12 NOV. 2m. Betreffend: Wet marltt en overheid en verhuur ruimte in de Ruchte aan de EHBO. H.M.F.Van Rijswijk 5 november 2014

Transcriptie

1 : 12 NOV. 2m H.M.F.Van Rijswijk 5 november 2014 De Vlinder combinatiecentrum Someren Wilhelminaplein 27c 5711EL Someren Gemeente Someren Gemeenteraad Wilhelminaplein 1 Postbus AG Someren Betreffend: Wet marltt en overheid en verhuur ruimte in de Ruchte aan de EHBO Geachte raad. Tel: devlindersomeren^gmall.com IBAN: NL42INGB e t.n.v. H.M.F. van Rijswijk BTWnr NL B03 Hierbij maak ik gebruik van de mogelijkheid om u schriftelijk op de hoogte te stellen van de gang van zaken rondom de verhuur van ruimte aan de EHBO. Daarbij heb ik ook enkele vragen aan u. Ik hecht eraan te vermelden dat ik geen belang stel in het noemen van namen en de EHBO een warm hart toedraag. Wat nu gebeurt is bij de EBHO kan morgen wederom voorkomen bij een andere vereniging. Allereerst zal ik chronologisch de feiten opsommen: Maart jl. verneem ik dat de EHBO ruimte zoekt en neem ik contact op. 26 maart ontvang ik een mail, waarin zij aangeeft hoeveel ruimte zij nodig heeft en welk bedrag er op dit moment betaald wordt voor de ruimte aan de Acaciaweg; huur 4.640,-- gas en licht 3.340,-- en water 120,--. Daarna ontvang ik nog de activiteiten m.b.t. de tijdstippen waarop de ruimten nodig zijn. Mondeling wordt aangegeven minimaal een 10 jaars contract aan te willen gaan. Ik geef aan dat ik voor een dergelijk bedrag en condities de vereniging kan en wil huisvesten aan het Wilhelmlinaplein 27c.

2 14 april heeft de architect de tekening gereed waarin de benodigde ruimten voor de vereniging ingetekend staan. 21 april komt nagenoeg het gehele bestuur de plannen inzien. 10 juni ontvang ik een mail met praktische vragen; waar kan men grimeren, heeft men 24/7 toegang, waar kan men de vaatwasser en de koelkast neerzetten etc. Ik kom in een retourmail op 11 juni aan de wensen tegemoet. Vervolgens hoor ik dat de gemeente de vereniging huisvesting aangeboden heeft in de Ruchte. Op 14 juni viert de vereniging haar 75 jarig jubileum Ik besluit op de wethouder af te stappen Voorts geeft ik hem aan dat hij mijns inziens de Wet Markt en Overheid overtreedt, door de concurrentie aan te gaan met een particuliere partij. Ik kan immers geen belasting heffen of subsidie verlenen. Hij zegt mij dat hij het uit zal zoeken. Ik zeg hem dat ik hetzelfde zal doen. Vervolgens gaan wij uit elkaar en verneem ik niets meer. Ik besluit de Autoriteit Consument en Markt een vraag hierover te stellen. De autoriteit geeft aan dit als een melding te zien en geeft in zijn algemeenheid antwoord: De Wet Markt en Overheid is per 1 juli 2012 ingegaan en is onderdeel van de Mededingingswet. De overheid dient zich te houden aan: 1. Kostendoorrekening. Overheden moeten ten minste alle integrale kosten van een economische activiteit doorberekenen in de verkoopprijs. 2. Bevoordelingsverbod. Overheden mogen hun eigen overheidsbedrijven niet bevoordelen boven concurrerende bedrijven. Bijvoorbeeld door het aanbieden van een gunstige financiering. 3. Gegevensgebruik. 4. Functiescheiding. Als een overheid voor bepaalde economische activiteiten een bestuurlijke rol heeft en die economische activiteiten ook zelf uitvoert,

3 mogen niet dezelfde personen betrokken zijn bij de bestuurlijke en de economische activiteiten van die organisatie. Etc. Voor bestaande economische activiteiten is er een overgangsregime. Wat zijn bestaande economische activiteiten? Dat zijn economische activiteiten die al plaatsvonden vóór 1 juli Voor deze activiteiten geldt een overgangstermijn van 2 jaar. Overheden kunnen deze overgangsperiode gebruiken om hun huidige handelswijze in overeenstemming te brengen met de gedragsregels. Voor nieuwe economische activiteiten, die zijn gestart op of na 1 juli 2012 geldt géén overgangstermijn. Overheden dienen bij de uitvoering van deze activiteiten de gedragsregels te volgen "etc. Aldus de ACM. Op 10 juli wordt er een raadsvoorstel op agenda gezet inzake het feit dat op 1 juli 2012 de Mededingingswet is uitgebreid met de Wet Markt en Overheid. Gevraagd wordt aan de raad om een "algemeen belang besluit"te nemen, o.a. betrekking hebbende op verhuur van maatschappelijk vastgoed. "In het verleden is hier niet de integrale kostprijs berekend. Het gaat hierbij om de verhuur van accommodaties aan bijv. MFA's. Het in rekening brengen van de volledige integrale kostprijs zal ertoe leiden dat de maatschappelijke organisaties hogere kosten krijgen en zo hun maatschappelijke gewenst activiteiten niet of niet volledig meer kunnen uitvoeren". Aldus het raadsvoorstel. Overigens is dat bedenkelijk, aangezien bijv. de EHBO in het particuliere M.F.A. combinatiecentrum De Vlinder voor een veel lagere huur terecht kan dan in De Ruchte. Het lijkt niet in het algemeen belang om de vereniging tegen een hogere prijs in de Ruchte te huisvesten. Aldus de "Handreiking Wet Markt en Overheid" Is sprake van algemeen belang: motivering Om gebruik

4 te kunnen maken van de algemeen belanguitzondering is de eerste stap om te bepalen welk specifiek algemeen belang aan de orde is en of de desbetreffende economische activiteiten dat algemeen beiang dienen. Vervolgens moet duidelijk zijn welke gevolgen de algemeen belangvaststelling heeft voor derden, in het bijzonder private ondernemers. Ten slotte moet nog worden afgewogen of het met de activiteiten te dienen algemeen belang opweegt tegen de nadelige gevolgen voor belan^ebbenden. Het is al met al noodzakelijk dat het vaststellingsbesluit een krachtig motivering bevat waarom sprake is van een algem^n belang dat, afgewogen tegen de belangen van private ondernemers, reden is de economische activiteiten buiten de reikwijdte van de gedragsregels van de Wet M en O te plaatsen. En Bepaal de gevolgen van de algemeen belangvaststelling voor denden Een algemeen belangvaststelling betekent dat de desbetrefltende economische activiteiten of bevoordelingen mogen plaatsvinden zonder dat de gedragregels van de Wet M en O hoeven te worden toegepast. Meer concreet betekent dat bijvoorbeeld dat een goed of dienst gratis of tegen een prijs onder de kostprijs kan worden aangeboden of dat een overheidsbedrijf mag worden bevoordeeld. Bij de voorbereiding van de algemeen belangvaststelling dient te worden geïnventariseerd welke belangen van derden geraakt worden door de vaststelling. Het gaat daaihij bijvoorbeeld om de belangen van de private ondernemers die concurreren met een overheidsorganisatie die zich niet aan de verplichting tot kostendoorberekening hoeft te houden of met een overheidsbedrijf dat door een overheid mag worden bevoordeeld. 3) Bepaal of het noodzakelijk en proportioneel is om gebruik te maken van de uitzondering van algemeen belang Om te kunnen komen tot een algemeen belangvaststelling, moeten de voordelen ten aanzien van het algemeen belang opwegen tegen de nadelen ten aanzien van de belangen van derden. Steeds dient in aanmerking te worden genomen of als gevolg van het niet meer van toepassing zijn van de gedragsregels van de Wet M en

5 O op economische activiteiten van een overheid of bevoordelingen van overheidsbedrijven, het risico bestaat van verdringing van de maritt van private ondememingen. Voorkomen moet worden dat derden onevenredig worden getroffen als gevolg van de algemeen belangvaststelling. Dat is in elk geval aan de orde indien de algemeen belangvaststelling niet noodzakelijk is omdat het beoogde doel ook met minder vergaande middelen kan worden bereikt." Het kenniscentrum formuleert als volgt: "Met het nemen van een besluit van algemeen belang voor de gemeenschapshuizen is aanwezige strijdigheid met de Wet niet direct opgelost. Het besluit van algemeen belang geeft geen bescherming mocht de wet wel van toepassing zijn (besluit ten onrechte zijn genomen) of het besluit van algemeen belang niet zorgvuldig tot stand te zijn gebracht of door het vericeerde orgaan te zijn genomen." Op 22 juli volgt er een memo van het college van B en W aan de gemeenteraad waarin om ,- wordt gevraagd om de vereniging, naar de Ruchte te laten verhuizen. "Het mag duidelijk zijn dat de huisvesting van de EHBO een positieve invloed heeft op de exploitatie van De Ruchte", aldus de memo". Op 10 september schrijft de gemeente een brief aan de EHBO waarin wordt aangegeven dat deze een eenmalige vergoeding ontvangt van ,-- voor de verhuizing. Deze vergoeding bestaat uit een compensatie voorgedane investeringen in uw huidige accommodatie en een bijdrage in de kosten voor verhuizing en aanpassing van enkele ruimtes in De Ruchte."N.B. bij verhuizing naar het Wilhelminaplein had men geen kosten gehad voor aanpassing van de ruimtes. "Uit ons overleg met het bestuur van De Ruchte is gebleken, dat u voor de in gebruikt te nemen ruimtes een hogere huur verschuldigd bent, dan voor de ruimtes aan de Acaciaweg. Deze zal door ons gecompenseerd

6 worden tot een bedrag van ,-- per jaar (I). De oorspronkelijke bijdrage, bedroeg 8.900,-- per jaar. Daarvoor kon men aan het Wilhelminaplein terecht. De nieuwe huur wordt in de Ruchte ,-- per jaar Bij een 10 jaarscontract wordt er dus aan gemeenschapsgeld verspild en daarbij nog de onnodige kosten voor aanpassing van De Ruchte Op 12 september verzend ik een WOB verzoek aan de gemeente. Onder punt 5. Geeft men aan dat zelfs deze huur ( ,-- op jaarbasis in De Ruchte) nog niet kostendekkend is. De Ruchte zal dus ook nog apart subsidie moeten ontvangen. Vreemd is ook dat in het antwoord op mijn WOB verzoek onder punt 8 staat dat het B&W onbekend was dat ik aangegeven had dat de Wet Markt en Overheid mijns inziens werd overtreden. Ik heb de wethouder dat immers persoonlijk medegedeeld in het gesprek op het jubileum van de vereniging. Vreemd is ook dat men aangeeft in het antwoord op mijn WOB verzoek dat B&W niet bekend was met de prijsstelling van combinatiecentrum De Vlinder. Immers men was op de hoogte van het feit dat ik de vereniging een aanbod had gedaan. Men had de prijs eenvoudig bij mij op kunnen vragen. Bovendien ben ik zelf op de wethouder afgestapt; het was dus bekend dat ik een locatie aanbood. Het zorgvuldigheidsbeginsel (Algemene Wet Bestuursrecht) brengt met zich mee dat de wethouder de prijs had opgevraagd ofwel bij mij, ofwel bij de vereniging, alvorens extra geld te vragen voor de huisvesting in de verhuizing naar De Ruchte (meer dan ,-- extra geld op 10 jaars basis is toch wel een bedrag waarvoor enige zorgvuldigheid vereist is). Het lijkt erop dat men de vereniging heeft laten winkelen met een blanco cheque om De Ruchte gevuld te krijgen. Daarnaast

7 lijkt het motiveringsbeginsel, het fair-play beginsel en het evenredigheidsbeginsel geschonden. Begin november heb ik een gesprek met wethouder Hanssen. Gesteld wordt dat de Wet Markt en Overheid niet van toepassing is, de stichting verhuurt aan de EHBO en de gemeente heeft geen beleidsbepalende invloed op de stichting. Echter De Ruchte is gemeentelijk vastgoed. De stichting wordt voor tonnen per jaar gesubsidieerd door de gemeente. De verenigingen worden apart nog eens gesubsidieerd door de gemeente. Tijdens de vorige raadperiode heeft de gemeente ingegrepen in het te voeren beleid van de stichting. De gemeente lijkt toch wel invloed te hebben op het beleid van de stichting. Tevens geeft de wethouder aan dat het samen huisvesten van verenigingen in één gebouw, zijnde De Ruchte, nodig is i.v.m. een dreigend tekort aan vrijwilligers. Het rappport van de autoriteit Consument en Markt genaamd "Steekproef sportaccommodaties Wet Markt en Overheid"stelt dit als volgt: "Economische activiteit De gedragsregels van de Wet MenO gelden zoals gezegd voor overheden die economische activiteiten verrichten. Onder een economische activiteit wordt verstaan: het aanbieden van goederen en diensten op een mjulcl Gemeenten zien het exploiteren van sportaccommodaties van oudsher als hun taak. Het oorspronkelijke doel daarbij was het op peil en beschikbaar houden van accommodaties. Tegenwoordig zetten gemeenten de exploitatie van sportaccommodaties ook in voor het realiseren van sociaal maatschappelijke doelen, zoals het bevorderen van de gezondheid van burgers en van participatie aan de samenleving. Het feit dat met de activiteit (mede) een maatschappelijk doe! wordt nagestreefd, doet niet af aan het economische karakter van de activiteit. Gemeenten bieden producten en diensten aan op een markt, de markt voor exploitatie van

8 sportaccommodaties. Op deze markt kunnen private partijen toetreden, he^een in de praktijk ook gebeurt - Voorts stelt de wethouder in het gesprek dat de er geen sprake is van het schenden van het zorgvuldigheidsbeginsel (Algemene Wet Bestuursrecht); hij had vooraf de markthuur niet op hoeven vragen. Op mijn vraag of de procedure rondom het Algemeen belang besluit correct is gevolgd geeft de wethouder aan dat dit wellicht nog eens nagegaan moet worden, waarop Jan Verhoeven (ook aanwezig) zegt dat dit niet nodig is omdat andere gemeenten dit ook niet doen. Mijn vragen aan de raad: Is de raad goed voorgelicht voordat het Algemeen belang besluit werd genomen? Is het Algemeen belang besluit volgens de juiste procedure genomen? Ziet de raad aanleiding om de procedure nog eens tegen het licht te houden c.q. opnieuw te doorlopen? Zou de raad wellicht anders beslist hebben inzake het algemeen belang besluit, indien zij de juiste feiten voorgelegd had gekregen? Hoe kijkt de raad aan tegen het feit dat er zoveel gemeenschapsgeld onnodig wordt aangevraagd en toegekend? Dit in een tijd dat de gemeente zegt te moeten bezuinigen. Dat geld had ook anders besteed kunnen worden; bijv. aan de zorg. Vindt de raad met mij dat het zorgvuldigheidsbeginsel is geschonden, doordat niet alle relevante informatie vooraf opgevraagd is? Heeft de gemeente invloed op het beleid van de Ruchte d.m.v. de huidige subsidieverstrekking of anderszins? Met vrien^clelflke groet, H. varffrijswijk