Rotterdam voor afgestudeerden. Binding van afgestudeerde bestuurskundigen met Rotterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rotterdam voor afgestudeerden. Binding van afgestudeerde bestuurskundigen met Rotterdam"

Transcriptie

1 Binding van afgestudeerde bestuurskundigen met Rotterdam

2

3

4

5 Binding van afgestudeerde bestuurskundigen met Rotterdam Drs. M.M. Heessels Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Tweede versie maart 2009 In opdracht van Rotterdam Student City Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam

6 Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: drs. M.M. Heessels Project: Prijs: 10 Adres: Goudsesingel 78, 3011 KD Rotterdam Postbus 21323, 3001 AH Rotterdam Telefoon: (010) Telefax: (010) Website: 2

7 INHOUD Samenvatting en conclusies 5 1 Inleiding Aanleiding Onderzoeksopzet en respons Leeswijzer 8 2 Voor en tijdens de studie Keuze voor Rotterdam als studiestad Wonen tijdens de studie Stages tijdens de studie 13 3 Na de studie Wonen na de studie Beschikbaarheid van banen voor afgestudeerde bestuurskundigen 17 4 Imago Rotterdam als stad voor afgestudeerden 20 Bijlagen BIJLAGE I: Vragenlijst 29 BIJLAGE II: De betekenis van percentages; significantie 35 BIJLAGE III: Achtergrondvariabelen respondenten 36 3

8

9 Samenvatting en conclusies Om de gemeentelijke ambities in de Economische Visie 2020 te realiseren is het aantrekken, binden en vasthouden van hoogopgeleide studenten aan Rotterdam belangrijk. Rotterdam is de derde studentenstad van Nederland, maar lijkt onvoldoende in staat om het kennispotentieel aan de stad te binden. Bij de partners van het project Student City is behoefte aan meer kennis over de doelgroep om het beleid beter te kunnen onderbouwen. Daarom heeft het OBR het COS gevraagd om een onderzoek te doen naar de binding van afgestudeerden Bestuurskunde van de Erasmus Universiteit met Rotterdam. De resultaten van het onderzoek worden in deze rapportage behandeld. Ook dient dit onderzoek als voorbereiding voor een bijeenkomst van de vereniging ABEUR (alumni van de Bestuurskunde Erasmus Universiteit). De leden van ABEUR zijn zowel via bijeenkomsten als per mail uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Via internet hebben 137 leden deelgenomen aan het onderzoek en tijdens de bijeenkomsten 10 leden. Ervan uitgaande dat de adressen van de leden in gebruik zijn resulteert dit in een respons van tenminste 22%. Wellicht geven de resultaten in deze rapportage een overschatting van de binding met Rotterdam weer, omdat niet geheel duidelijk is of leden die niet gereageerd hebben zich in mindere mate verbonden voelen. De resultaten die in deze rapportage gepresenteerd worden geven dan ook een schets van de binding van afgestudeerde bestuurskundigen met Rotterdam. Belangrijk is voorts dat de resultaten ingaan op de binding van bestuurskundige afgestudeerden en niets zegt over de binding van studenten van andere opleidingen of opleidingsinstituten. Hieronder worden de belangrijke conclusies uit dit onderzoek beschreven. Voor en tijdens de studie Bijna tweederde van de afgestudeerde bestuurskundigen woont voor de aanvang van de studie nog buiten de regio Rotterdam. Aan het einde van de studietijd woont ruim de helft in Rotterdam. Aanstaande studenten Bestuurskunde gaan vooral in Rotterdam studeren omwille van de (kwaliteit van de) opleiding; de stad zelf speelt minder vaak een rol bij de studiekeuze. Studenten Bestuurskunde gaan vooral op kamers of zelfstandig wonen in Rotterdam omwille van de behoefte aan zelfstandigheid, om het studentenleven echt te kunnen ervaren of om dichtbij de Universiteit te wonen. Ook hier geldt dat de stad minder vaak een belangrijke rol speelt bij deze keuze. Ook bij bestuurskundigen die tijdens hun studententijd niet in Rotterdam zijn gaan wonen, is het niet de stad zelf die daarbij een bepalende rol heeft. Vooral de binding met een andere stad houdt een verhuizing tegen. Afgestudeerde bestuurskundigen die tijdens hun studie in Rotterdam stage hebben gelopen wonen momenteel gemiddeld vaker in Rotterdam dan anderen. Na de studie Afgestudeerde bestuurskundigen die na de studie in Rotterdam blijven wonen doen dat vooral omdat ze binding voelen met de stad, er vrienden en kennissen hebben, de stad aantrekkelijk vinden om in te wonen of een baan hebben bij een Rotterdams bedrijf. Afgestudeerde bestuurskundigen die na de studie uit Rotterdam verhuizen doen dat met name voor een baan in een andere stad of om privéredenen. Ook verhuist een deel door 5

10 het slechte woningaanbod of omdat ze Rotterdam niet aantrekkelijk vinden om te wonen. Bijna een derde van de afgestudeerde bestuurskundigen had na de studie de voorkeur om in Rotterdam te (gaan) wonen en een kwart wilde juist niet in Rotterdam wonen (en 40% was niet op zoek naar een woning). Woningen in het Centrum en Kralingen- Crooswijk zijn daarbij het meest populair. Tweederde van de respondenten die na de studie op zoek waren naar een woning, gaf aan dat het soort woning dat men destijds zocht in Rotterdam te vinden was. De Rotterdamse woningmarkt lijkt daarmee redelijk aan te sluiten bij de wensen van afgestudeerde bestuurskundigen. Bijna één op de vijf bestuurskundigen had na afronding van de studie de voorkeur om in Rotterdam te gaan werken, 45% was op zoek in Rotterdam maar ook daarbuiten en een kwart was niet op zoek naar (ander) werk. Net als de Rotterdamse woningmarkt lijkt ook de arbeidsmarkt redelijk aan te sluiten bij de studie Bestuurskunde. 60% van de respondenten die na de studie op zoek waren naar een baan gaf aan dat het soort baan in Rotterdam te vinden was. Afgestudeerde bestuurskundigen die in Rotterdam stage liepen, hebben een sterkere voorkeur voor een baan in deze stad dan anderen en geven vaker aan dat het soort baan dat ze zochten na afronding van de studie er te vinden was. De respondenten die na de studie op zoek waren naar een woning en een baan, hebben vaker een uitgesproken mening over woonplaats dan over de werkplaats. Bijna de helft heeft namelijk de voorkeur om in Rotterdam te wonen en 41% juist niet, terwijl 56% van de respondenten het niet uitmaakte waar een baan te vinden. Imago Rotterdam als stad voor afgestudeerden De meest aantrekkelijke aspecten aan Rotterdam als stad voor afgestudeerden zijn volgens de bestuurskundigen de hoeveelheid voorzieningen voor vrije tijd, de goede bereikbaarheid per openbaar vervoer, de goede carrièremogelijkheden voor afgestudeerden en het gemak om aan geschikte woonruimte te komen. Maar weinig bestuurskundigen vinden dat Rotterdam geen aantrekkelijke aspecten heeft voor afgestudeerden. Bijna een kwart van de ondervraagde bestuurskundigen vindt niet dat Rotterdam als woon- en werkstad voor afgestudeerden aspecten heeft die het minder aantrekkelijk maken. Ruim een derde vindt dat de criminaliteit of onveiligheid in de stad van invloed is op de aantrekkelijkheid van de stad en 29% geeft aan dat het er moeilijk is om aan woonruimte te komen. Wanneer naar de reacties op stellingen wordt gekeken, lijkt Rotterdam vooral een stad die voor afgestudeerden interessant is voor vrije tijd, als stad om te wonen en als stad om een baan te vinden. Het beeld dat afgestudeerde bestuurskundigen hebben van de mogelijkheden om in Rotterdam daadwerkelijk aan woonruimte te komen is duidelijk minder positief. De Rotterdamse woning- en arbeidsmarkt lijken redelijk aan te sluiten op wensen van pas afgestudeerden. Rotterdam als stad voor hoger opgeleiden is vooral een stad van voorzieningen voor vrije tijd. Ook het wonen en werken in Rotterdam zijn van belang. Kansen liggen in de mogelijkheden om aan woonruimte te komen en het verbeteren van de veiligheid van de stad 6

11 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Om de gemeentelijke ambities in de Economische Visie 2020 te realiseren is het aantrekken, binden en vasthouden van hoogopgeleide studenten aan Rotterdam belangrijk. Rotterdam is de derde studentenstad van Nederland, met bijna studenten aan Hogeschool en Universiteit, maar lijkt onvoldoende in staat om het kennispotentieel aan de stad te binden. Goed onderbouwde gegevens hierover zijn echter schaars. Het project Student City is ontstaan uit het samenwerkingsverband van de EDBR, Erasmus Universiteit Rotterdam, de Hogeschool Rotterdam, INHOLLAND, Stadswonen en de gemeente Rotterdam. Doel ervan is om het beleid dat gericht is op het vasthouden en binden van Rotterdamse studenten in de stad met wonen, werken en vrije tijd te verbeteren. De Sector Economie van de Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR) heeft de coördinatie en uitvoering van het project Student City in 2006 op zich genomen voor een looptijd van vier jaar. Bij de partners van het project is behoefte aan meer kennis over de doelgroep om het beleid beter te kunnen onderbouwen. Daarom heeft het OBR het COS gevraagd om een onderzoek te doen naar de binding van afgestudeerden Bestuurskunde van de Erasmus Universiteit met Rotterdam. De resultaten van het onderzoek worden in deze rapportage behandeld. Deze zullen tijdens een bijeenkomst van de vereniging van alumni ABEUR (Bestuurskunde Erasmus Universiteit) op 28 januari 2009 met wethouder Harbers en de alumni worden besproken. 1.2 Onderzoeksopzet en respons Algemene onderzoeksvraag is op welke wijze hoogopgeleiden meer aan de stad gebonden kunnen worden en welke factoren daarbij een rol spelen. Om te bepalen welke binding afgestudeerden met de stad hebben, is een vragenlijst opgesteld. Deze vragenlijst bestaat onder meer uit vragen die ingaan op de studiekeuze, de plek van wonen tijdens de studie en het oordeel over Rotterdam als stad voor afgestudeerden. De vragenlijst is weergegeven in bijlage I. Voor de uitvoering van het onderzoek zijn alle leden van ABEUR benaderd. De vragenlijst is op twee verschillende manieren verspreid. Eerst is deze in een schriftelijke versie uitgedeeld bij twee bijeenkomsten van ABEUR (tijdens het Lustrum op 1 november en tijdens een reguliere bijeenkomst op 5 november 2008). Vervolgens is aan alle leden per mail een uitnodiging verstuurd om via internet deel te nemen aan het onderzoek. Tussen 17 november en 5 december 2008 hebben zij de mogelijkheid gehad om de enquête in te vullen. In totaal zijn 684 leden van ABEUR per mail uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Een aantal mailadressen bleek (tijdelijk) niet in gebruik, waardoor de totale verspreiding op 677 komt. Tijdens de bijeenkomsten hebben 10 leden de vragenlijst ingevuld. Via internet hebben nog eens 137 leden deelgenomen aan het onderzoek. Ervan uitgaande dat alle overige e- mailadressen van de leden in gebruik zijn resulteert dit in een respons van tenminste 22%. Dit resulteert in een respons van 22%. Wellicht geven de resultaten in deze rapportage een overschatting van de binding met Rotterdam weer, omdat niet geheel duidelijk is of leden die niet gereageerd hebben zich in mindere mate verbonden voelen. De resultaten die in deze rapportage gepresenteerd worden geven dan ook een schets van de binding van afgestudeerde be- 7

12 stuurskundigen met Rotterdam. Bijlage II geeft meer inzicht over de representativiteit van het onderzoek. Belangrijk is dat de resultaten ingaan op de binding van bestuurskundige afgestudeerden en niets zegt over de binding van studenten van andere opleidingen of opleidingsinstituten. Bijlage III geeft een beeld van de achtergrondkenmerken van de respondenten. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op de keuze voor Rotterdam als studiestad, de woonsituatie van de afgestudeerden tijdens de studie en het al dan niet stage lopen in Rotterdam tijdens de studie. In hoofdstuk 3 worden de woonsituatie en de werksituatie na de studie besproken. Hoofdstuk 4 gaat tot slot in op het imago van Rotterdam als stad voor afgestudeerden. 8

13 2 Voor en tijdens de studie Om uiteindelijk na het afronden van de studie in Rotterdam te blijven of gaan wonen is het van belang inzichtelijk te maken wat bij de studiekeuze de doorslag heeft gegeven om in Rotterdam Bestuurskunde te gaan studeren. De opleiding Bestuurskunde is namelijk niet alleen in Rotterdam te volgen, maar ook bijvoorbeeld in Utrecht, Nijmegen en Amsterdam. Ook het al dan niet zelfstandig gaan wonen tijdens de studietijd kan van invloed zijn of men na de studie in Rotterdam gaat of blijft wonen. Het kennismaken met de Rotterdamse banenmarkt door het lopen van een stage in Rotterdam kan eveneens van invloed zijn op de uiteindelijke keuze om dal dan niet in Rotterdam te gaan wonen. In dit hoofdstuk staan deze onderwerpen centraal. 2.1 Keuze voor Rotterdam als studiestad Bijna tweederde (64%) van de afgestudeerde bestuurskundigen woonde voor aanvang van de studie buiten de regio Rotterdam. Bijna drie op de tien (29%) kwam uit de regio Rotterdam en 8% woonde al in Rotterdam. De afgestudeerde bestuurskundigen konden aangeven waarom zij bij het maken van de studiekeuze voor Rotterdam als studiestad hebben gekozen. Bij het maken van de studiekeuze blijkt de opleiding een belangrijke rol te spelen. De meest genoemde reden onder de afgestudeerde bestuurskundigen is namelijk dat de opleiding, zoals zij die wilden volgen, alleen in Rotterdam bestond (40%). Ook de kwaliteit van de opleiding (32%) speelt bij veel respondenten een belangrijke rol. De nabijheid van het ouderlijk huis, woon- of werkadres (31%) en het kennen van veel anderen in Rotterdam (20%) worden ook vaker genoemd. Rotterdam als stad wordt wat minder vaak als reden genoemd om er te gaan studeren: 11% had vooraf veel positieve verhalen gehoord, 6% gaf aan in Rotterdam te zijn gaan studeren voor de voorzieningen voor vrije tijd, nog eens 6% voor de woonvoorzieningen voor studenten en 4% gaf aan zich vóór de studie al verbonden te voelen met Rotterdam. Tot slot noemt 12% een andere reden om in Rotterdam te gaan studeren. Zij geven daarbij onder meer de bereikbaarheid van de stad per openbaar vervoer, het niet willen gaan studeren in een stad nabij het ouderlijk huis of persoonlijke omstandigheden als reden. 9

14 Figuur 2.1 Motivatie om in Rotterdam te gaan studeren, in procenten, meerdere antwoorden mogelijk opleiding zoals ik die wilde volgen alleen in Rotterdam 40% betere kwaliteit van opleiding in Rotterdam 32% dicht bij ouderlijk huis, woon - of werk adres 31% kende veel andere mensen / studenten in Rotterdam 20% veel positieve verhalen gehoord over Rotterdam 11% betere voorzieningen voor vrije tijd in Rotterdam betere woonvoorzieningen voor studenten in Rotterdam binding met Rotterdam 4% 6% 6% anders 12% 0% 10% 20% 30% 40% 50% Deeltijdstudenten geven vaker dan voltijdstudenten aan voor de opleiding in Rotterdam te gaan studeren, terwijl voltijdstudenten vaker aangeven veel andere mensen in Rotterdam te kennen of de keuze te maken omwille van de nabijheid van het woonadres voor aanvang van de studie. Tussen mannen en vrouwen bestaan nauwelijks verschillende redenen om voor Rotterdam te kiezen. Vrouwen (15%) kiezen alleen vaker voor Rotterdam vanwege de woonvoorzieningen dan mannen (2%). 2.2 Wonen tijdens de studie Woonsituatie tijdens de studietijd Woonde bijna tweederde (64%) van de afgestudeerde bestuurskundigen voor aanvang van de studie nog buiten de regio Rotterdam, aan het einde van de studie woont ruim de helft (52%) in Rotterdam en 14% in de regio Rotterdam. Aan het einde van de studietijd woont het merendeel zelfstandig: 44% doet dit met een partner (eventueel met kinderen), een kwart woont op kamers en 21% woont zelfstandig alleen. Slechts één op de tien respondenten woont aan het einde van de studietijd (nog) bij de ouder(s) of verzorger(s). Voltijdstudenten wonen aan het einde van de studietijd vaker op kamers of nog thuis, terwijl de deeltijdstudenten dan beduidend vaker samenwonen. 10

15 Meer dan de helft (57%) van de afgestudeerde bestuurskundigen woont voor of bij aanvang van de studie op kamers of zelfstandig. Nog eens 31% gaat tijdens de studie zelfstandig wonen. De verschillen tussen deeltijd- en voltijdstudenten zijn groot. Zo is slechts 11% van de voltijdstudenten voor aanvang van de studie al het huis uit, terwijl dit bij de deeltijdstudenten 82% is. Dit heeft alles te maken met de levensfase en leeftijd bij aanvang van de studie. Figuur 2.2 Moment van zelfstandig wonen van voltijdstudenten (N=107) en deeltijdstudenten (N=39), in procenten totaal 30% 27% 28% 3% 1% 10% voltijd 11% 36% 35% 5% 13% deeltijd 82% 11% 5% 3% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% voor aanvang studie al uit huis ik ben uit huis gegaan bij aanvang van de studie tijdens het 1e of 2e studiejaar tijdens het 3e studiejaar of later weet niet meer niet Aan de respondenten die aan het einde van de studietijd in Rotterdam woonden is gevraagd hoe zij destijds woonruimte hebben gevonden. Vier op de tien heeft woonruimte gevonden via het eigen netwerk, 18% via Stadswonen en nog eens 18% via advertenties bij de supermarkt, onderwijsinstellingen of kranten. De overige respondenten hebben de woonruimte gevonden via een makelaar of particuliere verhuurder (10%), Woonnet (7%) of studieverenigingen (7%). Reden om in Rotterdam te gaan wonen Ruim de helft van de ondervraagde afgestudeerden woonde aan het einde van de studie in Rotterdam. Aan hen is gevraagd waarom zij destijds in Rotterdam zijn gaan wonen. Niet de stad Rotterdam maar de behoefte naar zelfstandigheid was voor veel afgestudeerde bestuurskundigen vaker een reden om voor of tijdens de studie in Rotterdam te gaan wonen. Ruim tweederde wilde namelijk graag zelfstandig te gaan wonen en ruim de helft wilde het studentenleven echt ervaren. De nabijheid van de onderwijsinstelling (43%) of de afstand ten opzichte van het ouderlijk huis zijn ook veel genoemde redenen (28%). 11

16 Figuur 2.3 Redenen om vooraf of tijdens de studie in Rotterdam te gaan wonen, in procenten, meerdere antwoorden mogelijk (N=74) wilde op mezelf gaan wonen 69% studentenleven echt ervaren 54% wilde dichtbij onderwijsinstelling wonen 43% te ver van ouderlijk huis 28% veel voorzieningen in de stad 14% woonde voor mijn studie al zelfstandig anders 5% 7% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Reden om niet in Rotterdam te gaan wonen Aan de respondenten die tijdens hun studietijd niet in Rotterdam hebben gewoond, is gevraagd waarom zij niet naar de stad verhuisd zijn. Ook voor het grootste deel van de respondenten die tijdens de studie niet naar Rotterdam zijn verhuist geldt dat niet de stad Rotterdam, maar persoonlijke motieven redenen waren om niet in de stad te gaan wonen. De binding met een andere stad door bijvoorbeeld de partner, sociale contacten of sport is voor 63% een reden om niet te verhuizen naar Rotterdam. De nabijheid van de opleiding ten opzichte van het ouderlijk huis, het werk in een andere gemeente of het liever thuis blijven wonen zijn ook vaak genoemde redenen. Slechts een klein deel van de respondenten geeft aan dat de stad of het niet kunnen vinden van geschikte woonruimte een reden zijn om niet in Rotterdam te gaan wonen. Figuur 2.4 Redenen om vooraf of tijdens de studie niet in Rotterdam te gaan wonen, in procenten, meerdere antwoorden mogelijk (N=63) binding met een andere stad 63% opleiding w as dichtbij ouderlijk huis vanw ege w erk in een andere gemeente dan Rotterdam bleef liever thuis w onen financiële redenen 17% 16% 16% 11% w ilde niet in een grote stad w onen Rotterdam is geen leuke stad niet gelukt om aan geschikte w oonruimte te komen anders 5% 5% 5% 4% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 12

17 2.3 Stages tijdens de studie De kennismaking met de Rotterdamse banenmarkt door het lopen van een stage in Rotterdam kan van invloed zijn op de uiteindelijke keuze om al dan niet in Rotterdam te gaan werken en wonen. Tweederde van de afgestudeerde bestuurskundigen heeft tijdens de studie stage gelopen. Voltijders (87%) liepen vaker stage dan deeltijders (18%). Bijna een derde van de afgestudeerde bestuurskundigen die tijdens de studie stage liep, deed dit in Rotterdam. Het aandeel afgestudeerden dat momenteel in Rotterdam woont (45%) heeft vaker in deze stad stage gelopen dan degenen uit de regio (36%) of daarbuiten (17%). Dit suggereert dat er samenhang is tussen het stagelopen in Rotterdam en in het wonen na de studie in de stad. Figuur 2.4 Al dan niet in Rotterdam stage lopen gecombineerd met huidige woonplaats, in procenten (N=100)* alle afgestudeerden 31% 69% woonachtig in Rotterdam 45% 55% woonachtig in regio Rotterdam 36% 64% woonachtig buiten regio Rotterdam 17% 83% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% ja nee *Let op: kleine aantallen, resultaten zijn indicatief 13

18 3 Na de studie Om pas afgestudeerden en hoogopgeleiden aan Rotterdam te binden is het van belang de motieven voor het al dan niet verhuizen uit de stad na de afronding van de studie inzichtelijk te maken. De beschikbaarheid van woning en werk kunnen daarbij een cruciale rol spelen. In dit hoofdstuk worden deze onderwerpen besproken. 3.1 Wonen na de studie Verhuizers uit Rotterdam en blijvende Rotterdammers Aan de afgestudeerde bestuurskundigen is gevraagd of zij na het afronden van de studie in Rotterdam zijn blijven wonen. Vervolgens is gevraagd naar de belangrijkste redenen voor het verhuizen uit de stad of het in de stad blijven wonen. Van de afgestudeerde bestuurskundigen, die aan het einde van de studie in Rotterdam woonden, doet 57% dat nog steeds. Eén op de tien is verhuisd naar een woning in de regio van Rotterdam en een derde (34%) woont nu daarbuiten. Het merendeel van de afgestudeerde bestuurskundigen die niet aan het einde van de studie in Rotterdam woonden, doet dat nu nog steeds niet. 8% is uiteindelijk wel verhuisd naar Rotterdam. Figuur 3.1 Huidige woonplaats van de afgestudeerde bestuurskundigen, verdeeld naar het al dan niet in Rotterdam wonen aan het einde van de studie, in procenten (N=147) aan einde van studie in Rotterdam 57% 10% 34% aan het einde van de studie niet in Rotterdam 8% 21% 71% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% woonachtig in Rotterdam woonachtig buiten regio Rotterdam woonachtig in regio Rotterdam Respondenten tot 30 jaar wonen vaker in Rotterdam dan anderen. Dit komt door de levensfase waar zij zich in bevinden, de grote stad is immers voor hen nog aantrekkelijk. Ruim vier van de vijf afgestudeerde bestuurskundigen (81%), die na de studie in Rotterdam is gaan of blijven wonen, doen dit omdat ze binding voelen met de stad. Daarnaast geeft 63% aan in Rotterdam te wonen vanwege vrienden of kennissen in de stad. Een derde vindt Rotterdam aantrekkelijk om in te wonen en 29% heeft een baan bij een Rotterdams bedrijf. Redenen die ook wat vaker genoemd worden zijn: de hoeveelheid voorzieningen (23%), de carrièremogelijkheden (10%) en het goede woningaanbod (10%). Als andere redenen noemen respon- 14

19 denten het lidmaatschap van een vereniging, Rotterdam als goede plek om een bedrijf te starten en de goede bereikbaarheid ten opzichte van Den Haag. Figuur 3.2 Redenen om na de studie in Rotterdam te gaan of blijven wonen, in procenten, meerdere antwoorden mogelijk (N=48)* binding met de stad 81% vrienden en kenissen in de stad 63% Rotterdam is aantrekkelijk om in te w onen 33% baan bij een Rotterdams bedrijf 29% veel voorzieningen van mijn voorkeur 23% voldoende carrieremogelijkheden 10% goed w oningaanbod 10% anders 15% *Let op: kleine aantallen, resultaten zijn indicatief 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% De respondenten die na hun studie uit Rotterdam verhuisd zijn deden dat op een wisselend moment. Zo bleef 31% er minder dan een jaar wonen, 28% bleef 1 tot 3 jaar en 41% is uiteindelijk na de studie pas na 3 jaar of later uit Rotterdam verhuisd. De meest genoemde redenen om uit Rotterdam te verhuizen zijn een baan in een andere stad (53% van de respondenten die na het afronden van de studie uit Rotterdam verhuisde) en omwille van privéredenen zoals samenwonen of gezinsuitbreiding (41%). Ook Rotterdam als woonstad wordt relatief vaak genoemd als reden om te vertrekken: 19% vindt dat Rotterdam geen goed woningaanbod heeft en 16% vindt de stad niet aantrekkelijk om in te wonen. Andere redenen die wat vaker genoemd worden zijn: de wens om terug te keren naar de regio van herkomst (9%), het dichterbij familie wonen (9%) en ervaring opdoen in het buitenland (6%). Er dient wel opgemerkt te worden dat het hier om kleine aantallen gaat (in totaal 32 respondenten). 15

20 Figuur 3.3 Redenen om na de studie uit Rotterdam te verhuizen, in procenten, meerdere antwoorden mogelijk (N=32)* baan in een andere stad 53% privéredenen als samenwonen of gezinsuitbreiding 41% geen goed woningaanbod Rotterdam niet aantrekkelijk om in te wonen geen binding met de stad terug naar regio van herkomst dichter bij familie wonen ervaring opdoen in het buitenland anders 19% 16% 13% 9% 9% 6% 12% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% *Let op: kleine aantallen, resultaten zijn indicatief Beschikbaarheid van woningen voor afgestudeerden in Rotterdam De beschikbaarheid van woningen na het afronden van de studie kan een cruciale rol spelen om in Rotterdam te gaan of blijven wonen. Bijna een derde van de afgestudeerde bestuurskundigen (29%) had na de afronding van de studie een sterke voorkeur voor een woning in Rotterdam, terwijl 24% aangaf juist niet in Rotterdam te willen wonen. 40% was niet op zoek naar een (andere) woning en 8% heeft ook in Rotterdam gezocht, maar het maakte voor hen niet uit waar ze een woning zouden vinden. Figuur 3.4 Aandeel afgestudeerde bestuurskundigen dat op zoek was naar een nieuwe woning na de studie, in procenten (N=147) n.v.t., niet op zoek naar (andere) w oning; 40% voorkeur voor Rotterdam; 29% ook in Rotterdam, maar maakte niet uit w aar; 8% niet in Rotterdam; 24% 16

21 Wanneer alleen naar de respondenten wordt gekeken die na het afronden van de studie een woning zochten, blijkt dat 48% een sterke voorkeur had voor een woning in Rotterdam, 12% het niet uitmaakte en 39% juist niet in Rotterdam wilde wonen. Respondenten die aan het eind van de studie in Rotterdam of in de regio woonden hadden aanmerkelijk vaker de voorkeur voor een woning in Rotterdam dan die van daarbuiten. Het merendeel van de deeltijdstudenten was na de studie niet op zoek naar een (andere) woning. Deeltijdstudenten die wel op zoek waren, hadden even vaak als voltijdstudenten een voorkeur om in Rotterdam te wonen. De helft van de afgestudeerde bestuurskundigen die na hun studie op zoek waren naar een woning in Rotterdam, heeft de voorkeur voor een woning in het Centrum. Ook Kralingen- Crooswijk is een geliefde wijk. Figuur 3.5 Voorkeur voor wijken om in te wonen in Rotterdam na de studie (N=54)* Centrum 52% Kralingen-Croosw ijk 37% Blijdorp Noord Hilligersberg-Schiebroek 9% 11% 13% Kop van Zuid Prins Alexander 6% 6% anders maakt niet uit 9% 9% *Let op: kleine aantallen, resultaten zijn indicatief 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% De Rotterdamse woningmarkt lijkt redelijk aan te sluiten op de wensen van afgestudeerde bestuurskundigen. Tweederde van de afgestudeerde bestuurskundigen die na de studie op zoek waren naar een woning, gaf aan dat het soort woning dat men destijds zocht in Rotterdam te vinden was. Bijna een kwart (23%) is het hier niet mee eens en 10% weet het niet. Degenen die geen woning naar hun smaak in Rotterdam konden vinden, geven onder meer als reden dat woningen in de stad te duur zijn, er weinig ruimte en groen in de stad aanwezig is of de wachtlijsten voor huurwoningen te lang zijn. 3.2 Beschikbaarheid van banen voor afgestudeerde bestuurskundigen De beschikbaarheid van banen in Rotterdam kan van invloed zijn voor afgestudeerden om al dan niet in deze stad te blijven wonen. Bijna één op de vijf afgestudeerde bestuurskundigen had na de afronding van de studie een sterke voorkeur voor een baan in Rotterdam, terwijl 13% aangaf juist niet in Rotterdam te willen werken. Een kwart van de respondenten was niet 17

22 op zoek naar een (andere) baan en 45% zocht zowel in Rotterdam als daarbuiten. Figuur 3.6 Aandeel afgestudeerde bestuurskundigen dat op zoek was naar een nieuwe baan na de studie, in procenten (N=147) n.v.t., niet op zoek naar (ander) werk; 25% voorkeur voor Rotterdam; 17% niet in Rotterdam; 13% ook in Rotterdam, maar maakte niet uit waar; 45% Wanneer alleen naar de respondenten wordt gekeken die na het afronden van de studie een werk zochten, blijkt dat 23% een sterke voorkeur had voor een baan in Rotterdam, 60% het niet uitmaakte en 17% juist niet in Rotterdam wilde werken. Respondenten die aan het eind van de studie in Rotterdam of in de regio daarvan woonden hadden aanmerkelijk vaker de voorkeur voor een baan in Rotterdam dan die van daarbuiten. Hoewel het merendeel van de deeltijdstudenten niet op zoek was naar (ander) werk na het afronden van de studie, hadden zij geen opvallend minder sterke voorkeur om in Rotterdam te gaan werken dan voltijdstudenten. De Rotterdamse arbeidsmarkt lijkt enigszins aan te sluiten op de vraag van bestuurskundigen. Zo geeft 60% van de afgestudeerde bestuurskundigen, die na het afronden van de opleiding op zoek was naar een baan, aan dat het soort baan dat men destijds zocht in Rotterdam te vinden was. Bijna een kwart (24%) was het hier niet mee eens en nog eens 16% weet het niet. Als reden voor het niet kunnen vinden van een baan op de Rotterdamse arbeidmarkt door bestuurskundigen wordt door een aantal respondenten genoemd dat Ministeries vooral in Den Haag gevestigd zijn, dat de arbeidsmarkt in een specifieke tijd niet goed was en dat banen in een bepaalde branche (destijds) niet in Rotterdam te vinden waren. Afgestudeerde bestuurskundigen die tijdens hun studie in Rotterdam stage hebben gelopen hebben een sterkere voorkeur voor een baan in de stad dan anderen. Daarnaast geven ze vaker aan dat het soort baan dat ze zoeken na afronding van de studie in Rotterdam te vinden is. 18

23 Wonen en werken gecombineerd De afgestudeerde bestuurskundigen die na hun studie op zoek waren naar een woning én een baan, hebben vaker een duidelijke voorkeur voor de woonplaats dan voor de werkplaats. 47% heeft de voorkeur om in Rotterdam te wonen en 41% juist niet, terwijl 56% ook naar een baan in Rotterdam zocht, maar het niet uit maakte waar een baan te vinden. Al met al wil een vijfde van de zoekende afgestudeerde bestuurskundigen zowel in Rotterdam wonen als werken en 15% wil dat allebei niet. Tabel 3.7 Wonen Voorkeur van zoekende afgestudeerden voor woon- en werklocatie na de afronding van de studie (N=81)* Werken Voorkeur voor Rotterdam Maakt niet uit Niet in Rotterdam Totaal Voorkeur voor Rotterdam 20% 23% 4% 47% Maakt niet uit 1% 11% 0% 12% Niet in Rotterdam 5% 21% 15% 41% Totaal 26% 56% 19% 100% *Let op: kleine aantallen, resultaten zijn indicatief 19

24 4 Imago Rotterdam als stad voor afgestudeerden Het imago van een stad kan bij hoogopgeleiden een rol spelen bij de keuze om al dan niet in Rotterdam te gaan of blijven wonen. Om de aantrekkingskracht van Rotterdam voor hoogopgeleiden te kunnen bepalen is dan ook aan de afgestudeerde bestuurskundigen gevraagd wat zij aantrekkelijk vinden aan Rotterdam als woon- en werkstad voor afgestudeerden. Om te bepalen waar de stad nog op zou kunnen inzetten, konden zij tevens aangeven wat ze minder aantrekkelijk vinden aan de stad. Tot slot is een aantal stellingen voorgelegd over Rotterdam als stad voor afgestudeerden. In dit hoofdstuk worden de resultaten op deze vragen besproken. Meest aantrekkelijke aspecten aan Rotterdam als stad voor afgestudeerden Het merendeel van de afgestudeerde bestuurskundigen (62%) vindt dat Rotterdam een stad is die als woon- en werkstad aantrekkelijk is voor afgestudeerden door de aanwezigheid van veel voorzieningen voor vrije tijd. Ook de goede bereikbaarheid per openbaar vervoer (50%), de goede carrièremogelijkheden voor afgestudeerden (37%), het gemak om aan geschikte woonruimte te komen (30%) en de aanwezigheid van veel andere culturen (24%) worden vaak genoemd. Slechts 4% van de respondenten geeft aan dat Rotterdam helemaal niet aantrekkelijk is als woon- en werkstad voor afgestudeerden. De respondenten konden overigens maximaal drie aantrekkelijke aspecten aangeven. Figuur 4.1 Meest aantrekkelijke aspecten aan Rotterdam als stad voor afgestudeerden, meerdere antwoorden mogelijk (N=140) veel voorzieningen voor vrije tijd 62% goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer 50% goede carrièremogelijkheden voor afgestudeerden 37% gemak om aan geschikte woonruimte te komen 30% veel andere culturen in de stad 24% veel andere afgestudeerden in de stad 9% anders R'dam heeft geen aantrekkelijke aspecten voor afgestudeerden 4% 8% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Afgestudeerde bestuurskundigen die iets anders aantrekkelijk vinden noemen onder meer de sfeer in de stad ( geen woorden, maar daden ), de ontwikkelingen in de stad, de culturele evenementen en het sterke sociale netwerk in de stad. 20

25 Minst aantrekkelijke aspecten aan Rotterdam als stad voor afgestudeerden Bijna een kwart van de afgestudeerde bestuurskundigen vindt niet dat Rotterdam als woon- en werkstad voor afgestudeerden aspecten heeft die de stad minder aantrekkelijk maken. Ruim een derde (36%) vindt dat de criminaliteit of onveiligheid in de stad van invloed is op de aantrekkelijkheid van de stad en 29% geeft aan dat het er moeilijk is om aan woonruimte te komen. De beperkte carrièremogelijkheden (14%) en het geringe aantal andere afgestudeerden (13%) worden minder vaak genoemd. Figuur 4.2 Minder aantrekkelijke aspecten aan Rotterdam als stad voor afgestudeerden, meerdere antwoorden mogelijk (N=138) criminele, onveilige stad 36% lastig om aan geschikte woonruimte te komen 29% onvoldoende carrièremogelijkheden voor afgestudeerden weinig andere afgestudeerden in de stad 14% 13% weinig voorzieningen voor vrije tijd 3% anders R'dam heeft geen minder aantrekkelijke aspecten voor afgestudeerden 20% 23% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% De respondenten die iets anders minder aantrekkelijk aan de stad vinden, noemen veel verschillende redenen, zoals het slechte woon- en leefklimaat, weinig gezellige wijken, verkeersopstoppingen, topbedrijven die veelal in Amsterdam zitten en het imagoprobleem van de stad. Stellingen Tot slot zijn aan de afgestudeerde bestuurskundigen een aantal stellingen voorgelegd over Rotterdam als stad voor afgestudeerden. De resultaten worden hieronder gepresenteerd en telkens uitgesplitst naar de huidige woonplaats van de respondenten. Het is immers goed mogelijk dat Rotterdammers een ander beeld hebben van hun woonplaats dan niet- Rotterdammers. Rotterdam als stad om in te wonen Van alle afgestudeerde bestuurskundigen is 58% het (helemaal) eens met de stelling Rotterdam is een aantrekkelijke stad voor afgestudeerden om in te wonen. Rotterdamse respondenten (73% is het (helemaal) eens) zijn beduidend vaker positief dan bewoners uit de regio (57%) of van buiten de regio (43%). 21

26 Figuur 4.3 Rotterdam is een aantrekkelijke stad voor afgestudeerden om in te wonen, naar woonplaats (N=147)* alle afgestudeerden 14% 44% 30% 10% 3% woonachtig in Rotterdam 25% 58% 10% 4% 2% woonachtig in regio Rotterdam 9% 46% 36% 9% woonachtig buiten regio Rotterdam 9% 34% 40% 13% 4% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% helemaal eens eens neutraal oneens helemaal oneens *Let op: kleine aantallen bij de uitsplitsing Rotterdam als stad om een baan te vinden Van alle afgestudeerde bestuurskundigen is 63% het (helemaal) eens met de stelling In Rotterdam zijn voldoende mogelijkheden voor afgestudeerden van mijn studierichting om een passende baan te vinden. Er zijn nauwelijks verschillen naar herkomst over het oordeel om in Rotterdam een baan te kunnen vinden, alleen respondenten van buiten de regio Rotterdam zijn iets minder vaak positief dan gemiddeld. Figuur 4.4 In Rotterdam zijn voldoende mogelijkheden voor afgestudeerden van mijn studierichting om een passende baan te vinden, naar woonplaats (N=147)* alle afgestudeerden 13% 50% 25% 11% 1% w oonachtig in Rotterdam 19% 52% 21% 6% 2% w oonachtig in regio Rotterdam 14% 55% 27% 5% w oonachtig buiten regio Rotterdam 9% 48% 26% 16% 1% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% helemaal eens eens neutraal oneens helemaal oneens *Let op: kleine aantallen bij de uitsplitsing 22

27 Rotterdam als stad om aan woonruimte te komen Van alle afgestudeerde bestuurskundigen is 34% het (helemaal) eens met de stelling In Rotterdam is het gemakkelijk om aan woonruimte te komen als je afgestudeerd bent. Een vijfde (21%) is het niet met deze stelling eens en 46% reageert neutraal. Rotterdamse respondenten (57% is het (helemaal) eens) vinden beduidend vaker dat het in Rotterdam gemakkelijk is om aan woonruimte te komen dan bewoners uit de regio (14%) of van buiten de regio (25%). Dit kan te maken hebben met het feit dat zij al eens woonruimte in Rotterdam hebben gevonden, ze kennen immers de weg. Zoals in 3.2 al reeds duidelijk werd gaf tweederde van de respondenten aan dat het soort woning dat ze zochten na de studie ook in Rotterdam te vinden was. Opvallend is dat afgestudeerden uit de regio zich aanmerkelijk negatiever uitlaten over het gemak om aan woonruimte te komen in Rotterdam (41% is het (helemaal) oneens). Wellicht dat een deel van hen tijdens de zoektocht naar een woning in Rotterdam naar een woning in de regio is uitgeweken. Figuur 4.5 In Rotterdam is het gemakkelijk om aan woonruimte te komen als je afgestudeerd bent, naar woonplaats (N=147)* alle afgestudeerden 7% 27% 46% 19% 2% woonachtig in Rotterdam 13% 44% 29% 10% 4% woonachtig in regio Rotterdam 5% 9% 46% 36% 5% woonachtig buiten regio Rotterdam 4% 21% 56% 20% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% helemaal eens eens neutraal oneens helemaal oneens *Let op: kleine aantallen bij de uitsplitsing Rotterdam als stad om voor vrije tijd Het merendeel van de afgestudeerde bestuurskundigen (86%) is het (helemaal) eens met de stelling Rotterdam biedt voldoende mogelijkheden voor afgestudeerden op het gebied van uitgaan, sporten, winkelen, etc.. Eerder al werd dit aangemerkt als één van de meest aantrekkelijke aspecten voor afgestudeerden aan Rotterdam. Er zijn nauwelijks verschillen naar herkomst over Rotterdam als stad voor vrije tijd. Rotterdammers zijn gemiddeld nog iets positiever (94%) dan anderen. 23

28 Figuur 4.6 Rotterdam biedt voldoende mogelijkheden voor afgestudeerden op het gebied van uitgaan, sporten, winkelen, etc., naar woonplaats (N=147)* alle afgestudeerden 25% 61% 9% 5% 1% w oonachtig in Rotterdam 29% 65% 2% 2% w oonachtig in regio Rotterdam 23% 64% 5% 9% w oonachtig buiten regio Rotterdam 22% 58% 14% 5% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% helemaal eens eens neutraal oneens helemaal oneens *Let op: kleine aantallen bij de uitsplitsing Rotterdam als ontmoetingsstad voor hoger opgeleiden Van alle afgestudeerde bestuurskundigen is 14% het (helemaal) eens met de stelling In Rotterdam ontmoet je weinig andere hoger opgeleiden. Daarentegen vindt ruim de helft (54%) niet dat je in Rotterdam weinig andere hoger opgeleiden ontmoet. Het oordeel over Rotterdam als ontmoetingsstad voor hoger opgeleiden naar woonplaats is vergelijkbaar. Figuur 4.7 In Rotterdam ontmoet je weinig andere hoger opgeleiden, naar woonplaats (N=147)* alle afgestudeerden 2% 12% 32% 45% 9% w oonachtig in Rotterdam 4% 15% 25% 44% 13% w oonachtig in regio Rotterdam 5% 5% 32% 50% 9% w oonachtig buiten regio Rotterdam 13% 36% 44% 7% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% helemaal eens eens neutraal oneens helemaal oneens *Let op: kleine aantallen bij de uitsplitsing 24

29 Kortom Wanneer naar de reacties op de stellingen wordt gekeken, lijkt Rotterdam vooral een stad die voor afgestudeerden interessant is voor vrije tijd, als stad om te wonen en als stad om een baan te vinden. Het beeld dat afgestudeerde bestuurskundigen hebben van Rotterdam als stad om aan woonruimte te komen is duidelijk minder positief. Tabel 4.8 Reacties op de stellingen samengevat (N=147) Positief Negatief Rotterdam als stad om voor vrije tijd 86% 6% Rotterdam als stad om in te wonen 63% 13% Rotterdam als stad om een baan te vinden 58% 12% Rotterdam als ontmoetingsstad voor hoger opgeleiden 54% 14% Rotterdam als stad om aan woonruimte te komen 34% 21% Totaal 100% 100% 25

30

31 Bijlagen 27

32

33 BIJLAGE I: Vragenlijst Alumni ABEUR Rotterdam als stad voor werken, wonen en vrije tijd Als alumnus Bestuurskunde van de Erasmus Universiteit stellen wij u onderstaande vragen namens de gemeente Rotterdam. De gemeente wil graag meer weten over de binding die hoogopgeleiden met de stad Rotterdam voelen. Wanneer u deze vragenlijst invult, denkt u dan aan het volgende: Kruis steeds één antwoord per vraag aan. Alleen als bij een vraag staat aangegeven dat u meer antwoorden mag aankruisen, kunt u dat doen. Probeer uw antwoorden duidelijk binnen de vakjes te schrijven en aan te kruisen. Let op doorverwijzingen. Soms kunt u één of meer vragen overslaan. De ingevulde vragenlijst kunt u in inleveren bij ABEUR. Met opmaak: opsommingstekens en nummering Voor & tijdens uw studie 1. Waar woonde u voordat u in Rotterdam ging studeren? in Rotterdam in de regio Rotterdam buiten de regio Rotterdam 2. Waarom heeft u bij het maken van uw studiekeuze voor Rotterdam als studiestad gekozen? U kunt hierbij maximaal drie redenen aankruisen. opleiding zoals ik die wilde volgen bestond alleen in Rotterdam de betere kwaliteit van de opleiding in Rotterdam betere voorzieningen voor vrije tijd in Rotterdam betere woonvoorzieningen voor studenten in Rotterdam gezelliger studentenleven in Rotterdam dicht bij ouderlijk huis kende veel andere mensen / studenten in Rotterdam veel positieve verhalen gehoord over Rotterdam anders, namelijk weet niet meer 3. In welk jaar bent u afgestudeerd? 4. Hoe was uw woonsituatie aan het einde van uw studietijd? bij ouder(s) / verzorger(s) => Ga door naar vraag 6 op kamers zelfstandig alleen zelfstandig met een partner anders, namelijk

34 5. Wanneer bent u voor het eerst tijdens uw Rotterdamse studietijd op kamers of zelfstandig gaan wonen? voordat ik ging studeren ben ik al uit huis gegaan ik ben uit huis gegaan bij aanvang van de studie tijdens het 1 e studiejaar tijdens het 2 e studiejaar tijdens het 3 e studiejaar tijdens het 4 e studiejaar later dan het 4 e studiejaar weet niet meer 6. Woonde u aan het einde van uw studietijd in Rotterdam? in Rotterdam in de regio Rotterdam => Ga door naar vraag 9 buiten de regio Rotterdam => Ga door naar vraag 9 7. Waarom bent u tijdens uw studie in Rotterdam gaan wonen? U kunt hierbij maximaal drie redenen aankruisen. n.v.t., ik woonde bij mijn ouders in Rotterdam => Ga door naar vraag 9 te ver weg van mijn ouderlijk huis wilde op mezelf gaan wonen studentenleven echt ervaren veel voorzieningen in de stad goede woonvoorzieningen in de stad wilde daar gaan samenwonen woonde voor mijn studie al zelfstandig wilde dichtbij de onderwijsinstelling wonen anders, namelijk 8. Hoe heeft u destijds woonruimte gevonden? via het eigen netwerk via Stadswonen via Woonnet (woonruimte van corporatie, bijv. Vestia, Woonbron, PWS, WBR, Com.Wonen) via internet (bijv. via advertenties (supermarkt, onderwijsinstellingen, kranten) via studentenvereniging via makelaar, particuliere verhuurder anders, namelijk weet niet meer => Ga door naar vraag 11

35 9. Waarom bent u NIET op kamers gegaan of zelfstandig gaan wonen in Rotterdam? U kunt hierbij maximaal drie redenen aankruisen. n.v.t., ik heb wel een deel van mijn studietijd op kamers of zelfstandig in Rotterdam gewoond niet gelukt om aan geschikte woonruimte te komen bleef liever thuis wonen opleiding was dicht bij het ouderlijk huis financiële redenen Rotterdam is geen leuke stad wilde niet in een grote stad wonen binding met een andere stad (door bijvoorbeeld partner, familie, andere sociale contacten of sport) vanwege werk in een andere gemeente dan Rotterdam criminaliteit en onveiligheid anders, namelijk 10. Woont u nu in Rotterdam of omgeving? ja, in Rotterdam => Ga door naar vraag 14 ja, in de regio Rotterdam => Ga door naar vraag 15 nee => Ga door naar vraag 15 Na uw studie 11. Woont u nu nog in Rotterdam of omgeving? ja, in Rotterdam => Ga door naar vraag 14 ja, in de regio Rotterdam nee 12. Hoe lang bent u na het afronden van uw studie in Rotterdam blijven wonen? minder dan 1 jaar 1 tot 3 jaar langer dan 3 jaar 13. Wat waren voor u de belangrijkste redenen om uit Rotterdam te verhuizen? U kunt hierbij maximaal drie redenen aankruisen. baan in een andere stad zette mijn studie elders voort Rotterdam is niet aantrekkelijk om in te wonen wilde terug naar de regio van herkomst geen binding met de stad geen goed woningaanbod onvoldoende carrièremogelijkheden dichter bij familie wonen geen vrienden / kennissen in de stad ervaring opdoen in het buitenland privéredenen, zoals samenwonen of gezinsuitbreiding weinig voorzieningen van mijn voorkeur geen goede plek om een eigen bedrijf te starten anders, namelijk

36 => Ga door naar vraag Wat was voor u de belangrijkste reden om na uw studietijd in Rotterdam te gaan of blijven wonen? U kunt hierbij maximaal drie redenen aankruisen. binding met de stad voldoende carrièremogelijkheden veel voorzieningen van mijn voorkeur Rotterdam is aantrekkelijk om in te wonen vrienden / kennissen in de stad goed woningaanbod lid van vereniging(en) e.d. goede plek om een eigen bedrijf te starten baan bij een Rotterdams bedrijf anders, namelijk Werk tijdens en na uw studie 15. Heeft u tijdens uw studie één of meerdere stages gelopen? ja nee => Ga door naar vraag Zo ja, liep u (één van) deze stage(s) in Rotterdam? ja nee 17. Heeft u na uw studie geprobeerd een baan te vinden in Rotterdam? ja, ik had een sterke voorkeur voor een baan in Rotterdam ja, maar het maakte me niet uit waar ik een baan zou vinden nee, ik wilde juist geen baan in Rotterdam n.v.t., ik was niet op zoek naar een baan na mijn studie => Ga door naar vraag Was het soort baan dat u zocht in Rotterdam te vinden? ja nee, omdat weet niet Wonen na uw studie 19. Heeft u na uw studie geprobeerd een woning te vinden in Rotterdam? ja, ik had een sterke voorkeur voor een woning in Rotterdam ja, maar het maakte me niet uit waar ik een woning zou vinden nee, ik wilde juist geen woning in Rotterdam=> Ga door naar vraag 21 n.v.t., ik was niet op zoek naar een woning na mijn studie => Ga door naar vraag Naar welke wijk in Rotterdam ging na uw studie uw voorkeur uit?

37 21. Was het soort woning dat u zocht in Rotterdam te vinden? ja nee, omdat weet niet Rotterdam als stad voor afgestudeerden 22. Wat vindt u aantrekkelijke aspecten aan Rotterdam als woon- en werkstad voor afgestudeerden in het algemeen? U kunt hierbij maximaal drie redenen aankruisen. goede carrièremogelijkheden voor afgestudeerden gemak om aan geschikte woonruimte te komen veel voorzieningen voor vrije tijd veel andere afgestudeerden in de stad veel andere culturen in de stad goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer anders, namelijk Rotterdam heeft geen aantrekkelijke aspecten voor afgestudeerden 23. Wat vindt u minder aantrekkelijke aspecten aan Rotterdam als woon- en werkstad voor afgestudeerden in het algemeen? U kunt hierbij maximaal drie redenen aankruisen. onvoldoende carrièremogelijkheden voor afgestudeerden lastig om aan geschikte woonruimte te komen weinig voorzieningen voor vrije tijd criminele, onveilige stad weinig andere afgestudeerden in de stad anders, namelijk Rotterdam heeft geen minder aantrekkelijke aspecten voor afgestudeerden 24. In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende uitspraken over Rotterdam? helemaal helemaal eens eens neutraal oneens oneens a) Rotterdam is een aantrekkelijke stad voor afgestudeerden om in te wonen. b) In Rotterdam zijn voldoende mogelijkheden voor afgestudeerden van mijn studierichting om een passende baan te vinden. c) In Rotterdam is het gemakkelijk aan woonruimte te komen als je afgestudeerd bent. d) Rotterdam biedt voldoende mogelijkheden voor afgestudeerden op het gebied van uitgaan, sporten, winkelen, etc. e) In Rotterdam ontmoet je weinig andere hoger opgeleiden.

38 Tot slot nog enkele algemene vragen over u zelf. 25. Volgde u de opleiding Bestuurskunde hoofdzakelijk in voltijd of in deeltijd? voltijd deeltijd 26. Wat is uw geboortejaar? Bent u man of vrouw? man vrouw 28. Bent u in Nederland geboren? ja nee 29. Is uw vader in Nederland geboren? ja nee 30. Is uw moeder in Nederland geboren? ja nee 31. Heeft u tot slot nog vragen of opmerkingen over de vragenlijst? Dit is het einde van de vragenlijst. Hartelijk dank voor het beantwoorden van de vragen!

39 BIJLAGE II: De betekenis van percentages; significantie Percentages In de tabellen in dit rapport staan de uitkomsten in percentagevorm weergegeven. Dit is gedaan omdat percentages in populaties van verschillende grootte (bijvoorbeeld: de steekproef versus heel Rotterdam) onderling gemakkelijker te vergelijken zijn dan aantallen. Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie, dat schatting en werkelijke waarde ten gevolge van het toeval kunnen afwijken. (Daarnaast zijn ook afwijkingen mogelijk ten gevolge van andere zaken dan het toeval, zoals onder- en oververtegenwoordigingen van bepaalde categorieën respondenten, bijvoorbeeld door selectieve non-respons.) Deze mogelijke afwijkingen ten gevolge van het toeval kunnen worden uitgedrukt in statistische betrouwbaarheidsmarges. Gangbaar hierbij is een uitdrukking in 95%-betrouwbaarheidsmarges. De 95%-betrouwbaarheidsmarge bij een steekproefpercentage en een steekproefgrootte geeft aan, hoe groot de afwijking van de geschatte waarde met de werkelijke waarde zou kunnen zijn ten gevolge van het toeval. De betekenis van zo'n marge is, dat, indien de steekproef en de meting vele malen zouden worden herhaald, en steeds een 95%-betrouwbaarheidsmarge zou worden bepaald, de werkelijke waarde zich in 95 van de 100 gevallen binnen de betrouwbaarheidsmarge zal bevinden. Een betrouwbaarheidsmarge (dus: de onnauwkeurigheid) is kleiner naarmate de steekproef groter is, maar verschilt ook met het gemeten percentage: percentages van rond de 50% hebben de grootste onnauwkeurigheid, en hoe verder het percentage van de 50% af zit, hoe kleiner de onnauwkeurigheid 1. Dit betekent in het bijzonder ook, dat bij heel kleine percentages die zijn veroorzaakt door één of twee respondenten nog sprake kan zijn van een toevalstreffer, maar dat dit niet kan worden gezegd als het wat meer respondenten betreft. De volgende tabel geeft voor in steekproeven of delen daarvan gemeten percentages de betrouwbaarheidsmarges voor een meting van 50% (dus voor het ongunstigste geval), en ter illustratie ook voor een meting van 10- of 90%. Tabel II.1: De 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. Bij een (deel-)steekproefomvang van: is 10% eigenlijk: is 50% eigenlijk: is 90% eigenlijk: % ± 8% 10% ± 6% 10% ± 5% 50% ± 14% 50% ± 10% 50% ± 8% 90% ± 8% 90% ± 6% 90% ± 5% Voorbeeld: als in een steekproef(-deel) van 500 ondervraagden 50% een bepaald antwoord geeft, moet dit gelezen worden als 50% ± 4%, ofwel 46- à 54 procent. Bij kleinere of grotere gemeten percentages wordt deze marge kleiner. Noot: Bij het berekenen van de betrouwbaarheidsmarge bij percentages kan worden uitgegaan van de volgende benaderende formule: absolute 95%-betrouwbaarheidsmarge bij p% = 1,96 x p(100-p) / (n-1), waarbij n de omvang van de (deel-) steekproef is. Een gemeten percentage van 50% in de enquête heeft dus een betrouwbaarheidsmarge van 1,96 x (50x50) / 146= 8,1%. Evenzo heeft een gemeten percentage van 1% een betrouwbaarheidsmarge van 1,96 x (1x99) / 146 = 1,6%.

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

Rotterdam: er werken is OK, er wonen NEE!

Rotterdam: er werken is OK, er wonen NEE! Rotterdam: er werken is OK, er wonen NEE! OBR onderzoek naar HBO-jongeren en de arbeidsmarkt Dick Markvoort, Guido Walraven en anderen, Hogeschool INHolland 1 HBO-studenten die wonen en studeren in de

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Juni 2007 www.adv-mr.com Utrechtseweg 101, 3702 AB Zeist Inhoud Inleiding Vanuit woonstichting Viveste en de gemeente Houten is een behoefte aan onderzoek naar de woonwensen

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

STRAATENQUÊTE MASTERPLAN LIJNBAANHOVEN

STRAATENQUÊTE MASTERPLAN LIJNBAANHOVEN STRAATENQUÊTE MASTERPLAN LIJNBAANHOVEN Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) In opdracht van ds+v Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: Project: 07-2610 Prijs: Adres: Goudsesingel 78,

Nadere informatie

Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam

Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam Martijn Epskamp Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) januari 2010 In opdracht van ds+v (gemeente Rotterdam) en provincie Zuid-Holland

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Kinderopvang in de Drechtsteden

Kinderopvang in de Drechtsteden Kinderopvang in de Drechtsteden Aanvullende tabellen Betrouwbaarheidsmarges In steekproefonderzoek heb je te maken met een zekere onnauwkeurigheid. Bij herhaling van het onderzoek kan de waarde met een

Nadere informatie

Erasmus Universiteit Rotterdam, Van scholier naar student BIJLAGE 1 VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN

Erasmus Universiteit Rotterdam, Van scholier naar student BIJLAGE 1 VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN Erasmus Universiteit Rotterdam, Van scholier naar student BIJLAGE 1 VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM VWO-6 Over de vragenlijst Deze vragenlijst

Nadere informatie

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Onderzoek Alumni Bètatechniek Onderzoek Alumni Bètatechniek 0 meting - Achtergrond Eén van de knelpunten op de Nederlandse arbeidsmarkt is een tekort aan technisch geschoolden. De Twentse situatie is hierin niet afwijkend. In de analyse

Nadere informatie

Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items

Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items Factoren Alle studenten die zich vooraanmelden via Studielink krijgen een online vragenlijst aangeboden via een link die in de aanmeldingsprocedure van Studielink

Nadere informatie

Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten

Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten Rotterdam, februari 2013 Onderzoek uitgevoerd door studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam Contacten: Professor Luit Kloosterman, Bart van Putten, Tim

Nadere informatie

KOOPZONDAGEN De mening van burgers en ondernemers

KOOPZONDAGEN De mening van burgers en ondernemers KOOPZONDAGEN De mening van burgers en ondernemers Opdrachtnemer: Bureau O&S Heerlen Opdrachtgever: Bureau Economie Januari 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Onderzoeksvragen 3 3. Onderzoeksopzet 3 4.

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Flitspeiling begeleid wonen

Flitspeiling begeleid wonen Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Flitspeiling begeleid wonen Bart Koenen, Valerie Vieira

Nadere informatie

Utrecht en hoogopgeleiden

Utrecht en hoogopgeleiden Utrecht en hoogopgeleiden Binding van studenten hoger onderwijs aan de stad Utrecht notitie van de afdeling Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl maart 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Interne Bedrijven

Nadere informatie

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Draagvlakmeting Projectnummer: 10063 In opdracht van: Ingenieursbureau Amsterdam (IBA) Rogier van der Groep Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658

Nadere informatie

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen April 2013 Binding met aar verbonden met stad en regio In hoeverre richt de aar zich op de eigen stad dan wel op de regio voor diverse activiteiten? Wat is hun oriëntatie in de randstad? Deze vraag staat

Nadere informatie

Centrum van Horst Wonen Limburg

Centrum van Horst Wonen Limburg Centrum van Horst Wonen Limburg januari 2013 Flycatcher Internet Research, 2004 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming van de uitgever is dan ook niet

Nadere informatie

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Interactief bestuur. Omnibus 2015 Interactief bestuur Omnibus 2015 O&S April 2016 Samenvatting In september/oktober 2015 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s- Hertogenbosch een omnibusonderzoek gehouden. In dit

Nadere informatie

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek December 2012 Projectnummer 507 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: M. Dujardin Project: 10-3303 Datum: februari 2011. In opdracht van ds+v, afdeling communicatie

Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: M. Dujardin Project: 10-3303 Datum: februari 2011. In opdracht van ds+v, afdeling communicatie Bekendheid VVE-010 Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: M. Dujardin Project: 10-3303 Datum: februari 2011 In opdracht van ds+v, afdeling communicatie Adres: Blaak 34, 3011 TA Rotterdam Postbus

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Amsterdam-Noord en de recessie

Amsterdam-Noord en de recessie Amsterdam-Noord en de recessie Sinds november 2009 kunnen bewoners van Amsterdam-Noord lid worden van het digitale bewonerspanel. In deze rapportage worden de resultaten van de eerste meting gepresenteerd.

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 420 Respondenten WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd en opleiding naar

Nadere informatie

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie?

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? In deze factsheet staat de binding met de provincie Groningen centraal. Het gaat dan om de persoonlijke gevoelens die Groningers hebben

Nadere informatie

De vraag van studenten naar huisvesting

De vraag van studenten naar huisvesting Vastgoedmarkten De vraag van studenten naar huisvesting Groep 7 Fariez Alyan Arjen Kalkhoven Mina Karami Maikel Lankreijer Danny van Sas Mirte Tuinenberg Specialisatie/Minor Real Estate & Makelaardij 2011-2012

Nadere informatie

Onderzoek: Studiekeuze

Onderzoek: Studiekeuze Onderzoek: Studiekeuze Publicatiedatum: 31-01- 2014 Over dit onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 29 t/m 31 januari 2014, deden 712 scholieren en 1064 studenten mee. De uitslag van de peiling

Nadere informatie

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel Resultaten LHBT-Veiligheidsmonitor 2015: Kwart maakte afgelopen jaar een onveilige situatie mee; veiligheidsgevoel onder transgenders blijft iets achter. De resultaten van het jaarlijkse buurtveiligheidsonderzoek

Nadere informatie

Onderzoek Metropoolregio

Onderzoek Metropoolregio Onderzoek Metropoolregio April 2012 Gemeente Schiedam Onderzoek & Statistiek O n d e r z o e k M e t r o p o o l r e g i o P a g i n a 1 Inleiding Belangrijke items in de samenwerking binnen de metropoolregio

Nadere informatie

Evenementen in Hoek van Holland - 2009

Evenementen in Hoek van Holland - 2009 Evenementen in Hoek van Holland - 2009 Evenementen in Hoek van Holland - 2009 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2009 In opdracht van deelgemeente Hoek

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

JONGERENPEILING WONEN IN EDE

JONGERENPEILING WONEN IN EDE JONGERENPEILING WONEN IN EDE ACHTERGROND EN OPZET Eind 2015 is de Woonvisie Ede 2030 vastgesteld. Sindsdien heeft de gemeente Ede gewerkt aan de vertaling van de Woonvisie naar het woningbouwprogramma

Nadere informatie

Student City. Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Rotterdam. Co Poulus, Richard van den Berg, Rik Lukey. December 2007 r2007-0104cp

Student City. Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Rotterdam. Co Poulus, Richard van den Berg, Rik Lukey. December 2007 r2007-0104cp Student City Student City Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Rotterdam Co Poulus, Richard van den Berg, Rik Lukey December 2007 r2007-0104cp ABF RESEARCH VERWERSDIJK 8 2611 NH DELFT T [015] 2123748 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Rapportage JongerenPanel Binding met Leiden

Rapportage JongerenPanel Binding met Leiden Rapportage JongerenPanel Binding met Leiden Tussen half december 2012 en begin januari 2013 is het JongerenPanel gevraagd naar hun binding met Leiden. Het doel van de meting is na te gaan wat de oriëntatie

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Interactief bestuur. Omnibus 2017

Interactief bestuur. Omnibus 2017 Interactief bestuur Omnibus 2017 Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 2018 Samenvatting In het najaar van 2017 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s-hertogenbosch weer het tweejaarlijks

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0 Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2. Inhoud 1 Inleiding... 5 2 Werving en achtergronden deelnemers... 6 2.1 Interpretatie van de gegevens...6 2.2 Werving...6 2.3 Doelgroep...7 2.4 Kenmerken

Nadere informatie

Gescheiden gft inzameling Nesselande

Gescheiden gft inzameling Nesselande rotterdam.nl/onderzoek Gescheiden gft inzameling Nesselande Onderzoek en Business Intelligence Gescheiden gft inzameling Nesselande Een evaluatie M. van Rhee Onderzoek en Business Intelligence (OBI) 13

Nadere informatie

Jongerenparticipatie in Amersfoort

Jongerenparticipatie in Amersfoort Jongerenparticipatie in Amersfoort gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal november 2013 Samenvatting De gemeente wil Amersfoortse jongeren meer betrekken bij zaken die hen aangaan. We hebben via digitaal

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017 Nederlandse landbouw en visserij 2017 Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 14 5 Waardering en

Nadere informatie

Meedoen in Kinderdijk

Meedoen in Kinderdijk Meedoen in Kinderdijk Belangstelling voor activiteiten en diensten Inhoud: 1. Conclusies 2. Belangstelling in beeld Sinds 2011 heeft Kinderdijk een eigen wijkcentrum, het Multifunctioneel Centrum (MFC)

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Rookmelders Omnibusonderzoek 2011

Rookmelders Omnibusonderzoek 2011 Omnibusonderzoek 2011 Onderzoekskader Omnibusonderzoeken 2011 Opdrachtgever Brandweer en rampenbestrijding (Marry Borst) Uitvoering Gemeente Alkmaar, Concerncontrol, Team Onderzoek en Statistiek (Aad Baltus)

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 8 t/m 11 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 18 maart 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Mogelijkheden windenergie

Mogelijkheden windenergie Mogelijkheden windenergie Draagvlak onder de inwoners De gemeenteraad heeft half 2013 ingestemd met het uitwerken van de mogelijkheden voor windenergie in Dordrecht in een Uitvoeringsplan Windenergie.

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk

Nadere informatie

Buurtenquête hostel Leidsche Maan

Buurtenquête hostel Leidsche Maan Buurtenquête hostel Leidsche Maan tussenmeting 2013 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht (GG&GD) DIMENSUS beleidsonderzoek April 2013 Projectnummer 527 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding

Nadere informatie

Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt

Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt B A S I S V O O R B E L E I D Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt Erik van der Werff Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

ONDERZOEK IBP COMMUNICATIE VERKEER

ONDERZOEK IBP COMMUNICATIE VERKEER ONDERZOEK IBP COMMUNICATIE VERKEER GEMEENTE HILVERSUM MAART/APRIL 2011 20110114.01 Maart/April 2011 1 Inhoudsopgave Onderzoeksopzet en -verantwoording Blz. 3 2 Resultaten Blz. 6 2.1 Deelname aan het verkeer

Nadere informatie

ONDERNEMERS EN INTERNETPANEL OVER DE WINKELOPENINGSTIJDEN IN PURMEREND

ONDERNEMERS EN INTERNETPANEL OVER DE WINKELOPENINGSTIJDEN IN PURMEREND ONDERNEMERS EN INTERNETPANEL OVER DE WINKELOPENINGSTIJDEN IN PURMEREND Ondernemers en internetpanel over de winkelopeningstijden in Purmerend In opdracht van: Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Patty Laan

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Resultaten stadspanelmeting Stadsinitiatief

Resultaten stadspanelmeting Stadsinitiatief Resultaten stadspanelmeting Stadsinitiatief Ruim 950 respondenten hebben de vragenlijst ingevuld, respons 53 procent. Figuur 1: Aandeel stemmers Ja Nee Weet niet, wil niet zeggen Het aandeel stemmers is

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

Dienstverlening Amsterdam-Noord

Dienstverlening Amsterdam-Noord Dienstverlening Amsterdam-Noord tweede meting bewonerspanel Projectnummer: 9151 In opdracht van stadsdeel Amsterdam-Noord Rogier van der Groep Esther Jakobs Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS)

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS) 1 (13) Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS) Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 31 mei kregen de panelleden van 12 tot en met 16 jaar (89 personen) een e-mail met de vraag of zij

Nadere informatie

Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel

Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel Algemeen rapport Inhoud Samenvatting onderzoeksresultaten

Nadere informatie

ROTTERDAMMERS OVER BURGERPARTICIPATIE 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007

ROTTERDAMMERS OVER BURGERPARTICIPATIE 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 ROTTERDAMMERS OVER BURGERPARTICIPATIE 2007 Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 Projectnummer 07-2673 E. Mertens Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Juli 2007 In opdracht van de Afdeling Organisatie

Nadere informatie

Algemene informatie. Beste aanstaande student,

Algemene informatie. Beste aanstaande student, Algemene informatie Beste aanstaande student, Ter voorbereiding op het gesprek vragen we je een korte enquête in te vullen. Met het invullen bevestig je tegelijk je komst naar het kennismakingsgesprek,

Nadere informatie

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful Postbus 450 5600 AL Eindhoven +31 (0)40-84 89 280 www.dynamic-concepts.nl info@dynamic-concepts.nl Beleving Theaterfestival Boulevard Life is Wonderful Dynamic Concepts consultancy Eindhoven Copyright

Nadere informatie

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Digitaal Cursisten - Panelonderzoek 1 WoonWerk Jonna Stasse Woerden, mei 2007 In geval van overname van het datamateriaal is bronvermelding

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Page 1 of 6 Kopers van nieuwbouwwoningen in Nesselande januari 2003 In opdracht van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR) 1 Inleiding In oktober 2002 is in opdracht van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam

Nadere informatie

Floriade Almere 2022 juli 2018

Floriade Almere 2022 juli 2018 Floriade Almere 2022 juli 2018 INLEIDING AANLEIDING ONDERZOEK In Almere vindt in 2022 de Floriade plaats. Deze zevende editie van de wereldtuinbouwtentoonstelling staat in het teken van Growing Green Cities,

Nadere informatie

Veluwse Poort in beeld. Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort

Veluwse Poort in beeld. Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort Veluwse Poort in beeld Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Doel van het onderzoek... 2 1.3. Probleemstelling...

Nadere informatie

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren Onderzoek in opdracht van VWS December 2017 244108113 Inhoud 1 Inleiding 01 2 Belangrijkste resultaten en samenvatting 07 3 In

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008 Feiten en cijfers Studenttevredenheids onderzoek 2008 juni 2008 Feiten en cijfers 2 Studenttevreden heids - onderzoek 2008 Inleiding In maart 2008 hebben 27 hogescholen dezelfde vragenlijst voorgelegd

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari 2015. www.ioresearch.nl

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari 2015. www.ioresearch.nl PEILING 65-PLUSSERS Gemeente Enkhuizen januari 2015 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Telnr. : 0229-282555 Rapportnummer 2015-2080 Datum januari 2015 Opdrachtgever

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Naamsbekendheidonderzoek

Hoofdstuk 5 Naamsbekendheidonderzoek Hoofdstuk 5 5.1 Inleiding Achtergrond en doel van het onderzoek Bonnema Weert wenst inzicht te verkrijgen in haar naamsbekendheid. Bonnema Weert wil in het bijzonder antwoord krijgen op de volgende onderzoeksvragen:

Nadere informatie

Werkdruk in het onderwijs

Werkdruk in het onderwijs Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:

Nadere informatie

Belastingaangifte over 2013

Belastingaangifte over 2013 Belastingaangifte over 2013 Rapportage 28 maart 2014 Over dit onderzoek Aan het onderzoek deden 20.482 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek vond plaats van 26 tot en met 28 maart 2014.

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Eindrapportage Huurderstevredenheidonderzoek 2015 uitsplitsing naar kernen. Van goed naar beter

Eindrapportage Huurderstevredenheidonderzoek 2015 uitsplitsing naar kernen. Van goed naar beter Eindrapportage Huurderstevredenheidonderzoek 2015 uitsplitsing naar kernen Van goed naar beter 23-11-2015 Inhoudsopgave Werkwijze 3 Resultaten huurderstevredenheidonderzoek per kern 4 - Over de respondent

Nadere informatie

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 Datum: 31 Mei 2013 Opdrachtgever: FNV Jong Onderzoeksbureau: YoungVotes TM (DVJ Insights) Contactpersoon FNV Jong: Esther de Jong, Kim Cornelissen Contactpersoon YoungVotes:

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

1 Startersonderzoek Doesburg

1 Startersonderzoek Doesburg DATUM 16 juni 2017 PROJECTNUMMER 221.105 OPDRACHTGEVER Gemeente Doesburg en Stichting Woonservice IJsselland Uitkomst enquête starters 1 Startersonderzoek Doesburg In de gemeente Doesburg zijn in het kader

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 71%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 71%. Samenvatting Parkeren Cluster Ruimte/afdeling Advies heeft O&S gevraagd een onderzoek naar parkeren uit te zetten onder de leden van het Delft Internet Panel (DIP). In april 2014 is het DIP hierover benaderd.

Nadere informatie

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport ZOETERMEER FM Zoetermeer, 18 december 2015 Gemeente Zoetermeer Afdeling Juridische

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Samenvatting resultaten Quick Scan Aansluiting HBO-TU/e

Samenvatting resultaten Quick Scan Aansluiting HBO-TU/e Quick Scan: Aansluiting HBO-TU/e juni 2005 Samenvatting resultaten Quick Scan Aansluiting HBO-TU/e Een Quick Scan is een peiling onder studenten over een actueel onderwerp. Het Studenten Service Centrum

Nadere informatie

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker Factsheet persbericht Toekomst van studenten onzeker Inleiding Studententijd De overheid komt met steeds meer nieuwe wetten en voorstellen om te bezuinigen en de student te motiveren zijn/haar studie in

Nadere informatie

Onderzoek Vakantiewerk

Onderzoek Vakantiewerk Onderzoek Vakantiewerk Publicatiedatum: 05-07- 2013 Over dit onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 21 juni tot 1 juli 2013, deden 2261 jongeren mee. Op het moment van invullen hadden 1302 deelnemers

Nadere informatie

Bewonerspanel. Windenergie. Oktoberpeiling eiling 2011

Bewonerspanel. Windenergie. Oktoberpeiling eiling 2011 Afdeling Bestuursinformatie, Gemeente Utrecht onderzoek@utrecht.nl / 030 286 1350 www.utrecht.nl/onderzoek Bewonerspanel Oktoberpeiling eiling 2011 Van 24 oktober t/m 6 november 2011 heeft Bestuursinformatie

Nadere informatie

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Bijlage Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Behorend bij het rapport VMBO-opleiding Rijn- en binnenvaart in Nijmegen ; Onderzoek naar de behoefte aan een VMBO-opleiding Rijn-

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Imago Rotterdamse festivals

Imago Rotterdamse festivals Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) november 2010 In opdracht van Rotterdam Festivals Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteurs: Annemarie Reijnen Project: 10-3331 Adres: Blaak 34, 3011

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016 Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning

Nadere informatie

Drechtstedendinsdag 2015

Drechtstedendinsdag 2015 Drechtstedendinsdag 2015 UITKOMSTEN ENQUÊTE INRICHTING EN FUNCTIONEREN Inhoud 1. Conclusies 2. Drechtstedendinsdag in het algemeen 3. Themabijeenkomsten 4. Gezamenlijke maaltijd 5. Regionaal fractieoverleg

Nadere informatie

Fietsen in deelgemeente Noord

Fietsen in deelgemeente Noord rotterdam.nl/onderzoek Fietsen in deelgemeente Noord Onderzoek en Business Intelligence Fietsen in deelgemeente Noord Margriet Heessels Onderzoek en Business Intelligence (OBI) juni 2013 In opdracht van

Nadere informatie

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Burgerpanel Capelle aan den IJssel Burgerpanel Capelle aan den IJssel Resultaten peiling 6: Afvalscheiding november 2012 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de zesde peiling met het burgerpanel van Capelle aan den IJssel.

Nadere informatie

Wie kent het Groene Hart?

Wie kent het Groene Hart? 2011 Wie kent het Groene Hart? Onderzoek naar het imago van het Groene Hart in opdracht van de provincie Utrecht Uitgevoerd door Het Opiniehuis 1-7-2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Samenvatting

Nadere informatie