Jaarverslag Inhoudsopgave

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag Inhoudsopgave"

Transcriptie

1 Jaarverslag 2014

2

3 Jaarverslag 2014 Inhoudsopgave 2 Voorwoord van de voorzitter 4 Rabo Vastgoedgroep in Kerncijfers 4 Bestuur en toezicht per 31 december Organogram 6 Kerngegevens 8 Bericht van de raad van commissarissen 10 Marktontwikkelingen Interne ontwikkelingen in Medewerkers 14 Code Banken 18 Hoofdactiviteiten Rabo Vastgoedgroep 22 Financieel beleid en resultaat 23 Risicobeheersing 25 Marktvooruitzichten Toekomst 28 Jaarrekening 30 Geconsolideerde winst- en verliesrekening 31 Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 32 Geconsolideerde balans 33 Geconsolideerd vermogensoverzicht 34 Geconsolideerd overzicht van kasstromen 36 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 56 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening 66 Toelichting op de geconsolideerde balans 88 Overige informatie 104 Enkelvoudige jaarrekening 105 Verkorte enkelvoudige winst- en verliesrekening 106 Enkelvoudige balans (na resultaatbestemming) 107 Toelichting op de enkelvoudige balans 108 Belangrijkste deelnemingen in groepsmaatschappijen 109 Overige gegevens 110 Statutaire bepalingen inzake de winsten verliesbestemming 27 Contactgegevens

4 2 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Voorwoord van de voorzitter Voor Rabo Vastgoedgroep was 2014 een jaar met meerdere gezichten. De divisies BPD (Bouwfonds Property Development) en Bouwfonds IM (Investment Management) sloten het jaar financieel met winst af, terwijl FGH Bank nog veel last had van de nasleep van de crisis en stevige voorzieningen moest treffen. Dit drukte zwaar op het resultaat van Rabo Vastgoedgroep als geheel. Helaas hebben we dan ook geen zwarte cijfers kunnen noteren. Wel is het resultaat significant beter dan in 2013 en hebben we de opgaande lijn te pakken. De Nederlandse economie is in 2014 verder opgekrabbeld, al bleef het herstel broos. De export groeide, de situatie op de arbeidsmarkt verbeterde en het consumenten- en producentenvertrouwen namen toe en daarmee ook de bestedingen en investeringen. Vooral op de woningmarkt was dat duidelijk merkbaar; BPD verkocht in 2014 in Nederland bijna twee keer zoveel woningen als in Het commercieel vastgoed profiteerde nog niet van het positieve economische sentiment en blijft een zorgenkindje. Op de kantorenmarkt deden eigenlijk alleen de A-locaties het goed en op de winkelmarkt nam de leegstand verder toe, met name buiten de kernwinkelgebieden. Ons doel is om de bedrijfsonderdelen van Rabo Vastgoedgroep toekomstbestendig te maken. Voorwaarden hiervoor zijn onder meer het behalen van het vereiste rendement en het terugverdienen van de kapitaalinjectie die we begin 2014 van onze aandeelhouder Rabobank kregen. Het besluit tot versnelde afbouw van MAB Development past hierin. Projecten werden verkocht of elders bij Rabo Vastgoedgroep ondergebracht. Kennis en kunde voor deze projecten blijven op die manier gewaarborgd. Een van de grootste transacties van Europa die in 2014 plaatsvond, betrof de verkoop van PalaisQuartier, ons grootste vastgoedproject in portefeuille, waarmee we een duidelijke boekwinst realiseerden. Ook binnen de andere bedrijfsonderdelen zijn belangrijke stappen gezet op weg naar toekomstbestendigheid. Bouwfonds Property Development gaat verder als BPD. Onder die naam pofileert het zich als gebiedsontwikkelaar die in Nederland, Frankrijk en Duitsland woon- en leefomgevingen creëert: creating living environments. Daar ligt de onderscheidende kracht. BPD heeft de kennis en kunde om lokaal Vanaf links: Jaap Gillis, Walter de Boer en Carolina Wielinga

5 3 de verbindingen te leggen tussen de lokale overheid en toekomstige bewoners en blijkt telkens weer in staat om hun wensen en behoeften te vertalen naar duurzame en vitale woonomgevingen. Eind 2014 heeft aandeelhouder Rabobank besloten om FGH Bank te integreren binnen de Rabobank. Dit besluit sluit aan bij de strategie en cultuurbeweging van de Rabobank, die gericht is op de vorming van one Rabobank. De vastgoedexpertise van FGH Bank zal worden voortgezet in een nieuw te vormen vastgoedexpertisecentrum binnen de Rabobank. Peter Keur, de directievoorzitter van FGH Bank, is per 1 februari 2015 terug getreden. Wij zijn hem erkentelijk voor zijn jarenlange inzet en betrokkenheid bij de activiteiten van FGH Bank en Rabo Vastgoedgroep. Bij Bouwfonds IM is in 2014 een strategische heroriëntatie gestart waarbij de focus ligt op de real assets. De niet-strategische activiteiten van Bouwfonds IM worden afgebouwd. Ook bij Fondsenbeheer Nederland is in 2014 een strategische heroriëntatie gestart, die begin 2015 tot een principeakkoord heeft geleid. Fondsenbeheer Nederland gaat op basis van dit akkoord zelfstandig verder. Ook zal er in 2015 worden gestart met de transitie van het bestuurscentrum naar een financiële holding. Door de versnelde afbouw bij MAB Development en de strategische heroriëntatie bij andere onderdelen hebben we in 2014 helaas afscheid moeten nemen van een flink aantal collega s. Voor hen ligt er een goed sociaal plan. Daarin proberen we mensen zoveel mogelijk naar een andere baan te begeleiden, waarbij de verbeterde situatie op de arbeidsmarkt helpt en bieden we een financieel vangnet. Het economisch herstel zal in 2015 naar verwachting doorzetten. Zowel in Nederland, Duitsland als Frankrijk lijken de vooruitzichten positief, ondanks de internationale politieke onzekerheid. In Nederland zal de verzwakking van de euro de export stimuleren en de lage rentestanden moedigen bedrijven en consumenten aan om te investeren en te consumeren. Daarvan kunnen onze bedrijfsonderdelen de vruchten plukken. Hoevelaken, 11 mei 2015 Jos van Lange, Voorzitter hoofddirectie Rabo Vastgoedgroep

6 4 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Rabo Vastgoedgroep in 2014 Kerncijfers Nettoresultaat voortgezette activiteiten 40 miljoen Nettoresultaat niet-voortgezette activiteiten* -/- 226 miljoen Rendement op eigen vermogen -/- 17,8% Aantal verkochte woningen in Nederland en in het buitenland Beheerd vermogen 6,4 miljard * Op 8 december 2014 heeft de Rabobank het besluit genomen tot integratie van FGH Bank in de Rabobank. Als gevolg van dit besluit wordt het nettoresultaat van FGH Bank als niet-voortgezette activiteit gepresenteerd. De vergelijkende cijfers over 2013 zijn hiervoor aangepast. Bestuur en toezicht per 31 december 2014 Hoofddirectie J.H.P.M. (Jos) van Lange, voorzitter C. (Carolina) Wielinga, Chief Financial & Risk Officer W.P. (Walter) de Boer, BPD Raad van commissarissen L.C. Brinkman, voorzitter J.L. van Nieuwenhuizen L.M.J. van Halderen J.C.M.A. (Jaap) Gillis, Bouwfonds Investment Management P.C. (Peter) Keur, FGH Bank, (tot 1 februari 2015)

7 5 Organogram per 31 december 2014 Ontwikkeling Wonen Ontwikkeling Commercieel Vastgoed Financiering Investment Management Beheer Maatschappelijke Fondsen BESTUURSCENTRUM Organisatie ontwikkelingen Per 31 maart 2015 is het kantoor van MAB Development in Den Haag gesloten. De resterende projecten zijn elders binnen Rabo Vastgoedgroep ondergebracht. FGH Bank maakt met het besluit van 8 december 2014 en de verhanging van de aandelen per 31 maart 2015, geen onderdeel meer uit van Rabo Vastgoedgroep. In 2014 is een strategische heroriëntatie binnen Fondsenbeheer Nederland gestart. Op 3 maart 2015 is een principeakkoord over verzelfstandiging van Fondsenbeheer Nederland bereikt. Naar verwachting zal later dit jaar een definitief akkoord worden gesloten.

8 6 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Kerngegevens Resultaat* Nettoresultaat voortgezette activiteiten miljoen 40 (658) Nettoresultaat niet-voortgezette activiteiten miljoen (226) (200) Vermogenspositie Eigen vermogen miljoen Ratio s Rendement op eigen vermogen % (17,8) (71,7) BIS-ratio kernvermogen % 6,9 4,7 BIS-ratio totaal toetsingsvermogen % 6,9 4,7 Raroc % (9,6) (47,9) Productie Verkochte woningen (inclusief projecten van derden) aantal Portefeuille Beheerd vermogen miljoen Beheerd duurzaam maatschappelijk vermogen miljoen Ontwikkelingsportefeuille Woningen aantal Medewerkers Fte s aantal Binnenland Buitenland Totaal aantal medewerkers aantal Binnenland Buitenland * Op 8 december 2014 heeft de Rabobank het besluit genomen tot integratie van FGH Bank in de Rabobank. Als gevolg van dit besluit wordt het nettoresultaat van FGH Bank als niet -voortgezette activiteit gepresenteerd. De vergelijkende cijfers over 2013 zijn hiervoor aangepast.

9 7

10 8 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Bericht van de raad van commissarissen Wij bieden u het jaarverslag 2014 van Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. aan. De jaarrekening is opgesteld door de hoofddirectie van Rabo Vastgoedgroep en gecontroleerd door Ernst & Young Accountants LLP (EY). Mede op grond van de controleverklaring van EY, stellen wij de aandeelhouder voor de jaarrekening vast te stellen en het resultaat te behandelen in overeenstemming met het gedane voorstel. In 2014 werden voor Rabo Vastgoedgroep als geheel de positieve operationele resultaten ruimschoots overtroffen door stevige kredietvoorzieningen van het vastgoedfinancieringsbedrijf. Dit heeft geleid tot een negatief resultaat voor de groep. Ten opzichte van 2013 is er wel sprake van een opgaande lijn. Het jaar werd voorts gekenmerkt door diverse organisatorische wijzigingen. In april 2014 is de heer Blokhuis afgetreden als lid van de raad van commissarissen van Rabo Vastgoedgroep. Wij zijn de heer Blokhuis zeer erkentelijk voor zijn grote inzet in de raad van commissarissen. De heer Van Nieuwenhuizen is in juli 2014 tot de raad van commissarissen van Rabo Vastgoedgroep toegetreden en heeft tijdens zijn eerste vergadering als commissaris de moreel-ethische verklaring afgelegd. De leden van de raad van commissarissen hebben alle vergaderingen bijgewoond. Gelet op de omvang van de raad van commissarissen zijn er geen afzonderlijke commissies, zoals een audit-, compliance- of beloningscomité, ingesteld. In het verslagjaar is de heer Keur, vicevoorzitter van Rabo Vastgoedgroep en directievoorzitter van FGH Bank in de maanden maart, april en mei tijdelijk teruggetreden naar aanleiding van een aangifte gedaan tegen FGH Bank, de heer Keur en een medewerker. Uit onderzoek verricht door een externe partij in opdracht van de Rabobank kwam niets naar boven dat een terugkeer van de heer Keur in de weg zou staan, waarna hij zijn werkzaamheden weer heeft hervat. Het onderzoek leverde ook voor geen informatie op die het functioneren van de medewerker in de weg stond. Het OM heeft laten weten dat zij geen aanleiding ziet om tot vervolging over te gaan. Wij hebben in 2014 in totaal vijf keer vergaderd in aanwezigheid van de hoofddirectie. Daarnaast hebben vier off-sites met de hoofddirectie plaatsgevonden, waarbij de strategie van Rabo Vastgoedgroep en van de verschillende divisies specifiek aan de orde is geweest. Deze besprekingen hebben onder andere geleid tot besluiten over het opsplitsen van de activiteiten van Rabo Eigen Steen, deels naar FGH Bank en deels naar de Rabobank, de versnelde afbouw van MAB Development, het starten van een strategische heroriëntatie van Bouwfonds IM, het uitwerken van een verzelfstandigingsscenario van Fondsenbeheer Nederland, de integratie van FGH Bank bij de Rabobank en daarmee het vertrek van de heer Keur en de voorgenomen transitie van het bestuurs centrum tot een financiële holding, volgend op de bewegingen van de divisies. In 2014 is vier keer vergaderd in aanwezigheid van de externe accountant naar aanleiding van de jaarcijfers 2013 (inclusief het accountantsverslag 2013), het auditplan 2014, het rapport bevindingen bij de halfjaarcijfers 2014 en de managementletter Bij vijf vergaderingen waren de interne accountant en het hoofd Compliance aanwezig bij de besprekingen van hun kwartaalrapportages en hun jaarplannen en andere relevante onderwerpen. Aangezien de raad van commissarissen een personele unie vormt met de raad van commissarissen van FGH Bank, was de statutaire directie van FGH Bank tijdens vijf vergaderingen aanwezig bij het agendapunt FGH Bank om toelichting te geven op de ontwikkelingen binnen FGH Bank. Wij hebben de toprisico s en de gevoeligheidsanalyse besproken. Tevens is de kapitaalpositie van Rabo Vastgoedgroep uitgebreid aan de orde geweest. We hebben besloten over beleggershuur, een nieuw product van BPD. Ook hebben wij ons laten informeren over interne projecten, waaronder het op de Rabobank aansluitende cultuurprogramma bij FGH Bank. Voorts zijn wij uitvoerig geïnformeerd over de voortgang van de afbouw van de projecten van KP Investments en MAB Development en over de reorganisatie bij Bouwfonds IM.

11 9 De raad van commissarissen beoordeelt de leden van de hoofddirectie op basis van een performancecontract, waarin onder meer de strategische doelstellingen van de onder neming zijn verwerkt. In 2014 is gedurende het jaar een aantal keren gesproken over beloning en het voor Rabo Vastgoedgroep geldende beloningsbeleid. Behalve het jaarlijks terugkerende remuneratieproces en de naleving daarvan is ook gesproken over de voortdurende aanpassing van het beloningsbeleid in het kader van de externe en interne regelgeving, CRD-III- en CRD-IV-richtlijnen, de AFM-wetgeving, de AIFMD-wetgeving, de invoering van de Wbfo per 1 februari 2015 en de daaruit volgende wijzigingen voor het Groepsbreed Beloningsbeleid van de Rabobank Groep. Besloten is om over 2014 geen reguliere variabele beloning uit te keren aan de hoofd directie; dit hangt samen met de financiële resultaten van Rabo Vastgoedgroep. Hetzelfde besluit is door de onderneming genomen ten aanzien van de cao-populatie en het senior management/executives in Nederland. Aan een beperkt aantal medewerkers is een gratificatie toegekend. Tevens hebben wij gesproken over manage ment development. In het bijzijn van de hoofddirectie en het hoofd Human Resources Rabo Vastgoedgroep heeft een review plaatsgevonden met betrekking tot management development. De raad heeft haar eigen functioneren over 2014 geëvalueerd. Door de wisselingen in de samenstelling van de raad van commissarissen is besloten om de evaluatie over 2014 niet met behulp van een externe deskundige te laten plaatsvinden, maar dit uit te stellen. Voor de onderneming is 2014 een jaar geweest waarin de resultaten zijn verbeterd, hetgeen helaas nog niet heeft geleid tot zwarte cijfers. De verwachting is dat de opgaande lijn qua resultaten in 2015 voortgezet zal kunnen worden. De onderneming heeft afscheid genomen van een flink aantal medewerkers ten gevolge van reorga nisaties en afbouw. De in 2014 genomen besluiten over de verschillende divisies leiden voor veel medewerkers binnen Rabo Vastgoedgroep tot een onzeker toekomstperspectief. De raad van commissarissen is zich ervan bewust dat dit veel vraagt van de medewerkers en heeft respect voor de wijze waarop de betrokken medewerkers hun werkzaamheden met veel inzet voortzetten. De raad van commissarissen bedankt de hoofddirectie en de medewerkers voor hun inspanningen. Samenstelling van de raad van commissarissen in het verslagjaar met personalia, hoofd- en nevenfuncties L.C. (Elco) Brinkman, voorzitter (1948, Nederlandse nationaliteit) Commissaris sinds: 2007 Huidige zittingstermijn: Nevenfuncties: Voorzitter raad van commissarissen Algemene Pensioen Groep Fractievoorzitter CDA in de Eerste Kamer Lid raad van commissarissen Van Nieuwpoort Lid raad van commissarissen BMC Lid raad van commissarissen Movares Lid raad van commissarissen Emesa J.L. (Jan) van Nieuwenhuizen (1961, Nederlandse nationaliteit) Commissaris sinds: 2014 Huidige zittingstermijn: Hoofdfunctie: Lid van de raad van bestuur van de Rabobank L.M.J. (Ludo) van Halderen (1946, Nederlandse nationaliteit) Commissaris sinds: 2009 Huidige zittingstermijn: Commissaris: Rabobank IJsseldelta (vz) Prysmian Nederland Holding Van Gelder Groep Brink Groep Wavin Lid van bestuur: Ondersteuningsstichting Bachvereniging Stichting Kameroperahuis Rabobank kringbestuur kring Oost-Nederland Rabobank Centrale Kringvergadering Voorzitter Advisory Committee DIF II en DIF III Stichting Preferente Aandelen Grontmij Hoevelaken, 11 mei 2015 Raad van commissarissen L.C. Brinkman, voorzitter J.L. van Nieuwenhuizen L.M.J. van Halderen

12 10 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Marktontwikkelingen was een jaar met twee gezichten. In navolging van het lichte herstel van de Nederlandse economie is ook de woningmarkt in Nederland opgeleefd. Het herstel van de ontwikkelingsmarkt was aarzelend en zal pas echt inzetten als de economie hogere groeicijfers laat zien. In de beleggingsmarkt was wel sprake van een duidelijk herstel. De gedaalde prijzen en de gestegen verwachte rendementen maakten de Nederlandse beleggersmarkt interessant voor (buitenlandse) beleggers. De vastgoedfinancieringsmarkt daarentegen is laat-cyclisch en had daardoor nog steeds last van de moeilijke marktomstandigheden. Woningmarkt Nederland: snel, maar broos herstel Vanaf het begin van 2014 ontwikkelde de woningmarkt zich krachtig. Mede als gevolg van een aantal fiscale wijzigingen en strengere financieringsnormen in 2015 was de eindspurt in december 2014 ongekend. Het aantal transacties in de bestaande markt lag 39% hoger dan in het jaar daarvoor; in totaal zijn in 2014 circa bestaande woningen verkocht. Tegelijkertijd nam het ruime aanbod van bestaande woningen met ongeveer woningen af. Desondanks stonden er eind 2014 nog steeds woningen te koop. Dit is gelijk aan het niveau van Behalve het aantal transacties stegen ook de prijzen in Eind december lagen de prijzen zo n 2% hoger dan het jaar daarvoor. De prijsstijging deed zich niet in alle delen van Nederland voor, maar was vooral geconcentreerd in de Randstad en dan met name in de grote steden. Zo stegen de prijzen op jaarbasis in het laatste kwartaal in Amsterdam met circa 8% en in Utrecht met ongeveer 4%. Het herstel was nog beter zichtbaar in de verkoop van nieuwbouwwoningen. In 2014 werden circa nieuwbouwwoningen verkocht, 80% meer dan in Nu consumenten bij de aanschaf van een woning weer een meer langetermijnperspectief hanteren, wint nieuwbouw aan populariteit. Ook het aantal afgegeven bouwvergunningen steeg in 2014 sterk (+50%), maar met vergunningen lag het nog wel op een laag niveau. Desondanks een indicator voor verder herstel. Verschillende factoren hebben bijgedragen aan het herstel op de woningmarkt. Sinds jaren is er sprake van enige beleidsrust; pijnlijke maatregelen zijn genomen, maar de koper en woningbezitter weten waar ze de komende jaren aan toe zijn. Een steuntje in de rug was de tijdelijke schenkingsvrijstelling, al heeft de nieuwbouw daar maar beperkt van kunnen profiteren. De maatregel wordt in 2015 weer afgeschaft. Verder was de hypotheekrente historisch laag; in combinatie met het lage prijsniveau is de betaalbaarheid van een woning momenteel relatief hoog. Nog belangrijker is de economie; maar daarin schuilt ook de broosheid van het herstel, want de economische groei van de eurozone is nog heel gematigd. Ook de geopolitieke onrust had zijn weerslag op de economie. Duitsland: woningmarkt blijft gezond De woningmarkt ontwikkelde zich positief in de meeste Duitse regio s. De vraag naar woningen in het dure marktsegment (> 4.000/m2 ) lijkt zich in veel regio s te stabiliseren, maar de prijzen dalen nog niet. De behoefte aan woningen in het middensegment was zeer groot, maar door de hoge grondprijzen was er te weinig aanbod. Het goedkope segment (< 2.500/m2 ) kon alleen met subsidies gebouwd worden.

13 11 Door de zeer lage rentestand waren hypotheken goedkoop af te sluiten; hiervan profiteerde de woningmarkt. Er zijn in Duitsland grote regionale verschillen in afzet en prijsontwikkeling van appartementen. De beste regio s zijn Berlijn, Hamburg, München, Frankfurt en steden in Baden Württemberg. Ook de afzet en prijsontwikkeling van grondgebonden huizen in de metropoolregio s lieten in 2014 een gestage groei zien. Frankrijk: uitstel van maatregelen, achterblijvende economie Als gevolg van een achterblijvende economische groei stagneerde de Franse woningmarkt in Echte hervormingen werden uitgesteld en als gevolg daarvan nam de Franse consument een afwachtende positie in. Dit had zijn weerslag op de woningmarkt. In 2014 daalde het aantal transacties in de bestaande woningmarkt naar circa op jaarbasis. Dit was enkele procentpunten lager dan in Ook daalden de transactieprijzen licht, met 1%. Appartementen daalden wat harder in prijs dan eengezinswoningen (-1,8% versus -0,8% op jaarbasis). In de markt voor nieuwbouwwoningen was de haperende Franse economie sterker zichtbaar. Het aantal verkochte woningen lag in de eerste drie kwartalen van 2014 circa 10% lager dan in 2013; de schatting voor heel 2014 is circa woningen. De markt voor nieuwbouwwoningen bestaat in Frankrijk voornamelijk uit appartementen (circa 90% van alle transacties). De regionale verschillen zijn bijzonder groot in Frankrijk. De sterkste woningmarktgebieden, zoals Île-de-France (regio Parijs) en het Rhônedal (regio Lyon) lieten forse dalingen zien in woningaantallen. De prijzen bleven echter op een vergelijkbaar niveau. Hoewel de Franse economie haperde en het land nog veel hervormingen wacht, is een grote crisis op de Franse woningmarkt in 2015 onwaarschijnlijk: woningbezitters verkeren in een gezonde financiële positie en de Fransen hebben onverminderd een sterke voorliefde voor een eigen woning. Commercieel vastgoed Nederland Kantorenmarkt: toenemende differentiatie De vraag naar kantoorruimte bleef in 2014 onverminderd laag, ondanks licht economisch herstel. Net als in 2013 is 1,0 miljoen m2 kantoorruimte opgenomen. De leegstand daalde licht tot 7,3 miljoen m2, dit komt doordat er ruim m2 kantoorgebouwen aan de voorraad onttrokken is. Dit is meer dan er nieuw gebouwd is. Het is een duidelijk signaal dat de kantorenmarkt verandert. Toch zullen veel bedrijven naar verwachting de komende jaren nog overtollige kantoormeters op de markt brengen. Leegstand van kantoren blijft daardoor lastig te bestrijden. Binnen de kantorenmarkt is er een duidelijke tweedeling. Op toplocaties, zoals de Zuidas, het centrumgebied van Amsterdam Zuidoost, Schiphol en de centrumgebieden van de grotere steden nam de vraag naar kantoorruimte toe en verlengden bestaande huurders contracten. Huurprijzen waren op deze locaties stabiel tot licht stijgend en de aan-

14 12 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 vangsrendementen daalden licht. Buiten deze locaties bleef de kantorenmarkt fors onder druk staan door uitblijvende vraag en toenemende (prijs)concurrentie. Winkelmarkt: beter sentiment kan oplopende leegstand niet voorkomen In 2014 keerde het sentiment onder consumenten in positieve richting. Mede als gevolg hiervan namen voor het eerst sinds het begin van de crisis de bestedingen in de detailhandel toe. Opvallend is dat naast de foodsector ook de situatie in de non-foodsector verbeterde. Sinds de zomermaanden van 2014 steeg de omzet in sectoren als mode, doe-het-zelf en consumentenelektronica. Het leidde niet tot meer vraag naar winkelruimte. Maar met een opname van ongeveer m2 was het opnameniveau relatief hoog. Dit kwam door een toenemende verhuisdynamiek, want ondanks de opname nam de leegstand toe tot ruim objecten; 7,5% van alle verkooppunten in Nederland. Bedrijfsruimtemarkt: logistiek trekt de markt omhoog Net als consumenten keken ook ondernemers in Nederland met een groter vertrouwen naar de toekomst. Het producentenvertrouwen nam toe, maar ook bedrijfsinvesteringen in ICT en gebouwen. Deze investeringsgroei vond vooral plaats bij bedrijven die op de export zijn gericht en bij bedrijven in de logistieke dienstverlening. Door de investeringen in de logistieke sector groeide de vraag naar bedrijfsruimte. In 2014 werd 2,9 miljoen m2 bedrijfsruimte opgenomen, mede door enkele grote transacties. Een groot deel van de vraag werd echter ingevuld door nieuwbouw, waardoor de onbenutte voorraad toenam. Het aanbod steeg tot boven 10 miljoen m2. Mede door dit hoge aanbod bleven de huurprijzen voor bedrijfsruimte dalen. Duitsland In 2014 groeide de Duitse economie licht. De kantorenmarkt kende een relatief beperkte leegstand en een solide vraag van huurders. De winkelmarkt profiteerde van het goede consumentenvertrouwen en de verder toege nomen detailhandelsomzet. Op de hoofdwinkelstraten van de grote steden stegen de markthuurniveaus dan ook verder. Vooral winkelcentra aan de rand van de steden en verouderde binnenstedelijke centra hadden het moeilijk. In sommige gevallen bood herontwikkeling of renovatie de oplossing. locaties in de grote steden erg hoog, waardoor krapte op de markt ontstond. De interesse voor de secundaire locaties was echter beperkt; hier liep de leegstand verder op. Beleggen in vastgoed Nederland Het voorzichtige herstel van de beleggingsmarkt in 2013 heeft zich overtuigend voortgezet in Het totale transactievolume steeg sterk, vooral in de eerste helft van Ook de trend van grote interesse van buitenlandse beleggers in de markt zette zich voort. Lokale beleggers waren nog steeds voorzichtig en vooral ook institutionele partijen waren veelal nog netto-verkopers. De focus lag grotendeels op kwalitatief hoogwaardig onroerend goed, met name ook bij Duitse beleggers. Maar ook transacties van vastgoed waaraan waarde moet worden toegevoegd, kwamen vaker tot stand. Vooral Angelsaksische beleggers waren hierin geïnteresseerd. Voor de woningbeleggingsmarkt was de belangstelling weer groot. Uitgezonderd woning beleggingen stegen de gemiddelde aanvangsrendementen in alle segmenten, waarmee de waarde daalde. In 2014 waren de aanvangsrendementen voor het topsegment stabiel, wat leidde tot een groter verschil tussen het topsegment en beleggingen in secundair vastgoed. Duitsland De angst voor een eurocrisis, die investeerders in 2013 naar de zekerheid van vastgoed deed grijpen, was in 2014 verdwenen. Desondanks toonden Duitse en buitenlandse beleggers veel interesse in vastgoed. Winkelbeleggingen waren toenemend populair. De belangstelling van beleggers voor de woningmarkt in Duitsland was ook in het verslagjaar zeer hoog, waarbij zelfs aanvangs rendementen van minder dan 4% gerealiseerd werden. Frankrijk Ondanks de zwakke prestatie van de Franse economie en de bestaande onzekerheid over de nabije toekomst, was de interesse van beleggers vrij groot in Het totale transactievolume steeg licht, vooral door het grote aantal portefeuilletransacties. Ook in Frankrijk steeg de populariteit van retail bij beleggers, maar de kantorenmarkt bleef dominant. Frankrijk In Frankrijk was de economische groei in 2014 opnieuw laag. De overheid hinkte op twee gedachten: verder bezuinigen om het financieringstekort terug te dringen of de lasten verlichten om de economie te stimuleren. De werkloosheid steeg verder en de consument hield de hand op de knip. In 2014 was de vraag naar huur van winkelruimtes op de beste

15 13

16 14 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Interne ontwikkelingen in 2014 BPD In 2014 is het besluit genomen om de naam van Bouwfonds Property Development te wijzigen in BPD. De intensieve voorbereidingen hebben geleid tot het doorvoeren van de naamswijziging per 1 januari Daarnaast richt BPD met het oog op zowel versnelling van de productie als de toenemende belangstelling van zowel nationale als internationale beleggers in - liefst verhuurde - vrijesectorhuurwoningen, een portefeuille in met voor deze doelgroep relevante projecten. Doelstelling is om na verloop van enkele jaren deze verhuurde projecten te verkopen aan beleggers. Naast het aanbieden van turn key-ontwikkelingsprojecten, is BPD met deze aanpak en benadering van de beleggershuurmarkt nog beter in staat huurprojecten en -producten te ontwikkelen die inspelen op de wensen en behoeften van partijen in dit segment. Bouwfonds Investment Management In 2014 is een strategische heroriëntatie gestart: de focus ligt daarbij op real assets en fondsenmanagement. Niet-strategische activiteiten worden afgebouwd, hetgeen onder andere heeft geleid tot de verkoop van het beheer van een aantal vastgoedfondsen voor Nederlandse particulieren en activiteiten in de Verenigde Staten. Dit heeft tevens geleid tot een reorganisatie met ook personele consequenties. Sinds 22 juli 2014 is de Alternative Investment Management Directive (AIFMD) van kracht, een Europese richtlijn met geharmoniseerde regels voor beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen. Bouwfonds IM beschikt over een AIFMDvergunning. In het verslagjaar zijn aan de hand van een impactanalyse maatregelen voorgesteld en ingevoerd om compliant te zijn met deze regelgeving. FGH Bank van one Rabobank. De vastgoedexpertise van FGH Bank zal worden voortgezet in een nieuw te vormen vastgoedexpertisecentrum binnen de Rabobank. In het eerste halfjaar van 2015 wordt het integratieplan uitgewerkt. FGH Bank maakt door het besluit en de ver hanging van de aandelen geen onderdeel meer uit van Rabo Vastgoedgroep. FGH Bank wordt in de jaarrekening afzonderlijk gepresenteerd als aangehouden voor distributie aan aandeelhouder. Medio 2014 is het besluit genomen om de activiteiten van Rabo Eigen Steen deels onder te brengen bij FGH Bank en deels binnen de Rabobank, daarnaast is Rabo Eigen Steen gestopt met het inkopen van het eigen vastgoed van lokale banken. MAB Development In 2013 is het besluit genomen om MAB Development geleidelijk af te bouwen. Rabo Vastgoedgroep ziet beperkt toekomstperspectief in de projectontwikkeling van grote commercieel vastgoedprojecten. De afbouw van de organisatie verloopt in grote lijnen volgens planning. In 2014 is het aanvullende besluit genomen om de afbouw te versnellen. De buitenlandse vestigingen zijn in 2014 gesloten en MAB Development heeft haar kantoor in Nederland eind maart 2015 gesloten. De verantwoordelijkheid voor de nog lopende projecten is elders binnen Rabo Vastgoedgroep belegd. Fondsenbeheer Nederland In 2014 is een strategische heroriëntatie binnen Fondsenbeheer Nederland gestart. Op 3 maart 2015 is een principeakkoord over verzelfstandiging van Fondsenbeheer Nederland bereikt. Naar verwachting zal later dit jaar een definitief akkoord worden gesloten. In december 2014 is door de aandeelhouder, de Rabobank, het strategische besluit genomen FGH Bank te integreren in de Rabobank. Dit besluit sluit aan bij de strategie en cultuurbeweging van de Rabobank, die gericht is op de vorming

17 15 Medewerkers Vanwege strategische heroriëntaties binnen Rabo Vastgoedgroep hebben er in 2014 personele bewegingen plaatsgevonden. De gemeenschappelijke ondernemingsraad en onderdeelcommissies van de divisies hebben hiervoor adviesaanvragen ontvangen. In 2014 is besloten om de activiteiten van MAB Development versneld af te bouwen, hierdoor werden medewerkers eerder boventallig dan initieel aangenomen. Ook is in 2014 de her positionering van Rabo Eigen Steen voorbereid en is bij Bouwfonds IM een strategische heroriëntatie gestart. Hierbij is een besluit genomen tot afbouw van niet-kernactiviteiten en efficiencyverbeteringen en daarmee heeft dit personele gevolgen. In april 2014 heeft Rabo Vastgoedgroep de Charter Talent naar de Top getekend. Hiermee committeren we ons om beleid op te stellen voor de man/vrouwdiversiteit. In dit kader is een diversiteitscouncil opgericht, bestaande uit vertegenwoor digers van de verschillende divisies. De wetgeving met betrekking tot een evenwichtige man/vrouwverdeling van zetels in de hoofddirectie en raad van commissarissen wordt bij vacatures meegenomen. Op dit moment is één vrouw lid van de hoofddirectie van Rabo Vastgoedgroep. Rabo Vastgoedgroep heeft in 2014 een herzien beloningsbeleid ingevoerd voor medewerkers in executive-functies. Dit is het gevolg van de herijking van het beleid op het gebied van functiewaardering en beloning van deze groep. Per 1 januari 2015 is de Wet beloningsbeleid financiële onder nemingen (Wbfo) in werking getreden, die het belonings beleid in de financiële sector in Nederland verder aanscherpt. Een belangrijke maatregel is de invoering van een maximale variabele beloning van 20%. In 2014 zijn de implicaties van de wet in kaart gebracht en hebben we aangepast beloningsbeleid ontwikkeld dat compliant is aan de Wbfo. Dit beleid is met ingang van het prestatiejaar 2015 van toepassing. Rabo Vastgoedgroep volgt de pensioenregeling van de Rabobank. Als gevolg van nieuwe wetgeving wordt de pensioenregeling per 1 januari 2015 aangepast. In 2014 zijn de consequenties van de nieuwe wetgeving in kaart gebracht. Code Banken In september 2009 is de Code Banken vastgesteld. Formeel geldt deze code binnen Rabo Vastgoedgroep alleen voor FGH Bank als instelling met een bankvergunning in het kader van de Wet op het financieel toezicht, maar Rabo Vastgoedgroep heeft ervoor gekozen om de Code Banken op al haar meerderheidsdeelnemingen toe te passen. Daarbij is rekening gehouden met de specifieke kenmerken van een vastgoedbedrijf. Daar waar in de hiernavolgende tekst Rabo Vastgoedgroep staat, geldt dit zonder uitzondering eveneens voor FGH Bank. Hieronder volgen de hoofdonderwerpen van de Code Banken, afwijkingen zijn expliciet aangegeven. Raad van commissarissen De raad van commissarissen van Rabo Vastgoedgroep is divers samengesteld, de leden vullen elkaar aan. In 2014 is één van de vrijgekomen posities ingevuld door

18 16 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 de aandeelhouder. Gezien de herpositionering van Rabo Vastgoedgroep is besloten om de vierde beschikbare positie niet in te vullen. FGH Bank heeft een eigen raad van commissarissen, deze kent een personele unie met de raad van commissarissen van Rabo Vastgoedgroep. De raad van commissarissen heeft zijn eigen functioneren in het afgelopen jaar geëvalueerd. Vanwege de personele wijzigingen in 2014 is de evaluatie met behulp van een externe begeleider uitgesteld. Alle leden hebben zich in het kader van permanente educatie verdiept in de huidige situatie van de vastgoedmarkt. Daarnaast hebben de leden uitgebreid kennisgenomen van de werkwijze van de bijzonder beheer organisatie van FGH Bank. In het jaarverslag legt de raad van commissarissen verantwoording af over haar werkzaamheden. Conform de Code Banken zijn er profielschetsen van de leden. Gelet op de omvang van de raad van commissarissen zijn er geen afzonderlijke commissies, zoals een audit-, compliance- of beloningscomité, ingesteld. Bestuurders De directieleden van FGH Bank en Bouwfonds IM hebben een moreel-ethische verklaring ondertekend, gebaseerd op de Code Banken. De overige leden van de hoofddirectie zijn niet aangemerkt als bestuurder van een financiële instelling conform de Code Banken. Alle medewerkers hebben de Gedragscode ondertekend. In 2014 heeft de hoofddirectie in het kader van de permanente educatie uitgebreid kennisgenomen van de werkwijze van de bijzonder beheerorganisatie van FGH Bank in het perspectief van de ontwikkelingen van de vastgoedmarkt. De leden van de statutaire directie van FGH Bank hebben zich verdiept in de ontwikkelingen van MIFID (een Europese beleggingsrichtlijn) en EMIR (Europese richtlijn rondom markt en derivaten), restructuring en recovery en management van integriteit. Risicomanagement De hoofddirectie en de raad van commissarissen ontvangen periodiek rapportages over de groepsbrede ontwikkeling van onder meer krediet-, markt- en operationeel risico, het risico van non-compliance, renterisico en de liquiditeitspositie van Rabo Vastgoedgroep. Deze rapportages geven beide organen tijdig inzicht in de materiële risico s die Rabo Vastgoedgroep loopt. De hoofddirectie is verantwoordelijk voor het vaststellen, uitvoeren, monitoren en bijstellen van het risicobeleid en de risicobereidheid. Het Balans en Risico Management Comité adviseert de hoofddirectie bij beleidsbeslissingen. In 2014 is een verbeterprogramma gestart voor het integrated business control framework van Rabo Vastgoedgroep. Daarbij is met name aandacht besteed aan verbetering van het inzicht in niet-financiële risico s, hetgeen is verwerkt in de risicorapportages die zijn opgeleverd aan de raad van commissarissen. Productgoedkeuringsproces Rabo Vastgoedgroep heeft een productgoedkeuringsbeleid dat is gebaseerd op het beleid van de Rabobank. Producten worden pas op de markt gebracht of gedistribueerd na een zorgvuldige afweging van de risico s en zorgvuldige toetsing van relevante aspecten, waaronder zorgplicht. Ook vinden periodiek productrevisies plaats van alle producten in het assortiment. De afdelingen Risk Management, Compliance en Juridische Zaken adviseren de productgoedkeuringscommissie over gevraagde besluitvorming. Bij FGH Bank is een achterstand geconstateerd in het reviseren van producten.

19 17 Auditfunctie Rabo Vastgoedgroep voldoet aan alle bepalingen van de Code Banken op het gebied van audit. Er is een onafhankelijk gepositioneerde auditfunctie die rapporteert aan de voorzitter van de hoofddirectie en de voorzitter van de raad van commissarissen. Tussen de afdeling Internal Audit en de externe accountant vindt frequent informatie-uitwisseling plaats. De risicoanalyse, bevindingen en het auditplan van de interne en externe accountant worden geaggregeerd op Rabobank Groep-niveau besproken met De Nederlandsche Bank. Beloning Rabo Vastgoedgroep onderschrijft de visie op belonen, een beleidsdocument van de Rabobank Groep. In afwijking van de Code Banken stelt de aandeelhouder de beloning van de hoofddirectie vast, met goedkeuring van de raad van commissarissen. De hoofddirectie en de raad van commissarissen streven naar de mediaanpositie in de relevante beloningsmarkt, waarbij Rabo Vastgoedgroep in essentie, in lijn met de Code Banken, trendvolgend in de markt is. In dit kader geldt ook dat een eventuele ontslagvergoeding voor hoofddirectieleden nooit meer dan 100 % van het vaste inkomen kan bedragen. Rabo Vastgoedgroep respecteert daarbij overigens de arbeidsovereenkomsten van hoofddirectieleden, die voor de invoering van de Code Banken zijn aangegaan, waarbij de bepalingen rondom de ontslagvergoeding afwijken van deze code*. Variabele beloningen voor de hoofddirectie bedragen nooit meer dan 100% van het vaste inkomen en kennen een langetermijncomponent die mede afhankelijk is van winstgevendheid en continuïteit. De beloningsuitkomsten zijn evenwichtig en de performancecriteria zetten niet aan tot het nemen van onverantwoorde risico s. Het principe dat bij de beoordeling van prestaties, op basis van vastgestelde prestatiecriteria, financiële prestaties moeten worden gecorrigeerd voor de (geschatte) risico s en de kosten van kapitaal, wordt niet toegepast op de cao-populatie. De Rabobank toetst op groepsniveau het totale bedrag aan variabele beloning aan de kapitaalpositie van de groep. Het proces van performance management is ingericht en voldoet aan de eisen van het Groepsbreed Beloningsbeleid van de Rabobank. Retentie-, exit- en welkomstpakketten zijn in principe niet toegestaan binnen Rabo Vastgoedgroep. Indien dit in incidentele gevallen toch noodzakelijk is, behoeven zij goedkeuring, zoals vastgelegd in de regels van het Groepsbreed Beloningsbeleid van de Rabobank. In 2014 is een aantal exitpakketten verstrekt, die alle passen binnen het Groepsbreed Beloningsbeleid van de Rabobank. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Vastgoed staat in dienst van de eindgebruiker en moet nu en in de toekomst bijdragen aan de kwaliteit van de samenleving. Daarom is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) gemeengoed binnen Rabo Vastgoedgroep. In ons MVO-statuut staat hoe wij met onze stakeholders en de maatschappij in brede zin willen samenwerken. Onze ambitie is een toppositie op het gebied van duurzaamheid binnen de vastgoedsector. De belangrijkste onderwerpen voor onze groep hebben wij vertaald naar vier pijlers: duurzaam vastgoed, integer ondernemen, verantwoorde bedrijfsvoering en maatschappelijke betrokkenheid. Op basis van deze pijlers zijn vijf groepsthema s geformuleerd: energieverbruik, mobiliteit, medewerkers en leiderschap, vitale gemeenschappen en circulaire economie. * Vanaf 1 februari 2015 geldt in het kader van de Wbfo dat Rabo Vastgoedgroep aan een persoon die het dagelijks beleid van een onderneming, die onder de Wft valt, bepaalt, geen vertrekvergoeding uitkeert die meer dan 100% bedraagt van de vaste beloning op jaarbasis. Vanaf 2015 geldt derhalve voor de hoofddirectie leden, de statutaire directieleden van FGH Bank en Bouwfonds IM, die in het kader van deze regel onder de werking van de wet Wft vallen, dat de ontslagvergoeding maximaal 100% van het vaste jaarlijkse inkomen ofwel het jaarsalaris zal bedragen.

20 18 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Hoofdactiviteiten Rabo Vastgoedgroep Ontwikkeling BPD is een gebiedsontwikkelaar die zich inzet voor het verwezenlijken van leefomgevingen. BPD is actief in Duitsland, Frankrijk en Nederland. Sinds de oprichting in 1946 heeft BPD de bouw van meer dan woningen mogelijk gemaakt en is daarmee een van de grootste gebiedsontwikkelaars van Europa. BPD wil bouwen aan zogenoemde living environments: woon- en leefomgevingen die ook zelf leven. Die rust, ruimte en geborgenheid bieden en als ontmoetingsplek ook activiteiten in de openbare ruimte aanmoedigen. Omdat het bedrijfsonderdeel zich wil profileren als internationale gebiedsontwikkelaar, opereert het per 1 januari 2015 onder de naam BPD. De volgende voorbeeldprojecten uit de drie verschillende landen geven inzicht in gebiedsontwikkeling. Projecten BPD Waalfront, Nijmegen, Handelskade Tussen de binnenstad van Nijmegen en de rivier de Waal ontwikkelt BPD in nauwe samenwerking met de gemeente het Waalfront. Hier komen ruim woningen en diverse voorzieningen. Het eerste deelgebied dat wordt gerealiseerd Specificaties Project Waalfront, Nijmegen, Handelskade Aantal en type woningen Ruim 530 appartementen (koop, beleggershuur en sociale huur) Voorzieningen Circa m 2 com merciële ruimte (onder andere horeca) Architecten HvdN architecten, Mulleners + Mulleners Architecten en Vera Yanovshtchinsky architecten Landschapsarchitect: Lodewijk Baljon landschapsarchitecten Stedenbouwkundige: Gemeente Nijmegen Start ontwikkeling 2006 Start bouw 2014 Oplevering Deelgebied Handelskade: Totaalproject Waalfront: 2027

21 19 Specificaties Project Frankfurt Europaviertel Aantal en type woningen 370 appartementen Voorzieningen Lokale warmtevoorziening Architecten ARCTEC, Landes & Partner, Planquadrat Start ontwikkeling 2010 Start bouw 2012 Oplevering 2016 Specificaties Project Marseille Les Chlorophylles Aantal en type woningen 41 appartementen, 9 rijtjeshuizen Voorzieningen Energiezuinig Architecten Alain Amédéo Start ontwikkeling 2006 Start bouw 2013 Oplevering 2014 is Handelskade, een levendig stuk binnenstad naast het station en aan een binnenhaven. Leidraad bij het ontwerp is de industriële historie van dit gebied. BPD ontwikkelt hier ruim 530 koop- en huurappartementen met op de begane grond commerciële voorzieningen, waaronder horeca met terrassen. Blikvangers zijn de hoge torens langs de Waal. Handelskade bestaat uit een ensemble van aansprekende gebouwen rondom een intieme en groene binnenplaats. Onder het complex komt een parkeergarage. Frankfurt Europaviertel In Frankfurt ontstaat op het terrein van het voormalige goederenstation het nieuwe stadsdeel Europaviertel. BPD is bij deze ontwikkeling betrokken en realiseert 370 appartementen op een terrein van m2, verdeeld over 25 appartementencomplexen. Met het project Central & Park wordt ingezet op de ontwikkeling van een samenhangend woongebied, dat voortborduurt op de kwaliteit van traditionele architectuur. Het plan biedt veel ruimte en bovendien een bijzonder panorama over het groen in de omgeving, de skyline van Frankfurt en het Taunusgebergte. Marseille Les Chlorophylles Gelegen in de wijk Hauts de Saint Marthe in Marseille biedt gebiedsontwikkeling Colline Harmonie de rust van het platteland. Deze leefomgeving met een rijk aantal voorzieningen en uitzicht over de stad, trekt vooral bewoners die belang hechten aan energiezuinige woningen, die daar met het Franse BBC-energielabel verrijzen. In het hart van Hauts de Saint Marthe heeft BPD, te midden van 12 hectare groen, het deelproject Les Chlorophylles gebouwd. Het project bestaat uit 41 appartementen die uiteenlopen van een- tot vierkamerwoningen en negen rijtjeswoningen en voorzieningen als winkels en scholen. Sterke groei aantal woningtransacties bij BPD in 2014 Door het herstel van de Nederlandse woningmarkt realiseerde BPD in transacties, bijna meer dan in De groei kwam voor het grootste deel uit Nederland: hier steeg het aantal transacties van in 2013 naar in In Frankrijk is op de woningmarkt sprake van onzekerheid betreffende sociaie huur en beleggershuur, waardoor het aantal transacties afnam tot (2013: transacties). Op de Duitse woningmarkt bleef de situatie onverminderd goed. Het aantal woningtransacties steeg van 930 in 2013 naar in 2014.

22 20 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Investment Management: focus op real assets Bouwfonds IM biedt beleggers onderscheidende real asset beleggingsproducten in de sectoren woningen, commercieel vastgoed, parkeergarages, communicatie-infrastructuur en landbouw & boerderijen. Kennis van de lokale situatie dichtbij de assets die worden beheerd is een vereiste voor een duurzaam rendement. Daarom werkt Bouwfonds IM met gespecialiseerde teams vanuit lokale kantoren in Nederland, Duitsland, Frankrijk, Polen en Roemenië. De volgende voorbeeldfondsen en -projecten geven een beeld van de activiteiten van Bouwfonds IM. Bouwfonds European Student Housing Fund Gedreven door het langdurige kwantitatieve en kwalitatieve tekort aan studentenhuisvesting in Europa en gebaseerd op de ervaring van Bouwfonds IM in deze sector, heeft Bouwfonds IM in 2012 het Bouwfonds European Student Housing Fund gelanceerd. Het fonds richt zich op investeringen in studentenwoningen in gevestigde Europese universiteitssteden. In 2014 werd 110 miljoen opgehaald bij nieuwe institutionele Duitse investeerders voor de verdere groei van het fonds. De totale portefeuille in beheer bedraagt inmiddels meer dan 100 miljoen, exclusief de gekochte nieuwbouwprojecten die in de komende jaren nog gerealiseerd zullen worden. In 2014 investeerde het Bouwfonds European Student Housing Fund samen met twee andere door Bouwfonds IM beheerde Europese woningfondsen, in de ontwikkeling van De Admiraliteit in Rotterdam. De Admiraliteit in Rotterdam De Admiraliteit is een kantoorpand bestaande uit drie geschakelde torens van 12 verdiepingen. Dit verbouwen we naar een woningcomplex met in totaal 374 studio s en 213 appartementen. Het complex is centraal gelegen aan de Admiraliteitskade in Rotterdam, dichtbij het Centraal Station van Rotterdam en de Erasmus Universiteit. Het totale investeringsvolume bedraagt 52 miljoen, waarbij het Bouwfonds European Student Housing Fund toren C voor ruim 20 miljoen heeft gekocht, die getransformeerd wordt naar 263 studio s en vijf appartementen. Specificaties Fonds Bouwfonds European Student Housing Fund Assets Studentenwoningen Doelgroep Institutionele beleggers Fondsvolume > 100 miljoen

23 21 Specificaties Project De Admiraliteit in Rotterdam Assets Studentenwoningen Doelgroep Institutionele beleggers Fondsvolume > 100 miljoen Specificaties Project Mahler Car Park Assets Parkeergarages Doelgroep Institutionele beleggers Fondsvolume 130 miljoen Bouwfonds European Real Estate Parking Fund II Parkeergarages zijn cruciaal voor de aantrekkelijkheid, kwaliteit en doelmatigheid van de infrastructuur van een binnenstad. Het door Bouwfonds IM beheerde Bouwfonds European Real Estate Parking Fund II (BEREPF II) belegt in parkeergarages in dichtbevolkte en economisch krachtige steden met een strikt en goed gehandhaafd parkeerbeleid, die zijn verankerd met tal van wezenlijke economische activiteiten: werk, detailhandel, vrije tijd en/of particuliere huisvesting. In 2014 groeide de portefeuille van BEREPF II met meer dan 100 miljoen, voor een belangrijk deel door de acquisitie van de Mahler Car Park garage in Amsterdam. Deze garage is samen met het recent geïntroduceerde derde institutionele parkeergaragefonds van Bouwfonds IM gekocht. Mahler Car Park Parkeergarage Mahler in Amsterdam is met parkeerplaatsen een van de grootste parkeergarages van Nederland. De parkeergarage ligt in het hart van het zakencentrum aan de Amsterdamse Zuidas. Bovenop de parkeergarage bevinden zich zes hoogwaardige kantoortorens. Bouwfonds IM heeft de parkeergarage verworven van Q-Park (transactievolume van ongeveer 130 miljoen), waarbij Q-Park de garage middels een langjarige huurovereenkomst blijft exploiteren (25 jaar). Specificaties Fonds Bouwfonds European Real Estate Parking Fund II Groei van beheerd vermogen Assets Parkeergarages (Europa) Doelgroep Institutionele beleggers Fondsvolume > 100 miljoen Het beheerd vermogen bij Bouwfonds IM steeg in 2014 met 0,5 miljard tot 6,4 miljard. Vooral het Bouwfonds European Student Housing Fund en het Bouwfonds European Real Estate Parking Fund II groeiden sterk. Overige activiteiten van Rabo Vastgoedgroep Gezien eerdergenoemde besluiten worden de activiteiten op het gebied van vastgoedfinanciering en commercieel vastgoedontwikkeling niet meer aangemerkt als hoofdactiviteit.

24 22 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Financieel beleid en resultaat Financieel beleid Rabo Vastgoedgroep wil, vanuit het perspectief om de klant goed te bedienen, een toekomstbestendig vereist rendement behalen passend binnen het risicopofiel van de Rabobank. In het performancecontract zijn strategische doelstellingen uitgewerkt, zowel voor Rabo Vastgoedgroep als geheel als voor de afzonderlijke divisies. Die leiden tot strategische, operationele en financiële afspraken, gericht op waardecreatie. Financieel resultaat Op 8 december 2014 heeft de Rabobank het besluit genomen tot integratie van FGH Bank in de Rabobank. Als gevolg van dit besluit wordt FGH Bank als 'aangehouden voor distributie aan aandeelhouder afzonderlijk gepresenteerd in de jaarrekening. Het resultaat van de voortgezette activiteiten, vastgoeden gebiedsontwikkeling (BPD) en investment management (Bouwfonds IM), bedraagt 40 miljoen over 2014 positief tegen negatief 664 miljoen over Door de positieve ontwikkelingen op de woningmarkt in Nederland realiseerde BPD in woningtransacties tegen in Het aantal woningtransacties in Duitsland nam toe tot (2013: 930). In Frankrijk is op de woningmarkt sprake van onzekerheid betreffende sociale huur en beleggershuur waardoor het aantal woningtransacties afnam tot (2013: 2.036). Naast Nederland, Duitsland en Frankrijk waren er nog enkele woningtransacties in andere landen waardoor het totaal aantal gerealiseerde transacties uitkwam op tegen in 2013, een toename van 37%. Anders dan in 2013 was in 2014 beperkt sprake van afwaarderingen op grondposities en herwaarderingen van grondexploitaties. Ook waren de afwaarderingen op commercieel vastgoedposities minder groot. Het totaalbedrag aan waardeveranderingen bedroeg in 2014 per saldo 38 miljoen tegen 586 miljoen in Verder is PalaisQuartier in 2014 met een duidelijke boekwinst verkocht. Bouwfonds IM heeft in 2014 diverse acquisities gedaan voor de verschillende fondsen en er zijn nog verschillende fonds initiatieven in voorbereiding. Het beheerd vermogen steeg in 2014 met 0,5 miljard tot 6,4 miljard. Het resultaat van FGH Bank over 2014 bedraagt negatief 226 miljoen tegen negatief 200 miljoen over Het laat-cyclisch karakter van de vastgoedfinancieringsmarkt kwam duidelijk tot uitdrukking in de kosten van kredietverliezen. Ten laste van het resultaat is in 2014 per saldo 574 miljoen toegevoegd aan de kredietvoorzieningen (2013: 506 miljoen).

25 23 Risicobeheersing Risicomanagement is nog meer dan voorheen een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. De eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van het risicomanagementbeleid ligt bij de hoofddirectie. Markt- en kredietrisico s die worden aangegaan of waarvan afscheid genomen moet worden, worden ter goedkeuring voorgelegd aan gremia op basis van een gelaagde fiatteringsstructuur. Daarbij wordt het risico getoetst aan een stelsel van limieten dat is vastgelegd in het Risk Appetite Statement. Nieuwe producten worden vóór marktintroductie getoetst op onder meer klantbelang, operationeel risico en reputatierisico. Ook bestaande producten worden periodiek beoordeeld op deze risico s. De fiatteringsstructuur is direct gekoppeld aan het Risk Appetite Statement en het kredietbeleid van Rabo Vastgoedgroep, die beide in 2014 zijn aangescherpt. Daarbij zijn onder meer duidelijke afspraken gemaakt ten aanzien van het verstrekken en beheren van financieringen door BPD en Bouwfonds IM. Bovendien is een belangrijkere rol weggelegd voor de afdelingen Kredietrisicomanagement en Bijzonder Beheer van de Rabobank. Door de marktomstandigheden zijn nieuwe inves teringen en financieringen in 2014 beperkt gebleven. Maar niet louter individuele investerings- en krediet voorstellen worden getoetst aan de risicobereidheid. Ook de strategie van Rabo Vastgoedgroep en haar divisies is in 2014 in lijn gebracht met het 'Risk Appetite Statement'. Met de ontwikkeling van commercieel vastgoed binnen MAB Development is gestopt. FGH Bank heeft haar obligo in Bijzonder Beheer deels afgebouwd. Bouwfonds IM benut mogelijkheden om haar niet-kernactiviteiten af te stoten. Ook is gewerkt aan het verzelfstandigingsscenario van Fondsenbeheer Nederland. Waar het beheer van bepaalde posities geen kernactiviteit van de betreffende divisie is, maar desinvestering niet mogelijk is, worden posities overgedragen aan andere onderdelen van Rabo Vastgoedgroep. De hoofddirectie laat zich op het gebied van het beleid ten aanzien van risicomanagement adviseren door het Balans- en Risico Management Comité (BRMC). DIt comité, dat maandelijks bijeenkomt, bestaat uit de CFRO van Rabo Vastgoedgroep en de CFRO s van de divisies, aangevuld met vertegenwoordiging van Treasury, Risicomanagement en Control. Behoudens beleidsformulering en het beheer van risicolimieten, ziet het BRMC maandelijks toe op balansrisico s, het voldoen aan operationeel risicomanagementbeleid en kapitaalmanagement. De functionele lijnen tussen de risicomanagementafdelingen van de divisies en het bestuurscentrum zijn in 2014 verstevigd. Het bestuurscentrum toetst de kwaliteit van risicomanagement binnen divisies, zowel methodologisch als organisatorisch. Dit heeft geleid tot verbetering van de kwaliteit van de beheersing van niet-financiële risico s. Op het gebied van het beheersen van niet-financiële risico s heeft Rabo Vastgoedgroep gewerkt aan het aantoonbaar voldoen aan haar beleid voor operationeel risicomanagement en aan verbetering van de effectiviteit ervan. Met name het onderdeel voor risicoanalyse van dat beleid wordt steeds beter ondersteund door het integrated business control framework. Benchmarking in 2014 van het bestaande control framework heeft tot een verbeter programma geleid. Binnen de totale set van controls zijn de maatregelen die de belangrijkste risico s mitigeren geïdentificeerd. Van alle controls wordt enkele malen per jaar de werking getest; over de werking van de belangrijkste maatregelen wordt expliciet gerapporteerd aan de afdeling Risicomanagement van het bestuurscentrum. Ten slotte is gewerkt aan de risicorapportage. De rapportage reflecteert beter de integrale benadering van risicomanagement en de prominentere rol voor niet-financiële risico s. Waardering Rabo Vastgoedgroep waardeert grondposities, onder handen werk en gereed product tegen kostprijs, verminderd met noodzakelijk geachte waardeverminderingen. Jaarlijks toetsen we of er sprake is van waardedalingen die het aanpassen van de boekwaarde noodzakelijk maken. Vastgoedbeleggingen waarderen we tegen de reële waarde;

26 24 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 de meest waarschijnlijke prijs die we redelijkerwijs per balansdatum in de markt kunnen krijgen. De waarde van grote en risicovolle projecten laten we periodiek bepalen door onafhankelijke taxateurs. Uitstaande financieringen, tenslotte, worden minimaal jaarlijks gereviseerd, waarbij een oordeel wordt gevormd over de waarde van de vordering. Kredieten die een waardeverandering hebben ondergaan, schrijven we af tot het realiseerbare bedrag. Kortom: de waarderingsprocessen zijn robuust en aanbevelingen van toezichthouders en beroepsorganisaties zijn erin verwerkt. Asset Quality Review De financiële crisis en de enorme impact hiervan op de bankensector hebben geleid tot het oprichten van het 'Single Supervisory Mechanism' (SSM) en het door de Europese Centrale Bank (ECB) sectorbreed uitgevoerde onderzoek naar de kwaliteit van de assets. Deze 'Asset Quality Review' (AQR) concentreerde zich op de peildatum 31 december Het betrof derhalve exposures en voorzieningen die al zijn opgenomen in de jaarrekening van Het onderzoek binnen Rabo Vastgoedgroep richtte zich op een groot deel van de vastgoed- en financieringsportefeuille. Het effect van de AQR-bevindingen op de jaarrekening van 2014 betreft met name een aanpassing van de voorzieningen voor kredietverliezen. De hoogte van de voorzieningen die in de balans per 31 december 2013 zijn opgenomen, vloeit voort uit de methodiek voor kredietverliezen die Rabo Vastgoedgroep heeft toegepast in Deze methodiek resulteerde in een specifieke voorziening, een collectieve voorziening en een algemene voorziening (ook wel aangeduid als IBNR) en was gebaseerd op de beschikbare informatie, de gebeurtenissen die kunnen leiden tot een bijzondere waardevermindering en de op dat moment gehanteerde modellen. Tijdens het AQR-onderzoek zijn geen feiten geconstateerd die aanleiding gaven tot het aanpassen van de jaarcijfers van Een significant deel van de aanvulling op de kapitaaleis van de Rabobank en de voorzieningen zijn via het reguliere voorzieningenproces in de winst-en-verliesrekening van 2014 verwerkt. Het betreft hier met name aanpassingen op basis van informatie die pas in 2014 na het opmaken van de jaarrekening 2013 voor het management beschikbaar kwam. De financiële crisis heeft geleid tot een meer prudente benadering van kredietrisico. Het SSM en de AQR zoals uitgevoerd door de ECB zijn in dit opzicht een versnellende factor geweest. Dit zal voor de onderdelen van Rabobank leiden tot de introductie van voorzichtigere en verscherpte verliesindicatoren. In 2014 is een aanpassing van het bijbehorende voorzieningenniveau gemaakt. Daarnaast heeft de benadering geleid tot aanpassing van de parameters voor de algemene voorziening (IBNR). De Rabobank gebruikt voor het bepalen van de IBNR het 'expected loss' (EL) als uitgangspunt. Hierop wordt voor de periode die nodig is om een verlies te onderkennen ('loss identifiation period') een aanpassing gemaakt. Gelet op de ontwikkeling van de economie en de portefeuille is in 2014 deze periode verlengd. Ook is in 2014 voor het bepalen van het EL uitgegaan van meer prudente uitgangspunten. Meer informatie over risicobeheersing, waaronder het gebruik van financiële instrumenten, staat in de risicoparagraaf van de jaarrekening vanaf pagina 94.

27 25 Marktvooruitzichten : Herstel zet door De groei van de economie zal in 2015 naar verwachting doorzetten, ondanks een behoorlijk groot aantal onzekere factoren zoals internationale politieke stabiliteit. De consument zal naar verwachting een stuk positiever worden. De verzwakking van de euro kan de export stimuleren. Ook de lage rentestanden moedigen bedrijven en consumenten aan om te investeren en te consumeren. Omdat het economisch herstel waarschijnlijk gematigd is, zullen ook de vastgoedmarkten voorzichtig herstellen. Woningmarkt: wisselend beeld Nederland Het herstel op de Nederlandse woningmarkt zet naar verwachting door in In 2013 spraken we de verwachting uit dat 2014 misschien wel het jaar zou worden van de starters. Dit is volledig uitgekomen. Starters hebben geprofiteerd van het ideale instapmoment: het prijsniveau was laag, de rente zelfs bijzonder laag. Maar voor een echt herstel van de woningmarkt zal ook de doorstroming weer op gang moeten komen. De stijgende lijn in het transactieen prijsniveau zijn voortekens, maar er is nog een lange weg te gaan. In veel huishoudens speelt de restschuldproblematiek en een aantal kleine stimuleringsmaatregelen, zoals de schenkingsregeling, is weer afgeschaft. Dit neemt niet weg dat de weg naar boven is ingeslagen. Duitsland De lage rente in Duitsland zal naar verwacting ook in 2015 tot een verdere groei van de woningafzet leiden. Voor beleggers zijn er nauwelijks attractievere investeringsmogelijkheden. Voor privé-huishoudens is kopen vaak goedkoper dan huren. De prijzen zullen naar verwachting over de hele linie stabiliseren ten opzichte van De Bondsregering heeft via wetgeving de huurprijsstijgingen in de bestaande voorraad enigszins gereguleerd, beleggers zullen daardoor iets voorzichtiger zijn. De opwaartse prijsdruk in de metropoolregio s heeft geleid tot afgedwongen afspraken met ontwikkelaars om tot maximaal 35% van hun productie in het betaalbare huursegment te realiseren. Frankrijk De regering van Frankrijk lijkt nu daadwerkelijk werk te maken van hervormingen. De weerstand daartegen is echter aanzienlijk en veranderingen zullen niet zonder slag of stoot gaan. Gedreven door demografische ontwikkelingen zal de woningvraag in de grootstedelijke regio s voortduren.

28 26 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Daarnaast is de financiële positie van de meeste Franse huishoudens sterk. Investeren in een woning blijft voor veel Fransen een belangrijke zekerheid in onrustige economische tijden. Commercieel vastgoed: investeren in gebruikerswaarde De markt voor commercieel vastgoed blijft in 2015 en naar verwachting ook in de daaropvolgende jaren ruim. Door het ontbreken van schaarste is de concurrentie groot en stijgen de huren alleen op de primaire locaties voor kantoren, winkels en bedrijfsruimtes. Aanbiedende partijen, zowel nieuwbouw als eigenaren van bestaand vastgoed, zullen zich in toenemende mate van elkaar moeten onderscheiden. Dat vereist een actief en innovatief vastgoedbeleid. Zo kunnen aanbieders investeren in de loyaliteit van de gebruiker, bijvoorbeeld door toepassing van nieuwe technologieën. Investeerders zullen verder moeten kijken dan de bestaande focus op locatiekwaliteit; de toekomstwaarde van vastgoed ligt in die gebieden waar locatie, objectkwaliteit en gebruikersvoorkeuren matchen. Beleggen in vastgoed: kansen De lage rentestand, de gedaalde prijzen en de gunstige economische vooruitzichten in Nederland maken de timing ideaal om te beleggen in vastgoed. De hoge leegstand op de kantorenmarkt en ook de winkelmarkt dwingen de belegger echter kritisch te zijn. Het herstel van interesse van beleggers in het topsegment van de beleggingsmarkt in voornamelijk de grote steden breidt zich de komende jaren niet vanzelfsprekend uit naar andere steden en secundair vastgoed. Toch zijn er wel aantrekkelijke distressed portefeuilles te vinden voor de minder risicomijdende belegger. In Duitsland hebben beleggers het niet gemakkelijk in hun speurtocht naar rendement. Ondanks de gematigde economische groei is in de meeste grote steden sprake van lage of afnemende leegstand. Kansen beginnen zich door de opgelopen prijzen meer voor te doen in de value add beleggingen. De Franse economie zal naar verwachting ook in 2015 geen sterke groei laten zien. De bestaande focus van beleggers op de grote steden zal door het algehele beperkte vertrouwen aanhouden. Kansen doen zich in deze grote steden net als in Duitsland voornamelijk voor in value add beleggingen. Toekomst In 2015 blijft Rabo Vastgoedgroep zich inzetten voor het toekomstbestendig maken van haar verschillende bedrijfsonderdelen. In de eerste helft van 2015 zal naar verwachting duidelijkheid komen over de strategische heroriëntatie van Bouwfonds IM. De verzelfstandiging van Fondsenbeheer Nederland zal op basis van het begin 2015 bereikte principeakkoord worden uitgewerkt. BPD blijft een belangrijke activiteit voor Rabo Vastgoedgroep en de Rabobank. Rabo Vastgoedgroep zal zich, binnen het kader van de Rabobank blijven aanpassen aan de interne en externe ontwikkelingen.

29 27 Contactgegevens Hoofdkantoor BPD Europe BV Westerdorpsstraat 66, 3871 AZ Hoevelaken Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T +31 (0) info@bpdeurope.com Bouwfonds Investment Management Hoofdkantoor De Beek 18, 3871 MS Hoevelaken Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T +31 (0) im@bouwfonds.nl Nederland BPD Ontwikkeling BV Westerdorpsstraat 66, 3871 AZ Hoevelaken Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T +31 (0) Frankrijk BPD Marignan SA 70, rue de Villiers F Levallois-Perret Cedex T +33 (0) Duitsland BPD Immobilienentwicklung GmbH Lyoner Strasse 15 D Frankfurt am Main T +49 (0) Bouwfonds Investment Management Deutschland Budapester Strasse 48 D Berlin T +49 (0) im@bouwfonds.de Bouwfonds Investment Management France 6, avenue Franklin D. Roosevelt F Paris T +33 (0) om@bouwfonds.fr Rabo Vastgoedgroep Westerdorpsstraat 66, 3871 AZ Hoevelaken Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken T +31 (0) contact@rabovastgoedgroep.nl

30 28 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Jaarrekening 2014 Geconsolideerde winst- en verliesrekening 30 Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 31 Geconsolideerde balans 32 Geconsolideerd vermogensoverzicht 33 Geconsolideerd overzicht van kasstromen 34 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 36 1 Algemene informatie 36 2 Overzicht van de belangrijkste grondslagen Algemeen Veranderingen in de waarderingsgrondslagen en presentatie als gevolg van nieuwe richtlijnen Beoordelingen en schattingen Nieuwe, gewijzigde standaarden en voorgestelde veranderingen Grondslagen voor consolidatie Vreemde valuta Bedrijfsopbrengsten Kostprijs opbrengsten Personeelskosten Reële-waardeveranderingen vastgoedbeleggingen Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde Financiële baten en lasten Resultaat uit niet-voortgezette activiteiten Immateriële activa Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Vastgoedbeleggingen Financiële activa en verplichtingen Acute en uitgestelde belastingen Voorraden vastgoed Handelsdebiteuren Vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop Activa en passiva aangehouden voor distributie aan aandeelhouder Aandelenkapitaal en reserves Voorzieningen Overlopende passiva Niet-gerealiseerde resultaten Overzicht van kasstromen 55 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening 56 3 Bedrijfsopbrengsten 56 4 Kostprijs opbrengsten 57 5 Waardeveranderingen voorraden vastgoed 57 6 Reële-waardeveranderingen vastgoedbeleggingen 58 7 Personeelskosten 58 8 Algemene en beheerskosten 59 9 Afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen Resultaat joint ventures en deelnemingen Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde Financiële lasten 60

31 29 13 Belastingen Niet-voortgezette activiteiten 62 Toelichting op de geconsolideerde balans Immateriële activa Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Vastgoedbeleggingen Joint ventures en deelnemingen Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde Langlopende vorderingen Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen Voorraden vastgoed Handelsdebiteuren Acute belastingvorderingen Overlopende activa Liquide middelen Vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop Aandelenkapitaal en reserves Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Overlopende passiva 87 Overige informatie Voorwaardelijke schulden en onherroepelijke kredietfaciliteiten Overige niet uit de balans blijkende activa en verplichtingen Overzicht van kasstromen Reële waarde Honoraria conform artikel 2:382a BW Bezoldiging bestuurders en raad van commissarissen Risk management Governance Financiële instrumenten Meting, normering en rapportage Marktrisico Rente-, valuta-, en liquiditeitsrisico Kredietrisico Operationeel risico Solvabiliteit Verbonden partijen Gebeurtenissen na balansdatum 103 Enkelvoudige jaarrekening 104 Verkorte enkelvoudige winst- en verliesrekening 105 Enkelvoudige balans (na resultaatbestemming) 106 Toelichting op de enkelvoudige balans 107 Belangrijkste deelnemingen in groepsmaatschappijen 108 Overige gegevens 109 Statutaire bepalingen inzake de winst- en verliesbestemming 110

32 30 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Geconsolideerde winst- en verliesrekening* Jaar eindigend op 31 december Toelichting Projectbaten Provisiebaten Bedrijfsopbrengsten Kostprijs opbrengsten Waardeveranderingen voorraden vastgoed Reële-waardeveranderingen vastgoedbeleggingen 6 (38) 144 Personeelskosten Algemene en beheerskosten Afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen Bedrijfslasten Resultaat joint ventures en deelnemingen 10 (32) (71) Bedrijfsresultaat 55 (815) Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde Financiële baten Financiële lasten 12 (68) (102) Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen 37 (851) Belastingen Resultaat na belastingen uit voortgezette activiteiten 40 (664) Resultaat na belastingen uit niet-voortgezette activiteiten 14 (226) (200) Resultaat na belastingen inclusief belang derden (186) (864) Resultaat toekomend aan belang derden - (6) Resultaat toekomend aan aandeelhouder moedermaatschappij (186) (858) Zie bijgaande toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening. * Vanaf de 2014 jaarrekening is de presentatie met terugwerkende kracht gewijzigd. FGH Bank is zowel in 2014 als in de vergelijkende 2013 cijfers als niet-voortgezette activiteit gepresenteerd. Daarnaast heeft de inwerkingtreding van IFRS 11 geleid tot aanpassingen in de presentatie van samenwerkingsverbanden voor de vergelijkende cijfers. Zie paragraaf 2.2 voor een toelichting.

33 31 Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten* Jaar eindigend op 31 december Toelichting Resultaat na belastingen inclusief belang derden (186) (864) Totaal gerealiseerd resultaat na belastingen (186) (864) Niet-gerealiseerde resultaten na belastingen die naar de winst- en verliesrekening worden overgeboekt in toekomstige perioden: Ongerealiseerde resultaten op macro kasstroomhedges van 19-3 voortgezette activiteiten Ongerealiseerde resultaten op macro kasstroomhedges van 19 (24) 67 niet-voortgezette activiteiten Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat, na belastingen (24) 70 Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belastingen (210) (794) Toe te rekenen aan Aandeelhouder moedermaatschappij (210) (788) Derden - (6) Zie bijgaande toelichting op het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. * Vanaf de 2014 jaarrekening is de presentatie met terugwerkende kracht gewijzigd. FGH Bank is zowel in 2014 als in de vergelijkende 2013 cijfers als niet-voortgezette activiteit gepresenteerd. Daarnaast heeft de inwerkingtreding van IFRS 11 geleid tot aanpassingen in de presentatie van samenwerkingsverbanden voor de vergelijkende cijfers. Zie paragraaf 2.2 voor een toelichting.

34 32 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Geconsolideerde balans* Per 31 december Per 31 december Per 1 januari Toelichting Vaste activa Immateriële activa Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Vastgoedbeleggingen Joint ventures en deelnemingen Financiële activa tegen reële waarde Langlopende vorderingen Uitgestelde belastingvorderingen Vlottende activa Voorraden vastgoed Handelsdebiteuren Acute belastingvorderingen Overlopende activa Liquide middelen Vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop Activa aangehouden voor distributie aan aandeelhouder Totaal activa Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende verplichtingen Langlopende schulden Financiële verplichtingen tegen reële waarde Uitgestelde belastingverplichtingen Kortlopende verplichtingen Kortlopende schulden Acute belastingverplichtingen Overlopende passiva Passiva aangehouden voor distributie aan aandeelhouder Totaal verplichtingen Totaal verplichtingen en eigen vermogen Zie bijgaande toelichting op de geconsolideerde balans. * Vanaf de 2014 jaarrekening is de presentatie met terugwerkende kracht gewijzigd. FGH Bank is in 2014 als aangehouden voor distributie aan aandeelhouder gepresenteerd. Daarnaast heeft de inwerkingtreding van IFRS 11 geleid tot aanpassingen in de presentatie van samenwerkingsverbanden voor de vergelijkende cijfers. Zie paragraaf 2.2 voor een toelichting.

35 33 Geconsolideerd vermogensoverzicht Agio reserve Aandelenkapitaal Geaccumuleerd verlies Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat* Eigen vermogen aandeelhouder moedermaatschappij Belang derden Totaal eigen vermogen Stand per 1 januari (257) (88) Resultaat na belastingen (gerealiseerd resultaat) Ongerealiseerd resultaat na belastingen Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belastingen - - (186) - (186) - (186) (24) (24) - (24) - - (186) (24) (210) - (210) Toevoegingen (2) Dividenduitkering (2) (2) Deconsolidatie (1) (1) Overige - (19) 18 - (1) (1) (2) Stand per 31 december (427) (112) Stand per 1 januari (158) Resultaat na belastingen (gerealiseerd resultaat) Ongerealiseerd resultaat na belastingen Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belastingen - - (858) - (858) (6) (864) (858) 70 (788) (6) (794) Toevoegingen Dividenduitkering (1) (1) Deconsolidatie (2) (2) Overige - - (1) - (1) - (1) Stand per 31 december (257) (88) * Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat heeft betrekking op voortgezette en op niet-voortgezette activiteiten. Per ultimo 2014 heeft (10) miljoen betrekking op voortgezette activiteiten (2013: (10) miljoen) en (102) miljoen op niet-voortgezette activiteiten (2013: (78) miljoen).

36 34 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Geconsolideerd overzicht van kasstromen* Jaar eindigend op 31 december Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten Bedrijfsresultaat uit voortgezette activiteiten vóór belastingen 37 (851) Bedrijfsresultaat uit niet-voortgezette activiteiten vóór belastingen (299) (266) Aangepast voor: Niet geldelijke posten opgenomen in het resultaat Afschrijvingen/waardeveranderingen goodwill 11 6 Waardeveranderingen voorraden vastgoed Dotatie/(vrijval) overige voorzieningen 5 35 Resultaat joint ventures en deelnemingen Ongerealiseerde waardeveranderingen vastgoedbeleggingen en vastgoed (14) 144 geclassificeerd als aangehouden voor verkoop Waardeveranderingen vorderingen 3 7 Niet geldelijke posten uit niet-voortgezette activiteiten Mutatie in operationele bedrijfsmiddelen Voorraden vastgoed 60 (280) Handelsdebiteuren (50) 39 Aflossingen van langlopende vorderingen Verstrekte langlopende vorderingen (93) (64) Mutaties in overlopende activa (143) Mutatie in verplichtingen uit hoofde van operationele activiteiten Overige mutaties in voorzieningen (14) (12) Mutaties in overlopende passiva (100) 37 Betaalde belastingen (9) (6) Overige mutaties uit operationele activiteiten 13 (11) (110) 8 Mutatie niet-voortgezette operationele activiteiten 994 (582) Totale kasstromen uit bedrijfsactiviteiten (414) Zie 35 Overzicht van kasstromen voor toelichting op het geconsolideerd overzicht van kasstromen. * Vanaf de 2014 jaarrekening is de presentatie met terugwerkende kracht gewijzigd. FGH Bank is zowel in 2014 als in de vergelijkende 2013 cijfers als niet-voortgezette activiteit gepresenteerd. Daarnaast heeft de inwerkingtreding van IFRS 11 geleid tot aanpassingen in de presentatie van samenwerkingsverbanden voor de vergelijkende cijfers. Zie paragraaf 2.2 voor een toelichting.

37 35 Jaar eindigend op 31 december Kasstromen uit investeringsactiviteiten Verwerving immateriële vaste activa (6) - Aankoop van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen (2) (2) Aankoop van vastgoedbeleggingen en vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop (86) (84) Verkoop van vastgoedbeleggingen en vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop (Des)investeringen in joint ventures en deelnemingen 6 (33) 711 (111) Kasstromen uit niet-voortgezette investeringsactiviteiten Totale kasstromen uit investeringsactiviteiten 728 (65) Kasstromen uit financieringsactiviteiten (toelichting 35) Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde - 29 Langlopende- en kortlopende schulden (1.713) 155 Dividend (2) - Kapitaalstorting (1.265) 184 Kasstromen uit niet-voortgezette financieringsactiviteiten (1.298) 292 Totale kasstromen uit financieringsactiviteiten (2.563) 476 Mutatie liquide middelen (337) (3) Beginstand liquide middelen Eindstand liquide middelen Eindstand liquide middelen voortgezette activiteiten Eindstand liquide middelen niet-voortgezette activiteiten 43 94

38 36 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 1 Algemene informatie Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. is in Nederland gevestigd. De geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2014 omvat de cijfers van Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. en haar dochterondernemingen, het belang van Rabo Vastgoedgroep in entiteiten waarover gezamenlijke zeggenschap wordt uitgeoefend, het belang van Rabo Vastgoedgroep in deelnemingen waarover significante invloed wordt uitgeoefend en de overige belangen van Rabo Vastgoedgroep (hierna tezamen Rabo Vastgoedgroep ). Sinds 1 december 2006 houdt De Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (hierna Rabobank ) te Amsterdam middels Rabo Bouwfonds Holding N.V. alle aandelen van Rabo Vastgoedgroep en wordt zij aangeduid als de uiteindelijke eigenaar van Rabo Vastgoedgroep. De bedrijfsactiviteiten van Rabo Vastgoedgroep hebben betrekking op het ontwikkelen en het managen van vastgoed. Op 8 december 2014 heeft de Rabobank het besluit genomen tot integratie van FGH Bank in de Rabobank. Als gevolg van dit besluit wordt FGH Bank als 'aan gehouden voor distributie aan aandeelhouder gepresenteerd. Dit wordt nader toegelicht in paragraaf 14 Niet-voortgezette activiteiten. De jaarrekening is op 11 mei 2015 geautoriseerd en vrijgegeven voor publicatie door de hoofddirectie van Rabo Vastgoedgroep. 2 Overzicht van de belangrijkste grondslagen 2.1 Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard door de Europese Unie (EU) en met Titel 9 Boek 2 BW. Op grond van de geboden mogelijkheid in artikel 402 van boek 2 BW, Titel 9 neemt Rabo Vastgoedgroep in haar enkelvoudige jaarrekening een verkorte winst- en verliesrekening op. De jaarrekening luidt in euro s, de rapporteringsen functionele valuta van Rabo Vastgoedgroep, afgerond op het dichtst bijzijnde miljoen, tenzij anders weergegeven. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van het continuïteitsbeginsel. 2.2 Veranderingen in de waarderingsgrondslagen en presentatie als gevolg van nieuwe richtlijnen IFRS 10 Geconsolideerde jaarrekening IFRS 10 introduceert een nieuw zeggenschapsmodel dat van toepassing is op alle entiteiten waarin de Groep investeert en is gebaseerd op de vraag of de Groep a) macht heeft over de entiteit; b) is blootgesteld aan, of rechten heeft op, variabele opbrengsten vanwege haar betrokkenheid bij de entiteit; en c) over de mogelijkheid beschikt haar macht over de entiteit te gebruiken om de omvang van deze opbrengsten te beïnvloeden. Aan elk van deze drie criteria moet zijn voldaan om te kunnen stellen dat de Groep beslissende zeggenschap heeft over een onderneming waarin zij een belang heeft. Dit kan ook gelden voor minderheidsaandeelhouders en in extreme gevallen voor vastgoedvermogensbeheerders die geen direct belang hebben in een vastgoedfonds, maar door de combinatie van variabele beloningen, beslissingsbevoegdheid en de rechten van anderen, dan wel de afwezigheid daarvan, wel beslissende zeggenschap hebben. Voorheen bestond beslissende zeggenschap indien de Groep de mogelijkheid had om, direct of indirect, het financiële en operationele beleid van een entiteit te bepalen. De wijziging in de definitie van beslissende zeggenschap in IFRS 10 heeft geen effect gehad op de samenstelling van de Groep. IFRS 11 Samenwerkingsverbanden In IFRS 11 wordt een onderscheid gemaakt tussen zogenoemde joint operations en joint ventures. Bij een joint operation hebben partijen recht op activa en verplichtingen ter zake van de passiva gerelateerd aan het samenwerkingsverband en bij een joint venture hebben partijen recht op het netto actief. Joint operations worden geconsolideerd op basis van het aandeel van Rabo Vastgoedgroep in de activa, verplichtingen, opbrengsten en lasten. Joint ventures worden op basis van de 'equity methode' (hierna 'netto vermogenswaarde') geadministreerd. De keuzevrijheid in IAS 31 tussen proportioneel consolideren of rapporteren op basis van de netto vermogenswaarde verdwijnt hiermee. De netto vermogenswaarde van joint ventures is in de balans opgenomen onder Joint ventures en deelnemingen bij een positieve netto vermogenswaarde en onder Voorzieningen bij een negatieve netto vermogenswaarde. IFRS 11 is in 2014 voor het eerst toegepast en de vergelijkende cijfers zijn in overeenstemming met de nieuwe standaard aangepast.

39 37 Balans Per 31 december 2013 Vaste activa Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen (1) Vastgoedbeleggingen (28) Deelnemingen 112 Financiële activa tegen reële waarde 14 Langlopende vorderingen Vlottende activa Voorraden vastgoed (386) Handelsdebiteuren (14) Acute belastingvorderingen (2) Overlopende activa 16 Liquide middelen (36) (422) Vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop - Totaal activa (300) Eigen vermogen - Voorzieningen 31 Langlopende verplichtingen Langlopende schulden Uitgestelde belastingverplichtingen Kortlopende verplichtingen Kortlopende schulden Acute belastingverplichtingen Overlopende passiva Totaal verplichtingen (167) (2) (169) (99) (1) (62) (162) (300) Totaal verplichtingen en eigen vermogen (300)

40 38 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Winst- en verliesrekening Jaar eindigend op 31 december 2013 Projectbaten Bedrijfsopbrengsten (159) (159) Kostprijs opbrengsten (141) Waardeveranderingen voorraden vastgoed (104) Reële-waardeveranderingen vastgoedbeleggingen 4 Personeelskosten (2) Algemene en beheerskosten (1) Bedrijfslasten (244) Resultaat deelnemingen (76) Bedrijfsresultaat 9 Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde (2) Financiële baten en lasten 12 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belastingen 19 Belastingen (19) Resultaat na belastingen uit voortgezette activiteiten - Resultaat na belastingen inclusief belang derden - Resultaat toekomend aan belang derden - Resultaat toekomend aan aandeelhouder moedermaatschappij - Dit heeft geleid tot de hierboven weergegeven herrubriceringen in de winst- en verliesrekening en de balans. Presentatiewijzigingen Door het besluit tot integratie van FGH Bank in de Rabobank* is het financieren van vastgoed niet langer een kernactiviteit van Rabo Vastgoedgroep. De activiteiten van Rabo Vastgoedgroep richten zich vanaf 2015 met name op het ontwikkelen en het managen van vastgoed. In samenhang met deze wijziging in bedrijfsactiviteiten heeft de hoofddirectie van Rabo Vastgoedgroep besloten om de presentatie van de financiële overzichten te wijzigen, teneinde beter aan te sluiten bij de prestaties uit de huidige bedrijfsactiviteiten van Rabo Vastgoedgroep. Vanaf boekjaar 2014 maakt Rabo Vastgoedgroep dan ook niet langer gebruik van het zogenoemde bankenmodel voor de presentatie van haar financiële overzichten. Rabo Vastgoedgroep presenteert haar activa en passiva in de balans niet langer op basis van liquiditeit maar activa op basis van vast/vlottend en passiva op basis van kort-/langlopend. Een actief wordt als vlottend gepresenteerd indien het: naar verwachting wordt gerealiseerd, verkocht of verbruikt binnen de normale productiecyclus; enkel wordt aangehouden voor handelsdoeleinden; naar verwachting binnen twaalf maanden na balansdatum wordt gerealiseerd; of kas of kas equivalent betreft, tenzij niet vrij opneembaar of gebruikt om een passief af te wikkelen na minimaal twaalf maanden na balansdatum. Alle overige activa worden gepresenteerd als vaste activa. * Het besluit tot integratie van FGH Bank in de Rabobank wordt nader toegelicht in paragraaf 14 Niet-voortgezette activiteiten

41 39 Een passief wordt als kortlopend gepresenteerd indien het: naar verwachting wordt afgewikkeld binnen de normale productiecyclus; enkel wordt aangehouden voor handelsdoeleinden; naar verwachting binnen twaalf maanden na balansdatum wordt gerealiseerd; of indien het geen onvoorwaardelijk recht bevat om de afwikkeling tot meer dan twaalf maanden na balansdatum uit te stellen. Alle overige passiva worden als langlopend gepresenteerd. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden altijd als langlopend gepresenteerd. De inrichting van de balans en de winst- en verliesrekening op basis van het ontwikkelen en managen van vastgoed en de overstap naar een model waarin activa op basis van vast/ vlottend en passiva op basis van kort-/langlopend worden gepresenteerd heeft tot de volgende wijzigingen geleid in de financiële overzichten; waarbij de indeling van de winst- en verliesrekening de indeling van de balans volgt: Balans: Vastgoedbeleggingen zijn als afzonderlijke balansregel gepresenteerd en niet langer als onderdeel van Voorraden vastgoed; Verstrekte kredieten en vorderingen aan bankiers en verstrekte kredieten aan de private en publieke sector zijn samengevoegd en zijn vervolgens onderverdeeld in langlopende vorderingen en overlopende activa, voor zover kortlopend; Het totale Eigen Vermogen wordt op één regel weergegeven en gespecificeerd in het geconsolideerd vermogensoverzicht; en, Verplichtingen aan bankiers en verplichtingen aan de private en publieke sector zijn samengevoegd en zijn vervolgens onderverdeeld in kortlopende en langlopende schulden, afhankelijk van de looptijd van deze schulden. Winst- en verliesrekening: In het nieuwe model wordt onderscheid gemaakt tussen kernactiviteiten (resulterend in het bedrijfsresultaat ) en overige activiteiten; Alleen de totale projectbaten en provisiebaten uit de kern activiteiten en de kostprijs van deze kernactiviteiten wordt gepresenteerd; de onderverdeling van de kostprijs opbrengsten is verplaatst naar de toelichting; Waardeveranderingen voorraden vastgoed en reëlewaardeveranderingen uit vastgoedbeleggingen worden op een afzonderlijke balansregel gepresenteerd; en Het renteresultaat en de bijzondere waardeveranderingen op kredieten en vorderingen zijn samengevoegd in de financiële baten en lasten en zijn geen onderdeel meer van de kernactiviteiten. Het besluit tot integratie van FGH Bank in de Rabobank heeft geen effect op het 2014 resultaat en het vermogen van Rabo Vastgoedgroep. 2.3 Beoordelingen en schattingen De opstelling van de geconsolideerde jaarrekening in overeenstemming met IFRS zoals aanvaard door de EU vereist dat beoordelingen en schattingen worden gemaakt die van invloed zijn op de opname en waardering van activa en verplichtingen, de informatieverschaffing over voorwaardelijke vorderingen en schulden per de datum van de jaarrekening en de gerapporteerde baten en lasten over de verslagperiode. Hoewel deze beoordelingen en schattingen met betrekking tot gebeurtenissen en handelingen naar beste weten van het management worden gemaakt, kunnen de daadwerkelijke uitkomsten uiteindelijk afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden prospectief verwerkt. De belangrijkste onderdelen waarvoor beoordelingen en schattingen moeten worden gemaakt, zijn het bepalen van de classificatie en waardering van de activa en passiva aangehouden voor distributie aan aandeelhouder, de reële waarde van vastgoedbeleggingen en vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, de bepaling van de voorziening op vastgoedfinancieringen, de netto realiseerbare waarde van al het overige vastgoed en de tussentijdse vaststelling van resultaten op verkochte projecten in het kader van vastgoedontwikkeling. Zowel door het besluit tot de afbouw van de niet-strategische activiteiten als door de nog steeds uitdagende marktomstandigheden voor de ontwikkeling van zowel woningen als met name ook commercieel vastgoed en het beperkte aantal transacties in met name commercieel vastgoed zijn de onzekerheden met betrekking tot de waardering van vastgoed (grondposities, onderhanden werk, gereed product), vastgoedbeleggingen, vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en vastgoedfinancieringen groot. De waardering kent

42 40 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 verschillende aannames en waarderingstechnieken. Het gebruik van verschillende aannames en technieken kan, door het subjectieve karakter, tot verschillende uitkomsten leiden. De gebruikte aannames en technieken worden nader toegelicht in de grondslagen en in de toelichting op de desbetreffende posten. Deze jaarrekening is opgesteld op basis van continuïteit en er zijn geen aanwijzingen waaruit geconcludeerd zou moeten worden dat dit anders wordt. 2.4 Nieuwe, gewijzigde standaarden en voorgestelde veranderingen Nieuwe standaarden uitgegeven door de IASB en goedgekeurd door de EU De volgende standaarden zijn in 2014 in werking getreden: IFRS 10 Geconsolideerde jaarrekening IFRS 11 Samenwerkingsverbanden IFRS 12 Informatieverschaffing over belangen in andere entiteiten IAS 27 (gewijzigd) Enkelvoudige jaarrekening IAS 28 (gewijzigd) Investeringen in deelnemingen en joint ventures IAS 32 (gewijzigd) Presentatie van financiële instrumenten IAS 36 (gewijzigd) Bijzondere waardevermindering van activa IAS 39 (gewijzigd) Financiële instrumenten: opname en waardering IFRIC 21 Heffingen De standaarden die relevant zijn voor de jaarrekening van Rabo Vastgoedgroep worden hieronder kort toegelicht. IFRS 10 Geconsolideerde jaarrekening De IASB heeft in mei 2011 een standaard met betrekking tot de geconsolideerde jaarrekening gepubliceerd en deze standaard is door de EU in december 2012 goedgekeurd. IFRS 10 vervangt IAS 27 (waar deze standaard betrekking heeft op de geconsolideerde jaarrekening) en SIC 12 en geeft nieuwe regels voor de consolidatie. Degene die beslissende zeggenschap heeft consolideert. Dat kan ook gelden voor minderheids aandeelhouders en in extreme gevallen voor vastgoedvermogensbeheerders die geen direct belang hebben in een vastgoedfonds, maar door de combinatie van variabele beloningen, hun beslissingsbevoegdheid en de rechten van anderen, dan wel de afwezigheid daarvan, wel beslissende zeggenschap hebben. Deze nieuwe standaard is in werking getreden op 1 januari 2014 en heeft niet geleid tot aanpassingen in de financiële overzichten van Rabo Vastgoedgroep. IFRS 11 Samenwerkingsverbanden De IASB heeft in mei 2011 een standaard met betrekking tot joint ventures gepubliceerd en deze standaard is door de EU in december 2012 goedgekeurd. IFRS 11 vervangt IAS 31 en SIC 13. In deze nieuwe standaard wordt een onderscheid gemaakt tussen zogenoemde joint operations en joint ventures. Bij een joint operation hebben partijen recht op activa en verplichtingen ter zake van de passiva gerelateerd aan het samenwerkingsverband en bij een joint venture hebben partijen recht op het netto actief. Joint operations worden geconsolideerd op basis van het aandeel van Rabo Vastgoedgroep in de activa, verplichtingen, opbrengsten en lasten. Joint ventures worden op basis van de netto vermogenswaarde geadministreerd. De keuzevrijheid in IAS 31 tussen proportioneel consolideren of rapporteren op basis van de netto vermogenswaarde verdwijnt hiermee. Met deze wijziging is convergentie met US GAAP bereikt. Voor het overige zijn de regels voor een groot deel hetzelfde als onder IAS 31. Deze nieuwe standaard is in werking getreden op 1 januari 2014 met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2013 en leidt tot een aantal herrubriceringen in de winst- en verliesrekening, de balans en het kasstromenoverzicht. IFRS 12 Informatieverschaffing over belangen in andere entiteiten De IASB heeft in mei 2011 een standaard met betrekking tot informatieverschaffing over belangen in andere entiteiten gepubliceerd en deze standaard is door de EU in december 2012 goedgekeurd. IFRS 12 combineert alle toelichtingsvereisten die er bestaan voor dochterondernemingen, samenwerkingsverbanden, deelnemingen en zogenoemde niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten in één allesomvattende standaard. Deze toelichtingsvereisten waren voorheen opgenomen in IAS 27, 28 en 31, maar er zijn ook nieuwe vereisten bijgekomen. Deze nieuwe standaard is in werking getreden op 1 januari 2014 en leidt bij Rabo Vastgoedgroep tot een aantal extra toelichtingen over samenwerkingsverbanden en deelnemingen. IAS 27 (gewijzigd) Enkelvoudige jaarrekening De IASB heeft in mei 2011 een aantal wijzigingen in IAS 27 gepubliceerd en deze wijzigingen zijn in december 2012 door de EU goedgekeurd. Deze wijzigingen houden verband met de publicatie door de IASB en de bekrachtiging door de EU van IFRS 10 (zie voorafgaand). Regelgeving met betrekking tot de geconsolideerde jaarrekening wordt verplaatst van IAS 27 naar IFRS 10. IAS 27 behandelt nu alleen nog de regelgeving met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening. Deze gewijzigde standaard is in werking getreden op 1 januari 2014 en heeft geen materiële invloed op Rabo Vastgoedgroep.

43 41 IAS 28 (gewijzigd) Investeringen in deelnemingen en joint ventures De IASB heeft in mei 2011 een aantal wijzigingen in IAS 28 gepubliceerd en deze wijzigingen zijn in december 2012 door de EU goedgekeurd. Deze wijzigingen houden verband met de publicatie door de IASB en de bekrachtiging door de EU van IFRS 11 (zie voorafgaand) en hebben tot gevolg dat de regelgeving met betrekking tot de waardering van joint ventures (zoals gedefinieerd onder IFRS 11) nu ook wordt meegenomen in IAS 28 en dat de toelichtingsvereisten van deelnemingen zijn verplaatst naar IFRS 12. Deze gewijzigde standaard is in werking getreden op 1 januari 2014 en heeft geen materiële invloed op Rabo Vastgoedgroep. IAS 36 (gewijzigd) Bijzondere waardevermindering van activa De IASB heeft in mei 2013 een beperkt aantal wijzigingen in IAS 36 gepubliceerd en deze wijzigingen zijn in december 2013 door de EU goedgekeurd. Deze gewijzigde standaard is in werking getreden op 1 januari 2014 en heeft geen invloed op Rabo Vastgoedgroep. IAS 39 (gewijzigd) Financiële instrumenten: opname en waardering De IASB heeft in juni 2013 een beperkt aantal wijzigingen in IAS 39 gepubliceerd en deze wijzigingen zijn in december 2013 door de EU goedgekeurd. Deze gewijzigde standaard is in werking getreden op 1 januari 2014 en heeft geen materiële invloed op Rabo Vastgoedgroep. Nieuwe standaarden uitgegeven door de IASB, bekrachtigd door de EU, maar nog niet van toepassing De volgende standaarden zijn door de IASB uitgegeven en in 2014 goedgekeurd door de EU, maar zijn nog niet van toepassing en worden niet vervroegd toegepast door Rabo Vastgoedgroep: IAS 19R Personeelsbeloningen Verbeteringen in International Financial Reporting Standards cyclus en cyclus De standaarden die gevolgen kunnen hebben voor Rabo Vastgoedgroep worden hieronder kort toegelicht. Verbeteringen in International Financial Reporting Standards cyclus en cyclus Het doel van de jaarlijkse verbeteringen is niet-dringende, maar noodzakelijke kwesties te behandelen die door de IASB tijdens de in 2010 en 2011 begonnen projectcycli zijn besproken op het gebied van inconsistenties in IFRS of onduidelijke formuleringen. De wijzigingen in IFRS 3, 8 en 13 en IAS 16, 24 en 38 zijn verduidelijkingen of correcties in de respectievelijke standaarden. De wijzigingen in IFRS 2 en 3 en IAS 40 betreffen veranderingen in de bestaande vereisten of aanvullende leidraden voor de toepassing van deze vereisten. Nieuwe standaarden uitgegeven door de IASB, maar nog niet goedgekeurd door de EU De volgende standaarden zijn door de IASB uitgegeven maar nog niet goedgekeurd door de EU. IFRS 9 Financiële instrumenten IFRS 14 Overlopende posten uit hoofde van tariefregulering IFRS 15 Omzet uit contracten met klanten IAS 16 (gewijzigd) en IAS 38 (gewijzigd): Verduidelijking van geaccepteerde methoden voor afschrijving en amortisatie IAS 16 (gewijzigd) en IAS 41 (gewijzigd): Dragende planten IAS 27 (gewijzigd): Toepassing van de netto vermogenswaarde in de enkelvoudige jaarrekening IFRS 10 (gewijzigd) en IAS 28 (gewijzigd): Verkoop of inbreng van activa tussen investeerders en de geassocieerde deelnemingen of joint ventures IFRS 11 (gewijzigd): Verwerking van aankoop van belangen in joint operations Verbeteringen in International Financial Reporting Standards cyclus Rabo Vastgoedgroep beoordeelt momenteel de gevolgen van deze nieuwe standaarden. 2.5 Grondslagen voor consolidatie Dochterondernemingen en acquisities Dochterondernemingen zijn die ondernemingen waarover Rabo Vastgoedgroep beslissende zeggenschap heeft. Beslissende zeggenschap over een onderneming wordt uitgeoefend als de investeerder blootgesteld is aan, of rechten heeft op veranderlijke opbrengsten uit hoofde van zijn betrokkenheid bij de onderneming en over de mogelijkheid beschikt deze opbrengsten via zijn macht over de onderneming te beïnvloeden. De activa, verplichtingen en resultaten van deze ondernemingen zijn volledig geconsolideerd. De jaarrekeningen van dochterondernemingen zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de aanvangsdatum van de beslissende zeggenschap tot aan het moment waarop deze eindigt.

44 42 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Het belang van derden in het eigen vermogen en het netto resultaat wordt afzonderlijk gepresenteerd in respectievelijk de balans en de winst- en verliesrekening. IFRS 3 Bedrijfscombinaties is van toepassing op fusies en overnames. De verkrijgingsprijs van een overgenomen entiteit wordt bepaald op de reële waarde van de opgegeven activa, de uitgegeven aandelen en de aangegane verplichtingen per overnamedatum, vermeerderd met de direct aan de overname toe te rekenen kosten. Het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs en het aandeel van Rabo Vastgoedgroep in de reële waarde van het saldo van identificeerbare activa en verplichtingen (waaronder begrepen bepaalde voorwaardelijke schulden) van de overgenomen entiteit wordt opgenomen als goodwill. Het feit dat alle activa en verplichtingen van de dochteronderneming tegen reële waarde worden opgenomen, leidt ertoe dat het belang van derden wordt berekend aan de hand van deze reële waarden. Eliminatie van transacties bij consolidatie Verhoudingen en transacties tussen groepsmaatschappijen en daarmee verband houdende niet-gerealiseerde winsten worden geëlimineerd bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening. Niet-gerealiseerde winsten op transacties met entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en deelnemingen, worden geëlimineerd naar rato van het belang dat Rabo Vastgoedgroep in de onderneming heeft. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij uit de transactie blijkt dat er sprake is van bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Niet-voortgezette bedrijfsactiviteiten Een niet-voortgezette bedrijfsactiviteit is een component van een groep, waarvan de activiteiten en kasstromen duidelijk te onderscheiden zijn van de rest van de groep en die: Een belangrijke bedrijfsactiviteit vertegenwoordigt; en, Deel uitmaakt van één gecoördineerd plan om deze belangrijke bedrijfsactiviteit af te stoten. Classificatie als niet-voortgezette bedrijfsactiviteit geschiedt bij afstoting of, indien dit eerder is, wanneer de bedrijfsactiviteit voldoet aan de criteria voor classificatie als aangehouden voor verkoop of distributie aan de aandeelhouder. Wanneer een activiteit wordt aangemerkt als niet-voortgezette bedrijfsactiviteit, wordt deze activiteit zowel in de winst- en verliesrekening als in de balans afzonderlijk op een regel gepresenteerd. Salderen in de balans is daarbij niet toegestaan. In de winst- en verliesrekening worden de vergelijkende cijfers herzien alsof de activiteit vanaf het begin van de vergelijkende periode niet meer wordt voortgezet. In de balans worden de vergelijkende cijfers niet aangepast. Verhoudingen en transacties tussen voortgezette entiteiten en niet-voortgezette entiteiten en daarmee verband houdende niet-gerealiseerde winsten worden geëlimineerd bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening, tenzij deze worden voortgezet na beëindiging van de niet-voortgezette activiteiten. Deelnemingen en entiteiten waarover gezamenlijke zeggenschap wordt uitgeoefend Bij de ontwikkeling van integrale woongebieden, de ontwikkeling van commercieel vastgoed en het uitvoeren van fund en asset managementactiviteiten wordt binnen Rabo Vastgoedgroep vaak gebruik gemaakt van samenwerkingsverbanden. In de meeste gevallen geldt dat iedere deelnemende partij in het samenwerkingsverband een beslissende stem heeft, en dat dan ook alleen met consensus besluiten genomen kunnen worden. Over het algemeen is bij deze samenwerkingsverbanden dan ook sprake van een joint arrangement. Ieder samenwerkingsverband kent haar eigen juridische structuur, die afhankelijk is van de wensen en eisen van de betrokken partijen. Qua rechtsvorm wordt in de regel gebruik gemaakt van de zogenoemde CV-BV structuur of de VOF structuur, dan wel een afgeleide / vergelijkbare structuur hieraan. Bij de CV-BV structuur is het risico van een deelnemende partij in beginsel beperkt tot het gestorte kapitaal en heeft men alleen recht op het netto actief uit de entiteit. Bij een Vennootschap onder Firma ( VOF ) is iedere deelnemende partij in beginsel onbeperkt aansprakelijk en heeft het in beginsel naar rato recht op de activa en kent het verplichtingen ter zake van de passiva van de entiteit. Puur op basis van de rechtsvorm classificeert een CV-BV structuur dan ook als een joint venture en een VOF structuur als een joint operation. De contractuele voorwaarden en overige relevante feiten en omstandigheden kunnen echter tot een andere conclusie leiden. Daarnaast heeft Rabo Vastgoedgroep een aantal geassocieerde deelnemingen ( deelnemingen ). Dit zijn entiteiten waarop de Rabo Vastgoedgroep invloed van betekenis heeft, maar geen zeggenschap. Investeringen in deelnemingen en joint ventures worden verantwoord op basis van de netto vermogenswaarde, joint

45 43 operations worden geconsolideerd op basis van het aandeel van Rabo Vastgoedgroep in de activa, verplichtingen, opbrengsten en lasten. Bij deelnemingen en joint ventures wordt op basis van de eigen grondslagen het aandeel van Rabo Vastgoedgroep in de winsten of verliezen van deelnemingen verantwoord in de winst- en verliesrekening onder Resultaat deelnemingen en het aandeel in de mutaties in de reserves in de reserves. De cumulatieve mutaties na de verwerving worden aangepast in de waarde van de deelneming. Bij joint operations wordt op basis van de eigen grondslagen het proportionele aandeel van Rabo Vastgoedgroep in de verschillende balans- en winst- en verliesrekeningposten meegenomen. Voor materiële joint arrangement en deelnemingen vindt jaarlijks, of vaker als hiervoor aanwijzingen zijn, een evaluatie plaats, waarin wordt beoordeeld of contractuele afspraken en / of feiten en omstandigheden zijn gewijzigd die ertoe kunnen leiden dat een gewijzigde verwerkingswijze vereist is. Ongerealiseerde winsten op transacties tussen de Rabo Vastgoedgroep en haar deelnemingen, joint ventures en joint operations worden geëlimineerd overeenkomstig de omvang van het belang. Ongerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij de transactie aanwijzingen oplevert voor een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. 2.6 Vreemde valuta De financiële resultaten van de buitenlandse activiteiten, worden uitgedrukt in de valuta die het best de economische betekenis van de onderliggende gebeurtenissen en omstandigheden weergeeft die relevant zijn voor die entiteit ( de functionele valuta ). Transacties in vreemde valuta Transacties in een andere valuta dan de functionele valuta van de entiteit die de transactie aangaat worden omgerekend in de functionele valuta tegen de wisselkoers op de transactiedatum. Overige activa en verplichtingen worden omgerekend op basis van de wisselkoers op de laatste dag van de maand waarop de resultaten betrekking hebben. Monetaire activa en verplichtingen die in vreemde valuta luiden, worden omgerekend tegen de wisselkoers per balansdatum. In vreemde valuta luidende niet-monetaire activa en verplichtingen die tegen historische kostprijs worden gewaardeerd, worden omgerekend tegen de wisselkoers op de datum van eerste opname. Valutaomrekenverschillen op monetaire financiële activa en verplichtingen, ongeacht of deze tegen geamortiseerde kostprijs of reële waarde worden gewaardeerd, worden opgenomen onder valutakoersresultaten in de winst- en verliesrekening. Valutaomrekenverschillen op niet-monetaire posten die worden aangehouden tegen reële waarde, worden eveneens opgenomen onder valutakoersresultaten in de winsten verliesrekening. Valutaomrekenverschillen op voor verkoop beschikbare financiële activa worden opgenomen in het eigen vermogen, in de component Niet-gerealiseerde winsten/ verliezen op activa beschikbaar voor verkoop. Buitenlandse bedrijfsactiviteiten De activa en verplichtingen van buitenlandse entiteiten met een andere functionele valuta dan de euro worden omgerekend in euro s tegen de wisselkoers per balansdatum. De baten en lasten van buitenlandse activiteiten worden iedere maand omgerekend in euro s tegen de wisselkoers per einde van de desbetreffende maand. De aldus ontstane valutaomreken verschillen worden direct opgenomen in het eigen vermogen in de component Reserve valutaomrekenverschillen, behalve voor zover dit verschil wordt toegerekend aan minderheidsbelangen. Indien een buitenlandse activiteit geheel of gedeeltelijk wordt verkocht, zodanig dat Rabo Vastgoedgroep de zeggenschap, invloed van betekenis dan wel gezamenlijke zeggenschap verliest, wordt het in verband met deze buitenlandse activiteit cumulatieve bedrag in de reserve omrekeningsverschillen overgeboekt naar het resultaat als onderdeel van de winst of het verlies op de verkoop. Indien Rabo Vastgoedgroep slechts een deel van het belang in een dochter verkoopt terwijl ze wel zeggenschap houdt, wordt het betreffende evenredige aandeel in het cumulatieve bedrag toegerekend aan minderheidsbelangen. Indien Rabo Vastgoedgroep slechts een deel van het belang in een deelneming of joint venture verkoopt terwijl ze wel invloed van betekenis of gezamenlijke zeggenschap houdt, wordt het betreffende evenredige aandeel in het cumulatieve bedrag overgeboekt naar het resultaat. 2.7 Bedrijfsopbrengsten Bedrijfsopbrengsten bestaat uit projectbaten en provisiebaten. Projectbaten betreffen de baten op de ontwikkeling en verkoop van voorraden vastgoed, de exploitatie van voorraden vastgoed

46 44 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 en vastgoedbeleggingen en overige baten. Provisiebaten betreffen de baten uit asset en fundmanagement activiteiten, structureringen en acquisities. Projectbaten Projectbaten uit vastgoedontwikkeling - met name de ontwikkeling en verkoop van woningen en gronden - worden opgenomen tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding. Projectbaten worden verwerkt wanneer de signi ficante risico s en voordelen van het eigendom zijn overgedragen aan de klant, inning van de vergoeding waarschijnlijk is, de hiermee verband houdende kosten of eventuele retouren betrouwbaar kunnen worden ingeschat, er geen sprake is van voortgezette betrokkenheid, en de omvang van de opbrengsten betrouw baar kan worden bepaald. Het moment van overdracht van risico s en voordelen varieert afhankelijk van de specifieke voorwaarden van de verkoop-overeenkomst. Binnen Rabo Vastgoedgroep wordt met betrekking tot de opbrengstverantwoording van projecten onderscheid gemaakt tussen overeenkomsten die kwalificeren als overeenkomsten voor de constructie van vastgoed in opdracht van derden en overeenkomsten die hier niet toe kwalificeren. Indien over het ontwerp en de belangrijke specificaties van het project is onderhandeld met de koper kwalificeert het project zich als overeenkomst voor de constructie van vastgoed in opdracht van derden. Bij een dergelijke overeenkomst worden de overeengekomen opbrengsten en kosten in de winst- en verliesrekening verwerkt naar rato van het stadium van voltooiing van het project. Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van de verhouding geboekte kosten ten opzichte van de totale te verwachten kosten. Indien de uitkomst niet betrouwbaar kan worden bepaald, worden contractuele opbrengsten slechts verwerkt voor zover het waarschijnlijk is dat de gerealiseerde kosten terugverdiend kunnen worden. Verwachte verliezen op projecten worden onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen. Opbrengsten als gevolg van meerwerk worden betrokken in de totale contractopbrengsten als het bedrag op enigerlei wijze door de opdrachtgever is geaccepteerd. Claims en incentives worden gewaardeerd in het onderhanden werk voor zover het waarschijnlijk is dat deze tot opbrengsten zullen leiden en betrouwbaar kunnen worden bepaald. Indien de koper geen of slechts beperkte invloed heeft op de belangrijke specificaties van het project, dan dient de opbrengst verantwoord te worden volgens de bepalingen van IAS 18 Opbrengsten uit verkoop van goederen. Volgens deze bepalingen geldt dat bij een geleidelijke overgang van het risico naar de afnemer gedurende de bouw de opbrengsten eveneens worden verantwoord naar gelang de voortgang van het project. Indien een geleidelijk risico overdracht ontbreekt, vindt de opbrengstverantwoording plaats op het moment van oplevering. Huurbaten Huurbaten uit vastgoedbeleggingen worden lineair als opbrengsten opgenomen over de looptijd van de leaseovereenkomst. Huurkortingen worden als integraal deel van de totale huuropbrengsten verwerkt, over de looptijd van de leaseovereenkomst. Provisiebaten Indien het resultaat van een transactie aangaande het verlenen van een dienst betrouwbaar kan worden geschat en ontvangst van de opbrengst waarschijnlijk is, wordt de opbrengst met betrekking tot die dienst verwerkt naar rato van de verrichte prestaties. Resultaatafhankelijke provisie wordt pas opgenomen op het moment dat aan de performancecriteria is voldaan. Overige opbrengsten De post overige opbrengsten omvat alle resultaten die niet onder andere categorieën kunnen worden verantwoord. 2.8 Kostprijs opbrengsten Kostprijs opbrengsten bestaat uit projectlasten vastgoedontwikkeling, exploitatielasten van voorraden vastgoed en vastgoedbeleggingen en provisielasten. De kosten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen van waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. (Voorzienbare) verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden vóór het einde van het boekjaar worden in acht genomen indien zij vóór het opmaken van de jaarrekening bekend zijn en wordt voldaan aan de voorwaarden voor opname. De kostprijs van onderhanden werk omvat de direct toerekenbare indirecte kosten op basis van de normale productiecapaciteit. De bepaling van de voorziening voor voorraden vastgoed wordt nader toegelicht in paragraaf 2.19 Voorraden vastgoed.

47 Personeelskosten Kortetermijnpersoneelsbeloningen Kortetermijnpersoneelsbeloningen worden verwerkt als kosten wanneer de daarmee verband houdende dienst wordt verricht. Er wordt een verplichting verwerkt voor het bedrag dat naar verwachting zal worden betaald als Rabo Vastgoedgroep een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft om dit bedrag te betalen als gevolg van verrichte diensten door de werknemer en de verplichting betrouwbaar kan worden bepaald. Toegezegde-bijdrageregeling Voor de medewerkers in Nederland en voor de meeste medewerkers in het buitenland zijn pensioen- of andere oudedagsregelingen getroffen in overeenstemming met de in die landen bestaande voorschriften en gebruiken. Deze regelingen zijn bij afzonderlijke pensioenfondsen of bij andere externe partijen ondergebracht. Met ingang van 1 augustus 2008 vallen de werknemers van Rabo Vastgoedgroep in Nederland onder de pensioen regeling van het Rabobank Pensioenfonds. Tot mei 2013 diende deze pensioenregeling voor Rabo Vastgoedgroep te worden beschouwd als een toegezegd-pensioenregeling die risico s deelt tussen verschillende entiteiten onder gemeenschappelijke zeggenschap (Rabobank). De netto kosten uit hoofde van deze toegezegd-pensioenregeling voor het pensioenplan als geheel werden niet als zodanig door de Rabobank doorbelast aan de groepsentiteiten. De Rabobank verwerkte daarom deze toegezegd-pensioenregeling in haar geconsolideerde jaarrekening als toegezegd-pensioenregeling en Rabo Vastgoedgroep verwerkte de periodieke pensioenbijdrage als toegezegde-bijdrageregeling. Vanaf mei 2013 is de pensioenregeling van de Rabobank gewijzigd en deze kwalificeert nu als toegezegdebijdrageregeling, waarbij de verplichting van de Rabobank in principe is beperkt tot de verschuldigde premiebetalingen onder aftrek van reeds betaalde bijdragen. Aangezien de oude pensioenregeling door Rabo Vastgoedgroep reeds als toegezegde-bijdrageregeling werd behandeld, heeft deze wijziging geen impact gehad op de jaarrekening van Rabo Vastgoedgroep. Met bovenstaande wijziging in de pensioenregeling van de Rabobank classificeren alle door Rabo Vastgoedgroep gebruikte pensioen- en andere oudedagsregelingen als toegezegde-bijdrageregeling. Verplichtingen in verband met bijdragen aan toegezegdebijdrageregelingen worden verwerkt als kosten wanneer de gerelateerde prestaties worden verricht. Vooruitbetaalde bijdragen worden opgenomen als actief voor zover een terugbetaling in contanten of een verlaging van toekomstige betalingen beschikbaar is. Overige langetermijnpersoneelsbeloningen De netto verplichting van Rabo Vastgoedgroep uit hoofde van langetermijnpersoneelsbeloningen betreft de aanspraken die werknemers hebben opgebouwd in ruil voor hun diensten in de verslagperiode en voorgaande perioden. Deze aanspraken worden verdisconteerd om de contante waarde te bepalen. Herwaarderingen worden verwerkt in het resultaat in de periode waarin zij optreden. De grondslagen voor de bepaling van de hoogte van de overige personeelsvoorzieningen worden nader toegelicht in paragraaf 2.24 Voorzieningen. Ontslagvergoedingen Ontslagvergoedingen worden verwerkt als last indien Rabo Vastgoedgroep het aanbod van die vergoeding niet langer kan intrekken of, indien dit eerder is, als ze de lasten van de reorganisatie verwerkt. Indien vergoedingen naar verwachting niet geheel binnen twaalf maanden na de verslagdatum worden afgewikkeld, worden zij contant gemaakt. De grondslagen voor de bepaling van de hoogte van de herstructureringsvoorziening wordt nader toegelicht in paragraaf 2.24 Voorzieningen Reële-waardeveranderingen vastgoedbeleggingen De grondslagen voor de bepaling van de reële waarde van vastgoedbeleggingen worden nader toegelicht in paragraaf 2.16 Vastgoedbeleggingen Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde Dit omvat de winsten en verliezen uit de verkoop van niet voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa en verplichtingen en de reële-waardeveranderingen met betrekking tot activa en verplichtingen die zijn aangewezen als tegen reële waarde op te nemen posten met verwerking van veranderingen in de reële waarde in de winst- en verliesrekening. De grondslagen voor de bepaling van de reële

48 46 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 waarde van financiële activa en verplichtingen worden nader toegelicht in paragraaf 2.17 Financiële activa en verplichtingen Financiële baten en lasten Financiële baten en lasten van Rabo Vastgoedgroep bestaan uit: Rentebaten; Rentelasten; Bijzondere waardeverminderingen op uitstaande kredieten. Rentebaten en -lasten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen volgens de effectieve-rentemethode. Onder deze post worden tevens rentebaten en -lasten met betrekking tot handelsposities verantwoord. Bij waardeveranderingen van leningen worden de rentebaten verantwoord op basis van het rentetarief dat is gehanteerd om de toekomstige kasstromen contant te maken teneinde het realiseerbare bedrag te bepalen. Rentebaten na bijzondere waardevermindering worden opgenomen op basis van de oorspronkelijke effectieve-rentevoet die voor het bepalen van de bijzondere waardevermindering is gehanteerd bij de berekening van de contante waarde van de toekomstige kasstromen. De grondslagen voor de bepaling van de reële waarde van uitstaande kredieten en de daarmee samenhangende waardevermindering worden nader toegelicht in paragraaf 2.17 Financiële activa en verplichtingen Resultaat uit niet-voortgezette activiteiten Wanneer een activiteit wordt aangemerkt als niet-voortgezette activiteit, worden de vergelijkende cijfers in de winst- en verliesrekening herzien alsof de activiteit vanaf het begin van de vergelijkende periode zou zijn beëindigd. De nietvoortgezette activiteiten worden gepresenteerd op de regel Resultaat uit niet-voortgezette activiteiten. Transacties tussen voortgezette groepsmaatschappijen en niet-voortgezette groepsmaatschappijen en daarmee verband houdende nietgerealiseerde winsten worden geëlimineerd bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening, tenzij deze worden voortgezet na beëindiging van de niet-voortgezette activiteiten Immateriële activa Door Rabo Vastgoedgroep verworven immateriële activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs verminderd met cumulatieve amortisatie en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De immateriële activa bestaan uit goodwill en aangeschafte licenties en software. Goodwill vertegenwoordigt het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs en het aandeel van Rabo Vastgoedgroep in de reële waarde van het saldo van de identificeerbare activa en verplichtingen (waaronder begrepen bepaalde voorwaardelijke schulden) van de entiteit waarover beslissende zeggenschap is verkregen. Jaarlijks, of vaker als hiervoor aanwijzingen zijn, wordt er een impairment test uitgevoerd om vast te stellen of een bijzondere waardevermindering heeft plaatsgevonden. Bij de impairment test wordt de realiseerbare waarde vergeleken met de boekwaarde. De hoogste van de bedrijfswaarde enerzijds en de reële waarde verminderd met verkoopkosten anderzijds bepaalt de realiseerbare waarde. Goodwill wordt toegerekend aan kasstroomgenererende eenheden waar deze goodwill betrekking op heeft. De bedrijfswaarde van een kasstroomgenererende eenheid wordt bepaald door berekening van de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen van de kasstroom genererende eenheid met de rentevoet voor belasting. In de bepaling van de toekomstige kasstromen worden verschillende financiële en economische variabelen gebruikt. Deze variabelen worden bepaald op basis van een beoordeling door het management. Indien er geen reden is om aan te nemen dat de bedrijfswaarde van een kasstroomgenererende eenheid hoger is dan de reële waarde verminderd met verkoopkosten kan de reële waarde verminderd met verkoopkosten worden gebruikt als de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen van goodwill worden in de winst- en verliesrekening verantwoord onder Afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen. Voor aangeschafte licenties hanteert Rabo Vastgoedgroep een geschatte gebruiksduur van 10 jaar en voor software hanteert Rabo Vastgoedgroep een geschatte gebruiksduur van 3 tot 5 jaar. De amortisatie geschiedt lineair ten laste van de winst- en verliesrekening gedurende de geschatte gebruiksduur van het immaterieel actief. Kosten in verband met onderhoud van immateriële activa worden als last opgenomen in de winst- en verliesrekening in de periode waarin ze worden gemaakt.

49 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen in eigen gebruik worden gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en eventuele waardeverminderingen. Als onroerende zaken en bedrijfsmiddelen zijn samengesteld uit belangrijke componenten met een verschillende gebruiksduur, worden deze componenten elk afzonderlijk verwerkt. Toevoegingen en uitgaven na eerste verwerking worden geactiveerd uitsluitend voor zover zij naar verwachting de toekomstige economische voordelen van het actief doen toenemen. Uitgaven ter vervanging van componenten worden afzonderlijk geactiveerd. Alle overige uitgaven worden als last in de winst- en verliesrekening opgenomen op het moment dat zij worden gedaan. Wanneer onroerende zaken en bedrijfsmiddelen buiten gebruik worden gesteld of worden afgestoten, wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst minus kosten en de boekwaarde opgenomen in de winst- en verliesrekening. Investeringen in gehuurde gebouwen (langetermijnverbeteringen of verbouwingen van gehuurde objecten) worden tegen kostprijs (verkrijgingsprijs) opgenomen en lineair afgeschreven op basis van de gebruiksduur (gewoonlijk gelijk aan de resterende looptijd van de betreffende huurovereenkomst). Afschrijvingen worden lineair ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht gedurende de geschatte gebruiksduur van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen, waarbij de geschatte gebruiksduur per belangrijk component wordt bepaald. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Rabo Vastgoedgroep hanteert in het algemeen de volgende geschatte gebruiksduur: gebouwen in eigen gebruik en langetermijnverbeteringen aan gebouwen 5 40 jaar bedrijfsmiddelen 3 5 jaar Om rekening te houden met eventuele wijzigingen in omstandig heden, worden afschrijvingspercentages, afschrijvingsmethoden en restwaarden van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen periodiek getoetst Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs en worden vervolgens opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde wordt bepaald op de meest waarschijnlijke prijs die redelijkerwijs per balansdatum in de markt kan worden verkregen. De reële waarde is gebaseerd op de huidige prijzen in een actieve markt voor soortgelijk vastgoed op dezelfde locatie en in dezelfde staat. Indien deze informatie ontbreekt wordt de reële waarde bepaald met behulp van een discounted cashflowwaarderingsmethode of wordt de waarde bepaald op basis van kapitalisatie tegen netto aanvangsrendementen van vergelijkbare transacties. Eventuele winsten of verliezen die voortvloeien uit reëlewaardeveranderingen, worden opgenomen in de winst- en verliesrekening onder Reële-waardeveranderingen vastgoedbeleggingen Financiële activa en verplichtingen Rubricering Rabo Vastgoedgroep rubriceert de financiële activa en verplichtingen in de volgende waarderingscategorieën: (Langlopende) vorderingen en liquide middelen zijn niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen, die niet in een actieve markt zijn genoteerd. Deze activa ontstaan wanneer Rabo Vastgoedgroep geldmiddelen of diensten direct aan een klant verstrekt zonder het voornemen de lening te verhandelen of te verkopen. Financiële activa aangehouden tot einde looptijd zijn nietafgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen (bijvoorbeeld schuldbewijzen ) en een vaste looptijd die Rabo Vastgoedgroep voornemens is en in staat is aan te houden tot het einde van de looptijd. Financiële activa en verplichtingen zijn door het management in deze categorie geclassificeerd bij eerste verwerking indien wordt voldaan aan een van de volgende criteria: Deze aanwijzing elimineert of vermindert significant een inconsistente behandeling die anders zou zijn ontstaan bij het waarderen van de activa of verplichtingen of bij het erkennen van winsten of verliezen op verschillende waarderingsgrondslagen;

50 48 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 de activa en verplichtingen zijn onderdelen van een groep van financiële activa, financiële verplichtingen of beide die gemanaged en beoordeeld worden op basis van de reële waarde in overeenstemming met een gedocumenteerde risicomanagementstrategie of investeringsstrategie; of het financieel instrument bevat een embedded derivative, tenzij het embedded derivative geen significante impact heeft op de kasstromen of indien het evident is dat, met een beperk te of geen analyse, het niet apart hoeft te worden opgenomen. Rente gerealiseerd of te betalen op financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening wordt verantwoord als Financiële baten en lasten. Alle overige gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen bij herwaardering van deze financiële instrumenten tegen reële waarde worden opgenomen onder Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde. Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden zijn afgeleide financiële instrumenten die weliswaar als economische afdekkingen fungeren in het kader van de risicobeheerposities maar niet kwalificeren voor hedge accounting volgens de specifieke regelgeving van IFRS en worden derhalve behandeld als voor handelsdoeleinden aangehouden derivaten. Alle derivaten voor handelsdoeleinden met per saldo een positieve reële waarde, alsmede gekochte opties, worden verantwoord als financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden. Alle derivaten voor handelsdoeleinden met per saldo een negatieve waarde, alsmede geschreven opties, worden verantwoord als financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden. Alle gerelateerde gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen worden opgenomen onder Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde. Rente verdiend of betaald op voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa wordt opgenomen onder Financiële baten en lasten. Derivaten zijn afgeleide financiële instrumenten die geen of een geringe initiële netto investering vereisen en waarbij de toekomstige verrekening afhankelijk is van een tarief dat als benchmark fungeert, bijvoorbeeld rentetarieven. De reële waarde van derivaten wordt beïnvloed door mutaties in de verwachte toekomstige kasstromen als gevolg van veranderingen in de onderliggende benchmark. Alle derivaten worden in de balans tegen reële waarde opgenomen. Reële-waardeveranderingen van derivaten worden in de winsten verliesrekening opgenomen, behalve wanneer een post wordt aangemerkt als kasstroomhedge. Sommige hybride contracten bestaan uit zowel een afgeleide als een niet-afgeleide component. In dergelijke gevallen wordt de afgeleide component een embedded derivative genoemd. Wanneer de economische kenmerken van dergelijke in contracten besloten derivaten niet nauw zijn verbonden met die van het basiscontract, worden deze derivaten gescheiden van het basiscontract, tenzij het basiscontract is aangemerkt als een tegen reële waarde opgenomen post met veranderingen via het resultaat, en worden verantwoord op een wijze die overeenkomt met op zichzelf staande derivaten. Instrumenten die afscheidbare derivaten bevatten, bevinden zich doorgaans in de handelsportefeuille. Er kan ook voor worden gekozen om dergelijke samengestelde instrumenten tegen reële waarde op te nemen met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Voor verkoop beschikbare financiële activa zijn financiële activa die zijn bedoeld om voor onbepaalde tijd te worden aangehouden en die kunnen worden verkocht om te voorzien in liquiditeitsbehoeften of als reactie op wijzigingen in het rentetarief, wisselkoersen of aandelenkoersen. Voor verkoop beschikbare financiële activa zijn verantwoord als financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Financiële verplichtingen niet aangehouden voor handelsdoeleinden die niet zijn aangewezen als tegen reële waarde op te nemen posten met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs. Opname in en verwijdering van balans Aankopen en verkopen van beleggingen en verhandelde instrumenten worden opgenomen op de transactiedatum. Dit is de datum waarop Rabo Vastgoedgroep zich verplicht tot het kopen of verkopen van het onderliggende instrument. Kredieten en vorderingen en elders aangehouden tegoeden worden opgenomen op het moment dat zij door Rabo Vastgoedgroep worden verworven of gefinancierd en worden niet langer opgenomen op het moment dat zij zijn afgewikkeld. Toevertrouwde middelen worden opgenomen wanneer de geldmiddelen bij Rabo Vastgoedgroep worden gestort.

51 49 Overige financiële activa en verplichtingen, met inbegrip van derivaten, worden opgenomen op de balans wanneer Rabo Vastgoedgroep partij wordt in de contractuele bepalingen van het actief of de verplichting. Een financieel actief (of een deel van een financieel actief ) wordt van de balans verwijderd als: de rechten op de kasstromen uit het actief aflopen; de rechten op de kasstromen uit het actief en nagenoeg alle risico s en voordelen van het eigendom van het actief worden overgedragen; een verplichting om de kasstromen uit het actief over te dragen verondersteld wordt en nagenoeg alle risico s en voordelen worden overgedragen; een verplichting om de kasstromen uit het actief over te dragen verondersteld wordt; of niet alle economische risico s en voordelen worden overgedragen of behouden maar de zeggenschap over het actief wordt overgedragen. Indien Rabo Vastgoedgroep de zeggenschap over het actief behoudt maar niet nagenoeg alle risico s en voordelen, wordt het actief verantwoord overeenkomstig de mate van de aanhoudende betrokkenheid van Rabo Vastgoedgroep. Een gerelateerde verplichting wordt eveneens verantwoord overeenkomstig de mate van aanhoudende betrokkenheid. De verantwoording van de wijziging in de waarde van de verplichting geschiedt in overeenstemming met de verantwoording van de wijziging in de waarde van het actief. Waardering Alle voor handelsdoeleinden aangehouden instrumenten en financiële activa en verplichtingen die zijn aangewezen als tegen reële waarde op te nemen posten, worden verwerkt tegen reële waarde, waarbij de transactiekosten direct ten laste van de winst- en verliesrekening worden gebracht. Alle derivaten worden in de balans opgenomen tegen reële waarde, waarbij veranderingen in de reële waarde in de winsten verliesrekening worden verwerkt, tenzij het derivaat in aanmerking komt voor verantwoording als kasstroomhedge. Voor verkoop beschikbare financiële activa worden bij eerste waardering verantwoord tegen kostprijs en direct geherwaardeerd tegen reële waarde. De niet-gerealiseerde winsten en verliezen worden na aftrek van belastingen direct ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht. Indien voor verkoop beschikbare activa worden verkocht of worden geïncasseerd, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt van het eigen vermogen naar Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde. Indien voor verkoop beschikbare activa een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan, wordt dit resultaat opgenomen als bijzondere waardeveranderingen binnen Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde in de winst- en verliesrekening. Er is sprake van een bijzondere waardevermindering indien de inschatting is dat de kostprijs blijvend hoger is dan de geschatte realiseerbare opbrengstwaarde. De eerste waardering van alle overige financiële activa en verplichtingen geschiedt tegen reële waarde, met inbegrip van direct toerekenbare transactiekosten. Daarna worden zij gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met gebruik van de effectieve-rentemethode. Door toepassing van deze methode worden agio s en disagio s, inclusief daarvoor in aanmerking komende transactiekosten, opgenomen in de boekwaarde van het desbetreffende instrument en geamortiseerd op basis van de oorspronkelijke effectieve rentevoet van het instrument gedurende de periode tot de einddatum of de verwachte vervroegde aflossing. Reële waarden worden ontleend aan genoteerde marktprijzen in liquide markten, mits deze beschikbaar zijn. Indien geen genoteerde marktprijs beschikbaar is, wordt de reële waarde van het instrument geschat aan de hand van prijsnoteringen van handelaren, prijsbepalingsmodellen en/of contantewaardemethoden. De in prijsbepalingsmodellen gehanteerde gegevens zijn in het algemeen in de markt waarneembare gegevens of kunnen van in de markt waarneembare gegevens worden afgeleid. Bij toepassing van een contantewaardemethode worden de geschatte toekomstige kasstromen gebaseerd op de beste schattingen van het management. De bij deze methode gehanteerde disconteringsvoet is een marktgerelateerde voet per balansdatum voor instrumenten met vergelijkbare voorwaarden. Ontvangen of betaalde rente wordt, ongeacht de rubricering van activa en verplichtingen in de balans, verwerkt in de winst- en verliesrekening onder Financiële baten en lasten. Op soortgelijke wijze worden ontvangen dividenden verwerkt onder Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde.

52 50 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Saldering In het geval dat Rabo Vastgoedgroep hetzij de wettelijke hetzij de contractuele bevoegdheid en tevens het voornemen heeft financiële activa en verplichtingen gesaldeerd of gelijktijdig af te wikkelen, worden deze gesaldeerd en wordt het saldo in de balans opgenomen. Vanwege tijdsverschillen in feitelijke kasstromen worden derivaten met een positieve reële waarde over het algemeen niet gesaldeerd met derivaten met een negatieve reële waarde, zelfs niet als zij bij dezelfde tegenpartij worden aangehouden. Hedge-accounting Rabo Vastgoedgroep maakt als onderdeel van het risicobeheer gebruik van afgeleide instrumenten voor het beheer van posities die blootstaan aan rente-, valuta- en kredietrisico s, met inbegrip van posities die voortvloeien uit toekomstige transacties. Rabo Vastgoedgroep past kasstroomhedge accounting toe wanneer transacties voldoen aan bepaalde criteria die gelden voor de administratieve verwerking van hedge-transacties ( Hedge-accounting ). Een hedge-relatie komt in aanmerking voor hedge-accounting indien: er bij het aangaan van de hedge formele documentatie van de hedge-transactie aanwezig is; de hedge naar verwachting zeer effectief zal zijn; de effectiviteit van de hedge betrouwbaar kan worden bepaald; de hedge gedurende de hele verslagperiode zeer effectief is; en voor het afdekken van toekomstige transacties: de transactie zeer waarschijnlijk zal plaatsvinden en dit neerkomt op een blootstelling aan bewegingen in kasstromen die uiteindelijk het nettoresultaat zouden kunnen beïnvloeden. Een afgedekte positie kan zijn een actief, een verplichting, een vaststaande verplichting, een zeer waarschijnlijke toekomstige transactie of een netto investering in een buitenlandse entiteit (a) waarmee de entiteit wordt blootgesteld aan het risico van veranderingen in de reële waarde of toekomstige kasstromen en (b) die wordt aangemerkt als afgedekte positie. Het afgedekte risico betreft met name rente- of valutabewegingen. Voor kredietrisicoderivaten (ook wel aangeduid als Credit Default Swaps ) wordt geen hedge accounting toegepast. In overeenstemming met het bovenstaande beoordeelt Rabo Vastgoedgroep formeel, zowel bij het aangaan van de hedge-relatie als gedurende de looptijd daarvan, of de derivaten waarvan gebruik is gemaakt ten behoeve van hedge-transacties effectief zijn (geweest) voor het opvangen van veranderingen in de reële waarde of kasstromen van de afgedekte positie. Een hedge wordt normaliter geacht effectief te zijn indien Rabo Vastgoedgroep, vanaf het begin en gedurende de gehele looptijd, kan verwachten, en de werkelijke resultaten hierop wijzen, dat veranderingen in de reële waarde of de kasstromen van de afgedekte positie worden gecompenseerd door veranderingen in de reële waarde of kasstromen van het hedge-instrument, binnen een bandbreedte van 80% tot 125%. Een hedge-relatie is effectief als Rabo Vastgoedgroep daarmee bewerkstelligt dat veranderingen in de reële waarde of kasstromen voor het afgedekte risico worden gecompenseerd. Het ineffectieve deel van een hedge-relatie (de mate waarin de veranderingen in de reële waarde van het derivaat verschillen van de veranderingen in de reële waarde van de afgedekte positie of de mate waarin veranderingen in de verwachte kasstromen van het derivaat verschillen van de verwachte veranderingen in de kasstromen van de afgedekte positie) en de winsten en verliezen op componenten van een derivaat die bij de beoordeling van de effectiviteit van de hedge-transactie buiten beschouwing worden gelaten, worden direct in het resultaat verwerkt. Rabo Vastgoedgroep zal de toepassing van hedge-accounting beëindigen indien: a) vastgesteld wordt dat een derivaat niet of niet langer effectief is als hedge-instrument; b) het derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend; c) de afgedekte positie vervalt of wordt verkocht of terugbetaald; d) een voorziene transactie niet langer als zeer waarschijnlijk wordt beschouwd; of e) het financieel instrument niet langer als een hedge wordt aangemerkt. Vervolgens worden eventueel hieraan gerelateerde derivaten verwerkt als financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij deze opnieuw als hedge worden aangemerkt in een nieuwe hedge-relatie. Het in het eigen vermogen verwerkte cumulatieve resultaat wordt overgeboekt naar de winst- en verliesrekening op het moment dat de afgedekte transactie het nettoresultaat

53 51 beïnvloedt en wordt gepresenteerd op dezelfde regel als de afgedekte transactie. In het uitzonderlijke geval dat de afgedekte transactie naar verwachting niet langer zal plaatsvinden, wordt het cumulatieve resultaat dat is opgenomen in het eigen vermogen, direct overgeboekt naar de winsten-verliesrekening. Waardeverminderingen van financiële activa Rabo Vastgoedgroep beoordeelt op elke balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering van een financieel actief of een groep financiële activa. Er is sprake van een objectieve aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering indien een of meer gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na de eerste opname van het actief en vóór de balansdatum (een tot verlies leidende gebeurtenis ) naar verwachting een nadelig effect heeft of hebben op de geschatte toekomstige kasstromen uit het financieel actief of de groep financiële activa. Uitsluitend als en voor zover dit het geval is, wordt vastgesteld of sprake is van een bijzondere waardevermindering. Objectieve aanwijzingen voor waardeverminderingen van een financieel actief of een groep financiële activa bestaan uit waarneembare gegevens die ter kennis van Rabo Vastgoedgroep komen en kunnen onder andere betrekking hebben op de volgende tot verlies leidende gebeurtenissen: aanzienlijke financiële problemen van de emittent of debiteur; contractbreuk, zoals achterstallige rentebetalingen of aflossingen; een concessie die de kredietgever om economische of juridische redenen verleent aan de kredietnemer in verband met financiële problemen van de kredietnemer en die de kredietgever anders niet zou overwegen te verlenen; waarschijnlijk faillissement van de kredietnemer of waarschijnlijke financiële herstructurering van de kredietnemer; het wegvallen van een actieve markt voor het betreffende financieel actief of (een deel van) een groep financiële activa vanwege financiële problemen; of waarneembare gegevens die erop wijzen dat er sprake is van een meetbare afname van de geschatte toekomstige kasstromen uit een groep financiële activa sinds de eerste opname van die activa, hoewel de afname nog niet kan worden vastgesteld bij de individuele financiële activa in de groep, waaronder: 1. nadelige veranderingen in de betalingsstatus van kredietnemers in de groep financiële activa; en 2. nationale of lokale economische ontwikkelingen die correleren met achterstallige betalingen ten aanzien van activa in de groep financiële activa. Rabo Vastgoedgroep beoordeelt eerst of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardevermindering van financiële activa (met inbegrip van eventuele daaraan gerelateerde faciliteiten en garanties) die ieder afzonderlijk significant zijn, en doet dit individueel of collectief (voor financiële activa die afzonderlijk niet significant zijn). Indien Rabo Vastgoedgroep vaststelt dat er geen objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardevermindering van een afzonderlijk beoordeeld financieel actief, wordt dit actief toegevoegd aan een groep financiële activa met vergelijkbare kenmerken qua kredietrisico, waarna deze groep collectief wordt beoordeeld op bijzondere waardevermindering. Financiële activa waarvoor individueel wordt vastgesteld dat er sprake is van bijzondere waardevermindering, worden niet meegenomen in een collectieve beoordeling van bijzondere waardevermindering. Voor kredieten en vorderingen en activa aangehouden tot einde looptijd wordt het verlies uit hoofde van bijzondere waarde vermindering bepaald op het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rente van het actief (realiseerbare waarde). Het verlies wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening als bijzondere waardeverandering binnen Financiële baten en lasten. Onder IFRS dient een algemene kredietvoorziening te worden gevormd voor verliezen op kredieten die zich reeds hebben voorgedaan, maar nog niet zijn gerapporteerd; de zogenoemde Nog niet gerapporteerde verliezen op kredieten en vorderingen (IBNR). Wijzigingen in de IBNR worden in de winsten verliesrekening opgenomen als bijzondere waardeverandering binnen Financiële baten en lasten. In de berekening van de contante waarde van geschatte toekomstige kasstromen van een financieel actief waarvoor zakelijke zekerheden zijn verstrekt, wordt rekening gehouden met de kasstromen die kunnen ontstaan bij uitwinning van de zekerheden, ongeacht of uitwinning al dan niet waarschijnlijk is, minus de kosten die gemaakt moeten worden om de zekerheden te verkrijgen en te verkopen.

54 52 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Toekomstige kasstromen in een groep financiële activa die collectief op bijzondere waardevermindering worden beoordeeld, worden geschat op basis van de contractuele kasstromen van de kredieten in de portefeuille en historische verliesgegevens voor kredieten met kredietrisicokenmerken die vergelijkbaar zijn met die van kredieten in de portefeuille. Historische verliesgegevens worden aangepast op basis van actueel waarneembare gegevens, zodat rekening wordt gehouden met actuele omstandigheden die geen rol speelden in de periode waarop de historische verliesgegevens betrekking hebben en de effecten worden geëlimineerd van omstandigheden in de historische periode die thans niet meer actueel zijn. De methodologie en veronderstellingen waarvan bij het schatten van toekomstige kasstromen gebruik is gemaakt, worden regelmatig geëvalueerd om eventuele verschillen tussen geschatte verliezen en daadwerkelijk opgetreden verliezen te verminderen. Het effect van veranderingen in beoordelingen en schattingen wordt opgenomen in de winsten verliesrekening als bijzondere waardeverandering binnen Financiële baten en lasten. Wanneer een krediet oninbaar is of wordt verkocht, wordt de gerealiseerde waardevermindering afgeboekt op de betreffende voorziening voor bijzondere waardevermindering kredieten. Afboeking van dergelijke kredieten vindt plaats nadat alle vereiste procedures zijn afgerond en het bedrag van het verlies is vastgesteld. Bedragen die na afboeking alsnog worden geïnd, worden ten gunste van de winst- en verliesrekening gebracht als bijzondere waardeverandering binnen Financiële baten en lasten. Activa die in het kader van een afwikkelingsprocedure worden verkregen in ruil voor kredieten en vorderingen, worden opgenomen als verkoop van het krediet/vordering en verkrijging van het actief. Indien als gevolg van de transactie zeggenschap over een entiteit wordt verkregen, wordt de betreffende entiteit volledig geconsolideerd Acute en uitgestelde belastingen Verschuldigde belastingen worden als resultaat opgenomen in de periode waarin deze ontstaan, op basis van de geldende belastingwetgeving in het desbetreffende rechtsgebied. Het toekomstig fiscaal voordeel van voorwaarts verrekenbare verliezen wordt opgenomen als een actief wanneer het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschik baar zullen zijn waarmee deze verliezen kunnen worden verrekend. Niet-latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden uitsluitend gesaldeerd als zij binnen dezelfde fiscale eenheid ontstaan en zowel de wettelijke bevoegdheid als het voornemen bestaat om de vorderingen en verplichtingen gesaldeerd af te wikkelen of gelijktijdig te realiseren. Nederlandse vennootschappen waarin Rabo Vastgoedgroep (on)middellijk een 100%-belang heeft worden in het algemeen opgenomen in de fiscale eenheid van de Rabobank, waarbij de afrekening via de Rabobank loopt. Latente belastingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van deze activa en verplichtingen. De belangrijkste tijdelijke verschillen vloeien voort uit vastgoedontwikkelingsactiviteiten en de reële waarde van derivatencontracten. Voor de volgende tijdelijke verschillen wordt geen voorziening getroffen: de eerste opname van activa of verplichtingen die noch de commerciële noch de fiscale winst beïnvloeden en verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen en joint ventures voor zover zij in de voorzienbare toekomst waarschijnlijk niet zullen worden teruggenomen. Het bedrag van de latente belastingen is gebaseerd op de wijze waarop de boekwaarde van de activa en verplichtingen naar verwachting zal worden gerealiseerd of afgewikkeld, waarbij de belastingtarieven die zijn vastgesteld op balansdatum, dan wel waartoe materieel reeds is besloten, worden gehanteerd. Er wordt uitsluitend een latente belastingvordering opgenomen voor zover het waarschijn lijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van de vordering kunnen worden aangewend Voorraden vastgoed Hieronder vallen actiefposten die betrekking hebben op de ontwikkeling en exploitatie van vastgoed. De posten zijn als volgt onderverdeeld: bouwterreinen en vereveningsfondsen; onderhanden werk; en gereed product.

55 53 Bouwterreinen en vereveningsfondsen Terreinen worden gewaardeerd tegen kostprijs, met inbegrip van toegerekende rente en bijkomende kosten voor de aankoop en het bouwrijp maken, of de lagere netto realiseerbare waarde. De netto realiseerbare waarde voor terreinen is de hoogste van de directe opbrengstwaarde (verkoop) en de indirecte opbrengstwaarde (ontwikkeling). Voor grond waarop volgens het bestemmingsplan geen speciale bestemming rust, wordt, indien er geen zekerheid bestaat dat de grond bebouwd zal worden, geen rente toegerekend. In de kostprijs van grond is niet de voorwaardelijke verplichting opgenomen die afhankelijk is van toekomstige bestemmingswijziging op de betreffende grond. De vereveningsfondsen hebben betrekking op geactiveerde bouwrechten aangekocht van derden, naast bouwrechten die zijn ontstaan bij verkoop van terreinen aan gemeentelijke overheden of andere partijen als het saldo van de kostprijs van de terreinen en de verkoopopbrengst. Geactiveerde reële waarde heeft betrekking op geactiveerde overwaarde bij acquisities specifiek toegewezen aan terreinen. Zowel de vereveningsfondsen als de geactiveerde reële waarde, eventueel verminderd met noodzakelijke afschrijvingen, dienen te worden terugverdiend uit toekomstige bouwprojecten. Minimaal één keer per jaar en in het geval van indicaties wordt de netto realiseerbare waarde van alle bouwterreinen berekend. De netto realiseerbare waarde van bouwterreinen is de hoogste van de directe opbrengstwaarde en de indirecte opbrengstwaarde. De directe opbrengstwaarde is de geschatte waarde bij verkoop minus de geschatte kosten om de verkoop te realiseren. De indirecte opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering minus de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren, waarbij de verwachte kasstromen contant worden gemaakt tegen de gewogen gemiddelde kapitaalvoet. Bij de berekening van de indirecte opbrengstwaarde worden scenario s uitgewerkt waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met locatie-specifieke zaken en bedrijfsspecifieke parameters en omstandigheden. Bij het bepalen van de gewogen gemiddelde kapitaalvoet wordt rekening gehouden met de verwachte vermogensstructuur, operationele risico s en Rabo Vastgoedgroep specifieke omstandigheden. Een afwaardering wordt geboekt indien de kostprijs hoger is dan de hoogste van de indirecte opbrengstwaarde of de directe opbrengstwaarde. Onderhanden werk Onderhanden werk betreft verkochte en onverkochte commercieel-vastgoedprojecten, alsmede verkochte en onverkochte woningbouwprojecten in aanbouw of voorbereiding. Onderhanden werk wordt gewaardeerd tegen gemaakte kosten vermeerderd met toegerekende rente, of lagere netto realiseerbare waarde. Indien het project kwalifi ceert als overeenkomst voor de constructie van vastgoed in opdracht van derden, geldt dat eveneens het resultaat naar gelang de voortgang van het project wordt verantwoord onder het onderhanden werk. Verwachte verliezen op projecten worden onmiddellijk in mindering gebracht op het onder handen werk. Indien de koper geen of slechts beperkte invloed heeft, maar er wel sprake is van een geleidelijke overgang van het risico naar de afnemer gedurende de bouw, wordt eveneens het resultaat naar gelang de voortgang van het project verantwoord onder het onderhanden werk. Indien deze geleidelijke overdracht van het risico ontbreekt, dan vindt de resultaatverantwoording pas plaats op het moment van oplevering. Aan kopers en opdrachtgevers gefactureerde termijnen worden in mindering gebracht op onderhanden werk. Indien voor een project het saldo negatief is (de gefactureerde termijnen bedragen meer dan de geactiveerde kosten), wordt het saldo op dat project overgeboekt naar Overlopende passiva. De boekwaarde van het onverkochte onderhanden werk wordt jaarlijks getoetst op indicaties van mogelijke waardedalingen. Indien een indicatie aanwezig is, wordt de indirecte opbrengstwaarde van het onderhanden werk ingeschat; in de meeste gevallen met een interne of externe taxatie. De indirecte opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering minus de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren. Indien de kostprijs de verwachte indirecte opbrengst waarde overstijgt, wordt een afwaardering verantwoord voor zover deze voor rekening komt van Rabo Vastgoedgroep. Gereed product Niet-verkocht en zelf-ontwikkeld commercieel vastgoed en woningen worden opgenomen tegen kostprijs of lagere netto realiseerbare waarde. Minimaal één keer per jaar en in het geval van indicaties wordt de netto realiseerbare waarde van gereed product berekend. Voor gereed product is de netto realiseerbare waarde over het algemeen gelijk aan de directe opbrengstwaarde, die in de meeste gevallen met een interne of externe taxatie wordt bepaald. Indien de kostprijs

56 54 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 de verwachte directe opbrengstwaarde overstijgt, wordt een afwaardering verantwoord voor zover deze voor rekening komt van Rabo Vastgoedgroep Handelsdebiteuren Handelsdebiteuren vastgoed betreffen vorderingen op kopers en huurders van commercieel vastgoed en woningbouw. De vorderingen kunnen zowel vervallen, nog niet betaalde termijnen betreffen op onderhanden werk als de gehele koopsom bij gereed product Vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop Vastgoed wordt aangewezen als aangehouden voor verkoop indien de boekwaarde daarvan hoofdzakelijk gerealiseerd zal worden door middel van een verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik. Hierbij is het vereist dat de verkoop zeer waarschijnlijk is en dat het vastgoed dat wordt afgestoten direct beschikbaar is voor verkoop in haar huidige staat. De verkoop wordt als zeer waarschijnlijk beschouwd indien het management zich verbonden heeft aan de verkoop, er een verkoopplan is opgesteld, er actief wordt gezocht naar (potentiële) kopers die het vastgoed tegen een redelijke prijs willen overnemen en de transactie naar verwachting binnen één jaar na het moment van classificatie als aangehouden voor verkoop zal plaatsvinden. Tenslotte moet in de beoordeling rekening worden gehouden met het feit of goedkeuring van de aandeelhouders aannemelijk is. Voor verkoop aangehouden vastgoed wordt afzonderlijk van de andere activa in de balans opgenomen. Vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop wordt gewaardeerd tegen de boekwaarde of, indien lager, de reële waarde minus de verwachte verkoopkosten. Bij Rabo Vastgoedgroep heeft herrubricering tot nu toe alleen plaatsgevonden voor vastgoedbeleggingen. Het vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop is op dit moment dan ook volledig tegen reële waarde meegenomen Activa en passiva aangehouden voor distributie aan aandeelhouder Rabo Vastgoedgroep presenteert een groep activa die zijn toe te rekenen aan een afzonderlijk te identificeren bedrijfsactiviteit als aangehouden voor distributie aan aandeelhouder indien de boekwaarde wordt verkregen door distributie in plaats van het voortgezette gebruik. Er is sprake van aangehouden voor distributie indien de distributie aan de aandeelhouder zeer waarschijnlijk is en de groep activa in de gepresenteerde vorm beschikbaar is voor distributie. Daarnaast moet het management voornemens zijn om de distributie binnen een jaar na balansdatum af te ronden. De activa en hieraan gerelateerde passiva aangehouden voor distributie worden gewaardeerd tegen de laagste van boekwaarde en reële waarde minus kosten toe te rekenen aan distributie. Kosten toe te rekenen aan distributie zijn kosten die direct toe te rekenen zijn aan de transactie exclusief financieringskosten en belastinguitgaven. Wanneer een activiteit wordt aangemerkt als aangehouden voor distributie aan aandeelhouder worden de vergelijkende cijfers in de balans niet aangepast. Verhoudingen tussen niet-voortgezette activiteiten en voortgezette activiteiten worden geëlimineerd bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening, tenzij deze worden voortgezet na beëindiging van de niet-voortgezette activiteiten Aandelenkapitaal en reserves Dividend op gewone aandelen wordt ten laste van het eigen vermogen gebracht in de periode waarin het door de aandeelhouder wordt goedgekeurd Voorzieningen Rabo Vastgoedgroep treft een voorziening wanneer ze een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is en een betrouwbare schatting van de verplichting kan worden gemaakt. Indien het effect van materiële betekenis is, worden voorzieningen bepaald door de toekomstige kasstromen contant te maken tegen een

57 55 dis conteringsvoet vóór belasting waarin de actuele markttarieven tot uitdrukking komen, alsmede, voor zover van toepassing, de risico s die specifiek zijn voor de verplichting. Voorziening deelneming Als het aandeel van Rabo Vastgoedgroep in de verliezen van een deelneming gelijk is aan of groter dan haar belang in de deelneming, verantwoordt Rabo Vastgoedgroep geen verdere verliezen, tenzij Rabo Vastgoedgroep verplichtingen is aangegaan of betalingen heeft gedaan ten behoeve van de deelnemingen. Primaire en secundaire personeelsvoorzieningen Overige rechten na pensionering, waaronder bijdragen aan ziektekostenverzekering, jubileumuitkeringen, seniorenregelingen, hypotheekrentekortingen en uitkeringen aan niet-actieve medewerkers, worden berekend op basis van actuariële veronderstellingen. Garantiefonds Dit fonds betreft de aangegane garantieverplichtingen met betrekking tot verkochte en opgeleverde woningen. Eigenaren van deze woningen verkrijgen bij aankoop een garantiecertificaat dat tien jaar geldig is. De daaruit voortvloeiende financiële verplichtingen worden uit dit fonds voldaan. Per rapportagedatum wordt berekend of de omvang van het garantiefonds aansluit bij de verwachte financiële verplichtingen. Een eventueel verschil wordt in de winst- en verliesrekening verantwoord. Herstructureringsvoorzieningen Een herstructureringsvoorziening wordt opgenomen indien er per balansdatum een feitelijke verplichting bestaat. Dit laatste is het geval wanneer een gedetailleerd plan is goedgekeurd en bij de bij het plan betrokken partijen een gefundeerde verwach ting is gewekt door met de uitvoering van het plan een aanvang te maken of de belangrijkste kenmerken van het plan bekend te maken. Alleen kosten die direct betrekking hebben op de herstructurering worden meegenomen in de voorziening. Overige voorzieningen Overige voorzieningen betreffen hoofdzakelijk andere garanties en juridische claims Overlopende passiva bouwterreinen en het negatieve saldo onderhanden werk vormen per saldo een verplichting aan klanten indien meer in rekening is gebracht dan de huidige boekwaarde. De grondslagen voor de bepaling van de waarde van de bouwterreinen en het onderhanden werk worden nader toegelicht in paragraaf 2.19 Voorraden vastgoed Niet-gerealiseerde resultaten Reserve kasstroomhedges Deze post omvat het effectieve deel van de cumulatieve reële-waardeveranderingen van uitgevoerde kasstroomhedges. Reserve voor verkoop beschikbare financiële activa Niet-gerealiseerde resultaten met betrekking tot voor verkoop beschikbare financiële activa worden na aftrek van belastingen direct ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht. Indien voor verkoop beschikbare activa worden verkocht of worden geïncasseerd, wordt het cumulatieve resultaat overgeboekt van het eigen vermogen naar Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde Overzicht van kasstromen Voor wat betreft het overzicht van kasstromen worden onder kasmiddelen verstaan de aanwezige kasmiddelen en de per saldo aanwezige nostrotegoeden bij andere banken. Het op de indirecte berekeningsmethode gebaseerde overzicht van kasstromen geeft inzicht in de herkomst van de kasmiddelen die gedurende het jaar beschikbaar zijn gekomen en de wijze waarop de kasmiddelen gedurende het jaar zijn aangewend. De kasstromen worden gesplitst naar operationele, investeringsen financieringsactiviteiten. Mutaties in kortlopende activa en de bijbehorende verplichtingen die samenhangen met de operationele activiteiten zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Investeringsactiviteiten omvatten aan- en verkopen van vaste activa, waaronder de aan- en verkopen van deelnemingen en van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen. De vermogensmutaties en de opname en aflossing van vreemd vermogen worden als financieringsactiviteit aangemerkt. Onder de overlopende passiva zijn onder andere opgenomen de crediteuren en het negatieve saldo bouwterreinen en het negatieve saldo onderhanden werk. Het negatieve saldo

58 56 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening 3 Bedrijfsopbrengsten De projectbaten bestaan uit: Projectbaten vastgoedontwikkeling Huurbaten Overige opbrengsten 3 4 Totaal projectbaten De projectbaten vastgoedontwikkeling kunnen als volgt worden onderverdeeld: Woningbouw (inclusief bouwterreinen) Commercieel vastgoed Diensten Totaal projectbaten vastgoedontwikkeling De provisiebaten kunnen als volgt worden onderverdeeld: Asset management Fund management Acquisitie/structurering 4 5 Totaal provisiebaten 50 44

59 57 4 Kostprijs opbrengsten De kostprijs opbrengsten kan als volgt worden onderverdeeld: Projectlasten vastgoedontwikkeling Exploitatielasten vastgoed Provisielasten 4 6 Totaal kostprijs opbrengsten De projectlasten vastgoedontwikkeling kunnen als volgt worden onderverdeeld: Woningbouw (inclusief bouwterreinen) Commercieel vastgoed Diensten 1 2 Totaal projectlasten vastgoedontwikkeling De provisielasten kunnen als volgt worden onderverdeeld: Asset management 3 3 Acquisitie/structurering/overig 1 3 Totaal provisielasten Waardeveranderingen voorraden vastgoed De waardeveranderingen voorraden vastgoed kunnen als volgt worden onderverdeeld: Woningbouw (inclusief bouwterreinen) Commercieel vastgoed Totaal waardeveranderingen voorraden vastgoed

60 58 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 De 2013 waardeveranderingen hebben met name betrekking op bouwterreinen en commercieel vastgoed en zijn het gevolg van verslechterde marktomstandigheden in 2013 voor de ontwikkeling van zowel woningen als commercieel vastgoed waardoor vooruitzichten in de slagingskans van projecten, termijn van realisatie, verwachte marges en verwachte verhuur- en verkoopopbrengsten van commercieel vastgoed zijn verslechterd. Het besluit om de commercieel-vastgoedactiviteiten af te bouwen heeft ook geleid tot extra afwaarderingen in De waardeveranderingen worden nader toegelicht onder 22 Voorraden vastgoed. 6 Reële-waardeveranderingen vastgoedbeleggingen Reële-waardeveranderingen op vastgoedbeleggingen is inclusief gerealiseerde waardeveranderingen op verkopen van vastgoedbeleggingen en vaste activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop. Reële-waardeveranderingen op vastgoedbeleggingen in 2014 is inclusief een reële-waarde van 2 miljoen positief op vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop (2013: 2 miljoen negatief ). In 2014 is een boekwinst gerealiseerd op de verkoop van een aantal grote vastgoedobjecten in Duitsland. Bij de bepaling van deze boekwinst is gebruikt gemaakt van beoordelingen en schattingen. Hoewel deze beoordelingen en schattingen naar beste weten van het management zijn gemaakt, kunnen de daadwerkelijke uitkomsten uiteindelijk afwijken van deze schattingen. De reële-waardeveranderingen op vastgoedbeleggingen worden nader toegelicht in paragraaf 17 Vastgoedbeleggingen. 7 Personeelskosten Salarissen (inclusief variabele beloningen en overige) Pensioenlasten (inclusief vervroegde pensionering) Sociale lasten Overige personeelskosten Totaal personeelskosten Gemiddeld aantal medewerkers (in fte s) BPD MAB Development Bouwfonds Investment Management Fondsenbeheer Nederland Bestuurscentrum Totaal gemiddeld aantal medewerkers voortgezette activiteiten FGH Bank Totaal aantal medewerkers

61 59 8 Algemene en beheerskosten Professionele dienstverlening Personeel-gerelateerde kosten 1 2 Zakenreizen en transport 4 3 Huisvestingskosten Kantoorbenodigdheden en drukkosten 2 2 Communicatie en informatie 2 3 Commerciële kosten 9 9 Automatiseringskosten Dotatie/vrijval voorzieningen 2 32 Bankenbelasting 3 3 Diverse kosten 5 2 Totaal algemene en beheerskosten In de dotatie/vrijval voorzieningen 2013 is een last opgenomen van 32 miljoen die betrekking heeft op het besluit om de activiteiten van MAB Development af te bouwen. Een reorganisatievoorziening vormt een belangrijk onderdeel van deze kosten. 9 Afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen Bedrijfsmiddelen 4 5 Immateriële activa 1 1 Goodwill 6 - Totaal afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen 11 6 De bijzondere waardevermindering op goodwill wordt nader toegelicht in paragraaf 15 Immateriële activa.

62 60 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag Resultaat joint ventures en deelnemingen Een belangrijk deel van de samenwerkingsverbanden voor de ontwikkeling van vastgoed en voor het managen van vastgoed classificeert als joint venture. Daarnaast heeft Rabo Vastgoedgroep een aantal belangen in vastgoedfondsen waarvoor het de fund en asset managementactiviteiten uitvoert. De resultaten van deze joint ventures en deelnemingen zijn in deze post opgenomen. De resultaten worden nader toegelicht in paragraaf 18 Joint ventures en deelnemingen. 11 Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde Dit resultaat kan als volgt worden onderverdeeld: Schuldpapieren 7 (2) Eigen vermogeninstrumenten 2 2 Performance fees (2) 5 Totaal resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde 7 5 Resultaat uit financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde wordt nader toegelicht in paragraaf 19 Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde. 12 Financiële lasten Financiële lasten kunnen als volgt worden onderverdeeld: Rentelasten (66) (94) Bijzondere waardeveranderingen kredieten en vorderingen (2) (8) Totaal financiële lasten (68) (102) De rentebaten en -lasten die betrekking hebben op transacties met verbonden partijen worden toegelicht in paragraaf 41 Verbonden partijen. Een toelichting op bijzondere waardeveranderingen kredieten en vorderingen is opgenomen onder 39.6 Kredietrisico.

63 61 13 Belastingen Deze post betreft de over het resultaat verschuldigde/te ontvangen vennootschapsbelasting. De effectieve belastingdruk op het resultaat bedraagt 9,5% (2013: (22,0%)). De belastingdruk is uit de volgende componenten opgebouwd: in procenten (%) Nominale belastingdruk Nederland (25,0) (25,0) Effect afwijkende belastingdruk overige landen (7,2) 0,5 Effect niet-gewaardeerde actieve latentie 86,6 1,7 Effect belastingen voorgaande jaren (36,7) (0,6) Fiscaal vrijgestelde inkomsten ter voorkoming van dubbele belastingen (17,0) 1,6 Uitgaven niet aftrekbaar (8,1) 0,1 Effect van liquidatieresultaten 4,2 - Overige 12,7 (0,3) Effectieve belastingdruk bedrijfsresultaat 9,5 (22,0) Het effect afwijkende belastingdruk overige landen heeft zowel in 2014 als in 2013 betrekking op het hogere belastingtarief in Duitsland en Frankrijk. Het effect niet-gewaardeerde actieve latentie in 2014 houdt verband met het feit dat Rabo Vastgoedgroep vanaf 2014 de verschillende bedrijfsonderdelen in Frankrijk kan beschouwen als een fiscale eenheid in Frankrijk, waardoor negatieve fiscale resultaten van een aantal bedrijfsonderdelen van Rabo Vastgoedgroep kunnen worden verrekend met toekomstige winsten van andere bedrijfsonderdelen van Rabo Vastgoedgroep. In totaal kan naar verwachting circa 37 miljoen verrekend worden. Het effect belastingen voorgaande jaren houdt voor een belangrijk deel verband met de fiscale effecten van de financiering en verkoop van een aantal grote commercieel-vastgoedobjecten in Duitsland en Frankrijk. Bij Rabo Vastgoedgroep is een groot aantal samenwerkingsverbanden voor de ontwikkeling van vastgoed en het managen van vastgoed vormgegeven middels een joint venture, waarvan de resultaten via de netto vermogenswaarde worden meegenomen. Fiscaal vrijgestelde inkomsten ter voorkoming van dubbele belastingen houdt verband met de deelnemingsvrijstelling die geldt voor deze joint ventures. Overige heeft onder andere betrekking op koersverschillen.

64 62 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Aansluiting tussen de opgenomen belastingen en het bedrag dat resulteert uit toepassing van het Nederlandse belastingtarief op het resultaat over de boekjaren 2014 en 2013: Totaal bedrijfsresultaat vóór belastingen 37 (851) Tegen belastingtarief van 25,0% (2013: 25,0%) (9) 213 Effect afwijkende belastingdruk overige landen (3) (5) Effect niet-gewaardeerde actieve latentie 32 (14) Effect belastingen voorgaande jaren (13) 5 Fiscaal vrijgestelde inkomsten ter voorkoming van dubbele belastingen (6) (13) Uitgaven niet aftrekbaar (3) (1) Effect van liquidatieresultaten 1 - Overige 4 2 Tegen een effectieve belastingdruk van 9,5% (2013: (22,0)%) Actuele winstbelastingen - verslagjaar (24) voorgaande jaren (13) 5 Uitgestelde winstbelastingen (zie 21 Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen) 40 (4) Totaal belastingen Niet-voortgezette activiteiten Op 8 december 2014 heeft de Rabobank het besluit genomen tot integratie van FGH Bank in de Rabobank. Na deze integratie zal FGH Bank geen onderdeel meer uitmaken van Rabo Vastgoedgroep. Als gevolg van dit besluit is FGH Bank in 2014 als nietvoortgezette activiteit gepresenteerd in de winst- en verliesrekening en als activa en hieraan gerelateerde passiva aangehouden voor distributie aan aandeelhouder in de balans. Tot deze classificatie is gekomen omdat: FGH Bank in huidige vorm (die gelijk is aan de vorm op het moment van het besluit) beschikbaar is voor distributie aan de Rabobank; FGH Bank een zelfstandig opererende dochter van Rabo Vastgoedgroep is met eigen activiteiten, waarbij alle activa en passiva en kasstromen afzonderlijk identificeerbaar zijn; en De overdracht van de aandelen van FGH Bank van Rabo Vastgoedgroep naar de Rabobank zal binnen een periode van 12 maanden na balansdatum worden geëffectueerd. De beslissende bevoegdheid en het economisch eigendom over FGH Bank zijn in 2015 overgegaan naar de Rabobank. Sinds het moment dat het besluit genomen is, wordt gewerkt aan het functioneel vormgeven van de integratie. De juridische overdracht van de aandelen van FGH Bank is op 31 maart 2015 afgerond.

65 63 Waardering FGH Bank als niet-voortgezette activiteit IFRS 5 schrijft voor dat activa en hieraan gerelateerde passiva 'aangehouden voor distributie aan aandeelhouder' worden gewaardeerd tegen de laagste van boekwaarde en reële waarde minus kosten toe te rekenen aan de distributie. Uitzonderingen hierop zijn financiële instrumenten (IAS 39), vastgoedbeleggingen (IAS 40) en uitgestelde belastingvorderingen (IAS 12), die alle op basis van de oorspronkelijke standaarden gewaardeerd moeten worden. Dit heeft tot gevolg dat de oorspronkelijke waardering gehandhaafd blijft voor alle materiële balansposities van FGH Bank. De herrubricering van FGH Bank naar aangehouden voor distributie aan aandeelhouder heeft dan ook geen resultaatseffect. Financiële overzichten FGH Bank en toelichtingen De activa en passiva aangehouden voor distributie aan de aandeelhouder per 31 december 2014 kunnen als volgt worden weergegeven: Langlopende vorderingen Overige activa 628 Activa aangehouden voor distributie aan aandeelhouder Lang- en kortlopende schulden aan bankiers Overige passiva 314 Passiva aangehouden voor distributie aan aandeelhouder Het nettoresultaat uit niet-voortgezette activiteiten was sterk negatief, wat met name veroorzaakt wordt door significante afwaarderingen op de kredietportefeuille. De resultaten over 2014 kunnen als volgt worden weergegeven (met vergelijkende cijfers 2013): Financiële baten Financiële lasten (exclusief waardevermindering kredieten) (400) (357) Bijzondere waardevermindering kredieten (574) (560) Totaal bedrijfslasten (74) (73) Resultaat vóór belastingen uit niet-voortgezette activiteiten (299) (265) Belastingen Resultaat na belastingen uit niet-voortgezette activiteiten (226) (200)

66 64 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 De ontwikkeling van de waardeveranderingen van de verstrekte kredieten en vorderingen in 2014 is als volgt: Stand per 1 januari 874 Dotatie via winst- en verliesrekening 594 Vrijval via winst- en verliesrekening (20) Onttrekking (335) Overig 136 Stand per 31 december De onttrekkingen hebben voornamelijk verband met het afwikkelen van een aantal belangrijke dossiers in 2014 en hebben geleid tot een significante verlaging van de kredietportefeuille van FGH Bank. Overig heeft betrekking op een aantal dossiers die zijn overgedragen vanuit de Rabobank naar FGH Bank. In onderstaande tabel wordt de reële waarde van financiële instrumenten en de gebruikte waarderingsmethodiek weergegeven (inclusief de financiële instrumenten die in de jaarrekening niet tegen reële waarde zijn opgenomen). De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief geruild, of een verplichting afgewikkeld zou kunnen worden tussen voldoende geïnformeerde, bereidwillige partijen in een zakelijke transactie. Financiële activa Boekwaarde Reële waarde Categorie I Categorie II Categorie III Financiële activa tegen reële waarde Langlopende vorderingen Liquide middelen Totaal financiële activa Financiële passiva Boekwaarde Reële waarde Categorie I Categorie II Categorie III Langlopende schulden Financiële verplichtingen tegen reële waarde Kortlopende schulden Totaal financiële passiva

67 65 Risk management Rabo Vastgoedgroep, met daarbinnen FGH Bank, heeft risicomanagement verankerd in haar processen en belegd tot op het hoogste niveau in de organisatie. Het risicomanagement van Rabo Vastgoedgroep in het algemeen en voor FGH Bank in het bijzonder wordt beschreven in paragraaf 39 Risk management. Voor de kwalitatieve toelichting op het risicomanagement van FGH Bank wordt dan ook verwezen naar deze paragraaf. Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat de beslissende bevoegdheid en het economisch eigendom over FGH Bank, en daarmee de risico s die betrekking hebben op FGH Bank, in 2015 zijn overgegaan naar de Rabobank. De kwantitatieve toelichtingen in paragraaf 39 Risk management zien voor het jaar 2014 op de voortgezette activiteiten en hierin is FGH Bank dan ook niet meegenomen. Een kwantificering van de belangrijkste risico s van FGH Bank is hieronder weergegeven. Renterisico: De modified duration van het eigen vermogen op 31 december 2014 was 2,5 en de Income-at-risk op 31 december 2014 was nihil. Kredietrisicopositie: 99% van de totale kredietportefeuille van FGH Bank heeft betrekking op de bedrijfstak handel en industrie. Dit is inherent aan de activiteiten en marktpositie van FGH Bank. De kwaliteit van de uitstaande kredieten: Uitstaande kredieten zijn voor het overgrote deel opgenomen onder de langlopende vorderingen. De kwaliteit van de langlopende vorderingen van FGH Bank op 31 december 2014 kan als volgt worden weergegeven: Niet in achterstand, noch afgewaardeerd Zeer hoge kwaliteit Hoge kwaliteit Normale kwaliteit In achterstand of afgewaardeerd Totaal Langlopende vorderingen Ouderdomsanalyse vervallen kredieten: De ouderdomsanalyse van uitstaande kredieten die vervallen zijn, maar niet zijn afgewaardeerd op 31 december 2014 kan als volgt worden weergegeven: < 31 dagen dagen dagen > 90 dagen Totaal Langlopende vorderingen

68 66 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Toelichting op de geconsolideerde balans 15 Immateriële activa De immateriële activa betreffen de aangeschafte contractuele klantenrechten, aangeschafte licenties, software en goodwill. De mutatie in immateriële activa in 2014 was als volgt: Immateriële activa Goodwill Totaal Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen (6) - (6) Stand per 1 januari 4-4 Uitbreidingen Afschrijvingen (1) - (1) Bijzondere waardeveranderingen - (6) (6) Effect niet-voortgezette activiteit (2) - (2) Stand per 31 december Bestaande uit: Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen (5) (6) (11) De mutatie in immateriële activa in 2013 was als volgt: Immateriële activa Goodwill Totaal Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen (6) - (6) Stand per 1 januari 4-4 Uitbreidingen 1-1 Afschrijvingen (1) - (1) Bijzondere waardeveranderingen Stand per 31 december 4-4 Bestaande uit: Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen (6) - (6)

69 67 In 2014 heeft Rabo Vastgoedgroep de resterende aandelen verworven in twee vastgoedbeleggingsfondsen die tot dat moment als joint venture en deelneming stonden geclassificeerd. De acquisitie heeft geleid tot een toename van de vastgoedbeleggingen met 81 miljoen. Afhankelijk van een aantal ontwikkelingen wordt een significante waardestijging verwacht. Dit heeft geleid tot een hogere overnameprijs. In december 2014 is een impairment test uitgevoerd om vast te stellen of er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Bij de impairment test is de realiseerbare waarde vergeleken met de boekwaarde. De hoogste van de bedrijfswaarde enerzijds en de reële waarde verminderd met verkoopkosten anderzijds bepaalt de realiseerbare waarde. De twee verworven entiteiten zijn de kasstroomgenererende eenheden die zijn gebruikt voor het berekenen van de bedrijfswaarde. De kasstromen uit de kasstroomgenererende eenheden hebben voornamelijk betrekking op de huurinkomsten en de exploitatielasten van het vastgoed dat is opgenomen in de twee vastgoedbeleggingsfondsen. De kasstromen zijn contant gemaakt tegen een rentevoet tussen 5% en 9%. Per saldo heeft dit geleid tot een bijzondere waardevermindering van 6 miljoen in In 2014 zijn immateriële activa met een kostprijs van nihil (2013: 1 miljoen) buiten gebruik gesteld. De boekwaarde van deze immateriële activa op het moment van buiten gebruik stellen was nihil. 16 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen De boekwaarde van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen vertoonde in 2014 het volgende verloop: Land en gebouwen in eigen gebruik Bedrijfsmiddelen Totaal Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen (32) (30) (62) Stand per 1 januari Uitbreidingen Verkopen - (1) (1) Afschrijvingen - (4) (4) Effect niet-voortgezette activiteit (32) (5) (37) Stand per 31 december Bestaande uit: Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen (21) (29) (50)

70 68 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 De boekwaarde van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen vertoonde in 2013 het volgende verloop: Land en gebouwen in eigen gebruik Bedrijfsmiddelen Totaal Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen (33) (27) (60) Stand per 1 januari Uitbreidingen Verkopen - (1) (1) Afschrijvingen (2) (7) (9) Overige mutaties - (1) (1) Stand per 31 december Bestaande uit: Kostprijs Cumulatieve afschrijvingen (32) (30) (62) In 2014 zijn onroerende zaken en bedrijfsmiddelen met een kostprijs van nihil (2013: 8 miljoen) buiten gebruik gesteld. De boekwaarde van deze onroerende zaken en bedrijfsmiddelen op het moment van buiten gebruik stellen was nihil. 17 Vastgoedbeleggingen De vastgoedbeleggingsportefeuille bedraagt 175 miljoen (2013: miljoen). Ultimo 2013 bestond de vastgoedbeleggingsportefeuille met name uit winkelcentra, kantoren en bedrijfsruimtes, hotels en parkeergarages. Met de verkoop van een aantal grote commercieel-vastgoedobjecten in met name Duitsland bestaat de vastgoedbeleggingsportefeuille per ultimo 2014 nog uit een beperkt aantal diverse Nederlandse objecten. De vastgoedbeleggingen vertoonden het volgende verloop: Stand per 1 januari Aankopen Verkopen (744) (55) Reële-waardeveranderingen vastgoedbeleggingen 36 (142) Herrubriceringen van activa vanuit onderhanden werk en gereed product Herrubriceringen van activa naar vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop (24) (309) Overige - (20) Effect niet-voortgezette activiteit (216) - Stand per 31 december

71 69 Taxaties Externe taxatie Interne taxatie Totaal vastgoedbeleggingen Externe taxaties van vastgoedbeleggingen zijn uitgevoerd door hiertoe gecertificeerde externe partijen en hebben plaatsgevonden volgens de RICS taxatiestandaarden of andere gelijkwaardige taxatiestandaarden. De vastgoed beleggingen zijn gewaardeerd op basis van methodieken die het beste aansluiten bij het desbetreffende vastgoed. Hieronder vallen de discounted cashflowwaarderingsmethode en de kapitalisatie tegen netto aanvangsrendementen van vergelijkbare transacties. Bij de intern getaxeerde vastgoedbeleggingen wordt gebruikgemaakt van de interne vastgoedkennis, waarbij in 2014 nihil is getaxeerd door gecertificeerde medewerkers van Rabo Vastgoedgroep (2013: 216 miljoen). Intern getaxeerde vastgoedbeleggingen worden vaak gewaardeerd op basis van een discounted cashflowwaarderingsmethode. De vastgoedbeleggingen binnen Rabo Vastgoedgroep zijn veelal unieke objecten. Daarnaast is het aantal vastgoedtransacties in de huidige markt beperkt. Een actieve markt voor soortgelijk vastgoed op dezelfde locatie en in dezelfde staat is dan ook vaak niet aanwezig. Bij de taxaties van de verschillende typen vastgoedbeleggingen wordt een groot aantal parameters gebruikt, die zoveel mogelijk afkomstig zijn van bestaande contracten en marktgegevens. Een zekere mate van beoordeling en schatting is over het algemeen onvermijdelijk. Als gevolg hiervan zijn alle vastgoedbeleggingen in overeenstemming met de reële waarde-classificatie onder IFRS 13 als categorie III aangemerkt. Er is sprake van een grote diversiteit in de portefeuille van vastgoedbeleggingen. Voor de bepaling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen worden, afhankelijk van het soort vastgoed, onder andere de volgende specifieke parameters gebruikt: de huidige en verwachte toekomstige markthuur per m 2, huidige en verwachte toekomstige leegstandpercentages, locatie van het vastgoed, courantheid van het vastgoed, de gemiddelde disconteringsvoet, het ontwikkelbudget en eventuele kredietrisico s. Een belangrijke parameter voor de bepaling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen is de gemiddelde disconteringsvoet. In 2014 is gerekend met een disconteringsvoet tussen 5% en 10% (2013: tussen 6% en 8%). Rabo Vastgoedgroep heeft in 2014 gevoeligheidsanalyses uitgevoerd op een significant deel van haar vastgoedbeleggingsportefeuille (inclusief vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop ). Hieruit is naar voren gekomen dat een mutatie van de disconteringsvoet met 0,25% een effect van 2 miljoen heeft op het resultaat.

72 70 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Operationele leaseovereenkomsten De langlopende operationele leaseovereenkomsten met betrekking tot vastgoedbeleggingen zullen naar verwachting tot de volgende minimale cumulatieve leaseontvangsten leiden: Korter dan één jaar 6 54 Van één tot vijf jaar Langer dan vijf jaar Totaal minimale operationele leaseontvangsten De daling wordt met name veroorzaakt door de verkoop van een aantal grote commercieel vastgoedobjecten in met name Duitsland en Frankrijk en de classificatie als niet-voortgezette activiteit van FGH Bank. 18 Joint ventures en deelnemingen Onder deze post zijn joint ventures en deelnemingen met een positieve netto vermogenswaarde opgenomen. Joint ventures binnen Rabo Vastgoedgroep De voortgezette bedrijfsactiviteiten van Rabo Vastgoedgroep hebben met name betrekking op: de ontwikkeling van integrale woongebieden en commercieel vastgoed; en, het aanbieden van vastgoedbeleggingsproducten, waarbij Rabo Vastgoedgroep alleen of met partners, fund en asset managementactiviteiten verricht voor deze fondsen. Voor elk samenwerkingsverband wordt een aparte juridische structuur opgezet met telkens andere participerende partijen. Aangezien afzonderlijke projecten niet dusdanig groot zijn waren er in 2013 en 2014 geen materiële joint ventures en ook geen materiële joint operations bij Rabo Vastgoedgroep. De cumulatieve boekwaarde en het cumulatieve resultaat van de joint ventures per bedrijfsactiviteit wordt in onderstaande tabel weergegeven. Woongebieden en commercieel vastgoed Totaal resultaat joint ventures (31) (73) Boekwaarde joint ventures op 31 december (46) (7) Er is geen sprake van niet-gerealiseerde resultaten.

73 71 Vastgoedbeleggingsproducten Totaal resultaat joint ventures (8) 2 Boekwaarde joint ventures op 31 december Verslechterde marktomstandigheden in de afgelopen jaren voor de ontwikkeling van zowel woningen als commercieel vastgoed hebben ertoe geleid dat vooruitzichten in de slagingskans van projecten, termijn van realisatie, verwachte marges en verwachte verhuur- en verkoopopbrengsten van commercieel vastgoed zijn verslechterd. Dit heeft geleid tot significante afwaarderingen in de afgelopen jaren. Het in 2013 genomen besluit om de commercieel-vastgoedactiviteiten af te bouwen heeft ook geleid tot extra afwaarderingen. Dit heeft geresulteerd in een negatief eigen vermogen bij een aantal samenwerkingsverbanden. Indien Rabo Vastgoedgroep doorgaat met ontwikkelen, bijvoorbeeld omdat het zich hiertoe heeft verplicht of bepaalde garanties heeft afgegeven, neemt het haar relatieve deel van dit eigen vermogen mee als negatieve netto vermogenswaarde onder de balanspost Voorzieningen. Deelnemingen binnen Rabo Vastgoedgroep Deelnemingen binnen Rabo Vastgoedgroep betreffen voornamelijk belangen in een aantal vastgoedbeleggingsfondsen. In 2013 en 2014 waren er geen materiële deelnemingen bij Rabo Vastgoedgroep. De cumulatieve boekwaarde en het cumulatieve resultaat van de deelnemingen wordt in onderstaande tabel weergegeven. Deelnemingen Totaal resultaat deelnemingen 7 - Boekwaarde deelnemingen op 31 december Per 31 december 2014 heeft Rabo Vastgoedgroep voor in totaal 15 miljoen (2013: 24 miljoen) aan verliezen van deelnemingen niet opgenomen, omdat Rabo Vastgoedgroep geen verplichtingen is aangegaan boven het door Rabo Vastgoedgroep gestorte kapitaal. Er is geen sprake van niet-gerealiseerde resultaten. Overige niet uit de balans blijkende activa en verplichtingen De joint ventures en deelnemingen van Rabo Vastgoedgroep zijn de volgende niet uit de balans blijkende verplichtingen aangegaan. De verplichtingen uit hoofde van werk in uitvoering betreffen 844 (2013: 1.274) woningen in aanbouw, waarvan er 691 (2013: 1.184) reeds zijn verkocht. Met betrekking tot niet-commercieel-vastgoedprojecten zijn per 31 december 2014 voor een bedrag van 7 miljoen (2013: 15 miljoen) verplichtingen aangegaan met derden, waaronder onderaannemers en architecten. Met betrekking tot commercieel-vastgoedprojecten zijn voor een bedrag van 29 miljoen (2013: 7 miljoen) verplichtingen aangegaan met onderaannemers en architecten. De voorwaardelijke verplichtingen inzake terreinen bedragen 102 miljoen (2013: 62 miljoen).

74 72 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde De financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde bestaan uit financiële activa en verplichtingen die bij eerste opname worden gerubriceerd als financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst- en verliesrekening en de financiële activa en verplichtingen die worden aangehouden voor handelsdoeleinden. Rabo Vastgoedgroep heeft ervoor geopteerd om financiële instrumenten die niet worden verworven of aangegaan om winst te genereren uit kortetermijnfluctuaties in prijzen of marges van handelaren als financiële activa en verplichtingen bij eerste opname tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening aan te wijzen. De criteria voor deze rubricering zijn opgenomen in de grondslagen onder 2.17 Financiële activa en verplichtingen (Rubricering). Financiële activa tegen reële waarde via winst- en verliesrekening kunnen als volgt worden onderverdeeld: Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden Derivaten niet aangewezen als hedge-instrument Financiële activa bij eerste opname aangewezen tegen reële waarde Schuldpapieren Eigen vermogeninstrumenten Financiële activa aangehouden als kasstroomhedge - 9 Overige 8 8 Totaal financiële activa tegen reële waarde via winst- en verliesrekening De financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden betreffen derivaten (Interest Rate Swaps, hierna IRS ) die niet aangewezen zijn als hedge-instrument die zijn afgesloten met de Rabobank. Met het besluit tot integratie van FGH Bank in de Rabobank zijn deze derivaten in 2014 geclassificeerd als 'Activa aangehouden voor distributie aan aandeelhouder'. De IRS-contracten met een positieve waarde per jaareinde 2013 bedragen 161 miljoen met een onderliggende hoofdsom van miljoen.

75 73 De eigen-vermogeninstrumenten betreffen met name belangen in vastgoedfondsen waarin Rabo Vastgoedgroep geen invloed van betekenis heeft en die niet-beursgenoteerd zijn. Deze belangen worden gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde. De netto vermogenswaarde vertegenwoordigt in deze de beste benadering van de reële waarde omdat de vastgoedbeleggingen en de derivaten in de fondsen zijn gewaardeerd tegen reële waarden. De onder schuldpapieren aangekochte gesecuritiseerde schuldpapieren worden gewaardeerd op basis van een modelmatige waarderingsmethodiek. Deze waarderingsmethodiek houdt rekening met de huidige beperkte verhandelbaarheid van de instrumenten en maakt gebruik van afgeleide observeerbare marktparameters. Op basis van de huidige beperkte liquiditeit in bepaalde schuldpapieren en markten is een afgeleid product gebruikt dat dezelfde karakteristieken vertoont en waarvoor de illiquiditeit niet in dezelfde mate geldt. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de kwaliteit, locatie en aard van de onderliggende activiteiten waarvoor de leningen zijn verstrekt. Verwachte toekomstige kasstromen worden op basis van deze afgeleide parameters contant gemaakt. De financiële activa aangehouden als kasstroomhedge worden toegelicht in de paragraaf kasstroomafdekkingen. Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst- en verliesrekening kunnen als volgt worden onderverdeeld: Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden Derivaten niet aangewezen als hedge-instrument Financiële verplichtingen bij eerste opname aangewezen tegen reële waarde Schuldpapieren 3 3 Financiële verplichtingen aangehouden als kasstroomhedge Totaal financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst- en verliesrekening De financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden betreffen IRS-en die niet aangewezen zijn als hedge-instrument die zijn afgesloten met de Rabobank. Met het besluit tot integratie van FGH Bank in de Rabobank zijn deze derivaten in 2014 geclassificeerd als Passiva aangehouden voor distributie aan aandeelhouder. De IRS-contracten met een negatieve waarde per jaareinde 2013 bedragen 157 miljoen met een onderliggende hoofdsom van miljoen. Kasstroomafdekkingen Rabo Vastgoedgroep maakt gebruik van rentederivaten om veranderingen in de kasstromen van bepaalde variabel-rentende schuldinstrumenten af te dekken. Mutaties in deze derivaten worden in het eigen vermogen verwerkt onder toepassing van hedge accounting. Deze rentederivaten worden voornamelijk aangegaan tussen FGH Bank en de Rabobank. Door het besluit van de Rabobank om FGH Bank te integreren bij de Rabobank zijn deze derivaten per ultimo 2014 in de balans geclassificeerd als aangehouden voor distributie aan aandeelhouder.

76 74 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag Financiële activa aangehouden als kasstroomhedge - 9 Totaal financiële activa aangehouden voor hedge-accounting Financiële verplichtingen aangehouden als kasstroomhedge Totaal financiële verplichtingen aangehouden voor hedge-accounting De gecontracteerde nominale bedragen van de resterende derivaten aangehouden voor hedging-doeleinden zijn aan de actiefzijde nihil (2013: miljoen) en aan de passiefzijde in totaal 60 miljoen (2013: miljoen). Per 31 december 2014 hebben de reële-waardemutaties van de derivaten aangemerkt als kasstroomafdekkingen geleid tot een netto niet-gerealiseerd verlies van 10 miljoen (2013: 88 miljoen). De negatieve mutatie van 24 miljoen uit hoofde van kasstroom hedges (2013: 70 miljoen positief ) die rechtstreeks is verwerkt in de eigen-vermogenscomponent Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat houdt voornamelijk verband met de integratie van FGH Bank in de Rabobank. De perioden waarin de kasstromen naar verwachting zullen plaatsvinden en naar verwachting het resultaat zullen gaan beïnvloeden zijn als volgt: Reële waarde Binnen 1 jaar Tussen 1 5 jaar Hoofdsom Meer dan 5 jaar Totaal 2014 Financiële activa aangehouden als kasstroomhedge Financiële verplichtingen aangehouden als kasstroomhedge Reële waarde Binnen 1 jaar Tussen 1 5 jaar Hoofdsom Meer dan 5 jaar Totaal 2013 Financiële activa aangehouden als kasstroomhedge Financiële verplichtingen aangehouden als kasstroomhedge

77 75 20 Langlopende vorderingen Deze post omvat vorderingen die ontstaan wanneer Rabo Vastgoedgroep geldmiddelen of diensten direct aan een klant verstrekt zonder het voornemen de lening te verhandelen of te verkopen. Door het besluit tot integratie van FGH Bank in de Rabobank zijn alle door FGH Bank verstrekte vorderingen in 2014 geclassificeerd als 'Activa aangehouden voor distributie aan aandeelhouder'. De langlopende vorderingen kunnen als volgt worden onderverdeeld: Hypotheken met onderpand woonhuizen Hypotheken met onderpand niet-woonhuizen Kredieten vastgoedactiviteiten Kredieten managementactiviteiten Overige 9 96 Totaal langlopende vorderingen aan klanten Langlopende banktegoeden Totaal langlopende vorderingen De verdeling van de langlopende vorderingen aan klanten naar sector is als volgt: Overheid Private sector zakelijk Private sector particulier Totaal langlopende vorderingen vóór aftrek voorziening waardeverminderingen Voorziening waardeveranderingen vorderingen Totaal langlopende vorderingen aan klanten De rentebaten op langlopende vorderingen worden gepresenteerd onder 'financiële baten' in de winst- en verliesrekening.

78 76 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 De waardeveranderingen vorderingen toonden het volgende verloop: Stand per 1 januari Dotatie (via Bijzondere waardeverandering ) Vrijval (via Bijzondere waardeverandering ) (1) (39) Onttrekking (2) (48) Effect niet-voortgezette activiteit (874) - Stand per 31 december Alle vorderingen die een bijzondere waardeverandering hebben ondergaan, zijn afgeschreven tot het realiseerbare bedrag. In de waardeveranderingen vorderingen is in 2014 een kredietvoorziening opgenomen voor Nog niet gerapporteerde verliezen op kredieten en vorderingen (IBNR) van nihil (2013: 52 miljoen). De hoogte van de IBNR-voorziening is bepaald op basis van historische ervaringscijfers, waarbij rekening is gehouden met het huidige economische klimaat. De significante dotatie aan de voorziening voor bijzondere waardeveranderingen in 2013 is het gevolg van verslechterde financiële posities van kredietnemers en de afgenomen waarde van het onderliggende onroerend goed waardoor toekomstige kasstromen voor rente en aflossing negatief beïnvloed kunnen worden. Het waarderingsproces van de kredietportefeuille wordt nader toegelicht in paragraaf 2.17 Financiële activa en verplichtingen. In de risk managementparagraaf (zie 39 Risk management) wordt ingegaan op het beheer van financiële risico s aangaande de kredietportefeuille.

79 77 21 Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen kunnen aan de volgende posten worden toegerekend: 31 december januari 2014 Vorde ringen Verplich tingen Via winsten-verliesrekening Via eigen vermogen Overige Effect nietvoortgezette activiteit Vorderingen Verplich tingen Langlopende vorderingen Onroerende zaken en (5) 7 - bedrijfsmiddelen Voorraden vastgoed (13) - (4) Voorzieningen (3) 3 - Financiële activa en (26) 28 - verplichtingen tegen reële waarde Geactiveerde (1) compensabele verliezen Overige Totaal uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen (5) (34) december januari 2013 Via winst- Vorde ringen Verplich tingen en-verliesrekening Via eigen vermogen Overige Vorderingen Verplich tingen Langlopende vorderingen Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Voorraden vastgoed (5) Voorzieningen Financiële activa en verplichtingen tegen (24) reële waarde Geactiveerde compensabele verliezen 3 - (1) Overige - - (1) Totaal uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen (5) (24) De belastinglatenties binnen de post geactiveerde compensabele verliezen houdt verband met het kunnen beschouwen als een fiscale eenheid in Frankrijk vanaf 2014, waardoor negatieve fiscale resultaten van een aantal bedrijfsonderdelen van Rabo Vastgoedgroep kunnen worden verrekend met toekomstige winsten van andere bedrijfsonderdelen van Rabo Vastgoedgroep. De belastinglatenties binnen de post voorraden vastgoed hebben hoofdzakelijk betrekking op de

80 78 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 verschillen in commerciële en fiscale verwerkingswijze van de geactiveerde rente in de gronden in vervaardiging. De belastinglatenties op de financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde voor hedging-doeleinden hebben betrekking op de ongerealiseerde waardemutaties van de kasstroomhedges die netto rechtstreeks in het eigen vermogen worden verwerkt. De belastinglatenties op de voorzieningen hebben betrekking op de verwerkingswijze van de personeelsvoorzieningen. De belastinglatenties op de onroerende zaken en bedrijfsmiddelen hebben betrekking op het verschil in verwerkingswijze van de afschrijvingen. De belastinglatenties op voorraden vastgoed zitten zowel binnen als buiten de fiscale eenheid met de Rabobank. Alle overige belastinglatenties hebben betrekking op zaken binnen de fiscale eenheid met de Rabobank. 22 Voorraden vastgoed Deze post omvat de posities betreffende de vastgoedactiviteiten en kan als volgt worden onderverdeeld: Bouwterreinen en vereveningsfondsen Onderhanden werk Gereed product Totaal voorraden vastgoed Bouwterreinen en vereveningsfondsen opgenomen onder 32 Overlopende passiva (56) (38) Onderhanden werk opgenomen onder 32 Overlopende passiva (100) (116) Netto voorraden vastgoed Het verloop van de voorzieningen is als volgt: Stand per 1 januari 2014 Toevoegingen/ vrijval Onttrekkingen/ overige mutaties Stand per 31 december 2014 Bouwterreinen en vereveningsfondsen (96) 669 Onderhanden werk (149) 116 Gereed product 41 (2) Opgenomen onder 32 Overlopende passiva Bouwterreinen en vereveningsfondsen Onderhanden werk 28 - (2) 26 Totaal voorraden vastgoed (218) 926 De toevoegingen aan de vastgoedvoorzieningen zijn in de winst- en verliesrekening gepresenteerd onder Waardeveranderingen voorraden vastgoed.

81 79 Bouwterreinen en vereveningsfondsen Deze post kan als volgt worden onderverdeeld: Bouwrijpe kavels Lopende grondexploitaties Overige terreinen met bestemmingsplan Terreinen zonder bestemmingsplan (incl. Vinex) < 5 jaar Terreinen zonder bestemmingsplan (incl. Vinex) 5-10 jaar Terreinen zonder bestemmingsplan (incl. Vinex) > 10 jaar Vereveningsfondsen Geactiveerde reële waarde 1 1 Totaal bouwterreinen en vereveningsfondsen Voorraden vastgoed wordt gewaardeerd tegen kostprijs of lagere netto realiseerbare waarde. De netto realiseerbare waarde van bouwterreinen en vereveningsfondsen is de hoogste van de directe opbrengstwaarde en de indirecte opbrengstwaarde. De directe opbrengstwaarde is de geschatte waarde bij verkoop minus de geschatte kosten om de verkoop te realiseren. De indirecte opbrengstwaarde is de geschatte opbrengst in het kader van de normale bedrijfsvoering minus de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren, waarbij de verwachte kasstromen contant worden gemaakt tegen de gewogen gemiddelde kapitaalvoet. Bij het bepalen van de gewogen gemiddelde kapitaalvoet wordt rekening gehouden met de verwachte vermogensstructuur, timing van kasstromen, operationele risico s en Rabo Vastgoedgroepspecifieke omstandigheden. Bij de bepaling van zowel de directe als de indirecte opbrengstwaarde wordt gebruikgemaakt van beoordelingen en schattingen. Bij de bepaling van de directe en de indirecte opbrengstwaarde worden risico s die betrekking hebben op lopende grondexploitaties, terreinen zonder bestemmingsplan en vereveningsfondsen, zoals demografische ontwikkelingen, ligging, invulling en uitwerking van ontwikkelplannen en bestuurlijke besluitvorming, zoveel mogelijk locatie-specifiek, meegenomen. Dit resulteert per locatie in een verwachte ontwikkeling van de grond- en woningprijzen, verwachte marges per woning en overige variabelen, die uiteindelijk bepalend zijn voor de directe en de indirecte opbrengstwaarde. Per kavel/bouwterrein is de netto realiseerbare waarde bepaald door de directe en de indirecte opbrengstwaarde met elkaar te vergelijken. Voor bouwrijpe kavels en de lopende grondexploitaties is de netto realiseerbare waarde in de regel gelijk aan de indirecte opbrengstwaarde. Voor de overige categorieën kan voor een bouwterrein zowel de directe als de indirecte opbrengst waarde leidend zijn geweest voor de bepaling van de netto realiseerbare waarde, waarbij in de regel vaker de directe opbrengstwaarde is gebruikt naarmate het naar verwachting langer duurt voordat met de realisatie kan worden begonnen. Het risico op afwijkingen ten opzichte van beoordelingen en schattingen is in het algemeen groter bij terreinen zonder bestemmingsplan dan bij terreinen met bestemmingsplan, waarbij het risico op afwijkingen verder toeneemt naarmate het naar verwachting langer duurt voordat een begin wordt gemaakt met de ontwikkeling. In 2014 is de netto realiseerbare waarde van alle lopende grondexploitaties, terreinen zonder bestemmingsplan en vereveningsfondsen berekend en deze is vergeleken met de boekwaarde. Dit heeft per saldo geresulteerd in een dotatie aan de voorziening van in totaal 16 miljoen (2013: 567 miljoen). Een deel van de dotaties aan de voorziening is meegenomen onder 32 Overlopende passiva. Dit betreft projecten met een negatieve boekwaarde van een kavel/bouwterrein. Een negatieve boekwaarde kan bijvoorbeeld ontstaan als Rabo Vastgoedgroep zich verplicht heeft om vastgoed te ontwikkelen, waarbij het project, volgens de huidige schattingen, verliesgevend is, en het verlies groter is dan het op dat moment geactiveerde bedrag.

82 80 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 De afwaarderingen op bouwterreinen en vereveningsfondsen in 2013 waren het gevolg van verslechterde marktomstandigheden waardoor vooruitzichten in de slagingskans van projecten, de termijn van realisatie, de verwachte marges en het aantal te verkopen woningen verslechterden. Onderhanden werk Deze post kan als volgt worden onderverdeeld: Onderhanden werk (opgenomen onder 22 Voorraden vastgoed) Woningen in voorbereiding en in aanbouw Commercieel vastgoed in ontwikkeling en in uitvoering Vooruitgefactureerde termijnen woningbouw (127) (247) Vooruitgefactureerde termijnen commercieel vastgoed (147) (244) Totaal onderhanden werk (opgenomen onder 22 Voorraden vastgoed) Onderhanden werk (opgenomen onder 32 Overlopende passiva) Woningen in voorbereiding en in aanbouw 118 (7) Commercieel vastgoed in ontwikkeling en in uitvoering (1) 37 Dienstverlening (2) (4) Vooruitgefactureerde termijnen woningbouw (213) (97) Vooruitgefactureerde termijnen commercieel vastgoed (3) (45) Totaal onderhanden werk (opgenomen onder 32 Overlopende passiva) (101) (116) Totaal onderhanden werk Onderhanden werk (opgenomen onder 22 Voorraden vastgoed) Onderhanden werk (opgenomen onder 32 Overlopende passiva) (101) (116) Totaal onderhanden werk Van de in totaal (2013: 8.057) woningen in aanbouw zijn er in totaal (2013: 6.521) verkocht. Het aantal woningen in aanbouw voor joint ventures wordt toegelicht bij 18 Joint ventures en deelnemingen. Voor onderhanden werk is de netto realiseerbare waarde in de regel gelijk aan de indirecte opbrengstwaarde. De waarde van het onverkochte onderhanden werk wordt jaarlijks getoetst op indicaties van mogelijke waardedalingen. Indien een indicatie aanwezig is, wordt de indirecte opbrengstwaarde van het onderhanden werk ingeschat. Bij de toetsing op indicaties van mogelijke waardedalingen worden aannames en schattingen meegenomen, zoals woningprijzen, verwachte marges per woning, percentage verkochte woningen en constructie- en aanneemrisico. Per saldo is in miljoen gedoteerd aan de voorziening voor onderhanden werk (2013: 110 miljoen). De afwaarderingen op onderhanden werk in 2013 zijn het gevolg van verslechterde marktomstandigheden in 2013 voor de ontwikkeling van zowel woningen als commercieel vastgoed waardoor vooruitzichten in de slagingskans van projecten, termijn van realisatie, verwachte marges, aantallen woningen en verwachte verhuur- en verkoopopbrengsten van commercieel vastgoed zijn gewijzigd. Het 2013 besluit om de commercieel-vastgoedactiviteiten af te bouwen heeft ook geleid tot extra afwaarderingen.

83 81 In 2014 is een bedrag van 21miljoen (2013: 36 miljoen) aan rente gealloceerd en geactiveerd onder onderhanden werk. Het gemiddeld toegepaste rentepercentage voor de bepaling van de te activeren rentekosten ligt in de range van 0,3% tot 5,5% (2013: van 1,9% tot 5,5%). In 2014 is geen onderhanden werk overgeboekt naar vastgoedbeleggingen (2013: 101 miljoen). Gereed product Deze post kan als volgt worden onderverdeeld: Woningbouwprojecten Commercieel-vastgoedprojecten Totaal gereed product Opgeleverde, onverkochte woningen per jaareinde Nederland België Frankrijk Duitsland 5 8 Overige 2 2 Totaal opgeleverde, onverkochte woningen Minimaal één keer per jaar en in het geval van indicaties wordt de waarde van het gereed product berekend; in de meeste gevallen met een interne of externe taxatie. In de taxaties worden aannames en schattingen, zoals de ontwikkeling van de investeerders-, woning- en financieringsmarkt, meegenomen. Bij commercieel-vastgoedprojecten wordt daarnaast rekening gehouden met andere relevante parameters zoals de huidige en verwachte toekomstige markthuur per m2, huidige en verwachte toekomstige leegstandpercentages, locatie van het vastgoed, courantheid van het vastgoed, de gemiddelde disconteringsvoet en het ontwikkelbudget. 23 Handelsdebiteuren Handelsdebiteuren bestaan uit vorderingen op kopers van commercieel vastgoed en woningbouw van 182 miljoen (2013: 143 miljoen) en overige handelsdebiteuren van 11 miljoen (2013: 4 miljoen). Bij het bepalen van de voorziening voor dubieuze debiteuren wordt gebruikgemaakt van beoordelingen en schattingen.

84 82 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag Acute belastingvorderingen en -verplichtingen Deze post betreft niet-latente belastingvorderingen en -verplichtingen uit hoofde van vennootschapsbelasting. Belastingvorderingen zijn afgenomen van 285 miljoen per 31 december 2013 naar 225 miljoen per 31 december Het classificeren van FGH Bank als niet-voortgezette activiteit heeft geleid tot een daling van 64 miljoen in de acute belastingvorderingen. Belastingverplichtingen zijn toegenomen met 24 miljoen. De Nederlandse fiscale eenheid van Rabo Vastgoedgroep is onderdeel van de fiscale eenheid van de Rabobank. Het wordt als waarschijnlijk ingeschat dat in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn in de fiscale eenheid van de Rabobank waarmee deze verliezen kunnen worden verrekend, waarbij de afrekening via de Rabobank zal plaatsvinden. 25 Overlopende activa De overlopende activa hebben betrekking op vooruitbetaalde bedragen voor kosten die ten laste van volgende periode(n) komen en de nog te ontvangen bedragen wegens baten ten gunste van de huidige of voorgaande periode(n) Overheid Private sector zakelijk Nog te ontvangen rente 6 72 Overige activa Totaal overige activa Liquide middelen De post liquide middelen omvat alle wettige betaalmiddelen inclusief vreemde valuta welke ter vrije beschikking staan Rekening-courant Totaal liquide middelen Alle liquide middelen zijn vrijelijk beschikbaar. Liquide middelen met verbonden partijen worden toegelicht in paragraaf 41 Verbonden partijen.

85 83 27 Vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop Vastgoed aangehouden voor verkoop bedraagt 246 miljoen (2013: 301 miljoen). Vastgoed aangehouden voor verkoop betreft met name woningen en parkeergarages in verschillende landen. Het is waarschijnlijk dat de boekwaarde binnen 12 maanden door verkoop zal worden gerealiseerd en niet door het voortgezette gebruik. Gedurende 2014 is vastgoed ter waarde van 24 miljoen overgeboekt vanuit vastgoedbeleggingen en is vastgoed ter waarde van 95 miljoen (2013: 4 miljoen) verkocht. In 2014 is 13 miljoen vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop aangekocht en is de positie met 2 miljoen toegenomen als gevolg van reële waardeveranderingen. Per eind 2014 zijn verkooptransacties ter grootte van 82 mln gesloten die pas in 2015 geëffectueerd zijn (eind 2013: 68 miljoen). Per ultimo 2014 is dit vastgoed gewaardeerd tegen de contractuele verkoopprijs. De parkeergarages geclassificeerd als aangehouden voor verkoop betreffen unieke objecten. Het aantal vastgoedtransacties in dit segment is beperkt en een actieve markt voor soortgelijk vastgoed op dezelfde locatie en in dezelfde staat is dan ook niet aanwezig. Voor de taxaties van zowel de woningen als de parkeergarages wordt een groot aantal specifieke parameters gebruikt, die zoveel mogelijk afkomstig zijn van bestaande contracten en marktgegevens. Een zekere mate van beoordeling en schatting is over het algemeen onvermijdelijk. Als gevolg hiervan is het vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop in overeenstemming met de reële waarde-classificatie onder IFRS 13 geheel als categorie III aangemerkt. Voor de bepaling van de reële waarde worden, afhankelijk van het soort vastgoed, onder andere de volgende parameters gebruikt: de huidige en verwachte toekomstige markthuur, huidige en verwachte toekomstige leegstandpercentages, locatie van het vastgoed, courantheid van het vastgoed, de gemiddelde disconteringsvoet, het ontwikkelbudget en eventuele kredietrisico s. Een belangrijke parameter voor de bepaling van de reële waarde van het vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop is de gemiddelde disconteringsvoet. In 2014 is gerekend met een disconteringsvoet tussen 6% en 10% (2013: tussen 6% en 9%). Taxaties Externe taxatie Interne taxatie Waardering op basis van contractuele verkoopprijs Totaal vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop Externe taxaties zijn uitgevoerd door hiertoe gecertificeerde externe partijen en hebben plaatsgevonden volgens de RICS taxatiestandaarden of andere gelijkwaardige taxatiestandaarden. De vastgoedbeleggingen zijn gewaardeerd op basis van methodieken die het beste aansluiten bij het desbetreffende vastgoed. Hieronder valt een discounted cashflowwaarderingsmethode. Voor de meer courante woningmarkt spelen daadwerkelijke verkoopprijzen van vergelijkbare woningen een belangrijke rol in de waardebepaling.

86 84 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag Aandelenkapitaal en reserves Geplaatst en gestort aandelenkapitaal Agioreserve Ingehouden winst inclusief nettoresultaat huidige boekjaar (427) (257) Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat (112) (88) Totaal eigen vermogen aandeelhouder moedermaatschappij Het maatschappelijk kapitaal bedraagt 20,7 miljoen (2013: 20,7 miljoen) en bestaat onveranderd uit 18 miljoen aandelen, waarvan aandelen zijn geplaatst en volgestort. De aandelen hebben een nominale waarde van 1,15 elk. De algemene vergadering besluit tot uitgifte van aandelen. De algemene vergadering kan de directie aanwijzen als het tot uitgifte bevoegde orgaan. Zolang de directie tot uitgifte bevoegd is kan de algemene vergadering niet tot uitgifte besluiten. Het resultaat staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het geplaatst kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moet worden aangehouden. In de ingehouden winst is een bedrag opgenomen van 11 miljoen (2013: 9 miljoen) dat betrekking heeft op ongerealiseerde waardeveranderingen in het eigen vermogen, welke vennootschappelijk als wettelijke reserve dient te worden beschouwd. De winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat hebben betrekking op ongerealiseerde verliezen uit kasstroomhedges en bedragen per saldo 24 miljoen negatief in 2014 (2013: 70 miljoen positief ). De ongerealiseerde verliezen in 2014 hebben volledig betrekking op FGH Bank. Het corresponderende belastingeffect over deze ongerealiseerde verliezen bedraagt 8 miljoen. Het cumulatieve belastingeffect over ongerealiseerde verliezen dat betrekking heeft op FGH Bank is opgenomen onder activa aangehouden voor distributie aan aandeelhouder. Het 2013 belastingeffect over de ongerealiseerde verliezen bedraagt 24 miljoen negatief, zie 21 Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen. Er zijn in 2013 en 2014 geen mutaties rechtstreeks verwerkt in het minderheidsbelang. Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten en het geconsolideerd vermogensoverzicht. Op 17 april 2014 heeft de Rabobank een agiostorting van 450 miljoen in Rabo Vastgoedgroep gedaan. In het geconsolideerd vermogensoverzicht is onder Overig een correctie van 19 miljoen op een informele kapitaalstroting uit 2012 opgenomen. Op 31 maart 2015 is de juridische overdracht van FGH Bank van Rabo Vastgoedgroep naar de Rabobank afgerond.

87 85 29 Voorzieningen Primaire en secundaire personeelsvoorzieningen Garantiefonds Herstructureringsvoorziening Overige voorzieningen Voorziening joint ventures en deelnemingen Totaal voorzieningen Voorzieningen op joint ventures en deelnemingen worden nader toegelicht in paragraaf 18 Joint ventures en deelnemingen. De boekwaarde van de voorzieningen (exclusief voorzieningen joint ventures en deelnemingen vertoonde in 2014 het volgende verloop: Primaire en secundaire personeelsvoorzieningen Garantiefonds Herstructureringsvoorziening Overige Voorzieningen Totaal Stand per 1 januari Toevoeging ten laste van resultaat Onttrekkingen (1) (2) (11) (3) (17) Vrijval ten gunste van resultaat (1) (1) (7) (1) (10) Effect niet-voortgezette activiteit (4) (4) Overige mutaties Stand per 31 december De boekwaarde van de voorzieningen (exclusief voorzieningen joint ventures en deelnemingen vertoonde in 2013 het volgende verloop: Primaire en secundaire personeelsvoorzieningen Garantiefonds Herstructureringsvoorziening Overige Voorzieningen Stand per 1 januari Toevoeging ten laste van resultaat Onttrekkingen (1) (4) (12) (3) (20) Vrijval ten gunste van resultaat (1) - - (1) (2) Overige mutaties 1 (1) (1) 3 2 Stand per 31 december Totaal

88 86 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Primaire en secundaire personeelsvoorzieningen Deze voorziening heeft betrekking op uitkeringen na pensionering, niet zijnde pensioenrechten, alsmede uitkeringen die zijn aan te merken als secundaire arbeidsvoorwaarden. Garantiefonds Eigenaren van Rabo Vastgoedgroep-woningen krijgen een garantiecertificaat uitgereikt. De daaruit voortvloeiende financiële verplichtingen worden uit dit fonds voldaan. Herstructureringsvoorziening Deze voorziening houdt verband met (i) het besluit om de activiteiten van MAB Development af te bouwen en (ii) de strategische heroriëntatie bij Bouwfonds IM. Overige voorzieningen Deze post omvat onder andere voorzieningen voor claims en juridische geschillen. 30 Langlopende schulden Deze post omvat verschuldigde bedragen met een looptijd van meer dan een jaar Termijndeposito s Hypothecaire leningen Overige langlopende schulden Totaal langlopende schulden In verband met ontvangen financieringen van 137 miljoen (2013: 121 miljoen) zijn zekerheden verstrekt in de vorm van vastgoedbeleggingen met een boekwaarde van 82 miljoen (2013: 55 miljoen). De daling van de termijndeposito s wordt verklaard door het als niet-voortgezette activiteit presenteren van FGH Bank in 2014 (zie 14 Niet-voortgezette activiteiten).

89 87 31 Kortlopende schulden Deze post omvat verschuldigde bedragen met een looptijd korter dan een jaar Geldmarktdeposito s Daggeld en opvraagbare kredietsaldi Overige kortlopende schulden Totaal kortlopende schulden De daling van de geldmarktdeposito s wordt verklaard door het als niet-voortgezette activiteit presenteren van FGH Bank in 2014 (zie 14 Niet-voortgezette activiteiten). 32 Overlopende passiva Onderhanden werk (zie 22 Voorraden vastgoed) Bouwterreinen en vereveningsfondsen (zie 22 Voorraden vastgoed) Crediteuren Te betalen rente opgenomen gelden Overige overlopende passiva Totaal overlopende passiva

90 88 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Overige informatie 33 Voorwaardelijke schulden en onherroepelijke kredietfaciliteiten Deze post betreft garanties afgegeven inzake verplichtingen van derden en voorwaardelijk aangekochte grond. Deze hebben hoofdzakelijk betrekking op verplichtingen die gebruikelijk zijn in ontwikkelingsprojecten. Voorwaardelijke schulden Voorwaardelijke verplichtingen voortvloeiend uit afgegeven garanties Voorwaardelijke verplichtingen inzake terreinen Totaal voorwaardelijke schulden De voorwaardelijke verplichtingen voortvloeiend uit afgegeven garanties zullen voor een groot deel verlopen bij beëindiging van het project zonder dat zij geheel of gedeeltelijk tot betaling leiden. Dit betekent dat de opgevoerde bedragen niet de verwachte toekomstige kasstromen weergeven. De afgegeven garanties hebben voor 677 miljoen (2013: 730 miljoen) betrekking op concerngaranties aan derden en voor 192 miljoen (2013: 197 miljoen) betrekking op concerngaranties aan de Rabobank in ruil voor verstrekte bankgaranties door de Rabobank aan derden. Onherroepelijke kredietfaciliteiten Beschikkingsruimte kredietfaciliteiten en bouwdepot Openstaande offertes (gewogen naar slagingskans) Totaal onherroepelijke kredietfaciliteiten Door het als niet-voortgezette activiteit presenteren van FGH Bank in 2014 zijn er geen onherroepelijke kredietfaciliteiten meer per ultimo Overige niet uit de balans blijkende activa en verplichtingen De overige niet uit de balans blijkende activa en verplichtingen die verband houden met joint ventures worden toegelicht in paragraaf 18 Joint ventures en deelnemingen. Daarnaast is Rabo Vastgoedgroep de volgende overige niet uit de balans blijkende verplichtingen aangegaan:

91 89 De verplichtingen uit hoofde van werk in uitvoering betreffen (2013: 8.057) woningen in aanbouw, waarvan er (2013: 6.521) reeds zijn verkocht. De verplichtingen aangegaan met derden, waaronder onderaannemers en architecten met betrekking tot niet-commercieelvastgoedprojecten bedragen 552 miljoen per 31 december 2014 (2013: 421 miljoen). De verplichtingen aangegaan met derden, waaronder onderaannemers en architecten met betrekking tot commercieelvastgoedprojecten bedragen 35 miljoen per 31 december 2014 (2013: 33 miljoen). Er is geen sprake van activa die zijn verpand of als zekerheid werden gesteld. Met hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van verplichtingen van samenwerkingsverbanden met derden wordt in de balans slechts rekening gehouden indien en voor zover de financiële positie van een of meerdere partners daartoe aanleiding geeft. Er zijn langlopende verplichtingen aangegaan betreffende de huur van kantoorpanden en de operationele leasing van auto s. Uit hoofde van langlopende huur- en leasecontracten waren per jaareinde de volgende verplichtingen aangegaan: Korter dan één jaar Van één tot vijf jaar Langer dan vijf jaar 1 1 Totaal langlopende verplichtingen Rabo Vastgoedgroep heeft geen niet uit de balans blijkende verplichtingen uit hoofde van de afgesloten en lopende derivaatcontracten. Rabo Vastgoedgroep heeft in het verleden een grondpositie ('plot') gekocht voor herontwikkeling. Een klein deel van dit plot is niet door Rabo Vastgoedgroep overgenomen, maar voor dit deel heeft Rabo Vastgoedgroep een putoptie afgegeven aan de verkopende partij. Deze putoptie geeft de verkopende partij het recht om dit deel aan Rabo Vastgoedgroep te verkopen waarbij Rabo Vastgoedgroep de onvoorwaardelijke verplichting heeft om het over te nemen. De onvoorwaardelijke verplichting bedraagt circa 25 miljoen per 31 december Rabo Vastgoedgroep acht het niet waarschijnlijk dat de optie zal worden uitgeoefend door de verkopende partij en heeft dan ook geen voorziening getroffen. Indien de putoptie toch wordt uitgeoefend zijn de netto opbrengsten voor Rabo Vastgoedgroep uit de herontwikkeling dan wel de verkoop van het verkregen vastgoed niet nauwkeurig in te schatten. Het maximale negatieve exposure voor Rabo Vastgoedgroep per 31 december 2014 is gelijk aan de uitoefenprijs van de optie en bedraagt 25 miljoen. De hoofddirectie en raad van commissarissen van Rabo Vastgoedgroep hebben in de eerste helft van 2007 besloten tot een breed en diepgaand forensisch onderzoek naar vermeende fraude bij een aantal projecten uit de tijd van het vroegere ABN AMRO Bouwfonds. Eind 2007 heeft het Openbaar Ministerie in dit kader invallen gedaan, onder meer bij Rabo Vastgoedgroep. De totale kosten van de externe onderzoeken en adviezen bedragen vanaf 2007 tot en met 2014 circa 29 miljoen. De inschatting van het management is vooralsnog dat het saldo van de mogelijke kosten door toekomstige claims versus toekomstig verhaal nihil zal bedragen. De reeds geïncasseerde schikkingsopbrengsten tot en met 2014 zijn verantwoord in het resultaat van de desbetreffende jaren.

92 90 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag Overzicht van kasstromen De kasstroom uit voortgezette financieringsactiviteiten omvat 44 miljoen (2013: 60 miljoen) aan ontvangen rente en 69 miljoen (2013: 93 miljoen) aan betaalde rente. Er is geen sprake van niet gebruikte kredietfaciliteiten bij de voortgezette activiteiten. 36 Reële waarde In onderstaande tabel wordt de reële waarde van financiële instrumenten weergegeven (inclusief de financiële instrumenten die in de jaarrekening niet tegen reële waarde zijn opgenomen). De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief geruild, of een verplichting afgewikkeld zou kunnen worden tussen voldoende geïnformeerde, bereidwillige partijen in een zakelijke transactie. Bij overlopende activa wordt 42 miljoen (2013: 130 miljoen) aan niet-financiële activa niet meegenomen Boekwaarde Reële waarde Boekwaarde Reële waarde Financiële activa Financiële activa tegen reële waarde Langlopende vorderingen Overlopende activa Liquide middelen Totaal financiële activa Boekwaarde Reële waarde Boekwaarde Reële waarde Financiële verplichtingen Langlopende schulden Financiële verplichtingen tegen reële waarde Kortlopende schulden Totaal financiële verplichtingen

93 91 Reële waarde van financiële instrumenten De reële waarde van variabel rentende financiële instrumenten die tegen geamortiseerde kostprijs worden opgenomen, wordt verondersteld gelijk te zijn aan de boekwaarde. De reële waarde van langlopende vorderingen die tegen geamortiseerde kostprijs worden opgenomen, wordt berekend door de contractuele kasstromen te verdisconteren tegen de actuele marktrente voor soortgelijke kredieten en leningen. De reële waarde van langlopende schulden, die tegen geamortiseerde kostprijs worden opgenomen, wordt berekend door de contractuele kasstromen te verdisconteren tegen de actuele marktrente voor soortgelijke verplichtingen. De bepaling van de reële waarde van financiële instrumenten die in de jaarrekening tegen reële waarde zijn opgenomen, wordt nader toegelicht in 2.17 Financiële activa en verplichtingen. Op financiële instrumenten opgebouwde rente (per balansdatum) wordt opgenomen in de boekwaarde van de financiële instrumenten. Derivaten gebruikt voor hedging-doeleinden worden in de balans opgenomen tegen de reële waarde. De waardeveranderingen in de derivaten aangehouden als kasstroomhedge worden rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt. De waardeveranderingen van de overige derivaten lopen via de winst- en verliesrekening. De reële waarde van niet-financiële activa en verplichtingen als vastgoed, bedrijfsmiddelen, vooruitbetalingen en niet-rentegerelateerde overlopende posten, is niet in de tabel opgenomen. Rabo Vastgoedgroep heeft geen niet uit de balans blijkende verplichtingen uit hoofde van de afgesloten en lopende derivaatcontracten. Methode van waardering Rabo Vastgoedgroep waardeert haar financiële instrumenten op basis van twee uitgangspunten. Indien beschikbaar geven genoteerde marktprijzen de beste indicatie van de reële waarde. Indien geen genoteerde marktprijzen beschikbaar zijn voor financiële instrumenten, bepaalt Rabo Vastgoedgroep de reële waarde op basis van een waarderingstechniek met gebruikmaking van marktgegevens. Hierbij worden de verwachte kasstromen contant gemaakt op basis van marktinformatie per balansdatum, zoals rentetarieven en valutakoersen, die in overeenstemming is met de resterende rentevaste periode van het financieel instrument. Voor vaststelling van de reële waarde kunnen diverse methoden en aannames worden gehanteerd. Rabo Vastgoedgroep hanteert de reële waarde van financiële activa en verplichtingen voor de analyse van rentegevoeligheid. De methoden en aannames zijn gericht op ondersteuning van die toepassing van de reële waarde. Veranderingen in de methoden en aannames kunnen een materieel effect hebben op de bepaling van de reële waarde. Het Balans en Risico Management Comité bewaakt de toepassing van de juiste waarderingsmethoden en -technieken. Leidraad hierbij zijn de waarderingsmethoden zoals die door de Rabobank worden toegepast. In de tabellen op de volgende pagina wordt weergegeven welke waarderingsmethoden zijn gebruikt ter bepaling van de reële waarde van de financiële activa en verplichtingen. Hierbij worden drie categorieën onderscheiden: Categorie I: Waardering op basis van genoteerde marktprijzen; Categorie II: Waardering op basis van waarderingstechnieken waarbij veronderstellingen worden gehanteerd die wel worden ondersteund door marktprijzen of markttarieven; en Categorie III: Waardering op basis van waarderingstechnieken waarbij veronderstellingen worden gehanteerd die niet geheel worden ondersteund door marktprijzen of markttarieven.

94 92 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Waardering financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde in 2014: Reële waarde Categorie I Categorie II Categorie III Totaal Financiële activa tegen reële waarde Langlopende vorderingen Overlopende activa Liquide middelen Totaal financiële activa tegen reële waarde Langlopende schulden Financiële verplichtingen tegen reële waarde Kortlopende schulden Totaal financiële verplichtingen tegen reële waarde De financiële activa tegen reële waarde via winst- en verliesrekening in categorie III betreffen belangen in vastgoedfondsen waarin Rabo Vastgoedgroep geen invloed van betekenis heeft en die niet-beursgenoteerd zijn en aangekochte gesecuritiseerde schuldpapieren. De aangekochte gesecuritiseerde schuldpapieren worden gewaardeerd op basis van een modelmatige waarderingsmethodiek en worden nader toegelicht onder 19 Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde. Waardering financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde in 2013: Reële waarde Categorie I Categorie II Categorie III Totaal Financiële activa tegen reële waarde Langlopende vorderingen Overlopende activa Liquide middelen Totaal financiële activa tegen reële waarde Langlopende schulden Financiële verplichtingen tegen reële waarde Kortlopende schulden Totaal financiële verplichtingen tegen reële waarde

95 93 Het verloop van de reële waarde van financiële instrumenten welke onder categorie III zijn opgenomen laat het volgende beeld zien: Stand per 31 december 2013 Waardeveranderingen opgenomen in W&V Aankopen Afwikke lingen Verkopen Overige Overboeking van/naar Cat I en II Stand per 31 december 2014 Financiële activa tegen reële waarde via winst- en verliesrekening (44) 124 Financiële verplichtingen tegen reële waarde via winst- en verliesrekening 3 1 (1) 3 Verloop van vastgoed tegen reële waarde in categorie III Het verloop van activa en passiva aangehouden voor distributie aan aandeelhouder, vastgoedbeleggingen en vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop wordt toegelicht in 14 Niet-voortgezette activiteiten, 17 Vastgoedbeleggingen en 27 Vastgoed geclassificeerd als aangehouden voor verkoop. 37 Honoraria conform artikel 2:382a BW in duizenden euro s Jaarrekeningcontrole Andere controleopdrachten Totaal honoraria De bovenstaande honoraria van de accountantsorganisatie Ernst & Young Accountants LLP (EY) zijn ten laste gebracht van het resultaat van Rabo Vastgoedgroep, haar dochtermaatschappijen en andere maatschappijen die zij consolideert, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a BW. De honoraria uit hoofde van de jaarrekeningcontrole, andere controleopdrachten, adviesdiensten op fiscaal terrein en andere niet- controlediensten van overige accountants en overige onderdelen van EY zijn niet in dit bedrag inbegrepen.

96 94 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag Bezoldiging bestuurders en raad van commissarissen De leden van de hoofddirectie en de raad van commissarissen worden vermeld op pagina 4 van het jaarverslag. In 2014 bedroeg de bezoldiging van de leden en de oud-leden van de hoofddirectie en haar rechtsvoorgangers 3,4 miljoen (2013: 2,8 miljoen). Dit bedrag is opgenomen onder personeelskosten en bestaat uit: in duizenden euro s Korte termijn personeelsbeloningen Pensioenregelingen Andere lange termijn personeelsbeloningen Afvloeiingsregelingen Totaal bezoldiging bestuurders De totale vergoeding voor leden en oud-leden van de raad van commissarissen in 2014 was 0,1 miljoen (2013: 0,2 miljoen). Aan het eind van 2014 bedroegen de aan de hoofddirectie verstrekte leningen 0,2 miljoen (2013: 0,2 miljoen). 39 Risk management 39.1 Governance Rabo Vastgoedgroep heeft risicomanagement verankerd in haar processen en belegd tot op het hoogste niveau in de organisatie. De hoofddirectie is collectief verantwoordelijk voor het risicoprofiel van Rabo Vastgoedgroep en hanteert daarbij een 'risk appetite statement' waarin per risicocategorie is vastgelegd welke blootstelling maximaal geaccepteerd wordt. Risico s worden geïdentificeerd aan de hand van gericht beleid per risicocategorie, dat is goedgekeurd door de hoofddirectie. De formele vastlegging van het risicomanagementproces en haar feitelijke werking worden jaarlijks geëvalueerd. De hoofddirectie staat bij haar vaststelling van de risicobereidheid en het beleid per risicocategorie onder toezicht van de raad van commissarissen. De hoofddirectie wordt bij haar verantwoordelijkheid geadviseerd door het Balans en Risico Management Comité (BRMC) en het Platform Informatiebeleid (PIB). Binnen het bestuurscentrum is een afdeling Risk Management ingericht voor beleidsontwikkeling, risicoanalyse en geconsolideerde risicorapportage. Deze afdeling Risk Management bestuurscentrum is vertegenwoordigd in het BRMC en het PIB, die worden voorgezeten door de Chief Financial & Risk Officer (CFRO) uit de hoofddirectie. De CFRO is verantwoordelijk voor de implementatie en naleving van het risicobeleid. Rabo Vastgoedgroep heeft haar risicomanagementactiviteiten zoveel mogelijk decentraal bij de divisies georganiseerd. De beoordeling van risico s vindt primair plaats binnen de divisies van Rabo Vastgoedgroep. De afdeling Risk Management adviseert aanvullend de hoofddirectie wanneer de grootste financieringsposten en investerings voorstellen ter goedkeuring worden voorgelegd. De grote financieringen worden eveneens beoordeeld door de afdeling Kredietrisicomanagement van de Rabobank. Op 8 december 2014 heeft de Rabobank het besluit genomen tot integratie van FGH Bank in de Rabobank. Na deze integratie zal FGH Bank geen onderdeel meer uitmaken van Rabo Vastgoedgroep. De beslissende bevoegdheid en het economisch eigendom over FGH Bank zijn in 2015 overgegaan naar de Rabobank. Vanaf dit moment komen alle resultaten en ook de risico s met betrekking tot FGH Bank toe aan de Rabobank. Het risicomanagement dat in deze paragraaf wordt beschreven betreft het

97 95 risico management van Rabo Vastgoedgroep inclusief FGH Bank over het jaar De kwantitatieve toelichtingen over het jaar 2014 zien echter alleen op de voortgezette activiteiten (en dus niet op FGH Bank). Een kwantitatieve toelichting op de belangrijkste risico s van FGH Bank is opgenomen in paragraaf 14 Niet-voortgezette activiteiten Financiële instrumenten Ontwikkeling, bezit en financiering van vastgoed is kapitaalintensief. Een belangrijk deel van het resultaat van de activiteiten van Rabo Vastgoedgroep wordt daarom bepaald door het efficiënt en risicobewust kunnen hanteren van enkele, relatief eenvoudige, financiële instrumenten. De keuze voor de wijze van financieren wordt grotendeels bepaald door de looptijd waarvoor de middelen benodigd zijn en door de rentegevoeligheid van de waarde van een investering of portefeuille waarvoor de middelen worden aangewend. Rentegevoeligheid van de waarde van vastgoedbezit is lastig eenduidig vast te stellen, vandaar dat bij investeringen in vastgoed wordt gezocht naar stabiele rentekosten ten opzichte van de huurstroom die wordt ontvangen. Rabo Vastgoedgroep hanteert renteswaps om zichzelf en haar cliënten te beschermen tegen blootstelling aan fluctuaties op de rentemarkt. Deze swaps mogen door zowel Rabo Vastgoedgroep als haar cliënten uitsluitend als risicoafdekking in combinatie met een lening worden afgesloten. Andere (complexere) financiële instrumenten, zoals opties, worden niet door Rabo Vastgoedgroep gehanteerd Meting, normering en rapportage Risk Management ziet erop toe dat alle relevante risico s van activiteiten op consistente wijze gemeten, gelimiteerd en beheerst worden. Dit doet zij door middel van toetsing van de risico s aan voor dat doel opgesteld risicobeleid en de risicobereidheid. Het risicobeleid is vastgelegd voor markten kredietrisico, balansrisico, operationeel risico, productgoedkeuring en concentratierisico en is afgeleid van het beleid van de Rabobank. Risk Management rapporteert minimaal ieder kwartaal over risico s aan de hoofddirectie en aan de raad van commissarissen. Ook onderhoudt de afdeling Risk Management een rechtstreekse lijn met Group Risk Management van de Rabobank. Het beleid en de positie van Rabo Vastgoedgroep ten aanzien van de risicocategorieën wordt in de paragrafen hierna beschreven Marktrisico Marktrisico is het risico dat de verandering van marktvariabelen, als gevolg van wijzigingen in het algemene economische klimaat, leidt tot winsten of verliezen op aangehouden posities. Rabo Vastgoedgroep is actief op de vastgoedmarkt en via haar funding bij de Rabobank op de geld- en kapitaalmarkt. Een kwantificering van het marktrisico op de geld- en kapitaalmarkt is opgenomen in paragraaf 39.5 Rente-, valutaen liquiditeitsrisico. De posities op de vastgoedmarkt verdeelt Rabo Vastgoedgroep naar vastgoed in ontwikkeling en vastgoed in beheer. Een besluit om te investeren of desinvesteren in ieder van deze categorieën wordt genomen op basis van een gelaagde fiatteringsstructuur en een oordeel van ervaren risicoanalisten. Divisies en Rabo Vastgoedgroep mogen binnen hun mandaat fiatteren, terwijl voor de meest omvangrijke investeringen goedkeuring moet worden verkregen van de Rabobank. Deze fiatteringsstructuur wordt jaarlijks geëvalueerd. Een Customer Due Diligence (CDD) onderzoek is een vast onderdeel van deze fiatteringsstructuur. Doorgaans analyseerde Risk Management Rabo Vastgoedgroep de gevoeligheid van haar bezittingen voor een scenario dat sterk negatief, maar over een middellange periode niet ondenkbaar is. In 2014 is besloten minder aandacht te besteden aan een neerwaarts scenario en scenario s uit te werken die gebaseerd zijn op een opverende markt. Marktrisico van vastgoed Waardedalingen op de vastgoedmarkt hebben rechtstreeks impact op het direct vastgoedbezit van Rabo Vastgoedgroep. Onder direct vastgoedbezit wordt verstaan de grondportefeuille, het onverkochte vastgoed in aanbouw, onverkocht maar reeds opgeleverd vastgoed, vastgoed in exploitatie eventueel ten behoeve van herontwikkeling of ten behoeve van nog te structureren vastgoedbeleggingsfondsen en vastgoed dat uit hoofde van leaseconstructies in bezit is van Rabo Vastgoedgroep. Per 31 december 2014 was de omvang van het direct vastgoedbezit miljoen (2013: miljoen).

98 96 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Marktrisico van financiële activa Rabo Vastgoedgroep heeft ook indirect vastgoedbezit, omdat in voorkomende gevallen een belang wordt aangehouden in eigen beleggingsfondsen met vastgoed als onderliggende waarde. Per 31 december 2014 was de omvang van deze portefeuille met participaties 90 miljoen (2013: 53 miljoen). De participaties in fondsen waarvoor geen actieve markt is, worden gewaardeerd op basis van de netto vermogenswaarde. Indien het fonds beursgenoteerd is, wordt de beurskoers gehanteerd. De participaties worden aangehouden tot het moment waarop het fonds wordt beëindigd. Rabo Vastgoedgroep bezit tevens financiële activa waarvan de waardemutaties direct in het resultaat verwerkt worden. Rabo Vastgoedgroep is daarmee blootgesteld aan de risico s op de markten waarop deze activa verhandeld worden en op de markten waarop prijsvorming tot stand komt die gebruikt wordt bij de waardering van deze activa. Indien financiële activa beursgenoteerd zijn, wordt de beurskoers gehanteerd (zie 19 Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde). De totale exposure van financiële activa waarvan de waardemutaties direct in het resultaat verwerkt worden, exclusief de participaties waarin een belang kleiner dan 20% wordt aangehouden, is per ultimo miljoen (2013: 100 miljoen) Rente-, valuta- en liquiditeitsrisico Renterisico Renterisico is het risico van verandering in het resultaat of de waarde van een onderneming als gevolg van fluctuaties op de rentemarkten. Renterisico kan worden gekwantificeerd in waarde- en inkomenseffecten. De gevoeligheid van de waarde van Rabo Vastgoedgroep voor rentemutaties, wordt uitgedrukt in de modified duration van het eigen vermogen. Het BRMC is zich bewust van de aannames die ten grondslag liggen aan de berekeningen. Zij kijkt daarom voornamelijk naar de ontwikkeling van dit getal van maand tot maand, waarbij de goedgekeurde aannames zoveel mogelijk constant gehouden worden. De modified duration van het eigen vermogen op 31 december 2014 was 0,7 (2013: 3,7). Een parallelle stijging van de rentecurve met 100 basispunten leidt bij die positie per 31 december 2014 tot een daling van de waarde van het eigen vermogen van 9 miljoen (2013: 72 miljoen). Voor deze waardemutatie is een limiet ingesteld die per jaarultimo slechts beperkt benut werd. De inkomenseffecten worden met behulp van Income-at-Risk (IaR) gemeten. Deze maatstaf geeft de gevoeligheid weer van het renteresultaat voor het komende jaar bij een gelijkblijvende balanssamenstelling en zonder managementinterventie. Rabo Vastgoedgroep zou per 31 december 2014 negatief geraakt kunnen worden door een scenario van rentestijging en zou in dat geval maximaal 10 miljoen (2013: 13 miljoen) aan renteresultaat verliezen. Dit bedrag aan IaR wordt berekend aan de hand van zowel een stijgend als een dalend rentescenario waarbij voor alle looptijden de rente in 12 maanden geleidelijk oploopt, dan wel afneemt, met 200 basispunten. Mocht een daling van de rente op enig moment in de komende 12 maanden leiden tot een negatieve rente, dan wordt een minder steil scenario toegepast. Per jaareinde was dit het geval. Er is een IaR-limiet van kracht die per jaarultimo niet bereikt werd. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de wisselkoers van een vreemde valuta zodanig verandert dat de waarde van een vordering of schuld luidende in die vreemde valuta nadelig wijzigt. Het risicobeleid van Rabo Vastgoedgroep schrijft voor dat investeringen luidend in een vreemde valuta moeten worden gefinancierd met een lening in dezelfde valuta. Rabo Vastgoedgroep had op 31 december 2014, evenals per ultimo 2013, afgedekte valutaposities in Britse ponden en Amerikaanse dollars. Rentemarge en overig resultaat onderhevig aan valutakoersschommelingen zijn niet materieel. Daarom vindt geen indekking van die posities plaats. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat Rabo Vastgoedgroep niet tijdig aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Dit kunnen rente- en aflossingsverplichtingen zijn van lopende schulden, maar ook investeringen uit hoofde van bezittingen, zoals bouwtermijnen bij vastgoedontwikkeling. Rabo Vastgoedgroep financiert zich bij de Rabobank, die dankzij haar kredietstatus goede toegang heeft tot geld- en kapitaal markten. Jaarlijks wordt de financieringsbehoefte voor het komende jaar begroot, op basis waarvan een limiet wordt afgesproken met de Rabobank. Voor het analyseren van de herfinancieringsverplichting is inzicht nodig in de kasstromen. Naast de hoofdsommen en opgelopen rente van de verplichtingen, dragen ook toekomstige couponbetalingen bij aan inzicht in de liquiditeitspositie van Rabo Vastgoedgroep. Onderstaande tabel groepeert al deze verplichtingen met betrekking tot financiële instrumenten

99 97 van Rabo Vastgoedgroep onverdisconteerd naar liquiditeitstypische looptijd op basis van de resterende periode per balansdatum tot de eerst redelijke contractuele vervaldatum. De totaalbedragen sluiten niet aan op de waarden in de geconsolideerde balans, aangezien in de tabel naast aflossingsbetalingen, ook couponbetalingen worden getoond. Contractuele vervaldatum financiële verplichtingen per 31 december 2014 Direct opvraagbaar Minder dan 3 maanden 3 maanden tot een jaar 1-5 jaar Langer dan 5 jaar Totaal Verplichtingen Langlopende schulden Kortlopende schulden Financiële verplichtingen tegen reële waarde Totaal verplichtingen Contractuele vervaldatum financiële verplichtingen per 31 december 2013 Direct opvraagbaar Minder dan 3 maanden 3 maanden tot een jaar 1-5 jaar Langer dan 5 jaar Totaal Verplichtingen Langlopende schulden Kortlopende schulden Financiële verplichtingen tegen reële waarde Totaal verplichtingen

100 98 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat Rabo Vastgoedgroep verliezen leidt als rechtstreeks gevolg van het niet nakomen van betalingsverplichtingen door de tegenpartij. Fiattering van kredietrisico s geschiedt middels een gelaagde fiatteringsstructuur en op basis van een oordeel van ervaren risicoanalisten. Als aanvulling op het beoordelen van kredietrisico s heeft Rabo Vastgoedgroep robuuste processen rondom CDD-regelgeving ingericht. Maximale kredietrisicopositie Onderstaande tabel toont de maximale kredietrisicopositie per financieel actief. De positie is weergegeven zonder de mitigerende effecten van netting-overeenkomsten en verkregen onderpanden. In onderstaande tabel wordt enkel financiële activa gepresenteerd. Bij overlopende activa wordt 42 miljoen (2013: 130 miljoen) aan niet-financiële activa niet meegenomen Financiële activa tegen reële waarde Langlopende vorderingen Overlopende activa Liquide middelen Totaal maximale risicopositie op uitstaande vorderingen Kredietgerelateerde en voorwaardelijke verplichtingen Bij Kredietgerelateerde en voorwaardelijke verplichtingen zijn de ontvangen garanties opgenomen. In onderstaande tabel wordt de risicoconcentratie weergegeven van de langlopende vorderingen en overlopende activa, voorzover dit financiële activa betreft % 2013 % Dienstverlening 9 1,4% 61 0,3% Handel en industrie ,1% ,0% Landbouw - 0,0% 32 0,2% Particulieren - 0,0% 361 2,1% Overheid 65 10,5% 65 0,4% Totaal kredieten en vorderingen private en publieke sector ,0% ,0% De kredietrisicoconcentratie in de bedrijfstak handel en industrie is inherent aan de activiteiten en marktpositie van Rabo Vastgoedgroep. Ieder kwartaal wordt bewaakt of zich andere concentraties voordoen, voornamelijk ten aanzien van contractpartijen. Zekerheden Het beleid van Rabo Vastgoedgroep is erop gericht passende zakelijke zekerheden te verlangen voordat aan klanten goedgekeurde kredieten ter beschikking worden gesteld. De belangrijkste vorm van zekerheid die Rabo Vastgoedgroep accepteert is hypothecaire zekerheid. Bij het taxeren van de waarde van het als onderpand aangeboden onroerend goed wordt zoveel mogelijk

101 99 een beroep gedaan op interne vastgoedspecialisten. De waardeontwikkeling van het als onderpand verkregen vastgoed is onderdeel van een revisiebeleid waarbij alle aspecten van een verstrekking die bijdragen aan het kredietrisico periodiek worden herzien. Ook worden aan Rabo Vastgoedgroep garanties verstrekt als zekerheid. Doorgaans betreft het contragaranties die van samenwerkingspartijen worden verkregen ter compensatie van een deel van een door Rabo Vastgoedgroep verstrekte garantie aan de tegenpartij van het samenwerkingsverband. Kredietkwaliteit Rabo Vastgoedgroep hanteert voor het grootste deel van de kredietportefeuille de geavanceerde methode van kredietrisicobeheersing zoals beschreven in het Bazel II-akkoord. Deze geavanceerde aanpak behelst dat op het moment van het verstrekken van een financiering een gedocumenteerd oordeel wordt gevormd over de procentuele kans dat de kredietnemer in gebreke blijft en over het percentage van de hoofdsom van de lening dat bij uitwinning van het te financieren vastgoed als verloren moet worden beschouwd. Gedurende de looptijd van een financiering wordt deze beoordeling minimaal jaarlijks gereviseerd. Voor een portefeuille met kredieten geldt dat de som van de vermenigvuldiging van beide percentages met de hoofdsom van bijbehorende leningen een indicatie geeft voor het te verwachten verlies uit hoofde van kredietrisico. Clementie Door adequaat kredietbeheer, periodiek overleg met haar cliënten en het tijdig nemen van maatregelen probeert Rabo Vastgoedgroep mogelijke wanbetaling door de cliënt te voorkomen. Indien ondanks die inspanningen een cliënt toch in default raakt, wordt in veel gevallen geprobeerd, zolang er op termijn continuïteitsperspectieven zijn, de lening te herstructureren in plaats van het onderpand uit te winnen. Rabo Vastgoedgroep heeft beleid ontwikkeld om, conform de vereisten van EBA, vanaf ultimo 2014 ieder kwartaal over haar forbearance-portefeuille te kunnen rapporteren. Indien nieuwe afspraken met cliënten worden geïdentificeerd als zijnde forbearance, dan leidt dit tot aanvullende maatregelen waaronder het aanmerken als geclassificeerde lening. Hierbij dient aangetekend te worden dat binnen de classificatie kwetsbare continuïteit zowel performing als non-performing debiteuren vallen. Wanneer forbearance-maatregelen worden toegestaan zal de debiteur per definitie door Bijzonder Beheer worden behandeld. De nieuwe regelgeving vergt forse inspanningen om de gedetailleerde vastlegging van deze maatregelen in de rapportagesystemen mogelijk te maken. Indien debiteuren weer in normale continuïteit terugkeren, worden ze tot twee jaar na hersteldatum gerapporteerd als onderdeel van de forbearance-portefeuille. Kwaliteit uitstaande kredieten Niet in achterstand, noch afgewaardeerd Zeer hoge kwaliteit Hoge kwaliteit Normale kwaliteit In achterstand of afgewaardeerd Totaal Per 31 december 2014 Financiële vorderingen Per 31 december 2013 Financiële vorderingen In de volgende overzichten wordt de ouderdomsanalyse getoond per jaareinde van uitstaande kredieten die vervallen zijn, maar niet afgewaardeerd.

102 100 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Ouderdomsanalyse vervallen kredieten < 31 dagen dagen dagen > 90 dagen Totaal Per 31 december 2014 Financiële vorderingen Per 31 december 2013 Financiële vorderingen De reële waarde van het onderpand dat verkregen is ter dekking van financiële activa die per jaareinde een betalingsachterstand kenden, bedroeg nihil (2013: miljoen). De boekwaarde van leningen die in default zijn per jaareinde bedraagt 23 miljoen (2013: miljoen). De boekwaarde van leningen die een waardevermindering hebben ondergaan bedraagt 23 miljoen (2013: miljoen). De reële waarde van het onderpand van de leningen die een waardevermindering hebben ondergaan bedraagt 55 miljoen (2013: miljoen). Het onderpand was in alle gevallen onroerend goed. Per 31 december 2014 heeft Rabo Vastgoedgroep een portefeuille in-bezitgenomen-onderpand met een waarde van nihil (2013: 4 miljoen) op de balans Operationeel risico Operationeel risico is het risico van verliezen door inadequate of falende interne processen, menselijk gedrag en systemen of door externe gebeurtenissen. Hierin is begrepen het meten van de effecten van omissies op het gebied van bedrijfscontinuïteit, informatiebeveiliging, juridische zaken, fiscale zaken, compliance, governance en reputatiemanagement. Bedrijfscontinuïteit en informatiebeveiliging zijn binnen Rabo Vastgoedgroep expliciet bij Risk Management belegd. Rabo Vastgoedgroep beperkt deze risico s door het hanteren van eenduidig en concreet beleid en logische procedures voor de bedrijfsprocessen. Risico s in de bedrijfsvoering worden periodiek geïnventariseerd en vertaald naar risico-indicatoren die het mogelijk maken de mate van risico te monitoren. Het identificeren van operationele risico s, het vastleggen van beheersmaatregelen en het testen van de werking van die maatregelen voor de bedrijfsvoering in de breedste zin, is opgenomen in een Integrated Business Control Framework. Het kapitaal voor operationele risico s wordt berekend volgens de meest geavanceerde methode. Voor 2014 is het beleid voor het beheersen van operationele risico s aangescherpt teneinde de datakwaliteit voor kapitaalberekening verder te verhogen en meer aandacht te besteden aan extreme gebeurtenissen. Ieder kwartaal worden dashboards opgesteld die inzicht geven in de top-risico s, in omissies bij het testen van controls binnen de bedrijfsprocessen, in de positie van risico-indicatoren en in de classificatie van operationele incidenten. Ook wordt inzicht gegeven in de verhouding tot de risk appetite van Rabo Vastgoedgroep voor operationele risico s, in de kwaliteit van het framework voor beheersing van operationele risico s en in de weerslag die de kwaliteit heeft in termen van korting of toeslag op het economisch kapitaal voor operationele risico s. Ook in de managementrapportage wordt prominent aandacht besteed aan niet-financiële risico s en de risicobereidheid van Rabo Vastgoedgroep dienaangaande.

103 Solvabiliteit De Nederlandsche Bank stelt normen voor vermogensratio s, die zijn afgeleid van de solvabiliteitsrichtlijnen van de EU en het Bazels Comité voor het Bankentoezicht. Deze ratio s drukken de solvabiliteit uit door het daarvoor in aanmerking komende vermogen van Rabo Vastgoedgroep te vergelijken met de in de balans opgenomen activa, niet in de balans opgenomen verplichtingen en markten overige risicoposities op basis van naar risico gewogen bedragen. Vanaf 2008 meet Rabo Vastgoedgroep haar solvabiliteit op basis van aangescherpte regelgeving, het zogenoemde Bazel II-akkoord. Hierbij wordt een meer geavanceerde risicowegingsmethodiek gehanteerd voor de berekening van kapitaaldekking voor kredietrisico. In 2014 wordt Bazel III toegepast bij de bepaling van de risicoweging, in 2013 Bazel II. Niet in de balans opgenomen verplichtingen, voortkomend uit bijvoorbeeld garanties en termijncontracten, worden vermenigvuldigd met een conversiefactor die recht doet aan de kans dat een positie tot een vordering zal leiden. De resulterende equivalente bedragen worden vervolgens naar risico gewogen alsof het reguliere vorderingen betreffen. Naast kapitaal voor kredietrisico wordt onder het Bazel II- en het Bazel III-regime ook voor markt- en operationeel risicokapitaal aangehouden als buffer voor onverwachte verliezen. Het in aanmerking komende vermogen bestaat uit twee delen. Het Tier 1-vermogen, ofwel kernvermogen, bestaat uit het eigen vermogen van aandeelhouders en daarvoor in aanmerking komende achtergestelde schulden, verminderd met goodwill en immateriële activa. Het Tier 2-vermogen bestaat uit aanvullende en daarvoor in aanmerking komende achtergestelde schulden. De volgende tabel geeft een overzicht van het aanwezige vermogen en het minimumvermogen dat vereist is om aan de normen van de toezichthouder te voldoen. Ratio s in procenten (%) Vereist Aanwezig Vereist Aanwezig Totaal vermogen Ratio totaal vermogen (Tier 1 en 2) 8,0 6,9 8,0 4,7 Kernvermogen Ratio kernvermogen (Tier 1) 4,0 6,9 4,0 4,7 Als aanvulling op deze kapitaalberekening voor de toezichthouder, heeft Rabo Vastgoedgroep een intern solvabiliteitssysteem ingericht waarbij meer risicocategorieën voor kapitaaldekking zijn gedefinieerd, op basis van prudentere modellen en aannames. Deze modellen zijn toegespitst op de specifieke activiteiten en risico s van Rabo Vastgoedgroep en stellen Rabo Vastgoedgroep daarom goed in staat om haar strategische en commerciële activiteiten te toetsen op basis van een voor risico s aangepast rendement op het met die modellen berekende benodigd vermogen ( economic capital ). De beslissende bevoegdheid en het economisch eigendom over FGH Bank zijn in 2015 overgegaan naar de Rabobank. De volgende tabel geeft een overzicht van het aanwezige vermogen en het minimumvermogen dat vereist is om aan de normen van de toezichthouder te voldoen per december 2014 rekening houdend met de overdracht van FGH Bank naar de Rabobank.

104 102 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Ratio s in procenten (%) 2014 Vereist Aanwezig Totaal vermogen Ratio totaal vermogen (Tier 1 en 2) 8,0 17,3 Kernvermogen Ratio kernvermogen (Tier 1) 4,0 17,3 41 Verbonden partijen De verbonden partijen van Rabo Vastgoedgroep zijn de dochterondernemingen, de joint ventures, de deelnemingen, de bestuurders en commissarissen (zie 38 Bezoldiging bestuurders en raad van commissarissen), de uiteindelijke moedermaatschappij de Rabobank en andere belangrijke deelnemingen van de Rabobank. In het kader van de gewone bedrijfsuitoefening gaat Rabo Vastgoedgroep een aantal bancaire transacties met verbonden partijen aan. Deze transacties worden uitgevoerd tegen commerciële voorwaarden en tegen markttarieven. Conform IAS 24.4 wordt in de geconsolideerde jaarrekening geen melding gemaakt van transacties binnen Rabo Vastgoedgroep. Voor kredieten aan verbonden partijen zijn in 2014 en 2013 geen voorzieningen wegens oninbaarheid getroffen. De transacties gedurende en openstaande bedragen ultimo 2014 en 2013 tussen Rabo Vastgoedgroep enerzijds en de Rabobank, de belangrijkste joint ventures en de overige verbonden partijen anderzijds zijn opgenomen in onderstaande tabel. Jaar Interestbaten van verbonden partijen Interestlasten van verbonden partijen Te ontvangen van verbonden partijen Verschuldigd aan verbonden partijen Verbonden partijen Rabobank Rabobank Joint ventures Joint ventures Overige verbonden partijen* Overige verbonden partijen* * Onder de overige verbonden partijen zijn de belangrijkste dochterondernemingen en deelnemingen van de Rabobank opgenomen, zoals De Lage Landen en Achmea. In 2014 heeft Rabo Vastgoedgroep geen taxatie- en adviesdiensten verleend aan gelieerde ondernemingen van de Rabobank (2013: 4 miljoen). Er hebben geen materiële transacties plaatsgevonden met de deelnemingen en er staan geen significante vorderingen van en/of schulden aan deelnemingen open.

105 Gebeurtenissen na balansdatum Begin 2015 is een principe akkoord gesloten met Fondsenbeheer Nederland voor de verzelfstandiging van Fondsenbeheer Nederland. Naar verwachting zal later dit jaar een definitief akkoord worden gesloten. Het effect van de verzelfstandiging op het resultaat en het eigen vermogen in het boekjaar 2015 van Rabo Vastgoedgroep is gering. Op 31 maart 2015 is de juridische overdracht van de aandelen van FGH Bank van Rabo Vastgoedgroep naar de Rabobank afgerond. De integratie van FGH Bank in de Rabobank wordt nader toegelicht in paragraaf 14 Niet-voortgezette activiteiten. Verder hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die effect hebben op de cijfers over 2014.

106 104 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Enkelvoudige jaarrekening Grondslagen De enkelvoudige jaarrekening van Rabo Vastgoedgroep is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW. Met ingang van 1 januari 2005 stelt Rabo Vastgoedgroep de geconsolideerde jaarrekening op volgens International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard door de EU. In de enkelvoudige jaarrekening zijn dezelfde grondslagen toegepast als in de geconsolideerde jaarrekening conform de mogelijkheid die artikel hiervoor geeft. De waardering van dochterondernemingen en entiteiten waarover gezamenlijke zeggenschap wordt uitgeoefend (tezamen de deelnemingen in groepsmaatschappijen ) vindt plaats tegen de netto vermogenswaarde, die wordt bepaald op basis van IFRS zoals aanvaard door de EU. Op grond van de geboden mogelijkheid in artikel 2:402 BW neemt Rabo Vastgoedgroep in haar enkelvoudige jaarrekening een verkorte winst- en verliesrekening op. Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening De jaarrekening luidt in euro s, afgerond op het dichtstbijzijnde miljoen, tenzij anders weergegeven. De euro is de rapporteringsen functionele valuta van Rabo Vastgoedgroep.

107 105 Verkorte enkelvoudige winst- en verliesrekening Jaar eindigend op 31 december Resultaat deelnemingen na belastingen (176) (845) Overig resultaat na belastingen (10) (13) Resultaat (186) (858) Opgesteld in overeenstemming met artikel 2:402 BW.

108 106 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Enkelvoudige balans (na resultaatbestemming) Per 31 december Toelichting Vaste activa Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 5 6 Deelnemingen in groepsmaatschappijen A Financiële activa tegen reële waarde 1 1 Langlopende vorderingen B 9 10 Uitgestelde belastingvorderingen Vlottende activa Acute belastingvorderingen 2 4 Overlopende activa C Liquide middelen D Totaal activa Eigen vermogen E Voorzieningen Langlopende verplichtingen Langlopende schulden F Kortlopende verplichtingen Kortlopende schulden F Overlopende posten Totale verplichtingen Totaal verplichtingen en eigen vermogen Zie bijgaande toelichting op de enkelvoudige balans (na resultaatbestemming). De presentatie van de enkelvoudige balans is consistent met de presentatie van de geconsolideerde balans.

109 107 Toelichting op de enkelvoudige balans A Deelnemingen in groepsmaatschappijen Stand per 1 januari Aandeel in de resultaten (176) (845) Interne kapitaalstorting Overige mutaties (27) 70 Stand per 31 december Kredietinstellingen Overige groepsmaatschappijen 170 (246) Totaal groepsmaatschappijen Deelnemingen in groepsmaatschappijen Voorziening deelnemingen in groepsmaatschappijen (305) (430) Totaal groepsmaatschappijen Onder overige mutaties is opgenomen de rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen als gevolg van kasstroom hedges van (24) miljoen (2013: 70 miljoen). B Langlopende vorderingen Deze post omvat alle vorderingen uit hoofde van verstrekte kredieten, waaronder vorderingen op kredietinstellingen. Deze vorderingen hebben geen betrekking op groepsmaatschappijen die deel uitmaken van Rabo Vastgoedgroep. C Overlopende activa Deze post omvat alle vorderingen uit hoofde van verstrekte kredieten, niet zijnde vorderingen op kredietinstellingen, obligaties en andere vastrentende waardepapieren. In 2014 heeft Rabo Vastgoedgroep een aantal interne projectfinancieringen overgenomen van FGH Bank. Dit heeft geleid tot een stijging van de overlopende passiva van 21 miljoen in december 2013 naar 261 miljoen in december Van de overlopende activa heeft 257 miljoen (2013: 19 miljoen) betrekking op vorderingen op groepsmaatschappijen die deel uitmaken van Rabo Vastgoedgroep. D Liquide middelen De post liquide middelen omvat alle wettige betaalmiddelen inclusief vreemde valuta welke ter vrije beschikking staan. Alle liquide middelen zijn vrijelijk beschikbaar. E Eigen vermogen Voor het verloop en de toelichting op het eigen vermogen wordt verwezen naar het Geconsolideerd vermogensoverzicht en 28 Aandelenkapitaal en reserves. F Langlopende en kortlopende schulden Deze post omvat alle lang- en kortlopende verplichtingen aan kredietinstellingen en overige instellingen. Het overnemen van een aantal interne projectfinancieringen van FGH Bank heeft geleid tot een stijging van de langlopende schulden. Van deze verplichtingen heeft 67 miljoen betrekking op groepsmaatschappijen (2013: 66 miljoen). Voorwaardelijke schulden Voor een bedrag van 881 miljoen (2013: 927 miljoen) zijn bank- en groepsgaranties afgegeven, waarvan 684 miljoen (2013: 730 miljoen) betrekking heeft op concerngaranties aan derden en 197 miljoen (2013: 197 miljoen) betrekking heeft op concerngaranties aan de Rabobank in ruil voor verstrekte bankgaranties door de Rabobank aan derden.

110 108 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Belangrijkste deelnemingen in groepsmaatschappijen tenzij anders vermeld is het deelnemingspercentage van Rabo Vastgoedgroep100% De belangrijkste deelnemingen in groepsmaatschappijen binnen Rabo Vastgoedgroep worden hieronder weergegeven: Ontwikkeling Wonen Bouwfonds Property Development B.V., Hoevelaken Bouwfonds Ontwikkeling B.V., Hoevelaken Bouwfonds Marignan Immobilier S.A.S., Parijs Bouwfonds Deutschland GmbH & Co Projectentwicklungs KG, Frankfurt am Main Brummelhuis Bouwcoördinatie B.V., Deventer Rotij Projecten B.V., Rijssen (41,5%) Commercieel Vastgoed MAB Development Group B.V., s-gravenhage MAB Development Nederland B.V., s-gravenhage MAB Development France S.A., Parijs MAB Development Deutschland GmbH, Frankfurt am Main MKB Vastgoed Plan B.V., Apeldoorn Palais Quartier GmbH & Co. KG, Frankfurt am Main Oosterdokseiland Ontwikkeling Amsterdam C.V., Amsterdam New Chinatown Amsterdam C.V., s-gravenhage Financiering FGH Bank N.V., Utrecht Investment Management Bouwfonds Investment Management B.V., Hoevelaken Bouwfonds Asset Management Deutschland GmbH, Berlijn Bouwfonds Investments B.V., Hoevelaken Bouwfonds Real Estate Investment Management S.A.S., Parijs Bouwfonds Real Estate Services B.V., Hoevelaken Bouwfonds Vastgoedfondsen Beheer B.V., Hoevelaken Inflation Exchange Fund Capital N.V., Amsterdam (40%) Bouwfonds Food & Agri Real-assets Management B.V., Hoevelaken ZOM Real Estate Services B.V., Den Haag (50%) Rabo Bouwfonds CIF General Partner B.V., Hoevelaken Bouwfonds Real Estate Services Institutional B.V., Hoevelaken Beheer Maatschappelijke Fondsen Fondsenbeheer Nederland B.V., Hoevelaken Een complete lijst van alle deelnemingen in groepsmaatschappijen als voorgeschreven in de artikelen 379 en 414 van Titel 9, Boek 2 BW is gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Ingevolge artikel 403, Titel 9, Boek 2 BW is de vennootschap vrijgesteld van deponering bij de Kamer van Koophandel van de jaarrekeningen van een aanzienlijk aantal Nederlandse groepsmaatschappijen die zijn geconsolideerd. Ten behoeve van deze groepsmaatschappijen zijn algemene garanties afgegeven.

111 109 Overige gegevens Aan: Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2014 van Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. te Hoevelaken gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2014, geconsolideerde winst- en verliesrekening, geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, geconsolideerde vermogensoverzicht en geconsolideerde overzicht van kasstromen over 2014 alsmede uit een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit de enkelvoudige balans per 31 december 2014 en de enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2014 met de toelichting. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. per 31 december 2014 en van het resultaat en de kasstromen over 2014 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW. Oordeel betreffende de enkelvoudige jaarrekening Naar ons oordeel geeft de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 11 mei 2015 Ernst & Young Accountants LLP w.g. A.F.J. van Overmeire RA

112 110 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2014 Statutaire bepalingen inzake de winst- en verliesbestemming De statutaire bepalingen inzake de winst- en verliesbestemming luiden als volgt: Artikel 37 Winst en verlies Uitkering van winst ingevolge het in dit artikel bepaalde geschiedt na vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is. De winst staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. Bij staking van stemmen over uitkering of reservering van winst wordt de winst waarop het voorstel betrekking heeft gereserveerd. De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het bedrag van het geplaatste kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat. Resultaatbestemming 2014 Het verlies van 186 miljoen (2013: verlies van 858 miljoen) is voor het volledige bedrag ten laste gebracht van het eigen vermogen. Gebeurtenissen na balansdatum De gebeurtenissen na balansdatum worden toegelicht op pagina 103.

113 Colofon Uitgave Rabo Vastgoedgroep Corporate Communications Publicatie Deze publicatie vormt het Jaarverslag van Rabo Vastgoedgroep Holding N.V. Dit verslag is alleen digitaal verkrijgbaar en te downloaden via Realisatie Volta_thinks_visual, Utrecht Fotografie Edwin Walvisch ABB Bouwgroep BV (pag 21) Openbaarmaking De jaarrekening 2014, het Jaarverslag en de overige gegevens worden na vaststelling gedeponeerd ten kantore van het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel onder nummer

114 MEI 2015

Jaarbericht 2014. Inhoudsopgave. Voorwoord van de voorzitter

Jaarbericht 2014. Inhoudsopgave. Voorwoord van de voorzitter Jaarbericht 2014 Jaarbericht 2014 Inhoudsopgave 2 Voorwoord van de voorzitter 4 Rabo Vastgoedgroep in 2014 4 Kerncijfers 4 Bestuur en toezicht per 31 december 2014 5 Organogram 6 Kerngegevens 8 Marktontwikkelingen

Nadere informatie

Rabobank boekt 2,0 miljard euro nettowinst in 2013

Rabobank boekt 2,0 miljard euro nettowinst in 2013 Persbericht 27 februari 2014 Rabobank boekt 2,0 miljard euro nettowinst in 2013 De Rabobank Groep boekte in 2013 een nettowinst van 2.012 miljoen euro. Dit is 46 miljoen euro of 2% minder dan in 2012.

Nadere informatie

Halfjaarverslag Woningen Winkels Bedrijfsruimten

Halfjaarverslag Woningen Winkels Bedrijfsruimten Halfjaarverslag 2017 Woningen Winkels Bedrijfsruimten Institutioneel beleggen in Nederlands vastgoed Altera Vastgoed is een Nederlands niet-beursgenoteerd vastgoedfonds voor institutionele beleggers, dat

Nadere informatie

Rabobank halfjaarcijfers 2014: 1,1 miljard euro nettowinst

Rabobank halfjaarcijfers 2014: 1,1 miljard euro nettowinst Persbericht 21 augustus 2014 Rabobank halfjaarcijfers 2014: 1,1 miljard euro nettowinst De Rabobank Groep boekte in het eerste halfjaar van 2014 een nettowinst van 1.080 miljoen euro. Het resultaat werd

Nadere informatie

Kantorenmarkt Nederland 4e kwartaal 2018

Kantorenmarkt Nederland 4e kwartaal 2018 Opname De opname in het vierde kwartaal van 218 bedroeg circa 44. m², dit is vrijwel gelijk aan het derde kwartaal (49. m²). Ten opzichte van het vierde kwartaal in 217 lag de opname zo n 19% lager. Gemeten

Nadere informatie

Halfjaarbericht Interim report 2003. Retail

Halfjaarbericht Interim report 2003. Retail Halfjaarbericht Interim report 2003 Retail Profiel VastNed Groep De VastNed Groep bestaat uit twee gespecialiseerde onroerendgoedbeleggingsmaatschappijen met veranderlijk kapitaal: VastNed Retail N.V.

Nadere informatie

Regio Amsterdam. Kantorenvisie. Januari 2010. Amstelveen. 40% minder opname kantoorruimte. Grootste transacties. 40% minder opname kantoorruimte

Regio Amsterdam. Kantorenvisie. Januari 2010. Amstelveen. 40% minder opname kantoorruimte. Grootste transacties. 40% minder opname kantoorruimte Research Kantorenvisie Regio Amsterdam Januari 2010 40% minder opname kantoorruimte De negatieve economische ontwikkelingen in Nederland in 2009 hebben bijgedragen aan een terugval in de opname van kantoorruimte

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. Inhoudsopgave. 2 Voorwoord van de hoofddirectie

Jaarverslag 2013. Inhoudsopgave. 2 Voorwoord van de hoofddirectie Jaarverslag 2013 Jaarverslag 2013 Inhoudsopgave 2 Voorwoord van de hoofddirectie 4 Rabo Vastgoedgroep in 2013 4 Kerncijfers 4 Bestuur en toezicht per 31 december 2013 5 Organogram 6 Kerngegevens 7 Kerngegevens

Nadere informatie

Woningmarkt landelijk 2018 (KW3)

Woningmarkt landelijk 2018 (KW3) In het derde kwartaal van 218 werden volgens het CBS/Kadaster 56.921 woningen verkocht. Dat is 7,3% minder dan in het derde kwartaal van 217 en 7,5% meer dan in het tweede kwartaal van 218. De verkoop

Nadere informatie

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 9 Beleggersmarkt 2011 9.1 Veranderend investeringsgedrag: vastgoed met weinig risico Klik hier direct door naar regionale ontwikkelingen > Veranderend investeringsgedrag:

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Code Banken over 2014 Hof Hoorneman Bankiers NV d.d. 18 maart 2015. Algemeen

Verantwoordingsdocument Code Banken over 2014 Hof Hoorneman Bankiers NV d.d. 18 maart 2015. Algemeen Verantwoordingsdocument Code Banken over 2014 Hof Hoorneman Bankiers NV d.d. 18 maart 2015 Algemeen Mede naar aanleiding van de kredietcrisis en de Europese schuldencrisis in 2011 is een groot aantal codes,

Nadere informatie

Halfjaarverslag 2016

Halfjaarverslag 2016 Halfjaarverslag 2016 Institutioneel beleggen in Nederlands vastgoed Altera Vastgoed is een Nederlands niet-beursgenoteerd vastgoedfonds voor institutionele beleggers, dat opereert onder een AIFM vergunning.

Nadere informatie

Jaarbericht 2015. Inhoudsopgave. 2 Voorwoord van de voorzitter

Jaarbericht 2015. Inhoudsopgave. 2 Voorwoord van de voorzitter Jaarbericht 2015 Jaarbericht 2015 Inhoudsopgave 2 Voorwoord van de voorzitter 4 Rabo Vastgoedgroep in 2015 4 Kerncijfers 4 Bestuur en toezicht 5 Organogram 6 Kerngegevens 8 Bericht van de raad van commissarissen

Nadere informatie

Regio Amsterdam. Kantorenvisie. Januari 2011 Beukenhorst, Hoofddorp. Lichte stijging opnameniveau 2010

Regio Amsterdam. Kantorenvisie. Januari 2011 Beukenhorst, Hoofddorp. Lichte stijging opnameniveau 2010 Research Kantorenvisie Regio Amsterdam Januari 2011 Beukenhorst, Hoofddorp Lichte stijging opnameniveau De totale opname van kantoorruimte in de regio Amsterdam in bedraagt 268.317 m², hetgeen een lichte

Nadere informatie

Jaarcijfers 2013. Persconferentie. 27 februari 2014

Jaarcijfers 2013. Persconferentie. 27 februari 2014 Jaarcijfers 2013 Persconferentie 27 februari 2014 Jaarcijfers 2013 Rinus Minderhoud, voorzitter raad van bestuur 2013: een bewogen jaar Moeilijke omstandigheden; ruim 2 miljard euro nettowinst LIBOR-schikking:

Nadere informatie

Implementatie Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011 bij BNG

Implementatie Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011 bij BNG Implementatie Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011 bij BNG Koninginnegracht 2 2514 AA Den Haag T 070 3750 750 www.bng.nl Vastgesteld door de Raad van Bestuur op en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen

Nadere informatie

KANTORENVISIE REGIO AMSTERDAM JANUARI 2012

KANTORENVISIE REGIO AMSTERDAM JANUARI 2012 Amsterdam Zuidoost Daling opnameniveau 2011 Aanbod en leegstand Huurprijzen verder onder druk Beleggingsmarkt; Afname transactievolume Toekomstverwachting Deelgebieden Regio Amsterdam Onze jaarlijkse kantorenvisie

Nadere informatie

Outlook Henk Jagersma Directievoorzitter Syntrus Achmea Real Estate & Finance 27 oktober 2015

Outlook Henk Jagersma Directievoorzitter Syntrus Achmea Real Estate & Finance 27 oktober 2015 Outlook 2015 2018 Henk Jagersma Directievoorzitter Syntrus Achmea Real Estate & Finance Profiel > 15 miljard beheerd vermogen Grootste beheerder van vastgoed en hypotheken in Nederland op de markt van

Nadere informatie

Visie op belonen. Rabobank Groep

Visie op belonen. Rabobank Groep Visie op belonen Rabobank Groep 2014 1 Contactgegevens: Human Resources Rabobank Humanresourcesrabobank@rn.rabobank.nl 2 Visie op belonen Intentieverklaring De Rabobank Groep hanteert een zorgvuldig, beheerst

Nadere informatie

Halfjaarbericht Interim report 2003. Offices/Industrial

Halfjaarbericht Interim report 2003. Offices/Industrial Halfjaarbericht Interim report 2003 Offices/Industrial Profiel VastNed Groep De VastNed Groep bestaat uit twee gespecialiseerde onroerendgoedbeleggingsmaatschappijen met veranderlijk kapitaal: VastNed

Nadere informatie

Wij passen dit principe volledig toe zoals de Code voorschrijft. Wij passen dit principe volledig toe zoals de Code voorschrijft.

Wij passen dit principe volledig toe zoals de Code voorschrijft. Wij passen dit principe volledig toe zoals de Code voorschrijft. Raad van commissarissen Samenstelling en deskundigheid 2.1.1 De raad van commissarissen is zodanig samengesteld, dat hij zijn taak naar behoren kan vervullen. Complementariteit, collegiaal bestuur, onafhankelijkheid

Nadere informatie

NEDERLANDSE MARKT VOOR BEDRIJFSRUIMTE

NEDERLANDSE MARKT VOOR BEDRIJFSRUIMTE Maart 215 Inhoud 1. Opname van 2. Aanbod van STAND VAN ZAKEN NEDERLANDSE MARKT VOOR BEDRIJFSRUIMTE 3. Prijzen van 4. Beleggingen in Colofon Samenstelling Drs. G.A. Raven Bron gegevens NVM Data & Research,

Nadere informatie

Toelichting toepassen Governance Principes Verzekeraars

Toelichting toepassen Governance Principes Verzekeraars Toelichting toepassen Governance Principes Verzekeraars INHOUD 1. TOELICHTING TOEPASSEN GOVERNANCE PRINCIPES VERZEKERAARS 2. RAAD VAN COMMISSARISSEN SAMENSTELLING EN DESKUNDIGHEID RVC TAAK EN WERKWIJZE

Nadere informatie

INVESTMENT SNAPSHOT. Nederland Januari 2012. Cushman & Wakefield Research Publicatie

INVESTMENT SNAPSHOT. Nederland Januari 2012. Cushman & Wakefield Research Publicatie INVESTMENT SNAPSHOT Nederland Januari 2012 DE BELEGGINGSMARKT IN 2011 ALGEMEEN Het jaar 2011 begon met een positieve stemming op zowel de gebruikers als de beleggingsmarkt. Ondanks dat de beleggingsniveaus

Nadere informatie

Matrix Comply-or-Explain Code Banken 2017

Matrix Comply-or-Explain Code Banken 2017 Matrix Comply-or-Explain Code Banken 2017 In oktober 2014 heeft de Nederlandse Vereniging van Banken de herziene Code Banken (de "Code Banken"), onderdeel van een pakket met de naam "Future Oriented Banking"

Nadere informatie

Sectorrapport Woningmarkt VOORJAARS UPDATE 2017

Sectorrapport Woningmarkt VOORJAARS UPDATE 2017 Sectorrapport Woningmarkt VOORJAARS UPDATE 2017 40 SPF Nederlandse Sectorrapport Slagersbedrijven Vastgoedmarkt Kantorenmarkt 2017 Voorjaarsupdate Stand van zaken GEBRUIKERSMARKT Stijging transacties en

Nadere informatie

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 Managementsamenvatting 2011 Het Vastgoedrapport Groningen-Assen 2011 stelt zich ten doel om een belangrijke informatiebron te zijn voor de hele regionale vastgoedsector.

Nadere informatie

NEDERLANDSE MARKT VOOR BEDRIJFSRUIMTE

NEDERLANDSE MARKT VOOR BEDRIJFSRUIMTE Maart 214 Inhoud 1. Opname van 2. Aanbod van STAND VAN ZAKEN NEDERLANDSE MARKT VOOR BEDRIJFSRUIMTE 3. Prijzen van 4. Beleggingen in Colofon Samenstelling Drs. G.A. Raven Bron gegevens NVM Data & Research,

Nadere informatie

Jaarbericht 2013. Inhoudsopgave. Voorwoord van de hoofddirectie

Jaarbericht 2013. Inhoudsopgave. Voorwoord van de hoofddirectie Jaarbericht 2013 Jaarbericht 2013 Inhoudsopgave 2 Voorwoord van de hoofddirectie 4 Rabo Vastgoedgroep in 2013 4 Kerncijfers 4 Bestuur en toezicht per 31 december 2013 5 Organogram 6 Kerngegevens 7 Kerngegevens

Nadere informatie

REGISTRATIEDOCUMENT IBUS FONDSEN BEHEER B.V.

REGISTRATIEDOCUMENT IBUS FONDSEN BEHEER B.V. REGISTRATIEDOCUMENT IBUS FONDSEN BEHEER juli 2011 - 2 - INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 3 2. WERKZAAMHEDEN VAN IBUS FONDSEN BEHEER 3 2.1 Activiteiten van IBUS Fondsen Beheer 3 2.2 Soorten belegginginstellingen

Nadere informatie

Remuneratierapport. 11 maart 2019

Remuneratierapport. 11 maart 2019 1 Remuneratierapport 2018 11 maart 2019 Remuneratierapport 2018 Het reglement RvB/EC van MN bepaalt dat de Raad van Bestuur ( RvB ) bestaat uit twee statutaire bestuurders, zijnde de Voorzitter en de CFRO.

Nadere informatie

Noordwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Noordwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Noordwest- Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Noordwest- (*1. m²) 38.116 11.59 Overig In Noordwest- ligt circa 23% van de landelijke kantorenvoorraad.

Nadere informatie

Kantorenmarkt Rotterdam

Kantorenmarkt Rotterdam Kantorenmarkt Rotterdam 1 e halfjaar 2015 Kantorenmarkt Rotterdam De gemeente Rotterdam telt circa 625.000 inwoners en 314.120 banen, verdeeld over 25.220 vestigingen (bron: Lisa). De kantorenvoorraad

Nadere informatie

Principe Naleving door verzekeraar Toelichting door verzekeraar. Binnen de mogelijkheden van de OBM passen wij dit principe toe.

Principe Naleving door verzekeraar Toelichting door verzekeraar. Binnen de mogelijkheden van de OBM passen wij dit principe toe. Toepassing van de Governance Principes Verzekeraars door Onderlinge Brandwaarborg Maatschappij (OBM) in de voormalige gemeente Ransdorp en Zunderdorp in 2015 opgemaakt: 24 maart 2015 Principe Naleving

Nadere informatie

Bestuursverslag Inhoudsopgave. 2 Voorwoord van de voorzitter

Bestuursverslag Inhoudsopgave. 2 Voorwoord van de voorzitter Bestuursverslag 2016 Bestuursverslag 2016 Inhoudsopgave 2 Voorwoord van de voorzitter 4 Rabo Vastgoedgroep in 2016 4 Kerncijfers 4 Bestuur en toezicht 5 Organogram 6 Kerngegevens 8 Bericht van de Raad

Nadere informatie

Toepassing van de Governance Principes Verzekeraars door Nationale Onderlinge Waarborg Maatschappij tegen Brandschade U.A. in 2011

Toepassing van de Governance Principes Verzekeraars door Nationale Onderlinge Waarborg Maatschappij tegen Brandschade U.A. in 2011 Toepassing van de Governance Principes Verzekeraars door Nationale Onderlinge Waarborg Maatschappij tegen Brandschade U.A. in 2011 Principe Naleving door verzekeraar Toelichting door verzekeraar Raad van

Nadere informatie

Presentatie. Nederlandse Vereniging Bouw Kostendeskundigen. Zeist. 26 mei 2011

Presentatie. Nederlandse Vereniging Bouw Kostendeskundigen. Zeist. 26 mei 2011 Presentatie Nederlandse Vereniging Bouw Kostendeskundigen Zeist 26 mei 2011 1930 1970 Veilingen, taxaties & schaderegeling 1990 1997 Specialisatie & Focus 1970 1980 Expansie 1997-2007 Diversificatie 1980

Nadere informatie

Bestuursverslag Inhoudsopgave. 2 Voorwoord van de directie

Bestuursverslag Inhoudsopgave. 2 Voorwoord van de directie Bestuursverslag 2017 Bestuursverslag 2017 Inhoudsopgave 2 Voorwoord van de directie 4 Rabo Vastgoedgroep in 2017 4 Kerncijfers 4 Bestuur en toezicht 5 Organogram per 31 december 2017 6 Kerngegevens 8

Nadere informatie

Renpart Retail XIII C.V.

Renpart Retail XIII C.V. Renpart Retail XIII C.V. Halfjaarverslag 2014 voor publicatie Renpart Retail XIII C.V. Nassaulaan 4 2514 JS Den Haag renpart.nl/rrxiii 2 VERSLAG VAN DE BEHEREND VENNOOT Geachte participant, Hierbij bieden

Nadere informatie

Zuidwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Zuidwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Zuidwest-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Zuidwest-Nederland (*1. m²) 35.536 13.629 459 Overig Nederland In Zuidwest-Nederland ligt circa 29%

Nadere informatie

Remuneratierapport 2014 Loyalis N.V.

Remuneratierapport 2014 Loyalis N.V. Remuneratierapport 2014 Loyalis N.V. Voorwoord Dit remuneratierapport geeft inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen in het beloningsbeleid van Loyalis N.V. over het jaar 2014. Met dit rapport wil Loyalis

Nadere informatie

Research NL. Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland

Research NL. Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland Research NL Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland Herstel economie zet aarzelend door Economische situatie Huishoudens zijn nog steeds terughoudend met hun consumptie en bedrijven zijn terughoudend

Nadere informatie

Renpart Retail XIV C.V.

Renpart Retail XIV C.V. Renpart Retail XIV C.V. Halfjaarverslag 2014 voor publicatie Renpart Retail XIV C.V. Nassaulaan 4 2514 JS Den Haag renpart.nl/rrxiv VERSLAG VAN DE BEHEREND VENNOOT Geachte participant, Hierbij bieden

Nadere informatie

PERSBERICHT. Propertize op koers met afbouw. Utrecht, 3 juli 2015

PERSBERICHT. Propertize op koers met afbouw. Utrecht, 3 juli 2015 PERSBERICHT Propertize op koers met afbouw Utrecht, 3 juli 2015 Propertize heeft op 3 juli 2015 zijn Jaarverslag 2014 gepubliceerd. Uit de cijfers blijkt dat de netto omvang van de portefeuille aan vastgoedfinancieringen

Nadere informatie

Persbericht. Rabobank: 2014 een positief keerpunt

Persbericht. Rabobank: 2014 een positief keerpunt Persbericht 26 februari 2015 EMBARGO tot 07.30 uur Rabobank: 2014 een positief keerpunt De Rabobank Groep boekte in 2014 een nettowinst van 1.842 miljoen euro. (2013: 2.007 miljoen). Het onderliggende

Nadere informatie

Woningmarkt NL 2018 kwartaal 2

Woningmarkt NL 2018 kwartaal 2 Woningmarkt NL 218 kwartaal 2 In het tweede kwartaal van 218 werden volgens het CBS/Kadaster 52.93 woningen verkocht. Dat is 9,3% minder dan in het tweede kwartaal van 217 en 1,6% meer dan in het eerste

Nadere informatie

Governance principes November 2015

Governance principes November 2015 Governance principes November 2015 Inhoud 1. Naleving Code en transparante verantwoording... 2 2. Raad van commissarissen... 2 3. Raad van bestuur... 4 4. Risicomanagement... 6 5. Audit... 8 6. Beloningsbeleid...

Nadere informatie

Jaarcijfers 2012. 6 maart 2013

Jaarcijfers 2012. 6 maart 2013 Jaarcijfers 2012 6 maart 2013 Overzicht Klantbelang gediend met stevig financieel fundament Resultaat 255 miljoen Dividendvoorstel 88 miljoen Solvabiliteit 293% Kosten verder verlaagd met 6% Eigen Vermogen

Nadere informatie

Oost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Oost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Oost-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Oost-Nederland (*1. m²) 43.8 4.136 2.481 Overig Nederland In de oostelijke provincies is ruim 13% van

Nadere informatie

Halfjaarverslag Woningen Winkels Kantoren Bedrijfsruimten

Halfjaarverslag Woningen Winkels Kantoren Bedrijfsruimten Halfjaarverslag 2012 Woningen Winkels Kantoren Bedrijfsruimten Van en voor pensioenfondsen Altera Vastgoed is een gewild beleggingsproduct voor pensioenfondsen die een belang wensen in Nederlands niet-beursgenoteerd

Nadere informatie

Variabel beloningsbeleid Identified Staff Kempen & Co

Variabel beloningsbeleid Identified Staff Kempen & Co Variabel beloningsbeleid Identified Staff u 2014 heeft een zorgvuldig, beheerst en duurzaam beloningsbeleid, dat vanzelfsprekend voldoet aan de geldende wettelijke vereisten. Belangrijke doelen van dit

Nadere informatie

Compliance met CDR IV artikel 88 t/m 95

Compliance met CDR IV artikel 88 t/m 95 Compliance met CDR IV artikel 88 t/m 95 Koninginnegracht 2 2514 AA Den Haag T 070 3750 750 www.bngbank.nl BNG Bank is een handelsnaam van N.V. Bank Nederlandse Gemeenten, statutair gevestigd te Den Haag,

Nadere informatie

GOVERNANCE PRINCIPES 2013. N.V. Levensverzekering-Maatschappij De Hoop

GOVERNANCE PRINCIPES 2013. N.V. Levensverzekering-Maatschappij De Hoop GOVERNANCE PRINCIPES 2013 N.V. Levensverzekering-Maatschappij De Hoop 1/19 Inleiding De Governance principes zijn opgesteld door het Verbond van Verzekeraars. Zij geven richtlijnen voor de samenstelling,

Nadere informatie

RFM Regulated Fund Management BV Registratiedocument (als bedoeld in artikel 4:48 lid 1 Wet op het financieel toezicht)

RFM Regulated Fund Management BV Registratiedocument (als bedoeld in artikel 4:48 lid 1 Wet op het financieel toezicht) RFM Regulated Fund Management BV Registratiedocument (als bedoeld in artikel 4:48 lid 1 Wet op het financieel toezicht) I Gegevens betreffende de werkzaamheden van de beheerder RFM Regulated Fund Management

Nadere informatie

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09 HAAGSE MONITOR ECONOMISCHE RECESSIE 7 Deze monitor geeft zowel prognoses als gerealiseerde cijfers weer. Het vaststellen van gerealiseerde cijfers kost tijd, maar worden, zodra deze bekend zijn, in de

Nadere informatie

HALFJAARBERICHT 2015 BNG VERMOGENSBEHEER B.V.

HALFJAARBERICHT 2015 BNG VERMOGENSBEHEER B.V. HALFJAARBERICHT 2015 BNG VERMOGENSBEHEER B.V. Inhoud 1 Profiel 1 2 Directieverslag 2 2.1 Beheerd vermogen 2 2.2 Financieel resultaat 2 2.3 Financiële markten 2 2.4 Personeel en organisatie 2 3 Financiële

Nadere informatie

Kantorenmarkt Amsterdam

Kantorenmarkt Amsterdam Kantorenmarkt Amsterdam 2014 Kantorenmarkt Amsterdam De gemeente Amsterdam telt circa 810.000 inwoners en 554.730 banen, verdeeld over 112.800 vestigingen (bron: Lisa). De kantorenvoorraad heeft een omvang

Nadere informatie

Toelichting op de toepassing van de Governance Principes Verzekeraars

Toelichting op de toepassing van de Governance Principes Verzekeraars Toelichting op de toepassing van de Governance Principes Verzekeraars TVM verzekeringen 2 Inhoud 1 Toelichting toepassen Governance Principes Verzekeraars... 3 2 Raad van Commissarissen... 4 2.1 Samenstelling

Nadere informatie

02 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012

02 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012 Jaarverslag 2012 02 Rabo Vastgoedgroep Jaarverslag 2012 Jaarverslag 2012 Inhoudsopgave 2 Voorwoord van de hoofddirectie 6 Rabo Vastgoedgroep in 2012 6 Kerncijfers 6 Bestuur per 31 december 2012 7 Organogram

Nadere informatie

* totaal rendement, exclusief emissiekosten en voor belastingen

* totaal rendement, exclusief emissiekosten en voor belastingen Door de samenwerking met Direct Wonen kan Annexum particuliere beleggers de mogelijkheid bieden om in woningen te investeren. Middels uw deelname in Woningfonds Apeldoorn CV belegt u in drie woontorens

Nadere informatie

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,

Nadere informatie

Persbericht. Triodos beleggingsfondsen houden stand in lastig beleggingsklimaat Geringe daling van 3% in eerste halfjaar 2011

Persbericht. Triodos beleggingsfondsen houden stand in lastig beleggingsklimaat Geringe daling van 3% in eerste halfjaar 2011 Persbericht Triodos beleggingsfondsen houden stand in lastig beleggingsklimaat Geringe daling van 3% in eerste halfjaar 2011 Zeist, 26 augustus 2011 Ondanks het moeilijke klimaat voor beleggen is het volume

Nadere informatie

Remuneratierapport 2017 Loyalis N.V.

Remuneratierapport 2017 Loyalis N.V. Remuneratierapport 2017 Loyalis N.V. Voorwoord Dit remuneratierapport geeft inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen in het beloningsbeleid van Loyalis over het jaar 2017 en gaan we in op de belangrijkste

Nadere informatie

GOVERNANCE PRINCIPES

GOVERNANCE PRINCIPES GOVERNANCE PRINCIPES 2014 Pagina: 1 van 27 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 1 NALEVING CODE VERZEKERAARS... 3 2 RAAD VAN COMMISSARISSEN... 4 2.1 SAMENSTELLING EN DESKUNDIGHEID... 4 2.2 TAAK EN WERKWIJZE...

Nadere informatie

Woningmarkt na de crisis. Henk Jagersma, Directievoorzitter Syntrus Achmea Real Estate & Finance

Woningmarkt na de crisis. Henk Jagersma, Directievoorzitter Syntrus Achmea Real Estate & Finance Woningmarkt na de crisis Henk Jagersma, Directievoorzitter Syntrus Achmea Real Estate & Finance 1 Waar staan we met Nederland na de crisis? Nederlandse economie is er heel voorzichtig weer bovenop aan

Nadere informatie

De Duitse woningmarkt

De Duitse woningmarkt De Duitse woningmarkt Outlook Duitse woningmarkt De urbanisatie zorgt voor een druk op de markt in de grote steden 15 16 17 18 Waardegroei Woningen top 5 steden + + + + Overige grote steden =/+ =/+ =/+

Nadere informatie

CODE VERZEKERAARS 2012 1

CODE VERZEKERAARS 2012 1 CODE VERZEKERAARS 2012 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 2. Raad van Commissarissen... 4 2.1 Samenstelling en deskundigheid... 4 2.2 Taak en werkwijze... 6 3. Raad van Bestuur... 7 3.1 Samenstelling en

Nadere informatie

Persbericht. N.V. Bever Holding - resultaten verslagjaar 2016

Persbericht. N.V. Bever Holding - resultaten verslagjaar 2016 Persbericht N.V. Bever Holding - resultaten verslagjaar 2016 Resultaat Bever Holding heeft het verslagjaar afgesloten met een resultaat na belastingen van ca. EUR 9,6 miljoen (2015: EUR 29 duizend). Op

Nadere informatie

Toepassing van de Governance Principes Verzekeraars door Waard Leven N.V. in 2015 (geldt ook voor Waard Schade N.V. en Hollands Welvaren Leven N.V.

Toepassing van de Governance Principes Verzekeraars door Waard Leven N.V. in 2015 (geldt ook voor Waard Schade N.V. en Hollands Welvaren Leven N.V. Toepassing van de Governance Principes Verzekeraars door Waard Leven N.V. in 2015 (geldt ook voor Waard Schade N.V. en Hollands Welvaren Leven N.V.) Principe Naleving door verzekeraar Toelichting door

Nadere informatie

Sprekende Cijfers. Kwartaalbericht Q4 Woningmarkt. Gemeente Rotterdam. Sprekende Cijfers 2010-4 / Woningmarkt gemeente Rotterdam

Sprekende Cijfers. Kwartaalbericht Q4 Woningmarkt. Gemeente Rotterdam. Sprekende Cijfers 2010-4 / Woningmarkt gemeente Rotterdam Sprekende Cijfers 2010-4 / Woningmarkt gemeente Rotterdam Sprekende Cijfers Kwartaalbericht Q4 Woningmarkt pagina 1 van 8 Gemeente Rotterdam Gemeente Rotterdam Januari 2011 Inleiding Beste lezer, Voor

Nadere informatie

Nederlandse markt voor Bedrijfsruimte 3. Prijzen van bedrijfsruimte

Nederlandse markt voor Bedrijfsruimte 3. Prijzen van bedrijfsruimte Maart 212 Inhoud 1. Opname van 2. Aanbod van Stand van zaken Nederlandse markt voor Bedrijfsruimte 3. Prijzen van 4. Beleggingen in Colofon Samenstelling Drs. G. Raven Bron gegevens NVM Data & Research,

Nadere informatie

IBUS Fondsen Beheer B.V. Jaarverslag 2013

IBUS Fondsen Beheer B.V. Jaarverslag 2013 IBUS Fondsen Beheer B.V. INHOUDSOPGAVE JAARVERSLAG 4 JAARREKENING Balans per 31 december 2013 5 Winst- en verliesrekening over 2013 6 Kasstroomoverzicht 7 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

Bouwfonds Vastgoedfondsen Beheer B.V. Hoevelaken. Halfjaarcijfers 2009

Bouwfonds Vastgoedfondsen Beheer B.V. Hoevelaken. Halfjaarcijfers 2009 Bouwfonds Vastgoedfondsen Beheer B.V. Hoevelaken Halfjaarcijfers 2009 Inhoudsopgave Halfjaarcijfers 2009 Inhoudsopgave 2 Balans per 30 juni 2009 3 Winst- en Verliesrekening 4 Kasstroomoverzicht 5 Toelichting

Nadere informatie

COMPLIANCE MET DE NEDERLANDSE CORPORATE GOVERNANCE CODE

COMPLIANCE MET DE NEDERLANDSE CORPORATE GOVERNANCE CODE COMPLIANCE MET DE NEDERLANDSE CORPORATE GOVERNANCE CODE Corporate Governance Novisource streeft naar een organisatiestructuur die onder meer recht doet aan de belangen van de onderneming, haar klanten,

Nadere informatie

Midden-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Midden-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Midden-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Midden-Nederland (*1. m²) 42.674 95 6.46 Overig Nederland In de regio Midden-Nederland ligt circa 14%

Nadere informatie

kantorenmarkt zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland

kantorenmarkt zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland Landelijke marktontwikkelingen Mede dankzij enkele grote transacties in diverse steden bereikte de opname van kantoorruimte de eerste maanden van 2012 een (onverwacht) hoog niveau. Deze goede start zette

Nadere informatie

Vesteda Update Q1 2015

Vesteda Update Q1 2015 Vesteda Update Q1 2015 Wooncomplex De Ooievaar in Purmerend, geacquireerd door Vesteda van woningcorporatie Wooncompagnie in Q1 2015 Vesteda Update Q1 2015 Inhoud 2 Inhoud Introductie Managing Board 3

Nadere informatie

Remuneratierapport 2015 Loyalis N.V.

Remuneratierapport 2015 Loyalis N.V. Remuneratierapport 2015 Loyalis N.V. Voorwoord Dit remuneratierapport geeft inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen in het beloningsbeleid van Loyalis N.V. over het jaar 2015. Met dit rapport wil Loyalis

Nadere informatie

Nederlandse markt voor Bedrijfsruimte

Nederlandse markt voor Bedrijfsruimte Maart 213 Inhoud 1. Opname van 2. Aanbod van Stand van zaken Nederlandse markt voor Bedrijfsruimte 3. Prijzen van 4. Beleggingen in Colofon Samenstelling Drs. G. Raven Bron gegevens NVM Data & Research,

Nadere informatie

Samenvatting Beloningsbeleid Arcona Capital Fund Management B.V.

Samenvatting Beloningsbeleid Arcona Capital Fund Management B.V. Samenvatting Beloningsbeleid Arcona Capital Fund Management B.V. 3 april 2018 Inleiding en reikwijdte van het beleid Arcona Capital Fund Management B.V. heeft een beloningsbeleid opgesteld aan de hand

Nadere informatie

Code Banken. 93 Code Banken

Code Banken. 93 Code Banken Code Banken Achtergrond Naar aanleiding van de financiële crisis die medio 2007 ontstond, is er een diepgaand maatschappelijk debat op gang gekomen over het functioneren van financiële instellingen. In

Nadere informatie

GOVERNANCE PRINCIPES

GOVERNANCE PRINCIPES GOVERNANCE PRINCIPES 2013 Pagina: 1 van 27 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 1 NALEVING GOVERNANCE PRINCIPLES... 3 2 RAAD VAN COMMISSARISSEN... 4 2.1 SAMENSTELLING EN DESKUNDIGHEID... 4 2.2 TAAK EN WERKWIJZE...

Nadere informatie

JAARVERSLAG. tweeduizend ennegen.

JAARVERSLAG. tweeduizend ennegen. JAARVERSLAG tweeduizend ennegen. inhoudsopgave Inhoudsopgave 11 Kerncijfers 12 Profiel 15 Structuur 22 Activiteiten 27 Directieverslag 30 Geconsolideerde Jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december

Nadere informatie

Implementatie Code Banken

Implementatie Code Banken Implementatie Code Banken Koninginnegracht 2 2514 AA Den Haag T 070 3750 750 www.bngbank.nl BNG Bank is een handelsnaam van N.V. Bank Nederlandse Gemeenten, statutair gevestigd te Den Haag, KvK-nummer

Nadere informatie

KANTOREN NOORD-NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen

KANTOREN NOORD-NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen Landelijke marktontwikkelingen Mede dankzij enkele grote transacties in diverse steden bereikte de opname van kantoorruimte de eerste maanden van 2012 een (onverwacht) hoog niveau. Deze goede start zette

Nadere informatie

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010 Pagina // Bijlage HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS uari Deze monitor geeft zowel prognoses als gerealiseerde cijfers weer. Het vaststellen van gerealiseerde cijfers kost tijd, maar worden, zodra deze bekend

Nadere informatie

De Nederlandse Kantorenmarkt medio 2013

De Nederlandse Kantorenmarkt medio 2013 De Nederlandse Kantorenmarkt medio 2013 Economische indicatoren (in %) 2010 2011 2012 2013* 2014* Economische groei 1,7 1,0-1,2-1,25 0,75 Werkloosheid 5,5 5,4 6,4 8,5 9,25 nflatie 1,3 2,3 2,5 2,8 2,0 *

Nadere informatie

Werklocaties. Nota Kantoren Rotterdam samengevat. 19 juni 2019

Werklocaties. Nota Kantoren Rotterdam samengevat. 19 juni 2019 Werklocaties Nota Kantoren Rotterdam samengevat 19 juni 2019 2 Ruimtelijkeconomisch beleid voor kantoren in Rotterdam Voor een aantrekkelijke, economisch sterke stad is er evenwicht nodig tussen zowel

Nadere informatie

Woningmarkt Nederland 4e kwartaal 2018

Woningmarkt Nederland 4e kwartaal 2018 In het vierde kwartaal van 218 werden volgens het CBS/Kadaster 56.535 woningen verkocht. Dat is 14,6% minder dan in het vierde kwartaal van 217 en,7% minder dan in het derde kwartaal van 218. De verkoop

Nadere informatie

Kantorenmarkt Den Bosch

Kantorenmarkt Den Bosch Kantorenmarkt Den Bosch Medio 2017 DO RESEARCH www.doresearch.nl Kantorenmarkt Den Bosch, 1 e halfjaar 2017 De gemeente Den Bosch telt bijna 155.000 inwoners en circa 96.700 arbeidsplaatsen verdeeld over

Nadere informatie

Presentatie halfjaarcijfers 2012

Presentatie halfjaarcijfers 2012 Logistics Healthcare Automotive Industrial Automation Machine & Systems Energy & Utilities Presentatie halfjaarcijfers 2012 Amsterdam, 27 augustus 2012 Agenda Kerncijfers eerste helft 2012 Operationele

Nadere informatie

Persbericht. Netto omzet van EUR 545 miljoen en nettoresultaat van EUR 69,2 miljoen. Business area Aviation lijdt een operationeel verlies o o

Persbericht. Netto omzet van EUR 545 miljoen en nettoresultaat van EUR 69,2 miljoen. Business area Aviation lijdt een operationeel verlies o o Halfjaarresultaten 2010 Schiphol, 30 augustus 2010 Persbericht Hoofdpunten Netto omzet van EUR 545 miljoen en nettoresultaat van EUR 69,2 miljoen. Business area Aviation lijdt een operationeel verlies

Nadere informatie

NB: De agendapunten 4, 6, 8a, 8b, 9, 11, 12, 13, 14 en 15 zullen ter stemming worden gebracht.

NB: De agendapunten 4, 6, 8a, 8b, 9, 11, 12, 13, 14 en 15 zullen ter stemming worden gebracht. Beter Bed Holding N.V. Agenda Algemene Vergadering van Aandeelhouders op donderdag, 28 april 2011 om 12.30 uur bij IBN Vergadercentrum, Hockeyweg 5, 5405 NC Uden 1. Opening. 2. Bespreking jaarverslag 2010.

Nadere informatie

Herinrichting Raden van Commissarissen van Triodos Groenfonds en Triodos Vastgoedfonds en Raad van Toezicht van Triodos Fair Share Fund

Herinrichting Raden van Commissarissen van Triodos Groenfonds en Triodos Vastgoedfonds en Raad van Toezicht van Triodos Fair Share Fund Toelichting bij agendapunt 6 van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Triodos Groenfonds N.V. en de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Triodos Vastgoedfonds N.V. en bij agendapunt 4

Nadere informatie

Governance Principes MediRisk

Governance Principes MediRisk Governance Principes MediRisk MediRisk acht transparantie en naleving van de Governance Principes die zijn opgesteld door het Verbond van Verzekeraars van groot belang. De Governance Principes, hierna

Nadere informatie

Wie kopen er hypotheekloos?

Wie kopen er hypotheekloos? 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Wie kopen er hypotheekloos? Auteurs: Frank van der Harst, Paul de Vries Datum: 28 juni 2017

Nadere informatie

11 september Halfjaarcijfers 2003 Ballast Nedam

11 september Halfjaarcijfers 2003 Ballast Nedam Page 1 sur 12 11 september 2003 - Halfjaarcijfers 2003 Ballast Nedam Ingrijpende reorganisatie werpt vruchten af. Ballast Nedam weer op de goede weg: EBIT Euro 6 mln (halfjaar 2002 : Euro 93 mln verlies)

Nadere informatie

Vastgoed en vastgoedfinancieringen

Vastgoed en vastgoedfinancieringen Vastgoed en vastgoedfinancieringen Dé strategisch vastgoedpartner voor pensioenfondsen Syntrus Achmea Real Estate & Finance is dé strategisch vastgoedpartner voor pensioenfondsen. Dankzij onze unieke

Nadere informatie

RFM Regulated Fund Management BV HALFJAARBERICHT 2012

RFM Regulated Fund Management BV HALFJAARBERICHT 2012 RFM Regulated Fund Management BV HALFJAARBERICHT 2012 Inhoudsopgave pagina Algemeen Directieverslag 2 Halfjaarrekening Balans 4 Winst- en verliesrekening 5 Kasstroomoverzicht 6 Toelichting algemeen en

Nadere informatie