Project mpsp. Eindrapportage scenario 2 en 3. Versiebeheer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Project mpsp. Eindrapportage scenario 2 en 3. Versiebeheer"

Transcriptie

1 Project mpsp Eindrapportage scenario 2 en 3 Versiebeheer 0.1. PW PW PW

2 Projectgroep mpsp Paul Weyling (PL) Erik Boulogne (Secr.) Frank Juijn Lucas de Lange Mario de Slegte Martijn van Straten Lucien Beckand Ron van der Harst Arwin van de Zande Jan van Hylckama Vlieg Stuurgroep mpsp Jos van de Berkmortel (VZ) Caren Frentz Gerthe Vonk Lucien Groenewegen Jan Bron Frank Juin (Secr.) December 2010 Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 2

3 Samenvatting In deze rapportage zijn de scenario s 2 en 3 van het project mpsp uitgewerkt. Scenario 2 Dit scenario gaat uit van de huidige kazerneverdeling waarbij alle eerstelijns voertuigen (TS, RV, HV, WO) continu zijn bezet. De overige taken worden in de scenario s opgenomen op basis van springbezetting. Deze staan in het rood vermeld in de tabel. Kazerne Materieel / taken Wassenaar TS TS2 TV WVD HA Leidschendam- TS TS2 RV HV KR Scheveningen TS TS TV Archipel TS Haagse Hout TS Centrum TS RV WO Loosduinen TS RV HV Laak TS RV GSE HA Leidschenveen TS Stadshart TS RV GSE HA Oosterheem TS HV Pijnacker-Nootdorp TS TS2 HA Delft TS RV WO Rijswijk TS GK HA KK Den Hoorn TS Schipluiden TS Maasland TS De Lier TS HV KR HA Maasdijk TS WVD Naaldwijk TS RV s Gravenzande TS TS2 WVD Monster TS TS2 TV HA Honselersdijk TS Wateringen TS TS2 WVD Vakbekwaamheid 3xTS 1 Facilitaire Dienst 4xTS 2xRV HV 2xWO HA 1 Geplaatst op de locatie Goudlaan, Maasland, Zoetermeer. Primair bestemd voor vakbekwaamheidsactiviteiten. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 3

4 Scenario 3 Dit scenario gaat uit van de huidige kazerneverdeling. In dit scenario wordt gezocht naar de meest efficiënte en effectieve combinatie van vaste- en springbezettingen voor alle taken. De springbezettingen staan in rode kleur vermeld in de tabel. Kazerne Materieel / taken Wassenaar TS TS2 TV WVD HA Leidschendam- TS TS2 RV HV KR Scheveningen TS TS TV Archipel TS Haagse Hout TS Centrum TS RV WO Loosduinen TS RV HV GSE HA Laak TS RV GSE HA Leidschenveen TS Stadshart TS RV GSE HA Oosterheem TS HV WO Pijnacker-Nootdorp TS TS2 HA Delft TS RV HV KR WO Rijswijk TS GK HA KK Den Hoorn TS Schipluiden TS Maasland TS De Lier TS HV HA Maasdijk TS WVD Naaldwijk TS RV s Gravenzande TS TS2 WVD Monster TS TS2 TV HA Honselersdijk TS Wateringen TS TS2 WVD Vakbekwaamheid 3xTS 2 Facilitaire Dienst 4xTS 2xRV HV WO HA Vergelijking scenario 2 en 3 In vergelijking met scenario 2 verschilt scenario 3 op de volgende punten: Er is een derde gevaarlijke stoffeneenheid geplaatst op de kazerne Loosduinen. Deze is niet geplaatst op basis van risico maar vooral op de mogelijkheid de slagkracht voor verdere opschaling in de eigen regio te organiseren. Er is een hulpverleningsvoertuig op basis van springbezetting (vaste bezetting is niet mogelijk) geplaatst op de kazerne Delft. Hiermee wordt een betere dekking van het verzorgingsgebied van de kazerne Delft, inclusief het snelwegennet, gerealiseerd. Er is een derde waterongevalleneenheid geplaatst op de kazerne Oosterheem. Deze eenheid geeft weinig voordelen met betrekking tot de dekking van het verzorgingsgebied. Wel zorgt deze eenheid voor meer flexibiliteit in de dagelijkse bedrijfsvoering. 2 Geplaatst op de locatie Goudlaan, Maasland, Zoetermeer. Primair bestemd voor vakbekwaamheidsactiviteiten. Dit met de huidige rooster-/organisatievorm als uitgangspunt. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 4

5 In vergelijking met scenario 2 wordt door het realiseren van springbezettingen in scenario 3 de paraatheid van andere eenheden in negatieve zin beïnvloed. Personele gevolgen scenario 2 en 3 De huidige formatie van het hulpverleningsvoertuig van de kazerne Scheveningen wordt verplaatst naar Leidschendam-Voorburg voor het realiseren van een vaste bezetting van het hulpverleningsvoertuig op deze kazerne. De formatie van het redvoertuig van Scheveningen vervalt. De formatie van het hulpverleningsvoertuig Wassenaar (dagbezetting) vervalt. De huidige formatie van het adembeschermingsvoertuig en het logistieke voertuig (voormalige slangenwagen) van de kazerne Loosduinen vervalt. De koude logistieke taken worden overgenomen door de Facilitaire Dienst. De warme logistieke taken van deze eenheden worden verplaatst naar kazernes Wateringen en Pijnacker-Nootdorp. De formatie verbonden aan het specialisme berging wordt verplaatst van de kazerne Leidschenveen naar de kazerne Rijswijk. De bijbehorende voertuigen blijven op dezelfde wijze functioneren als in de huidige situatie. De formatie van de kleine tankautospuit van de kazerne Delft wordt ingezet voor het realiseren van een vaste bezetting van het waterongevallenvoertuig. De formatie van het hulpverleningsvoertuig/redvoertuig van de kazerne Rijswijk wordt verplaatst naar de kazerne Oosterheem. Hiermee wordt een vaste bezetting voor het daar te plaatsen hulpverleningsvoertuig gerealiseerd. Algemene gevolgen scenario 2 en 3 De belangrijkste gevolgen verbonden aan scenario 2 en 3 zijn: Springbezettingen zijn voorkomen of in grote mate beperkt. Dit is onder andere bereikt door het laten vervallen van red- en hulpverleningsvoertuigen. In beide scenario s is, in vergelijking met de huidige situatie, een tweede waterongevallenvoertuig permanent bezet. Dit is gedaan door formatie van de kleine tankautospuit van de kazerne Delft hiervoor te benutten. Om beide scenario s te kunnen realiseren is het verplaatsen van personeel noodzakelijk. In beide scenario s wordt het totale aantal voertuigen, in vergelijking met de huidige situatie, gereduceerd. In beide scenario s wordt de te leveren inspanning voor de afdeling Vakbekwaamheid, in vergelijking met de huidige situatie, gereduceerd. Daar staat tegenover dat bij doorvoering van een aantal maatregelen uit deze scenario s een eenmalige inspanning van deze afdeling wordt gevraagd. Uitsluitend de warme logistieke taken worden in beide scenario s uitgevoerd door de operationele dienst. De koude logistieke taken worden ondergebracht bij de Facilitaire Dienst (Team Logistiek). Voor de belangrijkste voertuigen is in beide scenario s reservecapaciteit gerealiseerd. Deze capaciteit kan worden benut door de Facilitaire Dienst voor het organiseren van het onderhoud/reparaties en door de afdeling Vakbekwaamheid voor activiteiten met betrekking tot opleiden, oefenen en bijscholen. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 5

6 Inhoudsopgave Project mpsp... 1 Samenvatting... 3 Inhoudsopgave Inleiding Tankautospuiten Huidige situatie Randvoorwaarden Uitgangspunten plaatsing tankautospuiten in scenario 2 en Plaatsing tankautospuiten in scenario 2 en Toelichting plaatsing tankautospuiten Eerstelijns tankautospuiten Toelichting plaatsing tankautospuiten voor slagkracht en restdekking Redvoertuigen Huidige situatie Uitgangspunten plaatsing redvoertuigen in scenario 2 en Plaatsing redvoertuigen in scenario Plaatsing redvoertuigen in scenario Toelichting plaatsing redvoertuigen Gevolgen voor het operationele optreden Personele gevolgen Gevolgen voor Vakbekwaamheid Gevolgen voor de Facilitaire Dienst Conclusie Hulpverleningsvoertuigen Huidige situatie Uitgangspunten plaatsing hulpverleningsvoertuigen Plaatsing hulpverleningsvoertuigen in scenario Plaatsing hulpverleningsvoertuigen in scenario Vergelijking scenario s Toelichting plaatsing hulpverleningsvoertuigen Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 6

7 Gevolgen voor het operationele optreden Koppeling met het Regionaal Risicoprofiel Haaglanden Personele gevolgen Gevolgen voor Vakbekwaamheid Gevolgen voor de Facilitaire Dienst Conclusie Waterongevallenvoertuigen Huidige situatie Uitgangspunten plaatsing waterongevallenvoertuigen Plaatsing waterongevallenvoertuigen in scenario Plaatsing waterongevallenvoertuigen, spring- en vaste bezetting Vergelijking scenario s Toelichting plaatsing waterongevallenvoertuigen Gevolgen voor het operationele optreden Veranderende rol van de tankautospuit Personele gevolgen Gevolgen voor vakbekwaamheid Gevolgen voor Operationele Voorbereiding en de Facilitaire Dienst Conclusie Gevaarlijke Stoffeneenheden Huidige situatie Uitgangspunten plaatsing gevaarlijke stoffeneenheden Plaatsing gevaarlijke stoffeneenheden in scenario Toelichting plaatsing gevaarlijke stoffeneenheden Plaatsing op basis van risico Gevolgen voor het operationele optreden Personele gevolgen Gevolgen voor vakbekwaamheid Conclusie Waarschuwings- en verkenningsdienst Huidige situatie Uitgangspunten plaatsing WVD Plaatsing WVD Toelichting plaatsing WVD ploegen Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 7

8 Gevolgen voor het operationele optreden Gevolgen voor Vakbekwaamheid Conclusie Adembeschermingseenheden Huidige situatie Uitgangspunten plaatsing adembeschermingseenheden Plaatsing adembeschermingseenheden Toelichting plaatsing adembeschermingseenheden Gevolgen voor het operationele optreden Personele gevolgen Gevolgen voor de Facilitaire Dienst Conclusie Overige taken en materieel Inleiding Plaatsing specialisme berging Plaatsing specialisme rietkapbrandbestrijding Logistiek voertuig (voormalige slangenwagen) Plaatsing haakarmchassis en haakarmbakken Toelichting plaatsing haakarmchassis en -bakken Vergelijking met de huidige situatie CBRN haakarmbakken THU uitrustingen Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 8

9 1. Inleiding Algemeen In het projectplan mpsp is een viertal scenario s beschreven als deelresultaat van het project. Door de projectgroep mpsp is een uitwerking gegeven aan deze scenario s. In deze rapportage zijn de scenario s 2 en 3 beschreven. In het projectplan zijn deze scenario s als volgt gedefinieerd: Scenario 2 Dit scenario gaat uit van de huidige kazerneverdeling waarbij alle eerstelijns voertuigen (TS, RV, HV, WO) continu zijn bezet. De overige taken worden in de scenario s opgenomen op basis van springbezetting. Scenario 3 Dit scenario gaat uit van de huidige kazerneverdeling. In dit scenario wordt gezocht naar de meest efficiënte en effectieve combinatie van vaste- en springbezettingen voor alle taken. Algemeen uitgangspunt scenario 2 en 3 In beide scenario s zijn twee algemene uitgangspunten gehanteerd: Alle eenheden continu beschikbaar zijn vanuit alle kazernes. In één verzorgingsgebied geen gelijktijdige incidenten voorkomen. Deze aanpak komt overeen met de eerder gevolgde werkwijze bij het maken spreidingsplannen voor personeel en materieel. In de dagelijkse praktijk komt het echter geregeld voor dat eenheden geregeld tijdelijk niet beschikbaar zijn door repressieve inzet of door buitendienststelling. Dit laatste wordt vooral gedaan om uitvoering te geven aan activiteiten op het terrein van vakbekwaamheid. Met oefenen en andere activiteiten die de dagelijkse bedrijfsvoering beïnvloeden is bij het ontwerpen van deze scenario s dan ook geen rekening gehouden. De wijze waarop dit georganiseerd kan worden is onderwerp van onderzoek tijdens het implementatietraject en het project paraatheid. De uitkomsten van het project mpsp hebben dus grote invloed op komende projecten en organisatieontwikkelingen. Opbouw rapportage In deze rapportage staat per hoofdstuk een voertuig of een taak centraal. Elk hoofdstuk is op gelijke wijze opgebouwd. Eerst wordt de huidige situatie beschreven. Vervolgens worden de uitgangspunten voor de plaatsingsvoorstellen in de scenario s 2 en/of 3 benoemd. Hierna zijn de plaatsingsvoorstellen uitgewerkt. Deze voorstellen worden gevolgd door een toelichting waarin de belangrijkste consequenties hiervan worden beschreven. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 9

10 2. Tankautospuiten 2.1. Huidige situatie In de huidige situatie beschikt de regionale brandweer over 41 operationele tankautospuiten. Dit aantal is als volgt opgebouwd: De regionale brandweer is in staat tot het leveren van 3 compagnieën (27 tankautospuiten); Op basis van het aantal compagnieën is bepaald dat 50% van het aantal tankautospuiten dat noodzakelijk is voor de inzet van de compagnieën extra beschikbaar moet zijn voor de restdekking van de regio (14 tankautospuiten). De plaatsing van de huidige tankautospuiten is weergegeven in onderstaande afbeelding. Afbeelding 2.1. Huidige plaatsing tankautospuiten. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 10

11 2.2. Randvoorwaarden Voor het bepalen van het minimale aantal tankautospuiten zijn de volgende randvoorwaarden van toepassing: De regionale brandweer is in staat tot het leveren van twee compagnieën 3. In alle gevallen is de regionale brandweer is staat om de minimale dekking (crepeersterkte) te garanderen 4. Op basis van deze voorwaarden is het minimale aantal tankautospuiten als volgt bepaald: Er zijn 18 tankautospuiten nodig om twee compagnieën te vormen (2x 9). Er zijn 12 tankautospuiten nodig om de minimale dekking te organiseren. Omdat de minimale dekking ook gegarandeerd moet kunnen worden bij het leveren van 2 compagnieën voor interregionale bijstand is het minimale aantal tankautospuiten in de scenario s 2 en 3 van het materieel- en personeelsspreidingsplan (mpsp) vastgesteld op 30. Daarnaast is het noodzakelijk te kunnen beschikken over reservecapaciteit. Deze kan worden benut voor het organiseren van onderhoud, reparatie, opleiden en oefenen Uitgangspunten plaatsing tankautospuiten in scenario 2 en 3 Bij het plaatsen van tankautospuiten binnen de kaders van scenario 2 en 3 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: In de scenario s wordt uitsluitend gesproken over tankautospuiten welke worden bezet door 6 medewerkers. De kleine tankautospuit zoals momenteel wordt gebruikt door de kazerne Delft speelt geen rol in de scenario s 2 en 3. Dit voertuig komt hiermee vrij voor het uitvoeren van experimenten met dit voertuig als zelfstandige eenheid. In scenario 4 (toekomstperspectief) is de rol van dit type voertuigen wel beschreven. Er wordt onderscheid gemaakt tussen tankautospuiten voor het eerstelijns brandweeroptreden en tankautospuiten voor het leveren van slagkracht en restdekking. Per kazerne is slechts één tankautospuit voor eerstelijns brandweeroptreden geplaatst. Tankautospuiten voor het leveren van slagkracht hebben een opkomsttijd van 30 minuten. In deze opkomsttijd is een alarmerings- en uitruktijd van 15 minuten opgenomen. De tankautospuiten zijn geplaatst op basis van de huidige kazerneverdeling en de algemene randvoorwaarden die van toepassing zijn op het project mpsp Plaatsing tankautospuiten in scenario 2 en 3 In de tabel op de volgende pagina is de plaatsing van de tankautospuiten voor de eerstelijns brandweerzorg (TS1) en het leveren van slagkracht en restdekking (TS2) weergegeven. 3 In opdracht van BZK is het aantal brandweercompagnieën in het land teruggebracht. Als gevolg hiervan is voor de regio Haaglanden het aantal compagnieën teruggebracht van 3 naar 2. Deze randvoorwaarde is opgenomen in het projectplan MPSP, versie 1.1., vastgesteld door het DOB op Conform notitie Operationele dekking en slagkracht bij schaarste, versie 3.0 / 1 september Naast het projectplan zijn dit het Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Regionale Brandweer Haaglanden, versie 1.3. vastgesteld in het DOB en Input voor de projectgroep, versie 1.1. vastgesteld in het DOB Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 11

12 Kazerne TS1 TS2 Kazerne TS1 TS2 Wassenaar 1 1 TV Rijswijk 1 Leidschendam-Voorburg 1 1 Den Hoorn 1 Scheveningen 1 1 TV Schipluiden 1 Archipel 1 Maasland 1 Haagse Hout 1 De Lier 1 Centrum 1 Maasdijk 1 Loosduinen 1 Naaldwijk 1 Laak 1 s Gravenzande 1 1 Leidschenveen 1 Monster 1 1 TV Stadshart 1 Honselersdijk 1 Oosterheem 1 Wateringen 1 1 Pijnacker-Nootdorp 1 1 Vakbekwaamheid 3 6 Delft 1 Facilitaire Dienst 4 7 Tabel 2.1. Plaatsing tankautospuiten in scenario 2 en 3. Bij de plaatsing van de tankautospuiten wordt het volgende opgemerkt: De TS2 zoals geplaatst op de kazerne Wassenaar is een terreinvaardig voertuig voor het optreden bij duinbrandbestrijding. Daarbij kan dit voertuig worden gebruikt voor het leveren van slagkracht en restdekking. De TS2 zoals geplaatst op de kazerne Scheveningen is eveneens een terreinvaardig voertuig. Op basis van het risico op natuurbranden in het duingebied moet dit voertuig op deze kazerne blijven. Dit voertuig wordt dan bezet op basis van springbezetting en kan als gevolg hiervan niet worden ingezet voor het leveren van slagkracht en restdekking. 6 Deze voertuigen hebben geen operationele status en kunnen alleen in overleg met de afdeling Vakbekwaamheid voor andere doeleinden worden ingezet. 7 Deze voertuigen hebben geen operationele status en kunnen alleen in overleg met de Facilitaire Dienst voor andere doeleinden worden ingezet. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 12

13 Op basis van risico op natuurbranden in het duingebied verdient het de voorkeur ook een Monster een terreinvaardige tankautospuit te plaatsen. Bij vervanging van één van de huidige tankautospuiten kan dit overwogen worden. In geval van samenwerking met de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond kan met dit voertuig een duinbrandbestrijdingspeloton 8 worden gevormd. De afdeling Vakbekwaamheid kan voor haar activiteiten beschikken over 3 tankautospuiten. Deze tankautospuiten worden geplaatst op de eigen locatie aan de Goudlaan en de kazernes Maasland en Zoetermeer. Deze voertuigen kunnen alleen voor andere doeleinden worden gebruikt in overleg met de afdeling Vakbekwaamheid. Om het voertuigonderhoud te organiseren zonder voertuigen buiten dienst te moeten stellen krijgt de Facilitaire Dienst de beschikking over vier (reserve)tankautospuiten. De plaatsing van de tankautospuiten voor slagkracht en restdekking is weergegeven in de afbeelding 2.2. De plaatsing van de tankautospuiten voor het leveren van eerstelijns brandweerzorg komt overeen met de huidige situatie (zie afbeelding 2.1.). In paragraaf 2.5 wordt de plaatsing van de tankautospuiten nader toegelicht. Afbeelding 2.2. Plaatsing tankautospuiten voor slagkracht en restdekking 8 Dit peloton kan dan worden gevormd vanuit de kazernes Wassenaar, Scheveningen, Monster en Hoek van Holland. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 13

14 2.5. Toelichting plaatsing tankautospuiten Eerstelijns tankautospuiten Zoals in tabel 2.1 weergegeven wordt op elk van de huidige kazernes een standaard tankautospuit geplaatst voor het leveren van eerstelijns brandweerzorg. Dit is geen noodzaak om de opkomsttijden van de eerste tankautospuit te realiseren. Het verzorgingsgebied van de kazerne Den Hoorn kan binnen de normtijd worden bereikt door de tankautospuit van de kazerne Delft. De kazerne Den Hoorn zou hierdoor gesloten kunnen worden. De kazerne Haagse Hout ligt in de directe nabijheid van de kazerne Leidschendam-Voorburg en ook Haagse Hout zou voor sluiting in aanmerking kunnen komen. Ondanks deze feiten is op beide kazernes een tankautospuit geplaatst. Dit is gedaan op basis van de volgende argumenten: De tankautospuit van Den Hoorn heeft een belangrijke rol als tweede tankautospuit voor het verzorgingsgebied van de kazerne Delft, een gebied met een groot aantal bijzondere risico s. Jaarlijks heeft de kazerne Den Hoorn meer uitrukken naar de gemeente Delft dan binnen het eigen verzorgingsgebied. Vanwege het belang van deze kazerne voor het operationele optreden in het verzorgingsgebied van Delft is op deze kazerne dan ook één tankautospuit geplaatst. In Den Haag wordt onderzocht of het mogelijk is de kazernes Haagse Hout en Archipel samen te voegen op één nieuwe locatie in het centrum van Den Haag. Door deze maatregel kan de dekking in het centrum van Den Haag worden geoptimaliseerd en wordt tegelijkertijd efficiencywinst geboekt. Tot het moment dat daadwerkelijk uitvoering wordt gegeven aan deze maatregel speelt de kazerne Haagse Hout nog een rol bij de dekking van het centrumgebied van Den Haag. Om deze reden is in de scenario s 2 en 3 één tankautospuit geplaatst op de kazerne Haagse Hout Toelichting plaatsing tankautospuiten voor slagkracht en restdekking Vanuit deze plaatsing kan de gehele regio in 15 minuten worden bereikt door een tankautospuit voor slagkracht en restdekking. Uitgaande van een alarmerings- en uitruktijd van 15 minuten kan in de gehele regio binnen 30 minuten worden voldaan aan de prestatie-eis met betrekking tot het organiseren van restdekking. De zes tankautospuiten voor slagkracht en restdekking zijn allemaal geplaatst bij de korpsen die in de huidige situatie kunnen beschikken over medewerkers op basis van vrije instroom. De genoemde korpsen hebben in de huidige situatie voldoende medewerkers beschikbaar om bezetting van de voertuigen te garanderen. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij een groot aantal defecte voertuigen, kan door de Facilitaire Dienst een beroep worden gedaan op deze voertuigen om de eerstelijns brandweerzorg in stand te houden. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 14

15 3. Redvoertuigen 3.1. Huidige situatie In de huidige situatie beschikt de regionale brandweer over 10 redvoertuigen. Negen van deze voertuigen zijn operationeel, er is één reserve redvoertuig beschikbaar. De redvoertuigen zijn geplaatst op de volgende kazernes: Scheveningen Centrum Laak Loosduinen (1x operationeel / 1x reserve) Leidschendam-Voorburg Stadshart Rijswijk Delft Monster De plaatsing van de huidige redvoertuigen, inclusief de hieraan verbonden opkomsttijden, is weergegeven in onderstaande afbeelding. Afbeelding3.1. Huidige plaatsing redvoertuigen Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 15

16 3.2. Uitgangspunten plaatsing redvoertuigen in scenario 2 en 3 Bij het plaatsen van redvoertuigen binnen de kaders van scenario 2 en 3 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De opkomsttijd van een redvoertuig in een risicogebied is minimaal 5 en maximaal 8 minuten. Als risicogebied zijn hierbij de gebieden gehanteerd waar een tankautospuit een opkomsttijd van 6 minuten heeft (portiekwoningen, oude binnensteden). Een gemiddelde opkomsttijd van 15 minuten in gebieden waarop op basis van risico de opkomst van een redvoertuig niet noodzakelijk is. Dit is tevens de maximale opkomsttijd van een redvoertuig. Dit is in overeenkomst met de huidige situatie. In deze gebieden worden redvoertuigen voornamelijk ingezet voor blussen op hoogte en hulpverlening Plaatsing redvoertuigen in scenario 2 In de tabel 3.1 is de plaatsing van de redvoertuigen weergegeven. Al deze redvoertuigen worden bemenst door een vaste bezetting. Kazerne Huidige situatie Nieuwe plaatsing Scheveningen 1 - Centrum 1 1 Laak 1 1 Loosduinen 1 1 Leidschendam-Voorburg 1 1 Stadshart 1 1 Rijswijk 1 - Delft 1 1 Monster 1 - Naaldwijk - 1 Reservecapaciteit Tabel 3.1. Plaatsing redvoertuigen in scenario 2. Bovenstaande plaatsing van huidige redvoertuigen, inclusief de hieraan verbonden opkomsttijden, is weergegeven in afbeelding In de huidige situatie zijn er twee types redvoertuigen in gebruik. Van beide types is er één in de reservecapaciteit opgenomen. De afdeling Vakbekwaamheid kan dan buiten de paraatheid voor beide types opleidingen verzorgen en bij defecten kunnen alle kazernes waar een redvoertuig is geplaatst voorzien blijven van een dergelijk voertuig. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 16

17 Afbeelding 3.2. Plaatsing redvoertuigen in scenario Plaatsing redvoertuigen in scenario 3 In vergelijking met scenario 2 worden in dit scenario geen redvoertuigen op andere locaties geplaatst. In dit scenario wordt wel een springbezetting gerealiseerd op de kazerne Delft. Met deze springbezetting wordt, naast het redvoertuig, een extra hulpverleningsvoertuig bezet. Consequentie van deze keuze is het feit dat de beschikbaarheid van het redvoertuig in negatieve zin wordt beïnvloed Toelichting plaatsing redvoertuigen Met deze plaatsing worden de meeste gebieden waar de inzet van een redvoertuig bij brand vereist is bereikt in 5 tot 8 minuten. Uit de historische incidentgegevens blijkt dat in de gebieden waar deze tijden worden gerealiseerd ook de meeste incidenten hebben plaatsgevonden. In verhouding tot de huidige situatie zijn de redvoertuigen van de kazernes Scheveningen en Rijswijk vervallen. Het redvoertuig van de kazerne Centrum zou idealiter geplaatst moeten worden op de kazerne Archipel. Omdat dit gebouw geen mogelijkheid biedt hiertoe blijft het redvoertuig van de kazerne Centrum op deze locatie. Wanneer uitvoering wordt gegeven aan de plannen om de kazernes Haagse Hout en Archipel samen te voegen moet dit redvoertuig worden verplaatst naar de nieuwe kazerne. De dekking van het verzorgingsgebied Den Haag wordt hierdoor positief beïnvloedt. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 17

18 In de huidige situatie is het redvoertuig in het verzorgingsgebied Westland geplaatst in Monster. De dekking in dit gebied wordt verbeterd door dit redvoertuig te verplaatsen naar de kazerne Naaldwijk 10. Deze kazerne ligt centraler dan de kazerne van Monster. Door het plaatsen van redvoertuigen op de kazernes Stadshart en Naaldwijk wordt in de rest van de regio een opkomsttijd van 15 minuten gerealiseerd. In deze gebieden zijn slechts een beperkt aantal objecten waar de inzet van een redvoertuig bij brand vereist is. Een meerderheid van deze objecten is gelegen in de directe verzorgingsgebieden van beide kazernes Gevolgen voor het operationele optreden Er zijn geen gevolgen voor het operationele optreden verbonden aan het plaatsingsvoorstel voor de redvoertuigen. In vergelijking met de huidige situatie wordt de paraatheid van de redvoertuigen verbetert. Dit doordat springbezettingen zijn voorkomen of het aantal sterk is beperkt Personele gevolgen Aan het plaatsingsvoorstel voor de redvoertuigen zijn de volgende personele gevolgen verbonden: In vergelijking met de huidige situatie vervalt het redvoertuig van Rijswijk. In de huidige situatie wordt dit voertuig bezet op basis van springbezetting. Door het vervallen van het redvoertuig ontstaat de mogelijkheid het hulpverleningsvoertuig van deze kazerne te voorzien van een vaste bezetting. De locatie waar dit voertuig wordt geplaatst wordt beschreven in hoofdstuk 4. In vergelijking met de huidige situatie vervalt het redvoertuig van de kazerne Scheveningen. Dit voertuig functioneert met een vaste bezetting. Het redvoertuig van de kazerne Monster wordt verplaatst naar de kazerne Naaldwijk. Van deze kazerne moeten voldoende medewerkers worden opgeleid om dit voertuig te kunnen bezetten Gevolgen voor Vakbekwaamheid Van de afdeling Vakbekwaamheid wordt een inspanning verwacht voor het opleiden van medewerkers voor het bezetten van het redvoertuig voor de kazerne Naaldwijk. Door het realiseren van reservecapaciteit kan de afdeling Vakbekwaamheid, in overleg met de Facilitaire Dienst, beschikken over twee redvoertuigen voor het opleiden van medewerkers zonder dat de paraatheid wordt aangetast Gevolgen voor de Facilitaire Dienst Het aantal redvoertuigen wordt teruggebracht naar 9. Twee van de beschikbare redvoertuigen worden gezien als reserve. Hierdoor kan de Facilitaire Dienst het onderhoud organiseren zonder een redvoertuig buiten dienst te stellen. 10 De kazerne Naaldwijk is de beste locatie voor een redvoertuig in het verzorgingsgebied Westland. Wanneer plaatsing hier om organisatorische reden niet mogelijk blijkt dan wordt dit voertuig in De Lier geplaatst. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 18

19 Conclusie Met deze plaatsingen kan op goede wijze en op basis van risico de beschikbaarheid van een redvoertuig worden gewaarborgd. Door het wegnemen of sterk beperken van het aantal springbezettingen wordt, in vergelijking met de huidige situatie, de paraatheid van de voertuigen sterk verbetert. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 19

20 4. Hulpverleningsvoertuigen 4.1. Huidige situatie In de huidige situatie beschikt de regionale brandweer over 7 hulpverleningsvoertuigen. Deze zijn geplaatst op de volgende kazernes: Wassenaar (HV2) Leidschendam-Voorburg (HV2+kraan) Stadshart (HV3) Scheveningen (HV2) Loosduinen (HV2) Rijswijk (HV2+kraan) Delft (HV2+kraan) s-gravenzande (HV2) De plaatsing van de huidige hulpverleningsvoertuigen, inclusief de hieraan verbonden opkomsttijden, is weergegeven in afbeelding 4.1. Afbeelding 4.1. Huidige plaatsing hulpverleningsvoertuigen. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 20

21 4.2. Uitgangspunten plaatsing hulpverleningsvoertuigen Bij het plaatsen van voertuigen binnen de kaders van scenario 2 en 3 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De opkomsttijd van een hulpverleningsvoertuig is 15 minuten 11. Het bezetten van een hulpverleningsvoertuig is een specialisme. Dit specialisme kan worden uitgevoerd door beroepsmedewerkers en vrijwilligers. De tankautospuit is in staat tot het uitvoeren van de basistaken bij technische hulpverlening, het hulpverleningsvoertuig levert aanvullende (specialistische) kennis, middelen en vaardigheid bij complexe technische hulpverlening. Er moeten tenminste vier hulpverleningsvoertuigen beschikbaar zijn om op adequate wijze te kunnen optreden bij de relevante crisistypen zoals genoemd in het Regionaal Risicoprofiel Haaglanden Plaatsing hulpverleningsvoertuigen in scenario 2 In de tabel 2.1 is de plaatsing van de hulpverleningsvoertuigen weergegeven. Al deze hulpverleningsvoertuigen worden bemenst door een vaste bezetting. Kazerne Huidige situatie Nieuwe plaatsing Wassenaar 1 - Leidschendam-Voorburg 1 1 KR Stadshart 1 - Scheveningen 1 - Loosduinen 1 1 Rijswijk 1 - Delft 1 - s Gravenzande 1 - De Lier - 1 KR Oosterheem - 1 Reservecapaciteit - 1 KR Tabel 4.1. Plaatsing hulpverleningsvoertuigen in scenario 2. Bovenstaande plaatsing van de hulpverleningsvoertuigen, inclusief de hieraan verbonden opkomsttijden, is weergegeven in afbeelding 4.2. In deze plaatsing zijn de hulpverleningsvoertuigen met kraan geplaatst op basis van risico en een evenredige verdeling binnen het verzorgingsgebied. 11 Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden brandweer Haaglanden. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 21

22 De definitieve plaatsing van de voertuigen met kraan moet tijdens de implementatie worden bepaald. Afbeelding 4.2. Plaatsing hulpverleningsvoertuigen in scenario Plaatsing hulpverleningsvoertuigen in scenario 3. In de tabel op de volgende pagina is de plaatsing van de hulpverleningsvoertuigen weergegeven. Deze hulpverleningsvoertuigen worden bemenst door spring- en vaste bezettingen. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 22

23 Kazerne Huidige situatie Nieuwe plaatsing Wassenaar 1 - Leidschendam-Voorburg 1 1 KR Stadshart 1 - Scheveningen 1 - Loosduinen 1 1 Rijswijk 1 - Delft 1 1 KR (spring) s Gravenzande 1 - De Lier - 1 Oosterheem - 1 Reservecapaciteit - 1 KR Tabel 4.2. Plaatsing hulpverleningsvoertuigen in scenario 3. Bovenstaande plaatsing van de hulpverleningsvoertuigen, inclusief de hieraan verbonden opkomsttijden, is weergegeven in afbeelding 4.3. In deze plaatsing zijn de hulpverleningsvoertuigen met kraan geplaatst op basis van risico en een evenredige verdeling binnen het verzorgingsgebied. De definitieve plaatsing van de voertuigen met kraan moet tijdens de implementatie worden bepaald. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 23

24 Afbeelding 4.3. Plaatsing hulpverleningsvoertuigen in scenario Vergelijking scenario s In beide opties wordt voldaan aan de uitgangspunten van het Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden brandweer Haaglanden. Scenario 3 geeft in vergelijking met scenario 2 een betere dekking van het verzorgingsgebied van de kazerne Delft (inclusief het snelwegennet). Nadeel van deze optie is dat of het redvoertuig van de kazerne Delft gaat functioneren op basis van springbezetting. In dit verzorgingsgebied is de beschikbaarheid van een redvoertuig op basis van brandrisico van belang. Door de combinatie met een hulpverleningsvoertuig wordt de beschikbaarheid van zowel het redvoertuig als het hulpverleningsvoertuig beperkt Toelichting plaatsing hulpverleningsvoertuigen Gevolgen voor het operationele optreden Het optreden bij een niet complex verkeersongeval behoort tot de basisvaardigheid van elke medewerker op een tankautospuit. Hierdoor is elke tankautospuit in staat een personenvoertuig te stabiliseren en vervolgens de deur of het dak te verwijderen. Uit de huidige praktijk blijkt dat het merendeel van de alarmeringen voor technische hulpverlening tot deze categorie incidenten behoort. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 24

25 Bij een complex verkeersongeval worden de aanvullende kennis, vaardigheid en middelen ingezet van de bezetting van het hulpverleningsvoertuig. Een complex verkeersongeval is een incident waarbij bijzondere bevrijdings- en stabilisatietechnieken toegepast moeten worden of vrachtwagens, bussen en railvoertuigen zijn betrokken. Daarnaast levert de bezetting van het hulpverleningsvoertuig specifieke kennis, vaardigheid en middelen bij incidenten anders dan verkeersongevallen. In de dagelijkse praktijk kan een spanningsveld ontstaan tussen de incidenten waarbij een hulpverleningsvoertuig met kraan wordt gealarmeerd en ingezet en de incidenten waarbij de grote kraan wordt gealarmeerd en ingezet. Tijdens de implementatie moet onderzocht en besloten op welke rol beide voertuigen gaan spelen in het operationele optreden Koppeling met het Regionaal Risicoprofiel Haaglanden In het Regionaal Risicoprofiel Haaglanden zijn een aantal crisistypen benoemd waarbij de inzet van hulpverleningsvoertuigen een belangrijke rol kan spelen. Dit zijn de volgende: Incident op de weg (scenario kettingbotsing) Incident op het spoor (scenario treinincident) Brand / instorting (scenario aanslag) Deze drie crisistypen vragen naar waarschijnlijkheid een grote inzet van hulpverleningsvoertuigen. Met de minimale aanwezigheid van vier hulpverleningsvoertuigen in de regio kan het operationele optreden bij dergelijke incidenten op goede wijze worden georganiseerd Personele gevolgen Aan het plaatsingsvoorstel voor de hulpverleningsvoertuigen zijn de volgende personele gevolgen verbonden: Het hulpverleningsvoertuig van de kazerne Rijswijk wordt verplaatst naar de kazerne De Lier. Als gevolg hiervan moeten voldoende medewerkers worden opgeleid om dit voertuig te bezetten. De bezetting van de HV Rijswijk wordt verplaatst naar de kazerne Oosterheem. Het hulpverleningsvoertuig van de kazerne Wassenaar wordt verplaatst naar de kazerne Oosterheem. Het hulpverleningsvoertuig van de kazerne Wassenaar vervalt. Tijdens de daguren is dit voertuig voorzien van een vaste bezetting. Het hulpverleningsvoertuig van de kazerne Scheveningen komt te vervallen. De bezetting van dit voertuig wordt verplaatst naar de kazerne Leidschendam-Voorburg voor het realiseren van een vaste bezetting van het hier reeds geplaatste hulpverleningsvoertuig. Het hulpverleningsvoertuig van de kazerne Stadshart vervalt. De huidige bezetting van dit voertuig wordt benut om het redvoertuig van deze kazerne te voorzien van een vaste bezetting. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 25

26 Hulpverleningsvoertuig kazerne Delft: o In scenario 2 vervalt het hulpverleningsvoertuig van de kazerne Delft. De bezetting die in de huidige situatie aan dit voertuig is verbonden wordt benut om het redvoertuig van deze kazerne te voorzien van een vaste bezetting. o In scenario 3 blijft er een hulpverleningsvoertuig geplaatst op de kazerne Delft. Dit voertuig wordt bezet op basis springbezetting in combinatie met het redvoertuig Gevolgen voor Vakbekwaamheid In beide opties is het uitgangspunt gehanteerd dat het bezetten van een hulpverleningsvoertuig een specialistische taak is. Hierdoor ontstaat een extra inspanningsverplichting voor het opleiden, oefenen en bijscholen van de medewerkers die dit voertuig gaan bezetten. De oefenbelasting is op basis van onderzoek in andere korpsen geschat op maximaal 40 uur. De eenmalige inspanning om alle medewerkers te scholen moet tijdens de implementatie worden vastgesteld. Door het specialiseren van deze taak wordt de belasting verbonden aan opleiden, oefenen en bijscholen voor alle bezettingen van tankautospuiten beperkt. Daar waar in de huidige situatie alle medewerkers bekwaam moesten zijn voor alle typen ongevallen en gereedschappen ontstaat er in deze situatie een heldere scheiding tussen de basisvaardigheid en het specialisme. Door het realiseren van reservecapaciteit kan de afdeling Vakbekwaamheid, in overleg met de Facilitaire Dienst, beschikken over een hulpverleningsvoertuig voor opleiden, oefenen en bijscholen Gevolgen voor de Facilitaire Dienst De inspanning verbonden aan onderhoud van de hulpverleningsvoertuigen wordt door het beperken van het aantal gereduceerd. Door het realiseren van reservecapaciteit kan de Facilitaire Dienst het onderhoud organiseren zonder de paraatheid aan te tasten Conclusie In vergelijking met de huidige situatie wordt door het bezetten van een hulpverleningsvoertuig tot specialisme te benoemen wordt een grote kwaliteitsimpuls gegeven aan technische hulpverlening. Daarnaast wordt de inspanning die is verbonden aan het opleiden en oefenen van de bezettingen van tankautospuiten beperkt tot de niet complexe incidenten. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 26

27 5. Waterongevallenvoertuigen 5.1. Huidige situatie In de huidige situatie beschikt de regionale brandweer over 8 waterongevallenvoertuigen, inclusief één reservevoertuig (WO). Deze zijn geplaatst op de volgende kazernes: Leidschendam-Voorburg Oosterheem Delft Centrum Wateringen s-gravenzande De Lier De WO van de kazerne Centrum heeft een vaste bezetting. De overige eenheden functioneren op basis van springbezetting door beroepsmedewerkers of medewerkers vanuit de vrije instroom. De plaatsing van de waterongevallenvoertuigen, inclusief de hieraan verbonden opkomsttijden, is weergegeven in afbeelding 5.1. Afbeelding 5.1. Huidige situatie plaatsing waterongevallenvoertuigen. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 27

28 5.2. Uitgangspunten plaatsing waterongevallenvoertuigen Bij het plaatsen van voertuigen binnen de kaders van scenario 2 en 3 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De opkomsttijd van een WO in risicogebied 12 is 15 minuten 13. De opkomsttijd van een WO in overige gebieden is 30 minuten 14. Het maatgevend scenario voor waterongevallen is middel waterongeval. Het bezetten van een WO is een zwaar specialisme waar alleen door beroepsmedewerkers uitvoering aan wordt gegeven Plaatsing waterongevallenvoertuigen in scenario 2. In de tabel 5.1. is de plaatsing van de WO weergegeven. Al deze voertuigen worden bemenst door een vaste bezetting. Per WO is één boot beschikbaar. Aan welk voertuig deze boten gekoppeld worden (HV+kraan of WO) moet tijdens de implementatie worden bepaald. Kazerne Huidige situatie Nieuwe plaatsing Leidschendam-Voorburg 1 - Oosterheem 1 - Delft 1 1 Centrum 1 1 Wateringen 1 - s Gravenzande 1 - De Lier 1 - Reservecapaciteit Tabel 5.1. Plaatsing waterongevallenvoertuigen in scenario 2. Bovenstaande plaatsing van de WO, inclusief de hieraan verbonden opkomsttijden, is weergegeven in afbeelding Waterrijk gebied zoals omschreven in de notitie Input voor de projectgroep MPSP. 13 Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Brandweer Haaglanden 14 Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Brandweer Haaglanden 15 Elke kazerne heeft een eigen reservevoertuig. Hierdoor kunnen, zonder de paraatheid aan te tasten, vanuit beide kazernes oefeningen worden georganiseerd. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 28

29 Afbeelding 5.2. Plaatsing waterongevallenvoertuigen in scenario Plaatsing waterongevallenvoertuigen, spring- en vaste bezetting In tabel 5.2 is de plaatsing van de WO weergegeven in scenario 3. Deze voertuigen worden bemenst door spring- en vaste bezettingen. Per WO is één boot beschikbaar. Kazerne Huidige situatie Nieuwe plaatsing Leidschendam-Voorburg 1 - Oosterheem 1 1 Delft 1 1 Centrum 1 1 Wateringen 1 - s Gravenzande 1 - De Lier 1 - Reservecapaciteit - 1 Tabel 5.2. Plaatsing waterongevallenvoertuigen in scenario 3. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 29

30 In dit plaatsingsvoorstel is de WO van de kazerne Centrum en de WO van de kazerne Delft voorzien van een vaste bezetting. De WO van de kazerne Oosterheem is voorzien van springbezetting. Bovenstaande plaatsing van de WO, inclusief de hieraan verbonden opkomsttijden, is weergegeven in afbeelding 5.3. Afbeelding 5.3. Plaatsing waterongevallenvoertuigen in scenario Vergelijking scenario s In scenario 2 is door de 2 permanent bezette voertuigen de maximaal haalbare paraatheid gegarandeerd. De dekking die bij uitvoering van dit scenario ontstaat voldoet aan de uitgangspunten van het Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden brandweer Haaglanden. De voornaamste beperking van dit scenario is, door het beperkte aantal eenheden, verbonden aan de dagelijkse bedrijfsvoering. Met twee eenheden moeten beiden altijd in dienst zijn om te kunnen voldoen aan de afgesproken opkomsttijden. Hierdoor is het bijvoorbeeld niet mogelijk buiten dienst gesteld te worden voor het oefenen en bijscholen van de medewerkers. Ook zijn de mogelijkheden om gezamenlijk te oefenen beperkt. Bij eventuele implementatie van dit scenario is de oefenorganisatie voor het duiken dan ook een belangrijk aandachtspunt. In vergelijking met scenario 2 zijn dergelijke aspecten in scenario 3 beter en eenvoudiger te organiseren. In dit scenario geeft de derde WO op Oosterheem dan ook voornamelijk voordelen op Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 30

31 het terrein van de dagelijkse bedrijfsvoering. De dekking van het risicogebied verbetert in beperkte mate. Deze verbetering wordt weer negatief beïnvloedt door het feit dat deze WO functioneert op basis van springbezetting. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de WO. Ook de beschikbaarheid van de tankautospuit wordt hierdoor beïnvloed. Als de WO van één van de vast bezette kazernes buiten dienst gesteld wordt in verband met oefening moet de WO van de kazerne Oosterheem worden verplaatst naar deze kazerne. Anders wordt de vastgestelde opkomsttijd overschreden. Het tijdelijk verplaatsen van de WO van Oosterheem heeft tot gevolg dat de tankautospuit buiten dienst wordt gesteld Toelichting plaatsing waterongevallenvoertuigen Gevolgen voor het operationele optreden In vergelijking met de huidige situatie wordt in beide scenario s de paraatheid van de WO in de regio sterk verbeterd. Bij invoering van scenario 2 moeten afspraken worden gemaakt met de omliggende regio s voor het optreden bij incidenten op het niveau van groot waterongeval. Daarnaast moet tijdens de implementatie worden onderzocht hoe gehandeld moet worden in geval van een noodsituatie (duiker in nood) bij de inzet van twee waterongevalleneenheden. Dit kan door met de omliggende regio s afspraken te maken over het leveren van een derde WO bij noodsituaties. Scenario 3 heeft geen grote en aantoonbare meerwaarde voor het operationele optreden. Zoals al eerder gesteld zijn de voordelen van deze optie vooral gelegen op het terrein van de dagelijkse bedrijfsvoering. Hier staat een extra inspanning met betrekking tot selectie, opleiden, oefenen en bijscholen tegenover Veranderende rol van de tankautospuit In de algemene aanpak van waterongevallen wordt een structurele verandering doorgevoerd. Nadrukkelijk is er een rol voor de tankautospuit weggelegd bij de uitvoering van een redding in ondiep water. Voorafgaande aan de aankomst van een WO moet een tankautospuit in staat zijn tot het uitvoeren van een grijpredding in waadpak 16. Concreet betekent dit dat in de gehele regio alle tankautospuiten moeten worden voorzien van waadpakken. Met behulp van deze pakken kan in een groot deel van de regio een adequate eerste inzet worden gedaan door de bezetting van de tankautospuit Personele gevolgen De permanent bezette WO in de kazerne Delft wordt gerealiseerd door de formatie voor de kleine tankautospuit hiervoor te benutten. In deze formatie kunnen ook duikers worden opgenomen van de huidige eenheden van de kazernes Oosterheem en Leidschendam-Voorburg. Tijdens de implementatie moet dan ook bepaald worden op welke wijze de formatie voor de WO wordt Gevolgen voor vakbekwaamheid Door het beperken van het aantal waterongevallenvoertuigen wordt ook het aantal duikers beperkt in vergelijking met de huidige situatie. Dit betekent dat de inspanning verbonden aan selectie, opleiden, oefenen en bijscholen aanzienlijk beperkt kan worden ten opzichte van de huidige situatie. Doordat het uitvoeren van de duiktaak niet meer gecombineerd mag worden met een ander zwaar specialisme en de andere combinatiemogelijkheden worden beperkt kan het oefenen en bijscholen ook beter worden georganiseerd. 16 Maximaal 1,5 meter diep, 15 meter uit de kant. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 31

32 Om de bezetting van de tankautospuiten op goede wijze een grijpredding in waadpak uit te kunnen laten voeren moet vanuit vakbekwaamheid een eenmalige opleidingsinspanning worden geleverd 17. Het oefenen kan daarna in de beheersorganisatie worden georganiseerd. Voor het verzorgen van opleiding en bijscholing kan de afdeling Vakbekwaamheid, in overleg met de Facilitaire Dienst, beschikken over twee volwaardige waterongevallenvoertuigen Gevolgen voor Operationele Voorbereiding en de Facilitaire Dienst De nieuwe aanpak bij waterongevallen zorgt voor een eenmalige inspanning bij de afdeling Operationele Voorbereiding en de Facilitaire Dienst. Dit door het opstellen van een (inzet)procedure bij waterongevallen en het plaatsen van waadpakken op alle operationele tankautospuiten. Door de aanwezigheid van een reservevoertuig kan het onderhoud worden georganiseerd zonder de paraatheid aan te tasten Conclusie Met de realisatie van twee permanent bezette waterongevallenvoertuigen wordt de paraatheid van de duikers aanzienlijk verbeterd ten opzichte van de huidige situatie. De inspanning die geleverd moet worden om de eenheden vakbekwaam te houden wordt sterk beperkt. Door het concentreren van het specialisme worden mensen beter in staat gesteld op goede wijze uitvoering te geven aan het specialisme duiken. Een derde WO op springbezetting kent weinig voordelen met betrekking tot de dekking van het verzorgingsgebied. Daar staat tegenover dat er wel meer flexibiliteit ontstaat in de dagelijkse bedrijfsvoering. Een derde WO zorgt wel voor een extra inspanning op het terrein van vakbekwaamheid. 17 In 2010 is ongeveer 50% van de tankautospuiten voorzien van waadpakken. De opleidingsinspanning zal in de praktijk dan ook beperkt zijn. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 32

33 6. Gevaarlijke Stoffeneenheden 6.1. Huidige situatie In de huidige situatie beschikt de regionale brandweer over 3 gevaarlijke stoffeneenheden (GSE). Deze zijn geplaatst op de volgende kazernes: Delft Laak Stadshart De drie eenheden functioneren op basis van springbezetting. Deze plaatsing, inclusief de hieraan verbonden opkomsttijden, is weergegeven in afbeelding 6.1. Afbeelding 6.1. Huidige plaatsing GSE Uitgangspunten plaatsing gevaarlijke stoffeneenheden De inzetfrequentie van een GSE is laag. Hierdoor is het niet rendabel een vaste bezetting voor deze eenheid te realiseren. Dit is dan ook de reden dat er geen GSE op basis van vaste bezetting in scenario 2 is opgenomen maar uitsluitend op basis van springbezetting in scenario 3. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 33

34 Bij het plaatsen van deze voertuigen binnen de kaders van scenario 3 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De opkomsttijd van een GSE is 30 minuten 18. Het maatgevend scenario voor ongevallen met gevaarlijke stoffen is middel ogs. De risico s voor incidenten met gevaarlijke stoffen zijn geconcentreerd in Delft. Daarnaast zijn er risico s verbonden aan het transport van gevaarlijke stoffen over het drukke snelwegennet in de regio Haaglanden. Het bezetten van een GSE is een zwaar specialisme waar alleen door beroepsmedewerkers uitvoering aan wordt gegeven Plaatsing gevaarlijke stoffeneenheden in scenario 3 In de tabel 6.1 is de plaatsing van de GSE weergegeven. Al deze voertuigen worden bezet op basis van springbezetting. Kazerne Huidige situatie Nieuwe plaatsing Delft 1 - Laak 1 1 Stadshart 1 1 Loosduinen (optioneel) - 1 Tabel 6.1. Plaatsing gevaarlijke stoffeneenheden in scenario 3. De voorgestelde plaatsing van twee gevaarlijke stoffeneenheden, inclusief de hieraan verbonden opkomsttijden, is weergegeven in afbeelding In Delft is er een overeenkomst met de chemiebedrijven waarin is afgesproken dat er binnen 20 minuten na alarmering een GSE ingezet kan worden. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 34

35 Afbeelding 6.2. Plaatsing 2 gevaarlijke stoffeneenheden (optie 1). Deze plaatsing is voldoende om op goede wijze te reageren op alarmeringen voor ongevallen met gevaarlijke stoffen. Op adequate wijze kan een ongeval binnen het maatgevend scenario middel ogs worden bestreden. Daarbij worden de chemiebedrijven in Delft binnen 20 minuten bereikt door één van de gevaarlijke stoffeneenheden. Hier wordt voldaan aan de afspraken zoals vastgelegd in het convenant met de chemiebedrijven in Delft. Wanneer er geen mogelijkheden zijn om de slagkracht (en eventueel een extra standby teams) bij verdere opschaling op andere wijze te organiseren kan worden overwogen een derde GSE in de eigen regio aan te houden. Deze zou dan geplaatst kunnen worden op de kazerne Loosduinen. Deze plaatsing, inclusief de hieraan verbonden opkomsttijden, is in afbeelding 6.3 weergegeven. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 35

36 Afbeelding 6.3. Plaatsing 3 gevaarlijke stoffeneenheden (optie 2) Toelichting plaatsing gevaarlijke stoffeneenheden Plaatsing op basis van risico De plaatsing van de gevaarlijke stoffeneenheden is in eerste instantie gebaseerd op het geconcentreerde risico in Delft en de risico s verbonden aan transport van gevaarlijke stoffen over het snelwegennet. In tweede instantie is de plaatsing gebaseerd op het bereiken van alle locaties in de regio binnen een opkomsttijd van 30 minuten. De plaatsing van drie gevaarlijke stoffeneenheden is niet gebaseerd op risico maar voornamelijk op de mogelijkheid de slagkracht voor verdere opschaling in de eigen regio te kunnen organiseren op basis van een evenredige verdeling van de dekking. Daarnaast geven drie eenheden meer flexibiliteit in de dagelijkse bedrijfsvoering. Onderhoud, opleiden, bijscholen en oefenen zijn in deze situatie eenvoudiger te organiseren Gevolgen voor het operationele optreden Het huidige aantal van drie gevaarlijke stoffeneenheden is gebaseerd op het gedurende twee uur kunnen continueren van een gaspakinzet. Hiervoor zijn per GSE vier gaspakdragers beschikbaar. In het verleden waren dit er zes. Dit is teruggebracht naar vier omdat het in de praktijk moeilijk bleek permanent te kunnen beschikken over zes geoefende gaspakdragers. De reden hiervan was vooral gelegen in het feit dat medewerkers meerdere, soms zware, specialismen combineerden. Hierdoor Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 36

37 bleek het in de praktijk lastig om er voor te zorgen dat alle medewerkers van een kazerne voldoende geoefend waren. In de voorgestelde situatie vervullen de medewerkers uitsluitend het zware specialisme gaspakdrager. Hierdoor kan het aantal gaspakdragers per eenheid weer op het oorspronkelijke aantal van zes 19 worden gebracht. In vergelijking met de huidige situatie is dan een gelijk aantal gaspakdragers beschikbaar. Met de twee eenheden is dan voldoende potentieel beschikbaar om op goede wijze om te gaan met het maatgevend scenario middel ogs. De gevolgen voor het daadwerkelijke operationele optreden van de gevaarlijke stoffeneenheden bij het terugbrengen van het aantal zijn dan ook zeer beperkt. Door het beperken van het aantal eenheden neemt de opbouw van incidentervaring per eenheid toe. Voor een situatie waarin verdere opschaling noodzakelijk is kunnen afspraken worden gemaakt met omliggende regio s. In de regio Hollands-Midden bestaan inmiddels initiatieven om de ogsorganisatie in te richten volgens het model van de regio Haaglanden. Hier liggen belangrijke mogelijkheden tot samenwerking en om in de toekomst een gezamenlijke organisatie voor het bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen in te richten. Uiteraard kan ook onderzoek worden gedaan naar de mogelijkheden tot samenwerking met de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Het optreden als CBRN 20 peloton vraagt een inzet van 24 medewerkers. In de huidige situatie voldoen wij aan dit uitgangspunt. Wanneer het aantal eenheden wordt beperkt moet het CBRN peloton op een andere wijze worden georganiseerd. Dit kan worden gedaan door de decontaminatie unit op basis van vrije instroom bij een kazerne te plaatsen. Dit komt overeen met de werkwijze in Personele gevolgen Om het aantal gaspakdragers per kazerne op het juiste niveau te brengen kunnen verplaatsingen noodzakelijk blijken. Dit zal gaan om een beperkt aantal omdat ook in de huidige situatie op beide kazernes reeds een gevaarlijke stoffeneenheid is geplaatst. Dit moet tijdens het implementatietraject worden onderzocht Gevolgen voor vakbekwaamheid Bij het beperken van het aantal eenheden tot twee wordt voor de afdeling Vakbekwaamheid de inspanning om de medewerkers vakbekwaam te houden beperkt in vergelijking met de huidige situatie. Wanneer een derde eenheid op de kazerne Loosduinen wordt geplaatst wordt van de afdeling Vakbekwaamheid een inspanning gevraagd voor het opleiden van gaspakdragers Conclusie Door het plaatsen van twee gevaarlijke stoffeneenheden kan op adequate wijze worden gereageerd op incidenten van het maatgevende niveau middel ogs. De inspanning om de eenheden vakbekwaam te houden wordt beperkt bij het reduceren van het aantal. Bij het beperken van het aantal eenheden tot het aantal van twee is organiseren van interregionale samenwerking een belangrijk aandachtspunt. 19 Het Besluit Veiligheidsregio s biedt ruimte om het aantal gaspakdragers per GSE vast te stellen op vier. Dit besluit vereist namelijk de aanwezigheid van tenminste 8 gaspakdragers in de regio. Tijdens de implementatie moet het aantal gaspakdragers per GSE definitief worden vastgesteld. 20 Peloton voor de bestrijding van calamiteiten waarbij chemische, biologische, radiologische of nucleaire middelen zijn betrokken. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 37

38 7. Waarschuwings- en verkenningsdienst 7.1. Huidige situatie In de huidige situatie beschikt de regionale brandweer over 7 WVD ploegen. Deze zijn geplaatst op de volgende kazernes: Wassenaar Leidschendam-Voorburg Pijnacker-Nootdorp Wateringen s Gravenzande Maasdijk Maasland De WVD ploegen functioneren op basis van vrije instroom Uitgangspunten plaatsing WVD Bij het plaatsen van de WVD taak binnen de kaders van scenario 2 en 3 zijn de uitgangspunten vanuit het Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden brandweer Haaglanden gehanteerd. Concreet zijn in dit document de volgende prestatie-eisen vastgelegd: De opkomsttijd van meetploeg 1 en 2 is 30 minuten. De opkomsttijd van meetploeg 3 en 4 is 60 minuten Plaatsing WVD In tabel 7.1 is de plaatsing van de WVD ploegen weergegeven. Deze ploegen functioneren op basis van vrije instroom. Kazerne Huidige situatie Nieuwe plaatsing Wassenaar 1 1 Leidschendam-Voorburg 1 - Pijnacker-Nootdorp 1 - Wateringen 1 1 s Gravenzande 1 1 Maasdijk 1 1 Maasland 1 - Tabel 7.1. Plaatsing WVD ploegen. De plaatsing van de WVD ploegen, inclusief de hieraan verbonden opkomsttijden, is weergegeven in afbeelding 7.1. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 38

39 Afbeelding 7.1. Plaatsing WVD ploegen Toelichting plaatsing WVD ploegen In dit plaatsingsvoorstel wordt het aantal WVD ploegen teruggebracht van zeven naar vier. Met deze vier ploegen kan worden voldaan aan de uitgangspunten die zijn vastgesteld in het Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden brandweer Haaglanden. De ploegen zijn gelijk verdeeld over het verzorgingsgebied van de regio. Hierbij zijn twee WVD ploegen geplaatst in het gebied dat grenst aan de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Hiervoor is gekozen om op adequate wijze te kunnen reageren op de gevolgen van calamiteiten in de chemische industrie in deze regio Gevolgen voor het operationele optreden Meten is een kritisch proces. Om hier ook met minder ploegen op goede wijze invulling aan te kunnen geven zal tijdens het implementatietraject onderzocht moeten worden of een investering in uitrusting noodzakelijk is. Er zijn geen gevolgen voor het operationele optreden door WVD ploegen. Per ploeg wordt de inzet van twee medewerkers gevraagd. Het potentieel aan vakbekwame medewerkers op de posten zal in de praktijk groter dan twee zijn. Wanneer in uitzonderlijke situaties behoefte ontstaat aan extra meetploegen kunnen deze worden geformeerd uit de niet ingezette ploegleden van de kazernes waar de WVD taak is geplaatst. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 39

40 Gevolgen voor Vakbekwaamheid Er worden in dit plaatsingsvoorstel geen WVD ploegen verplaatst. Hierdoor wordt van de afdeling Vakbekwaamheid geen opleidingsinspanning vereist. De inspanning die verbonden is aan het vakbekwaam blijven wordt beperkt in vergelijking met de huidige situatie Conclusie Met het plaatsen van vier WVD ploegen kan aan de gestelde prestatie-eisen worden voldaan. In vergelijking met de huidige situatie zal de uitrukfrequentie, en hiermee ook het ervaringsniveau, per kazerne toenemen Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 40

41 8. Adembeschermingseenheden 8.1. Huidige situatie In de huidige situatie beschikt de regionale brandweer over 3 adembeschermingseenheden (AB). Deze zijn geplaatst op de volgende kazernes: Wassenaar Loosduinen Delft De AB geplaatst op de kazerne Loosduinen functioneert op basis van een vaste bezetting. De overige eenheden functioneren op basis van springbezetting of op basis van vrije instroom. De Ab van de kazerne Wassenaar verzorgt alleen de warme logistiek tijdens operationeel optreden. De AB van de kazerne Loosduinen en Delft 21 heeft ook een beheersmatige (koude) logistieke taak Uitgangspunten plaatsing adembeschermingseenheden Bij het plaatsen van de adembeschermingseenheden binnen de kaders van scenario 2 en 3 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De warme logistieke taak staat centraal. Het voornemen bestaat om de koude logistiek taak van de AB van de kazerne Loosduinen en de kazerne Delft over te dragen aan de Facilitaire Dienst. In deze rapportage wordt dan ook geen rekening gehouden met deze taak. De wijze waarop deze taak in de toekomst uitgevoerd moet worden wordt onderzocht door de Facilitaire Dienst en de korpsen Den Haag en Delft. De opkomsttijd van een AB is 30 minuten 22. De eenheden worden geplaatst bij kazernes die kunnen beschikken over vrije instroom. De AB wordt standaard ingezet vanaf het opschalingsniveau groot en in overige situaties op verzoek van de hoogste leidinggevende ter plaatse. De operationele behoefte is bepaald op twee adembeschermingseenheden. Hierdoor is het mogelijk bij grote incidenten één vast verzorgingspunt in te richten en één AB te benutten voor het transporteren van verzorging en persoonlijke beschermingsmiddelen Plaatsing adembeschermingseenheden In de tabel op de volgende pagina is de plaatsing van de adembeschermingseenheden weergegeven. Al deze voertuigen worden bemenst door medewerkers op basis van vrije instroom. 21 De AB van de kazerne Delft vervult een aantal koude logistiek taken welke zijn verbonden aan het convenant met de chemiebedrijven in deze gemeente. 22 Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Brandweer Haaglanden. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 41

42 Kazerne Huidige situatie Nieuwe plaatsing Wassenaar 1 - Loosduinen 1 - Delft 1 - Wateringen - 1 Pijnacker-Nootdorp - 1 Bovenstaande plaatsing van de AB, inclusief de hieraan verbonden opkomsttijden, is weergegeven in afbeelding 8.1. Figuur 8.1. Plaatsing adembeschermingseenheden. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 42

43 8.4. Toelichting plaatsing adembeschermingseenheden Gevolgen voor het operationele optreden De gevolgen voor het operationele optreden zijn beperkt. In de huidige situatie wordt vanaf het opschalingsniveau middelbrand standaard een AB gealarmeerd. De AB wordt dan benut om ter plaatse de tankautospuiten te voorzien van nieuwe adembescherming en verzorging. Omdat tankautospuiten zijn voorzien van reserve ademluchtcilinders en verzorging kan de standaard alarmering worden verschoven naar het opschalingsniveau groot. Voorwaarde is dat op de kazernes een kleine voorraad aanwezig is om persoonlijke beschermingsmiddelen en verzorging direct aan te vullen. Uiteraard kan de AB op verzoek van de hoogste leidinggevende ter plaatse ook in andere gevallen worden gealarmeerd Personele gevolgen Het verplaatsen en beperken van het aantal adembeschermingseenheden heeft geen personele gevolgen voor de kazernes Delft en Wassenaar. Het verplaatsen en beperken van het aantal adembeschermingseenheden heeft wel personele gevolgen voor de kazerne Loosduinen. Het opheffen van de AB van deze kazerne betekent dat de formatie van deze kazerne met 10,44 fte kan worden beperkt Gevolgen voor de Facilitaire Dienst Door het vervallen van de AB van de kazerne Loosduinen moeten koude logistieke taken worden verschoven naar de Facilitaire Dienst. Genoemde AB kan niet worden opgeheven voordat Facilitaire Dienst in staat is deze taken daadwerkelijk uit te voeren. De wijze waarop de koude logistieke taken overgenomen kunnen worden wordt onderzocht door de Facilitaire Dienst en de brandweer Den Haag Conclusie Door het plaatsen van twee adembeschermingseenheden op de kazernes van Wateringen en Pijnacker-Nootdorp kunnen de warme logistieke taken voldoende worden gewaarborgd. Als gevolg van het beperken van het aantal eenheden wordt de formatie van de kazerne Loosduinen beperkt. De AB van de kazerne Loosduinen kan pas vervallen wanneer de koude logistieke taken van deze eenheid zijn overgenomen door de Facilitaire Dienst. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 43

44 9. Overige taken en materieel 9.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt de plaatsing van niet eerdere benoemde taken en voertuigen beschreven. Hierbij gaat het om: Specialisme berging (grote- en kleine kraan); Specialisme rietkapbrandbestrijding; Slangenwagen; Haakarmchassis en haakarmbakken Plaatsing specialisme berging Het specialisme berging behoort tot het pluspakket van het korps Den Haag. Het specialisme wordt uitgevoerd met behulp van een tweetal kraanwagens. In de huidige situatie zijn de eenheden bekend onder de noemer grote en kleine kraan. Beide eenheden zijn in de huidige situatie geplaatst op de kazerne Leidschenveen. In tegenstelling tot voorgaande voorstellen is aan het optreden van de beide kraanwagens geen maatgevend scenario met bijbehorende opkomsttijd te verbinden. Het plaatsingsvoorstel is dan ook gebaseerd op praktisch uitgangspunten. Dat zijn de volgende: Op basis van de incidenten waarbij één van de kraanwagens wordt gealarmeerd is centrale plaatsing in de regio van belang. Hierbij ligt de focus op het snelwegennet, het overige wegennet waar incidentmanagement van toepassing is en het spoornet van de tram en de Randstadrail. Als gevolg van de eerder genoemde plaatsingsvoorstellen in deze rapportage voldoet de kazerne Rijswijk het beste aan deze uitgangspunten. Binnen beide scenario s wordt het specialisme berging dan ook aan deze kazerne geplaatst. In de dagelijkse praktijk kan een spanningsveld ontstaan tussen de incidenten waarbij een hulpverleningsvoertuig met kraan wordt gealarmeerd en ingezet en de incidenten waarbij de grote kraan wordt gealarmeerd en ingezet. Tijdens de implementatie moet onderzocht en besloten op welke rol beide voertuigen gaan spelen in het operationele optreden Plaatsing specialisme rietkapbrandbestrijding In de huidige situatie wordt het specialsime rietkapbrandbestrijding uitgevoerd door de kazernes: Maasland; Wassenaar. Binnen beide scenario s blijft het genoemde specialisme geplaatst op deze kazernes Logistiek voertuig (voormalige slangenwagen) In de huidige situatie is op de kazerne Loosduinen de slangenwagen geplaatst. Dit voertuig heeft voornamelijk een koude logistieke taak en wordt zeer incidenteel ingezet voor warme logistieke taken. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 44

45 Gezien de incidentele inzet tijdens operationele optreden vervalt de slangenwagen in de scenario s van het project mpsp. Zoals in hoofdstuk 8 beschreven is de wijze waarop de koude logistieke taken overgenomen kunnen worden onderzocht door de Facilitaire Dienst en de brandweer Den Haag. De koude functie van de slangenwagen kan pas vervallen op het moment dat deze is gewaarborgd door de Facilitaire Dienst Plaatsing haakarmchassis en haakarmbakken In het plaatsingsvoorstel voor de haakarmchassis is het uitgangspunt gehanteerd om deze eenheden zoveel als mogelijk te plaatsen op kazernes die kunnen beschikken over vrije instroom. Dit conform de uitgangspunten in het projectplan. Daarnaast is gekeken naar een evenwichtige spreiding over het verzorgingsgebied in de regio. Het plaatsingsvoorstel is weergegeven in tabel 9.1. Kazerne Chassis Haakarmbakken Wassenaar 1 DPU / THU Berging / TWH De Lier 1 DPU / 3KM / THU instorting Stadshart 1 OGS / DPU / 3 KM Pijnacker-Nootdorp 1 COH / DPU / THU verlichting Rijswijk 1 (6x6) DPU / TWH / KK Laak 1 OGS / SIGMA HAB Monster 1 DPU / NBC deco / NBC bevo (2x) Facilitaire Dienst 1 - Tabel 9.1. Plaatsing haakarmchassis en bakken Wanneer in scenario 3 wordt gekozen voor het plaatsen van een 3 e gevaarlijke stoffeneenheid op de kazerne Loosduinen moet het haakarmchassis van de Facilitaire Dienst op deze kazerne worden geplaatst. Deze wordt dan tenminste benut voor het verplaatsen van de OGS haakarmbak. Bovenstaande plaatsing is weergegeven in afbeelding Door het overnemen van de taak van het logistieke voertuig vervalt 5,22 fte. Het voornemen bestaat deze formatie te verplaatsen naar het team logistiek van de Facilitaire Dienst. Met deze formatie kan de Facilitaire Dienst uitvoering geven aan alle logistieke taken van de AB en het logistieke voertuig van de kazerne Loosduinen en de AB van de kazerne Delft. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 45

46 Afbeelding 9.1. Plaatsing haakarmchassis en bakken Toelichting plaatsing haakarmchassis en -bakken Vergelijking met de huidige situatie Een haakarmchassis wordt geplaatst bij de Facilitaire Dienst. Dit kan worden gedaan door de kleine kraan te benutten als volwaardig haakarmchassis. In de huidige situatie is dit niet het geval. Het haakarmchassis van de Facilitaire Dienst kan worden benut voor de afdeling Vakbekwaamheid, het organiseren van onderhoud en het verplaatsen van bakken voor de afdeling Incidentenbestrijding CBRN haakarmbakken In de huidige situatie zijn de CBRN haakarmbakken geplaatst op de kazerne Loosduinen. In het plaatsingsvoorstel zijn geplaatst op de kazerne Monster. Uitgangspunt hierbij dat de kazerne Monster ook verantwoordelijk is voor het bedienen van de deco-unit. Aan deze taak is een geringe opleidings- en oefenbelasting verbonden. Plaatsing bij een beroepskazerne is hierdoor niet noodzakelijk. Ook in andere CBRN steunpuntregio s, waaronder Rotterdam-Rijnmond, is deze taak bij kazernes die kunnen beschikken over vrije instroom geplaatst THU uitrustingen Op drie kazernes zijn de technische hulpverleningsuitrustingen geplaatst. Elk van deze haakarmbakken heeft een specifieke uitrusting voor het optreden bij grootschalige incidenten. Het werken met de bakken vraagt, in vergelijking met de opleiding Manschap A, geen specifieke opleiding of oefening. Eindrapportage scenario 2 en 3 project mpsp 46

Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Regionale Brandweer Haaglanden

Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Regionale Brandweer Haaglanden Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Regionale Brandweer Haaglanden Kwaliteitseisen voor de uitruk en opkomst van brandweereenheden in de Veiligheidsregio Haaglanden Bureau Operationele Voorbereiding

Nadere informatie

Regie op vernieuwde repressie

Regie op vernieuwde repressie Regie op vernieuwde repressie Op weg naar 2015 en verder. Opgesteld door: Versiebeheer Paul Weyling 1.0. 22-12-2012 Lucas de Lange Lucien Groenewegen Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Toekomstperspectief

Nadere informatie

RAPPORTAGE DEKKINGSPLAN VERSIE 0.4

RAPPORTAGE DEKKINGSPLAN VERSIE 0.4 RAPPORTAGE DEKKINGSPLAN VERSIE 0.4 [vul hier een korte uitleg in zoals: In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie heeft Brandweer Gelderland- Midden een visie op basisbrandweerzorg

Nadere informatie

Redvoertuigen & Hulpverleningsvoertuigen

Redvoertuigen & Hulpverleningsvoertuigen Bijlage 7 Redvoertuigen & Hulpverleningsvoertuigen Inhoudsopgave Inhoud Inhoudsopgave... 2 Redvoertuigen:... 3 Taken voor een redvoertuig:... 3 Gebieden waar een redvoertuig vereist is voor een snelle

Nadere informatie

Dekkingsplan 2012 BRANDWEER BRABANT-NOORD. Presentatie: algemene toelichting

Dekkingsplan 2012 BRANDWEER BRABANT-NOORD. Presentatie: algemene toelichting Dekkingsplan 2012 BRANDWEER BRABANT-NOORD Presentatie: algemene toelichting Inhoud presentatie: Dekkingsplan Regionale Brandweer Brabant Noord Inspectierapport Ter Plaatse Hoe nu verder? Dekkingsplan:

Nadere informatie

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn.

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn. Belangrijkste informatie Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn. Het bestuur van de VRK zet kanttekeningen

Nadere informatie

samenwerkingsovereenkomst

samenwerkingsovereenkomst samenwerkingsovereenkomst Interregionale samenwerking op het gebied van basisbrandweerzorg VRGZ - VRZHZ DE ONDERGETEKENDEN: 1. De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid, gevestigd te Nijmegen, hierbij rechtsgeldig

Nadere informatie

DE BRANDWEER IN FRYSLÂN

DE BRANDWEER IN FRYSLÂN DE BRANDWEER IN FRYSLÂN Raadsinformatieavond Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Kollumerland c.a. 1 mei 2017 Sinds 2014 onderdeel van Veiligheidsregio Fryslân Samen met: 1.200 vrijwilligers en 182

Nadere informatie

Veiligheidszorg op Maat. op Maat. Documenthistorie en verspreiding. Goedkeuring: Versie Documentinformatie

Veiligheidszorg op Maat. op Maat. Documenthistorie en verspreiding. Goedkeuring: Versie Documentinformatie Versie 1.0 06-10-2011 Veiligheidszorg op Maat Plateau 1: Proces Veiligheidszorg op Maat De aanleiding en de beschrijving van het proces om te komen tot een nieuw Dekkingsplan (Dekkingplan 2.0) voor de

Nadere informatie

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer Portefeuillehouder van der Zwan Datum collegebesluit 1 maart 2016 Opsteller H. Tanja Registratie GF16.20022 Agendapunt 14 Voorstel

Nadere informatie

Operationele grenzen basisbrandweerzorg

Operationele grenzen basisbrandweerzorg Operationele grenzen basisbrandweerzorg 0.05 Ter voorbereiding op de komst van de Landelijke meldkamerorganisatie Taskforce Meldkamer- Repressie Versie: 0.3 Vastgesteld TF 17 januari 2014 Colofon Het Veiligheidsberaad

Nadere informatie

Uitgangspunten. Dekkingsplan 2.0. Projectgroep Dekkingsplan januari 2017 Status: definitief

Uitgangspunten. Dekkingsplan 2.0. Projectgroep Dekkingsplan januari 2017 Status: definitief Uitgangspunten Dekkingsplan 2.0 Projectgroep Dekkingsplan 2.0 26 januari 2017 Status: definitief Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 1.1 Vooraf 1 1.2 Doel uitgangspuntendocument 2 1.3 Bouwmethodiek 2 2 Uitgangspunten

Nadere informatie

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film VRBZO Wat doet VRBZO? Zie film Inhoud van de begroting wordt bepaald door Algemeen Bestuur (burgemeesters) Gemeenteraden geven hun zienswijze hierover Gemeentelijke bijdrage 2020: 42,6 mln Verdeling van

Nadere informatie

Bijlage 5: Uitgangspunten nieuwe brandweerpost, soorten materieel & kapitaallasten

Bijlage 5: Uitgangspunten nieuwe brandweerpost, soorten materieel & kapitaallasten Bijlage 5: Uitgangspunten nieuwe brandweerpost, soorten materieel & Versie: 31-1-2018 Uitgangspunten nieuwe brandweerposten Tot voorheen werden de brandweerposten onder verantwoordelijkheid van gemeenten

Nadere informatie

Bijlage 4: Uitwerking brandweerposten implementatie Maatwerk in Brandweerzorg

Bijlage 4: Uitwerking brandweerposten implementatie Maatwerk in Brandweerzorg Bijlage 4: Uitwerking brandweerposten implementatie Maatwerk in Brandweerzorg 31-1-2018 In deze bijlage wordt voor de brandweerposten Goes-West, Zierikzee/Kerkwerve, Heinkenszand / s -Heer-Arendskerke

Nadere informatie

VISIE BASISBRANDWEERZORG DEFINITIEF CONCEPT 18 SEPT. In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie

VISIE BASISBRANDWEERZORG DEFINITIEF CONCEPT 18 SEPT. In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie VISIE BASISBRANDWEERZORG DEFINITIEF CONCEPT 18 SEPT. In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie heeft Brandweer Gelderland-Midden een visie op basisbrandweerzorg ontwikkeld.

Nadere informatie

GBO/SO. Een toekomstbeeld landelijke specialistische taken. Anton Slofstra Voorzitter stuurgroep GBO/SO

GBO/SO. Een toekomstbeeld landelijke specialistische taken. Anton Slofstra Voorzitter stuurgroep GBO/SO GBO/SO Een toekomstbeeld landelijke specialistische taken Anton Slofstra Voorzitter stuurgroep GBO/SO Gefeliciteerd! STH-teams per 9 december 2016 officieel van start! Historie Brandweer < 1985 kleinschalige

Nadere informatie

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 24 mei 2011 Corr. nr.:

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 24 mei 2011 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 24 mei 2011 Corr. nr.: 2011.06430 Onderwerp : Voorstel om met instemming kennis te nemen van het brandrisicoprofiel en dekkings- en

Nadere informatie

BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005

BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005 RIS129203_04-JUL-2005 Gemeente Den Haag Ons kenmerk BRW/2005.34 RIS 129203 BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005 Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op: artikel 1, tweede lid, artikel

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Huidige organisatie IBGS Groningen

1. Inleiding. 2. Huidige organisatie IBGS Groningen Start implementatie bij de veiligheidsregio Groningen 2016 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Huidige organisatie IBGS Groningen... 3 2.1. Regionaal Implementatieplan Duiken en OGS - 2008... 3 2.2. Heroriëntatie

Nadere informatie

b Anders, namelijk: op verzoek van bestuurlijke werkgroep toekomstvisie gemeente Eindhoven Raadsinformatiebrief Betreft Toekomstvisie Brandweerzorg 3

b Anders, namelijk: op verzoek van bestuurlijke werkgroep toekomstvisie gemeente Eindhoven Raadsinformatiebrief Betreft Toekomstvisie Brandweerzorg 3 gemeente Eindhoven Inboeknummer 14bst00846 Dossiernummer 14.21.104 20 mei 2014 Raadsinformatiebrief Betreft Toekomstvisie Brandweerzorg 3 Inleiding Sinds het najaar van 2013 werkt in opdracht van het Algemeen

Nadere informatie

Bewonersbijeenkomst. Sluiting Blusgroep Dreischor. 17 maart 2014

Bewonersbijeenkomst. Sluiting Blusgroep Dreischor. 17 maart 2014 Bewonersbijeenkomst Sluiting Blusgroep Dreischor 17 maart 2014 Welkom! Kennismaking Blusgroep Dreischor Project Maatwerk Brandweer Sluiting blusgroep Dreischor Brandweerzorg in de toekomst Wat zijn de

Nadere informatie

Gemeenteraad Noordwijkerhout 28 mei 2015

Gemeenteraad Noordwijkerhout 28 mei 2015 Commissie Bestuurlijke aangelegenheden en middelen Gemeenteraad Noordwijkerhout 28 mei 2015 Henk Meijer Regionaal commandant Inleiding Doel van onze aanwezigheid in uw raad. Het is en blijft ook uw brandweer.

Nadere informatie

Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. Toetsingskader

Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. Toetsingskader Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio Toetsingskader 1 Inleiding 3 2 Toetsingskader 4 2.1 Opkomsttijden 4 2.2 Samenstelling van basisbrandweereenheden 7 2.3 Beschikbaarheid van

Nadere informatie

Bestuurlijke werkgroep Toekomstvisie Brandweerzorg

Bestuurlijke werkgroep Toekomstvisie Brandweerzorg Bestuurlijke werkgroep Toekomstvisie Brandweerzorg Factsheet Tweede tankautospuit 140701 1. Het begrip tweede tankautospuit (TS) Bij het onderwerp tweede TS treedt gemakkelijk verwarring op. Het begrip

Nadere informatie

Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort

Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort Jan Hazeleger Kenny Essers Plv Hfd Repressie Chef Preparatie Utrecht Amersfoort 30/06/2008 1 Waar gaan we het over hebben Aanleiding

Nadere informatie

KADER PARAATHEID. Colofon. Datum: 13 maart 2019 Versienummer: 1.1 Status: Vastgesteld in het BMT van 13 maart 2019 Aantal bijlagen: 2

KADER PARAATHEID. Colofon. Datum: 13 maart 2019 Versienummer: 1.1 Status: Vastgesteld in het BMT van 13 maart 2019 Aantal bijlagen: 2 KADER PARAATHEID Colofon Sector: Brandweer Auteur(s): Pamela Meijs Datum: 13 maart 2019 Versienummer: 1.1 Status: Vastgesteld in het BMT van 13 maart 2019 Aantal bijlagen: 2 Paraatheid is een speerpunt

Nadere informatie

Presentaties -Brandweerzorgplan -Organisatieontwikkeling -Financiële bijdrage. Burgemeester Manager brandweer Financieel adviseur VRGZ

Presentaties -Brandweerzorgplan -Organisatieontwikkeling -Financiële bijdrage. Burgemeester Manager brandweer Financieel adviseur VRGZ Presentaties -Brandweerzorgplan -Organisatieontwikkeling -Financiële bijdrage Burgemeester Manager brandweer Financieel adviseur VRGZ Agenda Brandweerzorgplan Manager brandweer Organisatieontwikkeling

Nadere informatie

Brandweerzorg in samenhang

Brandweerzorg in samenhang Brandweerzorg in samenhang Presentatie voor het Algemeen Bestuur op 20 mei 2016 Dekkingsplan Brandrisicoprofiel Wettelijk kader Art. 14 Wet Vr: het bestuur van een veiligheidsregio stelt minimaal eens

Nadere informatie

Inrichting piket Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen

Inrichting piket Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen Bestuursvoorstel Onderwerp Status Gevraagd besluit Intrekken van eerdere besluitvorming Piketten incidentbestrijding gevaarlijke stoffen (Adviseur gevaarlijke stoffen, Meetplanleider en Waarschuwings-

Nadere informatie

VISIE UITRUK OP MAAT DEFINITIEF CONCEPT

VISIE UITRUK OP MAAT DEFINITIEF CONCEPT VISIE UITRUK OP MAAT DEFINITIEF CONCEPT In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie heeft Brandweer Gelderland-Midden een visie Uitruk op maat ontwikkeld. Landelijk wordt de term

Nadere informatie

Dekkingsplan Brandweer Haaglanden

Dekkingsplan Brandweer Haaglanden 2018-2022 Vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Haaglanden d.d. 30 januari 2019. Pagina 1 van 26 COLOFON: Opdrachtgever: Opdrachtnemer: Brandweer Haaglanden: Ir.

Nadere informatie

Bijlage 11. Voertuigspecificaties

Bijlage 11. Voertuigspecificaties Bijlage 11 Voertuigspecificaties Inhoud Inleiding... 3 Benaming voertuigen... 3 Zeeuwse TS... 4 Slagkracht bij brand... 5 Inzetdiepte... 5 Tankinhoud... 5 Waterwinning... 6 Slagkracht bij HV... 6 Slagkracht

Nadere informatie

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan.

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. Veiligheidszorg geeft invulling aan de HOE-vraag en is

Nadere informatie

Brandweerzorgdekking stedelijk gebied Groningen

Brandweerzorgdekking stedelijk gebied Groningen Brandweerzorgdekking stedelijk gebied Groningen projectnummer 0417210.00 definitief revisie 1.0 1 november 2017 Brandweerzorgdekking stedelijk gebied Groningen definitief revisie 1.0 1 november 2017 Adviesgroep

Nadere informatie

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden ü Aanleiding MOED ü Algemene informatie brandweer in de veiligheidsregio ü Inhoud MOED ü Samenvatting uitspraken algemeen bestuur 1. Aanleiding MOED De wereld

Nadere informatie

Concept-raadsvoorstel. Stein Gemeenteblad Afdeling A, no. Agendapunt Bijlagen 1. samenwerking repressieve brandweerzorg. Inleiding

Concept-raadsvoorstel. Stein Gemeenteblad Afdeling A, no. Agendapunt Bijlagen 1. samenwerking repressieve brandweerzorg. Inleiding Stein Gemeenteblad Afdeling A, no. Agendapunt Bijlagen 1 Concept-raadsvoorstel Aan Betreft De Raad samenwerking repressieve brandweerzorg Inleiding Om te kunnen bepalen welke kwaliteit de brandweer dient

Nadere informatie

EVALUATIERAPPORT PILOT TS-4 NAALDWIJK ( )

EVALUATIERAPPORT PILOT TS-4 NAALDWIJK ( ) BRANDWEER HAAGLANDEN EVALUATIERAPPORT PILOT TS-4 NAALDWIJK (15-6430) Definitieve Versie Vernieuwde Repressie 1 Toelichting Deze evaluatie maakt onderdeel uit van het Project Pilots Vernieuwde Repressie.

Nadere informatie

Bijlage Beleidsplan brandweer DEKKINGSPLAN BRANDWEER ZUID-LIMBURG

Bijlage Beleidsplan brandweer DEKKINGSPLAN BRANDWEER ZUID-LIMBURG Bijlage Beleidsplan brandweer 2012 2018 DEKKINGSPLAN BRANDWEER ZUID-LIMBURG Zuid-Limburg 1 DEKKINGSPLAN BRANDWEER ZUID-LIMBURG INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 1.1 DOELSTELLING 1.2 STRATEGISCHE REIS 1.3 ONTWIKKELING

Nadere informatie

Brandweer Bedum. Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken. Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum

Brandweer Bedum. Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken. Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum Brandweer Bedum Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum Koos Poelma Commandant Brandweer 10 mei 2012 Programma Prestaties brandweerzorg Bedum 2011 Risico

Nadere informatie

REGIONAAL MATERIEELSPREIDINGSPLAN ROTTERDAM-RIJNMOND 2.0

REGIONAAL MATERIEELSPREIDINGSPLAN ROTTERDAM-RIJNMOND 2.0 REGIONAAL MATERIEELSPREIDINGSPLAN ROTTERDAM-RIJNMOND 2.0 17 SEPTEMBER 2012 Definitief Samenwerken aan veiligheid Materieel Spreidingsplan 2.0 Versie: totaal document met Rampenbestrijding concept 11 Besluit

Nadere informatie

Vragen D66 Het lijkt D66 belangrijk dat er keuzemogelijkheden zijn. Dat lijkt nu niet het geval.

Vragen D66 Het lijkt D66 belangrijk dat er keuzemogelijkheden zijn. Dat lijkt nu niet het geval. TECHNISCHE VRAGEN Onderwerp : Brandweer Hollands Midden, raad 16 juni 2014 Vraagsteller: verschillende fracties Datum : 6 juni 2014 COMMISSIEADVIES Behandeld in commissievergadering: BM 2 juni 2014 Raadsvergadering

Nadere informatie

Inrichting repressieve brandweerzorg. Regiobeeld 15 - Haaglanden

Inrichting repressieve brandweerzorg. Regiobeeld 15 - Haaglanden Inrichting repressieve brandweerzorg 1 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 3 1.1 Opkomsttijden 4 1.2 Samenstelling basisbrandweereenheden 6 1.3 Beschikbaarheid personeel 8 2 Inleiding 9 2.1 Inrichting

Nadere informatie

Dekkingsplan De inrichting van de repressieve brandweerzorg van Brandweer Amsterdam-Amstelland.

Dekkingsplan De inrichting van de repressieve brandweerzorg van Brandweer Amsterdam-Amstelland. De inrichting van de repressieve brandweerzorg van Brandweer Amsterdam-Amstelland. Concept versie 14 november 2017 Brandweer Amsterdam-Amstelland Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1 Leeswijzer... 2 1.2

Nadere informatie

MATERIEEL- EN PERSONEELSSPREIDINGSPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-ZUIDOOST

MATERIEEL- EN PERSONEELSSPREIDINGSPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-ZUIDOOST MATERIEEL- EN PERSONEELSSPREIDINGSPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-ZUIDOOST Uitwerking Bestuurlijk vastgestelde Toekomstvisie binnen de sector Incidentbestrijding Concept 1.1, 24 maart 2016 1 Bestuurlijke

Nadere informatie

Bestuursvoorstel. Maatwerk in Brandweerzorg

Bestuursvoorstel. Maatwerk in Brandweerzorg Bestuursvoorstel Onderwerp Status Maatwerk in Brandweerzorg Besluitvormend Gevraagd besluit 1. In te stemmen met de rapportage Maatwerk in Brandweerzorg 3.0; 2. De rapportage Maatwerk in Brandweerzorg

Nadere informatie

SAMEN PARAAT SAMEN WERKEN AAN TOEKOMSTBESTENDIGE BRANDWEERZORG DEKKINGSPLAN 2.0 VAN HISTORISCH GEGROEIDE NAAR BEREDENEERDE ORGANISATIE

SAMEN PARAAT SAMEN WERKEN AAN TOEKOMSTBESTENDIGE BRANDWEERZORG DEKKINGSPLAN 2.0 VAN HISTORISCH GEGROEIDE NAAR BEREDENEERDE ORGANISATIE DEKKINGSPLAN 2.0 SAMEN WERKEN AAN TOEKOMSTBESTENDIGE BRANDWEERZORG SAMEN PARAAT VAN HISTORISCH GEGROEIDE NAAR BEREDENEERDE ORGANISATIE Voor meer informatie: e dekkingsplan2.0@vrfryslan.nl i www.brandweerfryslan.nl

Nadere informatie

CONCEPT VISIE SPECIALISTISCHE TAKEN WERKDOCUMENT 0.5. In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie

CONCEPT VISIE SPECIALISTISCHE TAKEN WERKDOCUMENT 0.5. In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie CONCEPT VISIE SPECIALISTISCHE TAKEN WERKDOCUMENT 0.5 In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie heeft Brandweer Gelderland-Midden een visie op specialistische taken ontwikkeld.

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel GEMEENTE SCHERPENZEEL Raadsvoorstel Datum voorstel : 29 april 2015 Raadsvergadering :? Agendapunt :? Bijlage(n) : 1 Kenmerk :? Portefeuille : Burgemeester B. Visser Behandeld door Naam : L.W.H. Rebel E-mail

Nadere informatie

uitrukprocedure 6 + 6 versie 1.0 Nieuwe uitruk procedure per 9 januari 2012

uitrukprocedure 6 + 6 versie 1.0 Nieuwe uitruk procedure per 9 januari 2012 Nieuwe uitruk procedure per 9 januari 2012 Per 9 januari starten we een pilot om uit te rukken met 6 personen verdeeld over 2 (meerdere) voertuigen. De onderstaande inzet voorstellen zijn nader uitgewerkt

Nadere informatie

In het vormgeven van deze hoofdpunten uit de visie heeft de brandweer flinke stappen gezet:

In het vormgeven van deze hoofdpunten uit de visie heeft de brandweer flinke stappen gezet: Agendapunt 4 Van Dagelijks Bestuur Aan Algemeen Bestuur Kopie aan Datum 08-03-2016 Onderwerp Voortgangsrapportage brandweer Telefoon E-mailadres Memo Voortgangsrapportage Brandweer Inleiding De brandweer

Nadere informatie

Algemeen bestuur. Onderwerp: Bestuurlijke richting Brandrisicoprofiel en Dekkingsplan. Behandelwijze Portefeuillehouder Auteur

Algemeen bestuur. Onderwerp: Bestuurlijke richting Brandrisicoprofiel en Dekkingsplan. Behandelwijze Portefeuillehouder Auteur Algemeen bestuur Onderwerp: Bestuurlijke richting Brandrisicoprofiel en Dekkingsplan Behandelwijze Portefeuillehouder Auteur Bijlagen Ter meningsvorming Burgemeester De Zwart-Bloch Frank van der Meer,

Nadere informatie

Ontwerp Dekkingsplan en Specialismenspreidingsplan - maart 2011 Brandweer Midden- en West-Brabant Pagina 61 van 77

Ontwerp Dekkingsplan en Specialismenspreidingsplan - maart 2011 Brandweer Midden- en West-Brabant Pagina 61 van 77 Brandweer Midden- en West-Brabant Pagina 61 van 77 Brandweer Midden- en West-Brabant Pagina 62 van 77 Brandweer Midden- en West-Brabant Pagina 63 van 77 Brandweer Midden- en West-Brabant Pagina 64 van

Nadere informatie

REGIONAAL DEKKINGSPLAN BRANDWEER ROTTERDAM-RIJNMOND 2.0

REGIONAAL DEKKINGSPLAN BRANDWEER ROTTERDAM-RIJNMOND 2.0 REGIONAAL DEKKINGSPLAN BRANDWEER ROTTERDAM-RIJNMOND 2.0 17 SEPTEMBER 2012 Samenwerken aan veiligheid Besluit Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio

Nadere informatie

EVALUATIERAPPORT PILOT 2X4 DELFT ( )

EVALUATIERAPPORT PILOT 2X4 DELFT ( ) BRANDWEER HAAGLANDEN EVALUATIERAPPORT PILOT 2X4 DELFT (15-4230) Definitieve Versie Vernieuwde Repressie 1 Toelichting Deze evaluatie maakt onderdeel uit het Project Pilots Vernieuwde Repressie. Dit project

Nadere informatie

S O M. Specialistisch Optreden op Maat. Projectbijeenkomst 9 februari. Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding

S O M. Specialistisch Optreden op Maat. Projectbijeenkomst 9 februari. Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding S O M Specialistisch Optreden op Maat Projectbijeenkomst 9 februari Welkom! Agenda 10.00 11.00 uur Ritchie Trompert geeft een SOM-update Mark Bokdam over besluitvorming en deelproject Leiding & coördinatie

Nadere informatie

Kwartiermaker Meldkamer Brandweer en Multi Opschaling Standaardisatieagenda (pakket 2)

Kwartiermaker Meldkamer Brandweer en Multi Opschaling Standaardisatieagenda (pakket 2) Aan: RBC Status: Ter besluitvorming Portefeuillehouder/initiatiefnemer Slofstra Ondersteund door: Postma (Meerenburgh) Agendapunt: Datum Vergadering: 15 april 2016 Onderwerp: Kwartiermaker Meldkamer Brandweer

Nadere informatie

Samenwerken aan Brandveiligheid

Samenwerken aan Brandveiligheid Gemeente Leiderdorp Gemeente Leiderdorp Wie zijn wij als Brandweer Hollands Midden? Wat mag u van ons verwachten en hoe zijn we aan elkaar verbonden? Samenwerken aan Brandveiligheid Missie Brandweer Hollands

Nadere informatie

Je kan dit doen als Over de randvoorwaarden voor vernieuwing van incidentbestrijding

Je kan dit doen als Over de randvoorwaarden voor vernieuwing van incidentbestrijding MPSP Scenario 4 deel 2 Je kan dit doen als Over de randvoorwaarden voor vernieuwing van incidentbestrijding Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 1 Inhoud 1- Over dit rapport... 4 1.1 Inleiding... 4 1.2

Nadere informatie

Inrichting repressieve brandweerzorg: landelijk beeld en regiobeeld Telefoon adres

Inrichting repressieve brandweerzorg: landelijk beeld en regiobeeld Telefoon  adres Agendapunt 15 Aan Algemeen bestuur Kopie aan Datum 25-05-2018 Onderwerp Inrichting repressieve brandweerzorg: landelijk beeld en regiobeeld Telefoon E-mailadres Memo Inleiding De Inspectie Justitie en

Nadere informatie

Brandweerzorg in samenhang

Brandweerzorg in samenhang Brandweerzorg in samenhang Wettelijk kader Art. 14 Wet Vr: het bestuur van een veiligheidsregio stelt minimaal eens per 4 jaar een beleidsplan vast, waarin ten minste de operationele prestaties van de

Nadere informatie

Veiligheidszorg op Maat. Samen naar een nieuw dekkingsplan

Veiligheidszorg op Maat. Samen naar een nieuw dekkingsplan Veiligheidszorg op Maat Samen naar een nieuw dekkingsplan Veiligheidszorg op Maat In deze brochure staan de bestuurlijke uitgangspunten voor het nog op te stellen dekkingsplan veiligheidszorg, waarover

Nadere informatie

EVALUATIERAPPORT PILOT SIV-4 RIJSWIJK ( )

EVALUATIERAPPORT PILOT SIV-4 RIJSWIJK ( ) BRANDWEER HAAGLANDEN EVALUATIERAPPORT PILOT SIV-4 RIJSWIJK (15-9063) Definitieve Versie Vernieuwde Repressie 1 Toelichting Deze evaluatie maakt onderdeel uit van het Project Pilots Vernieuwde Repressie.

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Bloemendaal -

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Bloemendaal - Geactualiseerd repressief dekkingsplan 2017-2018 - Gemeente Bloemendaal - Overzicht van de gemeentelijke dekking, de mate en de locatie van overschrijdingen. Sector : Preparatie & Nazorg Team : Operationele

Nadere informatie

Toekomst Bluswaterbeleid. Gerda J. Bouma, NVBR Projectgroep Bluswater

Toekomst Bluswaterbeleid. Gerda J. Bouma, NVBR Projectgroep Bluswater Toekomst Bluswaterbeleid Gerda J. Bouma, NVBR Projectgroep Bluswater Toekomst Bluswaterbeleid Toegelicht volgens de nieuwe handreiking Bluswatervoorziening en Bereikbaarheid Nieuwe Handreiking: Bluswatervoorziening

Nadere informatie

Reactienota zienswijzen Concept Dekkingsplan 2.0, Samen Paraat

Reactienota zienswijzen Concept Dekkingsplan 2.0, Samen Paraat Reactienota zienswijzen Concept Dekkingsplan 2.0, Samen Paraat Reactie op ingediende zienswijzen van gemeenteraden en aanliggende veiligheidsregio s op het concept Dekkingsplan 2.0, Samen Paraat. 9 oktober

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Nr. 30 14 januari 2016 Aanstellings- en bevorderingsbesluit repressief beroepspersoneel

Nadere informatie

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Heemstede -

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Heemstede - Geactualiseerd repressief dekkingsplan 2017-2018 - Gemeente Heemstede - Overzicht van de gemeentelijke dekking, de mate en de locatie van overschrijdingen. Sector : Preparatie & Nazorg Team : Operationele

Nadere informatie

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Zandvoort -

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Zandvoort - Geactualiseerd repressief dekkingsplan 2017-2018 - Gemeente Zandvoort - Overzicht van de gemeentelijke dekking, de mate en de locatie van overschrijdingen. Sector : Preparatie & Nazorg Team : Operationele

Nadere informatie

Begroting 2015. V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe

Begroting 2015. V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe Begroting 215 V Ą Vėiligheidsregio ^ Drenthe VOORWOORD Dit is d e t w e e d e b e g r o t i n g v a n V e i l i g h e i d s r e g i o D r e n t h e ( V R D ). Hierin is h e t v o l i e d i g e b u d g

Nadere informatie

EVALUATIERAPPORT PILOT SIV-2 MIDDEN- DELFLAND ( )

EVALUATIERAPPORT PILOT SIV-2 MIDDEN- DELFLAND ( ) BRANDWEER HAAGLANDEN EVALUATIERAPPORT PILOT SIV-2 MIDDEN- DELFLAND (15-9062) Definitieve Versie Vernieuwde Repressie Toelichting Deze evaluatie maakt onderdeel uit van het Project Pilots Vernieuwde Repressie.

Nadere informatie

De nieuwe Brandweer Hollands Midden

De nieuwe Brandweer Hollands Midden De nieuwe Brandweer Hollands Midden Bijeenkomst gemeentebesturen (Leiden, 8 oktober 2010) Henk Meijer Regionaal Commandant Korte terugblik Discussie over regionalisering brandweer ruim 5 jaar geleden gestart

Nadere informatie

Brandweercompagnie Veiligheidsregio IJsselland. Versie 1.1

Brandweercompagnie Veiligheidsregio IJsselland. Versie 1.1 Brandweercompagnie Veiligheidsregio IJsselland Versie 1.1 Inhoud Opbouw Compagnie Brandweercompagnie in de praktijk - Inzet binnen de regio IJsselland - Inzet buiten de regio IJsselland Samenvatting Afkortingen

Nadere informatie

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening 700 Inzet met accent op brandbestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Brandbestrijding Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal

Nadere informatie

Geachte leden van de vaste Kamercommissie Veiligheid & Justitie,

Geachte leden van de vaste Kamercommissie Veiligheid & Justitie, Tweede Kamer der Staten-Generaal Ter attentie van de Vaste Kamercommissie Veiligheid en Justitie Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum : 3 december 2014 Onderwerp : Landelijk kader uitruk op maat Geachte

Nadere informatie

Inrichting repressieve brandweerzorg. Regiobeeld 22 - Brabant-Zuidoost

Inrichting repressieve brandweerzorg. Regiobeeld 22 - Brabant-Zuidoost Inrichting repressieve brandweerzorg 1 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 3 1.1 Opkomsttijden 4 1.2 Samenstelling basisbrandweereenheden 6 1.3 Beschikbaarheid personeel 8 2 Inleiding 10 2.1 Inrichting

Nadere informatie

Van. H. Beenakker Aan. Algemeen Bestuur Kopie aan Datum Onderwerp Brandweerbrief 2016 Telefoon adres. Memo. Geachte burgemeesters,

Van. H. Beenakker Aan. Algemeen Bestuur Kopie aan Datum Onderwerp Brandweerbrief 2016 Telefoon  adres. Memo. Geachte burgemeesters, Van H. Beenakker Aan Algemeen Bestuur Kopie aan Datum 03-04-2017 Onderwerp Brandweerbrief 2016 Telefoon E-mailadres Memo Geachte burgemeesters, Met deze eerste regionale brandweerbrief wil de brandweer

Nadere informatie

samenwerkjngsovereenkomst geneeskundige hulpverlening bij ongevalsen en rampen zuidholland-west.

samenwerkjngsovereenkomst geneeskundige hulpverlening bij ongevalsen en rampen zuidholland-west. ^ ^/c?o7lt &y f\z2+xt/'gi samenwerkjngsovereenkomst geneeskundige hulpverlening bij ongevalsen en rampen zuidholland-west. Tussen de gemeente Den Haacj, de Gemeenschappeiijke Gezondheidsdienst Westholland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding 2000 2004 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige

Nadere informatie

Raadsinformatieavond. Utrecht. VRU-ontwikkelingen

Raadsinformatieavond. Utrecht. VRU-ontwikkelingen Raadsinformatieavond Utrecht VRU-ontwikkelingen Peter Bos Hulp op straat Partijen bijeen brengen Slagkracht RB en CB Advies en toezicht fysieke veiligheid Wat ligt voor ter consultatie? 1. Visie op de

Nadere informatie

Brandweer Gooi en Vechtstreek Project Brandveiligheid op maat. Repressieve dekking 2.0

Brandweer Gooi en Vechtstreek Project Brandveiligheid op maat. Repressieve dekking 2.0 Brandweer Gooi en Vechtstreek Project Brandveiligheid op maat Repressieve dekking 2.0 Juni 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Modulair variabele voertuigbezetting... 11 3 Berekende dekking... 15 4

Nadere informatie

Repressief brandweerorganisatieplan

Repressief brandweerorganisatieplan Repressief brandweerorganisatieplan Versie 2.0 11-06-2015 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Huidige situatie...4 2.1 Medewerkers en Materieel...4 2.2 De beroepsdiensten...4 2.3 Vrijwilligers...5 2.4

Nadere informatie

Vergelijkende studie minimale middelen brandweer Buurlanden van België

Vergelijkende studie minimale middelen brandweer Buurlanden van België Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Analyse Organisatie... 2 2.1. Algemene gegevens buurlanden... 2 2.1.1. Basisbrandweerzorg Duitsland (Zie Overzichtstabellen p. 6)... 2 2.1.2. Basisbrandweerzorg Nederland (Zie

Nadere informatie

Voertuigbenaming voor nationaal nummerplan brandweer

Voertuigbenaming voor nationaal nummerplan brandweer Voertuigbenaming voor nationaal nummerplan brandweer 1 3 4 benaming Type materieel Nat. nummerplan A B -... Adembeschermingsvoertuig A B A -... Adembeschermingsaanhanger A B H -... Adembeschermingshaakarmbak

Nadere informatie

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter VAKBEKWAAM WORDEN, VAKBEKWAAM BLIJVEN Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van de brandweer worden voortaan opgeleid,

Nadere informatie

Gemeente in Bergen op Zoom

Gemeente in Bergen op Zoom Gemeente in Bergen op Zoom RMD06-0117 Datum Van Aan Kopie aan Onderwerp 14 december 2006 Het college van B&W De raads- en duoburgerleden Toekomst Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal Nr.: 06-115 Mededeling

Nadere informatie

Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg Het organiseren van eenduidige basisbrandweerzorg passend op het risicoprofiel van het verzorgingsgebied

Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg Het organiseren van eenduidige basisbrandweerzorg passend op het risicoprofiel van het verzorgingsgebied Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg Het organiseren van eenduidige basisbrandweerzorg passend op het risicoprofiel van het verzorgingsgebied Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant

Nadere informatie

Aan de gemeentebesturen van Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest. Geacht gemeentebestuur,

Aan de gemeentebesturen van Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest. Geacht gemeentebestuur, Aan de gemeentebesturen van Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Datum 7 april 2014 Telefoon 088-2465118 Bijlage Ons kenmerk UIT-2014-038927 Fax Uw kenmerk E-mail arjan.stam@brandweer.vrhm.nl Uw brief van

Nadere informatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Veiligheidregio Haaglanden Brandweer Haaglanden Bijlage 5.3 C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Nadere informatie

Ferwert, 28 mei 2013.

Ferwert, 28 mei 2013. AAN: de raad van de gemeente Ferwerderadiel Sector : I Nr. : 15/36.13 Onderwerp : Brandrisicoprofiel Veiligheidsregio Fryslân Ferwert, 28 mei 2013. 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening 700 Inzet met accent op brandbestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Brandbestrijding Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal

Nadere informatie

Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg

Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg Het organiseren van eenduidige basisbrandweerzorg passend op het risicoprofiel van het verzorgingsgebied Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant

Nadere informatie

VRBZO 2014; Efficiënt, robuust en nabij

VRBZO 2014; Efficiënt, robuust en nabij Bijlagenboek organisatieplan Datum 17 juni 2013 Status Voorgenomen besluit AB Versie Algemeen Bestuur VRBZO 2014; Efficiënt, robuust en nabij BIJLAGENBOEK 2 Inhoudsopgave Bijlage 1: Leidraad Repressieve

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

MOED. Een toekomstbestendige brandweer VNOG

MOED. Een toekomstbestendige brandweer VNOG MOED Een toekomstbestendige brandweer VNOG AB 3 juli 2014 1 Inhoudsopgave Opdracht en uitgangspunten Waarom MOED? Daarom! Hoe dan MOED? Visie in beeld Voorstellen zonder organisatiewijziging Voorstellen

Nadere informatie

Advies wijziging infrastructuur Olst Effecten in beeld gebracht

Advies wijziging infrastructuur Olst Effecten in beeld gebracht Advies wijziging infrastructuur Olst Effecten in beeld gebracht Documentgegevens Nr. Datum Verspreid aan 0.1 19-4-2017 Arne Poirot (clustercommandant) 0.2 3-5-2017 Rudy Bongertman (ploegleider Olst) 0.3

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 289 27 598 Gemeentelijke herindeling van Den Haag en omgeving GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 29 mei 2001 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Datum: 18 november 2015 Versie: 0.6 Status: concept. Plan van Aanpak Project Dekkingsplan 2.0

Datum: 18 november 2015 Versie: 0.6 Status: concept. Plan van Aanpak Project Dekkingsplan 2.0 Datum: 18 november 2015 Versie: 0.6 Status: concept Plan van Aanpak Project Dekkingsplan 2.0 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en achtergrond... 3 2. Opdrachten... 6 2.1. Opdracht 1: afhechten dekkingsplan 1.0...

Nadere informatie

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 10 juli

Nadere informatie