Intermediair Imago Onderzoek Rabobank weer favoriet Optimisme over arbeidsmarkt Veel hoogopgeleiden op zoek

Transcriptie

1 Intermediair Imago Onderzoek weer favoriet Optimisme over arbeidsmarkt Veel hoogopgeleiden op zoek

2 VROUWEN AUTOCHTONEN ALLOCHTONEN HBO-ers PROFESSIONALS ManNEN

3 Intermediair Imago Onderzoek 2011 Het dieptepunt van de kredietcrisis is achter de rug, maar de consequenties worden nu voelbaar. De overheid bezuinigt fors, de banken zijn terughoudend met kredietverlening, de consument houdt de hand op de knip. Toch herstelt de arbeidsmarkt zich langzaam maar zeker. De werkloosheid is het afgelopen jaar gestaag gedaald, het aantal banen neemt iets toe, net als de openstaande vacatures in de particuliere sector. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor het vertrouwen van jonge hoogopgeleiden? Hoe kijken zij aan tegen de arbeidsmarkt? Hoe zien zij hun professionele toekomst? En wat zijn hun favoriete werkgevers? Het toonaangevende Intermediair Imago Onderzoek 2011 (IIO), uitgevoerd door onderzoeksbureau Synovate in opdracht van VNU Media, geeft antwoord op deze en andere vragen. Zo meet het IIO het arbeidsmarktimago van organisaties en geeft het een representatief beeld van de ambities, wensen en verwachtingen van hoogopgeleiden tot en met 10 jaar werkervaring ten aanzien van de arbeidsmarkt. Allereerst wordt het arbeidsmarktgedrag van de totale doelgroep van jonge hoogopgeleiden beschreven. Daarna worden de volgende subdoelgroepen met elkaar vergeleken: Mannen en vrouwen WO-ers en HBO-ers Autochtone en allochtonen Starters (t/m 1 jaar werkervaring), tweede stappers (2 t/m 5 jaar) en professionals (6 t/m 10 jaar) Totale doelgroep Wie zijn jong en hoogopgeleid? De hoogopgeleide deelnemer aan dit onderzoek is gemiddeld 29 jaar oud. Bijna de helft (49%) van hen is vrouw, 36% volgt of heeft een universitaire studie gevolgd. De hoogopgeleiden volg(d)en vooral economische (34%) en technische studierichtingen (27%). De afgestudeerden sloten hun studie af met gemiddeld een 7,3. 80% van de respondenten heeft werk, 9% zit in het laatste jaar van de studie en 11% is werkzoekend. 18% van de hoogopgeleiden is starter (laatstejaars student tot en met 1 jaar werkervaring). Een tiende deel van de respondenten is allochtoon (één of beide ouders buiten Nederland geboren). 28% van de werkzame hoogopgeleiden geeft leiding. De hoogopgeleiden werken gemiddeld 36 contracturen per week, in werkelijkheid werken ze gemiddeld 40 uur per week. Ze zijn vooral werkzaam in de functiegroepen administratie/boekhouden/financieel/fiscaal (12%), marketing/communicatie/ PR (11%) en automatisering/ict (10%)

4 weer favoriet Organisatie ranking 2011 ranking 2010 ranking 2009 ranking 2008 RANKING ING KLM Heineken Google Achmea Koninklijke Ahold ABN AMRO ASML TNO Apple Politie KPN Maxeda Waterschap / Hoogheemraadschap DSM Rijkswaterstaat Koninklijke FrieslandCampina AKZO Nobel Randstad Nederland Nike Microsoft Ikea KPMG Universteit Utrecht Capgemini GGZ Deloitte Bol.com Koninklijke BAM Groep 33 Gemeente Amsterdam Prorail 35 Ministerie van Buitenlandse Zaken Accenture Ministerie van Veiligheid en Justitie Rechtspraak PON Holdings 40 Nederlandse Spoorwegen (NS) Sanoma Arcadis Schiphol Siemens Rijksuniversiteit Groningen (RUG) 46 Coca-Cola UWV 48 Nuon Gemeente Rotterdam

5 Voor het derde jaar op rij is de populairste werkgever onder hoogopgeleiden. De bankencrisis heeft het imago van niet geschaad. Integendeel, de coöperatieve bank lijkt er sterker uit te zijn gekomen. De concurrentie heeft zich nog niet geheel hersteld van de klap. In 2007 stond ING nog op plek 4 en ABN AMRO op 7. Ten opzichte van vorig jaar vertoont de top-10 weinig mutaties, de top-7 is zelfs onveranderd gebleven. Opmerkelijk is de opmars van hightech bedrijven als Google, maar vooral van Apple en ASML. TNO en de Politie zakken langzaam weg in de ranking. Interessante functies en primaire arbeidsvoorwaarden versterken imago Welke aspecten liggen ten grondslag aan de ranglijst van populairste werkgevers? De twee belangrijkste imagobepalende aspecten zijn al jaren interessante functies en goede primaire arbeidsvoorwaarden. De ranking van imagoaspecten is: Interessante functies (96%) Goede primaire arbeidsvoorwaarden (94%) Aansprekende bedrijfscultuur (91%) Goede doorgroeimogelijkheden (86%) Goede secundaire arbeidsvoorwaarden (83%) Aansprekende producten/diensten (82%) Goede loopbaanbegeleiding (74%) Terugkeer van het optimisme Na het dieptepunt van 2009 en 2010 keert het arbeidsmarktoptimisme voorzichtig terug: 19% van de hoogopgeleiden oordeelt (zeer) gunstig over de arbeidsmarkt, tegen 11% in 2010 en 12% in Daarmee wordt het niveau van het ongebreidelde optimisme van 2007 en 2008 nog lang niet gehaald toen meer dan 70% van de respondenten de arbeidsmarkt als (zeer) gunstig betitelde. Maar er gloort duidelijk hoop, ondanks dat nog 33% van mening is dat de arbeidsmarkt (zeer) ongunstig is (in 2010 en 2009 was dat nog 46% resp. 41%). De verwachtingen voor komend jaar zijn hoog gespannen: maar liefst 66% verwacht dat de arbeidsmarkt zich (veel) gunstiger dan nu zal ontwikkelen. Dat is het hoogste percentage sinds Ook zijn er de laatste 5 jaar niet zo weinig pessimisten geweest: slechts 4% denkt dat de arbeidsmarkt komend jaar verslechtert (in % en in %). dus hogere arbeidsmobiliteit De vraag is: leidt het stijgende optimisme ook tot een hogere arbeidsmobiliteit? Het antwoord is: ja. Sinds 2005 is de arbeidsmobiliteit niet zo hoog geweest. Maar liefst 18% van de hoogopgeleiden denkt binnen nu en een half jaar van werkgever te veranderen, en 32% binnen nu en een jaar! Dat is 5% meer dan vorig jaar en zelfs 9% meer dan in Marketing/communicatie en directie/management gewild De meest gewilde functiegroepen onder hoogopgeleiden zijn: marketing/communicatie/pr (21%), algemeen directie/algemeen management (19%), adviesverlening/consultancy (16%) en onderwijs/ opleidingen/wetenschap (16%). Salaris maakt pas op de plaats Verder valt op dat het huidige salaris van de hoogopgeleide sinds 2008 nauwelijks gestegen is. Anders gezegd: de groep die een hoog salaris (boven de euro bruto per jaar) verdient, is sinds 2008 onveranderd 27% groot. De groep die een middeninkomen verdient (tussen de 30 en 45 duizend per jaar) is zelfs iets geslonken: van 40% in 2009 tot 38% in Analoog aan het stijgende arbeidsmarktoptimisme zegt 63% van de ondervraagden een salaris boven de 45 duizend euro passend te vinden bij een volgende functie, vorig jaar was dat nog 60%. Afwisselend werk en een goede balans trekken werknemers Welke factoren doen een hoogopgeleide warm lopen voor een eventuele toekomstige werkgever? De top-5 van pullfactoren zijn: Afwisselend werk (40%) Goede balans tussen werk en vrije tijd (39%) Goede doorgroeimogelijkheden (38%) Goede primaire arbeidsvoorwaarden (30%) Aansprekende bedrijfscultuur (29%) Afwisselend werk is al jaren de belangrijkste pullfactor voor hoogopgeleiden. Eenmaal aan de onderhandelingstafel zijn voor hoogopgeleiden de volgende arbeidsvoorwaarden belangrijk: de mogelijkheid tot thuiswerken (49%), 13de maand (44%), tegemoetkoming in training/ cursussen (36%), extra vakantiedagen (33%), reiskostenvergoeding (30%) en de mogelijkheid tot parttime werken (30%). Afnemende buitenlandambities Verder kijkend: wat willen hoogopgeleiden over vijf jaar bereikt hebben? De top-5 van hun ambities is: Gelukkig blijven (72%) Leuke, uitdagende baan (72%) Intellectueel gegroeid zijn (46%) Een gezin hebben (34%) Leiding geven (26%) De belangrijkste ambities van hoogopgeleiden veranderen de laatste jaren nauwelijks. Daaronder zijn er wel kleine tendensen waar te nemen. In overeenstemming met de afnemende populariteit van een internationale carrière als arbeidsvoorwaarde neemt ook de ambitie om in het buitenland te werken af. Ook spirituele diepgang en meer vrije tijd worden minder genoemd, misschien omdat hoogopgeleiden menen dat in economisch moeilijkere tijden eerst en vooral gewerkt moet worden. Gewenste pensioen met 62 De hoogopgeleiden denken dat ze tot hun 67ste moeten doorwerken, maar het liefst zouden ze op hun 62ste stoppen met werken. Parallel aan de discussie over de betaalbaarheid van de pensioenen en de dreigende vergrijzing zijn beide leeftijden sinds 2005 gestaag gestegen. In 2005 dacht nog 21% van de respondenten voor de 61 te kunnen stoppen, anno 2011 is dat nog maar 6%. Opvallend is dat het gat tussen de verwachte pensioenleeftijd en de gewenste pensioenleeftijd steeds ongeveer 5 jaar blijft

6 6 Een uur minder werken De hoogopgeleide werkt, net als in 2010, gemiddeld 36 contractuur per week. Dat is een uur minder dan in 2008 en Hetzelfde geldt voor het aantal werkelijk gemaakte uren: dat was in 2008 en uur, in 2010 en uur. Dat is vier uur meer dan de gemiddelde hoogopgeleide het liefst zou willen werken, namelijk 36 uur per week. Kortom: het aantal gewenste uren komt overeen met het aantal contracturen. Mannen en vrouwen Favoriete werkgever Mannen ING Vrouwen Maxeda Allereerst valt op dat in de leeftijdsgroep van 20 tot 25 jaar maar liefst 66% van de hoogopgeleiden vrouw is! De vraag is: staan hoogopgeleide vrouwen anders in de arbeidsmarkt dan hoogopgeleide mannen? Mannen (49%) werken in ieder geval vaker dan vrouwen (42%) bij een groot bedrijf (meer dan 500 werknemers). En nog steeds geven veel meer mannen dan vrouwen leiding: 35% om 20%. Sommige dingen veranderen blijkbaar slechts langzaam. Typische mannen- en vrouwenberoepen Ook valt op dat er in 2011 nog steeds typische mannen- en vrouwenberoepen bestaan. Hoogopgeleide mannen hebben vaker een functie in automatisering/ict (16% vs. 3%), sales/accountmanagement (11% vs. 6%) en techniek/industrie (10% vs. 2%) en algemeen directie/ algemeen management (4% vs. 1%). Hoogopgeleide vrouwen hebben vaker een functie in marketing/communicatie/pr (17% vs. 7%), onderwijs/opleidingen/wetenschap (10% vs. 3%), personeelsbeleid/ HRM (9% vs. 3%), medische dienstverlening en zorg (6% vs. 1%) en algemeen beleid/beleidsmedewerker (6% vs. 4%). en nog steeds een salariskloof Twee keer zoveel mannen (36%) als vrouwen (18%) verdienen een hoog inkomen (boven de 45 duizend euro). Daarbij dient opgemerkt te worden dat mannen gemiddeld vier uur per week meer werken. Toch maakt de vier uur de kloof tussen mannen- en vrouweninkomens bij lange na niet goed. Bij een volgende functie vindt 74% van de mannen en 50% van de vrouwen een hoog inkomen passend. Het liefst zouden mannen hun salaris gemiddeld in 38 uur bij elkaar werken en vrouwen in 34 uur. Vrouwen somberder Vrouwen beoordelen de huidige arbeidsmarkt veel negatiever dan mannen: slechts 11% ziet die als (zeer) gunstig, tegenover 27% van de mannen. Ook de toekomstige arbeidsmarkt wordt iets minder zonnig ingezien: 60% van de vrouwen verwacht over een jaar een (veel) gunstigere arbeidsmarkt tegenover 72% van de mannen! Vrouwen zoeken balans tussen werk en leven Vrouwen vinden andere aspecten aan een werkgever aantrekkelijk dan mannen. Vrouwen vallen meer voor afwisselend werk (43% vs. 37%), een goede balans tussen werk en vrije tijd (41% vs. 36%), dichtbij huis (31% vs. 24%), inspirerende collega s (29% vs. 22%), goede bereikbaarheid (26% vs. 20%), actief p&o beleid (12% vs. 9%) en maatschappelijke betrokkenheid (11% vs. 6%). Mannen vinden goede doorgroeimogelijkheden belangrijk (42% vs. 34%), goede primaire arbeidsvoorwaarden (33% vs. 28%), stimulerend management (20% vs. 15%), aansprekende producten (20% vs. 13%), fi nancieel gezond (16% vs. 12%) en een goed imago op de arbeidsmarkt (6% vs. 3%). Kortom: vrouwen zoeken werkgevers die hen een goede worklife balance kunnen bieden. Mannen prefereren manager bij een groot bedrijf Maar wat voor baan zoeken ze dan precies? Bij welk type werkgever? Vrouwen (30%) blijken vaker dan mannen (20%) een voorkeur te hebben voor een klein bedrijf met minder dan 50 werknemers, mannen (27%) daarentegen prefereren vaker een groot bedrijf met meer dan 500 werknemers (vrouwen 18%). De top-5 van favoriete functiegroepen wijkt sterk van elkaar af: Mannen: algemeen directie/algemeen management (27%), adviesverlening/consultancy (18%), automatisering/ict (18%), marketing/communicatie/pr (16%) en algemeen beleid/beleidsmedewerker (13%) Vrouwen: marketing/communicatie/pr (25%), onderwijs/opleidingen/ wetenschap (21%), algemeen beleid/beleidsmedewerker (15%), personeelsbeleid/hrm (15%) en adviesverlening/consultancy (14%). Mannen rijden graag leaseauto s, vrouwen werken graag parttime Zowel mannen (48%) als vrouwen (50%) vinden de mogelijkheid om thuis te werken de belangrijkste arbeidsvoorwaarde, gevolgd door de 13de maand (mannen 42%, vrouwen 47%). Verder hechten mannen (36%) erg aan een auto van de zaak of leaseauto (vrouwen 17%) en bij vrouwen staat een tegemoetkoming in trainingen/cursussen op de derde plaats (vrouwen 42%, mannen 30%). Dubbel zo veel vrouwen (40%) als mannen (20%) vinden de mogelijkheid tot parttime werken belangrijk. Opvallend is dat mannen veel vaker voorstander zijn van harde (materiële) arbeidsvoorwaarden als gegarandeerde (11% vs. 7%), prestatiegerichte (22% vs. 10%) en signing bonus (2% vs. 1%) en aandelen/opties (11% vs. 1%). Vrouwen zien meer in tegemoetkoming in trainingen/cursussen, tegemoetkoming ziektekosten (16% vs. 12%), tegemoetkoming kinderopvang (26% vs. 16%) en reiskostenvergoeding (37% vs. 24%)

7 Beiden sexen willen gelukkig blijven en een leuke, uitdagende baan hebben Over vijf jaar willen mannen en vrouwen: Mannen Gelukkig blijven Een leuke, uitdagende baan hebben Intellectueel te zijn gegroeid Leidinggevende functie hebben Een gezin hebben Vrouwen Een leuke, uitdagende baan hebben Gelukkig blijven Intellectueel te zijn gegroeid Een gezin hebben Eigen huis hebben 69% 67% 48% 34% 30% 78% 76% 44% 38% 26% HBO-ers werken vooral in de functiegroepen administratie/ boekhouding/financieel/fiscaal (13%), marketing/communicatie/pr (12%), automatisering/ict (12%) en sales/accountmanagement (11%); WO-ers met name in adviesverlening/ consultancy (10%), onderwijs/opleiding/onderzoek (10%), marketing/communicatie/pr (10%) en administratie/boekhouding (10%). WO-ers maken meer uren en verdienen meer WO-ers verdienen fl ink meer dan HBO-ers: 36% heeft een bruto jaarinkomen van boven de 45 duizend euro tegen 22% van de HBO-ers, ondanks dat deze laatste groep gemiddeld meer werkervaring heeft (56% HBO-ers 6 t/m 10 jaar, 48% WO-ers). WO-ers en HBO-ers staan beide gemiddeld 36 uur onder contract, maar WO-ers werken in werkelijkheid anderhalf uur per week meer (gemiddeld bijna 41 uur). Meer dan de helft van de WO-ers (53%) werkt bij een bedrijf met meer dan 500 werknemers tegen 42% van de HBO-ers. Blijkbaar niet naar volle tevredenheid want slechts 30% van de WO-ers en 19% van de HBO-ers ambieert ook een volgende baan bij een grote werkgever. Goede balans tussen werk en vrije tijd op nummer 1 bij WO-ers, HBO-ers willen afwisselend werk Werkgevers interesseren WO-ers met andere aspecten voor een eventuele baan dan HBO-ers. Pull-factoren WO-ers Goede balans tussen werk en vrije tijd Goede doorgroeimogelijkheden 43% 41% Hoewel beide sexen gelukkig blijven en een uitdagende baan hebben het meest noemen, zijn deze ambities toch aanzienlijk populairder onder hoogopgeleide vrouwen dan onder hoogopgeleide mannen. Net als een gezin hebben, een eigen huis (26% vs. 21%) hebben, getrouwd zijn (16% vs. 13%), spirituele diepgang gevonden hebben (7% vs. 4%) en een maatschappelijke bijdrage leveren (22% vs. 15%). Mannen zijn ambitieuzer op het vlak van intellectueel groeien, een leidinggevende functie hebben (34% vs. 18%), een salarisstijging van minimaal 50% bewerkstelligen (15% vs. 7%), een succesvolle eigen zaak hebben (11% vs. 7%), een afgeronde MBA hebben (6% vs. 2%) en een auto van minimaal euro (3% vs. 1%). Afwisselend werk Biedt interessante functies Aansprekende bedrijfscultuur HBO-ers Afwisselend werk Goede balans tussen werk en vrije tijd 38% 31% 29% 41% 37% WO-ers en HBO-ers Favoriete werkgever WO ING HBO ING Goede doorgroeimogelijkheden Goede primaire arbeidsvoorwaarden Dichtbij huis WO-ers hechten meer aan een goede balans tussen werk en vrije tijd, aan goede doorgroeimogelijkheden, aan interessante functies (31% vs. 24%), aan inspirerende collega s (29% vs. 24%), maatschappelijke relevantie (15% vs. 6%) en de mogelijkheid tot een internationale carrière (11% vs. 8%) dan HBO-ers. HBO-ers hechten meer aan een baan dichtbij huis (30% vs. 25%), stimulerend management (20% vs. 16%), 36% 32% 30%

8 8 fi nancieel gezonde organisatie (17% vs. 10%), grote mate van baanzekerheid (16% vs. 12%) en coaching en begeleiding (16% vs. 13%). HBO-ers prefereren 36 uur in marketing/communicatie HBO-ers willen liever werken in marketing/communicatie/pr (22% vs. 17%), personeelsbeleid/hrm (12% vs. 7%), automatisering/ict (12% vs. 9%), administratie/boekhouding/fi nancieel/fi scaal (11% vs. 8%), sales/accountmanagement (11% vs. 6%), inkoop (6% vs. 2%), kwaliteit/arbo/milieu (5% vs. 3%), facilitaire dienstverlening (3% vs. 1%) en horeca/detailhandel (2% vs. 1%). De voorkeuren van WO-ers liggen fl ink anders: algemeen directie/algemeen management (23% vs. 18%), advies/consultancy (22% vs. 13%), onderwijs/opleidingen/ onderzoek (21% vs. 12%), R&D (20% vs. 7%), algemeen beleid/beleidsmedewerker (19% vs. 11%), algemeen bestuur (10% vs. 6%) en juridische functies (6% vs. 3%). Voor hun volgende functie vindt 70% van de WO-ers en 60% van de HBO-ers een salaris boven de 45 duizend euro passend. WO-ers willen een baan voor 37 uur per week, HBO-ers werken liever 36 uur. WO-ers willen gemiddeld twee jaar langer doorwerken dan HBO-ers, namelijk tot hun 63ste. HBO-ers wensen materiële arbeidsvoorwaarden De top-5 van gewenste arbeidsvoorwaarden bij een eventuele volgende functie is voor de HBO-er en de WO-er dezelfde (zie totale doelgroep op pag. 5, tweede kolom). Verder kijkend leggen WO-ers en HBO-ers wel degelijk andere accenten. HBO-ers hechten relatief meer aan een 13de maand (46% vs. 42%), auto van de zaak/lease-auto (29% vs. 23%) en een tegemoetkoming in de ziektekosten (15% vs. 10%). WO-ers hechten meer aan een prestatiebonus (18% vs. 15%), (geheel of gedeeltelijk) doorbetaald ouderschapsverlof (20% vs. 14%) en de mogelijkheid van een sabbatical (18% vs. 11%). WO-ers hebben inhoudelijke ambities De top-5 van wat HBO-ers en WO-ers over vijf jaar bereikt willen hebben komt min of meer overeen. Daarnaast ambiëren HBO-ers meer vrije tijd (22% om 18%), een succesvolle eigen zaak (11% om 8%) en een afgeronde WO opleiding (8% vs. 2%). WO-ers noemen vaker een leuke uitdagende baan (75% vs. 69%), intellectueel groeien (55% vs. 42%), leiding geven (30% vs. 25%), een creatieve, noemenswaardige prestatie geleverd hebben (23% vs. 19%), een maatschappelijke bijdrage geleverd hebben (23% vs. 15%), een baan in het buitenland (10% vs. 6%) en gepromoveerd zijn (6% vs. 4%). Autochtonen-allochtonen Favoriete werkgever Autochtoon Allochtoon ING 5 ING Allochtonen vervullen min of meer dezelfde functies als autochtonen. De groep allochtonen met een laag inkomen (minder dan 30 duizend euro per jaar) is veel groter dan de groep autochtonen (41% vs. 25%), terwijl ze hetzelfde aantal contracturen per week werken. Slechts 19% vindt een laag salaris passend bij de huidige functie, tegen 12% van de autochtonen. 46% van de autochtonen en 40% van de allochtonen werkt bij een werkgever met meer dan 500 werknemers. Allochtonen minder optimistisch over huidige arbeidsmarkt Allochtonen zijn fors minder optimistisch over de huidige arbeidsmarkt dan autochtonen: 41% beoordeelt die als (zeer) ongunstig, tegen 33% van de autochtone hoogopgeleiden. De toekomst zien ze zonnig in: 57% denkt dat de arbeidsmarkt zich het komend jaar (veel) gunstiger zal ontwikkelen dan de huidige situatie. Autochtonen zien dat nog veel optimistischer: 68% voorspelt een (veel) gunstigere ontwikkeling. Grote aantrekkingskracht allochtonen door goede doorgroeimogelijkheden Een werkgever is interessant voor allochtonen als hij de volgende aspecten in de aanbieding heeft: goede doorgroeimogelijkheden (43%), een goede balans tussen werk en vrije tijd (36%), afwisselend werk (35%), goede opleidingsmogelijkheden (34%) en goede primaire arbeidsvoorwaarden (32%). De top-5 pullfactoren van autochtonen ziet er anders uit: afwisselend werk (41%), goede balans tussen werk en vrije tijd (39%), goede doorgroeimogelijkheden (37%), goede primaire arbeidsvoorwaarden (30%) en een aansprekende bedrijfscultuur (30%). Vooral dit laatste aspect heeft voor allochtonen veel minder aantrekkingskracht (24%). Evenveel werken, minder verdienen Allochtonen verdienen niet alleen minder dan autochtonen, ze hebben ook bescheidenere salarisverwachtingen: 55% vindt een salaris van meer dan 45 duizend bruto passend bij een volgende functie, tegen 64% van de autochtonen. Autochtonen en allochtonen draaien ongeveer evenveel contracturen per week (36) en bijna evenveel werkelijk gemaakte uren (autochtonen 40, allochtonen 39). Autochtonen willen tot hun 62ste blijven werken, allochtonen twee jaar korter

9 Allochtonen wensen materiëlere arbeidsvoorwaarden De top-5 verschilt niet zoveel, maar wanneer we verder kijken wordt duidelijk dat de wensen van hoogopgeleide allochtonen wat materiëler van aard zijn. Allochtonen hechten meer waarde aan betaald overwerk (19% vs. 14%), signing bonus (3% vs. 1%) en een tegemoetkoming in woonlasten (8% vs. 4%). en hebben materiëlere ambities De materiëlere inslag van allochtonen is ook terug te vinden in hun ambities. Net als autochtonen willen ze over vijf jaar vooral gelukkig blijven, een leuke uitdagende baan hebben en intellectueel gegroeid zijn, maar gelukkig blijven noemen allochtonen beduidend minder vaak (62% vs. 73%). Meer genoemd door allochtonen zijn in het buitenland gewerkt hebben (14% vs. 7%), een salarisstijging van minstens 50% (16% vs. 11%), een afgeronde MBA (6% vs. 3%) en een succesvolle eigen zaak (15% vs. 8%). Autochtonen streven vaker naar gelukkig blijven, een gezin hebben (34% vs. 28%) en meer vrije tijd (20% vs. 14%). Bijna helft starters negatief over arbeidsmarkt Het IIO 2011 bevestigt het: starters komen moeilijk aan het werk. 45% van hen beoordeelt de huidige arbeidsmarkt dan ook als (zeer) ongunstig, tegen 35% van de tweede stappers en 28% van de professionals. De ontwikkeling voor komend jaar zien starters als (zeer) gunstig (57%), maar toch lang niet zo positief als tweede stappers (68%) en professionals (69%). Welzijnsfuncties populair onder starters De voorkeuren voor een eventuele volgende baan liggen bij de drie subdoelgroepen verschillend. De functiegroep marketing/communicatie/pr is zowel onder starters (25%) als tweede stappers (23%) het populairst, professionals zien het meest in algemeen directie/algemeen management (24%). Opvallend is de verhoudingsgewijs grote voorkeur onder starters voor onderwijs/opleidingen/onderzoek (21%), sociaal-cultureel/ welzijn (16%) en medische dienstverlening en zorg (9%). Goede balans tussen werk en vrije tijd belangrijker voor professionals Starters, tweede stappers en professionals Favoriete werkgever Starters laatstejaarsstudenten t/m 1 jaar werkervaring Tweede stappers 2 t/m 5 jaar werkervaring Professionals 6 t/m 10 jaar werkervaring ING ING KLM 59% van de starters is vrouw, tegen slechts 44% van de professionals. Relatief veel starters zijn actief in de functiegroep administratief/boekhouding/financieel/fiscaal (17%). Starters werken minder Starters (27%) en tweede stappers (25%) werken vaker dan professionals (20%) bij een klein bedrijf (2 tot 50 werknemers). Professionals (49%) werken vaker dan starters (41%) en tweede stappers (42%) bij een groot bedrijf met meer dan 500 werknemers. Starters werken met gemiddeld 34 contracturen per week twee uur minder dan hun meer ervaren collega s. Gerekend naar werkelijk gemaakte uren maken ze gemiddeld drie uur minder per week (37 uur vs. 40 uur) Pullfactoren Starters Afwisselend werk Goede doorgroeimogelijkheden Opleidingsmogelijkheden Goede balans tussen werk en vrije tijd Aansprekende bedrijfscultuur Tweede stappers Afwisselend werk Goede doorgroeimogelijkheden Goede balans tussen werk en vrije tijd Opleidingsmogelijkheden Aansprekende bedrijfscultuur laatstejaarsstudenten t/m 1 jaar werkervaring 48% 39% 35% 32% 31% 2 t/m 5 jaar werkervaring 41% 41% 36% 33% 30% Professionals op volgende pagina

10 10 Professionals Goede balans tussen werk en vrije tijd Afwisselend werk Goede doorgroeimogelijkheden Goede primaire arbeidsvoorwaarden Dichtbij huis Niet verwonderlijk vinden starters andere aspecten belangrijk bij de keuze voor een toekomstige werkgever dan de twee andere subgroepen. Ze vinden bijvoorbeeld een goed imago op de arbeidsmarkt (7%) belangrijker dan tweede stappers (4%) en professionals (4%). Daarentegen vinden professionals zelfstandigheid (29%), fi nancieel gezond (16%), goede balans tussen werk en vrije tijd (43%) en dichtbij huis (31%) belangrijker dan de starters (21%, 12%, 32% en 25%) en de tweede stappers (22%, 12%, 36% en 25%). Voor de pullfactor afwisselend werk geldt: hoe minder werkervaring, hoe belangrijker. Aan de andere kant: hoe meer werkervaring, hoe belangrijker hoogopgeleiden goede secundaire arbeidsvoorwaarden (29% vs. 24% vs. 17%) en een stimulerend management (21% vs. 17% vs. 10%) vinden. Hoe meer ervaring, hoe liever grote werkgever Hoe meer werkervaring, des te vaker hebben hoger opgeleiden een voorkeur voor een grote werkgever: 26% van de professionals, 21% van de tweede stappers en 14% van de starters ambieert een volgende baan bij een werkgever met meer dan 500 werknemers. Ook geldt dat starters vaker een voorkeur voor een kleine werkgever met minder dan 50 werknemers hebben (34%) dan tweede stappers (24%) en professionals (22%). Tweede stappers en professionals willen thuiswerken De gewenste arbeidsvoorwaarden wijken enigszins van elkaar af: de mogelijkheid om thuis te werken is minder belangrijk voor starters (41%) dan voor tweede stappers (49%) en professionals (52%). Starters hechten sterk aan reiskostenvergoeding; de reiskostenvergoeding wordt minder belangrijk met het groeien van de werkervaring (starters 45%, tweede stappers 32% en professionals 23%). Dit geldt ook voor vergoeding studieschuld (starters 14%, tweede stappers 9% en professionals 6%) en betaald overwerk (starters 26%, tweede stappers 15% en professionals 9%). Daarentegen worden een tegemoetkoming in kosten kinderopvang (starters 13%, tweede stappers 20% en professionals 24%) en een tegemoetkoming in pensioenkosten (starters 12%, tweede stappers 20% en professionals 26%) belangrijker met het groeien van de werkervaring. 6 t/m 10 jaar werkervaring Onderzoeksopzet Het IIO 2011 is een online-vragenlijst die door Synovate in opdracht van VNU Media is uitgezet onder een aselecte steekproef. De netto respons bedroeg De genomen steekproef is representatief voor laatstejaars studenten en jonge hoogopgeleiden (HBO/WO) met maximaal tien jaar werkervaring in de Nederlandse samenleving. Het veldwerk van het IIO 2011 heeft plaatsgevonden in februari en maart Meer met het IIO: Imagopakket en Benchmark Naast het inzicht dat u krijgt in de wijze waarop de jonghoogopgeleide in hun werkzame leven staan is het ook mogelijk om onder deze doelgroep uw eigen imago te meten. Op deze manier kunt u uw arbeidsmarktinspanningen zo effectief en effi ciënt mogelijk afstemmen. Het Intermediair Imago Onderzoek geeft u beter inzicht in het imago van uw organisatie op de arbeidsmarkt ten opzichte van andere organisaties geeft inzicht in de samenstelling van de groep jonge hoogopgeleiden (leeftijd, salaris, geslacht, opleiding, functies, werkervaring enz.) en een duidelijk beeld van hun wensen, voorkeuren en ambities (gewenste functies en branches, belangrijke arbeidsvoorwaarden, gewenst salaris, ideale bedrijfsgrootte, enz.) geeft u waardevolle informatie voor uw wervingsinspanningen, zoals de criteria waarop jonge hoogopgeleiden een werkgever kiezen dan wel afwijzen Voor informatie over Intermediair Imago Onderzoek en deelname in 2012, kunt u contact opnemen met VNU Media. Intermediair VNU Media Recruitment Mt Lincolnweg 40, 1033 SN Amsterdam Postbus 37040, 1030 AA Amsterdam Tel customerservice@vnumedia.nl % 37% 35% 33% 31%

11 WO-erS STARTERS TWEEDE STAPPERS

12 Intermediair VNU Media Recruitment Mt Lincolnweg 40, 1033 SN Amsterdam Postbus 37040, 1030 AA Amsterdam Tel customerservice@vnumedia.nl