Peel rand Wonen. ãfä]

Transcriptie

1 area Brabant Wonen Huis 8L Erf Moorland I 11 v'ŗ Peel rand Wonen W o n e n VìeniAQsbeeK Woonstichting St. Joseph woonveste wovesto ĩhuis In wonen İ\ woonwijze 7 uw manier van wonen Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Boxtel T.a.v. de portefeuillehouder Wonen Postbus DA BOXTEL 1 GEMEENTE BOXĨÍX 1 1 SEP 2015 ovb Grave, 18 september 2015 Onderwerp: woningmarktgebied conform de Woningwet ãfä] kopie Geacht College, In de herziene Woningwet, is opgenomen dat gemeenten in overleg tot een afbakening van een woningmarktgebied moeten komen. De voornaamste consequentie van deze regionale afbakening is dat corporaties nog maar in één regio hun woningbezit kunnen uitbreiden. Gemeenten en woningcorporaties zijn natuurlijke partners van elkaar. Een verantwoorde inzet van maatschappelijke middelen voor het wonen en een goede en gedeelde keuze voor een woningmarktgebied is voor beiden belangrijk. Met deze brief doen de 12 woningcorporaties werkzaam in het noordoosten van Noord-Brabant u een onderbouwd voorstel. Woningwet Gemeenten kunnen volgens de Woningwet in de periode 1 januari 2016 tot 1 juli 2016 een voorstel aan de minister doen om een woningmarktgebied vast te stellen. Het voorstel moet aan een aantal voorwaarden voldoen (zie bijlage). De twee belangrijkste zijn dat het een aaneengesloten gebied moet zijn met minimaal huishoudens ( = ca inwoners). Binnen dat ene woningmarktgebied mogen de daar werkzame corporaties in de volle breedte actief zijn. Daarbuiten mogen zij hun bezit niet meer uitbreiden door middel van aankoop of nieuwbouw. Het bestaande bezit beheren, onderhouden, verkopen en sloop-nieuwbouw op eigen grond mag daarbuiten wel. Indien gemeenten voor 1 juli 2016 zelf geen voorstel indienen, zal de minister deze gemeenten daarna toewijzen aan bepaalde woningmarktgebieden. Standpunt gezamenlijke woningcorporaties De twaalf woningcorporaties die werkzaam zijn in het noordoosten van Noord-Brabant zijn geen voorstander van een afbakening van woningmarktgebieden. Wij zien geen duidelijke volkshuisvestelijke of maatschappelijke meerwaarde van deze begrenzing en zien diverse

2 praktische nadelen. Gemeenten en corporaties waarbij corporaties o v e r ' d e grens werken' komen voor vervelende keuzes te staan. Vanuit dit gezichtspunt zijn we tegen het hanteren van welke grens dan ook. De discussie over de regiogrootte is echter een wettelijk verankerde opdracht. Vanuit dit gegeven pleiten de 12 woningcorporaties voor een zo ruim mogelijk woningmarktgebied waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij bestaande bestuurlijke samenwerkingsverbanden en waarmee voldoende flexibiliteit voor de inzet van maatschappelijke middelen voor het wonen geborgd is. Wij stellen daarom een 'Woningmarktgebied Noordoost-Brabant' voor (zie kaartje in de bijlage). A r g u m e n t e n voor e e n Woningmarktgebied Noordoost-Brabant Het Woningmarktgebied Noordoost-Brabant vormt een logisch geheel waar al jarenlang op vele vlakken wordt samengewerkt. Enkele voorbeelden: het Regionaal Ruimtelijk Overleg NO-Brabant, de Gebiedsagenda Brabant, de Omgevingsdienst, de Veiligheidsregio, de GGD, GGZ en Jeugdzorg. Voor de AWBZ is er sprake van 2 regio's, maar er wordt intensief samengewerkt. Conclusie is dat deze gemeenten al intensief samenwerken op gebied van wonen, welzijn en zorg. Daarmee ontstaat er een sterk en logisch raakvlak met de woningmarktregio. «In veel (woningmarkt)onderzoeken en statistische analyses wordt Noordoost-Brabant onderscheiden als regio. Denk bijvoorbeeld aan het driejaarlijkse WoonOnderzoek Nederland (WoON) en de COROP-gebiedsindeling die het CBS gebruikt. Ook hier ligt een logische relatie als het gaat om het verkrijgen van woningmarktgegevens. Zorgorganisaties waar corporaties veel mee samenwerken zoals BrabantZorg en Pantein zijn in de hele regio Noordoost-Brabant actief. «Alle 19 gemeenten in de regio maken deel uit van 'Agri Food Capital' waarmee de economie en werkgelegenheid wordt gestimuleerd. Versterken en profileren van de regionale economie gaat hand in hand met een gezamenlijke inzet op het terrein van het wonen. Volkshuisvestelijke meerwaarde Voor ons als woningcorporaties is de volkshuisvestelijke meerwaarde bepalend in het voorstel voor een woningmarkregio. Ons uitgangspunt is daarbij, dat wij de beschikbare middelen daar in willen zetten waar dit noodzakelijk is, natuurlijk op een verantwoorde wijze. Elke corporatie blijft zich in het huidige werkgebied verantwoordelijk en betrokken voelen voor de lokale en deelregionale woonopgave. Daarin zijn woningcorporaties de natuurlijke partner van de gemeente. We willen daarin blijven inzetten op goede prestatieafspraken. Indien de woningcorporaties werkzaam in uw gemeenten niet (geheel) in die woonopgave kunnen voorzien, kunnen een andere woningcorporaties (tijdelijk) helpen. Daarvoor is het wel noodzakelijk dat die woningcorporaties actief mogen zijn, dus deel uit moeten maken van dezelfde woningmarktregio. Dit pleit voor een ruime woningmarktregio. Een verantwoorde inzet van middelen betekent ook transparantie en collegialiteit: woningcorporaties helpen elkaar in goed overleg en gaan niet tegen elkaar opbieden. Uitzonderingen Elke grens die om een woningmarktgebied getrokken worden, leidt tot "grensgevallen". Het voorstel omvat het huidige werkgebied van de meeste corporaties die in meer dan 1 gemeente werkzaam zijn. Voor een enkele corporatie dekt het voorstel het huidige werkgebied niet geheel. Voor die situatie bevat de wet de mogelijkheid om een uitzonderingspositie aan te vragen. Een aantal van de betrokken corporaties zal dat aanvullend op dit collectief standpunt separaat doen. Conclusie Gemeenten moeten conform de Woningwet een voorstel indienen bij de minister voor de afbakening van een woningmarktregio. Gezien de daaraan gestelde eisen, kan niet aangesloten worden bij een gebied dat daadwerkelijk als woningmarkt functioneert. Er dient dus op andere gronden gekozen te worden. De gezamenlijke woningcorporaties uit het noordoosten van NoordBrabant pleiten voor het 'Woningmarktgebied Noordoost-Brabant'. Met die regio worden beschikbare middelen voor het wonen in de regio behouden, kunnen woningcorporaties aan die opgave voldoen en is er voldoende flexibiliteit voor gemeenten en woningcorporaties om elkaar daarin te ondersteunen. Daarnaast is het een voordeel dat aangesloten wordt bij reeds bestaande bestuurlijke verbanden.

3 Het is niet noodzakelijk dat er bestuurlijk overleg binnen het woningmarktgebied wordt ingesteld. Binnen het gebied kunnen lokaal en deelregionaal afspraken gemaakt worden over de woonopgave en de invulling daarvan. De Woningwet geeft daarvoor concrete richtlijnen. Het vervolg Met ons voorstel beogen wij om samen met de gemeenten te komen tot een gedragen voorstel aan de minister over de woningmarktregio. Deze brief geeft daarvoor een aanzet. Het spreekt voor zich dat wij ons voorstel nader willen toelichten. Indien gewenst kunt u daarvoor contact zoeken met de woningcorporatie in uw gemeente. Met vriendelijke groet, Jan van Vucht, Area Wonen Harrie Windmüller, Brabant - Wonen Marcel Meulen, Bouwvereniging Huis en Erf Simon Jansen, Kleine Meierij Anne Wilbers, Mooiland Sjraar Canjels, Peelrand Wonen Peter Verhoeven, Wonen Vierlingsbeek Rob Dekker, Woningstichting St. Joseph Aart-Jan Gorter, Woonveste Leo Overmars, Wovesto Gerard Velthuizen, Woonwijze Mohammed Acharki, Zayaz

4 Bijlage Voorwaarden bij vaststellen woningmarktgebied conform herziene Woningwet Gemeenten dienen in de periode tussen 1 januari 2016 tot 1 juli 2016 een voorstel in te dienen bij de Minister om een regionale woningmarkt vast te stellen. Daarbij moet een voorstel tot vaststelling van een woningmarktregio wel aan een aantal voorwaarden voldoen, namelijk: o Minimaal twee gemeenten o Samen minimaal huishoudens ^ ca inwoners) o Aaneengesloten gebied o Een gezamenlijke visie op de lokale woningmarkt wordt verwacht (een soort woonvisie, dit mag een programma op hoofdlijnen/speerpunten zijn) o Gebied dat vanuit het oogpunt van de volkshuisvesting als regionale woningmarkt beschouwd kan worden, zoals blijkt uit bijv. verhuisbewegingen of aanwezigheid regionaal woonruimteverdeelsysteem Als er geen voorstel van gemeenten is gekomen, deelt de minister de gemeenten zelf in. Zodra een regionale woningmarkt is vastgesteld mogen de daar actieve woningcorporaties buiten die woningmarktregio hun bezit niet meer uitbreiden door middel van aankoop of nieuwbouw. Beheren, onderhouden, verkopen, sloop-nieuwbouw op eigen grond, etc. mag nog wel. Toelichting op de voorwaarden De voorwaarde dat gemeenten onderling hun gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid op elkaar moeten afstemmen hoeft geen struikelblok te zijn. De gevraagde regionale woonvisie wordt verwacht maar is geen harde vereiste. Ook hoeft deze visie niet aan specifieke eisen te voldoen. In de toelichtende stukken bij de Woningwet geeft de minister aan dat een lijst met gezamenlijke speerpunten voor een woonvisie in principe al voldoende is. In het voorgestelde gebied bestaat een beperkt aantal woonruimteverdelingssystemen, waarin deels wordt samengewerkt. De systemen verschillen ook niet zo heel veel van elkaar. Voorstel in kaart gebracht Groesbeek Zaltbommcl Mmdrlel 0» Heumen Crave Hemden s-heitogcnbosch Bernhne Landeid Mill en St. Hubert Cdljk MM Vught «stel Schijndci Sint Anthonls Boxmeer Verhel Boekei Mtttmli Boxtel SlntOeíenrode laarbeek Gemert B»kel Dit gebied omvat 19 gemeenten met huishoudens.

5 Woningcorporaties in gebied Woningcorporatie Aantal verhuureenheden in regio Area Wonen Brabant Wonen Bouwvereniging Huis en Erf Kleine Meierij Mooiland Peelrand Wonen 610 Wonen Vierlinqsbeek 494 Woonstichtinq St. Joseph Woonveste Wovesto Woonwijze Zayaz Bron: