Schriftelijk kunsthistorisch werk. Richtlijnen en voorschriften voor het vervaardigen van een scriptie op het gebied van de Kunstgeschiedenis
|
|
- Johanna Devos
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Schriftelijk kunsthistorisch werk Richtlijnen en voorschriften voor het vervaardigen van een scriptie op het gebied van de Kunstgeschiedenis
2 Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der Letteren Afdeling Kunstgeschiedenis 2014 Tekst: Faculteit der Letteren Vormgeving & druk: Macxmedia, Nijmegen
3 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Het kunsthistorisch-bibliografische apparaat 5 3 Opbouw, vormgeving en afwerking van een scriptie Formele eisen 3.2 De indeling van een scriptie 3.3 Spelling, taal en stijl 3.4 Het vermelden van personen 4 Literatuur- en bronvermelding Algemene aanwijzingen 4.2 De notatie van aangehaalde bronnen en publicaties 5. De besproken kunstwerken Verwijzen en annoteren Citeren versus plagiëren 21 Bijlagen 22 Checklist voor schriftelijk kunsthistorisch werk Beoordelingscriteria voor scripties Verantwoording van de zoekgang Bibliografie 28
4
5 Schriftelijk kunsthistorisch werk 5 1 Inleiding Het schrijven van een scriptie of werkstuk op het gebied van de Kunstgeschiedenis vergt specifieke vaardigheden. 1 Bovendien moet dergelijk schriftelijk werk voldoen aan bepaalde inhoudelijke en formele eisen. Deze handleiding, bedoeld voor studenten in de Kunstgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen, geeft informatie over het doen van het voorbereidend (literatuur)onderzoek en richtlijnen voor de formele verzorging van een scriptie. De meest relevante informatie komt in dit document ter sprake. Er bestaan daarnaast verschillende publicaties over dit onderwerp die je ook kunt gebruiken. 2 Overleg bij onduidelijkheden altijd met de begeleidend docent. Wie moeite heeft met het eigenlijke schrijfproces, kan te rade gaan bij publicaties die zijn bedoeld als schrijfhulp, 3 of de (gratis) assistentie inroepen van het Academisch Schrijfcentrum (ASN) van de RU. 4 Voor bachelor- en masterscripties moet volgens de richtlijnen van de Letterenfaculteit een scriptieovereenkomst tussen begeleider en student worden afgesloten. Daarin worden doel- en probleemstelling van het werkstuk beschreven, en afspraken over het werkplan vastgelegd. Ook voor de beoordeling zijn richtlijnen en formulieren opgesteld (Bijlage 2). Bijlage 3 beschrijft het onderdeel Verantwoording van de zoekgang dat deel uitmaakt van het eerstejaarswerkstuk. Gebruik de checklist om na te gaan of je aan de belangrijkste (formele) voorwaarden van het schriftelijk kunsthistorisch werk hebt voldaan (Bijlage 1). 2 Het kunsthistorisch-bibliografische apparaat Een scriptie gaat altijd uit van een geproblematiseerd stukje kennis. Daarom kan het onderzoek nooit op het werk van slechts één auteur zijn gebaseerd. Het onderzoek dat voorafgaat aan het schrijven van een kunsthistorische scriptie, begint vrijwel altijd met een inventarisatie van de literatuur die relevant is voor het gekozen onderwerp en de wetenschappelijke benadering ervan. Voor een eerste oriëntatie hierop kun je catalogi raadplegen van (wetenschappelijke) bibliotheken. Op de website van de Nijmeegse UB vind je ingangen tot verschillende digitale zoeksystemen, zoals RUQuest, PiCarta en Web of Science (inloggen met studentnummer). 5 Voor kunsthistorisch onderzoek 1 De termen scriptie en werkstuk worden in deze handleiding in dezelfde betekenis door elkaar gebruikt. 2 Over het vervaardigen van een scriptie bijvoorbeeld: Eco 2010, Mirande en Wardenaar 2011, Nederhoed Zie ook Becker Bijvoorbeeld Renkema Zie voor informatie: (geraadpleegd op 29 augustus 2013). 5 (geraadpleegd op 29 augustus 2013).
6 6 Schriftelijk kunsthistorisch werk bijzonder relevant is ook de catalogus van de bibliotheek van het Rijksmuseum Amsterdam, die afzonderlijk kan worden geraadpleegd, 6 maar ook is opgenomen in PiCarta. Daarnaast is de catalogus van de bibliotheek van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) in Den Haag, die niet via PiCarta kan worden benaderd, van belang. 7 Voor uitgebreider bibliotheekonderzoek kun je gebruikmaken van de online toegankelijke catalogi van andere bibliotheken in binnen- en buitenland, die je via algemene zoekmachines doorgaans gemakkelijk kunt vinden. Houd bij het zoeken in deze catalogi steeds het verband tussen het onderwerp en de aard van de bibliotheek voor ogen: voor een onderzoek naar Victoriaanse kunst is het nuttiger te zoeken in de catalogus van de British Library of de National Art Library in Londen dan in die van de Bibliothèque Nationale of het Institut d Histoire de l Art in Parijs; voor een onderzoek naar het impressionisme geldt het omgekeerde. Om een compleet overzicht te krijgen van relevante gespecialiseerde literatuur, inclusief artikelen in tijdschriften en boeken, is het noodzakelijk ook andere zoeksystemen en databanken te gebruiken. Sommige daarvan bestaan alleen in papieren vorm, andere zijn ook in digitale vorm raadpleegbaar via de UB-website (onder de link Zoeksystemen A-Z ). 8 Voor kunsthistorisch onderzoek zijn bijvoorbeeld de Bibliography of the History of Art (kortweg BHA) en de Art Index van belang. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om via bepaalde databanken niet alleen titels van tijdschriftartikelen te vinden, maar ook de volledige tekst ervan te doorzoeken, zoals in JSTOR en Project MUSE. 9 Ook hier geldt dat de relevantie van bepaalde databanken samenhangt met het onderwerp van je onderzoek. Vanzelfsprekend pas je, naast deze systematische zoekmethode, ook de sneeuwbalmethode toe, waarbij je literatuurverwijzingen vindt in de noten en de bibliografie van de literatuur die je al hebt gevonden. Wat betreft de selectie van bronnen is het van groot belang de meest relevante, recente literatuur te gebruiken. Overzichtswerken, handboeken en algemene encyclopedieën zijn nuttig om je snel een beeld te vormen van een onderwerp, maar worden doorgaans 6 (geraadpleegd op 29 augustus 2013). 7 (geraadpleegd op 29 augustus 2013). 8 Voor een inleiding in de kunsthistorische bibliografie met verwijzingen naar bibliografieën en repertoria, zie Becker 1997; zie onder meer ook Wilk-Mincu 1992; voor online bibliografieën, zie (geraadpleegd op 29 augustus 2013). 9 JSTOR via de zoeksystemenpagina van de UB; Project MUSE: (geraadpleegd op 29 augustus 2013).
7 Schriftelijk kunsthistorisch werk 7 niet geciteerd omdat ze zich baseren op de wetenschappelijke literatuur die je zelf zou moeten raadplegen. Een digitale encyclopedie als Wikipedia geeft, vanwege de enorme reikwijdte aan onderwerpen en het grote aantal auteurs, niet altijd betrouwbare informatie, al kan het nuttig zijn de eventueel vermelde literatuur waarop een lemma is gebaseerd zelf na te slaan. Naast veel oppervlakkige, als bron voor wetenschappelijk onderzoek onbruikbare websites, verschijnen er ook steeds meer wetenschappelijk verantwoorde websites, die een rijke aanvulling vormen op andere publicaties en zoekinstrumenten. Deze websites vallen uiteen in verschillende categorieën, waarvan er hieronder enkele worden behandeld. Steeds meer instellingen laten boeken en andere documenten scannen en stellen die via het internet ter beschikking. Vaak betreft dit uit copyrightoverwegingen oudere literatuur. Dat kan een nadeel zijn, maar evengoed een voordeel als het gaat om oude, elders soms moeilijk vindbare primaire bronnen. Dergelijk materiaal kan op dezelfde manier gebruikt en geciteerd worden als papieren publicaties. Sommige wetenschappelijke tijdschriften worden, naast een papieren versie of uitsluitend, online gepubliceerd. Zulke periodieken, zoals Nineteenth-Century Art Worldwide, hebben in beginsel dezelfde waarde als andere wetenschappelijke publicaties. 10 In de regel worden ze ook op dezelfde manier geciteerd. Op sommige door academici opgezette webomgevingen komen beide voorgaande voorzieningen samen. Een website als het rond de kunstenaar Dante Gabriel Rossetti opgebouwde rossettiarchive.org, biedt allerlei wetenschappelijk geredigeerd origineel bronnenmateriaal en/of secundaire literatuur. 11 Een deel van het materiaal op dit soort websites (bijvoorbeeld integraal beschikbare boeken) wordt net zoals papieren publicaties gebruikt en geciteerd; een ander deel van het materiaal, zoals uitsluitend online gepubliceerde wetenschappelijke essays, kan eveneens gebruikt worden maar moet op de voor websites geëigende manier geciteerd worden. Websites van musea zijn nuttig om snel informatie te checken, maar kunnen slechts voorzichtig gebruikt worden als wetenschappelijke bron: populariserende teksten zijn bijvoorbeeld geen wetenschappelijke bronnen; integraal online gepubliceerde bestandscatalogi zijn dat wel. Bijzonder nuttige bronnen voor het zoeken naar beeldmateriaal zijn de vele beelddatabanken die online beschikbaar zijn: RKD images, Bildindex, Web Gallery of Art, 10 (geraadpleegd op 29 augustus 2013) (geraadpleegd op 29 augustus 2013).
8 8 Schriftelijk kunsthistorisch werk Bridgeman Art Library (een commercieel initiatief), Artprice (geveilde werken), enzovoort. 12 Het beeldmateriaal zelf dat op deze websites wordt aangeboden is echter niet altijd van voldoende kwaliteit om gebruikt te worden en met de aangeboden informatie moet altijd kritisch en voorzichtig worden omgesprongen. 3 Opbouw, vormgeving en afwerking van een scriptie 3.1 Formele eisen Deze aanwijzingen hebben betrekking op conventionele, papieren scripties. Voor werkstukken in digitale vorm moeten vooraf met de docent duidelijke afspraken worden gemaakt over de vormgeving en afwerking. De scriptie bestaat uit enkelzijdig geprinte A4-bladen, die na het titelblad zijn genummerd. Gebruik een goed leesbaar lettertype, regelafstand 1,5. Houd een ruime marge aan ten behoeve van aantekeningen van de docent. Afhankelijk van de aard van het werkstuk moeten tenminste twee en soms meer exemplaren worden gemaakt. Je begeleider kan je hierover inlichten. Bewaar in elk geval altijd een exemplaar voor jezelf, dat je bij een bespreking meeneemt. Zet de verschillende onderdelen van de scriptie onder aparte kopjes. Zorg voor een logisch opgebouwde en duidelijk gestructureerde tekst. Verdeel de tekst in alinea s, die niet alleen elk een helder afgebakende hoeveelheid informatie bevatten, maar ook onderling een inhoudelijke samenhang vertonen. Zorg ervoor dat duidelijk is waar een nieuwe alinea begint, bijvoorbeeld door de tekst aan het begin van een alinea te laten inspringen. 3.2 De indeling van een scriptie Een scriptie bestaat uit een aantal vaste onderdelen: Titelpagina. Vermeld op de titelpagina, naast de titel van de scriptie, je naam en studentnummer, de datum van voltooiing van het werkstuk, de naam van de scriptiebegeleider en het studieonderdeel waarvoor de scriptie is bedoeld. Inhoudsopgave. Verwijs met paginanummers naar de bladzijden waarop de diverse onderdelen beginnen. Voorwoord (facultatief) (alle geraadpleegd op 29 augustus 2013).
9 Schriftelijk kunsthistorisch werk 9 Inleiding. Hier presenteer je kort het onderwerp en de probleemstelling. Onderzoeksverslag. Dit gedeelte van de scriptie bestaat uit hoofdstukken, paragrafen, etc., die als min of meer afgeronde onderdelen in een logische verhouding tot elkaar staan. Vermijd daarin bijzaken en beperk je tot zaken die binnen het kader van het onderwerp passen en dus relevant zijn voor de probleemstelling. Bij een iconografisch onderwerp als de Kruisiging van Christus hoeft niet eerst te worden uitgelegd hoe de Bijbel in elkaar zit, in een scriptie over naziarchitectuur hoeft niet te worden uitgelegd waarom Adolf Hitler het in Duitsland voor het zeggen kreeg, en in een onderzoek naar de betekenis van een enkel kunstwerk is het doorgaans niet nodig eerst een uitvoerige biografie van de maker ervan te schrijven. Conclusie, met een kritische evaluatie van de probleemstelling en de onderzoeksresultaten. Noten. Deze worden doorlopend genummerd. De voorkeur verdient het gebruik van voetnoten, die vanzelfsprekend onderaan de bladzijde staan waar er in de hoofdtekst naar wordt verwezen. (Bronnen en) bibliografie (zie ook hoofdstuk 4). Afbeeldingen. Verwijs in de tekst naar afbeeldingen door bijvoorbeeld achteraan een zin <(afb. 1)> toe te voegen. 13 Neem geen afbeeldingen op waarnaar vanuit de hoofdtekst niet wordt verwezen. Elke afbeelding heeft een bijschrift (zie ook hoofdstuk 5). Bij voorkeur bundel je de afbeeldingen achteraan, en plaats je ze niet in de lopende tekst, omdat de lay-out anders vaak in het honderd loopt. Indien je er toch voor opteert om de afbeeldingen in de tekst op te nemen, moet je extra zorg dragen voor een correcte en aangename lay-out. In dat geval dien je ook, voor- of achterin de scriptie, een aparte lijst van afbeeldingen toe te voegen, met daarin alle vereiste informatie over het afgebeelde werk. Andere bijlagen, bijvoorbeeld lange citaten of kopieën van archiefstukken (facultatief). 3.3 Spelling, taal en stijl Spelling, grammatica en interpunctie moeten uiteraard foutloos en goed verzorgd zijn. 14 Gebruik daarvoor de meest recente edities van woordenboeken als Van Dale (via de website van de UB ook in digitale vorm beschikbaar) en de Woordenlijst 13 Waar in deze handleiding in de lopende tekst voorbeelden van een bepaalde formulering of notatie worden gegeven, staan die tussen punthaken. 14 Er wordt hier uitgegaan van in het Nederlands geschreven scripties. Als je een werkstuk (volgens voorschrift, zoals in de research masteropleiding, of na dispensatie) in een andere taal schrijft, gelden mutatis mutandis uiteraard dezelfde eisen.
10 10 Schriftelijk kunsthistorisch werk Nederlandse taal (ofwel het Groene Boekje, ook online beschikbaar). 15 Renkema s Schrijfwijzer geeft veel nuttige informatie over spelling en taal. 16 Een uitvoerige beschrijving van alle aspecten van de grammatica van de Nederlandse taal biedt de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS). 17 Schrijf in goedlopende en heldere zinnen waarin je een stijl en toon hanteert die aansluiten bij het wetenschappelijke karakter van de tekst. Vermijd spreektaal in zowel vorm als in woordkeuze, maar pas ook op voor ouderwets, plechtstatig taalgebruik (zoals <welke> in plaats van <die> als betrekkelijk voornaamwoord). Vermijd afkortingen. Het is een kleine moeite een term of uitdrukking voluit te typen: <met betrekking tot> in plaats van <m.b.t.>; <in plaats van> in plaats van < i.p.v.> en <bijvoorbeeld> in plaats van <bijv.> of <bv.>. Door af te zien van afkortingen maak je het beeld van de tekst rustiger en daarmee beter leesbaar. Neem namen van bijvoorbeeld steden, historische figuren en dergelijke op in de vorm die in het Nederlands gebruikelijk is. Wees hier extra alert op als je anderstalige publicaties als bron gebruikt. Je schrijft dus <Ptolomeüs> in plaats van het Engelse <Ptolemy> en <Dionysius de Kartuizer> in plaats van het Franse <Denys le Chartreux>. Veel bekende heersers kennen een vernederlandste naam, zoals <Frans I> voor de Franse koning <François I>. Voor sommige heiligen geldt iets vergelijkbaars: <Carolus Borromeüs> voor <Carlo Borromeo>. Namen van kunstenaars worden vrijwel altijd in hun oorspronkelijke vorm gebruikt. Slechts de namen van enkele, zeer beroemde, kunstenaars hebben een Nederlandse vorm gekregen: <Raphael> of <Rafael> in plaats van <Raffaello>, <Titiaan> in plaats van <Tiziano>. Namen van pausen, die in andere talen vaak worden aangepast, komen in het Nederlands vrijwel altijd in hun Latijnse vorm voor, dus bijvoorbeeld niet <Innocent> maar <Innocentius>. Gebruik voor de juiste schrijfwijze van geografische namen een Nederlandstalige atlas; voor de te gebruiken naamsvariant van een kunstenaar de database RKD artists. 18 Raadpleeg bij twijfel een algemene encyclopedie. Voor de vakterminologie raadpleeg je lexica en (vak)woordenboeken. 19 Gebruik de spellingchecker van je tekstverwerkingsprogramma. Let erop dat niet alle fouten daardoor worden gedetecteerd: wanneer in de tekst <zin> staat in plaats van <zijn> komt er geen foutmelding, en evenmin wanneer woorden ontbreken. Een 15 Het Groene Boekje : Woordenlijst Nederlandse taal, zie ook (geraadpleegd op 29 augustus 2013); Van Dale groot woordenboek der Nederlandse taal, in digitale vorm (ook voor een aantal andere talen) beschikbaar via de zoeksystemenpagina van de UB (in de alfabetische lijst onder de V ). 16 Renkema Algemene Nederlandse Spraakkunst 1997, zie ook (geraadpleegd op 29 augustus 2013) (geraadpleegd op 29 augustus 2013). 19 Voor een ingang op dergelijke boeken, zie Becker 1997.
11 Schriftelijk kunsthistorisch werk 11 tekst vele keren nalezen en opnieuw nalezen is daarom een absolute noodzaak. Het best rendeert nalezen en corrigeren op papier, met de pen in de hand. Nalezen op het scherm is vermoeiender voor de ogen en brengt altijd minder fouten aan het licht. 3.4 Het vermelden van personen Als je in de tekst namen van auteurs van gebruikte publicaties wilt opvoeren, noem je alleen hun naam, zonder titel: <Jansen schrijft >. Als je informatie vermeldt die je persoonlijk van iemand hebt ontvangen, vermeld je diens gegevens juist wel zo volledig mogelijk: <Mw. dr. ir. A.J. Jansen te Nijmegen was zo vriendelijk mij op deze bijzonderheid te wijzen>. 4 Literatuur- en bronvermelding Een onderscheid moet worden gemaakt tussen gepubliceerde en ongepubliceerde bronnen. Tot de eerste categorie behoren boeken, catalogi, tijdschriftartikelen en websites. Ongepubliceerde bronnen kunnen bijvoorbeeld archiefstukken zijn, brieven in particulier bezit, maar ook opnamen van interviews die je zelf hebt afgenomen. Bij het gebruik van dat soort bronnen is het van belang je ervan te vergewissen of de eigenaar / auteursrechthebbende van het materiaal geen bezwaar heeft tegen openbaarmaking ervan. Bibliografie en lijst van ongepubliceerde bronnen bevatten alle in de hoofdtekst genoemde of in de noten aangehaalde verwijzingen naar bronnen en publicaties. Publicaties of bronnen die niet worden aangehaald, vormen gratuite opvulling en moeten dus niet worden opgenomen in de bibliografie of lijst met bronnen. De lijst met ongepubliceerde bronnen gaat vooraf aan de bibliografie. De aangehaalde bronnen worden meestal per soort bron en/of per archiefinstelling en archieffonds bij elkaar geplaatst. De bibliografie van gepubliceerde bronnen wordt meestal op alfabetische volgorde (van auteursnaam) georganiseerd, in één lijst waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen boeken, artikelen of internetpublicaties. Websites kunnen onder een apart kopje worden opgenomen. 4.1 Algemene aanwijzingen Citeer de informatie die je opneemt in de titelbeschrijvingen niet naar het omslag van een boek, maar naar de titelpagina en/of de ISBN-informatie. 20 Indien je in het boek zelf 20 ISBN staat voor International Standard Book Number en behelst een systeem waarin elk gepubliceerd boek voorzien wordt van een uniek nummer. Tegenwoordig worden de gegevens die aan het ISBN zijn gekoppeld vaak opgenomen op een van de eerste pagina s van een boek.
12 12 Schriftelijk kunsthistorisch werk bepaalde informatie (zoals de plaats of het jaar van uitgave) niet vindt, maar je die wel in een andere bron hebt aangetroffen, kun je die gegevens tussen rechte haken toevoegen, bijvoorbeeld: <[Amsterdam] 1932>. Ook andere extra informatie die van belang is voor je betoog, zoals de echte naam van een auteur die onder pseudoniem publiceert, kan tussen rechte haken worden toegevoegd, bijvoorbeeld: Ivan Lermolieff [pseudoniem van Giovanni Morelli], Kunstkritische Studien über italienischen Malerei, Leipzig Auteursnaam Bij de vermelding van de auteursnaam kun je de voornaam voluit vermelden of alleen de voorletter(s); en je kunt die voor, of achter de achternaam plaatsen. Het is allemaal correct, als je een eenmaal gekozen systeem maar consequent blijft hanteren. Titels en ambtsaanduidingen (zoals prof., jkvr., kard.) blijven achterwege, evenals aanduidingen van bijvoorbeeld de religieuze orde waartoe de auteur behoort (SJ, OFM etc.). Vermeldingen van auteursnamen in bibliotheekcatalogi kunnen overigens niet altijd zomaar worden overgenomen: bibliotheken geven soms zoveel mogelijk informatie over een auteur, zoals volledig uitgeschreven voornamen. Ook in die gevallen moet in de bibliografie de naam worden gebruikt waaronder de auteur doorgaans publiceert. Als er meerdere auteurs zijn noem je ze allemaal, tenzij het er meer zijn dan drie; in dat geval noem je alleen de eerste auteur met de toevoeging <e.a.> (en anderen; et alii). Anoniem verschenen publicaties kun je in de bibliografie plaatsen onder de eerste letter van de titel. Titel Titels van boeken, bundels en tijdschriften worden gecursiveerd. Let er op dat titel en eventuele ondertitel hoe ze ook geschreven worden op de titelpagina van een boek of in een bibliotheekcatalogus in de bibliografie op een consequente manier van elkaar worden gescheiden, bijvoorbeeld door middel van een dubbele punt (zoals in de bibliografie van deze handleiding), een puntkomma, of een punt die dan wordt gevolgd door een hoofdletter. Plaats van uitgave Indien plaats en/of jaar van publicatie onbekend zijn, wordt dit aangegeven met de afkortingen <z.p.> (zonder plaats) of <s.l.> (sine loco), dan wel <z.j.> (zonder jaar) of
13 Schriftelijk kunsthistorisch werk 13 <s.a.> (sine anno). Als de uitgever in meerdere plaatsen is gevestigd, worden die alle genoemd, tenzij het er meer dan drie zijn; in dat geval wordt alleen de eerste vermeld, met de toevoeging <etc.>. Aan namen van steden in de Verenigde Staten kan de afkorting van de staat worden toegevoegd om de plaatsen te onderscheiden van naamgenoten elders, bijvoorbeeld: <Cambridge MA>, <Memphis TN>, <Syracuse NY>. Let er op dat je de plaatsnaam niet verwart met bijvoorbeeld de namen van staten, universiteiten of uitgeverijen: Yale, bijvoorbeeld, is de naam van een universiteit en van haar University Press, maar niet van de stad (dat is New Haven). De plaats waar de uitgeverij van de University of Pennsylvania is gevestigd, is niet (de staat) Pennsylvania, maar University Park. Naam van de uitgever Je kunt er voor opteren de naam van de uitgeverij van een boekpublicatie (tussen haakjes achter de plaats van uitgave) toe te voegen. Daarmee geef je de lezer direct een idee van de status en soms ook de kwaliteit van de publicatie; gespecialiseerde wetenschappelijke uitgeverijen staan voor wetenschappelijke publicaties doorgaans beter aangeschreven dan lokale of zeer breed georiënteerde uitgeverijen. Sommige begeleiders hechten hieraan meer belang dan andere. Taal De naam van de plaats van uitgave volgt de taal waarin de scriptie is geschreven. Je schrijft dus niet <London> maar <Londen>, en niet <Milano> maar <Milaan>. Ditzelfde geldt voor de naam van de plaats waar een tentoonstelling of veiling is gehouden, waarbij de naam van de betreffende instelling weer wel zijn oorspronkelijke vorm behoudt, bijvoorbeeld: <Parijs (Musée du Louvre)> en <Genua (Museo del Palazzo Bianco)>. Gebruik van hoofdletters Eigennamen worden zoals gebruikelijk met een hoofdletter geschreven. In titels van Duitstalige publicaties geldt dat ook voor alle zelfstandig naamwoorden. In Engelstalige titels kan het hoofdlettergebruik twee verschillende vormen aannemen: ofwel op dezelfde manier als in het Nederlands, ofwel in een ander systeem waarin elk inhoudswoord (werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) met een hoofdletter wordt geschreven. In een werkstuk dient één van twee systemen consequent te worden gevolgd. Vergelijk de volgende voorbeelden (in deze handleiding
14 14 Schriftelijk kunsthistorisch werk wordt verder het eerste systeem toegepast): Aukje Vergeest, The French collection: nineteenth-century French paintings in Dutch public collections, Amsterdam Aukje Vergeest, The French Collection: Nineteenth-Century French Paintings in Dutch Public Collections, Amsterdam Afkortingen Ofschoon het gebruik van afkortingen in de lopende tekst moet worden vermeden, kunnen afkortingen (anders dan bijvoorbeeld het voor de hand liggende <p.> voor <pagina>, of <inv.> voor <inventarisnummer>) in noten en bibliografie nuttig zijn. Haal je veelvuldig een bepaalde publicatie of bijvoorbeeld documenten uit een bepaald archief aan, dan kun je overwegen de verwijzingen daarnaar in afgekorte vorm weer te geven. Bij het gebruik van dergelijke afkortingen moet je een lijst van afkortingen en hun verklaringen in het werkstuk opnemen. 4.2 De notatie van aangehaalde bronnen en publicaties Er zijn veel verschillende methodes om archiefmateriaal en andere ongepubliceerde bronnen te beschrijven. De vuistregel is steeds dat alle informatie die nodig is om derden toe te laten de desbetreffende bron terug te vinden, in een logische volgorde vermeld dient te worden. Je zult dergelijk materiaal lang niet altijd nodig hebben voor het schrijven van een scriptie of werkstuk. Raadpleeg je begeleider voor de beste manier om in jouw specifieke geval ongepubliceerd materiaal te verantwoorden. Ook voor het beschrijven van de titel van aangehaalde publicaties bestaan veel verschillende systemen. Welk systeem je ook wilt hanteren, het is van groot belang dat je dat op consequente en volledige wijze doet. De hiernavolgende aanwijzingen voor de meest voorkomende titelbeschrijvingen sluiten aan bij de notatie zoals die in de recente kunsthistorische praktijk wijdverspreid is, en verdienen daarom de voorkeur. 21 Boektitels Van boektitels worden de volgende gegevens vermeld (let op het gebruik van cursief en interpunctie): Naam van de auteur / Naam van de redacteur (red.), Titel: inclusief eventuele ondertitel, Plaats en jaar van uitgave (eventuele reekstitel of andere informatie). 21 Zie Eco 2010, voor meer informatie over dit onderwerp, bijvoorbeeld over hoe om te gaan met originelen en vertalingen.
15 Schriftelijk kunsthistorisch werk 15 Voorbeelden: Joanna Woods-Marsden, Renaissance self-portraiture: the visual construction of identity and the social status of the artist, New Haven en Londen Harald Hendrix en Jeroen Stumpel (red.), Kunstenaars en opdrachtgevers, Amsterdam 1996 (Utrecht Renaissance studies, deel 2). Tentoonstellingscatalogi Indien een boek is verschenen als catalogus bij een tentoonstelling, dan zijn er verschillende manieren om dat aan te geven. Traditioneel worden titels van tentoonstellingscatalogi voorafgegaan door de aanduiding <Tent. cat.>. Ze kunnen dan in een alfabetisch geordende bibliografie worden opgenomen onder de naam van de plaats waar de expositie plaatsvond. Je kunt ook een aparte sectie Tentoonstellingscatalogi opnemen. De titelbeschrijving bestaat dan uit de volgende onderdelen: Tent. cat. Plaats van de tentoonstelling (locatie van de tentoonstelling), Titel: ondertitel, Plaats en jaar van uitgave (eventueel opmerkingen over samenstellers, de auteurs van de essays, etc.). Voorbeeld: Tent. cat. Amsterdam (Museum Het Rembrandthuis), Langs Amsterdamse grachten: tekeningen van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, [Varik] 2013 (samengesteld door Leonoor van Oosterzee en Bert Gerlagh; ook in een Engelstalige editie verschenen). Een tweede manier om naar tentoonstellingscatalogi te verwijzen is ze te behandelen als een boek of bundel. In zulke gevallen kan de publicatie als een boek (dus met auteursnaam eerst) worden vermeld, en wordt de locatie van de betreffende expositie na de titel vermeld. De titels worden dan in de alfabetisch geordende bibliografie op auteursnaam opgenomen. Voorbeeld: Eddy de Jongh en Jan Piet Filedt Kok, Peter Vos Metamorfosen (tent. cat. Fondation Custodia Parijs en Museum Het Rembrandthuis Amsterdam), Bussum Voor beide mogelijkheden geldt dat je erop moet letten dat de plaats waar de tentoonstelling is gehouden niet per definitie ook de plaats van uitgave van de catalogus is.
16 16 Schriftelijk kunsthistorisch werk Voorbeeld: Bernard Aikema en Boudewijn Bakker (red.), Schilders van Venetië: opkomst en bloei van de Venetiaanse vedute (tent. cat. Rijksmuseum Amsterdam), Den Haag Soms wordt een tentoonstelling achtereenvolgens op meerdere plaatsen gehouden. Vermeld die plaatsen tot een maximum van drie, bij meer dan drie noem je alleen de eerste met de toevoeging <etc.>. Veilingcatalogi Veilingcatalogi worden in de regel niet opgenomen in literatuurlijsten. In noten kun je naar dergelijke publicaties verwijzen door Veiling te vermelden, gevolgd door de plaats en, tussen haakjes, de naam van het betreffende veilinghuis en de datum van de veiling. Voorbeeld: Veiling Amsterdam (Sotheby s), 15 november Als er redenen zijn om (bijvoorbeeld bij heel specifieke of historische veilingcatalogi) toch de volledige titel te citeren, dan kun je de catalogus als een boek beschrijven: Catalogue of the Collection of Modern Pictures and Water Colour Drawings [...] of the Late Ernest Gambart [...] Sold by Auction by Messrs. Christie, Manson & Woods [...] on Saturday, May 2, and Monday, May 4, 1903, Londen Titels van artikelen in periodieken en verzamelwerken De titelbeschrijving van een tijdschriftartikel bevat de volgende onderdelen (let op het gebruik van cursiveringen, aanhalingstekens, haakjes en interpunctie): Naam van de auteur, Titel: eventuele ondertitel van het artikel, Titel: eventuele ondertitel van het tijdschrift nummer van de jaargang (jaartal), nummer van de aflevering, paginanummer(s) van het artikel NB: Bij artikelen in periodieken wordt de plaats van uitgave niet vermeld. Voorbeelden: Ron Manheim, The Germanic van Gogh: a case study of cultural annexation, Simiolus: Netherlands Quarterly for the History of art 19 (1989), 4, Mieke Rijnders, De verzameling van het Van Abbe, deel V: de periode W.J.A. Visser , Jong Holland 15 (1999), 3, NB: in titels van artikelen in dagbladen wordt, in plaats van jaargang en jaartal, de precieze datum vermeld.
17 Schriftelijk kunsthistorisch werk 17 Titels van bijdragen aan verzamelwerken (zoals congresbundels, feestbundels, tentoonstellingscatalogi, lexica etc.) bevatten de volgende onderdelen: Naam van de auteur van de bijdrage, Titel van de bijdrage, in: Naam van redacteur(en) van de bundel (red.), Titel van de bundel / catalogus, Plaats en jaar van uitgave, Paginanummers van de bijdrage. Voorbeelden: Rüdiger Klessmann, Adam Elsheimer: Bemerkungen zur Rezeption seiner Kunst im Norden, in: Volker Manuth en Axel Rüger (red.), Collected opinions: essays on Netherlandish art in honour of Alfred Bader, Londen 2004, Sanda Miller, Brancusi, Constantin, in: Jane Turner (red.), Dictionary of art, New York en Londen 1996, IV, Peter Humfrey, Lorenzo Lotto: la vita e le opere, con una cronologia, in: David Alan Brown, Peter Humfrey en Mauro Lucco (red.), Lorenzo Lotto: il genio inquieto del Rinascimento (tent. cat. Bergamo, Accademia Carrara di belle arti), Milaan 1998, Haal je veel verschillende bijdragen uit een en dezelfde verzamelbundel aan, overweeg dan de bundel als afzonderlijk boek in je bibliografie op te nemen, en de titel ervan in de verwijzingen naar de afzonderlijke bijdragen afgekort weer te geven. Bijvoorbeeld: Rüdiger Klessmann, Adam Elsheimer: Bemerkungen zur Rezeption seiner Kunst im Norden, in: Manuth en Rüger (red.) 2004, Sanda Miller, Brancusi, Constantin, in: Turner (red.) 1996, IV, Digitale bronnen Sommige wetenschappelijke tijdschriften verschijnen niet alleen op papier maar ook als full text -bestand op het internet. De Nijmeegse UB heeft abonnementen op een groot aantal van dergelijke publicaties. Indien je een artikel uit een dergelijk tijdschrift wilt citeren, dien je de voor papieren tijdschriften gebruikelijke titelbeschrijving te geven, dus niet het internetadres. Bijvoorbeeld: het tijdschrift Art bulletin is voorhanden in zowel papieren vorm als in de vorm van een full text -bestand. Een artikel van Linda Stone-Ferrier over gezichten op Haarlem dat in Art bulletin is gepubliceerd en dat je, bijvoorbeeld via JSTOR als full text -bestand hebt geraadpleegd citeer je niet als: maar als: Linda Stone-Ferrier, Views of Haarlem: a reconsideration of Ruisdael and Rembrandt, Art Bulletin 77 (1985), 3,
18 18 Schriftelijk kunsthistorisch werk Indien je informatie betrekt van websites kun je dat verantwoorden door te verwijzen naar de URL. Omdat websites gemakkelijk kunnen veranderen of kunnen worden opgeheven, is het daarbij van belang in de noot de datum waarop de betreffende site werd bezocht, te vermelden, bijvoorbeeld door de toevoeging <geraadpleegd op [ ]> of <laatst bezocht op [ ]>. Via internet beschikbaar beeldmateriaal (online multimedia) kan een belangrijke rol spelen voor kunsthistorisch onderzoek. De beschrijving van dergelijke bronnen (bijvoorbeeld YouTube video s) bevat de volgende componenten: Naam van de maker, Titel: eventuele ondertitel, Type bron, Tijdsduur, Op internet gezet door (<gepost door>), Datum, URL (geraadpleegd op [ ]). Wereldliteratuur Zeer bekende werken uit de wereldliteratuur (zoals de Bijbel, of de werken van Dante en Shakespeare), waarvan de indeling in de vele edities die ervan bestaan telkens identiek is, hoeven niet in de bibliografie te worden opgenomen. Je kunt er in de lopende tekst of in een noot op een afgekorte manier naar verwijzen. Voorbeelden: Genesis 11: Dante, Paradiso, Canto XXV, 113. Shakespeare, King Lear, Act IV, Scene vii. Ovidius, Metamorphosen, Lib. XIV, De besproken kunstwerken Namen of titels van kunstwerken worden gecursiveerd en in principe gegeven in de taal waarin je je werkstuk schrijft. Zeker als de benaming niet meer behelst dan een aanduiding van de voorstelling van het kunstwerk, zoals <Madonna met kind>, <Landschap met ezeldrijvers>, is er geen reden die te geven in een andere taal. In sommige gevallen is de bijnaam van het kunstwerk echter zo bekend, dat overwogen kan worden die als titel te gebruiken <Giorgione, Tempesta>, <Rafael, La belle jardinière>. In gevallen (vrijwel altijd betreft het werken van moderne of hedendaagse kunst) waar de kunstenaar zelf een titel heeft gegeven aan het kunstwerk, wordt die titel doorgaans onvertaald overgenomen <Barnett Newman, Who s afraid of red, yellow and blue, II>, <Jeff Koons, Ushering in banality>. Werken van bouwkunst worden doorgaans aangeduid met hun oorspronkelijke naam, 22 Zie Eco 2010,
19 Schriftelijk kunsthistorisch werk 19 zoals <Antoni Gaudì, Sagrada familia, Barcelona> of <Francesco Borromini, San Carlo alle quattro fontane, Rome>, tenzij ze zo bekend zijn dat er in het Nederlands een vaste aanduiding voor bestaat, zoals <Sint-Pieter, Rome>, <Eiffeltoren, Parijs>. Van elk kunstwerk waarvan een afbeelding in de scriptie is opgenomen, moeten in het bijschrift de volgende gegevens worden vermeld: a. Naam van de maker(s) (bij prenten of werken van kunstnijverheid kan het nodig zijn de naam van de ontwerper te onderscheiden van de uitvoerend kunstenaar), b. Titel, c. datering, d. techniek, e. materiaal (soms vallen techniek en materiaal samen, zoals bij <fresco>), f. afmetingen (hoogte x breedte [eventueel x diepte]; afmetingen in centimeters, behalve bij heel kleine of heel grote objecten; geef duidelijk aan welke eenheid je hanteert), g. Huidige verblijfplaats, h. Naam van de eigenaar en indien van toepassing van de bruikleengever, i. De bron waarvan de afbeelding is betrokken (naam fotograaf, titel van de publicatie of website) Je kunt onder de afbeelding ook enkel de maker, titel en datum vermelden. In dat geval moet er een aparte lijst met afbeeldingen aan het werkstuk worden toegevoegd waarin alle informatie, zoals hierboven opgesomd, wordt gegeven. Van ieder besproken maar niet afgebeeld werk, dienen in een noot dezelfde gegevens behoudens uiteraard onderdeel (i) te worden vermeld. 6 Verwijzen en annoteren Een wetenschappelijk werkstuk kenmerkt zich onder meer door de bibliografische naspeurbaarheid van de mededelingen die erin worden gedaan. Dit wil zeggen dat een lezer van je werk in principe jouw gedachtegang, voor zover die is gebaseerd op al dan niet gepubliceerde bronnen, moet kunnen controleren. Steeds wanneer je informatie ontleent aan dergelijke bronnen, moet je dit dus op adequate wijze verantwoorden. Dit doe je door het gebruik van noten waarin je een duidelijke en consequente verwijzing opneemt naar je bron Met behulp van het programma Endnote kun je persoonlijke databases van literatuurreferenties maken en in je manuscripten het verwijzen naar literatuur verzorgen. Zie voor informatie: (geraadpleegd op 29 augustus 2013).
20 20 Schriftelijk kunsthistorisch werk Er zijn verschillende manieren om een noot vorm te geven. Vaak wordt een systeem gebruikt waarin de noten afgekorte verwijzingen bevatten naar publicaties waarvan de volledige beschrijvingen in de bibliografie zijn opgenomen. In de noten komen dus geen uitvoerige titelbeschrijvingen voor, en ook geen, vaak nogal verwarrende, verwijzingen als op. cit. (opus citatum, dat wil zeggen aangehaald werk ). Naar boektitels en artikelen wordt verwezen door steeds alleen de achternaam van de auteur en het jaar van uitgave te vermelden. Als er van de hand van een en dezelfde auteur, in een en hetzelfde jaar meerdere publicaties zijn verschenen en je wilt er daarvan twee of meer aanhalen, dan moet het onderscheid uit de notatie duidelijk worden, bijvoorbeeld: <Gombrich 1981a> en <Gombrich 1981b>. Voeg in dat geval een soortgelijke vermelding toe aan de betreffende referenties in de bibliografie zodat de correspondentie tussen noot en bibliografische referentie duidelijk is. Tentoonstellingscatalogi worden in de noten afgekort tot Tent. cat. gevolgd door de plaats waar de expositie plaatsvond en het jaar waarin de catalogus verscheen <Tent. cat. Stockholm 1986>. Meestal zul je verwijzen naar een bepaalde passage in een publicatie: in dat geval voeg je de desbetreffende paginanummers uiteraard toe aan je noot. Wanneer je naar een volledig artikel of boekwerk verwijst, kun je de paginanummers achterwege laten. Voorbeelden van afkortingen die verwijzen naar publicaties waarvan de volledige titelbeschrijvingen elders in dit document als voorbeeld zijn opgevoerd: Klessmann 2004, 42, 50. Tent. cat. Amsterdam 1990, cat. 14. Als je dit systeem hanteert, kun je het beste voetnoten (geen eindnoten) gebruiken: de lezer ziet dan de verwijzing in een oogopslag onder aan de pagina en hoeft niet eerst naar het eind van de tekst te bladeren om een eindnoot te vinden en vervolgens de bibliografie te raadplegen. Plaats de nootnummers in de hoofdtekst zoveel mogelijk aan het eind van een zin of desnoods een zinsdeel, steeds na de punt of eventueel een ander leesteken. Noten kun je, behalve voor literatuurverwijzingen, ook gebruiken voor het vermelden of verduidelijken van min of meer bijkomstige zaken, die in de hoofdtekst niet op hun plaats zijn. Vermijd evenwel om systematisch een dubbel betoog te houden dat zich deels in de tekst en deels in de noten situeert.
Schriftelijk kunsthistorisch werk. Richtlijnen en voorschriften voor het vervaardigen van een scriptie op het gebied van de Kunstgeschiedenis
Schriftelijk kunsthistorisch werk Richtlijnen en voorschriften voor het vervaardigen van een scriptie op het gebied van de Kunstgeschiedenis Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der Letteren Afdeling
Nadere informatieEisen en lay-out van het PWS
Eisen en lay-out van het PWS INHOUD EN OPZET VAN HET PROFIELWERKSTUK In het navolgende komen achtereenvolgens aan bod: de titelpagina, de inhoudsopgave, de inleiding, de hoofdtekst, de samenvatting, de
Nadere informatieBronnen en bronvermelding
Bronnen en bronvermelding Bronnen gebruiken Wie een zakelijke tekst schrijft (een essay, een boekbespreking ), zal vaak gebruik maken van bronnen: boeken, artikelen en websites waarop meer informatie te
Nadere informatieBepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag
Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling
Nadere informatie1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen
1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen Wanneer je als student in het hoger onderwijs de opdracht krijgt om te zoeken naar wetenschappelijke informatie heb je de keuze uit verschillende informatiebronnen.
Nadere informatieWERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016
HANDLEIDING VOOR HET SCHRIJVEN VAN EEN WERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016 VIA VINCI ACADEMY 2015-1 - In het portfolio worden per module* werkstukken opgeslagen, welke door de docent positief zijn beoordeeld.
Nadere informatieDE TECHNISCHE VERZORGING VAN WERKSTUKKEN
DE TECHNISCHE VERZORGING VAN WERKSTUKKEN De huidige tekstverwerkingsprogramma s maken het mogelijk teksten op een professionele manier op te maken. De vele mogelijkheden brengen echter ook het risico met
Nadere informatie1 Omslag/voorblad/titelblad. 2 Titelblad
Rapporteren Om informatie te rapporteren bestaan er normen of regels. Enkele voorbeelden van rapporten: een eindwerk, een geïntegreerde proef Een rapport kan uit negen onderdelen bestaan: 1 Omslag/voorblad/titelblad
Nadere informatieDe Schrijfregels. Christiaan Huygens College Rachmaninowlaan Talencluster
De Schrijfregels Christiaan Huygens College Rachmaninowlaan Talencluster 1 Inleiding In dit boekje De Schrijfregels worden regels gegeven voor de inhoudelijke indeling en de uiterlijke presentatie van
Nadere informatieVerwijzen naar digitale bronnen
Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 2 februari 2015 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013
Nadere informatieWerkstuk of verslag. de vormvoorschriften
Werkstuk of verslag de vormvoorschriften begeleider: (naam van de docent) het vak waarvoor je het verslag maakt naam en klas van de leerling schooljaar en datum van inleveren 2 Samenvatting Elk onderzoeksverslag
Nadere informatieRichtlijnen schrijven (stage-of afstudeer)verslag
Richtlijnen schrijven (stage-of afstudeer)verslag Inhoudsopgave Structuur van een verslag... 2 Indeling van het verslag... 2 De titelpagina... 2 Voorwoord... 2 De Inhoudsopgave... 3 De Samenvatting...
Nadere informatieVerwijzen naar digitale bronnen
Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 27 januari 2014 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013
Nadere informatieBRONNENONDERZOEK 2010/2011
Bronnenonderzoek Namen Begeleiders Informatie verzamelen : inleiding Om informatie te verzamelen zul je verschillende bronnen moeten raadplegen. Al zoekende zul je merken dat er bronnen zijn waarvan je
Nadere informatieVERWIJZEN NAAR BRONNEN
HANDLEIDING VOOR HET VERWIJZEN NAAR BRONNEN MET BEHULP VAN WORD Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Verwijzingen maken... 4 2.1 Invoegen van een verwijzing... 4 2.2 Verwijzing naar een boek... 5 2.3 Verwijzing
Nadere informatieAcademisch schrijven. Tips and tricks
Academisch schrijven Tips and tricks Overzicht ViP s ViP-1: structuur 1 ViP-2: refereren, parafraseren en citeren ViP-3: cohesie en zinsconstructies ViP-5: structuur 2 ViP-1: structuur 1 Titel en kopjes
Nadere informatie1. Probleemstelling formuleren en sleutelwoorden bepalen.
1. Probleemstelling formuleren en sleutelwoorden bepalen. Vooraleer je aan een literatuuronderzoek begint, is het belangrijk om voldoende informatie over je onderwerp te verzamelen via vakwoordenboeken,
Nadere informatieFACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN
FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN REGELS VOOR HET SCHRIJVEN EN BEOORDELEN VAN BACHELORSCRIPTIES BIJ KUNST- EN CULTUURWETENSCHAPPEN (tot 1 september 2015 geldt dit reglement ook voor de BA Religiewetenschappen)
Nadere informatieLiteratuurverwijzingen
Literatuurverwijzingen Een literatuurlijst maken & citeren / parafraseren Waarover gaat de presentatie? I Waarom verwijzen? Enkele overwegingen vooraf! II APA - normen III Literatuurverwijzingen: de praktijk
Nadere informatieStappenplan zoeken en verwerken van informatie
Stappenplan zoeken en verwerken van informatie Oriëntatie op het onderwerp Wat is het onderwerp Welke zoektermen Welke bronnen Zoeken naar informatie Welke informatiebronnen Kiezen en beoordelen van informatie
Nadere informatieRedactionele en bibliografische aanwijzingen voor publicaties in de wetenschappelijke series van het ILRS
Dantegebouw,kamer 235 Warandelaan 2 Postbus 90153 NL 5000 LE Tilburg Tel. (+31 13) 466 2056 Fax (+31 13) 466 2892 E-mail ilrs@uvt.nl www.tilburguniversity.edu/ilrs Redactionele en bibliografische aanwijzingen
Nadere informatieAuteursrichtlijnen Tijdschrift Vooys Algemeen
Auteursrichtlijnen Tijdschrift Vooys 2013 1. Algemeen a. Het publiek van Vooys bestaat uit geïnteresseerde leken en specialisten op het gebied van de geesteswetenschappen. Het is dus belangrijk om als
Nadere informatieRegels van bronvermelding. 1 e fase
Regels van bronvermelding 1 e fase Olympus College 2013-2014 1. Intro Als je een werkstuk of boekverslag moet maken, gebruik je vaak informatie van anderen. Er bestaan veel verschillende bronnen van informatie
Nadere informatieStappenplan zoeken en verwerken van informatie
Stappenplan zoeken en verwerken van informatie Oriëntatie op het onderwerp Wat is het onderwerp? Welke zoektermen? Welke bronnen? Zoeken naar informatie Welke informatiebron gebruik je? Hoe zoek je digitale
Nadere informatieRembrandt en de Bijbel
Rembrandt en de Bijbel POSE CHRISTENDOM HAV0/VWO 4 - CSG CALVIJN GODSDIENST De profetie van Simeon aan Maria olieverf op paneel (55 44 cm) 1628 Kunsthalle, Hamburg - Duitsland 1 Wat gaan jullie doen? Als
Nadere informatieInhoud. Mediacentrum hogeschool Windesheim (maart 2015) Page 2
Online Inhoud Over Endnote Online... 3 Aanmelden... 3 Voordat je begint!... 4 Tussenvoegsels in namen... 4 Referenties invoegen in een Worddocument/Cite while you write... 5 Handmatig invoeren van referenties...
Nadere informatied. De redactie van Vooys bepaalt de volgorde waarin de teksten in Vooys verschijnen.
Richtlijnen en regels Tijdschrift Vooys 1. Algemeen a. Het publiek van Vooys bestaat uit geïnteresseerde leken en specialisten op het gebied van de geesteswetenschappen. Het is dus belangrijk om als auteur
Nadere informatieStap 4: Indeling maken
Stap 1: Het kiezen van een onderwerp Kies een onderwerp dat je aanspreekt of waar je veel van af weet of waar je graag meer over te weten wilt komen. Klaar? Kleur vakje 1 van het stappenblad. Stap 2: Materiaal
Nadere informatieRichtlijnen werkstukken Faculteit der Archeologie
Richtlijnen werkstukken Faculteit der Archeologie Introductie Sinds 1 september 2010 bestaat er een (nieuwe) facultaire standaard met richtlijnen waaraan alle werkstukken en verslagen aan dienen te voldoen.
Nadere informatieBA-eindwerkstuk KUNSTGESCHIEDENIS HANDLEIDING (zie ook de Syllabus Schrijven en presenteren)
BA-eindwerkstuk KUNSTGESCHIEDENIS 2014-2015 HANDLEIDING (zie ook de Syllabus Schrijven en presenteren) I. ALGEMEEN Het BA-eindwerkstuk bevat maximaal 8500 woorden (-/+ 10%) - exclusief noten, literatuur
Nadere informatie+DQGOHLGLQJYRRUKHW]RHNHQLQ
+DQGOHLGLQJYRRUKHW]RHNHQLQ,19(57 &DPSXVELEOLRWKHHN%LRPHGLVFKH:HWHQVFKDSSHQ 'HFHPEHU ,19(57LQGH[YDQGH1HGHUODQGVWDOLJHYHUSOHHJNXQGLJHOLWHUDWXXU Wat is invert? Eenvoudig zoeken Geavanceerd zoeken In welk
Nadere informatieEisen Nederlands, vormgeving, APA. Pagina 1 van 10. Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA
Pagina 1 van 10 Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA Versie: 8 juni 2015 Pagina 2 van 10 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Eisen Nederlands 3 Eisen vormgeving 4 Eisen bronvermelding 5 Procedure
Nadere informatieHet eindwerkstuk GGCA Schooljaar 2013-2014
Het eindwerkstuk GGCA Schooljaar 2013-2014 Lucas Sint, Luc van Roemburg en Monique de Hoop September 2013 Inhoudsopgave Inleiding: Wat is het eindwerkstuk?...3 Jaarplanning.4 De beoordeling van het eindwerkstuk.6
Nadere informatieRedactionele en bibliografische aanwijzingen voor publicaties in wetenschappelijke series van IRiLiS
Main building VU University room 1E-64 De Boelelaan 1105 Postbus 7161 NL 1007 MC Amsterdam Tel. (+31 20) 598 5716 Fax (+31 88) 337 1613 E-mail irilis@pthu.nl www.pthu.nl/irilis/ Redactionele en bibliografische
Nadere informatieP.de Buck e.a., Zoeken en schrijven. Handleiding bij het maken van een historisch werkstuk (6 e druk; Rijswijk 1992)
1 P.de Buck e.a., Zoeken en schrijven. Handleiding bij het maken van een historisch werkstuk (6 e druk; Rijswijk 1992) Inleiding Dit boek van de historici P.de Buck en anderen dat voorkomt uit de praktijk
Nadere informatieAls je de verwijzing tussen haakjes aan het einde van de zin zet gebruik je een & -teken. Wederom komt de punt pas na de verwijzing.
LITERATUURVERWIJZINGEN VOLGENS DE PUBLICATION MANUAL (APA) Je moet in je opdrachten, papers en artikelen altijd aangeven waar je bepaalde informatie gevonden hebt. Zo kan iemand die het leest zien waar
Nadere informatieWord 2007 en APA bronvermelding. Nathalie van den Eerenbeemt december 2014
Word 2007 en APA bronvermelding Nathalie van den Eerenbeemt december 2014 Waar vind je WIKI Fontys OSO? 2 Wiki Fontys OSO waar staat de ppt? http://www.fontysmediatheek.nl/wiki/home/wiki_fontys_oso 3 aar
Nadere informatieINSTRUMENTEN TER ONDERSTEUNING VAN SCRIPTIESTUDENTEN
INSTRUMENTEN TER ONDERSTEUNING VAN SCRIPTIESTUDENTEN Medewerkers van de Bibliotheek Rechten hebben voor studenten, die starten met het schrijven van de scriptie, instrumenten ontwikkeld. De instrumenten
Nadere informatieReglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op 1-9-2015, verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op 10-9- 2015
Faculteit der Geesteswetenschappen Afdeling Geschiedenis, Europese studies en Religiewetenschappen Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam Datum 10-9-2015 Contactpersoon J.J.B.Turpijn@uva.nl Bijlagen Beoordelingsformulier
Nadere informatieLiteratuurverwijzing in de tekst
Verwijzen en literatuurlijst volgens de APA Voor het schrijven van teksten maak je vaak gebruik van schriftelijke bronnen. Dit kunnen boeken, tijdschriftartikelen, folders, of teksten van internet zijn.
Nadere informatieTips voor schriftelijke rapportering. Laura Versteele, in samenwerking met Prof. Joris De Schutter Faculteit Ingenieurswetenschappen 20 februari 2013
Tips voor schriftelijke rapportering Laura Versteele, in samenwerking met Prof. Joris De Schutter Faculteit Ingenieurswetenschappen 20 februari 2013 Overzicht Tips in verband met o Structuur en inhoud
Nadere informatieInhoud. EndnoteWeb januari 2015 Page 2
EndNote Web X6 Inhoud Over Endnote Web... 3 Aanmelden... 3 Samenwerking met Word (Cite while you write)... 5 Voordat je begint met invoeren... 7 Tussenvoegsels in namen... 7 Handmatig invoeren van referenties...
Nadere informatieAuteursinstructies tijdschriften
Aanleveren Enkel complete en definitieve artikelen worden geaccepteerd. Een volledig manuscript bestaat uit de volgende onderdelen en in de volgende volgorde: o Titel o Ondertitel o Auteursnamen o Engelstalige
Nadere informatieAuteursinstructies ANTW
Aanleveren Enkel complete en definitieve artikelen worden geaccepteerd. Een volledig manuscript bestaat uit de volgende onderdelen en in de volgende volgorde: o Titel o Ondertitel o Auteursnamen o Engelstalige
Nadere informatieSchrijven: van verslag tot eindwerk do s & don ts
Uitbreidingen in druk zes t.o.v. druk vijf - Schrijven: van verslag tot eindwerk - do s & don ts - Leen Pollefliet Schrijven: van verslag tot eindwerk do s & don ts Uitbreidingen in druk zes (augustus
Nadere informatieHet Harvard-verwijssysteem
Het Harvard-verwijssysteem In verschillende wetenschapsdisciplines worden verschillende stijlen gehanteerd voor het verwijzen naar bronnen en het beschrijven van titels van publicaties (zie www.rug.nl/noordster,
Nadere informatieAuteursinstructies tijdschriften
Auteursinstructies tijdschriften Belangrijk: definitieve artikelen zijn definitief. Dat betekent dat het niet mogelijk is om de inhoud nog te wijzigen als u de finale versie van uw artikel heeft toegestuurd.
Nadere informatieOverweeg om je profielwerkstuk de vorm van een wetenschappelijk artikel te geven. Hieronder vind je hiervoor aanwijzingen.
Een wetenschappelijk artikel schrijven Overweeg om je profielwerkstuk de vorm van een wetenschappelijk artikel te geven. Hieronder vind je hiervoor aanwijzingen. Aandachtspunten Bij een wetenschappelijk
Nadere informatieEEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT
Monitoraat op maat Academisch Nederlands 1 EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT De communicatie tussen een student en een docent verloopt vaak per e mail. Een groot voordeel van het medium is namelijk de
Nadere informatiei n h o u d Inhoud Inleiding
V Inhoud Inleiding IX 1 Informatie structureren 1 1.1 Onderwerp in kaart brengen 1 1.1.1 Je doel vaststellen 1 1.1.2 De lezers inschatten 2 1.1.3 Het onderwerp afbakenen 3 1.1.4 Van ideeën naar mindmap
Nadere informatieAanleverspecificaties folio-uitgaven
Aanleverspecificaties folio-uitgaven 1 Inhoudsopgave 1 Instructies schrijffase 4 Opbouw van het boek - Voorwerk - Hoofdgedeelte - Nawerk 2 structuur en leesbaarheid 5 Hoofdstukinleiding Koppenstructuur
Nadere informatieTwee eeuwen leven, wonen en werken in Nederland (19 e en 20 e eeuw). Een studie op basis van de digitale Nederlandse Volkstellingen 1795-2001
Twee eeuwen leven, wonen en werken in Nederland (19 e en 20 e eeuw). Een studie op basis van de digitale Nederlandse Volkstellingen 1795-2001 Richtlijnen voor auteurs 25 april 2006 ALGEMEEN De tekst van
Nadere informatieAuteursinstructies. Inhoudsopgave. Beste Auteur,
Beste Auteur, Als besloten is uw manuscript uit te geven, wordt u gevraagd de tekst volgens onze huisstijl aan te leveren. Een uitgebreide handleiding volgt hieronder en is tevens te downloaden van onze
Nadere informatieGids bij het opstellen van een masterproef Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen
1 Gids bij het opstellen van een masterproef Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen 1. Inleiding Deze gids heeft als doel richtlijnen mee te geven die als leidraad kunnen dienen voor iedereen die een masterproef
Nadere informatieA Inhoud. 2. De identiteit van de eigenaar van de website en het doel van de website staan genoemd.
Beoordelingsformulier websites Afdeling Taal en Communicatie VU De schriftelijke communicatie-uitingen van de verzekeraar moeten begrijpelijk en duidelijk zijn voor de klant en afgestemd op diens taalniveau.
Nadere informatieAuteursinstructies Mens en Maatschappij
Aanlevering Manuscripten digitaal opsturen naar het redactiesecretariaat van Mens en Maatschappij, bereikbaar via menm@aup.nl. Enkel complete en definitieve artikelen worden geaccepteerd. Een volledig
Nadere informatieVoorpagina met titel
STYLESHEET Lay-out Lay-out-checklist Voorpagina met titel Inhoudsopgave Afgedrukt op papier van A4-formaat Kantlijn van 2.5 cm aan alle kanten Lettertype Times New Roman 12 (Dubbele regelafstand) Links
Nadere informatieBibliografische referenties invoegen via Word
Bibliografische referenties invoegen via Word Dienst mediatheken Laatst bijgewerkt op 22/08/2016 12:52 ALGEMEEN Je kan jezelf heel wat werk besparen door je bibliografische referenties in Word bij te houden.
Nadere informatieVerslaglegging volgens APA. Handleiding voor het schrijven van verslagen binnen de opleiding mbo-verpleegkunde
Verslaglegging volgens APA Handleiding voor het schrijven van verslagen binnen de opleiding mbo-verpleegkunde Elbrich Jorritsma e.jorritsma@noorderpoort.nl september 2016 Inhoudsopgave Voorblad... 3 Inhoudsopgave...
Nadere informatieBEOORDELINGSFORMULIER
Faculteit Geesteswetenschappen Versie maart 2015 BEOORDELINGSFORMULIER MASTER SCRIPTIES Eerste en tweede beoordelaar vullen het beoordelingsformulier onafhankelijk van elkaar in. Het eindcijfer wordt in
Nadere informatieHANDLEIDING: Zo maak ik een werkstuk.
Dit is een plan dat voor werkstukken wordt gebruikt. Kinderen die het lastig vinden is krijgen de weken op een apart A4, dus wat ze in week 1 moeten doen op een A4 in week 2, enzovoort. HANDLEIDING: Zo
Nadere informatieHEURISTIEK TOERISME VLAANDEREN. cursus. module voorbereidingsproces (40 u.) component Informatieverwerving en verwerking (12 u.
TOERISME VLAANDEREN cursus HEURISTIEK module voorbereidingsproces (40 u.) component Informatieverwerving en verwerking (12 u.) Jos van Dooren Jos van Dooren Pagina 1 BRONNENSTUDIE VOOR GIDSEN EN REISLEIDERS
Nadere informatieVerslagen maken. Feenstra & Houter. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/75072
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Feenstra & Houter 15 april 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/75072 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.
Nadere informatieREGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS)
Latijns-Amerika Studies (LAS) BA programma REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS) De Bacheloropleiding Latijns-Amerika Studies (specialisatie geschiedenis) wordt in het tweede semester
Nadere informatieHoofdstuk 1 Een probleemstelling formuleren
handleiding onderzoek doen op internet pagina 1 Hoofdstuk 1 Een probleemstelling formuleren Het opstellen van een goede probleemstelling bij een onderwerp is leuk werk, maar ook lastig. Het kan veel tijd
Nadere informatieHelp, ik moet een werkstuk maken!
Help, ik moet een werkstuk maken! Je gaat de komende tijd bezig met het maken van een werkstuk. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp?
Nadere informatieModule 1. Welke soorten informatiebronnen zijn er? www.thomasmore.be/bibliotheek
www.thomasmore.be/bibliotheek Module 1 Welke soorten informatiebronnen zijn er? Gebaseerd op de tutorials informatievaardigheden van Bibliotheek Letteren - K.U.Leuven Module 1 In deze module maak je kennis
Nadere informatieBronvermelding Oncologica
September 2018 Bronvermelding Oncologica Gebaseerd op de APA-richtlijn Inhoudsopgave Citeren... 2 Bronvermelding in de tekst... 3 Literatuurlijst... 5 Werkwoordstijden... 7 1 Citeren Materiaal dat wordt
Nadere informatieHet eindwerkstuk GGCA Schooljaar 2015-2016
Het eindwerkstuk GGCA Schooljaar 2015-2016 Lucas Sint, Luc van Roemburg en Monique de Hoop September 2015 Inhoudsopgave Inleiding: Wat is het eindwerkstuk?...3 Jaarplanning.4 De beoordeling van het eindwerkstuk.6
Nadere informatieEen verzorgd rapport. 1 Mogelijke onderdelen van de paper
Een verzorgd rapport Wie een tekst schrijft, moet veel tegelijkertijd doen: gedachten formuleren, gedachten ordenen, bijschaven door te zoeken naar een vlottere zin, een beter woord, correctheid van taal
Nadere informatieNAAM: GROEP: SCHOOL:
NAAM: GROEP: SCHOOL: Werkstukwijzer groep 6, 7 en 8 Een werkstuk is eigenlijk één groot informatieverhaal over een bepaald onderwerp. Om een werkstuk goed te kunnen maken, is het handig dit volgens enkele
Nadere informatieBeoordeling paper SAMENVATTING/CONCLUSIE/AANBEVELING
Beoordeling paper Orginaliteit van het onderwerp. De inhoud is afgestemd op de informatiebehoefte van de opdrachtgever, aanwezigheid van een probleemstelling. Aangebrachte diepgang en breedte van behandeling.
Nadere informatieDe termen kunnen de documenten terugvindbaar maken, maar de termen zijn niet geschikt om de documenten op onderwerp op te bergen.
1. Inleiding Voor u ligt de eerste editie van de thesaurus van termen op het gebied van antroposofie, vrijeschool onderwijs, begeleiding van het vrijeschoolonderwijs en verwante onderwerpen die is ontwikkeld
Nadere informatieHoe maak ik een werkstuk? Dé werkstukkenwijzer voor het Scala College
Hoe maak ik een werkstuk? Dé werkstukkenwijzer voor het Scala College B. van Aken A. van Dorst Scala College Juli 2016 Inhoud Inleiding... 3 Hoofdstuk 1: Opbouw van een werkstuk... 4 1.1 Titelpagina...
Nadere informatieAuteursinstructies tijdschriften
Aanleveren Enkel complete en definitieve artikelen worden geaccepteerd. Een volledig manuscript bestaat uit de volgende onderdelen en in de volgende volgorde: o Titel o Ondertitel o Auteursnamen o Engelstalige
Nadere informatie2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) 2.5 a Werkcollege met werkstuk (en presentatie) datum:
2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) Die Arbeit mit dem Sprachtagebuch dient in den Seminaren Literatur- und Sprachwissenschaft zur Vertiefung und Erweiterung der erworbenen
Nadere informatieWerkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?
Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids? WERKBOEK WIKIKIDS Welkom bij het werkboek van WikiKids. In dit werkboek staan opdrachten waarmee je stap voor stap leert werken met WikiKids. Er staan 15 opdrachten
Nadere informatieHET PROFIELWERKSTUK. 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN
HET PROFIELWERKSTUK 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN Schooljaar 2013-2014 1 Het profielwerkstuk. Inleiding. Een van de verplichte onderdelen van het schoolexamen is het maken van een profielwerkstuk.
Nadere informatieVerdiepingsopdracht A Het literatuuronderzoek NIVEAU 4
Verdiepingsopdracht A Het literatuuronderzoek NIVEAU 4 1 e jaar BOL WELZIJN februari instroom 2013-2014. LET OP inleveren week 47 (17 november) INLEIDING Binnenkort ga je op stage. Je gaat dan aan de slag
Nadere informatieBibliografische referenties invoegen via Word 2013
Bibliografische referenties invoegen via Word 2013 Dienst mediatheken Laatst bijgewerkt op 25/09/2014 11:09 ALGEMEEN Je kan jezelf heel wat werk besparen door je bibliografische referenties in Word bij
Nadere informatieModule 3. Hoe gebruik ik informatie op een correcte manier? www.thomasmore.be/bibliotheek
www.thomasmore.be/bibliotheek Module 3 Hoe gebruik ik informatie op een correcte manier? Gebaseerd op de tutorials informatievaardigheden van Bibliotheek Letteren - K.U.Leuven Hoe gebruik ik informatie
Nadere informatieHoe begin ik aan een scriptie? 1
Hoe begin ik aan een scriptie? 1 VOORAF SCRIPTIESEMINAAR OVERZICHT 1. Hoe begin ik aan een scriptie? 2. Hoe is een scriptie opgebouwd? 3. Hoe verwerk ik literatuur in een scriptie? 4. Hoe verwijs ik naar
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv
Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige
Nadere informatieRichtlijnen voor auteurs inzake aanleveren kopij
1 Richtlijnen voor auteurs inzake aanleveren kopij Onderstaande richtlijnen zijn bedoeld om het werk van auteurs en redacteuren te vergemakkelijken. U wordt als auteur vriendelijk verzocht de richtlijnen
Nadere informatieHandleiding scripties
Een praktische handleiding voor het schrijven en/of verbeteren van jouw scriptie Februari 2018 Tekst- en vertaalbureau BHK200 Handleiding scripties Een praktische handleiding voor het schrijven en/of verbeteren
Nadere informatieAuteursinstructies Tijdschrift voor Compliance
Auteursinstructies Tijdschrift voor Compliance Versie: 2015 Inleiding Dit document bevat de instructies voor auteurs die een bijdrage willen leveren aan het Tijdschrift voor Compliance (TvCo). De primaire
Nadere informatiePeMeTRaS. Author: L.K.J. Roos. Personal Medical Tracking and recording software.
PeMeTRaS Personal Medical Tracking and recording software. Author: L.K.J. Roos Opmerking [W1]: Raamwerk voor Word 2007: U kunt de opmerkingentekst (on)zichtbaar maken onder Controleren optie Markeringen
Nadere informatieInformatiebrochure / Handleiding BACHELORSCRIPTIE
Informatiebrochure / Handleiding BACHELORSCRIPTIE Afdeling Midden-Oosten Studies September 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Definitie en kenmerken van de scriptie 1 3 Keuze van het onderwerp van de scriptie
Nadere informatieReglement bachelorwerkstuk
Reglement bachelorwerkstuk Artikel 1 toepassingsbereik 1.- Dit reglement is van toepassing op alle studenten die na 31 augustus 2004 aanvangen met een werkstuk ter afronding van de bacheloropleidingen
Nadere informatieDoelstelling en richtlijnen voor auteurs
Doelstelling en richtlijnen voor auteurs CASCADE bulletin voor tuinhistorie Doelstelling CASCADE bulletin voor tuinhistorie bevordert en ondersteunt de doelstelling van Tuinhistorisch Genootschap CASCADE;
Nadere informatieinformatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016
informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016 Inhoud: Inleiding 2 Tijdsplanning 3 Logboek 4 Voorbeeld logboek 5 Verslag 6 Bronvermelding 7 Weging/ eindcijfer 8 pws-informatieboekje
Nadere informatieMedia en creativiteit. Herfst jaar vier Werkcollege 4
Media en creativiteit Herfst jaar vier Werkcollege 4 Agenda Hoe voorkom je plagiaat? Bronvermelding Toelichting eindopdracht Hoe voorkom je plagiaat? Plagiaat Als je het werk van een ander als je eigen
Nadere informatieRichtlijnen voor auteurs
Richtlijnen voor auteurs GGZ Vaktijdschrift, GGZV is een uitgave van GGZ.nl en is geregistreerd onder ISSN nummer 2589-8108. Het tijdschrift verschijnt tweemaal per jaar online. De redactie aanvaardt alleen
Nadere informatieAuteursinstructies Tijdschrift voor Genderstudies
Tijdschrift voor Genderstudies Auteursinstructies AUP Tijdschrift voor Genderstudies Oktober 2014 Aanleveren Enkel complete en definitieve artikelen worden geaccepteerd. Een volledig manuscript bestaat
Nadere informatieZoeken naar goede bronnen. Nathalie van den Eerenbeemt informatiespecialist Fontys OSO
Zoeken naar goede bronnen Nathalie van den Eerenbeemt informatiespecialist Fontys OSO Kennismaken Dienstverlening docenten en studenten Test informatievaardigheden Korte rondgang digitale mediatheek Fontys
Nadere informatieInhoud. Endnote X7 Handleiding Mediacentrum maart 2015 Page 2
Inhoud Over Endnote... 3 Endnote installeren... 4 Een library aanmaken... 5 Voordat je begint!... 6 Tussenvoegsels in namen... 6 Referenties invoegen in een Worddocument/Cite while you write... 7 Handmatig
Nadere informatieAuteursrichtlijnen voor Jaarboek De Zeventiende Eeuw. Lees de instructies goed door voordat u een artikel opstuurt.
1 Auteursrichtlijnen voor Jaarboek De Zeventiende Eeuw Lees de instructies goed door voordat u een artikel opstuurt. Door de redactie aanvaarde kopij geldt als drukklare tekst. Wijzigingen, anders dan
Nadere informatie