Speciaal Onderwijs locatie Mulock t Gooi Handelingsgerichte uitwerking van het Schoolondersteuningsprofiel

Transcriptie

1 Speciaal Onderwijs locatie Mulock t Gooi Handelingsgerichte uitwerking van het Schoolondersteuningsprofiel (korte) Doelgroep beschrijving 1. Leerlingen met een toelaatbaarheidsverklaring. 2. Leerlingen vanuit een observatieperiode. De school verzorgt onderwijs aan jongeren met gedragsproblemen, die moeilijkheden hebben met leren en/of moeilijk opvoedbaar zijn. Jongeren variëren in leeftijd van 12 tot 18 jaar. De school biedt onderwijs aan een brede doelgroep Zowel jongeren met externaliserende problematiek als jongeren met internaliserende problematiek bezoeken de school. Voor elke leerling is de leeromgeving zoveel mogelijk afgestemd op de pedagogische en didactische behoeftes van de jongere en zijn mogelijkheden. Het zijn leerlingen met diverse soort gedrags- en ontwikkelingsproblematiek. De meest voorkomende stoornissen zijn ASS (meest PDD-NOS) en ADHD. Verder is bij een gedeelte sprake van ODD. Hiernaast is bij een groot deel van de leerlingen sprake van comorbiditeit, 2 of meer stoornissen tegelijkertijd. Ook zijn er een aantal leerlingen die geen diagnose hebben. Sommige leerlingen wachten nog op een psychologisch onderzoek en zijn onlangs aangemeld bij de hulpverlening. Daarnaast is er soms sprake van leerproblematiek in de vorm van dyslexie (of vermoedens van dyscalculie). Een flink aantal leerlingen heeft te maken met gebroken en/of gespannen thuissituaties die hun functioneren beïnvloeden. Hun intelligentie is beneden gemiddeld tot gemiddeld, waardoor zij variëren van VMBO-basis tot VMBO-TL niveau wat betreft lesstof. Ook is er één leerling die middels Ivio werkt aan haar HAVO-diploma. Dit betekent dat onze leerlingen Dat doen wij door Waar mogelijk volgen wij dat met Instructie nodig hebben die Helder is en taakgericht Les te geven met het DIM. en feedback c.q. coaching Visueel wordt ondersteund Gebruik te maken van het digibord, plaatjes, filmmateriaal. Gedifferentieerd is naar vermogen Planmatig klassenmanagement dat vastgelegd is in een groepsplan. Aansluiten bij niveau van de leerling.

2 Het geven van verlengde instructie of de mogelijkheid eerder zelfstandig aan het werk gaan voor wie dat nodig heeft. Zo nodig: het geven van herhaling na basisinstructie, helpen bij keuze juiste oplossingsstrategie, extra ophalen van voorkennis, uitvragen van zojuist gegeven instructie, directieve instructie (m.n. ASSleerlingen). Opdrachten en taken nodig hebben die Overzichtelijk zijn Stof op te delen in kleine stukken en op die manier aan te bieden. Gebruik te maken van week-/dagtaken en een tijdslimiet om aan werk te besteden. Afwisselend zijn Een rooster aan te bieden waarin afwisseling zit tussen diverse vormen van theoretisch onderwijs en praktijkonderwijs. Een afwisseling tussen samenwerken en zelfstandig werken. Aansluiten bij hun belevingswereld Gebruik te maken van actuele methodes. Bij de instructie een koppeling te maken naar thema s die bij de leerlingen leven. Het maken/gebruik van mindmaps. Gebruik te maken van multimedia. Leeractiviteiten of materialen nodig hebben die Gericht zijn op leren van strategieën De methode Breingeheimen te gebruiken en de informatie hieruit toe te passen. De leerlingen met dyslexie ondersteunen De dyslectici gebruik te laten maken van computers, eventueel extra tijd geven, milder beoordelen op spelling, voor te lezen.

3 Feedback nodig hebben die Neutraal is Positief/opbouwend is en consequent en direct op het gewenste gedrag volgt. Op een rustige toon leerlingen aanspreken op feitelijkheden, zoveel mogelijk zonder oordeel. Alert te zijn op positieve signalen. En vervolgens complimenten te geven, successen te benadrukken. Te werken met een beloningssysteem. Benoemen van gewenst leerlinggedrag (luisteren, werk maken, op de beurt wachten etc.). Denken vanuit mogelijkheden in plaats van belemmeringen. Voortgangsgesprekken binnen het team/ met CvB-leden. Concreet en meetbaar is Toetsen af te nemen volgens planning. Cijferlijsten en rapporten bij te houden. Leerling-, rapport- en overgangsbesprekingen. Groepsgenoten nodig hebben die Rekening houden met elkaars beperkingen en tekortkomingen. Elkaar aanspreken Een specifieke klassenindeling aan te houden Teamleden leerlingen aan te laten spreken op hun verantwoordelijkheid om zich respectvol te gedragen. Leerlingen te stimuleren dit te doen Complimenteren wanneer zij dit doen Elkaar helpen Een leerkracht nodig hebben die Leerlingen accepteert zoals ze zijn, maar ze stimuleert zich verder te ontwikkelen. In gesprek te blijven met leerling en ouders, ondanks eventuele incidenten. Wanneer dit problemen oplevert, een vraag te stellen aan buddygroep/cvb om hiermee om te kunnen gaan (zorgcyclus volgen). Voortgangsgesprekken binnen het team/ met CvB-leden. Groepsplan en evaluatie hiervan. Voortgangsgesprekken met (zorg)team en feedback c.q. coaching.

4 Aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau van de leerling en van daaruit steeds iets meer van ze vragen. Leerlingen stimuleert op een positieve manier met elkaar om te gaan Duidelijk grenzen aangeeft en de veiligheid bewaakt. Voorspelbaar is Gebruik maken van leefstijllessen en mentoruren waarin dit soort onderwerpen worden besproken. Het geven van verantwoordelijkheid aan de leerlingen die deze kunnen (uit)dragen. Het benoemen van gewenst gedrag, bespreken van ongewenst gedrag. Hierover zo nodig afspraken maken. Regels af te spreken met de klas en leerlingen hierop aan te spreken. Zo vaak als nodig regels en afspraken te herhalen. Aan te geven dat vijandig gedrag niet geaccepteerd wordt en hiervoor een alternatief te geven. Als teamleden rustig te blijven onder alle omstandigheden en zo nodig een uitgestelde reactie te geven. Een eenheid te vormen als team, waarbij je elkaar ondersteunt als dit nodig is. Op een positieve manier met leerlingen om te gaan, met oog voor hun kwaliteiten en beleving. Persoonlijke aandacht te geven aan de leerlingen die dat nodig hebben. Concrete afspraken te maken en deze na te komen;

5 Structuur biedt De leerlingen volgt in hun ontwikkeling en hier zo nodig in intervenieert. Situaties creëert waarin sterke kanten (bijvoorbeeld behulpzaam en sociaal vaardig) naar voren komen. Contact met ouders onderhoudt over de ontwikkeling van hun kind (op de hoogte stellen (zowel over wat goed gaat als wat minder goed loopt) en Te zeggen wat je doet (wie, wat, waar, wanneer en hoe) en doen wat je zegt. Eigen emoties te scheiden van handelen; professioneel handelen. Roosters te maken en aan te houden. Planningen aan te bieden. De overgangen tussen activiteiten te structureren Door gebruik te maken van het 4D model. Door zich uitnodigend op te stellen naar leerlingen (en ouders) om vragen te stellen en contact op te nemen over zaken die een leerling bezig houden. Door aantekeningen te maken van de voortgang van leerlingen (op papier en/of in som). Zo nodig individuele afspraken te maken met leerlingen. Te overleggen met collega s en zo nodig raad te vragen bij CvB. Activiteiten te ondernemen die aansluiten bij de interesses en vaardigheden van de leerlingen. Leerlingen bepaalde taken en verantwoordelijkheden te geven die aansluiten bij de sterke kanten van die leerling (bv. anderen laten helpen bij vakken waar ze goed in zijn, voorbeeldfunctie laten aannemen). Contact te leggen met ouders vanaf het begin van het schooljaar (mentoren). Regelmatig te mailen en bellen met ouders (mentoren).

6 medewerking vragen). Afstemt met collega s Een leeromgeving nodig hebben die Voldoende rustig is Ouders nodig hebben die Betrokken zijn bij de school Hulpverlening nodig heeft die Afstemt met het schoolteam over doelen, hindernissen en voortgang. Ouderavonden en rapportbesprekingen te organiseren. Leerkrachten met elkaar te laten sparren in buddygroepen (dagelijks) Briefing en debrief (dagelijks) Intervisie Team- en sectievergaderingen Collega s (ook vakdocenten) betrekken bij groepsplannen. Stiltemomenten in te lassen in de les. Leerlingen tijdens het werk te stimuleren met behulp van het opsteken van een vinger of een vragenkaartje aan te laten geven dat ze een vraag hebben. Leerlingen te belonen voor werken in rust en stilte. Ouders uitnodigen voor OPP besprekingen. Ouders laten weten dat ze met vragen of opmerkingen bij de mentor/zorgteam/directie terecht kunnen. Ouders laten meedenken met oplossingen. Ouders in hun waarde laten en advies vragen als opvoeder. Deel te nemen aan ZAT Contact te onderhouden met hulpverleners (gezinsvoogden, therapeuten, begeleiders). Notulen Dagmap en feedback c.q. coaching Notulen Mailverkeer (registratie in SOM)