Katholieke Universiteit Leuven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Katholieke Universiteit Leuven"

Transcriptie

1 Katholieke Universiteit Leuven FACULTEIT GENEESKUNDE SCHOOL VOOR MAATSCHAPPELIJKE GEZONDHEIDSZORG CENTRUM VOOR ZIEKENHUIS- EN VERPLEGINGSWETENSCHAP ACTUALISATIE VAN DE MINIMALE VERPLEEGKUNDIGE GEGEVENS Onderzoeksopdracht juli 2003-december 2004 Federale Overheidsdienst, Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN BESTUURSDIRECTIE GEZONDHEIDSZORGBELEID Prof. W. Sermeus Prof. L. Delesie Lic. K. Van den Heede Lic. D. Michiels Leuven, 2004

2

3 Katholieke Universiteit Leuven FACULTEIT GENEESKUNDE SCHOOL VOOR MAATSCHAPPELIJKE GEZONDHEIDSZORG CENTRUM VOOR ZIEKENHUIS- EN VERPLEGINGSWETENSCHAP ACTUALISATIE VAN DE MINIMALE VERPLEEGKUNDIGE GEGEVENS Onderzoeksopdracht juli december 2004 Federale Overheidsdienst, Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN BESTUURSDIRECTIE GEZONDHEIDSZORGBELEID Prof. W. Sermeus Prof. L. Delesie Lic. K. Van den Heede Lic. D. Michiels Leuven, 2004

4 INHOUDSTAFEL INTRODUCTIE 1 HOOFDSTUK I ACTUALISATIE MVG : GLOBALE AANPAK Inleiding Methode en procedure Resultaten Conclusies 13 HOOFDSTUK II ALGEMENE BESCHRIJVING DATABANK MVGII Inleiding Vooropgestelde aantallen Overzicht deelnemende ziekenhuizen, begeleiding Vlaamse equipe Algemene beschrijving bestand MVGII 22 HOOFDSTUK III BETROUWBAARHEID MVGII Het begrip betrouwbaarheid en methodologie Resultaten per casus Inleiding Casus Intensieve Zorgen Casus SP Casus Pediatrie Casus Geriatrie Casus Oncologie Casus Cardiologie Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid over casussen heen Besluit 92 HOOFDSTUK IV IMPLICATIE MVGII VERPLEEGKUNDIG DOSSIER Probleemstelling Methodologie Resultaten Discussie en Besluit 140 HOOFDSTUK V VARIABELENREDUCTIE MVGII Selectie van de basisset Introduction Development of the instrument Methods Results Discussion Selectie specifieke set Intensieve zorgen Methodologie Resultaten 176

5

6 Introductie Inleiding Minimale Verpleegkundige Gegevens of MVG worden reeds sinds 1988 geregistreerd in alle Belgische algemene ziekenhuizen. De afgelopen 15 jaar is MVG een vertrouwd begrip geworden voor verpleegkundigen, artsen en ziekenhuisdirecties. Nochtans is de exploitatie van deze uitgebreide databank beperkt. Zo is slechts een klein deel van het ziekenhuisbudget gebaseerd op MVG. Sommige ziekenhuisdirecties gebruiken MVG tevens voor het lokale beleid, zoals bijvoorbeeld bij de sturing van de verpleegkundige personeelsinzet. Ondanks de continue evolutie van de gezondheidszorg en van het verpleegkundig beroep in het bijzonder, is MVG sinds zijn ontstaan in 1985 niet fundamenteel gewijzigd. Een actualisatie van MVG is dan ook aangewezen. (Sermeus et al. 2002a) Deze actualisatie volgt, zoals voordien reeds uitvoerig beschreven werd in vorige publicaties (Sermeus et al. 2002a en 2002b, Van den Heede et al., 2003, Sermeus et al 2003), een vijftal basisprincipes: - De MVG registratie wordt ingebed in het groter geheel van ziekenhuis- of patiëntenregistratiesystemen (Minimale Klinische Gegevens of MKG, Minimale Financiële Gegevens of MFG, e.d.). - Er wordt getracht om de bestaande data, in welk registratiesysteem ze zich ook bevinden, maximaal te benutten alvorens een registratie van nieuwe data voor te stellen. - De bestaande kwantitatieve benadering van de zorg wordt aangevuld met een meer kwalitatieve of evaluatieve benadering. - De actualisatie wordt gekaderd in het concept van zorgprogramma's (Geriatrie, Cardiologie, Pediatrie, Chronische zorg Sp, Oncologie, Intensieve zorgen - De actualisatie wordt uitgewerkt in voortdurende dialoog met de sector van de ziekenhuizen en de verpleegkundigen. In dit intermediair onderzoeksrapport worden de werkzaamheden van de eerste testfase van MVGII (periode juli december 2004) besproken. Volgende onderzoeksvragen werden voor deze testfase vooropgesteld: 1

7 1) Het gewenste aantal registratiedagen en de spreiding van de registratiedagen over het jaar dat nodig is om een zinvolle koppeling te bewerkstelligen tussen de MVG & de MKG. 2) De informatie verkregen uit de huidige MVG wordt vergeleken met informatie uit het MVG-testinstrument. Doel is dat de geactualiseerde MVG de huidige verpleegkundige praktijkvoering genuanceerder in beeld brengt dan de huidige MVG. 3) Het discriminerend vermogen van de verschillende items wordt onderzocht. Hierbij wordt nagegaan welke items een discriminerend vermogen hebben tussen de zorgprogramma s en welke items een discriminerend vermogen hebben binnen een zelfde zorgprogramma. 4) Het verklarend vermogen van MKG en de daarin gehanteerde DRG s ten aanzien van de Minimale Verpleegkundige Gegevens. 5) Het opsporen van dubbele registraties tussen de MVG-registratie en de registraties MKG, Facturatietapes (farmaceutische gegevens) en FINHOSTA Naast deze algemene onderzoeksvragen werden nog enkele specifieke onderzoeksvragen opgesteld die bijkomend worden onderzocht bij de deelnemende ziekenhuizen (op vrijwillige basis). 6) Het verschil nagaan tussen het scoren op basis van dossiergegevens en het scoren op basis van observatie/realiteit. MVG heeft tot doel de verpleegkundige en verzorgende activiteiten, die bij een patiënt uitgevoerd worden, te registreren. Er wordt verwacht dat de activiteiten, die in de realiteit uitgevoerd worden, geregistreerd worden. Bij de huidige MVG dient elke activiteit die geregistreerd wordt, terug te vinden zijn in het dossier. Voor het testinstrument zal nagegaan worden in hoeverre de registratie van de realiteit overeenstemt met de registratie op basis van een patiëntendossier (gescoord door een onafhankelijke codeur). Dit zal helpen om aan te duiden welke impact de nieuwe MVG registratie zal hebben op het patiëntendossier. Ook zal dit leiden tot de formulering van een aantal aanbevelingen i.v.m. de MVG-audit, uitgevoerd door de FOD, Volksgezondheid. 7) Tijdsmeting verrichten van het registreren van de geactualiseerde MVG. Hierbij zal gemeten worden hoe lang een registratie duurt per verpleegdag. Dit om de haalbaarheid van het nieuwe instrument te onderzoeken. 2

8 8) De relatie nagaan tussen AEP geconstrueerd via de geactualiseerde MVG en AEP zoals gemeten met het AEP-instrument In dit rapport zullen niet alle resultaten op de hoger vermelde onderzoeksvragen worden uitgeschreven. Dit is immers een intermediair rapport van een onderzoek dat verder loopt in 2005 omwille van een bijkomende gegevensverzameling. Een representatieve steekproef met voldoende gegevens is noodzakelijk voor een correct antwoord op deze vragen (onderzoeksvragen 1, 4, 5). De onderzoeksvragen 7 en 8 worden beschreven in het onderzoeksrapport van de Luikse onderzoeksequipe (Codognotto et al, 2004). Beschrijving van het rapport Het rapport is opgebouwd in verschillende hoofdstukken. Elk hoofdstuk beschrijft een deelonderzoek binnen de testfase van MVGII. In hoofdstuk 1 wordt een globaal overzicht gegeven van de verschillende stappen van het actualisatie proces: van concept tot implementatie. Hoofdstuk 2 geeft een algemene beschrijving van de bekomen databank MVGII. In hoofdstuk 3 wordt de betrouwbaarheid van MVGII onder de loep genomen. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de implicaties van MVGII op het verpleegkundig dossier beschreven. In hoofdstuk 5 wordt de methodologie van de variabelenselectie toegelicht en een voorlopige stand van zaken weergegeven over de geselecteerde variabelen. Het rapport wordt besloten met enkele bijlagen op cd-rom : het registratiezakboekje en de errata uit de testfase (bijlage 1), verslagen van coördinatorenvergaderingen tijdens de testfase (bijlage 2), opleidingsmateriaal (bijlage 3), sas-programma s voor de cleaning van de gegevens (bijlage 4) en de feedback van de verwerking van de gegevens (bijlage 5). 3

9 Hoofdstuk 1 : Actualisatie van de Minimale Verpleegkundige Gegevens : globale aanpak 1.1 Inleiding België heeft meer dan 15 jaar ervaring met het verzamelen van ziekenhuisgegevens. De Minimale Klinische Gegevens (MKG) werden ontwikkeld eind de jaren tachtig en geïmplementeerd in MKG bevat klinische gegevens (primaire en secundaire diagnose, procedure, verblijfsduur, etc. ) van elke patiënt die ontslagen wordt uit een acuut ziekenhuis. België is nog steeds één van de weinige landen, wereldwijd, die deze MKG aanvullen met een nationale, systematisch verzamelde verpleegkundige dataset. De oorspronkelijke minimale verpleegkundige gegevens (MVG) maken het mogelijk om de verpleegkundige activiteiten en de verpleegkundige personeelsinzet te onderzoeken vanaf 1987 [1]. De verplichte registratie resulteerde, geaggregeerd over alle ziekenhuizen in een dataset van meer dan 15 miljoen verpleegdagen voor meer dan 6 miljoen patiënten. Desondanks deze rijke bron aan gegevens, is er een onderexploitatie van de gegevens en zijn toepassingen in de klinische praktijkvoering en het ziekenhuisbeleid te beperkt. Op basis van MVG wordt wel een beperkt deel van het ziekenhuisbudget herverdeeld. Een aantal ziekenhuizen maken tevens gebruik van MVG om hun personeelsbeleid te ondersteunen. Anderzijds maakten de recente evoluties binnen de gezondheidszorg en verpleegkunde in het bijzonder de actualisering van MVG noodzakelijk. De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Sociale Zaken en Leefmilieu gaven de Katholieke Universiteit van Leuven en de Universiteit van Luik de Opdracht om MVG te actualiseren voor zes zorgprogramma s: cardiologie, oncologie, geriatrie, chronische zorg, pediatrie en intensieve zorgen [2]. De studie startte in Nationale implementatie wordt voorzien vanaf begin De actualisatie van MVG beoogt de veranderingen binnen de verpleegkundige professie en de gezondheidszorg in rekening te brengen. Bovendien zal de actualisatie ingebed worden in de internationale ontwikkelingen op het domein van verpleegkundige talen en classificaties. Tevens wordt tijdens de actualisatie getracht om MVG via een koppeling met MKG te integreren binnen het geheel van ziekenhuisregistratiesystemen. 4

10 1.2 Methodologie en procedure Bij de actualisatie van MVG wordt een strikt plan gevolgd dat zich baseert op twee kernpunten: (1) raadpleging van experten panels (hoofdverpleegkundigen en MVGcoordinatoren) om een instrument te ontwikkelen dat door de ziekenhuissector aanvaard wordt, en (2) het gebruik van bestaande en nieuwe empirische (verpleegkundige) gegevens om een instrument te kunnen ontwikkelen dat valide en betrouwbaar is. Het project werd onderverdeeld in vier fases: (1) conceptualisering, (2) taalontwikkeling, (3) gegevensverzameling en validering, en (4) informatie management. Elk van deze fases wordt besproken in onderstaande tekst. 1.3 Resultaten Fase I: Ontwikkeling van een conceptueel raamwerk De eerste fase (Juni Oktober 2002) bestond uit de ontwikkeling van een conceptueel raamwerk op basis van literatuuronderzoek en secundaire gegevensanalyse. De Nursing Interventions Classification (2 nd edition) of NIC werd geselecteerd als raamwerk bij de actualisatie van MVG. NIC is een uitgebreide, op onderzoek gebaseerde, gestandaardiseerde classificatie van verpleegkundige interventies [3]. De 433 interventies uit NIC (2 e editie) worden, voor de éénduidigheid in het gebruik, gegroepeerd in 27 klassen en zes domeinen. Er werd geopteerd voor deze verpleegkundige taal vanwege de uitgebreide validering, de beschikbaarheid in het Frans en het Nederlands, de internationale verspreidheid wat op termijn internationale benchmarks toelaat en een eerdere test in de Belgische thuisgezondheidszorg [4]. Er werd gebruik gemaakt van de tweede editie daar deze reeds beschikbaar was in zowel het Nederlands als het Frans. 5

11 1.3.2 Fase II: taalontwikkeling De tweede fase (November 2002 September 2003) focuste op de prioriteitsbepaling van toekomstige toepassingsgebieden en verpleegkundige taalontwikkeling binnen de zes zorgprogramma s. Dit gebeurde door het raadplegen van panels met klinische expertise (hoofdverpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en middenkader functionarissen) binnen een bepaald zorgprogramma (N=75). Ervaring met de oorspronkelijke MVG maakt duidelijk dat de kosten van de registratie dienen afgewogen te worden tegen reële verbeteringen in de verpleegkundige praktijkvoering en het ziekenhuismanagement die ermee gepaard gaan. Bijgevolg kunnen nieuw te registreren gegevens slechts voorgesteld worden indien deze noodzakelijk zijn voor de actualisering van bestaande indicatoren of de ontwikkeling van nieuwe indicatoren. Ook de beschikbaarheid van gegevens in andere, bestaande bronnen wordt onderzocht om een dubbele registratielast te vermijden.. Vooreerst werd er aan de expertpanels de opdracht gegeven een selectie te maken van indicatoren die betekenisvol zijn voor de verpleegkundige zorg en het verpleegkundig management i.p.v. te focussen op individuele items en scoremogelijkheden. De volgende vier toepassingsdomeinen werden door de experten aangeduid als prioritair voor een geactualiseerde MVG: ziekenhuisfinanciering, verpleegkundig personeelsbeleid, beoordeling van het verantwoord karakter van een ziekenhuisverblijf en kwaliteitsmanagement. Vervolgens, dienden de klinische experts uit de zes zorgprogramma s de meest relevante NIC-interventies selecteren. De NIC (2 e editie) werd door hen allen bestudeerd en geanalyseerd [3]. Er werden NIC interventies geselecteerd die voorkomen binnen hun klinische praktijk en tevens relevant zijn om in een minimale verpleegkundige dataset opgenomen te worden, rekening houdend met de vooraf geformuleerde toepassingsgebieden. Voor de zes zorgprogramma s samen werden er in totaal 256 van de 433 NIC-interventies geselecteerd. De onderzoeksequipe vertaalde deze NIC interventies en de oorspronkelijke MVG-items in nieuwe MVG-items. Alle MVGII-items werden op basis van het NICraamwerk toegewezen aan een klasse en domein. De omzetting van de NIC-taal naar de MVG-registratie verliep via een interactief proces tussen de onderzoeksequipe en de expertpanels. Voor elk item werden door de onderzoeksequipe een definitie, scoremogelijkheden en registratievereisten geformuleerd op basis van de aanbevelingen van de experts binnen elk zorgprogramma. De huidige klinische praktijkvoering en gewenste praktijkvoering (evidence-based nursing) werden besproken. Elk expertpanel vergaderde 6

12 minstens vijf keer wat resulteert in minstens 50 bijeenkomsten van drie à vier uur. Definities bestaan uit een ondubbelzinnige beschrijving van de verpleegkundige activiteit, terwijl de antwoordcategorieën het niveau van verpleegkundige zorgverlening (e.g., type, intensiteit, frequentie, etc.) inhouden. Registratievereisten (vb. documentatie van de interventie in het patiëntendossier) werden beschreven om het audit-proces te faciliteren. De onderzoekers verifieerde de items op ondubbelzinnigheid, haalbaarheid en duidelijkheid gedurende een pre-test in meer dan drie afdelingen per zorgprogramma en meer dan 15 verschillende ziekenhuizen. Deze onderzoeksfase resulteerde uiteindelijk in een alfaversie van MVGII bestaande uit 92 variabelen Fase III: Piloot test en validatie van het instrument De derde fase (October 2003 December 2004) focuste op gegevensverzameling, validatie van het nieuwe instrument en koppeling met MKG Gegevensverzameling Ziekenhuizen werden uitgenodigd om deel te nemen aan de studie. Er stelden zich 85 ziekenhuizen (69% van alle Belgische ziekenhuizen) met 244 verpleegafdelingen kandidaat. Omwille van haalbaarheidsredenen, werd er een selectie gemaakt op basis van duidelijk gedefinieerde criteria: evenwichtige regionale en nationale spreiding, evenwichtige verdeling van kleine en grote ziekenhuizen, een gelijk aantal openbare en privé ziekenhuizen, algemene en universitaire ziekenhuizen, en een gelijk aantal afdelingen per zorgprogramma. Uiteindelijk werden er 66 ziekenhuizen met 158 verpleegafdelingen weerhouden voor de test. Elk ziekenhuis stelde een project-coördinator aan. Deze persoon is verantwoordelijk voor de organisatie van de opleiding, de gegevensverzameling en de gegevensinvoer in het eigen ziekenhuis alsook voor de gegevensoverdracht aan de onderzoeksequipe. Deze coördinatoren hadden reeds ervaring met de registratie en gegevensbehandeling van de oorspronkelijke MVG. Gedurende 30 dagen en drie registratieperioden (1-15 december 2003, 1-5 februari 2004, 1-10 maart 2004) werden verpleegdagen geregistreerd met de alfa versie van MVGII. De oorspronkelijke MVG en MKG van de patiënten waarvoor een MVGII geregistreerd werd, werden eveneens overgemaakt aan de onderzoeksequipe. De haalbaarheid van MVGII (alfa versie) werd bestudeerd door de tijd per registratie te meten. Deze tijdmeting gebeurde tijdens vier dagen gedurende de laatste twee 7

13 registratieperiodes in 42 deelnemende ziekenhuizen (81 verpleegafdelingen). Dit resulteerde in een steekproef van verpleegdagen. De mediane tijd noodzakelijk voor een MVGIIregistratie bedroeg vier minuten (interquartiel afstand : 3 tot 7 minuten). De mediane tijd per zorgprogramma varieerde van twee minuten (dagziekenhuizen) tot acht minuten (intensieve zorgen). Het mediaan aantal variabelen per verpleegdag was 14 (range: 1 43), variërend van een mediane score van 10 (dagziekenhuizen) tot een mediane score van 25 (intensieve zorgen) Betrouwbaarheid en validiteit Wanneer men een instrument ontwikkelt zijn validiteit en betrouwbaarheid belangrijke eigenschappen die in rekening gebracht dienen te worden. In deze studie werden interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, criterium-, begrips- en inhoudsvaliditeit onderzocht.[5] De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van MVGII (alfa-versie) werd getest op drie meetmomenten. Voor elke registratieperiode werd aan de 66 studie-coördinatoren gevraagd twee uitgeschreven casussen te coderen. De casussen beschreven de toestand van de patiënt (leeftijd, diagnose, sociale situatie, ed.) en de verpleegkundige verzorging die gedurende één verpleegdag gegeven werd. De negen casussen dekten de zes zorgprogramma s en omvatten 68 van de 92 variabelen uit de alfa-versie van MVGII. De onderzoeksequipe stelde een gouden standard MVGII-score op per casus. De scores van de respondenten werden vergeleken met deze gouden standaard. De betrouwbaarheidsscore werd berekend als de proportie van respondenten die antwoordden zoals de gouden standaard. Tachtig procent van de gecontroleerde (75%) MVGII-items (alfa versie) hadden een betrouwbaarheid van meer dan 70%. De criterium validiteit werd onderzocht door de score van MVGII (alfa-versie) te vergelijken met de oorspronkelijke MVG-score. Doelstelling was om de geactualiseerde MVG objectief te valideren in vergelijking met de oorspronkelijke MVG. De redenering achter deze benaderingswijze is dat gelijkaardige gegevenselementen in het geactualiseerde instrument op zijn minst hetzelfde niveau van informatie zou moeten opleveren als de vroeger gevalideerde oorspronkelijke MVG. Eerst werden de MVGII-gegevens (alfa versie) voor de periodes december 2003 en maart 2004 gelinkt aan de oorspronkelijke MVG op basis van gemeenschappelijke identificatoren (ziekenhuisnummer, registratiedatum, nummer verpleegeenheid, anonieme verblijfsnummer). Dit resulteerde in een dataset van 24,882 records, beschikbaar voor de vergelijking. Vervolgens werden deze gekoppelde gegevens door de onderzoeksequipe gehercodeerd voor 17 van de 23 oorspronkelijke MVG-variabelen. 8

14 Dit werd gedaan om de definities en scoremogelijkheden in beide datasets zo gelijkaardig mogelijk te maken. Zes oorspronkelijke MVG-variabelen konden onvoldoende worden afgeleid uit MVGII (alfa-versie). RIDIT analyses [6] werden gebruikt om deze variabelen te standaardiseren en te aggregeren per verpleegeenheid. Tenslotte, werden de Spearman rho en Kendall s tau-b correlaties berekend om de criterium validiteit van de MVGII-variabelen (alfa-versie) te bepalen. De analyse werd uitgevoerd op drie niveaus: verpleegdag, ziekenhuis, en zorgprogramma. De correlaties op het verpleegdag niveau (Tabel 1) varieerden van 0.24 (emotionele ondersteuning) tot 0.89 (sondevoeding). Tabel 1 : resultaten van de criterium validiteit (N=24.882) uitgevoerd op patiëntenniveau Correlation Variables >0.80 Sondevoeding (0.89), Anamnese (0.81) Bijzondere mondzorg (0.67), dagkledij (0.67), isolatie (0.62), decubituspreventie: wisselhouding (0.75), IV medicatie (0.63), bloedname (0.79), Hygiënische verzorging (0.78), monitoring vitale parameters (0.72) Tractie (0.57), hulp bij voeding (0.57), beschermingsmaatregelen (0.46) Ademhalingsweg/zuurstoftherapie (0.39), gerichte educatie en voorlichting (0.34), monitoring fysieke parameters (0.31), emotionele ondersteuning (0.24) Het discriminerend vermogen van MVGII (alfa-versie) werd onderzocht om een uitspraak te kunnen doen over de begripsvaliditeit van het nieuwe instrument. Er werd onderzocht of, en in welke mate de variabelen uit MVGII (alfa versie) de concepten meten zoals dat verwacht werd door de expertpanels tijdens fase II van het onderzoek. Deze analyse-ronde had tot doel het aantal variabelen te reduceren tot een hanteerbaar aantal voor een nationale registratie. Enkel de variabelen die noodzakelijk zijn om de verpleegkundige zorg te profileren voor bepaalde pathologiegroepen, verpleegafdelingen en ziekenhuizen werden weerhouden. De MVGII-registratie (alfa-versie) volgde de structuur van de NIC (2 nd edition) klassen. Elke NIC-klasse bevat één of meerdere variabelen. De gegevens werden 9

15 geanalyseerd (CATPCA ) in twee rondes waarbij NIC als raamwerk gehanteerd werd. Vooreerst werden de gegevens geanalyseerd per NIC-klasse. Deze intra-klasse analyses toonden aan dat sommige variabelen dezelfde latente variabelen meten. Op basis van deze analyses werden er ook sommige (hiërarchische) variabelen geaggregeerd, en werden enkel die variabelen met het meeste discriminerende vermogen weerhouden voor verdere analyses. Vervolgens werden de gegevens geanalyseerd over alle NIC-klassen heen. Deze inter-klasse analyses beoogden de associatie van de variabelen tussen de verschillende NIC-klassen te onderzoeken. Beide analyseronden werden zowel uitgevoerd voor elk zorgprogramma als voor de totale steekproef. Dit process leverde emprisch gefundeerde aanbevelingen op i.v.m. registratierichtlijnen en het onderscheid tussen basisvariabelen (visualisatie verpleegkundige zorg in heel het ziekenhuis) en specifieke variabelen (visualisatie verpleegkundige zorg binnen één bepaald zorgprogramma). Als laatste werd de inhoudsvaliditeit onderzocht door de geselecteerde variabelen uit MVGII (alfa versie) voor te leggen aan de klinische experts (Oktober-November 2004). De experts bediscussieerden de studieresultaten en formuleerden aanbevelingen gebaseerd op hun klinische en managementervaring. De meest geformuleerde redenen om variabelen, die op basis van de analyses niet geselecteerd werden, alsnog in MVGII te behouden waren: monitoren van kwaliteit van zorg, significante impact op werklast of indicatie dat de resultaten vertekend werden door een selecte steekproef. De uiteindelijke set van variabelen werd samengesteld als een basisset van 37 variabelen, aangevuld met 11 tot 19 variabelen specifiek voor een bepaald zorgprogramma. Table 2 Voorstel van variabelen voor MVG-II (beta version) Basisset (37 variabelen) Basisset Hulp urinaire uitscheiding; hulp fecale uitscheiding; educatie bij uitscheiding (urinair & fecaal); installatie bedlegerige patient (24u.); installatie NIET 24 u. bedlegerige patiënt; verplaatsen patiënt; hulp bij voeding; sondevoeding; TPN; symptoommanagement pijn; symptoommanagement nausea; hygiënische verzorging; bijzondere mondzorg; vocht- en elektrolytenbalans; medicatie IM/SC/ID; medicatie IV; aerosol; ademhalingsweg; kunstmatige ventilatie; verzorging van suturen en insteekpunten, decubitus wondzorg; wound open complexe wondzorg; artificiële toegangspoorten (IV; SC; arterieel; intrapleuraal; intrathecaal; intraspinaal; intraosseus); arteriële bloedname; veneuze bloedname; capillaire bloedname; cognitieve therapie; emotionele ondersteuning; 10

16 gerichte educatie en voorlichting; voorlichting bij operatie en onderzoek; decubituspreventie (dynamisch materiaal); decubituspreventie (wisselhouding); discontinue monitoring; continue monitoring; isolatie; anamnese; multidisciplinaire vergadering Supplementaire dataset voor specifieke zorgprogrammas Geriatrie (11 specifieke variabelen) Exercise therapy (physical); urinary catheterisation; constipation/impaction management; dining room; training hygiene/bathing; dressing (civil clothing); self-image management; activity therapy; diagnostic sampling; assessment; health care information exchange: extra muros Chronische zorg-sp (16 specifieke variabelen) Lichamelijke oefeningen; uitvoeren blaassondage; behandeling constipatie; transport; eetzaal; symptoommanagement moeheid; educatie ivm hygiënische verzorging;dagkledij; verzorging in bad of douche; zorg mbt zelfbeeld; activiteitenbegeleiding; hulp bij communicatie; staalname; beschermingsmaatregelen; assessment; contact met andere instellingen Oncologie (15 specifieke variabelen) Behandeling constipatie; transport; symptoommanagement moeheid; zorg mbt zelfbeeld; verpleegkundig management evacuerende maagsonde; glycemiebeleid; aspiratie luchtwegen; open eenvoudige wondzorg; toediening bloedproducten; hulp bij communicatie; staalname; participatie in de zorg, assessment; ondersteuning van de arts; contact met andere instellingen Cardiologie (9 specifieke variabelen) Pediatrie (19 specifieke variabelen) Transport; glycemiebeleid; vocht- en electrolytenbalans; aspiratie luchtwegen; open eenvoudige wondzorg; cardio-circulatoire ondersteuning: elektrisch hulpmiddel; cultuurbemiddeling; ondersteuning van de arts; contact met andere instellingen Zorg voor uitscheiding kind <5jaar; uitvoeren blaassondage; transport; eetzaal; flesvoeding; symptoommanagement sedatie; verzorging in bad of douche; verpleegkundig management evacuerende maagsonde; glycemiebeleid; vocht- en elektrolytenbalans; bewaking neurologische functies via glasgow coma scale; aspiratie luchtwegen; open eenvoudige wondzorg; dermatologische wondzorg; toediening bloedproducten; activiteitenbegeleiding; staalname; beschermingsmaatregelen; participatie in de zorg 11

17 Intensieve zorgen (16 specifieke variabelen) Transport; tractie; symptoommanagement sedatie; verpleegkundig management evacuerende maagsonde; vocht- en elektrolytenbalans; verpleegkundig beleid mbt dialyse; neurologic bewaking neurologische functies via glasgow coma scale; bewaking intracraniële druk; open eenvoudige wondzorg; toediening bloedproducten; hulp bij communicatie; cardio-circulatoire ondersteuning: elektrisch hulpmiddel; cardiocirculatoire ondersteuning: mechanisch hulpmiddel; staalname; participatie in de zorg; ondersteuning van de arts De beta versie van MVGII werd in maart 2005 (1-10 maart) getest op algemene inwendige (15 verpleegafdelingen) en heelkundige verpleegafdelingen (15 verpleegafdelingen) om de toepasbaarheid van het instrument op deze algemene afdelingen te toetsen. De test werd uitgevoerd parallel aan de meting van de oorspronkelijke MVG. Op vraag van de Federale Overheidsdienst, Volksgezondheid, Sociale Zaken en Leefmilieu en de ziekenhuissector werd de actualisatie van MVG uitgebreid voor maternele diensten (20 verpleegafdelingen). Alvorens deze test in maart 2005, deed een panel met klinische experts aanbevelingen om nieuwe MVGII-variabelen te ontwikkelen voor materniteit op basis van de NIC-klassen W (childbearing care) en X (lifespan care). Er wordt beoogd de uiteindelijke MVGII-lijst te laten goedkeuren in juni 2005 door een commissie aangesteld door de Federale Overheidsdienst, Volksgezondheid, Sociale Zalken en leefmilie. Deze commissie zal de variabelen selecteren op basis van de resultaten van het onderzoek Koppeling van MVGII met MKG De MVGII-records worden gekoppeld aan MKG. Door beide datasets te koppelen wordt er getracht een methodologie te ontwikkelen om verpleegkundige gegevens te koppelen aan DRG s op een logische en betekenisvolle manier. Deze koppeling zal uiteindelijk nieuwe informatie opleveren. Voorbeelden hiervan zijn: variabiliteit van verpleegkundige verzorging per DRG, de impact van de verkorting van de ligduur op de behoefte aan verpleegkundig personeel, etc. 12

18 1.3.4 Fase IV: Ontwikkeling van informatie management toepassingen De vierde fase (Januari 2005 December 2005) focust op informatie management. Toepassingen op het domein van ziekenhuisfinanciering en personeelstoewijzing worden momenteel ontwikkeld. MVGII zal tevens aangewend worden om een inschatting te maken over het verantwoord zijn van een verblijf. Feedback en audit modules zullen ontwikkeld worden. Informatie en Communicatie Technologie (ICT) die de verzameling en analyse van de gegevens ondersteunt zal ontwikkeld worden. Wetgeving die de omschakeling van de oorspronkelijke MVG naar MVGII mogelijk maakt wordt voorbereid met het oog op een nationale implementatie vanaf januari Conclusies Eén van de mogelijke verklaringen dat er wereldwijd zo weinig minimale verpleegkundige datasets geïmplementeerd zijn, is vermoedelijk het feit dat het ontwikkelingsproces zeer moeizaam is: selecteren en betrekken van verschillende stakeholders zoals verpleegkundigen, beleidsmakers, ziekenhuismanagers, andere gezondheidszorgberoepen; de ontwikkeling van een consensus tussen hen over doelstellingen, standaarden, variabelen; ontwikkelen van een wetgevend raamwerk door het opstellen van procedures voor gegevensverzameling, monitoring en audit, toegankelijkheid en vertrouwelijkheid van de gegevens; implementatie van de dataset door hulpmiddelen te voorzien bij gegevensverzameling, nationale databanken; opleiding van verpleegkundigen en codeurs; het gebruik van de gegevens bij de ontwikkeling van toepassingen die ondersteund worden door de stakeholders. Ervaring leert ons dat de actualisatie van een bestaande minimale verpleegkundige dataset mogelijks nog moeilijker is. Maar de systematische benadering van het betrekken van stakeholders van start tot einde en vertrouwen opbouwen aan de ene kant en de harde feiten via de verzameling van gegevens aan de andere kant blijken bij te dragen tot een succesvol project. 13

19 Referenties [1] W. Sermeus, L. Delesie, J. Van Landuyt, Y. Wuyts, G. Vanden Boer, The Nursing Minimum Data Set in Belgium: A basic tool for the tomorrow's health care management, Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu & Centrum voor Ziekenhuiswetenschap, Brussel/Leuven, [2] W. Sermeus, L. Delesie, K. Van Den Heede, Updating the Belgian Nursing Minimum Data Set: framework and methodology, Stud. Health Technol. Inform. 93 (2002) [3] J.C. McClosky, G.M. Bulechek, M.C. Craft-Rosenberg, J. Daley, J. Denehey, O. Glick, Nursing Interventions Classification (NIC) - second edition, Mosby-Year Book, Inc., St. Louis, [4] K. De Vliegher, E. Legiest, L. Paquay, L. Wouters, R. Debaillie, L. Geys, Kerninterventies in de thuisverpleging, Wit-Gele Kruis, Brussel, [5] D.F. Polit, B.P. Hungler, Nursing research, Principles and Methods 5 th edition, Lippincott Company, Philadelphia, [6] W. Sermeus, L. Delesie, Ridit analysis on ordinal data, West J. Nurs. Res. 18 (1996)

20 15

21 Hoofdstuk 2 : Algemene beschrijving databank MVGII 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt onder de vorm van tabellen en grafieken een beschrijving gegeven van het MVGII-bestand. Eerst wordt een overzicht gegeven van de vooropgestelde steekproefgrootte bij aanvang van de studie. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de deelnemende ziekenhuizen en afdelingen die begeleid werden door de Vlaamse equipe. De laatste paragraaf bestaat uit een algemene beschrijving van het MVGII bestand. 2.2 Vooropgestelde aantallen Onderstaande tabel geeft de vooropgestelde aantallen (afdelingen en records) weer. Voor elk zorgprogramma (ZP) worden achtereenvolgens het aantal verpleegafdelingen die beoogd worden weergegeven per onderzoeksequipe (Vlaanderen en Wallonië) met vervolgens de schatting van het aantal records die deze afdelingen zullen aanleveren. De schatting is gebeurd op basis van een afdeling van 30 bedden met een bezettingsgraad van 80% met 30 dagen registratie. Tabel 1 : vooropgestelde aantallen (afdelingen en records) voor de testfase KUL CHU-liège totaal patiënten per dag aantal (aantal VP (aantal VP totaal (bezetting registratie verpleegdagen eenheden) eenheden) eenheden 80%) dagen ZP geriatrie kenletter G kenletter C/D/H* ZP cardiologie met nadruk cardio ZP SP kenletter S ZP pediatrie kenletter E ZP intensieve kenletter I kenletter C/D/H* ZP oncologie met nadruk onco Dagziekenhuis kenletter Z TOTAAL In totaal wordt geschat dat er ongeveer records zullen aangeleverd worden. Voor elk zorgprogramma worden 10 afdelingen geselecteerd per wetenschappelijke equipe. In het totaal zouden er 70 afdelingen begeleid worden door de Vlaamse equipe en 70 door de Franstalige equipe. Voor de details van de selectieprocedure wordt verwezen naar hoofdstuk 1. 16

22 2.3 Overzicht deelnemende ziekenhuizen Algemeen overzicht ziekenhuis en coördinator begeleid door Vlaamse equipe CIV Ziekenhuis Naam Coördinator Ziekenhuis 066 ACZA (Antwerpen) PATRICIA WIJNANDS 004 AZ Sint Jan (Brugge) PETER VAN PRAET 010 Regionaal Ziekenhuis Jan Yperman (Ieper) STEFAAN LAZOORE 015 AZ Groeninge Kortrijk KRISTIEN VAN CANNEYT 028 Konigin Elisabeth Instituut (Oostduinkerke) CAROLINE VERPLANCKE 037 AZ Damiaan (Oostende) ARABELLA D'HAVE 042 Heilig Hartziekenhuis (Roeselare) FRED DERONNE 060 Sint-Vincentius (Antwerpen) MALCORPS HILDE 082 Imelda (Bonheiden) JOS DE RIJCK 091 Monica VZW (Antwerpenn) CHRIS DE RAUW 107 Heilig Hartziekenhuis (Lier) BERNARD BEKE 123 St. Elisabeth (Turnhout) EDDY DILEN 128 AZ Sint-Augustinus (Wilrijk) RITA VERHILLE 132 St. Jan (Brussel) GEORGES LHEUREUX 135 St. Maria (Halle) MARIE CECILE ANTHONIS 156 De Bijtjes (Vlezenbeek) JANVARIUS NANCY 157 St. Etienne Brussel LUC BRITS 199 ASZ (Aalst) DIMITRI TEMMERMAN 200 Veilige Haven (Aalter) CHRISTINE LEFEVRE 204 St. Vincentius (Deinze) MARLEEN POT 211 Maria Middelares (Gent) MARIJKE DE QUICK 217 Jan Palfijn (Gent) CARDON GUDRUN 221 UZ Gent SCHOUPPE LUC 245 Maria Middelares (St. Niklaas) DANNY NOENS 313 St. Nikolaus (Eupen) GERY VOS 354 ZOL (Genk) ROGER SMETS 357 Virga Jesse (Hasselt) NICOLE TIMMERMANS 372 AZ Vesalius (Tongeren) JAN BRUYNSEELS 404 Scheutbos (Brussel) HERMAN VAN SPITAEL 412 MS en Revalidatie (Overpelt) LIEVE CAELEN 425 AZ VUB (Jette) ARLETTE DELEYE 441 UZA (Edegem) KITTY LEDENT 457 UZ Leuven GUY VAN DEN BOER / GERT PEETERS 494 Heropbeuring De Mick (Brasschaat) STEPHAN VANDEPERRE 17

23 2.3.2 Geografische spreiding ziekenhuizen (totale steekproef) 18

24 2.3.3 Deelnemende ziekenhuizen per zorgprogramma(begeleiding Vlaamse equipe) Zorgprogramma Geriatrie 1) Heilig Hartziekenhuis, Lier 2) Algemene Kliniek St. Jan, Brussel 3) Ziekenhuis Scheutbos, Brussel 4) A.Z. Vesalius, Tongeren 5) Ziekenhuis Oost-Limburg, Genk 6) Algemeen Stedelijk Ziekenhuis, Aalst 7) A.Z. Maria Middelares, Sint- Niklaas 8) A.Z. Jan Palfijn, Gent 9) St. Vincentiusziekenhuis, Deinze 10) Universitaire Ziekenhuizen, Leuven 11) A.Z. Damiaan, Oostende Zorgprogramma Pediatrie 1) Heilig Hartziekenhuis, Lier 2) Monica VZW, Antwerpen 3) St. Vincentiusziekenhuis, Antwerpen 4) A.Z. V.U.B, Jette 5) Ziekenhuis Sare Campus St. Etienne, Brussel 6) Virga Jesse Ziekenhuis, Hasselt 7) Ziekenhuis Oost-Limburg, Genk 8) Algemeen Stedelijk Ziekenhuis, Aalst 9) A.Z. Jan Palfijn, Gent 10) Universitair Ziekenhuis, Gent 11) Universitaire Ziekenhuizen, Leuven 12) Regionaal Ziekenhuis Jan Yperman, Ieper 19

25 Zorgprogramma Cardiologie 1) Imelda Ziekenhuis, Bonheiden 2) St. Vincentiusziekenhuis, Antwerpen 3) A.Z. V.U.B., Jette 4) A.Z. Vesalius, Tongeren 5) Virga Jesse Ziekenhuis, Hasselt 6) Ziekenhuis Oost-Limburg, Genk 7) A.Z. Maria Middelares, Sint-Niklaas 8) A.Z. Sint Jan, Brugge 9) A.Z. Maria Middelares, Gent (2 afdelingen) Zorgprogramma SP-diensten 1) Heropbeuring De Mick (S2, S4), Brasschaat 2) Monica VZW (S2), Antwerpen 3) Ziekenhuis Scheutbos (S5), Brussel 4) MS en Revalidatiecentrum (S3, S5), Overpelt 5) Algemeen Stedelijk Ziekenhuis (S4), Aalst 6) A.Z. Maria Middelares (S2), Sint-Niklaas 7) WZC Veilige Have (S5, S5), Aalter 8) De Bijtjes (S1, S3, S3, S4, S4), Vlezenbeek 9) Regionaal Ziekenhuis St. Maria VZW (S6), Halle 10) A.Z. Damiaan (S4), Oostende 11) Heilig Hartziekenhuis (S3), Roeselare 12) Koningin Elisabeth Instituut, Oostduikerke (S2, S6) Zorgprogramma Intensieve Zorgen 1) Algemeen Centrum Ziekenhuis, Antwerpen 2) A.Z. St. Augustinus, Wilrijk 3) Imelda Ziekenhuis, Bonheiden 20

26 4) Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Edegem 5) Algemene Kliniek St. Jan, Brussel 6) St. Nikolaus Hospital, Eupen 7) Virga Jesse Ziekenhuis, Hasselt 8) St. Vincentiusziekenhuis, Deinze 9) Universitair Ziekenhuis, Gent 10) Universitaire Ziekenhuizen, Leuven 11) A.Z. Damiaan, Oostende 12) A.Z. Groeninge, Kortrijk 13) A.Z. Sint Jan, Brugge 14) Heilig Hartziekenhuis, Roeselare Dagziekenhuis 1) Imelda Ziekenhuis, Bonheiden 2) Monica VZW, Antwerpen 3) Ziekenhuis Sare Campus St. Etienne, Brussel 4) St. Nikolaus Hospital, Eupen 5) Virga Jesse Ziekenhuis, Hasselt 6) Algemeen Stedelijk Ziekenhuis, Aalst 7) Regionaal Ziekenhuis St. Maria VZW, Halle 8) Universitaire Ziekenhuizen, Leuven 9) Heilig Hartziekenhuis, Roeselare 10) Regionaal Ziekenhuis Jan Yperman, Ieper 11) St Elisabethziekenhuis, Turnhout (2 afdelingen) Oncologie 1) Algemeen Centrum Ziekenhuis, Antwerpen 2) A.Z. St. Augustinus, Wilrijk 3) St. Elisabethziekenhuis, Turnhout 4) Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Edegem 21

27 5) Virga Jesse Ziekenhuis, Hasselt 6) Universitair Ziekenhuis, Gent 7) Universitaire Ziekenhuizen, Leuven 8) A.Z. Groeninge, Kortrijk 9) A.Z. Sint Jan, Brugge 2.4 Algemene beschrijving bestand MVGII Tijdens de testfase van MVGII werd er geregistreerd van 1-15 december 2003 (50.5% van de records), van 1-5 februari 2004 (15.7% van de records) en van 1-10 maart 2004 (33.8% van de records). In totaal werden er records geregistreerd waarvan in ziekenhuizen begeleid door de Luikse equipe en in ziekenhuizen begeleid door de Leuvense equipe. Tabel 2. Aantal records per registratieperiode Periode Percent December Februari Maart Tabel 3. Aantal records per taalgebied Frequency Percent Franstalig Nederlandstalig In tabel 4 wordt de spreiding van de records over de verschillende bed-indexen weergegeven. Hieruit blijkt dat slechts 6.2% van de records geregistreerd werd op diensten met kenletter C. Van deze records records wordt er 58.1% toegewezen aan het zorgprogramma cardiologie, 9.6% aan het dagziekenhuis, 26% aan oncologie en 6.3% aan pediatrie. Dit betekent dat algemene heelkundige diensten onder vertegenwoordigd zijn in de steekproef. De koppeling met DRGs in de volgende onderzoeksfase zal echter meer duidelijkheid brengen over de case-mix. Het is immers zo dat ziekenhuizen afdelingen dienden voor te stellen met een hoofdactiviteit cardiologie of een hoofdactiviteit oncologie. In de praktijk kunnen dit echter gemengde 22

28 algemene diensten zijn. Bij de SP-diensten is er een ondervertegenwoordiging voor S1 cardiopulmonaire aandoeningen en S4 diensten voor palliatieve zorg diensten. Tabel 4. Aantal records per bed-index INDEX Frequency Percent Cumulative Percent C D E G H* I S S S S S S Z Uit tabel 5 blijkt dat de zorgprogramma s SP (17.99%), Geriatrie (17.09%) en cardiologie (16.71%) het meeste records bevatten. Het zorgprogramma intensieve zorgen bevat het minste records (8.12%). Dit kan verklaard worden doordat de afdelingen die deelnamen aan dit zorgprogramma kleiner zijn. Tabel 5. Aantal records per zorgprogramma Zorgprogramma Frequency Percent Cumulative Percent Cardiologie Dagziekenhuis Geriatrie Intensieve Zorgen Oncologie Pediatrie SP

29 Het aantal registraties per ziekenhuis varieert van 420 (ziekenhuis: 1_24) tot (ziekenhuis 2_28) met een mediaan van In het MVG-II bestand zijn er verschillende patiënten. Per patiënt varieert het aantal MVGII-registraties van 1 tot 31 (één dag een dubbele registratie, wegens een transfer naar een andere afdeling uit de steekproef). Het gemiddelde aantal registraties per patiënt is 3.7, de mediaan is 2. Figuur 1. Aantal items per registratiedag 24

30 12 SP Median 14 Pediatrie Median Cardiologie Median Percent Percent Percent Niet-blanco items Niet-blanco items Niet-blanco items 12 Intensieve Zorgen Median Geriatrie Median Oncologie Median Percent Percent Percent Niet-blanco items 12 Niet-blanco items Dagziekenhuis Median 10 Niet-blanco items Percent Niet-blanco items Figuur 2. aantal items per registratiedag voor elk zorgprogramma Het MVGII-instrument (alpha versie) bevat 79 items. Dit betekent dat er per registratiedag een theoretisch maximum van 79 items is. Uit figuur 1 blijkt dat het aantal items per registratiedag varieert van 1 tot 43 met een mediaan van 14. Het mediane aantal items per zorgprogramma varieert van 10 (Dagziekenhuis) tot 25 (Intensieve zorgen). Het meest gescoorde item is discontinue monitoring (83%), het minst gescoorde item is hydrotherapie (0.01%). 25

31 Tabel 6. : 10 meest en 10 minst frequent gescoorde items. 10 meest frequent gescoorde items 10 minst frequent gescoorde items Discontinue monitoring 83% Hulp bij voeding 82% Dialyse 0.54% Hulp bij urinaire uitscheiding 80 % Ontwenningstherapie 0.41% Hulp bij hygiëne 77% Traum. brandwonde 0.31% Orale medicatie 77% Brandwonde: lich. Opp. 0.29% Hulp bij fecale uitscheiding 75% Intracraniële druk 0.28% Hulp bij transfer 60% Culturele bemiddeling 0.18% Emotionele ondersteuning 57% Cardio-pomp 0.17% Toegangspoorten 43% Enuresisbeleid 0.08% IV medicatie 40% Chirurgische brandwonde 0.06%. Hydrotherapie 0.01% 26

32 Hoofdstuk 3 : Betrouwbaarheid MVGII Dit hoofdstuk is een eerste aanzet om een oordeel te kunnen vormen over de betrouwbaarheid van de vernieuwde minimale verpleegkundige gegevens (MVG) registratie. In een inleidende paragraaf (3.1) wordt kort het begrip betrouwbaarheid en de gehanteerde methodologie verduidelijkt. In de tweede paragraaf (3.2) worden de casussen en de resultaten per casus weergegeven. In de derde paragraaf (3.3)worden de gegevens van alle casussen samengebracht. In de laatste paragraaf (3.4) wordt een korte conclusie geformuleerd. In dit hoofdstuk zijn de MVGII items omgezet naar variabelen voor de verwerking van de gegevens. In bijlage 6 van dit rapport is deze omzetting toegevoegd. 3.1 Het begrip Betrouwbaarheid en methodologie Inleiding De vragen «Wat meet ik?» en «Hoe betrouwbaar is deze meting?» zijn kernvragen bij de evaluatie van een instrument. Validiteit en betrouwbaarheid vormen de onderbouw van elk verpleegkundig patiëntenclassificatiesysteem (De Groot, 1989; Giovannetti, 1979; Hernandez en O Brien-Pallas, 1996). Als deze onderbouw degelijk is, zal de informatie die via het systeem wordt gegenereerd moeilijk weerlegbaar zijn en heel wat gewicht in de schaal leggen. Is deze onderbouw zwak, dan moeten de bekomen resultaten met de nodige voorzichtigheid worden benaderd (Dierickx en Sermeus, 1985). Met de registratie van minimale verpleegkundige gegevens wordt beoogd informatie te verzamelen voor tal van patiëntenclassificatiesystemen en toepassingen. Het is dan ook van belang dat deze gegevensverzameling een minstens even degelijke onderbouw heeft Figuur 1 schematische voorstelling validiteit en betrouwbaarheid

33 Figuur 1 geeft een schematische voorstelling van validiteit en betrouwbaarheid (Dierickx en Sermeus, 1985). Een betrouwbaar meetinstrument is een instrument waarvan men de meetresultaten bij herhaling opnieuw kan bekomen. Een valide meetinstrument meet bij een concrete waarneming ook het abstracte begrip dat het beoogt te meten. Het is belangrijk te beseffen dat een zekere mate van betrouwbaarheid onontbeerlijk is. Men kan geen valide meting doen zonder een zekere mate van betrouwbaarheid, maar betrouwbaarheid is absoluut geen garantie voor validiteit. Een meting kan uiterst betrouwbaar zijn en toch volstrekt niet valide. Zowel betrouwbaarheid als validiteit zijn belangrijk voor tal van toepassingen zoals bijvoorbeeld het inschatten van de intensiteit van de verpleegkundige verzorging via een patiëntenclassificatiesysteem (Evers en Sermeus, 1998). Bij een valide meting probeert men vooral de systematische fouten uit te schakelen. Bij een betrouwbare meting hoopt men vooral de toevalsfouten te vermijden. Uiteraard is er een relatie tussen beide soorten fouten. Systematische fouten kunnen niet worden opgespoord bij een onbetrouwbare meting. Een onbetrouwbare meting kan dus niet valide zijn. Een betrouwbare meting kan echter door een systematische fout telkens iets anders meten dan wat men eigenlijk wil meten. In dat geval is het instrument niet valide, maar wel betrouwbaar (Sermeus en Van den Heede, 2003). Voor een zinvolle meting is de mate van validiteit belangrijker dan de mate van betrouwbaarheid. Bij het ontwikkelen van verpleegkundige patiëntenclassificatiesystemen moet men vaak genoegen nemen met een beperkte mate van validiteit, maar een hoge mate van betrouwbaarheid. Het conceptuele aspect van de meting is dan minstens even belangrijk als de technische aspecten ervan. Zoniet begaat men de fout van het blindelings volgen van de wet van het instrument. Men laat de meting bepalen door de betrouwbaarheid van een instrument, niet door de zinvolheid van de meting. Men gedraagt zich als een dronkaard die onder het licht van een straatlantaarn s nachts iets staat te zoeken. Op de vraag wat hij aan het zoeken is antwoordt hij «Mijn autosleutels». 28

34 Op de wedervraag «Heb je ze hier dan verloren?» antwoordt hij: «Neen, maar hier zie ik beter» (Evers en Sermeus, 1998) Betrouwbaarheid In de statistische betekenis is betrouwbaarheid de mate van nauwkeurigheid waarmee men iets meet (Giovanetti, 1979). In de praktijk betekent dit dat men bij de herhaling van een experiment in dezelfde omstandigheden ongeveer dezelfde resultaten mag verwachten (Sermeus, 1992). Er worden drie vormen van betrouwbaarheidsmeting onderscheiden, namelijk stabiliteit, interne consistentie en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (Giovanetti, 1979; Polit en Hungler, 1995). Stabiliteit verwijst naar de consistentie van metingen bij herhaalde toepassingen. De meest gebruikelijke vorm om dit te testen is de zogeheten test-retestbetrouwbaarheidsmeting. Met de term interne consistentie doelt men op de mate van overeenstemming tussen de antwoorden van één respondent op verschillende items van het instrument. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid is dan weer de mate van overeenstemming tussen de resultaten van metingen die worden uitgevoerd door verschillende onderzoekers bij hetzelfde individu, op een bepaald ogenblik en gebruikmakend van hetzelfde instrument (Giovanetti, 1979). Met MVGII wordt onder meer gedoeld op het aanleveren van informatie voor patiëntenclassificatiesystemen. Voor verpleegkundige patiëntenclassificatie-systemen is deze laatste vorm van betrouwbaarheid, interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, het belangrijkst. (Sermeus en Van den Heede, 2003). De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid wordt beïnvloed door een drietal factoren (Hernandez en O Brien-Pallas, 1996). Een eerste bepalende factor is het verpleegkundige registratiesysteem of patiëntenclassificatiesysteem zelf. Ongebruikelijke, ongekende terminologie en vage of complexe omschrijvingen laten ruimte voor subjectieve interpretatie. Hierdoor zal de betrouwbaarheid dalen. Dat is ook het geval als het instrument bestaat uit een zeer lange lijst van items omdat verpleegkundigen het dan makkelijker zullen nalaten het patiëntenclassificatiesysteem op een gedegen manier in te vullen. 29

35 Een tweede factor is de persoon die het patiëntenclassificatiesysteem invult. Hoe groter de afstand van een persoon tot de dagelijkse verpleegkundige verzorging van patiënten, hoe onbetrouwbaarder deze persoon een patiëntenclassificatiesysteem zal scoren. De verpleegkundige die de patiënt verzorgt heeft namelijk de meest accurate gegevens om diens toestand of de toegediende zorgen te scoren. Een hoofdverpleegkundige staat al verder van de directe patiëntenzorg, waardoor de betrouwbaarheid van de meting afneemt. Er zijn echter nog andere aan de persoon die meet gebonden factoren die de betrouwbaarheid van een patiëntenclassificatiesysteem beïnvloeden (Sermeus, 1992). Een gebrek aan inzicht in het doel van de registratie, een tekort aan motivatie of tijdsgebrek kunnen immers ook leiden tot een gebrekkige registratie. Bij tijdsgebrek ontstaat als het ware een contradictio in terminis: verpleegafdelingen met een hoge intensiteit van verpleegkundige verzorging zullen dan in verhouding minder registreren (Sermeus, 1992). Inzicht in de doelstellingen van de registratie kan echter ook leiden tot manipulatie van de gegevens. Dit verschijnsel wordt creep genoemd. (Steinwald en Dummit, 1989), wat betekent dat de betrokkene zodanig codeert dat hij er extra voordeel uit haalt (Sermeus, 1992). Concreet zou men er zich dus in dit geval op toeleggen zo te coderen dat meer personeel wordt toegewezen. Een derde factor die de betrouwbaarheid van de meting beïnvloedt is het tijdstip van registratie. Men raadt aan patiënten slechts te classificeren of verpleegkundige activiteiten slechts toe te wijzen na een beoordeling van de patiënt door een verpleegkundige. De betrouwbaarheid zal immers dalen als bijvoorbeeld de nachtverpleegkundige het registratiesysteem invult op basis van het verpleegkundige dossier of na een briefing. Verpleegkundige dossiers zijn namelijk vaak niet actueel en komen dus niet tegemoet aan de snel wijzigende toestand van de patiënten (Hernandez en O Brien-Pallas, 1996). Dit argument is slechts valide voor bepaalde afdelingen zoals neurochirurgie of hartbewaking. Evaluatie van patiëntenclassificatiesystemen op andere afdelingen, zoals bijvoorbeeld neurologische revalidatie, is de toestand van de patiënt stabieler. Daar kan men er dus wel voor kiezen een patiëntenclassificatiesysteem door de nachtverpleegkundige te laten invullen, zonder dat daarom aan betrouwbaarheid wordt ingeboet. Een ander probleem is de spreiding van de zorgen over de dag. Een 30

Raamwerk en aanpak Actualisatie MVG

Raamwerk en aanpak Actualisatie MVG Ministerie van Volksgezondheid, Sociale Zaken, Leefmilieu Bestuur Gezondheidszorgbeleid Dinsdag 17 september 2002 Raamwerk en aanpak Actualisatie MVG Prof. Dr. W. Sermeus Prof. Dr. L. Delesie K. Van den

Nadere informatie

Actualisatie Minimale Verpleegkundige Gegevens praktische organisatie testfase. Christophe Verhaeghe Ghislaine Delpierre

Actualisatie Minimale Verpleegkundige Gegevens praktische organisatie testfase. Christophe Verhaeghe Ghislaine Delpierre Actualisatie Minimale Verpleegkundige Gegevens praktische organisatie testfase Christophe Verhaeghe Ghislaine Delpierre Waarom een testfase? het finaliseren van het test- registratieinstrument in 140 verpleegeenheden

Nadere informatie

Casus 3: De Intensieve patiënt OPLOSSING

Casus 3: De Intensieve patiënt OPLOSSING Casus 3: De Intensieve patiënt OPLOSSING Algemene regels Indien er naar een procedure/een verpleegplan wordt verwezen in de casus mag je er van uit gaan dat deze effectief aanwezig is en beschikbaar voor

Nadere informatie

Casus 4: De geriatrische patiënt OPLOSSING

Casus 4: De geriatrische patiënt OPLOSSING Casus 4: De geriatrische patiënt OPLOSSING Algemene regels Indien er naar een procedure/een verpleegplan wordt verwezen in de casus mag je er van uit gaan dat deze effectief aanwezig is en beschikbaar

Nadere informatie

Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006

Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006 1 FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu DG1 Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006 Annelies Ghesquiere,

Nadere informatie

Actualisatie MVG: Illustratie van concrete voorbeelden

Actualisatie MVG: Illustratie van concrete voorbeelden Ministerie van Volksgezondheid, Sociale Zaken, Leefmilieu Bestuur Gezondheidszorgbeleid Dinsdag 17 september 2002 Actualisatie MVG: Illustratie van concrete voorbeelden Prof. Dr. W. Sermeus Prof. Dr. L.

Nadere informatie

Casus 2: De pediatrische patiënt OPLOSSING

Casus 2: De pediatrische patiënt OPLOSSING Casus 2: De pediatrische patiënt OPLOSSING Algemene regels Indien er naar een procedure/een verpleegplan wordt verwezen in de casus mag je er van uit gaan dat deze effectief aanwezig is en beschikbaar

Nadere informatie

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen Situering Sinds 1 januari 2005 moet ieder Vlaams ziekenhuis een periodieke evaluatie maken van de kwaliteit van de zorgen in het eigen ziekenhuis. Dit staat beschreven in het kwaliteitsdecreet van 17 oktober

Nadere informatie

Casus 1: De chirurgische patiënt OPLOSSING

Casus 1: De chirurgische patiënt OPLOSSING Casus 1: De chirurgische patiënt OPLOSSING Algemene regels Indien er naar een procedure/een verpleegplan wordt verwezen in de casus mag je er van uit gaan dat deze effectief aanwezig is en beschikbaar

Nadere informatie

Onderzoek van de resultaten. Enkele klinische scenario s met behulp van de dynamische feedback tool

Onderzoek van de resultaten. Enkele klinische scenario s met behulp van de dynamische feedback tool Onderzoek van de resultaten Enkele klinische scenario s met behulp van de dynamische feedback tool Klinische scenario s 01 02 03 04 De chirurgische intensieve patient De patient op de ontwaakzaal (RE)

Nadere informatie

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats Naam Naam ZA Pall 009 Antwerpen Algemeen Ziekenhuis Middelheim Antwerpen ZiekenhuisNetwerk Antwerpen 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Antwerpen Campus Middelheim 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 Antwerpen Campus ZNA Middelheim

Nadere informatie

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats Naam ZA Pall 009 Antwerpen Algemeen Ziekenhuis Middelheim Antwerpen ZiekenhuisNetwerk Antwerpen Antwerpen Campus Middelheim 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 Antwerpen Campus ZNA Middelheim / Koningin Paola Kinder

Nadere informatie

Verpleegkundige gegevens MZG Analyse en meta-analyse van (test)gegevens uit een verpleegkundige registratie in verschillende Vlaamse ziekenhuizen

Verpleegkundige gegevens MZG Analyse en meta-analyse van (test)gegevens uit een verpleegkundige registratie in verschillende Vlaamse ziekenhuizen Verpleegkundige gegevens MZG Analyse en meta-analyse van (test)gegevens uit een verpleegkundige registratie in verschillende Vlaamse ziekenhuizen Sinds 1 maart 2008 loopt in alle Belgische ziekenhuizen

Nadere informatie

Er was eens 09u35. Het San Joaquinpatiëntenclassificatiesysteem. Johan Engels. Op de dienst spoedgevallen 16/04/2013. Mevr.

Er was eens 09u35. Het San Joaquinpatiëntenclassificatiesysteem. Johan Engels. Op de dienst spoedgevallen 16/04/2013. Mevr. Het San Joaquinpatiëntenclassificatiesysteem Johan Engels Hoofdverpleegkundige H.-Hartziekenhuis Lier Er was eens 09u35 Op de dienst spoedgevallen Mevr. Heylen Leonie 86 jaar Samenwonend met echtgenoot

Nadere informatie

Lijst met GKB-codes zoals deze eind 2009 van kracht waren

Lijst met GKB-codes zoals deze eind 2009 van kracht waren Lijst met GKB-codes zoals deze eind 2009 van kracht waren Volgende lijst geeft een overzicht van de Instellingen met erkenningsnummer en GKB-nummer (op een grijze achtergrond) met daaronder het GKB-nummer

Nadere informatie

METHODOLOGIE VAN DE KNIPPERLICHTEN VOOR DE EXTERNE AUDIT VAN DE MVG

METHODOLOGIE VAN DE KNIPPERLICHTEN VOOR DE EXTERNE AUDIT VAN DE MVG MTHOOLOGI VAN KNIPPRLIHTN VOOR XTRN AUIT VAN MVG IR. ANN. LVAUX (STATISTIUS-ANALIST) MINISTRI VAN SOIAL ZAKN, VOLKSGZONHI N LFMILIU. BSTUUR GZONHISZORG, BSTUURSIRTI GZONHISZORGBLI Inleiding e Minimale

Nadere informatie

De Belgische Ziekenhuisfinanciering. Waar gaan we naartoe met de NRG s?

De Belgische Ziekenhuisfinanciering. Waar gaan we naartoe met de NRG s? 1 De Belgische Ziekenhuisfinanciering. Waar gaan we naartoe met de NRG s? Arabella D Havé Celhoofd Cel Terminologie, Groepering, Classificatie & Audit Datamanagement DG-GS FOD VVVL Interuniversitaire permanente

Nadere informatie

Beschrijving van het project en situering binnen het kader van de instelling.

Beschrijving van het project en situering binnen het kader van de instelling. Benaming van de instelling FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Benaming van het project Databank Kwaliteitszorg verpleegkundigen Acroniem Quali-Nurs Beschrijving van het project

Nadere informatie

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra Algemene ziekenhuizen : sen : momenteel geldend voor entra CAD CAD Adres CAD 009 Netwerk Campus ZNA Middelheim / Koningin Paola Kinder 19/2/2016 7/9/2014 Campus ZNA Middelheim / Koningin Paola Kinder Campus

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 AGRESSIVITEIT 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...

Nadere informatie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie Raymond Ostelo, PhD Professor of Evidence-Based Physiotherapy Dept. Health Sciences EMGO+ Institute for Health and Care Research VU University Amsterdam, the Netherlands r.ostelo@vumc.nl 1 Classificeren

Nadere informatie

Actualisatie MVG Begeleidingscommissie 19/11/2003

Actualisatie MVG Begeleidingscommissie 19/11/2003 Federale Overheidsdienst, Volksgezondheid Bestuur Gezondheidszorgbeleid Begeleidingscommissie Actualisatie MVG Begeleidingscommissie 19/11/2003 Prof. Walter Sermeus Prof. Lucas Delesie Koen Van den Heede

Nadere informatie

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID TWEEDE MEERJARENPLAN 2013-2017 Contract 2013 ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE Sp-ziekenhuizen 1 1. Inleiding Hierna volgt

Nadere informatie

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen 27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen BS 04/06/2007 gdp 1 / 6 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1. Met het

Nadere informatie

Actualisatie MVG. Begeleidingscommissie 20/09/2005. Prof. Walter Sermeus Dominik Michiels Koen Van den Heede Pieter Van Herck Jos Vanlanduyt

Actualisatie MVG. Begeleidingscommissie 20/09/2005. Prof. Walter Sermeus Dominik Michiels Koen Van den Heede Pieter Van Herck Jos Vanlanduyt Actualisatie MVG Begeleidingscommissie 20/09/2005 Prof. Walter Sermeus Dominik Michiels Koen Van den Heede Pieter Van Herck Jos Vanlanduyt Jean Codognotto Olivier Thonon Caroline Van Boven Prof. Pierre

Nadere informatie

Projectformulier ten behoeve van Openbare Instellingen

Projectformulier ten behoeve van Openbare Instellingen Projectformulier ten behoeve van Openbare Instellingen Praktische informatie naam van openbare instelling die het project heeft ingediend: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Nadere informatie

Suïcidepogers opvangen

Suïcidepogers opvangen Suïcidepogers opvangen Lessen uit de praktijk www.zorgvoorsuïcidepogers.be Rita.vanhove@dagg-cgg.be Samen zorgen voor suïcidepogers Wat is cruciaal in de zorg voor suïcidepogers? Samen zorgen voor suïcidepogers

Nadere informatie

FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu. Het beeld van de Sp-diensten in de MVG 2000

FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu. Het beeld van de Sp-diensten in de MVG 2000 1 FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu DG1 Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Het beeld van de Sp-diensten in de MVG 2000 Anne Delvaux, Marc Janssens - 04/2004 1. Inleiding

Nadere informatie

15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen

15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen 15 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen BS 25/03/1999 in voege vanaf 04/04/1999 Gewijzigd door: KB12/08/2000 BS 29/08/2000

Nadere informatie

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven Selectiecriteria Alle ziekenhuisverblijven weerhouden in deze selectie voldoen aan de algemene criteria die betrekking hebben op woonplaats, leeftijd en geslacht

Nadere informatie

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : hospitalisatiediensten : huidig aantal erkende bedden per vestigingsplaats

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : hospitalisatiediensten : huidig aantal erkende bedden per vestigingsplaats Algemene zieenhuizen : erenningssituatie : hospitalisatiediensten : huidig aantal erende bedden per vestigingsplaats Er. zieenhuis zieenhuis 009 Netwer 012 Dendermonde Blasius 017 Gent Maria Middelares

Nadere informatie

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus THEMA IV.3. Diabetes Mellitus Selectiecriteria Voor deze selectie worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a) en bovendien als hoofddiagnose

Nadere informatie

CODEERHANDLEIDING VG-MZG 2.0

CODEERHANDLEIDING VG-MZG 2.0 CODEERHANDLEIDING VG-MZG 2.0 OPLEIDINGSDAG NL. : 22 FEBRUARI 2018 Thieren Carmen Houppe Jean-François Cel TGC & Audit Dienst datamanagement DGGS - FOD VVVL Dupaix Sophie Gilson Lieve Godart Sylvie Thonon

Nadere informatie

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : hospitalisatiediensten : huidig aantal erkende bedden per vestigingsplaats

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : hospitalisatiediensten : huidig aantal erkende bedden per vestigingsplaats Algemene zieenhuizen : erenningssituatie : hospitalisatiediensten : huidig aantal erende bedden per vestigingsplaats Er. zieenhuis zieenhuis 009 Netwer 012 Dendermonde Blasius 017 Maria Middelares 026

Nadere informatie

INTRODUCTIE 17/11/2017 DE ONTWIKKELING VAN EEN MINIMUM DATASET (MDS) VOOR IAD INTRODUCTIE. Prof. dr. Dimitri Beeckman drs. Karen Van den Bussche

INTRODUCTIE 17/11/2017 DE ONTWIKKELING VAN EEN MINIMUM DATASET (MDS) VOOR IAD INTRODUCTIE. Prof. dr. Dimitri Beeckman drs. Karen Van den Bussche DEPARTMENT OF PUBLIC HEALTH UNIVERSITY CENTRE FOR NURSING AND MIDWIFERY DE ONTWIKKELING VAN EEN MINIMUM DATASET (MDS) VOOR IAD Prof. dr. Dimitri Beeckman drs. Karen Van den Bussche INTRODUCTIE 2 INTRODUCTIE

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Federale Feedback MVG 1998

Federale Feedback MVG 1998 1 Federale Feedback MVG 1998 1. Introductie Dit document dient als toelichting bij de tabellen en grafieken van de «federale feedback» zoals hij nu beschikbaar is op het internet onder de vorm van HTML

Nadere informatie

STUDIE INZAKE DE ONTWIKKELING VAN EEN REGISTRATIE-INSTRUMENT VOOR PALLIATIEVE ZORG

STUDIE INZAKE DE ONTWIKKELING VAN EEN REGISTRATIE-INSTRUMENT VOOR PALLIATIEVE ZORG Directoraat-Generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Cel Chronische, Ouderen- en Palliatieve Zorg Victor Hortaplein 40, bus 10 1060 Brussel STUDIE INZAKE DE ONTWIKKELING VAN EEN REGISTRATIE-INSTRUMENT

Nadere informatie

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen RAC Vesaliusgebouw Pachecolaan 19/5 1010 Brussel uw brief van uw kenmerk

Nadere informatie

De aanvragen werden door de administratie beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

De aanvragen werden door de administratie beoordeeld aan de hand van de volgende criteria: Toewijzing NMR-toestellen 1. Regelgeving De regelgeving: - Koninklijk besluit van 26 mei 1999 tot vaststelling van het maximum aantal diensten waarin een magnetische resonantie tomograaf met ingebouwd

Nadere informatie

Lijst met GKB-codes zoals deze eind 2015 van kracht waren

Lijst met GKB-codes zoals deze eind 2015 van kracht waren Lijst met GKB-codes zoals deze eind 2015 van kracht waren Volgende lijst geeft een overzicht van de en met erkennings en GKB- (op een grijze achtergrond) met daaronder het GKB- van de bijhorende campus(sen)

Nadere informatie

Het Grote Zorgonderzoek 2018

Het Grote Zorgonderzoek 2018 Het Grote Zorgonderzoek 2018 De ziekenhuizen van vandaag en hun verwachtingen naar de toekomst toe inzake catering, food, beverages & disposables Powered by Onderzoeksrapport November 2018 1 Werkwijze

Nadere informatie

ADVIES VAN DE NRZV AANZET TOT EEN VERNIEUWDE MINIMALE REGISTRATIE IN DE GGZ-VOORZIENINGEN

ADVIES VAN DE NRZV AANZET TOT EEN VERNIEUWDE MINIMALE REGISTRATIE IN DE GGZ-VOORZIENINGEN FOD VOLKSGEZONDHEID BRUSSEL 8 november 2012 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIRECTORAAT- GENERAAL ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN NATIONALE RAAD VOOR ZIEKENHUISVOORZIENINGEN

Nadere informatie

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners Colloquium psychosociale risico s Brussel, 23-09-2014 dr Sofie Vandenbroeck 2 Opdrachtgevers Federale

Nadere informatie

Selectie van materniteiten en bevallingen. Hoe werden deelnemers geselecteerd en gerecruteerd?

Selectie van materniteiten en bevallingen. Hoe werden deelnemers geselecteerd en gerecruteerd? Selectie van materniteiten en bevallingen Hoe werden deelnemers geselecteerd en gerecruteerd? 1. Doelgroep De doelgroep van deze studie waren 1600 pasgeborenen gerecruteerd uit de acht bovenvermelde aandachtsgebieden,

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in Belgische ziekenhuizen: eerste semester 1 INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

Inhoudstafel Algemene ziekenhuizen: erkenningsbesluiten: momenteel geldend per ziekenhuis

Inhoudstafel Algemene ziekenhuizen: erkenningsbesluiten: momenteel geldend per ziekenhuis Inhoudstafel Algemene ziekenhuizen: sen: momenteel geldend per ziekenhuis Aalst, Algemeen Stedelijk Ziekenhuis - 176 4 Aalst, Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis - 126 7 Antwerpen, Algemeen Centrumziekenhuis Antwerpen

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in de Belgische ziekenhuizen: eerste semester INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q.

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q. INDICATORFICHE Patiëntenervaringen P4P indicatorenset 2018 Basisfiche Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q Het meten van patiëntenervaringen

Nadere informatie

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra Algemene ziekenhuizen : sen : momenteel geldend voor entra 009 Netwerk 012 Dendermonde Algemeen Sint- Blasius 049 Brugge Algemeen Sint- Jan Brugge - Oostende Dendermonde Campus ZNA Stuivenberg campus Algemeen

Nadere informatie

THEMA IV.2. Maligne neoplasma van trachea, bronchus en long

THEMA IV.2. Maligne neoplasma van trachea, bronchus en long THEMA IV.2. Maligne neoplasma van trachea, bronchus en long Selectiecriteria Voor deze selectie worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding

Nadere informatie

Inhoudstafel Algemene ziekenhuizen: erkenningsbesluiten: momenteel geldend per ziekenhuis

Inhoudstafel Algemene ziekenhuizen: erkenningsbesluiten: momenteel geldend per ziekenhuis Inhoudstafel Algemene ziekenhuizen: sen: momenteel geldend per ziekenhuis Aalst, Algemeen Stedelijk Ziekenhuis - 176 4 Aalst, Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis - 126 7 Antwerpen, Algemeen Centrumziekenhuis Antwerpen

Nadere informatie

17/11/2017 EEN NIEUW GEVALIDEERD INSTRUMENT VOOR DE CLASSIFICATIE VAN INCONTINENTIE- GEASSOCIEERDE DERMATITIS (IAD) INHOUD INHOUD INTRODUCTIE

17/11/2017 EEN NIEUW GEVALIDEERD INSTRUMENT VOOR DE CLASSIFICATIE VAN INCONTINENTIE- GEASSOCIEERDE DERMATITIS (IAD) INHOUD INHOUD INTRODUCTIE DEPARTMENT OF PUBLIC HEALTH UNIVERSITY CENTRE FOR NURSING AND MIDWIFERY EEN NIEUW GEVALIDEERD INSTRUMENT VOOR DE CLASSIFICATIE VAN INCONTINENTIE- GEASSOCIEERDE DERMATITIS (IAD) drs. Karen Van den Bussche

Nadere informatie

PET-onderzoeken. Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde. Tweede iteratie ( )

PET-onderzoeken. Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde. Tweede iteratie ( ) Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde Tweede iteratie (2017-2019) Vijfde periode (01/04/2018 30/06/2018) PET-onderzoeken 12/02/2019 Contact: Thibault VANAUDENHOVE Federaal

Nadere informatie

FINANCIËLE EN BOEKHOUDKUNDIGE STATISTIEKEN VAN DE ZIEKENHUIZEN

FINANCIËLE EN BOEKHOUDKUNDIGE STATISTIEKEN VAN DE ZIEKENHUIZEN FINANCIËLE EN BOEKHOUDKUNDIGE STATISTIEKEN VAN DE ZIEKENHUIZEN Boekjaren 1997 t/m 21 Evoluties van 1991 t/m 21 1 INHOUD page.1 Waarschuwing 6.2 Technische opzichten 7 1 Ziekenhuisactiviteit 8 Aantal

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2010 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2011 039 Depotnummer: D/2011/2505/67

Nadere informatie

VG-MZG Algemene Nationale feedback E-audit van de verpleegkundige gegevens September Algemene Nationale feedback verpleegkundige gegevens:

VG-MZG Algemene Nationale feedback E-audit van de verpleegkundige gegevens September Algemene Nationale feedback verpleegkundige gegevens: Algemene Nationale feedback verpleegkundige gegevens: E-audits van de verpleegkundige gegevens 2013 Inhoudstafel 1. INLEIDING... 2 2. METHODOLOGIE... 2 3. FEEDBACK OVER ALGEMENE VASTSTELLINGEN EN FREQUENT

Nadere informatie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie B Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie Inleiding Deze projectoproep kadert binnen de verderzetting van Actie 24 van het Kankerplan: Steun aan pilootprojecten

Nadere informatie

Nederlandstalige samenvatting

Nederlandstalige samenvatting Nederlandstalige samenvatting 147 Samenvatting 148 Nederlandstalige samenvatting Nederlandstalige samenvatting Achtergrond en doel van het onderzoek De keizersnede was oorspronkelijk bedoeld als noodprocedure

Nadere informatie

Reconversie in de psychiatrie. 1. Situering

Reconversie in de psychiatrie. 1. Situering Reconversie in de psychiatrie 1. Situering In de algemene inleiding bij de adviezen wordt de algemene context weergegeven alsook de opmerkingen die de VAR bij de groepsgewijze behandeling wenst te maken:

Nadere informatie

21/02/2012. Check it Out! AZ Turnhout

21/02/2012. Check it Out! AZ Turnhout Check it Out! AZ Turnhout Inhoud Voorstelling AZ Turnhout Definitie project Start project Check it Out! - AZ Turnhout Cyclus 1: Periode oktober 2010 juni 2011 Naar een digitaal, flexibel, vraaggestuurd

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

Context Informatiestandaarden

Context Informatiestandaarden Context Informatiestandaarden Inleiding Om zorgverleners in staat te stellen om volgens een kwaliteitsstandaard te werken moeten proces, organisatie en ondersteunende middelen daarop aansluiten. Voor ICT-systemen

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten?

Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Samenvatting 403 Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Lage rugpijn (LRP) is wereldwijd de meest voorkomende oorzaak van beperkingen. Dit blijkt uit studies naar ziektelast

Nadere informatie

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie Selectiecriteria Onderstaande selectie omvat alle klassieke ziekenhuisverblijven (definitie cfr.: Inleiding 2.2.) die voldoen aan de algemene selectiecriteria

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2009 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2010 065 Depotnummer: D/2010/2505/70

Nadere informatie

Actualisatie MVG 07/10/2004. Intern document voor leden begeleidingscommissie. Prof. W. Sermeus K. Van den Heede D. Michiels Prof. L.

Actualisatie MVG 07/10/2004. Intern document voor leden begeleidingscommissie. Prof. W. Sermeus K. Van den Heede D. Michiels Prof. L. Actualisatie MVG 07/10/2004 Intern document voor leden begeleidingscommissie UL euven Prof. W. Sermeus K. Van den Heede D. Michiels Prof. L. Delesie Prof. P. Gillet J. Codognotto O. Thonon C. Van Boven

Nadere informatie

Inhoud. Algologische functie in de praktijk. Annemie Van Aken verpleegkundige 4/13/2011

Inhoud. Algologische functie in de praktijk. Annemie Van Aken verpleegkundige 4/13/2011 Algologische functie in de praktijk Annemie Van Aken verpleegkundige Inhoud Taak van de algologische functie (AF) FOD begeleidingscomité - universitair onderzoeksequipe Samenstelling van de AF Project

Nadere informatie

nr. 313 van LIEVE MAES datum: 14 juni 2017 aan BART TOMMELEIN Ziekenhuisfinanciering - Budgettaire impact

nr. 313 van LIEVE MAES datum: 14 juni 2017 aan BART TOMMELEIN Ziekenhuisfinanciering - Budgettaire impact SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 313 van LIEVE MAES datum: 14 juni 2017 aan BART TOMMELEIN VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Ziekenhuisfinanciering

Nadere informatie

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra Algemene ziekenhuizen : erkenningsen : momenteel geldend voor entra CAD CAD Adres CAD 009 Netwerk Campus ZNA Middelheim / Koningin Paola Kinder erkenning 19/2/2016 7/9/2014 Campus ZNA Middelheim / Koningin

Nadere informatie

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn

Nadere informatie

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Indicatorenset Prostaatcarcinoom

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Indicatorenset Prostaatcarcinoom Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

Validatiestudie van de nationale surveillance van nosocomiale infecties op IZ

Validatiestudie van de nationale surveillance van nosocomiale infecties op IZ Validatiestudie van de nationale surveillance van nosocomiale infecties op IZ Ann Versporten, Ingrid Morales, Carl Suetens National Surveillance of Infections in Hospitals 1 Algemene doelstelling Valideren

Nadere informatie

Vlaamse tilthermometer

Vlaamse tilthermometer 07/03/17 Prenne Vlaamse tilthermometer LIEVEN MAERTENS, ERGONOOM Je rug Je Rug Ik help je beweeg je laat je lopen en hopen Ben er om te helpen niet voor pijn wat veel beweerd mag zijn Dus als je nog eens

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...

Nadere informatie

BESLISSINGSRAPPORT ERKENNINGSKALENDER CENTRA VOOR KORTVERBLIJF

BESLISSINGSRAPPORT ERKENNINGSKALENDER CENTRA VOOR KORTVERBLIJF / rapport BESLISSINGSRAPPORT ERKENNINGSKALENDER CENTRA VOOR KORTVERBLIJF 26.06.2015 26.06.2015 Beslissingsrapport erkenningskalender 1/54 Inhoudsopgave 1 Beslissingsbasis 4 2 Beslissingsprincipe centra

Nadere informatie

MZG Nationale feedback Verpleegkundige gegevens April 2015. Nationale feedback verpleegkundige gegevens : Extern toelichtend document

MZG Nationale feedback Verpleegkundige gegevens April 2015. Nationale feedback verpleegkundige gegevens : Extern toelichtend document Nationale feedback verpleegkundige gegevens : Extern toelichtend document Inhoudstafel 1. ALGEMENE INFORMATIE... 2 1.1. De verpleegkundige gegevens in het MZG-registratiesysteem... 2 1.2. Selectie van

Nadere informatie

THEMA IV.1. Tuberculose

THEMA IV.1. Tuberculose THEMA IV.1. Tuberculose Specifieke selectiecriteria Voor deze selectie van tuberculose-verblijven worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Goede scores voor het OLV Ziekenhuis

Goede scores voor het OLV Ziekenhuis Toelichting bij de resultaten van het OLV Ziekenhuis voor de kwaliteitsindicatoren van het Vlaams Ziekenhuisnetwerk Goede scores voor het OLV Ziekenhuis Het project Sinds enkele jaren is er meer aandacht

Nadere informatie

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Geestelijke Gezondheidszorg en Verslavingszorg (GGZ)

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Geestelijke Gezondheidszorg en Verslavingszorg (GGZ) 1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Geestelijke Gezondheidszorg en Verslavingszorg (GGZ) Naam: Monique Strijdonck Organisatie: GGZ Nederland Email: MStrijdonck@ggznederland.nl

Nadere informatie

The Belgian Pulmonary Function Study: the Belgian Thoracic Society

The Belgian Pulmonary Function Study: the Belgian Thoracic Society The Belgian Pulmonary Function Study: the Belgian Thoracic Society Historische context Nomenclatuur van longfunctie onderzoek onder vuur Geen evidentie dat weerstandsmeting nuttig is in de diagnostiek

Nadere informatie

Coordinatie--Minimale-klinische-gegevens

Coordinatie--Minimale-klinische-gegevens 6 DECEMBER 1994. - Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

PREVALENTIE VAN WONDEN IN ZIEKENHUIZEN EN WOONZORGCENTRA IN VLAANDEREN

PREVALENTIE VAN WONDEN IN ZIEKENHUIZEN EN WOONZORGCENTRA IN VLAANDEREN PREVALENTIE VAN WONDEN IN ZIEKENHUIZEN EN WOONZORGCENTRA IN VLAANDEREN Luc Gryson Voorzitter CNC wondzorgvereniging Coördinator WOUND-Ex Expertisecentrum van HUBrussel Directeur WZC Clep Alveringem Een

Nadere informatie

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// / nota Onderwerp Veelgestelde vragen over de Vlaamse Patiënten Peiling in algemene ziekenhuizen Inhoud 1 Vragen met betrekking tot de vragenlijst 3 1.1 Is het zo dat de vragenlijst één en ondeelbaar is?

Nadere informatie

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens April 2011

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens April 2011 Algemene Informatie Gebruik van de globalisatietabellen De globalisatietabellen werden opgesteld als bijkomend hulpmiddel voor de ziekenhuizen om hun MZG gegevens beter te kunnen controleren en analyseren.

Nadere informatie

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen Samenvatting Samenvatting De toenemende vraag naar totale heuparthroplastieken (THA) en totale kniearthroplastieken (TKA) leidt tot groeiende wachtlijsten. Om dit probleem het hoofd te bieden hebben veel

Nadere informatie

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra Algemene ziekenhuizen : sen : momenteel geldend voor entra CAD CAD Adres CAD 009 Netwerk ZNA Middelheim / Koningin Paola Kinder 19/02/2016 7/09/2014 ZNA Middelheim / Koningin Paola Kinder Lindendreef 1

Nadere informatie

Geachte Mevrouw, Heer,

Geachte Mevrouw, Heer, Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorvoorzieningen Dienst Datamanagement UW BRIEF VAN UW REF. ONZE REF. STA/CH/2007-181 DATUM 10 AUGUSTUS 2007 BIJLAGE(N) Ter attentie van de algemeen directeur

Nadere informatie

Samenvatting Deel I Onderzoeksmethodologie in onderzoek naar palliatieve zorg in instellingen voor langdurige zorg

Samenvatting Deel I Onderzoeksmethodologie in onderzoek naar palliatieve zorg in instellingen voor langdurige zorg Samenvatting Palliatieve zorg is de zorg voor mensen waarbij genezing niet meer mogelijk is. Het doel van palliatieve zorg is niet om het leven te verlengen of de dood te bespoedigen maar om een zo hoog

Nadere informatie

Evaluatie van de stageplaatsen

Evaluatie van de stageplaatsen Titelpagina Evaluatie van de stageplaatsen. In deze demo wordt naast de executive summary en demografische kenmerken enkel dieper ingegaan op het thema: Waarden en normen. Ziekenhuis X Aantal Respondenten

Nadere informatie

Handleiding benchmarkrapport MPG

Handleiding benchmarkrapport MPG Handleiding benchmarkrapport MPG Inhoudsopgave 1. Wat is een benchmarkrapport?... 2 2. Wanneer wordt het benchmarkrapport ter beschikking gesteld?... 2 3. Waar kan u het benchmarkrapport raadplegen?...

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser

Nadere informatie