Binnen de school gelden volgende algemene uitgangspunten

Transcriptie

1 Schoolcultuur Algemene visie op ons onderwijs De Centrale Raad van de Rago heeft de grote principes van het opvoedingsproject binnen het Gemeenschapsonderwijs omschreven in het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs ( P.P.G.O. ) Het P.P.G.O. beantwoordt aan de Universele Verklaringen van de Rechten van de Mens en inzonderheid van het Kind. Het heeft een pluralistische grondslag en streeft de totale persoonlijkheidsontwikkeling na vanuit de mogelijkheden van elk kind in een context van totaal functioneren. De 7 pijlers van het Gemeenschapsonderwijs zijn: 1. Fundamenteel vertrouwen hebben in zichzelf en met openheid anderen kunnen benaderen. 2. Een open geest hebben, zonder vooroordelen, met belangstelling en respect voor ieders mening. 3. Mondig zijn, zodat men zijn ideeën voor de medemens helder en juist kan vertolken. 4. Intellectueel nieuwsgierig blijven, met een levenslange zin voor studie en vorming. 5. Getuigen van emotionele, esthetische en morele bewogenheid. 6. Oog hebben voor de sociale werkelijkheid en de maatschappelijke ongelijkheden. 7. De gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen niet enkel als ideaal vooropstellen, maar zich ook inspannen om dit ideaal in de praktijk te verwezenlijken. Rekening houdende met het P.P.G.O. en de 7 pijlers van ons gemeenschapsonderwijs, ontwikkelen wij ons eigen schoolwerkplan waarin wij verduidelijken welke school we wensen te zijn. Binnen de school gelden volgende algemene uitgangspunten Opvoeden zien wij als: de jonge mens begeleiden tot hij bekwaam is als volwassen persoon in de hem gegeven wereld, zelfstandig een eigen levensontwerp te ontdekken, te aanvaarden en te realiseren, in een open relatie met en in dienst van de andere. We beseffen als school dat we niet het monopolie bezitten op de opvoeding. Onze basisschool is slechts een fase in de lange begeleiding van de jongere tot volwassenwording. Wij bereiken de leerling wel op een leeftijd waarin zijn verstand, gemoed en wil nog een zeer grote ontvankelijkheid en plasticiteit vertonen. Vermits een kind ruime tijd op onze school aanwezig is, hebben we een belangrijk aandeel in de opvoeding van de aan ons toevertrouwde kinderen. We weten dat naast de inspanningen die wij als team doen ook het gezin een belangrijke invloed heeft op de ontplooiing van elk kind. Vaak hebben de gezinnen van onze leerlingen het moeilijk met hun opvoedingstaak. We staan open voor de vragen van de ouders en willen hen met raad en daad bijstaan om de opvoeding van hun kind in goede banen te leiden. We nodigen daarom, indien wenselijk of noodzakelijk, de ouders uit op school en overleggen in team hoe we problemen met hun kinderen aanpakken. We weten dat we als leerkracht soms fungeren als vervangend vader- of moederfiguur Wij houden hiermee rekening en zullen de leerlingen benaderen als individu en als MPIGO Oostende De Haan - 1 -

2 gemeenschapswezen. We zullen rekening houden met de eigenheid van ieder kind en zoeken naar een antwoord op hun specifieke hulpvragen. Het kind moet vanuit zijn eigen hulpvraag geholpen worden. Als team willen we ons inzetten om oplossingen te bedenken voor probleemgedrag bij kinderen maar we zijn ons ervan bewust dat niet steeds alles door ons team op te lossen is. We zullen steeds proberen om probleemgedrag te benaderen als hulpvraag van het kind naar de opvoeders toe. We zullen daarom steeds het negatieve gedrag en niet het kind afkeuren. Wij opteren voor een dynamisch mens- en maatschappijbeeld. We willen onze kinderen opvoeden tot sociale jongeren met verantwoordelijkheidsbesef. Onze leerlingen moeten leren opkomen voor zichzelf en voor sociale rechtvaardigheid binnen de klas en de school om dit later toe te passen binnen de maatschappij. We proberen een school te zijn waar kinderen zich thuis voelen en waar ze op zoek kunnen gaan naar hun eigen mogelijkheden en kwaliteiten vanuit een hersteld positief zelfbeeld. Daarom willen we onze kinderen steeds opnieuw kansen bieden hun vaak aangetast zelfvertrouwen her op te bouwen door het benadrukken van de positieve kenmerken van ieder kind. Eens dit bereikt zullen we als team erover waken dat het opgebouwde zelfvertrouwen niet verloren gaat. Ons opvoedings- en onderwijsaanbod proberen we nauw te laten aansluiten bij de ons omringende wereld. Het kind staat immers steeds in dialoog met zijn omgeving. We zijn er ons als team terdege van bewust dat er vanuit de maatschappij taken en verwachtingen aan ons onderwijs worden toegekend. Met deze kijk op de wereld in het achterhoofd hebben wij aandacht voor o De behoeften van ieder kind o De expressieve en creatieve mogelijkheden van onze leerlingen o Het verwerken van een vloed aan informatie o Het ontwikkelen van kritische zin en verantwoordelijkheidsbesef o Het leren leren o Zinvolle vrije tijdsbesteding o De verdere ontwikkeling op sociaal-emotioneel gebied Daarom staan we open voor de problemen van elke dag. We wensen, via buitenschoolse activiteiten en goedgekozen projecten de kinderen in die omgeving te brengen waar ze later zullen moeten aarden. Op school willen we de kinderen de ruimte bieden om hun sociale vaardigheden te oefenen opdat ze zich in de toekomst op een aanvaardbare wijze door het dagelijkse leven zouden kunnen begeven. Daarom zullen we intentioneel werken aan de verdere ontwikkeling van het kind op sociaal-emotioneel gebied. Binnen de school streven we naar een cultuur van wederzijds respect. Dit impliceert een positieve erkenning en waardering van verscheidene meningen en gedragingen met de nadruk op gemeenschappelijke waarden. We hebben tevens eerbied voor de filosofische, ideologische, godsdienstige opvattingen van ouders, leerlingen en personeelsleden. We streven naar gelijkwaardigheid en maken geen onderscheid tussen de leerlingen qua nationaliteit, ras, sociale afkomst of geslacht. MPIGO Oostende De Haan - 2 -

3 Als school erkennen we het belang van onderwijs en opvoeding. We willen een school zijn die door het nastreven van een welgekozen selectie van ontwikkelingsdoelen de totale ontwikkeling van de persoonlijkheid nastreeft. Het realiseren van een gunstig evenwicht hoofd-hart-handen kan leiden tot een realistisch beeld van de eigen mogelijkheden en tot aanvaarding van het eigen ik. Daarom wordt evenveel aandacht besteed aan de cognitieve, sociaal-emotionele en psychomotorische vorming. We willen de kinderen voorbereiden op een steeds verdere informatisering van de ons omringende wereld en vinden hierom het kennismaken met de computer en het internet een belangrijke opdracht bij zoveel mogelijk leerlingen. Daarom streven we ernaar om naast een computerlokaal in zoveel mogelijk klassen een internetverbinding te voorzien. We willen een school zijn die adequaat reageert op elke vorm van kindermishandeling. Om deze algemene visie te realiseren zullen wij zowel de zwakke als de sterke kenmerken van ieder kind in kaart brengen en die gebruiken als uitgangspunten voor de begeleiding doorheen onze school. Hiervoor zullen alle begeleiders een proces opgang brengen waarbij een kindvriendelijk klimaat wordt gecreëerd waarbinnen alle leerlingen optimale groeikansen krijgen. MPIGO Oostende De Haan - 3 -

4 VISIE OP TYPE 1 ONDERWIJS Het type 1 onderwijs van het Buitengewoon Onderwijs (art. 6 paragraaf 1) dat aangepast is aan de opvoedingsbehoeften van kinderen en adolescenten met een lichte mentale ontwikkelingsachterstand. Streefdoel op termijn Afhankelijk van de mogelijkheden en de vorderingen van het kind wensen we de leerling zoveel mogelijk leerervaringen bij te brengen om ze te oriënteren naar de meest passende richting binnen het secundair onderwijs. Dit kan zowel het gewoon ( na een attestwijziging ) als het buitengewoon onderwijs zijn. We streven ernaar onze leerlingen op zo een manier voor te bereiden dat ze voldoende sociaal vaardig zijn om later te fungeren als volwaardige vakmensen in diverse beroepenvelden. Doorsnee profiel van onze leerlingen die type 1 onderwijs volgen A. Leerlingkenmerken Een arm taalgebruik is duidelijk aanwezig bij de meeste van onze leerlingen. Verscheidene leerlingen spreken thuis een vreemde taal. Velen werden overbevraagd in het gewoon onderwijs ( en hun directe omgeving ) waardoor faalervaringen vaak aanwezig zijn met hierdoor vaak sociaal-emotionele problemen. Vaak merken we problemen met het zelfbeeld. Ze slagen er niet in om correct hun mogelijkheden in te schatten. Vaak kenmerken deze kinderen zich door een geringe aanwezigheid van kennis op het schoolse vlak over heel de lijn. Vaak hebben die kinderen een geringe kennis van sociale vaardigheden (thuissituatie speelt hierin een rol). Sommigen stellen weinig eisen aan zichzelf. Sommigen kunnen niet omgaan met winst en verlies. Een aantal zijn weinig weerbaar, anderen stellen zich weerbaar op via het gebruik van macht (lichamelijk). Bij sommigen ontbreekt een gezonde levenstijl wat eet- en slaappatroon betreffen. Hygiëne en verzorging laten soms te wensen over. Bij velen ontbreekt een gezonde afwisseling tussen spanning en ontspanning. Weinigen doen aan sport maar kijken heel vaak televisie. Psychodiagnostische gegevens : een verminderd IQ wordt gemeten. Het IQ-cijfer dat richtgevend is varieert van 50 tot 80 Geheugenproblemen op lange termijn komen heel vaak voor. Het leerproces verloopt zeer traag. Tijdsbeleving en oriëntering is bij de meeste leerlingen een probleem. B. Kenmerken van sociale en materiële omgeving Een aantal leerlingen komt uit een gezin met een complexe sociale achtergrond. Verscheidene leerlingen komen uit probleemgezinnen waar het leefklimaat vaak problematisch is en de opgedane sociale ervaringen eerder beperkt zijn. In vele gezinnen is er weinig plaats voor communicatie, wat ook weer refereert aan een bepaald pedagogisch klimaat binnen het gezin. MPIGO Oostende De Haan - 4 -

5 Sociale interacties verlopen vaak stuntelig, moeilijk en met de nodige problemen gezien: beperkte communicatievaardigheden beperkt sociaal inzicht het ontbreken van een aantal sociale vaardigheden Probleemgedrag ( verbaal agressief gedrag, lichamelijke agressie, wegloopgedrag, ) ontstaat vaak als gevolg van de hierboven beschreven punten. Op materieel vlak kunnen we zeggen dat bij veel van onze leerlingen de woonomgeving beperkt is qua ruimte zowel binnen als buiten. C. Leren leren (taakkenmerken) Vragen meestal naar structuur zowel tijdens het leren denken, als het handelen. Ze stellen weinig eisen tegenover hun opdrachten of taken. Weinig zin tot exploratie. Het 'leren' is meer concreet gericht en situatiegebonden. Komen moeilijk tot schematisering en abstractie (problemen bij classificeren, seriëren, categoriseren). Transfer is vaak een probleem. Motivatie ontbreekt vaak. Bij velen merken we een tekort aan taakspanning en doorzettingsvermogen. Algemene doelstellingen als antwoord op de verschillende hulpvragen binnen het vooropgesteld profiel. A. Doelstellingen in verband met leerlingkenmerken Leerlingen kunnen ervaren dat ze 'iemand' zijn, met hun cultuur en ervaringen. Ze kunnen ervaren dat ze met hun 'zijn' en hun mogelijkheden een 'eigen' plaats hebben binnen de groep, de school en de leefwereld. Leerlingen kunnen door een meer aanvaardbare taalbeheersing en taalgedrag hun kansen vergroten om zich te ontplooien als mens in hun omgeving en in de maatschappij. Door het streven naar een groeiend verantwoordelijkheidsgevoel worden leerlingen er zich bewust van dat ze kunnen slagen en mislukken, overwinnen of verliezen. Leerlingen zijn zich bewust (kennis, inzicht,begrip) van hoe ze zelf zijn, welke eigenschappen ze hebben en hoe ze denken, voelen en handelen. Leerlingen zijn ervan bewust dat een verzorgd lichaam en het toepassen van de meest primaire regels van hygiëne, noodzakelijk zijn voor zichzelf en de anderen. Leerlingen beheersen de meeste basisvaardigheden : algemene en specifieke voorwaarden, in functie van de persoonlijkheidsontwikkeling en de sociale ontwikkeling. Leerlingen kunnen hun basisfuncties verder uitbreiden. Leerlingen beheersen de basistechnieken van het aanvankelijk lees-, reken- en schrijfproces Leerlingen kunnen vanuit de beheerste instrumentele vaardigheden, hun vaardigheden verder uitbreiden en toepassen in verschillende levensechte situaties als voorbereiding op een beroepsgerichte keuze, die zal aangeleerd worden binnen het BuSO of indien mogelijk binnen het gewoon secundair beroepsonderwijs. MPIGO Oostende De Haan - 5 -

6 Leerlingen kunnen op basis van aangeleerd gedrag en bijsturing van zelfkennis, een positiever zelfbeeld krijgen, zodat hun zelfvertrouwen zich kan ontwikkelen. B. Doelstellingen in verband met sociale en materiële omgeving Leerlingen zijn zich bewust van de anderen (kennis, inzicht begrip), hoe ze denken, voelen en handelen. Leerlingen zijn zich bewust van de invloed van zichzelf op de anderen en omgekeerd. Leerlingen kunnen gebruik maken van de meest voorkomende sociale vaardigheden en attitudes om zich sociaal te integreren binnen verschillende situaties. C. Doelstellingen in verband met leren leren (taakkenmerken) Leerlingen kunnen zich voldoende inzetten voor taken en opdrachten. Leerlingen kunnen taken en opdrachten die een beroep doen op zelfstandigheid, uitvoeren. Leerlingen vinden plezier in hun opdrachten. Leerlingen kunnen eisen stellen aan zichzelf vooral bij taken en opdrachten met een bepaalde moeilijkheidsgraad of waarbij een bepaalde taakspanning wordt gevraagd. Leerlingen kunnen aangeboden opdrachten, problemen en informatie voldoende structureren, organiseren en/of ordenen, waardoor het uitvoeren of het verwerken ervan meer kans op slagen krijgt. Leerlingen kunnen gebruik maken van voldoende nadenktijd zodat fouten voorkomen worden. Hoe proberen wij deze vooropgestelde doelstellingen te verwezenlijken? A. Leerlingkenmerken Als begeleider zullen we hulpvragen van een kind of een groep kinderen leren lezen en daarop een antwoord helpen zoeken om het opvoedingsproces te optimaliseren Tijdens dit opvoedingsproces zal een totale persoonlijkheidsontwikkeling nagestreefd worden : voelen, denken, willen, doen. Vanuit de invalshoek communicatie en handelend leren zullen we basisfuncties verder uitbreiden om de aanvankelijke lees-, reken- en schrijfprocessen aan te brengen. De beheerste vaardigheden, waarbij het accent zal liggen op communicatie en handelen, alsook de sociale vaardigheden met als doel de leerlingen voor te bereiden op een beroepsgerichte keuze binnen het BuSO, worden verder uitgebreid. De accenten zullen gelegd worden op een bewust sociaal gedrag. Het geleerde zal steeds gerelateerd worden aan het dagelijkse leven. Vertrekkend vanuit de eigenheid van elk kind zullen we ernaar streven om inzicht, kennis en begrip bij te brengen op : cognitief, metacognitief en sociaal vlak, zodat het gevoel 'erbij' te horen het fundament van een gerichte ontwikkeling wordt. We gaan in op de ervaringswereld en de gevoelswereld van het kind via het werken met thema s en projecten. We proberen steeds een open houding aan te nemen ten overstaande de sociaalemotionele gevoelens van het kind. MPIGO Oostende De Haan - 6 -

7 B. Sociale en materiële omgevingskenmerken We schenken aandacht aan het sociaal functioneren van de leerlingen binnen het dagelijkse leven. We bieden binnen een dialogaal gebeuren een kwalitatieve sociale ondersteuning aan, zodat de sociale competentie van de leerlingen vergroot en zij zich veilig kunnen voelen tegenover de anderen. We brengen respect bij voor de omgeving waarbinnen onze kinderen functioneren en verantwoordelijkheidszin voor de materialen waarmee ze in contact komen. C. Leren leren (taakkenmerken) We streven ernaar om voldoende veiligheid te bieden door orde, regelmaat en duidelijkheid. We geven de kinderen voldoende ruimte om hun mening te vertolken maar leren hen dit op een verantwoorde manier te doen. We proberen situaties en opdrachten te structureren of te herstructureren in overzichtelijke delen. We werken volgens model-leren. We kiezen de opdrachten en uit te voeren handelingen zo dat de leerlingen uitzicht krijgen op succes. Als begeleiders proberen we de leerlingen te brengen tot intrinsieke motivatie door : belangstelling op te brengen voor de taakbeleving van het kind door informatie aan te bieden door samenwerking en overleg door opdrachten zo aan te bieden dat het kind er plezier kan aan beleven. MPIGO Oostende De Haan - 7 -

8 VISIE OP TYPE 8 ONDERWIJS Het type 8 onderwijs van het Buitengewoon Onderwijs is aangepast aan de opvoedingsbehoeften van kinderen met leerstoornissen. Dit onderwijs wordt georganiseerd voor jongens en meisjes van 6 tot 13 jaar en kan verlengd worden tot 15 jaar op basis van een gemotiveerd advies van de klassenraad en het begeleidend CLB. Streefdoel op termijn We stellen ons tot doel om een leerling met attest type 8 zo snel mogelijk terug te oriënteren naar het gewoon basisonderwijs of de kinderen voor te bereiden op een oriëntatie naar het gewoon secundair onderwijs ( beroepsafdeling ) waar een keuze kan gemaakt worden tussen de verschillende beroepenvelden. Heel vaak moeten wij echter vaststellen (door het laattijdig doorstromen van kinderen met een type 8 attest) dat enkel een heroriëntering naar het gewoon beroepsonderwijs mogelijk blijkt en dit vaak na een verlenging van 1 jaar binnen het buitengewoon lager onderwijs. Doorsnee profiel van onze leerlingen die type 8 onderwijs volgen. Leerlingkenmerken Veel leerlingen hebben negatieve ervaringen opgedaan in hun vorige school. Veel leerlingen zijn overvraagd geweest met nefaste gevolgen op sociaal-emotioneel gebied. We denken hier vnl. aan o Faalervaringen, faalangst. o Een irreëel of diffuus zelfbeeld Velen kennen een aantal technische vaardigheden die ze zonder inzicht toepassen. Sommigen kunnen niet omgaan met winst en verlies. Weinigen zijn aangesloten bij een sportvereniging of hebben gezonde ontspanning. Vaak merken we een discrepantie tussen o Potentiële mogelijkheden en schools presteren o VIQ en PIQ o Taal- en rekenactiviteiten Velen hebben een eerder beperkte algemene ontwikkeling. Omgevingskenmerken Sommigen komen uit probleemgezinnen zowel op relationeel als pedagogisch gebied. In vele gezinnen is weinig plaats voor communicatie. Sommige ouders hebben weinig interesse in de schoolse vorderingen. Vele ouders hebben het in het begin moeilijk om te aanvaarden dat hun kind naar het buitengewoon onderwijs moet. Door een tekort aan sociale cognitie, attitude en vaardigheden kunnen leerlingen moeilijk contacten aangaan en verder zetten. Sommigen kunnen zich niet op een aanvaardbare manier assertief opstellen binnen conflictsituaties. Leren Leren De meeste leerlingen hebben werkhoudingsproblemen: o Velen hebben moeite om een langere taak geconcentreerd verder te zetten. MPIGO Oostende De Haan - 8 -

9 o Velen stellen weinig eisen aan zichzelf tijdens het maken van hun taken. o Problemen rond de taakcyclus doen zich vaak voor. o Naar het einde van de dag toe zijn aandacht en concentratie veelal verdwenen. Algemene doelstellingen als antwoord op de verschillende hulpvragen binnen het vooropgestelde profiel. Doelstellingen in verband met leerlingkenmerken Leerlingen kunnen ervaren dat ze iemand zijn, met hun cultuur en ervaringen. Ze kunnen ervaren dat niettegenstaande vroeger opgedane faalervaringen, ze een eigen plaats hebben binnen de groep, de school en in hun leefwereld. De leerlingen ervaren dat ze in staat zijn om opdrachten tot een goed einde te brengen en slagen er op deze manier in om hun negatief of diffuus zelfbeeld om te buigen naar een reëel positief zelfbeeld. Leerlingen zien in dat een verzorgd lichaam en het toepassen van de meest primaire regels van hygiëne, noodzakelijk zijn voor zichzelf en de anderen. Leerlingen beheersen de meeste basisvaardigheden in functie van hun persoonlijkheidsontwikkeling en sociale ontwikkeling Leerlingen kunnen vanuit de beheerste instrumentele vaardigheden, hun vaardigheden verder uitbreiden en toepassen binnen verschillende situaties als voorbereiding op een reïntegratie in het gewoon lager of het gewoon secundair onderwijs Doelstellingen in verband met sociale en materiële omgevingskenmerken Leerlingen zien in dat hun gedrag invloed heeft op het gedrag van anderen en omgekeerd. Leerlingen kunnen gebruik maken van sociale vaardigheden en attitudes om zich aan te passen binnen verschillende situaties, om in interactie te gaan. Leerlingen kunnen sociale vaardigheden hanteren om probleemsituaties te voorkomen en op te lossen. Leerlingen kunnen samen spelen ( omgaan met winst en verlies ), samen denken en werken door rekening te houden met de eigenheid van iemand anders. Doelstellingen in verband met leren leren Leerlingen kunnen zich inzetten voor taken en opdrachten. Leerlingen kunnen zelfstandig taken en opdrachten uitvoeren. Leerlingen kunnen eisen aan zichzelf stellen vooral bij taken waarbij doorzettingsvermogen wordt vereist. Leerlingen kunnen de verworven kennis, inzichten en vaardigheden transfereren naar andere leergebieden binnen hun leefwereld. Leerlingen kunnen aangeboden opdrachten structureren, organiseren of ordenen, waardoor de slaagkans wat oplossing van de opdracht betreft, verhoogt. MPIGO Oostende De Haan - 9 -

10 Hoe proberen wij deze vooropgestelde doelstellingen te verwezenlijken? Leerlingkenmerken Het is belangrijk om als begeleider via communicatie en observatie de vaak verdoken hulpvragen van een kind of een groep kinderen te leren zien en te leren beantwoorden. Daarom hebben we oog voor de non-verbale signalen van onze kinderen. Als opvoeder zullen we ons empatisch opstellen om de ervarings- en gevoelswereld van het kind beter te begrijpen. Vanuit de invalshoek van communicatie en handelend leren zullen we basisfuncties verder uitbreiden om de aanvankelijke luister-, spreek-, lees-, reken- en schrijfprocessen aan te brengen en verder uit te breiden in functie van een reïntegratie in het gewoon onderwijs, op het niveau lager of secundair. Er zullen accenten worden gelegd op sociale vaardigheden en communicatief handelen. Daarom zorgen wij voor frequente luister- en spreekmomenten. We schenken aandacht aan gedragsregulerende componenten en waken erover om niet het kind maar wel zijn negatief gedrag af te keuren. Sociale en materiële omgevingskenmerken We streven ernaar het noodzakelijke veiligheidsgevoel van de leerlingen te garanderen door te pogen op een zo efficiënt mogelijke manier probleemgedrag aan te pakken Als begeleider wensen we ervoor te zorgen dat de zwakkeren beschermd worden en geleerd worden hoe zich assertiever te gedragen. Als opvoeder wensen we model te staan voor wat we van onze kinderen verwachten. Daarom streven we naar respect en verantwoordelijkheidszin binnen onze omgeving en voor de bijhorende materialen. Leren leren Als begeleider streven we ernaar situaties en opdrachten te structureren of te herstructureren in overzichtelijke delen voor de leerlingen. We kiezen opdrachten die leerlingen uitzicht geven op succes. We streven naar intrensieke motivatie door: o belangstelling op te brengen voor de taakbeleving van het kind o variërende werkvormen o samenwerking en overleg o gerichte instructie o de opdrachten zo aan te brengen dat het kind er plezier kan aan beleven MPIGO Oostende De Haan

11 VISIE OP TYPE 2 ONDERWIJS Het type 2 onderwijs van het Buitengewoon Onderwijs dat aangepast is aan de opvoedingsbehoeften van kinderen en adolescenten met een matige tot zware mentale ontwikkelingsachterstand. Streefdoel op termijn Afhankelijk van de mogelijkheden en de vorderingen van het kind wensen we de leerling te oriënteren naar de meest passende richting binnen het secundair onderwijs. Binnen ons kleuteronderwijs streven we ernaar de communicatie te stimuleren en te ontwikkelen maar vooral door het verbeteren van de zelfredzaamheid ervoor te zorgen om de ontwikkelingskansen van deze kinderen te verruimen. Binnen het lager onderwijs streven we naar het verbeteren van de sociale vaardigheden, communicatie en de zelfredzaamheid opdat deze kinderen voorbereid zouden worden op eenvoudig werk in een beschermd werkmilieu of op zinvolle activiteiten in een bezigheidshome. Doorsnee profiel van onze leerlingen die type 2 onderwijs volgen. A. Leerlingkenmerken Leerlingen zijn reeds op jonge leeftijd aangewezen op buitengewoon onderwijs Tekort aan zelfstandigheid bij de leerlingen Ouders vragen weinig zelfredzaamheid van hun kinderen Sommigen kunnen niet omgaan met winst en verlies. Weinig ordening thuis en soms overbescherming. Soms te hoge verwachtingen van de ouders naar de kinderen toe. Passieve taalkennis is vaak beter dan de actieve Weinig voorschoolse kennis Geringe motivatie tot leren Sommigen zijn in staat tot functioneel rekenen, schrijven en lezen, anderen niet Primaire behoeften zijn meestal prioritair Nood aan eetinitiatie bij de kleuters en socialisatiegroep in De Haan Zijn vaak volledig afhankelijk van derden op jongere leeftijd en zelfs op latere leeftijd Weinig assertief en weinig eisen stellend aan zichzelf Sommigen vertonen probleemgedrag Zeer traag leerproces Beperkte kennis van sociale vaardigheden Weinig belangstelling en interesses Gebrekkige ruimtelijke oriëntatie en tijdsbeleving Soms tekort aan gevaarbesef Hygiëne laat soms te wensen over Sommigen hebben moeite om hun gevoelens te uiten Medische problemen komen vaker voor MPIGO Oostende De Haan

12 B. Kenmerken van sociale en materiële omgeving Zeer gering sociaal inzicht. Soms onvoldoende mogelijkheden om zich te uiten. Sommigen komen moeilijk tot spel en samenwerking. Gezin heeft soms weinig financiële draagkracht Sommige ouders komen zelden buiten met hun kinderen en brengen hen aldus weinig sociale vaardigheden bij. C. Leren leren (taakkenmerken) Opdrachten dienen aangepast aan het ontwikkelingspeil van de leerling Kinderen vertonen vaak meer problemen in minder gestructureerde momenten Veel werken met ontwikkelingsmateriaal lijkt opportuun Kinderen zijn vaak onvoldoende creatief om zelf hun taak/opdracht te variëren Bewegingsactiviteiten en tot rust komen zijn belangrijke activiteiten Leerlingen beschikken over weinig intrinsieke motivatie Behoefte aan vast patroon en structuur om planmatig te werken Verhogen van de zelfredzaamheid tijdens eetmomenten Vele kinderen zijn vlug afgeleid Algemene doelstellingen als antwoord op de verschillende hulpvragen binnen het vooropgesteld profiel. A. Doelstellingen in verband met leerlingkenmerken Leerlingen kunnen hun actieve woordenschat verder ontwikkelen en de passieve woordenschat activeren Leerlingen de tijd gunnen om zich op hun eigen (soms zeer langzaam) tempo te ontwikkelen Kunnen bespreekbaar maken en leren beheersen van de gevoelens bang, blij, boos, verdrietig Leerlingen op weg helpen om zich zelf te beredderen in de maatschappij Leerlingen besef bijbrengen van tijd en ruimte Leerlingen leren tot rust komen Ontwikkelen van de functionele lees-, schrijf en rekenvaardigheid bij die kinderen die de mogelijkheid hebben Leerlingen leren vrije tijd invullen met nieuwe interessepunten Verhogen van de mobiliteitsvaardigheden B. Doelstellingen in verband met sociale en materiële omgeving Leerlingen helpen bij het opbouwen van vertrouwen in zichzelf en in de anderen Leerlingen leren samen-spelen en samen-leven Zorgen voor een betere locatie voor logo en ergo in De Haan ( nagaan mogelijkheid eigen lokaal dat niet meer moet ontruimd worden tijdens weekends en vakanties ) en nagaan wanneer geïntegreerd kan gewerkt worden. MPIGO Oostende De Haan

13 Aandacht besteden aan het contact met de ouders en de positieve kenmerken benadrukken en de negatieve kenmerken bespreekbaar maken. C. Doelstellingen in verband met leren leren (taakkenmerken) Bijbrengen van een goede werkhouding Kunnen met volgehouden aandacht een opdracht afwerken Bijbrengen van gedragsregels Leren planmatig werken Leren correct hanteren van het bestek Bijbrengen tafelmanieren en trainen van primaire functies Hoe proberen wij deze vooropgestelde doelstellingen te verwezenlijken? A. Leerlingkenmerken Inlassen van heel wat spreek- en luistermomenten via kring- en leergesprekken Veel aandacht besteden aan alle onderdelen van zelfredzaamheid Via dagritmepakket, weekrooster en maandroosters bijbrengen van de tijdsbegrippen De meest elementaire tijdstippen op de klok kunnen lezen en vulling geven Via relaxatie-oefeningen komen tot rust en ont-spanning Aanbieden van lees-, schrijf- en rekenoefeningen bij die kinderen die dit aankunnen. B. Sociale en materiële omgevingskenmerken Via Sherborn eigen lichaam leren kennen en vertrouwen opbouwen in relatie met andere groepsgenoten Bijbrengen van sociale vaardigheden door leergebiedoverschrijdende en leergebied specifieke activiteiten Lokalen vrij maken en in orde brengen op gang administratie in de vestigingsplaats De Haan C. Leren leren (taakkenmerken) Eetinitiatie inbouwen in vestigingsplaats De Haan met individuele ondersteuning van paramedici ( ergo, kiné, logo ) tijdens middagmaal. Planmatig werken aanbrengen via een zelfinstructiemethode Leren meer initiatief nemen MPIGO Oostende De Haan

14 MPIGO Oostende De Haan

15 MPIGO Oostende De Haan