Onderwerp: Vaststelling van de Algemene Plaatselijke Verordening tweede wijziging legestabel behorende bij de "Legesverordening Boxmeer 2012.

Transcriptie

1 Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling van de Algemene Plaatselijke Verordening tweede wijziging legestabel behorende bij de "Legesverordening Boxmeer Nummer: 8c. Dit voorstel heeft betrekking op de actualisatie van de APV. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Onder A worden de voorgestelde wijzigingen van de APV nader toegelicht. Boxmeer, 13 maart 2012 Onder B treft u dan ook een voorstel aan om de artikelnummer verwijzingen naar de APV in de legesverordening aan te passen conform de nieuwe APV. Omdat in de APV regelingen zijn opgenomen waarvoor een legesplicht geldt, heeft de verandering van de APV ook gevolgen voor de bij de legeverordening behorende tarieventabel. A) APV De Algemene Plaatselijke Verordening van Boxmeer is in 2007 reeds ingrijpend gedereguleerd. Inmiddels hebben er vanuit hogere wetgeving weer zoveel wijzigingen plaatsgevonden dat een algehele herijking i.c. actualisering noodzakelijk is. Daarenboven is nog eens kritisch naar de APV gekeken vanuit het oogpunt deregulering en regellicht. De geactualiseerde APV is in overstemming met actuele juridische ontwikkelingen, zoals de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Europese Dienstenrichtlijn gebracht. Ook is het herziene model van de VNG (januari 2012) in de actualisatie meegenomen. De Raad is op grond van artikel 147 Gemeentewet bevoegd tot het vaststellen van APV. Modelverordening Vereniging Nederlandse Gemeenten De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) stelt modelverordeningen beschikbaar aan gemeenten. Begin januari 2012 is onverwacht het model herzien. Dit model voldoet aan de meest actuele wetgeving en is aangepast aan recente jurisprudentie. Bij de opzet en redactie van de artikelen in de geactualiseerde APV is zoveel mogelijk aangesloten bij de bepalingen van deze (herziene) model-apv. Hierdoor is het in de toekomst gemakkelijker om noodzakelijke wijzigingen periodiek in de APV door te voeren. Elke gemeente kent eigen lokale ontwikkelingen en problematiek die van invloed zijn op de vraag of en hoe bepaalde onderwerpen in de APV zijn geregeld. Dat geldt uiteraard ook voor de gemeente Boxmeer. De model-apv is daarom voor Boxmeer op maat gemaakt. In tegenstelling tot de dereguleringsdoelstelling is er op enkele punten sprake van regulering. Een voorbeeld zijn de voorschriften omtrent schietterreinen (hoofdstuk 4, afdeling 6 Traditioneel schieten), hetgeen door de gemeenteraad is gevraagd bij de behandeling van het voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan voor een schietterrein in Beugen. BOC/2011/3195

2 Toelichting bij de APV De APV is gebaseerd op het model. Op onderdelen wijkt de APV af van het model. Enerzijds zijn er bepalingen van het model niet opgenomen in de APV, anderzijds zijn in de APV bepalingen opgenomen die niet in het model staan. Dit is anders voor de toelichting op de APV. De toelichting op de APV is wel integraal overgenomen van het model. Voor de toelichting wordt daarom verwezen naar de toelichting van het model. Waar de APV afwijkende of aanvullende bepalingen kent ten opzichte van het model, is dit voor zover nodig voorafgaande aan de tekst van de toelichting van het model artikelsgewijs vermeld. In dit tweede concept zijn wijzigingen als gevolg van de herziening van het model verwerkt. Hierna zal per gewijzigd artikel worden aangegeven wat er is gewijzigd. Ook de relevante vragen/ opmerkingen die zijn gesteld tijdens de behandeling door de commissie bestuur op 19 januari 2012 zijn daarbij betrokken. 1. Artikel 1:1.: definitie bebouwde kom. Ter bepaling van de definitiebepaling voor de bebouwde kom zijn door de VNG in de herziene APV meerdere opties opgenomen. Voorgesteld wordt aan te sluiten bij de aanwijzing van de bebouwde kom door GS, zoals het in de huidige APV al geregeld was. Dit omdat er voor Boxmeer geen redenen zijn hier een wijziging in aan te brengen. Boxmeer heeft tot op heden geen problemen gehad met definitie bestemmingsplan. 2. Artikel 1:1: definitie openbare plaats. Voorgesteld wordt om conform de herziening Model voor de definitie van openbare plaats te verwijzen naar artikel 1 Wet openbare manifestaties (Wom). Ten eerste moet de plaats open staan voor het publiek. Dat de plaats "open staat" betekent verder dat geen sprake is van een meldingsplicht, de eis van voorafgaand verlof, of de heffing van een toegangsprijs voor het betreden van de plaats. Op grond hiervan zijn bijvoorbeeld stadions, postkantoren, warenhuizen, restaurants, musea, ziekenhuizen en kerken geen openbare plaatsen. Ook de hal van het gemeentehuis valt buiten het begrip openbare plaats. Het tweede criterium is dat het open staan van de plaats moet zijn gebaseerd op bestemming of vast gebruik. 3. Artikel 1:2 beslistermijn en 1:3 Indiening aanvraag Door de commissie bestuur is gevraagd naar de reden van het verlengen van de termijn voor het indienen van de aanvraag en het hanteren van een termijn van 8 weken voor het behandelen van een aanvraag. De gekozen behandelingstermijn is gelijk aan de maximale redelijke termijn die in artikel 4:13, tweede lid, van de Awb, wordt gesteld en tevens gelijk aan de termijn in de huidige APV. Tijdig beslissen is een rechtsplicht voor elk bestuursorgaan. Het merendeel van de aanvragen zal binnen acht weken kunnen worden afgehandeld. Meer ingewikkelde aanvragen, zeker die waarvoor meerdere adviezen moeten worden ingewonnen, vergen soms meer tijd. Hoewel het publiek zoveel mogelijk service moet worden geboden, zijn de mogelijkheden van het ambtelijk apparaat niet onbeperkt. Een termijn van drie weken voor de afhandeling van een aanvraag blijkt in de praktijk vaak te kort te zijn. Het gebeurt nog wel eens dat met de aanvraag om een vergunning tot het laatste moment wordt gewacht. Als aanvullende informatie van de aanvrager wordt benodigd, dan is daar vervolgens onvoldoende tijd voor beschikbaar. De aanvrager is dan ook in het ongewisse of al dan niet medewerking wordt verleend en als toch medewerking wordt verleend, dan bereikt de vergunning de aanvrager niet tijdig en niet bekend is met eventuele in acht te nemen voorschriften. Daarnaast is het bij bepaalde onderwerpen gewenst, dat ook andere organisaties tijdig worden geïnformeerd, zoals het informeren van hulpdiensten over wegafsluitingen. Kortom, het is ook voor de aanvrager van belang dat hij er enerzijds tijdig mee bekend is of datgene dat wordt aangevraagd wordt toegestaan en zo ja, onder welke - pag. 2/8 -

3 voorwaarden. In Boxmeer wordt een termijn van acht weken aangehouden. Deze termijn sluit aan bij de beslistermijn. Een dergelijke termijn is bovendien niet bezwaarlijk omdat organisaties veelal werken met een (meer)jaarplan, zodat men vaak al maanden tevoren ermee bekend is dat men op een bepaalde datum een bepaalde activiteit wil gaan houden. Een termijn van acht weken maakt het mogelijk om tijdig een vergunning tot stand te brengen, om aanvrager en andere belanghebbenden tijdig te informeren en biedt dit (derden-)belanghebbenden de mogelijkheid om eventuele zienswijzen/bezwaren in te dienen. Uit bewoordingen van het onderhavige artikel ( kan ) vloeit voort, dat niet elke te laat ingediende aanvraag buiten behandeling hoeft te worden gelaten. In afzonderlijke bepalingen en/of in uitvoeringsbesluiten kan ook een afwijkende (korter/langere) indieningstermijn zijn vermeld.. 4. artikel 1.5: Conform herziening model is de toevoeging of de aard van de vergunning zich daartegen verzet, geschrapt. 5. Artikel 1:9 en 1:10 Lex silencio Positivo. Deze artikelen zijn bij de laatste wijziging in de APV gekomen (raadsbesluit 30 september 2010) Voor vergunningsstelsels die onder de reikwijdte van de Dienstenrichtlijn vallen, moest reeds in de betreffende verordening worden aangegeven dat de lex silencio positivo van toepassing is. Nieuw in de model APV is met name dat er bij alle vergunningen en ontheffingen een keuze is gemaakt over het al dan niet toepassen van de LSP, ook daar waar dat niet vanwege de toepasselijkheid van de Europese Dienstenrichtlijn verplicht is. Omwille van de duidelijkheid wordt niet langer in deze twee artikelen geregeld voor welke onder de Europese Dienstenrichtlijn vallende vergunningen wel of geen LSP van toepassing is, maar bij ieder afzonderlijk artikel zelf. Artikelen 1:9 en 1:10 vervallen daarom. Het wel of niet van toepassing verklaren van de LSP is overeenkomstig het besluit van 30 september 2010 verwerkt in de desbetreffende artikelen. doch overeenkomstig het besluit van 30 september Dit betekent dat aan de in de artikelen 1:9 en 1:10 genoemden artikelen een extra lid moet worden opgenomen, zie verder punt 30. Van alle overige vergunningsstelsels is afzonderlijk beoordeeld of de LSP wel of niet van toepassing wordt verklaard. 6. Artikel 2: 9 Straatartiesten Door de commissie bestuur is gevraagd waarom niet is aangesloten bij de winkelsluitingstijden. In het artikel is opgenomen dat optreden is toegestaan tussen en uur s avond. Op grond van de Winkeltijdenwet mogen winkels (zondag uitgezonderd) open zijn tot uur. Inzoverre is wel degelijk aansluiting gezocht bij de winkeltijdenwet. Op het moment dat de winkels gesloten zijn, zal er geen animo zijn om op te treden. Bij het opstellen van deze bepaling is specifiek gekeken naar de Boxmeerse situatie en de wensen van de ondernemers. De opmerkingen zoals gemaakt in de commissie bestuur hebben niet tot aanpassing van het artikel geleid. 7. Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan de weg In de model VNG is, omdat daar in de praktijk behoefte aan bleek te zijn een vergunningsstelsel opgenomen. In het eerste concept is reeds een alternatief ten behoeve van de gemeente Boxmeer aangedragen. Voorstel is dit alternatief te behouden, doch aan te passen naar aanleiding van de opmerkingen zoals gemaakt tijdens de behandeling in de commissie bestuur. Dit kan door expliciet een regeling op te nemen ten aanzien van bouwcontainers in lid 2 sub d: indien het in het eerste - pag. 3/8 -

4 lid bedoelde gebruik, een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2. eerste lid onder j of onder k, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, kan het bevoegde gezag een omgevinsgvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik. Conform huidige APV is op dit artikel Paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. 8. Artikel 2:15. Hinderlijke beplanting Deze bepaling is, na eerder te zijn geschrapt, op veler verzoek (facultatief) weer opgenomen in het model. In Boxmeer hadden we hem al opgenomen, tekstueel wijkt deze af van de tekst welke nu in het model wordt gehanteerd. Daarom is de Boxmeerse bepaling aangepast aan het model: Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of dat er op andere wijze voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat. 9. 2:24 Begripsbepaling (Evenementen) In het derde lid (model) stond een nadere begripsbepaling van een begripsbepaling in het tweede lid. Ambtelijk was dit al bij de herziening van 2007 aan het derde lid toegevoegd. 10. Artikel 2:29 Sluitingstijd (openbare inrichting) Dit artikel bevat een vergunningsstelsel Vanwege dwingende redenen van algemeen belang is er voor gekozen om de lex silencio op dit artikel niet van toepassing te verklaren. Het gaat hier om een vergunning voor met name horeca-inrichtingen. Het zou vanwege de openbare orde en andere overwegingen onwenselijk zijn als deze zonder een op de inrichting afgestemde vergunning kunnen openen Artikel 2:39-2:40 (Speelgelegenheden) Model is aangepast aan aanpassingen in de Wet op de Kansspelen. Concept voorstel is reeds conform het model. Deze vergunning beoogt de bescherming van met name de openbare orde. Daarnaast speelt het bestrijden van gokverslaving een rol. Het is hoogst onwenselijk zijn als deze vergunning van rechtswege wordt verleend voordat er een inhoudelijke toets van de aanvraag heeft plaatsgevonden en is voltooid. Een lex silencio positivo is hier dan ook niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang, zoals de openbare orde en volksgezondheid. Paragraaf Awb wordt niet van toepassing verklaard. 12. Artikel 2:44 (Vervoer inbrekerswerktuigen) Model VNG is redactioneel aangepast aan delictsomschrijving Wetboek van Strafrecht. Deze wijziging is in het concept opgenomen door lid 2 aan te passen: Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen. 13. Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag openbare plaatsen De beperkte en verwarrende term weggebruikers is vervangen door het veel ruimere gebruikers (van de openbare plaats). Het concept is conform model aangepast. 14. Artikel 2:53 Bespieden van personen Dit artikel is in het model VNG facultatief gemaakt. Omdat deze bepaling op verzoek van de politie in de APV Boxmeer is opgenomen is er voor gekozen de bepaling te handhaven. - pag. 4/8 -

5 15. Artikel 2:57 Loslopende honden Model VNG heeft dit artikel tekstueel herschreven. In juridische zin is er geen probleem met het bestaande artikel, maar onduidelijkheden in de formulering kunnen leiden tot vragen. In het tweede concept is de nieuwe model tekst overgenomen 16. Artikel 2:59 Gevaarlijke honden Wijziging model VNG betreft technische wijziging vanwege naamsverandering ministerie. Daarnaast is het verouderde en niet bijzonder diervriendelijke tatoeëren van honden ter identificatie geschrapt. In het tweede concept is de nieuwe model tekst overgenomen. 17. Artikel 2:60 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren In het model VNG is aan dit artikel een extra lid toegevoegd. Sommige, veelal grotere en stedelijke gemeenten gebruiken een bepaling tegen het voeren van hinderlijke of ongezonde dieren, doorgaans duiven. Uiteraard is dit facultatief. Gemeenten die de behoefte niet hebben of niet van zins zijn deze bepaling te handhaven, kunnen deze achterwege laten. In Boxmeer bestaat de behoefte aan een dergelijke bepaling niet. Daarom is de tekst van het model, met uitzondering van lid 1 sub d (verbod voeren) overgenomen. Het is niet eenvoudig aan te geven wanneer en waarom, als er eenmaal eisen en beperkingen zijn gesteld, daar met een ontheffing weer van zou worden afgeweken. Doorgaans zal vrij snel (en dan naar aller waarschijnlijkheid negatief) op een aanvraag om deze ontheffing kunnen worden beschikt. Toch is hier van het toepassen van de lex silencio positivo afgezien. Dit vooral omdat in gevallen waarin dit artikel wordt toegepast vaak al enig ongenoegen leeft over de in de buurt ondervonden overlast. Een van rechtswege ontstane ontheffing en daardoor weer toenemende hinder zou de sfeer niet ten goede komen. 18. Artikel 2:62 2:64 Loslopend vee In het eerste concept was al opgenomen alleen de regeling inzake Loslopend vee op te nemen, de overige niet omdat ze voor de gemeente Boxmeer niet noodzakelijk zijn. 19. Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder Model VNG voert hier een tekstuele aanpassing door. Een aantal verwijzingen naar bepalingen in andere wetten is geactualiseerd. Het tweede lid is aangepast vanwege de staatkundige verandering van het land. In het tweede lid sub b zijn de BESeilanden ingevoegd. Tweede concept is conform model aangepast. 20. Artikel 3:10 en 3:11 Sekswinkels e.d. Deze artikelen zijn facultatief gemaakt. Ambtelijk zijn geen redenen gezien de regeling te schrappen uit de APV 21. Artikel 3:13 Weigeringsgronden Het model heeft de afbakening met artikel 1:8 duidelijker gemaakt. Model is overgenomen i.v.m. consistentie 22. Artikel 4.2 In de toelichting van de model VNG wordt de suggestie gedaan om het geluidsniveau met 10 of 20 db te verhogen. Op verzoek van de plaatselijke horeca is gekozen voor een verhoging met 15 db tot 80 db. 80 db sluit aan bij de schadelijkheidsgrens, zoals vermeld in de Arbowetgeving. Tijdens de commissievergadering zijn vragen gesteld over de handhaving van het aantal decibellen in de binnenruimte, ook als er geen overlast aan de buitenkant ontstaat. Het klopt dat deze bepaling betrekking heeft op het door een inrichting veroorzaakte geluidsniveau buiten de inrichting. Het werkelijke geluidsniveau binnen de inrichting kan dus, afhankelijk van de plaatselijke situatie (onder andere de afstand naar de dichtstbijzijnde gelegen woning) verschillen. Uit het Activiteitenbesluit vloeit voort dat het maximale geluidniveaus afkomstig van de aanwezige toestellen en installaties niet meer dan 20 db boven - pag. 5/8 -

6 genoemde equivalente niveaus mogen liggen. Dat hierdoor binnen de inrichting tijdens collectieve festiviteiten een hoog geluidsniveau geproduceerd kan worden is een feit waar de gemeente verder geen invloed op heeft. Overigens bestaat er voor de inrichtinghouder zelf een zorgplicht (een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor het milieu kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken). Omdat het opnemen van 80 db een uitdrukkelijke wens is van de plaatselijke horeca, onder verwijzing naar de zelf zorgplicht, is in het APV concept de 80 db gehandhaafd. 23. Artikel 4:5A Traditioneel schieten Deze bepaling is in het model VNG ingevoegd naar aanleiding van een wijziging van het Besluit algemene bepalingen inrichtingen milieubeheer. In het eerste concept was reeds een regeling ten aanzien van traditioneel schieten opgenomen (hoofdstuk 4, afdeling 6 Traditioneel schieten), hetgeen door de gemeenteraad is gevraagd bij de behandeling van het voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan voor een schietterrein in Beugen. Er is voor gekozen de eigen regeling te laten staan (zie artikelen 4:21 4: Artikel 4:6 Overige geluidhinder Model VNG betreft een tekstuele aanpassing. Het tweede lid maakt een ontheffing van het verbod in het eerste lid mogelijk. Vanwege de overlast en ergernis die geluidsoverlast oplevert is er van afgezien om hier een lex silencio positivo toe te passen. 25. Artikel 4:13 + 4:17 Opslag voertuigen, vaartuigen enz Model VNG betreft een tekstuele aanpassing, welke, gelet op uniformiteit is overgenomen. 26. Artikel 4:21-4:23 Traditioneel schieten In deze artikelen is het amendement inzake het schietterrein tot uitdrukking gekomen. 27. Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen In het Model VNG is een extra lid ingevoegd ter afstemming met art. 5:6. Dit omdat sommige campers tegenwoordig zo groot zijn dat ze onder de omschrijving van grote voertuigen vallen. Deze wijziging is opgenomen. 5:32 Crossterreinen Wijziging Model VNG betreft redactionele wijziging. Deze is overgenomen 28. 5:34 Verbod vuur te stoken Wijziging Model VNG betreft redactionele aanpassing (verduidelijking). Tijdens commissie bestuur is aangegeven dat met de ontheffingsmogelijkheid miste, echter het derde lid geeft de mogelijkheid ontheffing van het verbod te geven. 29. Artikel 6.1 en 6.2 Uit deze artikelen volgt dat de gemeentelijke toezichthouders en de politie bevoegd zijn strafrechtelijk op te treden bij overtreding van hetgeen bij of krachtens de APV is gesteld. 30. Vergunningen en ontheffingen die onder de reikwijdte van de Europese Dienstenrichtlijn vallen: - pag. 6/8 -

7 In deze artikelen is inhoudelijk niets veranderd. Alleen het lid waarin de LSP al dan niet van toepassing is verklaard staat niet langer in hoofdstuk I, maar in het artikel zelf. Dat betekent dat aan de volgende artikelen is toegevoegd: Op dit artikel is Paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing Artikel 2:10 Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg Artikel 2:11 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d. Artikel 4:6 Overige geluidhinder Artikel 4:11 Kapverbod Artikel 4:15 Vergunningsplicht handelsreclame Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. Artikel 5:6 Caravans e.d. Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen Artikel 5:18 Standplaatsen Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden Artikel 5:34 Verbod open vuur en roken Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken Artikel 5:36 Verboden plaatsen Artikel 5:38 Detectorverbod Aan de volgende artikelen is toegevoegd: Op dit artikel is Paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing Artikel 2:25 Evenement Artikel 2:39 Speelgelegenheden Artikel 2:40 Speelautomatenhallen Artikel 3:4 Seksinrichtingen Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen 31. Artikel 2:29 Sluitingstijd (openbare inrichting) Vanwege dwingende redenen van algemeen belang is er voor gekozen om de lex silencio op dit artikel niet van toepassing te verklaren. Het gaat hier om een vergunning voor met name horeca-inrichtingen. Het zou vanwege de openbare orde en andere overwegingen onwenselijk zijn als deze zonder een op de inrichting afgestemde vergunning kunnen openen. B) Legesverordening De nieuw vast te stellen APV kent een andere nummering dan de voormalige APV. Dit om de leesbaarheid van de verordening te verbeteren, De in de APV opgenomen vergunningen ontheffingsstelsel zijn veelal legesplichtig. De tarieventabel moet dan ook worden aangepast aan de nieuwe nummering van de APV. De APV is niet voor bezwaar of beroep vatbaar. De APV treedt pas in werking nadat deze is bekendgemaakt. De APV moet worden opgenomen in de CVDR. Omdat de in de APV opgenomen vergunningen / ontheffingen legesplichtig zijn, moet de (nummering van) de tarieven tabel, horende bij de legesverordening worden aangepast. Dit in verband met de vernieuwde artikelnummering. - pag. 7/8 -

8 Kanttekeningen (tegenargumenten) n.v.t. Juridische toets De APV is een algemeen verbindend voorschrift en derhalve niet voor bezwaar of beroep vatbaar. De APV treedt pas in werking nadat deze op de juiste wijs is bekendgemaakt. Hiertoe zal een publicatie plaatsvinden in het Boxmeers Weekblad. De APV wordt na publicatie opgenomen in de CVDR. Communicatie De geactualiseerde APV 2012 treedt in werking op de achtste dag na die van haar bekendmaking. Hiertoe zal een publicatie plaatsvinden in het Boxmeers Weekblad en op de gemeentelijke website. De geactualiseerde APV 2012 zal tevens gedurende zes weken in het gemeentehuis ter inzage liggen. Daarnaast is toezending van de APV aan het Openbaar Ministerie vereist omdat de APV stafbepalingen bevat. De APV zal ook worden toegevoegd aan de digitaal beschikbare verordeningen op de gemeentelijke website. Voorstel Wij stellen u voor om de onderhavige Algemene plaatselijke verordening Boxmeer 2012 vast te stellen en tegelijkertijd de huidige Algemene plaatselijke verordening in te trekken. Tevens wordt voorgesteld te besluiten de tweede wijziging van de Tarieventabel behorende bij de "Legesverordening Boxmeer 2012" vast te stellen conform bijgevoegd concept raadsbesluit. Burgemeester en wethouders van Boxmeer, de secretaris, de burgemeester, drs. ir. H.P.M. van de Loo K.W.T. van Soest BIJLAGEN Aantal bijlagen : 6 BOC/2012/618 BOC/2011/3221 BOC/2011/3204 BOC/2011/3207 BOC/2012/617 BOC/2012/615 BOC/2012/624 : APV Boxmeer 2012 (tweede concept) : Bijlage behorende bij APV 2012 : Concept toelichting APV Boxmeer 2012 (NB 279 pagina s) : Transponeringslijst APV 2010 versus APV 2012 : Model APV van de VNG, versie 10 januari 2012 : Overzicht wijzigingen na eerste concept : Concept raadsbesluit tweede wijziging legestabel - pag. 8/8 -