Om die reden worden de resultaten uit deze interviews niet als harde gegevens gepresenteerd en beperken we ons tot uitspraken over het relatieve aanbod van vrijwillig verkorte opleidingen binnen de verschillende onderwijssectoren. Het aanbod van vrijwillig verkorte opleidingen binnen een onderwijssector varieert sterk per instelling. Binnen bepaalde instellingen wordt geen van de opleidingen in een bepaalde onderwijssector vrijwillig verkort aangeboden, terwijl op sommige andere instellingen juist een groot deel van de opleidingen in dezelfde onderwijssector vrijwillig verkort wordt aangeboden. Dat beeld laat zich zien in alle onderwijssectoren. Wanneer per onderwijssector het aandeel vrijwillig verkorte opleidingen wordt bekeken, blijkt dat percentage het grootst in de sectoren Landbouw, Techniek en Economie. In de sector Gezondheidszorg is het percentage vrijwillig verkorte opleidingen het kleinst. De sectoren Onderwijs en Gedrag en Maatschappij zitten daartussenin. We hebben geen gegevens over het aandeel van de doorgestroomde MBO-ers in de vrijwillig verkorte opleidingen. 2.5 Samenvatting en conclusies Het effect van de verwantschapsregeling wat betreft het aanbod van verkorte opleidingen, de samenwerking tussen opleidingen en instellingen in het MBO en HBO en het beleid van instellingen met betrekking tot verkorte opleidingen is in diverse opzichten beperkt. Op de eerste plaats blijkt dat veel van de opleidingen die wettelijk verwant zijn verklaard al voordat de verwantschapsregeling van kracht werd verkort werden aangeboden aan doorstromende MBO-studenten. Datzelfde geldt voor de vrijwillig verkorte opleidingen die instellingen aanbieden. De invoering van de verwantschapsregeling had voor een belangrijk deel van de opleidingen daardoor nauwelijks veranderingen tot gevolg. Bij veel opleidingen stond men dan ook vrij neutraal tegenover de invoering van de verwantschapsregeling. Alleen die opleidingen die nog geen verkorting aanboden werden onaangenaam getroffen door de verwantschapsregeling. Deze opleidingen hadden geen goede ervaringen met de doorstroom van MBO-studenten. Dit in tegenstelling tot de opleidingen die ook voordat de verwantschapsregeling werden ingevoerd al verkort werden aangeboden. Op de tweede plaats blijkt het effect van de verwantschapsregeling op de samenwerking tussen MBO en HBO evenmin groot al is op instellingsniveau in een aantal gevallen wel sprake geweest van een effect van de verwantschapsregeling. De informele contacten die er wel waren tussen hetzij de instellingen, hetzij de opleidingen zijn in een aantal gevallen naar aanleiding van de verwantschapsregeling geformaliseerd en geïntensiveerd. In een deel van de re- 18

25 gionale samenwerkingsverbanden dateert de samenwerking echter al van voor de verwantschapsregeling. In een ander deel is de regionale samenwerking pas later geïntensiveerd. Samenwerking tussen MBO- en HBO-instellingen heeft vooral betrekking op de doorstroom in het algemeen en niet per se op de doorstroom naar verwantverklaarde en/of vrijwillig verkorte trajecten. Dat geldt eveneens voor het beleid van instellingen: er is geen expliciet beleid geformuleerd ten aanzien van verwantschap. In een aantal samenwerkingsverbanden is wel vastgelegd dat gestreefd wordt naar een optimale doorstroom en dat die kan resulteren in verkorte trajecten voor doorstromende MBO-studenten. In verschillende samenwerkingsverbanden zijn intenties op dit terrein vastgelegd in convenanten. Op dit moment lijkt de verwantschapsregeling op instellingsniveau een gepasseerd station. Doorstroomcoördinatoren zijn vooral gericht op ontwikkelingen in het kader van de doorstroomagenda. We hebben op basis van ons onderzoek een beeld van het kwantitatieve belang van de verwantschapsregeling kunnen schetsen. In de sector Taal en Cultuur in het HBO is geen enkele opleiding verwant verklaard. Afgezien van die sector is het belang van de verwantschapsregeling in het HBO vrij groot, gemeten in termen van het aantal opleidingen dat verwant is verklaard: bijna een kwart van het totaal aantal HBO-opleidingen is wettelijk verwant. In de BVEsector gaat het om vijftien procent van alle opleidingen op niveau 4. Per onderwijssector verschilt het percentage verwantverklaarde opleidingen sterk. Het grootste aandeel verwante opleidingen hebben de sectoren Gedrag en Maatschappij (HBO) en Dienstverlenings- en Gezondheidsonderwijs (BVE): Respectievelijk bijna tweederde en ruim een derde van de opleidingen in die sectoren is een verwantverklaarde opleiding. In het HBO heeft de sector Economie het laagste percentage verwante opleidingen, in de BVE de sector Techniek. Beide sectoren kennen hoge deelnemersaantallen, zodat de verwantschapsregeling desondanks een naar verhouding groot aantal deelnemers kan betreffen. We weten niet hoeveel studenten vanuit het MBO zijn doorgestroomd in verwantverklaarde HBO-opleidingen. Op basis van de interviews met opleidingscoördinatoren weten we echter wel dat het aandeel studenten dat vanuit een MBO-opleiding doorstroomt in de verwantverklaarde opleiding sterk varieert. Op basis van de informatie die is verkregen van doorstroomcoördinatoren is het beeld verkregen dat de vrijwillig verkorte opleidingen relatief veel worden aangeboden binnen de onderwijssectoren Landbouw, Economie en Techniek. De sector Gezondheidszorg kent relatief het kleinste aantal vrijwillig verkorte opleidingen. Het aantal opleidingen dat vrijwillig verkort wordt aangeboden verschilt sterk per instelling. We hebben geen indicatie van het totaal aantal studenten dat vanuit het MBO is doorgestroomd in een vrijwillig verkorte opleiding. 19

26 20

27 3 REALISEREN VAN VERKORTE OPLEIDINGSTRAJECTEN 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk beschrijven we op welke wijze de wettelijk verwantverklaarde opleidingen en de vrijwillig verkorte opleidingen gestalte hebben gegeven aan de verkorte opleidingstrajecten voor doorstromende MBO-studenten. Daarbij gaan we in op de concrete vorm die deze verkorte trajecten hebben gekregen en op de wijze waarop tot die vorm gekomen is. Indien er sprake is van verschillen tussen wettelijk verwantverklaarde en vrijwillig verkorte opleidingen wordt daarvan melding gemaakt. In paragraaf 3.3 beschrijven we de eventuele knelpunten die zich voordeden bij het realiseren van de verkorte trajecten bij zowel de wettelijk verwantverklaarde als de vrijwillig verkort opleidingen. Het gaat daarbij nog niet om de verwachte knelpunten op het terrein van de kwaliteit en de studeerbaarheid die wellicht het gevolg zijn geweest van de verkortingen bij de wettelijk verwantverklaarde opleidingen; die worden behandeld in hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk beperken we ons nadrukkelijk tot de knelpunten die zich voordeden bij het realiseren van de verkorte trajecten. De bevindingen in dit hoofdstuk zijn gebaseerd op de interviews met opleidingscoördinatoren uit het MBO en het HBO en de interviews met doorstroomcoördinatoren van MBO- en HBOinstellingen. In paragraaf 3.4 vatten we de belangrijkste bevindingen uit dit hoofdstuk kort samen. 3.2 Vormgeven van verkorte opleidingstrajecten Samenwerking tussen MBO- en HBO-instellingen Uit hoofdstuk 2 komt naar voren dat er voorafgaand aan de verwantschapsregeling slechts in geringe mate sprake was van samenwerking tussen het HBO en het MBO. Daaruit bleek eveneens dat een groot deel van de wettelijk verwantverklaarde opleidingen en de vrijwillig verkorte opleidingen in het onderzoek al verkort werd aangeboden voordat de verwantschapsregeling van kracht werd. In de meeste gevallen is de betrokkenheid van het MBO bij de vormgeving van de verkorte trajecten in het HBO dan ook zeer beperkt. Een van de opleidingscoördinatoren bij een MBO-opleiding merkt daarover op: Wij zijn niet betrokken geweest bij de aanpassingen in het programma van de verwantverklaarde opleiding in het HBO. We hebben ons daar niet bij laten betrekken. Wij leiden op voor een beroep en daar houdt het mee op. 21

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

MONITOR CAPACITEIT KINDEROPVANG 2008-2011 Capaciteitsgegevens in het jaar 2008

MONITOR CAPACITEIT KINDEROPVANG 2008-2011 Capaciteitsgegevens in het jaar 2008 MONITOR CAPACITEIT KINDEROPVANG 2008-2011 Capaciteitsgegevens in het jaar 2008 dr. M.C. Paulussen-Hoogeboom dr. M. Gemmeke Amsterdam, 11 februari 2009 Regioplan publicatienr. Regioplan Beleidsonderzoek

Nadere informatie

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 Ten opzichte van 2009 is de instroom stabiel: -0,3 procent

Nadere informatie

Doorstroom verwante opleidingen mbo hbo

Doorstroom verwante opleidingen mbo hbo OCenW-Regelingen Regeling aanwijzing opleidingen hoger beroepsonderwijs en opleidingen beroepsonderwijs in verband met onderlinge verwantschap Bestemd voor: c instellingen voor hoger beroepsonderwijs en

Nadere informatie

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW - eindrapport - drs. L.F. Heuts drs. R.C. van Waveren Amsterdam, december 2009

Nadere informatie

Gediplomeerden 2015 SOMA College

Gediplomeerden 2015 SOMA College Gediplomeerden 2015 SOMA College Samenvattende rapportage van de uitkomsten van het onderzoek onder gediplomeerden van het SOMA College Utrecht, september 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven

Nadere informatie

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom In het Nederlands onderwijsbestel moeten kinderen op jonge leeftijd belangrijke keuzes maken die de rest van hun loopbaan beïnvloedt. De

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs februari 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie over het

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Mei 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding Op 19 mei 2015 hebben de hogescholen hun strategische agenda #hbo2025: wendbaar & weerbaar1

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014 monitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, 29 december 2014 1 Introductie In de periode 1 september 31

Nadere informatie

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s. Na nominaal plus 1 jaar 45 procent een diploma... 2 Rendement wo stijgt, hbo-rendement daalt... 4 Hbo-ontwerpopleidingen laagste rendement van de sector... 6 Hoger rendement wo biologie, scheikunde en

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Het gebruik van studiefinanciering met de verkeerde intenties

Het gebruik van studiefinanciering met de verkeerde intenties Het gebruik van studiefinanciering met de verkeerde intenties Verkenning op basis van de registraties van DUO Oktober 2016 Jaap-Jan Bakker DUO 1 Inleiding Naar aanleiding van een bericht in de media over

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Veranderen van opleiding Veel hbo-psychologie studenten door naar een wo-opleiding... 2 Havisten in Gedrag & Maatschappij stappen vaker over naar wo... 3 Mbo ers en havisten in psychologie-opleidingen

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs februari 2009 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie over het

Nadere informatie

EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING. Deel 1: politie. Management samenvatting

EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING. Deel 1: politie. Management samenvatting EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING Deel 1: politie Management samenvatting EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Monitor capaciteit kinderopvang

Monitor capaciteit kinderopvang Monitor capaciteit kinderopvang 2008-2011 MONITOR CAPACITEIT KINDEROPVANG 2008-2011 Capaciteitsgegevens in het jaar 2009 - eindrapport - dr. M.C. Paulussen-Hoogeboom dr. B. Dekker Amsterdam, 9 april 2010

Nadere informatie

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO Vrouwen in de bètatechniek Traditioneel kiezen veel meer mannen dan vrouwen voor een bètatechnische opleiding. Toch lijkt hier de afgelopen jaren langzaam verandering in te komen. Deze factsheet geeft

Nadere informatie

Management summary Flitspeiling: vervroegde aanmelddatum, studiekeuzecheck en doorstroming.

Management summary Flitspeiling: vervroegde aanmelddatum, studiekeuzecheck en doorstroming. Management summary Flitspeiling: vervroegde aanmelddatum, studiekeuzecheck en doorstroming. Tussen 16 december 2013 en 1 januari 2014 heeft GfK voor het ministerie van OCW een flitspeiling uitgevoerd gericht

Nadere informatie

Subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen

Subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen Subsector politicologie en bestuurskundige Samenvatting... 2 Weinig deeltijd... 2 Wo-instroom... 3 Weinig uitval iets toegenomen... 3 Veel switch... 3 Vier in herstel... 3 Veel studenten raden opleiding

Nadere informatie

Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4

Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4 Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4 Colofon Titel Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4 Auteurs Regina Petit, Jan Neuvel en Wil van Esch Datum 18 april 2011 ecbo s-hertogenbosch

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Zeeland, West Brabant, die op basis van de resultaten van het

Nadere informatie

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5 DAG VAN DE BEROEPSKOLOM MBO-HBO 9 O K TO B E R 20 1 5 Doelen Kijken wat al goed werkt Nagaan of iets bijdraagt aan de kwaliteit van de aansluiting en doorstroom Aangeven wat kan verder worden uitgewerkt

Nadere informatie

Figuur: Procentuele uitval studenten hbo lerarenopleidingen na het eerste studiejaar (instroomjaren 2004 tot en met 2008)

Figuur: Procentuele uitval studenten hbo lerarenopleidingen na het eerste studiejaar (instroomjaren 2004 tot en met 2008) Uitval van studenten aan lerarenopleidingen Bij de verschillende hbo lerarenopleidingen vallen in het algemeen minder studenten uit dan in het totale hbo. Bij de talenopleidingen vallen relatief veel studenten

Nadere informatie

Aanbod van opleidingen

Aanbod van opleidingen Aanbod van Sector met zeven subsectoren... 2 Aanbod bekostigde neemt af... 3 Aandeel niet-bekostigde neemt toe... 4 Maatschappelijke hulp en dienstverlening grootste subsector... 4 Minder diversiteit aan

Nadere informatie

Focus op standaarden in examinering Deelproject 1: Analyse kwaliteit examinering Analyse bestanden inspectie

Focus op standaarden in examinering Deelproject 1: Analyse kwaliteit examinering Analyse bestanden inspectie Focus op standaarden in examinering Deelproject 1: Analyse kwaliteit examinering Analyse bestanden inspectie Tilburg, september 2012 Hans Mariën Astrid Vloet Paula Willemse IVA beleidsonderzoek en advies

Nadere informatie

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013 FACTSHEET Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht Platform Beleidsinformatie Mei 2013 Samenstelling: Pauline Thoolen (OCW/Kennis) Rozemarijn Missler (OCW/Kennis) Erik Fleur (DUO/IP) Arrian Rutten

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs April 2016 Feiten en cijfers 2 Het algemene beeld Start van de studie uitval en wisselaars Tal van inspanningen bij hogescholen

Nadere informatie

DE INZET VAN VERNIEUWINGS- GELDEN IN HET VO. - eindrapport - dr. S.W. van der Ploeg dr. M. de Weerd. Amsterdam, januari 2001 Regioplan Ref. nr.

DE INZET VAN VERNIEUWINGS- GELDEN IN HET VO. - eindrapport - dr. S.W. van der Ploeg dr. M. de Weerd. Amsterdam, januari 2001 Regioplan Ref. nr. DE INZET VAN VERNIEUWINGS- GELDEN IN HET VO - eindrapport - dr. S.W. van der Ploeg dr. M. de Weerd Amsterdam, januari 2001 Regioplan Ref. nr. OA-227 Regioplan Onderwijs en Arbeidsmarkt Leidsegracht 105-a

Nadere informatie

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Zuidoost-Brabant

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Zuidoost-Brabant Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Zuidoost-Brabant In mei 2019 verscheen de Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs. In die publicatie leest u over de actuele trends en ontwikkelingen in het zorg- en welzijnsonderwijs

Nadere informatie

Onderwijskwaliteit. Onderwijskwaliteit

Onderwijskwaliteit. Onderwijskwaliteit 14 opleidingen oordeel goed... 3 Meeste opleidingen voldoende op gerealiseerd eindniveau... 5 Klein aantal opleidingen met hersteltermijn... 7 Meer wo-opleidingen in herstelfase... 8 Maatschappelijke hulp

Nadere informatie

Onderwijs en vluchtelingenkinderen

Onderwijs en vluchtelingenkinderen Onderwijs en vluchtelingenkinderen Zijn scholen en onderwijsgevenden voldoende toegerust om vluchtelingenkinderen onderwijs te bieden? Een enquête onder onderwijsgevenden van basisscholen, scholen voor

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Gelderland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek

Nadere informatie

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Onderzoek Alumni Bètatechniek Onderzoek Alumni Bètatechniek 0 meting - Achtergrond Eén van de knelpunten op de Nederlandse arbeidsmarkt is een tekort aan technisch geschoolden. De Twentse situatie is hierin niet afwijkend. In de analyse

Nadere informatie

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse

Nadere informatie

NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN IN HET HOGER ONDERWIJS EEN ONDERZOEK NAAR DE TOEPASSING VAN DE WET- EN REGELGEVING EN INFORMATIEVOORZIENING AAN STUDENTEN

NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN IN HET HOGER ONDERWIJS EEN ONDERZOEK NAAR DE TOEPASSING VAN DE WET- EN REGELGEVING EN INFORMATIEVOORZIENING AAN STUDENTEN NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN IN HET HOGER ONDERWIJS EEN ONDERZOEK NAAR DE TOEPASSING VAN DE WET- EN REGELGEVING EN INFORMATIEVOORZIENING AAN STUDENTEN UTRECHT, augustus 2010 INHOUD Conclusies 5 1 Inleiding

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Subsector overig. Subsector overig

Subsector overig. Subsector overig Subsector overig Samenvatting... Grote subsector... 2 Veel switchende studenten... 3 Hoge uitval onder mbo ers... 4 Hoog wo-diplomarendement... 4 Minste studenten van hbo naar wo... 4 8 accreditaties na

Nadere informatie

HET BELANG VAN DE RELATIE

HET BELANG VAN DE RELATIE HET BELANG VAN DE RELATIE Een onderzoek naar het verband tussen de werkalliantie en de motivatie voor begeleiding bij jongeren met een licht verstandelijke beperking - samenvatting eindrapport - Regioplan:

Nadere informatie

De studieloopbaan van mbo-deelnemers

De studieloopbaan van mbo-deelnemers Paper Symposium, Het belang van het onderwijsnummer voor beleidsinformatie ORD 2012 De studieloopbaan van mbo-deelnemers De verblijfsduur in relatie met het behaalde op het mbo. DUO/INP 1 juni 2012 Jaap-Jan

Nadere informatie

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo)

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo) Analyse: mannelijke studenten op de pabo Mannelijke studenten zijn ondervertegenwoordigd op de pabo s. Bovendien vallen relatief meer mannen uit dan vrouwen. In 2009 was ongeveer 13 procent van de gediplomeerde

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN:

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN: SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN: A. VERKENNING NAAR MAATREGELEN ROND IN- EN DOORSTROOM IN HET BACHELORONDERWIJS B. VERSCHILLEN EN ONTWIKKELINGEN IN

Nadere informatie

Datum 8 februari 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Mohandis (PvdA) over het bericht dat selectie aan de poort allochtonen dupeert

Datum 8 februari 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Mohandis (PvdA) over het bericht dat selectie aan de poort allochtonen dupeert >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs & Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Subsector sociale wetenschappen

Subsector sociale wetenschappen Samenvatting... 2 Weinig opleidingen... 2 Kleinste aantal instromende studenten... 3 Uitval lager... 3 Veel switch... 3 Diplomarendement beter dan sector, slechter dan totaal ho... 3 Accreditaties met

Nadere informatie

Onderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers. Rapportage november 2015

Onderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers. Rapportage november 2015 Onderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers Rapportage november 2015 Inhoudsopgave pagina Samenvatting 3 Onderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers Achtergrond en onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Januari 2015 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Opzet... 5 1.2 Leeswijzer... 6 2. Inventarisatie medewerkers arbeidsbeperking...

Nadere informatie

Middelbaar beroepsonderwijs regio Arnhem

Middelbaar beroepsonderwijs regio Arnhem Deze factsheet toont de ontwikkeling van het aantal studenten in het middelbaar beroepsonderwijs in de regio Arnhem. De cijfers geven inzicht in de ontwikkelingen per sector, niveau en leerweg. Daarnaast

Nadere informatie

Subsector pedagogische opleidingen

Subsector pedagogische opleidingen Samenvatting... 2 Gemiddeld in aantal en inschrijvingen... 2 Meeste instroom in hbo-... 3 Weinig uitval... 3 Relatief minder switchers... 3 Hoog rendement in hbo-bachelor en wo-master... 3 Accreditatie-uitkomsten:

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs. HBO-Monitor 2007. G.W.M. Ramaekers

De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs. HBO-Monitor 2007. G.W.M. Ramaekers De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs HBO-Monitor 2007 G.W.M. Ramaekers Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Nadere informatie

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014 Burgerparticipatie in de openbare ruimte Juni, 2014 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : M. Hofland Telefoonnummer : 0570-693317 Mail : m.hofland@deventer.nl 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Kader

Nadere informatie

3.1.1 Bezoekersaantallen Open Dag

3.1.1 Bezoekersaantallen Open Dag 3 Onze studenten 3.1 Oriëntatie op vervolgonderwijs 3.1.1 Bezoekersaantallen Open Dag Bezoekersaantallen per vestiging nov 06 2007 2008 2009 2010 De Haagse Hogeschool 2832 14926 15575 19529 17405 De Haagse

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Studiesucces en uitval 2018 Deze factsheet bevat de belangrijkste ontwikkelingen in het hbo op het gebied van studiesucces, studieduur, uitval en studiewissel van voltijd bachelorstudenten uitgesplitst

Nadere informatie

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS - editie 2007 KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS REGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT - Samenvatting - Een initiatief van index Technocentrum Midden- en West-Brabant index Technocentrum Mozartlaan

Nadere informatie

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs West-Brabant

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs West-Brabant Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs West-Brabant In mei 2019 verscheen de Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs. In die publicatie leest u over de actuele trends en ontwikkelingen in het zorg- en welzijnsonderwijs

Nadere informatie

Keuzes binnen MBO en HBO

Keuzes binnen MBO en HBO Keuzes binnen MBO en HBO Auteur: Marlies Rosenbrand, mei 2017 Voor u ligt de samenvatting van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek naar de mening van opleiders 1 voor de inrichting van een specifiek

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999- ROA Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO 1 - Onderwijs in Kaart 2018-hbo.docx - 16-6-2017 Transvorm Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Hbo Gezondheidszorg en Sociale Studies

Nadere informatie

Doorstroom mbo-studenten naar lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam: de stand van zaken

Doorstroom mbo-studenten naar lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam: de stand van zaken Doorstroom mbo-studenten naar lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam: de stand van zaken Factsheet september 2009. Contactpersoon: Daphne Hijzen, onderzoeker en lid van de Kenniskring beroepsonderwijs

Nadere informatie

Uitleg van de figuren VO 1

Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren - VO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Regeling bekostiging hoger onderwijs 2006

Regeling bekostiging hoger onderwijs 2006 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek bvh 079-3232.666 Bestemd voor Instellingen voor hoger onderwijs. inwerkingtreding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie Nr. 85 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

De hbo er aan het werk

De hbo er aan het werk De hbo er aan het werk Hogescholen leiden op voor de arbeidsmarkt. Dat doen zij met succes. Het overgrote deel van de studenten vindt binnen 3 maanden een baan op minimaal hbo-niveau. Beroepen en functies

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs Beroep tegen besluit tot opzegging arbeidsovereenkomst o.g.v. 9.a.5 sub a dan wel artikel 9.a.5 sub i In het ontslagbesluit noemt verweerster als gronden voor het aan appellant gegeven ontslag de artikelen

Nadere informatie

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Gepubliceerd in: Maandblad Reïntegratie nr. 9, 2007, p. 6-10 KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Drs. Maikel Groenewoud 2007 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam

Nadere informatie

Datum 18 januari 2013 Betreft Aanbieding rapport Inspectie doorstroming vmbo-havo

Datum 18 januari 2013 Betreft Aanbieding rapport Inspectie doorstroming vmbo-havo a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Sociaal Pedagogisch Werker

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Sociaal Pedagogisch Werker ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU Rijn IJssel te Arnhem Sociaal Pedagogisch Werker Juni 2014 3280511/7 BRIN: 25LF Onderzoeksnummer: 244348 Onderzoek uitgevoerd in: maart 2014 Conceptrapport

Nadere informatie

De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw

De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw Colofon Titel De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren

Nadere informatie

CvE-bijlage bij rapportage 2012-2013 invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen

CvE-bijlage bij rapportage 2012-2013 invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen CvE-bijlage bij rapportage 2012-2013 invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen In dit document geeft het College voor Examens gegevens rondom de resultaten

Nadere informatie

Benchmark Hogescholen In opdracht van Platform Bètatechniek Ten behoeve van bestuurlijk overleg met hogescholen

Benchmark Hogescholen In opdracht van Platform Bètatechniek Ten behoeve van bestuurlijk overleg met hogescholen Benchmark Hogescholen In opdracht van Platform Bètatechniek Ten behoeve van bestuurlijk overleg met hogescholen Auteur: ir.ing. R.M.F. Brennenraedts Datum: mei 2007 Projectnummer: 2007.039 Achtergrond

Nadere informatie

Aanbod van opleidingen

Aanbod van opleidingen Onderwijs de grootste sector... 2 Minder tweedegraads- en universitaire lerarenopleidingen... 4 Ruim 900 opleidingsvarianten... 5 Nieuwe opleidingsvarianten in sector Onderwijs... 7 Ontwikkelingen in voltijd-

Nadere informatie

Aard en omvang van illegale kansspelen in Nederland Drs. G.H.J. Homburg en drs. E. Oranje Juli 2009

Aard en omvang van illegale kansspelen in Nederland Drs. G.H.J. Homburg en drs. E. Oranje Juli 2009 SAMENVATTING Aard en omvang van illegale kansspelen in Nederland Drs. G.H.J. Homburg en drs. E. Oranje Juli 2009 Doel van het onderzoek Om zicht te krijgen op de huidige omvang van de illegale exploitatie

Nadere informatie

Tevredenheid over docenten

Tevredenheid over docenten Studenten in sector tevredener dan in totale hoger onderwijs... 2 Studenten tevreden over docenten bij niet-bekostigde tweedegraads lerarenopleidingen hbo... 3 Pabo-studenten minder tevreden over docenten

Nadere informatie

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term

Nadere informatie

Advies overgang vmbo naar havo Opgesteld naar aanleiding van de Monitor toelatingsbeleid vmbo-havo, tweede meting 1

Advies overgang vmbo naar havo Opgesteld naar aanleiding van de Monitor toelatingsbeleid vmbo-havo, tweede meting 1 NOTITIE Aan: de staatssecretaris van het ministerie van OCW, de heer drs. S. Dekker Van: Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad Datum: 1 juli 2015 Betreft: Advies overgang vmbo naar havo Advies overgang

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Noordoost-Brabant

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Noordoost-Brabant Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Noordoost-Brabant In mei 2019 verscheen de Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs. In die publicatie leest u over de actuele trends en ontwikkelingen in het zorg- en welzijnsonderwijs

Nadere informatie

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs, Samenvatting... 2 Minst aantal opleidingen... 2 Minst aantal studenten... 3 Instroom neemt af... 3 Laagste uitval... 3 Lager diplomarendement... 3 Daling in switch... 3 Twee nieuwe opleidingen... 4 Weinig

Nadere informatie

Opbrengsten van het vmbo in de G4. Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden

Opbrengsten van het vmbo in de G4. Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden Opbrengsten van het vmbo in de G4 Resultaten van een inspectieonderzoek naar het rendement van vmbo-scholen in de vier grote steden Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Onderzoeksvragen en opzet 7 2.1 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad -

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT VAN VRIJWILLIGERSPROJECTEN IN DE SCHULDHULPVERLENING

MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT VAN VRIJWILLIGERSPROJECTEN IN DE SCHULDHULPVERLENING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT VAN VRIJWILLIGERSPROJECTEN IN DE SCHULDHULPVERLENING Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door de volgende organisaties (op alfabetische volgorde): Stichting Christelijke Schuldhulppreventie

Nadere informatie

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Van 24 t/m 28 maart vond de Week van Passend Onderwijs plaats. De Week is een initiatief van het ministerie van OCW en 22 onderwijsorganisaties,

Nadere informatie

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo) Aantal gediplomeerden aan de lerarenopleidingen in Nederland Ondanks huidige en verwachte lerarentekorten is er geen sprake van een substantiële groei van aantal gediplomeerden aan de verschillende lerarenopleidingen.

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Baan op niveau en in richting

Baan op niveau en in richting Baan op niveau en in richting Studenten Onderwijs meer kans op baan gemiddeld... 2 Pabo had sterkste terugloop baankansen in 2012... 3 Hbo-studenten in sector vaker baan op niveau en in richting... 4 Voltijd

Nadere informatie

NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN IN HET HOGER ONDERWIJS EEN ONDERZOEK NAAR DE TOEPASSING VAN DE WET- EN REGELGEVING EN INFORMATIEVOORZIENING AAN STUDENTEN

NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN IN HET HOGER ONDERWIJS EEN ONDERZOEK NAAR DE TOEPASSING VAN DE WET- EN REGELGEVING EN INFORMATIEVOORZIENING AAN STUDENTEN NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN IN HET HOGER ONDERWIJS EEN ONDERZOEK NAAR DE TOEPASSING VAN DE WET- EN REGELGEVING EN INFORMATIEVOORZIENING AAN STUDENTEN UTRECHT, augustus 2010 INHOUD Conclusies 5 1 Inleiding

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2011

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2011 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs juni 2011 2 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Meer dan zeven op de tien studenten

Nadere informatie