TAVI procedure Radboud universitair medisch centrum

Transcriptie

1 TAVI procedure

2

3 In overleg met uw cardioloog is besloten dat u een percutane aortaklepvervanging of TAVI-procedure zult ondergaan. TAVI staat voor Transkatheter Aortic Valve Implantation. Hierbij wordt via een slagader onder het sleutelbeen of via een liesslagader een biologische aortaklepprothese ingebracht. Deze folder geeft informatie over deze ingreep. Heeft u na het lezen nog vragen, stel ze dan gerust aan de cardioloog of verpleegkundige. Waarom een klepvervanging? In het hart zitten vier kleppen die ervoor zorgen dat het bloed bij elke hartslag maar één kant op kan. Eén van deze kleppen is de aortaklep. Via deze klep stroomt het bloed vanuit het hart naar alle delen van het lichaam. Bij u is de aortaklep vernauwd, waardoor de linker hartkamer veel werk moet verzetten om het bloed in de grote lichaamsslagader (aorta) te pompen. U zult hierdoor klachten ervaren als vermoeidheid, kortademigheid of pijn op de borst. Daarom moet de aortaklep vervangen worden. Hoe ontstaat een vernauwde aortaklep? De belangrijkste oorzaak van het vernauwd raken van de aortaklep is veroudering. Hierbij treedt verkalking van de klep op en de klepbladen worden minder soepel. Dit proces wordt sclerose genoemd. Andere oorzaken van een vernauwde aortaklep zijn een doorgemaakte infectie (acuut reuma of endocarditis) of een aangeboren klepafwijking. De ingreep Voor deze ingreep wordt u onder anesthesie (narcose) gebracht. De interventiecardioloog brengt via de lies een katheter in om contrastopnames te kunnen maken. De hartchirurg legt de slagader onder het sleutelbeen (of de andere liesslagader) vrij. Via deze slagader wordt een katheter in de aorta geplaatst (A). Door 1

4 deze katheter wordt dan een ballon naar het hart getransporteerd. De ballon legt men in de zieke aortaklep. Vervolgens blaast men de ballon op waardoor de zieke klep tegen de wand van de aorta drukt. Dan brengt men via dezelfde katheter een uitvouwbaar buisje in waarin de biologische hartklep zit verpakt (B). Dit buisje wordt geplaatst op de plek van de weggedrukte klep. De nieuwe klep komt uit het buisje en zet zichzelf vast op de plek van de weggedrukte klep (C). De biologische hartklep heeft nu de oude klep vervangen. Inclusief voorbereidingen duurt de behandeling ongeveer 2 à 3 uur. Na de ingreep gaat u ter observatie naar de afdeling Intensive Care. Risico s Zoals bij elke operatie heeft ook de TAVI procedure risico s. Er zijn een aantal mogelijke complicaties die op zouden kunnen treden: Een hart- of herseninfarct en bloedingen. De gezondheidstoestand van uw bloedvaten bepaalt mede de kans op een hart- of herseninfarct. Een infarct kan ontstaan door het losschieten van stukjes kalk waardoor een bloedvat verstopt raakt. Geleidings- en hartritmestoornissen. Tijdens de ingreep kunnen zenuwen die zorgen voor de elektrische geleiding in het hart beschadigd raken. U krijgt daarom tijdens de ingreep een tijdelijke pacemaker die in de meeste gevallen twee dagen na de ingreep verwijderd kan worden. In ongeveer 15-20% van de gevallen herstelt de geleiding zich niet en zult u een definitieve pacemaker nodig hebben. Een bloeduitstorting (hematoom) of nabloeding bij de slagader onder het sleutelbeen of in de lies. Er kan een infectie ontstaan. 2

5 Voorbereiding Voorafgaand aan de ingreep brengt u een bezoek aan de pre-operatieve polikliniek. Tijdens dit bezoek wordt u onderzocht door een cardioloog of hartchirurg en een anesthesioloog. Daarnaast krijgt u uitleg over het verloop en de risico s van de ingreep. U krijgt een aantal routineonderzoeken: bloedafname, urine-afname, ECG (hartfilmpje) en een röntgenfoto van hart en longen. Soms is nog aanvullend onderzoek in de vorm van een hartkatheterisatie of CT-scan noodzakelijk. Als dit het geval is legt de cardioloog of hartchirurg u uit waarom dit nodig is. Vaak is voor een dergelijk onderzoek een extra dagopname noodzakelijk. Tijdens uw bezoek aan de pre-operatieve polikliniek krijgt u een indicatie over de termijn waarop u geopereerd gaat worden. U wordt een dag voor de ingreep opgenomen op de verpleegafdeling Cardiologie. Enkele dagen tevoren krijgt u telefonisch bericht wanneer en waar u wordt opgenomen. Het is mogelijk dat u voor de ingreep met bepaalde medicijnen zult moeten stoppen. Bij de oproep voor de ingreep hoort u welke medicijnen dit zijn en wanneer u er mee moet stoppen. Het is belangrijk dat u bij de opname alle medicatie die u gebruikt meebrengt. Denk verder aan een pyjama en toiletspullen. Omdat u tijdens uw opname op meerdere afdelingen kort verblijft raden wij u aan om geen grote hoeveelheden kleding en waardevolle bezittingen mee te nemen. Opname Op de afgesproken dag meldt u zich op de verpleegafdeling Cardiologie. U maakt kennis met de verpleegkundige en u krijgt informatie over de ingreep. Er worden een aantal controles bij u uitgevoerd, waaronder vitale gegevens (bloeddruk, pols etc.), lengte en gewicht. Daarnaast wordt er een hartfilmpje gemaakt en zal er nog bloed afgenomen worden. De hartchirurg of cardioloog komt bij u langs voor de laatste controle en uitleg. Ook hebben u en uw familie een gesprek met de familiebegeleid(st)er. Deze heeft u mogelijk al ontmoet op de pre-operatieve polikliniek. De familiebegeleid(st)er geeft uitleg over het verloop van uw opname en beantwoordt uw vragen. Wanneer u wilt kunt u samen met hem/haar een bezoek brengen aan de afdeling Intensive Care. 3

6 Dag van de ingreep Op de dag van de ingreep bent u nuchter vanaf 0.00 uur s nachts. Uiteraard kunt u s ochtends nog wel een slokje water drinken bij het innemen van uw medicatie. U krijgt daarna de mogelijkheid om uzelf te douchen en/of verzorgen en krijgt ondersteuning waar nodig. Hierna krijgt u ter voorbereiding op de ingreep pijnstillers en rustgevende medicatie. U krijgt eventueel extra zuurstof via een neusbril. Voor de ingreep doet u sieraden, kunstnagels en nagellak af, de gebitsprothese en gehoorapparaten uit en krijgt u een operatiejasje aan. Hierna wordt u naar de hartkatheterisatiekamer gebracht. Na de ingreep Na de ingreep gaat u naar de Intensive Care waar u intensief wordt bewaakt en verzorgd. U zult hier aangesloten zijn op veel apparatuur die nodig zijn voor de voortdurende bewaking van hartslag, bloeddruk en ademhaling. Op de IC zijn altijd gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen aanwezig en start de begeleiding van de fysiotherapeut. Afhankelijk van het verloop van uw herstel wordt u overgeplaatst naar de Hartbewaking of Medium Care. Ook hier vindt continue en intensieve bewaking plaats van uw hartslag, bloeddruk en ademhaling. U zult hier één tot enkele dagen verblijven waarna u weer terug kunt naar de verpleegafdeling. Hier wordt u bewaakt en verzorgd tot u voldoende hersteld bent om te worden overgeplaatst naar uw eigen ziekenhuis of naar huis te kunnen. Voorbehoud De informatie in deze folder is algemeen van aard. Dat wil zeggen dat de behandeling is beschreven zoals deze meestal verloopt. Het kan zijn dat uw situatie er om vraagt hiervan af te wijken. Ook risico s zijn in algemene zin aangegeven. Uw cardioloog zal dit vooraf met u bespreken. 4

7

8 Meer informatie Voor meer informatie over uw aandoening en lotgenotencontact kunt u onder andere terecht bij: De Nederlandse Hartstichting. info@hartstichting.nl Tel: Stichting Hoofd Hart en Vaten (SHHV) info@shhv.nl Tel: Adres Verpleegafdeling Cardiologie Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid GA Nijmegen Volg route 747, zone C4C Contact cardiologie Radboud universitair medisch centrum