Modules borging waterkwaliteit in publieke en private certificeringsinstrumenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Modules borging waterkwaliteit in publieke en private certificeringsinstrumenten"

Transcriptie

1 Modules borging waterkwaliteit in publieke en private certificeringsinstrumenten S.A.M. de Kool, F.G.Wijnands, H.A.E. de Werd WageningenUR - PPO Y. M. Gooijer, P.C. Leendertse CLM Onderzoek & Advies H. Brinks DLV Plant Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR PPO nr CLM Onderzoek & Advies CLM nr Juli

2 Modules borging waterkwaliteit in publieke en private certificeringsinstrumenten S.A.M. de Kool, F.G.Wijnands, H.A.E. de Werd WageningenUR - PPO Y. M. Gooijer, P.C. Leendertse CLM Onderzoek & Advies H.Brinks DLV Plant Deze rapportage is samengesteld binnen het project Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR PPO nr CLM Onderzoek & Advies CLM nr Juli

3 2015 Wageningen, Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) Alle intellectuele eigendomsrechten en auteursrechten op de inhoud van dit document behoren uitsluitend toe aan de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO). Elke openbaarmaking, reproductie, verspreiding en/of ongeoorloofd gebruik van de informatie beschreven in dit document is niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DLO. Voor nadere informatie gelieve contact op te nemen met: DLO in het bijzonder onderzoeksinstituut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit DLO is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave. PPO Publicatienr Water ABC is een initiatief van de leden van het Platform Duurzame Gewasbescherming, LTO, VEWIN, NEFYTO, Unie van Waterschappen, Agrodis en de ministeries van EL&I en I&M. LTO is opdrachtgever en Wageningen UR, CLM en DLV Plant ondersteunen de inhoud en het proces. Productschap Akkerbouw en Productschap Tuinbouw zijn medefinanciers van het project. Projectnummer: PPO Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit Adres : Postbus 430, 8200 AK Lelystad : Edelhertweg 1, lelystad Tel. : Fax : info.ppo@wur.nl Internet : 4

4 Inhoudsopgave pagina 1. INLEIDING EN LEESWIJZER BORGINGSINSTRUMENTEN EN EMISSIEBEPERKING Welke borgingsinstrumenten Overzicht maatregelen, sectoren en instrumenten VVAK VOEDSELVEILIGHEID AKKERBOUW CERTIFICAAT VVAK Borgingsmodule Effectiviteit en bereik bij volledige integratie Stand van zaken en perspectief VKL VOEDSEL KWALITEIT LOONWERK CERTIFICAAT VKL Borgingsmodule Effectiviteit en bereik bij volledige integratie Stand van zaken en perspectief GLOBAL GAP Global GAP Borgingsmodule Effectiviteit en bereik bij volledige integratie Stand van zaken en perspectief SMK SMK Borgingsmodule Effectiviteit en bereik bij volledige integratie Stand van zaken en perspectief MPS MPS Borgingsinstrument Effectiviteit en bereik bij volledige integratie Stand van zaken en perspectief ACTIVITEITENBESLUIT AB Borgingsinstrument Effectiviteit en bereik bij volledige integratie Stand van zaken en perspectief

5 9 SECTORAAL OVERZICHT EN OVERIGE MOGELIJKHEDEN Sectoren Overige mogelijkheden bijdragend aan borging EVALUATIE EN CONCLUSIES

6 1. Inleiding en leeswijzer In 2012 is het project Water ABC gestart om waterkwaliteitsproblemen veroorzaakt door gewasbeschermingsmiddelen verder terug te dringen. Een flyer met een beschrijving van Water ABC is opgenomen in Bijlage 1. Het project richt zich op de borging van effectieve maatregelen om emissies naar oppervlakte- en grondwater tegen te gaan. In is in verschillende gebieden gewerkt aan het vaststellen van de belangrijkste emissieroutes van de probleemstoffen en werden mogelijke maatregelen en passende borgingsinstrumenten geselecteerd: Regio Boskoop, werkgebied Hoogheemraadschap van Rijnland: hier ligt het accent op de boomkwekerij. Zuidoost Nederland, werkgebied Waterschap Aa en Maas: accent op mais. Regio Noord en Zuid Holland, werkgebied van Hoogheemraadschap Rijnland en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier: accent bollenteelt. Friesland en Flevoland, werkgebied van Wetterskip Fryslân en Waterschap Zuiderzeeland: accent puntemissies akkerbouw. Brabant en Bommelerwaard, werkgebied van Brabant Water en Dunea: accent op kwetsbare gebieden (diverse sectoren: fruitteelt, akkerbouw), zowel oppervlaktewater als grondwater. In ieder genoemd werkgebied was een projectgroep actief die bestond uit vertegenwoordigers van de belangrijkste belanghebbenden bij de waterkwaliteitsproblematiek (zie voor samenstelling bijlage 2) De glastuinbouw is niet meegenomen in WaterABC, In de glastuinbouw wordt in het kader van GLAMI (het Convenant Glastuinbouw en Milieugewerkt aan het terugdringen van de emissies. In een eerste rapport (De Werd en van der Wal, 2012) is de beschikbare kennis en expertise bijeengebracht van de belangrijkste emissieroutes van gewasbeschermingsmiddelen in de praktijk. WaterABC richt zich op het terugbrengen van de emissie zelf door een blijvende en geborgde toepassing van die maatregelen die de emissie(risico s) drastisch kunnen beperken. Het tweede rapport beschrijft de analyse van de meest geschikte maatregelen (de Kool e.a. 2015). Per werkgebied zijn in dit rapport de belangrijkste emissieroutes, de mogelijke maatregelen per route en de passende borgingsinstrumenten besproken. Hiermee ontstaat zicht op de potentie van emissiebeperking door toepassing van een set maatregelen die de verschillende betrokkenen kunnen onderschrijven Maar deze maatregelen moeten vervolgens wel nog een plek vinden in een borgingsinstrument. Voor iedere sector is nagegaan welke instrumenten in aanmerking komen en hoe het bereik (% van de doelgroep) is van deze instrumenten. Zo ontstaat zicht op het werkelijke perspectief van beperking van emissie voor de verschillende werkgebieden en wordt duidelijk wat er eventueel nog gedaan moet worden. In het voorliggende derde en laatste rapport zijn de daadwerkelijke modules beschreven die voor ieder relevant borgingsinstrument zijn opgesteld. Met deze modules wordt binnen de mogelijkheden van het instrument de waterkwaliteit zo veel mogelijk geborgd. We noemen het modules omdat het gaat om een kant en klare beschrijving van de extra maatregelen, in de taal en logica van de instrumenten, die bijdragen aan effectieve borging van waterkwaliteit van oppervlakte water. Daarmee is de opdracht van WaterABC afgerond. Het is aan alle belanghebbenden om zorg te dragen voor de implementatie van deze modules in de instrumenten. De stand van zaken op dit punt is steeds meegenomen in de slotparagraaf per instrument. 7

7 2 Borgingsinstrumenten en emissiebeperking 2.1 Welke borgingsinstrumenten In 2012 is het project Water ABC gestart om waterkwaliteitsproblemen veroorzaakt door gewasbeschermingsmiddelen verder terug te dringen. Het project richt zich op de borging van effectieve maatregelen om emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar oppervlakte- en grondwater tegen te gaan. Onder borging verstaan we het verplichtend opnemen van maatregelen in (kwaliteits)regelingen, verordeningen of instrumenten die dat verplichtende karakter hebben of kunnen vormgeven. Verplichtend voor de individuele ondernemers die onder de regeling vallen. Verplichtend, doordat op naleving toegezien wordt en gecontroleerd en er sancties aan niet naleven verbonden zijn, hetzij in de publiekrechtelijke sfeer (AID, toezichthouders etc), of in de privaatrechtelijke sfeer (certificeringen). De introductie van maatregelen via deze instrumenten zal enkel voldoende bijdragen aan de oplossing van het probleem indien de maatregelen daadwerkelijk toegepast worden. De toepassingsgraad, de implementatiegraad zal dan ook hoog moeten zijn. Dat gaat enkel lukken indien de ondernemers en bedrijven ervan overtuigd zijn dat het nuttig en noodzakelijk is, als er voldoende draagvlak is. Dat hangt natuurlijk weer sterk samen met de communicatie over deze maatregelen en de mate waarin de verschillende belanghebbenden dit steunen en uitdragen. Er zijn verschillende instrumenten die dit kunnen ondersteunen, zoals de spuitlicentie (aandacht voor specifieke zaken) of het Product Stewardahip vanuit de gewasbeschermingsindustrie. Dat moet echter niet verward worden met de eigenlijke borging. De volgende soorten instrumenten kunnen onderscheiden worden (niet uitputtend): Markt en keten certificaten MPS Milieukeur GlobalGap VVAK (voedselveiligheidcertificaat akkerbouw) Beroeps en bedrijfscertificaten ISO certificaten VKL (loonwerkers), sluit aan op VVAK CDG (distributie gewasbeschermingsmiddelen) SKL keuringen Wet en regelgeving Lozingenbesluit/Activiteitenbesluit WVO-vergunning GLB (+) Het potentieel van deze instrumenten is verschillend als het gaat om het type maatregelen dat zou kunnen passen. In overleg met de stuurgroep hebben we gekozen voor een basis set aan borgingsinstrumenten waar we ons op richten in Water ABC met het accent op private-markt instrumenten. Voor deze instrumenten hebben we verkend welke maatregelen passen en hebben we deze vervolgens in de systematiek van het instrument beschreven. Het resultaat is een module die inpasbaar is in het borgingsinstrument. Het is vervolgens aan de beheerders van het instrument om te bekijken hoe en wanneer implementatie ervan aan de orde komt. Bij de meeste borgingsinstrumenten zijn meerdere belanghebbenden uit de keten en soms overheid betrokken. Hieronder een korte beschrijving van de marktgerichte instrumenten in relatie tot gewasbescherming en emissiebeperkende maatregelen We beperken ons tot de aspecten van gewasbescherming die direct emissiegerelateerd zijn. Markt en keten certificaten: In de markt zijn een aantal certificatieschema s te onderscheiden. Onder certificering verstaan we hier het borgen via een onafhankelijke externe controle van een van te voren afgesproken transparant beschreven te behalen prestatie op een aantal onderdelen van de bedrijfsvoering. We benoemen hieronder een aantal certificaten die ons inzien relevant zijn. 8

8 Food Global GAP Producenten van groenten en fruit moeten wereldwijd voldoen aan de Global Gap eisen, opgesteld door de internationale supermarkt ketens. De eisen op hoofdlijnen voor dit certificaat worden internationaal vastgesteld door de retailers en vertaald naar specifieke eisen voor de diverse landen. Certificering is vooral gericht op borgen van de voedselveiligheid. Controle van deze certificering vindt in Nederland door onder andere NAK-Agro en SGS plaats. Vrijwel alle groentetelers in Nederland zijn gecertificeerd. Soms alleen voor bepaalde producten maar in toenemende mate voor het hele bedrijf. Met deze eisen wordt de werkwijze van registratie/documentatie/controle gestandaardiseerd en genormaliseerd. De eisen die gesteld worden zijn nauwelijks bovenwettelijk. Voedselveiligheid certificaat akkerbouw VVAK Dit certificatieschema is specifiek ontwikkeld voor de akkerbouw, afgeleid van Global-GAP. Dit certificaat, ook vooral gericht op voedselveiligheid, wordt geëist door alle belangrijke afnemers in de akkerbouw, vrijwel elke akkerbouwer beschikt over dit certificaat. Soms alleen voor bepaalde producten, maar in toenemende mate voor het hele bedrijf. Ook hier vindt controle van de certificering plaats door onder andere NAK-Agro en SGS. Telers die uien en aardappelen telen voor de versmarkt beschikken vaak over een Global Gap certificaat. Milieukeur Stichting Milieukeur is in 1992 op initiatief van de overheid opgericht. Sinds 1995 ontwikkelt Milieukeur milieucriteria voor agrarische producten en voedingsmiddelen. Het aantal producten waar milieucertificatieschema s voor zijn opgesteld neemt gestaag toe, variërend van aardappelen, diverse groenten en fruit tot varkensvlees en kamerplanten. De certificeringschema s worden vastgesteld door het College van deskundigen van de Stichting Milieukeur. In dit college is de keten vertegenwoordigd. De jaarlijkse update van de schema s vindt in overleg met de sector plaats. Uitgangspunt bij vaststellen van de eisen is dat 25% van de telers met inspanning moet kunnen voldoen aan de eisen. Milieukeur richt zich hiermee op de voorlopers in de sectoren. Milieukeur is vooral van belang voor bepaalde segmenten in de vollegrondsgroenten (versneden groenten) sector en de groot groen sector boomkwekerij. In de overige afzet van groenten is het aandeel klein. Het duurzaam inkoopbeleid van de overheid, die vooral actief groot groen inkoopt, was een sterke impuls voor telers het Milieukeurcertificaat te halen. De eisen voor Milieukeur gaan op milieugebied verder dan voor MPS. Milieukeur gaat duidelijk een stap verder dan Global Gap, door een aantal bovenwettelijke eisen te stellen. Het belang van Milieukeur neemt in Nederland slechts langzaam toe, maar groeit wel door vragen vanuit afnemers uit het buitenland. De bedrijven die ermee werken zijn veelal wel grotere en toonaangevende bedrijven in de food sector. Sierteeltketens Milieukeur Zie bij Food. In de agro non-food sector is Milieukeur vooral van belang in de deelsector groot groen, onder impuls van het beleid duurzaam inkopen van de overheid. Inmiddels wordt ook het Milieukeurcertificaat bloembollen in samenwerking met de KAVB vernieuwd en geactiveerd.. MPS Is een organisatie vóór en dóór telers, met sterke relaties in de sierteelt landbouworganisaties zoals de NBvB (boomkwekerij) en de KAVB (bollen). MPS heeft verschillende varianten (MPS A,B,C, MPS-GAP, Quality, Socially Qualified etc.) waardoor ze gezamenlijk de 3P s breed omvatten. Basiseis voor MPS certificering is de registratie van gewasbescherming en bemesting. Afhankelijk van het gebruik komen de telers in aanmerking voor het A, B of C certificaat. Voor MPS GAP komen er een aantal aanvullende eisen bij, bijvoorbeeld op het gebied van arbeid. De deelname van telers verschilt sterk per (deel)sector (10-80%), en is afhankelijk van de eisen die afnemers stellen. Afnemers eisen in toenemende mate MPS certificering (tuincentra en supermarktketens), ook internationaal. Dit is vooral voor boomkwekerijproducten en bloemen van belang. De eisen worden via certificering geborgd. Steeds weer blijkt dat de vraag vanuit de tuincentra (door MPS ook retail genoemd) de grootste prikkel is voor telers om deel te nemen. Komende maand start MPS met een nieuwe bovenlaag op het MPS ABC systeem met MPS-A+. Het doel hiervan dat er een nieuwe koplopersgroep ontstaat die nog betere duurzaamheidsprestaties kan tonen. Deelnemers hoeven hier niets voor te doen, na eind augustus wordt een eventuele score voor MPS-A+ vanzelf zichtbaar in MY-MPS. Bedrijven met MPS-A+ scoren in totaal minimaal 90 punten, halen ten aanzien van Gewasbescherming minimaal 85% van maximale score en voor Meststoffen en Energie zeker 75% van de hoogste score die gehaald kan worden. Naast MPS A+ zal ook MPS A+ Natural Protected worden ingevoerd. Voor MPS-A+-Natural Protected moeten bedrijven zich wel aanmelden. Uitgangspunt is hier het MPS-A+ certificaat in combinatie met gewasbeschermingsmiddelen die alleen in de biologische 9

9 teelt toegelaten zijn. MPS werkt ook aan 'Product Proof' waarbij garanties op productniveau gegeven kunnen worden aan de handel. Hiervoor wordt eerst gekeken met kwekers wat wenselijk en mogelijk is. Later dit jaar start een testgroep potplanten en een testgroep bloemen.(bron: MPS, 17/03/15) Overheid Naast de private instrumenten kan de inzet van overheidsinstrumenten bijdragen aan de borging van de waterkwaliteit. Daarbij komt met name het Activiteitenbesluit in beeld: Het uitgangspunt van het Activiteitenbesluit is om zoveel mogelijk inrichtingen onder algemene regels te brengen. Het achterliggende doel hiervan is het verminderen van de administratieve lasten voor zowel inrichtingen als overheden. Het Activiteitenbesluit kent eisen voor verschillende milieuaspecten. Denk hierbij aan geluid, lucht, bodem, externe veiligheid, afval en afvalwater (lozingen). Het Ministerie van I&M is eindverantwoordelijk voor de invulling van het Activiteitenbesluit. De ervaring bij dit ministerie leert dat de exacte beschrijving van een maatregel van groot belang is. Dit geldt zowel voor de uitvoerbaarheid voor ondernemers, als voor de controleer- en handhaafbaarheid. De manier waarop beperkende voorwaarden en verplichte maatregelen in het Activiteitenbesluit zijn beschreven kan inzicht bieden in de wijze waarop maatregelen in certificeringsschema s opgenomen zouden moeten worden. In WaterABC is daar dan ook naar gekeken. Bovendien is bekeken welke geïdentificeerde maatregelen voor emissiebeperking kunnen passen bij het AB. Tenslotte enkele opvallende zaken: Deelname van telers aan certificering is in sterke mate afhankelijk van de eisen die hun directe afnemers stellen. Dit leidt tot hoge percentages in de sectoren groententeelt (Global GAP), fruitteelt (Global GAP), akkerbouw (VVAK en Global GAP), en deelsectoren in de sierteelt (MPS en Milieukeur). Eisen vanuit afnemers vormen een belangrijke prikkel voor agrariërs om bovenwettelijke maatregelen te nemen. VVAK en VKL kenden in 2012 nog geen specifieke eisen ten aanzien van emissiebeperking. Opnemen van specifieke maatregelen is een interessante optie gezien het grote bereik onder akkerbouwers en loonwerkers in de akkerbouw. Voor vollegrondsgroenten en fruit vormt het opnemen van specifieke maatregelen in Global Gap een interessante optie ook vanwege het grote bereik in deze sectoren. In de sierteeltsectoren is het bereik van borgingsintrumenten vanuit de markt, door de afnemers, veel geringer, dan in de akkerbouw. De eisen voor overheden op het gebied van duurzame inkoop zijn een impuls voor de vraag naar Milieukeur of gelijkwaardig gecertificeerde producten die gebruikt worden in het openbaar groen. Verder is er vanuit de milieu organisaties 1 toenemende druk op de sector te werken aan vermindering van residuen. Het blijft zeker voorlopig echter zo dat borging met voldoende bereik in deze sectoren toch vooral moeten komen uit het Activiteitenbesluit. De belangrijkste certificaten in de food sector (Global GAP en VVAK) zijn gericht op voedselveiligheid, in de non food sector (MPS) op registratieplicht van gewasbescherming en bemesting. Andere certificaten zoals MK en MPS kunnen een goede bijdrage leveren aan borging, echter vooral vanuit de voorbeeld en signaal werking, aangezien het bereik in de meeste deelsectoren te gering is om effectief te kunnen zijn. Certificaten die specifiek eisen stellen aan een duurzame productiewijze betreffen een klein deel van de markt, het gaat hier vooral om biologische teelt en teelt voor Milieukeur. Milieukeur stuurt op de toepassing van geïntegreerde teeltmaatregelen en stelt naast gewasbescherming ook eisen ten aanzien van water, bodemvruchtbaarheid en klimaat, natuur en biodiversiteit. Sterk punt is dat afnemers certificering verplicht stellen, de markt is hiermee de regulerende factor. Ook buiten de reeds bestaande certificaten kunnen afnemers van producten extra eisen stellen via leveringsvoorwaarden. Denk bijvoorbeeld aan de Duurzame zuivelketen waar opname van een emissie maisherbiciden paragraaf een grote impact kan hebben. In de bestaande certificaten is er weinig tot geen aandacht voor de beheersing van gewasbeschermingsmiddelen. Enkel Milieukeur / MPS stellen bovenwettelijke eisen aan de toepassing van middelen langs watergangen. 1 Overigens is momenteel onder druk van Greenpeace wel aandacht voor het verminderen van residuen van gewasbeschermingsmiddelen op sierteeltproducten. Bovenwettelijke certificering is daarbij een van de opties die overwogen worden. 10

10 2.2 Overzicht maatregelen, sectoren en instrumenten. In de volgende overzichtstabellen 1 en 2 zijn alle voorgestelde maatregelen met draagvlak vanuit de werkgebieden (WaterABC rapport de Kool e.a. 2015) opgenomen. De maatregelen zijn geordend naar plek, erf (tabel 2) of perceel (tabel 3). Per sector concentreren de maatregelen zich op de geïdentificeerde belangrijkste emissieroutes voor de probleemstoffen. Vandaar dat niet alle emissieroutes bij iedere sector vertegenwoordigd zijn. Verder is als volgt te werk gegaan: Aangekruist is uit welke sector de maatregelen stammen. Het gaat om een beperkt aantal maatregelen in totaliteit. Verschillende geformuleerde maatregelen met gelijke strekking zijn onder elkaar gezet en met een kleurveld verbonden. Per maatregel staat aangegeven welk borgingsinstrument ingezet wordt / kan worden, door het % bereik in te vullen in de betreffende cel. In de kolom van het activiteitenbesluit (AB) staan wat extra symbolen en afkortingen, zie onder de tabel voor de toelichting. Voor de maatregelen waarbij AB van toepassing kan zijn is aangegeven naar welke sectoren de aanpassing in AB zal doorwerken. Het bereik van de marktinstrumenten is in de sierteeltsectoren nog klein, Het AB lijkt daar een meer aangewezen weg om tot een groot bereik te komen. Zie volgende tabel 1 als samenvatting bereik en impact. Tabel 1. Overzicht van mate van impact en bereik van de diverse borgingsinstrumenten Als het vakje ingevuld is, is het instrument van toepassing voor de betreffende sector, het aantal kruisjes geeft aan hoeveel telers ermee bereikt worden (XXX= alle, x= weinig (<30%)). mais akkerbouw vollegronds groenten bollen Boomkwekerij fruit VVAK XXX VKL XXX X MPS X X Milieukeur X X X XX X Duurzame XX zuivelketen Retailers vers keten X XX XX GLOBAL GAP XX XX XXX Activiteitenbesluit XXX XXX XXX XXX XXX XXX GLB X X X (X) (X) X 11

11 Tabel 2. Overzicht emissiebeperkende maatregelen op en rond het erf, mogelijk passende borgingsinstrumenten en bereik ervan. Plaats Emissieroute Activiteit Maatregel maatregelen benoemt vanuit Sector borginginstrument en bereik anders bij opname in AB van invloed voor sectoren akker bouw mais bollen bomen grond water AB VVAK VKL akb MPS SMK Global GAP akb zuivel GLB toelating com municatie akker bouw vgg mais bollen bomen fruit grond water glas ERF Erfafspoeling Reinigen in het veld Apparatuur op de spuit om te kunnen reinigen in het veld x 100% 80% 95% 20% Vullen, schoonmaken, Overdekt stallen spuit x 100% >90% Stalling spuit Spuit overdekt stallen x 100% 8% 0,50% x x x x x x Vullen, schoonmaken, restvloeistof Restvloeistof en waswater opvangen en gecontroleerd achterlaten op/terugbrengen naar perceel x 100% >90% Vullen, schoonmaken, Verwerken restwater via inrichting op het erf restvloeistof x 100% >90% Verwerken restvloeistof Voorziening voor restvloeistoffen op bedrijf x 100% 80% 95% 20% Reinigen spuit aanwezig Vaste wasplaats inclusief voorziening x x x x x x x x restvloeistoffen x 100% 80% 95% 20% Schoonmaken spuit Restvloeistof en spoelwater verwerken met een Biofilter / PhytoBac x 100% 8% 0,50% Bolontsmetting en reiniging fust en werktuigen Restanten reinigingswater of bolontsmettingsvloeistof zuiveren met Fytobac / Sentinel x 100% 30% Schoonmaken spuit Spuit schoonmaken op onverhard terrein of op verhard terrein met opvang x 100% 8% 0,50% x x x x x x x x Opslag fust Fust overdekt opslaan of op verhard terrein op stelcomplaten aflopend naar het land x 100% 30% x x x x? x x x Reiniging fust Fust reinigen op een daarvoor ingerichte plaats x 100% 30% x x x x? x x x Uitspoeling vanaf het erf Bolontsmetting Afblazen of uitlekken ontsmet plantgoed x JD 30% Bolontsmetting Laden op plek met opvanggoot x JD 30% Ruimtebehandeling Verwerken van condenswater of afvoer naar het land x 100% zie ** 30% Bolontsmetting /Transport Transportwagen (voor ontsmette bollen) met robuuste opvang x JD 30% Vullen, schoonmaken en Vloeistofdichte vloer met opvang en zuivering stallen spuit x 100% 12

12 Tabel 3. Overzicht emissiebeperkende maatregelen op en rond het perceel, mogelijk passende borgingsinstrumenten en bereik ervan. Plaats Emissieroute Activiteit Maatregel maatregelen benoemt vanuit Sector borginginstrument en bereik anders bij opname in AB van invloed voor sectoren akker bouw mais bollen bomen grond water AB VVAK VKL akb MPS SMK Global GAP akb zuivel GLB toelating com municatie akker bouw vgg mais bollen bomen fruit grond water glas PERCEEL Druppeldrift Driftarm spuiten Altijd 75% driftreducerende doppen/techniek gebruiken (enkele uitzonderingen) x 100% 80% 95% 20% Driftarm spuiten Altijd 90% driftreducerende doppen/techniek gebruiken (enkele uitzonderingen) x 100% 80% 95% 20% Driftarm spuiten 50% driftarme doppen/techniek x i.v. 8% 0,50% x x x x x x Driftarm spuiten 75% driftarme doppen/techniek x 100% 8% 0,50% Driftarm spuiten driftreducerende doppen/techniek 75% met bijbehorende druk x 100% >90% Driftarm spuiten Loggende drukmeter x 100% 80% 95% 20% x x x x x x Driftarm spuiten Boomhoogte 50 cm x 100% >90% Driftarm spuiten Spuithoogte max 50 cm boven gewas i.r.t. x x x x x x inrichting x 100% 8% 0,50% Driftarm spuiten Kantdop goed gebruiken x i.v. >90% Driftarm spuiten Vanggewas/bredere teeltvrije zone x 100% 80% 20% >70% x Driftarm spuiten Teeltvrije zone 50 cm mais x i.v. >90% evt Driftarm spuiten Niet spuiten bij windsnelheid > 5 m/s x i.v. 8% 0,50% Informeren telers Eenduidige en praktische etiketten x nvt 100% Afspoeling perceel Perceelsinrichting Akkerranden en/of groenstroken x? 20% >70% Perceelsinrichting Actief randenbeheer, perceelsinrichting, gevoelige plekken anders beheren x nvt >90% evt Verhinderen afspoeling Voorkomen (geforceerde) afvoer van regenwater (o.a. geen greppels graven met afvoer naar oppervlaktewater) x i.v. 80% 20% perceelsbeheer Zorgen voor goede bodemkwaliteit - stimuleren x nvt >90% Lekkage boven de Planten Geen kuubkist in fronthef van de plantmachine sloot bij het bij keren boven de sloot x JD 30% xxx Uitspoeling vanaf spuiten Gebruiks-verminderende spuittechnieken perceel x nvt spuiten Middelkeuze x nvt onkruidbestrijding Mechanische onkruid x nvt Toelichting i.v. i.v is in voorzien..zie AB: gebaseerd op verbod van lozing water waar residu in kan zitten (dus ook afspoelwater) Geldt niet voor verhindering afspoeling. nvt AB leent zich slecht hiervoor, niet specifiek genoeg qua maatregelen JD juridische dubbeling, staat al in andere woorden in AB. ** Kunnen ook specifieke product bepalingen worden, hoeft niet algemeen Actelic is inmiddels niet meer toegelaten in de bollenteelt. 13

13 3 VVAK Voedselveiligheid Akkerbouw certificaat 3.1 VVAK VVAK is een certificeringssysteem voor de akkerbouw, met een bereik van >80%. Akkerbouwers kunnen kiezen uit een bedrijfscertificaat of een gewascertificaat. Het merendeel van de deelnemende akkerbouwers (ca.60%) beschikt over een gewascertificaat, ca. 20% beschikt over een bedrijfscertificaat. De gewascertificaten zijn eigendom van de afnemers van betreffend product, zij bepalen dan ook de inhoud van de certificaten. Eisen die worden Tabel 4. Samenstelling commissie VVAK certificeringsoverleg in opgenomen in gewascertificaten worden automatisch opgenomen in VVAK, andersom alleen met instemming van de eigenaar VVAK akkerbouw certificeringsoverleg van het gewascertificaat. Het VVAK certificaat leent zich voor opnemen van emissiebeperkende maatregelen, in de huidige A. Waterink (secr.) PA versie is dat nog niet het geval. Opnemen van specifieke M. Elema (vz.) PA maatregelen is een interessante optie, gelet op het grote bereik mw. M. Kunst PA onder akkerbouwers (zie verder hoofdstuk 6). De inhoud van de certificering wordt jaarlijks geactualiseerd. Besluitvorming over J. Bartelds LTO-Nederland inhoud VVAK vindt plaats in het certificeringsoverleg van het B.B. Hasselo LTO-Nederland Productschap Akkerbouw, in dit overleg zijn belangrijke stakeholders/afnemers in de akkerbouw vertegenwoordigd. F. van Oorschot LTO-Nederland Belangrijke randvoorwaarde voor aanpassing van de inhoud van B. Ausma AVEBE de certificaten is draagvlak bij de stakeholders. Vooral de H.C. Hak VIGEF afnemers van producten zijn belangrijk. Sturing door de markt wordt als meest gewenst/effectief ervaren door H. van Kessel NAV akkerbouwers/lto. Waterabc heeft verkennende gesprekken J.C. Kolff Suiker Unie gevoerd met een aantal relevante marktpartijen waaronder: W. Kusters Cumela VIGEF, Suiker Unie en VAVI. J.J. Leerssen VAVI J. Gottschall NAO mw. M. de Beuze Plantum NL P. Brooymans Suiker Unie M. Vrij VAVI/Farm Frites mw. S. de Bruin mw. A-C. Vlaardingerbroek GMP+ International CBL 14

14 3.2 Borgingsmodule Binnen het VVAK protocol heeft WaterABC gekeken naar de hoofdstukken en paragrafen waar additionele emissiebeperkende maatregelen in opgenomen kunnen worden. Binnen hoofdstuk 2 Teelt is een volledige paragraaf toegevoegd: 2.7 Hoofdstuk 2 Teelt (geel gearceerd zijn aanvullingen door Water abc) Thema Nr. Omschrijving Opmerkingen Spuitapparatuur (en andere machines waarmee middelen worden gebruikt zoals pootmachine) staan, indien kortere tijd niet gebruikt, altijd op onverhard terrein met een afstand van minimaal 5 meter tot de sloot of onder dak. Tekst aangepast op basis van opmerkingen VAVI. Gaat om niet gebruik minder dan 12 uur, bij langer niet gebruik is sprake van Indien gestald (apparatuur meer dan 12 uur niet gebruikt) op verhard terrein, dient spuitapparatuur overdekt/afgedekt te staan Het vullen van de spuit gebeurt niet rechtstreeks uit oppervlaktewater tenzij gebruik gemaakt wordt van een tussenopslag of van een spuitmachine die is uitgerust met een terugslapklep U neemt maatregelen om emissie van met gewasbeschermingsmiddelen verontreinigd reinigingswater te voorkomen: - Schoonmaken van spuitapparatuur op onverhard terrein op minimaal 5 meter afstand van watervoerende sloten, met een op de spuit aanwezige installatie (spuitlans en schoon water) - Bij schoonmaken van spuitapparatuur op verhard terrein wordt reinigingswater opgevangen en afgevoerd of bewerkt in biofilter of vergelijkbare installatie Restvloeistof na beëindigen van een bespuiting (ook na intern reinigen) wordt zorgvuldig verwerkt: - verdund verspoten over het zo juist bespoten perceel, of - opgevangen en later hergebruikt of bewerkt in biofilter of vergelijkbare installatie Bij gewasbespuitingen altijd een 90% driftreducerende techniek gebruiken (behalve voor LDS onkruidbestrijding en contactfungiciden in uien, hiervoor geldt minimaal 50% driftreductie stalling, zie 2.7. Tekst aangepast op basis van opmerkingen VAVI Tekst aangepast op basis van opmerkingen VAVI Tekst aangepast op basis van opmerkingen VAVI. Driftreducerende technieken kan ook gerealiseerd anders dan via gebruik van doppen, technieken zijn via regelgeving gedefinieerd Spuitdruk wordt vastgelegd met een loggende drukmeter Commentaar VAVI: nu niet haalbaar, meeste spuiten niet uitgerust met loggende drukmeter 15

15 Ook voor de aanvullende module over duurzaamheidseisen heeft WaterABC aanvullingen geschreven (vrijwillig, geldt voor teeltbedrijf) Hoofdstuk Duurzaamheidseisen Thema Nr. Omschrijving Opmerkingen (emissie) U neemt minimaal 3 maatregelen om afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen door neerslag op percelen te voorkomen. Bijvoorbeeld door: dit punt heeft geen steun van alle betrokken afnemers diepe grondbewerking na elke oogst niet kerende grondbewerking (NKG) bodembedekking in de winterperiode - aanleg infiltratiegreppel langs watervoerende sloten akkerrandenbeheer langs watervoerende sloten door aanleg groene bufferstrook van minimaal 3 meter Om afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen tegen te gaan worden geen greppels gegraven om overtollig water rechtstreeks af te voeren naar het oppervlaktewater deze eis is tegengesteld aan verzekeringseisen. 3.3 Effectiviteit en bereik bij volledige integratie Gezien het grote bereik (>80%) is VVAK een zeer effectief instrument indien effectieve maatregelen worden opgenomen in het certificaat. Gezien het draagvlak voor de maatregelen zijn er verschillen voor de verschillende emissieroutes (zie tabel 2 en 3van dit rapport): Drift en erfafspoeling. In de akkerbouw kan opnemen van door de projectgroep geselecteerde maatregelen in VVAK effectief zijn voor het terugdringen van emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater als gevolg van erfafspoeling of druppeldrift. Perceelsafspoeling. De genoemde maatregelen om afspoeling tegen te gaan kunnen zeer effectief zijn voor het terugdringen van perceelsafspoeling, maar hebben geen draagvlak bij de stakeholders buiten de waterschappen. De maatregelen worden als te ingrijpend ervaren (m.b.t. kosten en mogelijke opbrengstschade) en zijn mogelijk in strijd met verzekeringseisen voor waterschade (teler wordt geacht maatregelen te nemen om waterschade te voorkomen). Uitspoeling via scheuren in de grond (zwaardere kleigronden) en via drains wordt niet voorkomen door de geïdentificeerde maatregelen. Voor deze route zijn geen adequate maatregelen bekend. 3.4 Stand van zaken en perspectief De voorstellen zijn besproken in het certificeringsoverleg van november Na uitvoerige discussie is in dit overleg besloten om de voorstellen niet op te nemen in VVAK maar het voorstel aan te houden en te wachten op de uitkomst van diverse beleidsmatige onderhandelingen met de overheid (mineralenbeleid en GLB). Stand van zaken maart 2015: in december 2014 heeft VVAK certificeringsoverleg plaatsgevonden, emissie stond op de agenda, Water ABC maatregelen ter borging van de toepassing van emissiereducerende maatregelen zijn echter niet opgenomen. Wel is er ook in de akkerbouw sprake van diverse communicatieactiviteiten rondom de Toolbox Emissiebeperking ( Ook in het LTO Actieplan Schoner, Groener, Beter (gewasbescherming ) is veel aandacht voor het emissievraagstuk. 16

16 4 VKL Voedsel Kwaliteit Loonwerk Certificaat 4.1 VKL VKL is een van de certificaten waarmee de loonwerksector te maken heeft. VKL is gericht op voedselveiligheid. VKL volgt de verandering in de certificeringsvoorschriften in VVAK. Daarnaast wordt de inhoud van VKL bepaald door het certificeringsoverleg, met daarin naast CUMELA vertegenwoordiging van belangrijke afnemers en LTO. Loonwerkbedrijven actief in de akkerbouw zijn vrijwel allemaal VKL gecertificeerd. Belangrijke randvoorwaarde voor aanpassing van de inhoud van de certificaten is draagvlak bij de stakeholders vertegenwoordigd in het certificeringsoverleg.. Vooral de afnemers van producten en LTO zijn belangrijk, sturing door de markt wordt als meest gewenst/effectief ervaren door Cumela. Naar draagvlak bij de belangrijkste afnemers is geen onderzoek gedaan.ca 95% van alle loonwerkers actief in de akkerbouw is VKL gecertificeerd. Tabel 5. Samenstelling commissie VKL medio 2013 VKL Vacature? Dhr. B. Waterink Dhr. J. Rovers Dhr. P. Brooijmans Dhr. H.C. Hak Mevr. A.J.M. de Bruin Dhr. W. Kusters Mevr. H. Zweverink Dhr. F. Kramer platform LTO Nederland Hoofdproductschap akkerbouw (HPA) Vereniging aardappelverwerkende industrieën (VAVI) (vh. In VVAK) SuikerUnie VIGEF GMP+ Internationaal CUMELA Nederland CUMELA Nederland Stichting Pro act (toehoorder) 17

17 4.2 Borgingsmodule Het VKL certificaat is beschreven in de Norm VoedselKwaliteit Loonwerk. De motivatie voor het certificaat is gelegen in voedselkwaliteit en hygiëne. Om emissie van pesticiden naar oppervlaktewater op te nemen in het certificaat moet de motivatie/scope van het certificaat iets worden verruimd. Bijvoorbeeld door uit te gaan van de risico s op het gebied van voedselkwaliteit, hygiëne en water kwaliteit (paragraaf 1.2 van de norm). In paragraaf 2.3 Verbetercyclus wordt gesproken over uitzetten van een koers door bedrijven gericht op intrinsieke druk (bijvoorbeeld imagoverbetering) of extrinsieke druk (bijvoorbeeld wensen van afnemers). Reduceren van de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar riool, grond- en oppervlaktewater past daar prima in. In paragraaf 3.2 Scope, hierin beschrijft het bedrijf dat zij haar verantwoordelijkheden in de keten kent. Het bedrijf benoemt de activiteiten die zij uitvoert en bepaalt op basis hiervan de reikwijdte van het systeem. Emissie van gewasbeschermingsmiddelen past hier goed bij. In de paragraaf wordt verwezen naar Hoofdstuk 5, voor de opgenomen maatregelen. In paragraaf 3.3 Taken en verantwoordelijkheden. De medewerkers moeten instructie hebben gehad op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu (in het bijzonder emissie van gbm) Hoofdstuk 4, analyse risico s kent paragraaf 4.3, Risico-inventarisatie en evaluatie. In dit hoofdstuk zou ook een paragraaf Risico inventarisatie emissie kunnen worden opgenomen. In Telen met toekomst is een checklist emissie ontwikkeld die zich hier goed voor leent. Deze checklist is als bijlage bij deze notitie toegevoegd. Paragraaf 5.8, Gewasbescherming. Onder het kopje Toepassing van gewasbeschermingsmiddelen staat vermeld: Het bedrijf voorkomt het ontstaan van overschot spuitvloeistof. Mocht desalniettemin toch een overschot ontstaan, dan wordt deze afgevoerd in de hierna genoemde gewenste volgorde: het overschot wordt verspoten in de laatste spuitgang -het overschot wordt (verdund) verspoten over het gewas het overschot wordt verwerkt in een daarvoor bestemde installatie als Phtotobac, Heliosec, Sentinel of ander goedgekeurd systeem. het overschot wordt afgevoerd volgens relevante wet- en regelgeving (Wet Milieubeheer en Wet Verontreiniging Oppervlaktewater). Het bedrijf voorkomt dat met gewasbeschermingsmiddelen verontreinigd water, dat ontstaat bij in- of uitwendig reinigen van de spuitapparatuur, in riool of oppervlaktewater terecht komt door deze af te voeren in de hierna genoemde gewenste volgorde -het wordt verwerkt in een daarvoor bestemde installatie als Phytotobac, Heliosec, Sentinel of ander goedgekeurd systeem. het wordt afgevoerd volgens relevante wet- en regelgeving (Wet Milieubeheer en Wet Verontreiniging Oppervlaktewater). De zelfbeoordeling is onderdeel van VKL. Voor suggesties tav deze zelfbeoordelingslijst zie Excel document. 18

18 Paragraaf 5.8 van VVAK: Gewasbescherming: Blauw gemarkeerd in de tabel zijn emissie gerelateerde zaken die al in het schema staan, geel gearceerd zijn aanvullingen Water ABC Lege verpakking wordt met fustenreiniger op machine schoongespoeld, waarbij het spoelwater terugvloeit in de machine Lege verpakkingen worden niet hergebruikt voor andere doeleinden dan bewaren of transporteren identiek product Lege verpakking van gewasbeschermingsmiddelen wordt verwijderd volgens geldende regelgeving zonder vervuiling van milieu, waterlopen, flora en fauna en er wordt voorkomen dat mensen blootgesteld worden aan afval van lege verpakkingen Lege verpakking van gewasbeschermingsmiddelen wordt aantoonbaar ingeleverd bij inzamelpunten die STORL-verpakkingen innemen (zie en opgeslagen, gelabeld en gehanteerd volgens de regels van dit inzamelingssysteem Toepassing gewasbeschermingsmiddelen In verband met druppeldrift bij toepassing binnen 14 meter vanaf de insteek van het talud van oppervlaktewater, een driftarm systeem gebruiken Overschot spuitvloeistof wordt afgevoerd volgens de volgende gewenste volgorde: * het overschot wordt verspoten in de laatste spuitgang * het overschot wordt (verdund) verspoten over het gewas * het overschot wordt afgevoerd volgens relevante wet- en regelgeving (WM en WVO) 5,8,37 Met gewasbeschermingsmiddelen verontreinigd water dat ontstaat door in- en extern reinigen van de spuitapparatuur wordt apart opgevangen en afgevoerd volgens de volgende gewenste volgorde: * verwerkt in een daarvoor bestemde installatie als Phtotobac, Heliosec, Sentinel of ander goedgekeurd systeem. * afgevoerd volgens relevante wet- en regelgeving (Wet Milieubeheer en Wet Verontreiniging Oppervlaktewater). 4.3 Effectiviteit en bereik bij volledige integratie Loonwerkbedrijven actief in de akkerbouw zijn vrijwel allemaal VKL gecertificeerd (ca 95%), omdat afnemers van de akkerbouwers dit eisen. Zie voor de emissieroutes in de akkerbouw VVAK paragraaf 3.3. Het bereik van VKL bij loonwerkers die exclusief in de veehouderijsector werken is laag, omdat afnemers in de veehouderij geen gecertificeerde loonwerker eisen. Omdat het merendeel van de loonwerkers naast klanten in de veehouderij ook klanten in akkerbouw of groententeelt bedienen is VKL een effectief instrument voor het terugdringen van emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar oppervlaktewater, zie ook paragraaf 3.3. Anders dan in de akkerbouw/vvak is er in het mais-werkgebied (Zuidoost Nederland) wel draagvlak voor maatregelen om afspoeling tegen te gaan, onder de randvoorwaarden van een vergoeding voor de meerkosten/opbrengstderving. Maatregelen tegen afspoeling lenen zich echter niet voor opname in VKL, omdat de te nemen maatregelen niet binnen de verantwoordelijkheid van loonwerkers vallen. 19

19 4.4 Stand van zaken en perspectief Het WaterABC voorstel is besproken in de commissie agrarisch loonwerk van Cumela. In de commissie is geen draagvlak voor het opnemen van (extra) wettelijke maatregelen op het gebied van emissiebeheersing. Het voorstel is daarom niet verder doorgeleid naar het VKL certificeringsoverleg. Indien VVAK de voorstellen (alsnog) overneemt dan volgt VKL op basis van afspraken die daarover gemaakt zijn. Dit is ook de actuele stand van zaken, maart

20 5 Global GAP 5.1 Global GAP Global GAP is een richtlijn voor goede landbouwkundige praktijken. Een groep grote Europese supermarktketens, samenwerkend in EUREP (Euro Retailer Produce), heeft in 1999 voorschriften opgesteld waaraan telers van primaire producten, zoals fruit, groenten, aardappelen en snijbloemen en producenten van uitgangsmateriaal zich moeten houden, wanneer ze het certificaat willen behalen. De voorschriften staan bekend als de GlobalGAP-normen. GAP staat voor Good Agricultural Practice. De GlobalGAPregels voor de verschillende agrarische sectoren zijn opgenomen in GlobalGAP Integrated Farm Assurance (IFA). Naast voedselveiligheid besteedt GlobalGAP ook aandacht aan dierenwelzijn, milieu, natuur en arbo-omstandigheden. Tabel 6. Samenstelling Nationaal Technische Werkgroep van Global GAP:, medio 2013 De heer A.J.M. Klaassen (voorzitter) Mevrouw A.C. Vlaardingerbroek Dhr. P. Verbaas De heer B. van der Wal Mevrouw M. Beem - Vullings De heer F. van Oorschot De heer A. Waterink De heer D. Oorburg De heer G. van der Ven De heer R. Zuyderwijk Mevrouw E. Wieringa De heer W. Middag De heer J. Ottenheim De heer P. Bol De heer F. Callens Mevrouw F.J. Huis in t Veld (secretaris) DPA CBL FrugiVenta Veiling Zaltbommel Koninklijke Fruitmastersgroep ZLTO Hoofdproductschap Akkerbouw Vion Food ISACert ECAS SGS Nederland Control Union Nefyto TC GLOBALG.A.P. FoodPLUS GmbH Productschap Tuinbouw Global GAP is een afzonderlijk geïntegreerde standaard met diverse modules voor de verschillende productgroepen van plantaardige en dierlijke productie tot plant uitgangsmateriaal en de productie van mengvoer. Het bereik in Nederland is >90% voor de telers van verse producten, zoals vollegrondsgroenten en fruit. Een deel van de akkerbouwers (ca 20%) is Global GAP gecertificeerd, dit betreft vooral telers van pootaardappelen, tafelaardappelen, uien en peen. 21

21 5.2 Borgingsmodule Global GAP heeft, mede onder impuls van WaterABC een aantal eisen opgenomen die bijdragen aan de reductie van emissie van gewasbeschermingsmiddelen. Enkele eisen zijn direct geformuleerd, zoals de kalibratie en registratie van weercondities. Daarnaast dient op elk bedrijf een watermanagementplan opgesteld te worden waarin ook de invloed van het watergebruik op de omgeving meegenomen dient te worden. Dit watermanagementplan dient gebaseerd te zijn op een uitgevoerde, bedrijfsspecifieke, risico-inventarisatie. Het opzetten van deze risico-inventarisaties mogen de bedrijven zelf doen en zij mogen ook de aanpak kiezen. Een goede risico-inventarisatie begint met een gevarenanalyse. De gevaren die een risico kunnen opleveren voor emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar water kunnen meegenomen worden in de risico-inventarisatie via een lijst met minimaal te beoordelen gevaren (zie advieslijst hieronder). Nieuwe Global Gap eisen voor water die mede onder impuls van WaterABC zijn toegevoegd voor open teelten (gele arcering). Deze eisen zijn per 1 januari 2016 voor de Nederlandse telers beschikbaar en worden per 1 januari 2017 verplicht. 1 De spuit is goed onderhouden en het SKL goedkeuringsbewijs (van de spuitkeuring) is geldig (geldt ook voor loonwerker). Wanneer (wettelijke) calibratie programma s niet jaarlijks vereist zijn moet de werking jaarlijks gecontroleerd worden. 2 Bij elke toepassing in de open lucht moeten de heersende weercondities geregistreerd worden. Het gaat dan om wind, temperatuur en luchtvochtigheid. 3 Het watermanagement op het bedrijf moet beoordeeld worden door een risico beoordeling waarbij de impact op het milieu en de omgeving van al het watergebruik op het bedrijf in kaart gebracht wordt. Hierbij wordt er aandacht gevraagd voor het effect op alle waterbronnen inclusief drinkwaterbronnen in waterwingebieden. 4 Het maken van een watermanagement plan gebaseerd op deze risicobeoordeling is verplicht. Dit watermanagementplan dient gebaseerd te zijn op een uitgevoerde, bedrijfsspecifieke, risicoinventarisaties. Het opzetten van deze risicoinventarisaties mogen de bedrijven zelf doen en zij mogen ook de aanpak kiezen. De risicoinventarisatie begint met een gevarenanalyse. Advieslijst met minimaal te beoordelen punten voor het watermanagementplan voor Global Gap met eisen voor water Lijst met minimaal te beoordelen punten in het nieuwe watermanagementplan van Global Gap ter reductie emissie gewasbeschermingsmiddelen De toepasser van gewasbeschermingsmiddelen beschikt over een geldige spuitlicentie, ten minste licentie 1 (ook loonwerker). Om afspoelen van gewasbeschermingsmiddelen door regen te voorkomen wordt de spuit (en andere machines waarmee middelen worden gebruikt zoals pootmachine) altijd onder dak gestald of op onverhard terrein met een afstand van minimaal 5 meter tot oppervlaktewater. Het vullen van de spuit gebeurt niet rechtstreeks uit oppervlaktewater tenzij gebruik gemaakt wordt van een tussenopslag of van een spuitmachine die is uitgerust met een terugslagklep. Emissie van met gewasbeschermingsmiddelen verontreinigd reinigingswater wordt voorkomen door: - Schoonmaken van spuitapparatuur op onverhard terrein op minimaal 5 meter afstand van watervoerende sloten, met een op de spuit aanwezige installatie (spuitlans en schoon water) - Bij schoonmaken van spuitapparatuur op verhard terrein wordt reinigingswater opgevangen en afgevoerd of bewerkt in biofilter of vergelijkbare installatie 22

22 Restvloeistof na beëindigen van een bespuiting wordt zorgvuldig verwerkt: - opgevangen en later hergebruikt of bewerkt in biofilter of vergelijkbare installatie - verdund verspoten over het zo juist bespoten perceel Beperk drift van spuitmiddelen door altijd een 90% driftreducerende techniek te gebruiken langs watergangen en 75% op het gehele perceel. Geldt niet voor LDS onkruidbestrijding, hiervoor geldt minimaal 50% driftreducerende technieken. Voorkom afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen via neerslag op percelen. Bijvoorbeeld door: - diepe grondbewerking na elke oogst - niet kerende grondbewerking (NKG) - bodembedekking in de winterperiode - aanleg infiltratiegreppel langs watervoerende sloten - akkerrandenbeheer langs watervoerende sloten door aanleg groene bufferstrook van minimaal 3 meter Sla Fust altijd overdekt op zodat er bij regen geen emissie plaats kan vinden naar het oppervlaktewater. Zuiver met gewasbeschermingsmiddelen verontreinigd water dat ontstaat bij reiniging van machines, werktuigen, bewaarcellen etc, m.b.v. biofilter of vergelijkbare installatie, alvorens deze te lozen op het oppervlaktewater of de riolering. Alternatief is het diffuus verspreiden over het land of af laten voeren door een erkend bedrijf. Verwerk restvloeistof na beëindigen van een bespuiting zorgvuldig: - opgevangen en later hergebruikt of bewerkt in biofilter of vergelijkbare installatie - verdund verspoten over het zo juist bespoten perceel Zorg dat spuithoogte boven het gewas maximaal 50 cm bedraagt. Zorg dat geen permanente obstakels op het perceel aanwezig zijn (bijv sproeiers voor beregening) waardoor een hogere spuitboomhoogte aan moet worden gehouden - Kisten met bloembollen dienen na de boldompeling afgeblazen te worden of lekken minimaal 12 uur uit. - Bloembollen dienen na de bolontsmetting geladen te worden op een plek met opvanggoot. - Voor het transport van ontsmette bloembollen dient een transportwagen gebruikt te worden met robuuste opvang voor lekvloeistof. Emissiescherm of haag in combinatie met driftarme apparatuur (luchtondersteuning of handmatige spuit) op > 50% van de totale slootlengte op het bedrijf waaraan het gewas grenst. 5.3 Effectiviteit en bereik bij volledige integratie Gezien het grote bereik (>90%) in de groente en fruitteelt kan Global Gap een effectief instrumentzijn wanneer effectieve maatregelen worden opgenomen in het certificaat. In de systematiek van Global Gap zijn de maatregelen die zijn ontwikkeld in Water ABC vertaald in aangescherpte eisen t.a.v. calibratie van spuitapparatuur, t.a.v. registratie van weercondities. Verder wordt een risico-beoordeling ten aanzien van water op het bedrijf, inclusief een watermanagamentplan met aandacht voor (kwetsbare) waterbronnen verplicht. Door een lijst met minimaal te beoordelen punten tav beperken van emissie van gewasbeschermingsmiddelen toe te voegen kunnen deze punten meegenomen worden in de risico-beoordeling door de teler 23

23 5.4 Stand van zaken en perspectief De maatregelen die in Water ABC zijn opgesteld voor akkerbouw, vollegrondsgroente, fruitteelt en boomteelt zijn besproken in de NTGW (Nederland technische werkgroep) van Global Gap2. Voor de inpassing in het interpretatiedocument zijn geen problemen voorzien. In kwartaal 4 van 2014 zijn alle voorstellen (incl. waterparagraaf) verwerkt en vertaald. De nieuwe versie van het certificaatzal in Nederland vanaf 1 juli 2016 beschikbaar zijn en vanaf 1 januari 2017 verplicht zijn. De uitkomst van de inpassing wordt hier beschreven: tav de ingebrachte maatregelen van WaterABC. Deze zijn -deels aangepast- in de Global GAP methodiek opgesteld en opgenomen, door de Nederlandse en internationale expertgroepen, als volgt: Op het gebied van onderhoud van gebruikte apparatuur bij gewasbescherming worden de eisen aangescherpt. 1. Wanneer (wettelijke) kalibratie programma s niet jaarlijks vereist zijn moet de werking jaarlijks gecontroleerd worden om te voorkomen dat het milieu onnodig belast wordt (nieuw 2. De competentie van toepassers moet aangetoond worden. In Nederland is dit de spuitlicentie (niet nieuw) 3. T.a.v. drift is een nieuw controlepunt opgenomen waarbij bij elke toepassing in de open lucht de heersende weercondities geregistreerd moeten worden. Het gaat dan met name om wind, temperatuur en luchtvochtigheid (nieuw). 4. Er is een nieuw controlepunt gemaakt waarbij het watermanagement op het bedrijf beoordeeld wordt. Dit betreft al het water wat pre-harvest op het bedrijf gebruikt wordt. Dit is een definitie waar afspoeling door regen ook onder valt. Er moet een risico beoordeling gedaan worden waarbij de impact op het milieu en de omgeving van al het watergebruik op het bedrijf in kaart gebracht wordt. Hierbij wordt er nadrukkelijk aandacht gevraagd voor het effect op alle waterbronnen. Dit is zodanig geformuleerd dat drinkwaterbronnen in waterwingebieden hier ook onder vallen. (op alle plekken in het schema waar naar waterbronnen verwezen wordt is deze definitie gebruikt. Onder waterbronnen vallen dus ook drinkwaterbronnen.) De risico beoordeling zal bij een teler in een waterwingebied waarschijnlijk anders uitpakken dan bij een teler buiten een waterwingebied. Deze risicobeoordeling is een Major Must. Het maken van een watermanagement plan gebaseerd op deze risicobeoordeling is ook een Major Must en er wordt gecontroleerd op de implementatie ervan in de bedrijfsvoering. Binnen de systematiek van Global GAP is hiermee zorgvuldigheid tav gewasbescherming steviger opgenomen. Dat is een goede stap. In de eerste helft van 2015 is er public consultancy. 2e helft 2015 vindt definitieve invulling in het Nederlandse interpretatiedocument plaats. Aansluitend volgt implementatie in de praktijk. Vanwege de internationale afstemmingstrajecten en inspraakprocedures gaat de daadwerkelijk verplichting in januari 2017 in. Conclusie is dat vanuit WaterABC met succes een aantal elementen ingebracht zijn.. Qua timing paste WaterABC goed bij de revisie die plaats heeft gevonden. Vanwege het internationale karakter en de daarbij behorende afstemming is wel sprake van een lange doorlooptijd voordat de nieuwe eisen daadwerkelijk verplicht zijn (januari 2017) CLM heeft op verzoek van Global Gap ook enkele mogelijke maatregelen voor de bedekte teelt aangeleverd, los van WaterABC (De stuurgroep heeft expliciet aangegeven dat WaterABC zich niet richt op glastuinbouw). 24

24 6 SMK 6.1 SMK Stichting Milieukeur is in 1992 op initiatief van de overheid opgericht. Er zijn certificeringsschema s voor diverse productgroepen. De certificeringschema s worden vastgesteld door het College van deskundigen van de Stichting Milieukeur. In dit college is de keten vertegenwoordigd. De jaarlijkse update van de schema s vindt in overleg met de sector plaats. Uitgangspunt bij vaststellen van de eisen is dat 25% van de telers met inspanning moet kunnen voldoen aan de eisen. Milieukeur richt zich hiermee op de voorlopers in de sectoren. In agro food is Milieukeur vooral van belang in de deelsector vollegrondsgroenten en tafelaardappelen. Het bereik en daarmee de impact van Milieukeur in agro food is gering. In de agro nonfood sector is Milieukeur vooral van belang in de deelsector groot groen, onder impuls van het beleid duurzaam inkopen van de overheid. In de overige deelsectoren is het bereik van Milieukeur gering. In 2015 is i.s.m. de KAVB overigens ook een Milieukeurschema bloembollen opgesteld. Tabel 8. Samenstelling College van Deskundigen agro food. ir. C.A.C.J. Oomen ir. S. de Kool M.M. van Giessen ing. F.L.K. Kempkes ir. E.H. Marsman ir. P.A.M. Rombouts ing. J.J.M. Staps J.J. Vooijs Vertegenwoordiger AVAG Vacant Voorzitter Projectleider SMK LTO - Noord WUR Glastuinbouw - Greenhouse Technology Unie van Waterschappen Brabantse Milieufederatie Louis Bolk Instituut DPA (Dutch Produce Association) AVAG - Platform Toeleveranciers Glastuinbouw LTO- Nederland 6.2 Borgingsmodule SMK heeft onder impuls van WaterABC per januari 2014 een aantal eisen opgenomen die bijdragen aan de reductie van emissie van gewasbeschermingsmiddelen. SMK heeft generieke eis opgenomen voor alle bespuitingen 75% driftreductie, paar uitzonderingen, zie teksten. Fruit bijvoorbeeld 90% tot 21 juni, lds onkruidbestrijding 50%. 25

25 SMK: Module Water ABC voor SMK fruitteelt Matching van Water ABC maatregelen fruitteelt met certificatieschema open teelten, criteria voor hardfruit, steenfruit en houtig kleinfruit nr Criterium Beoordelingsrichtlijn en interpretatie Opmerkingen In de teelt van hardfruit is tot 21 juni toepassing van een minimaal 90% driftreducerende spuittechniek verplicht. In de teelt van steenfruit en houtig kleinfruit is het gehele teeltseizoen toepassing van een minimaal 75% driftreducerende spuittechniek verplicht (voor een overzicht van doppen en overige technieken die daaraan voldoen zie ( of de website van de ctgb Daarnaast zijn de wettelijke gebruiksvoorschriften (maximale doseringen, de toepassingsperiode en eventuele aanvullende gebruiksvoorschriften) van kracht. Een maluspunt voor de toepassing van milieubelastende middelen wordt niet toegekend als de toepassing aantoonbaar en controleerbaar onder de 100 milieubelastingspunten blijft voor het bodemleven, grond- en oppervlaktewater door middel van: Een aangepaste dosering (zie boven). Gebruik van driftbeperkende maatregelen die verder gaan dan de basiseis van 90% driftreductie tot 21 juni en maatregelen die in de lijst van toegestane middelen zijn genoemd. Pleksgewijze Bij de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen (bijv. aanmaken, transporteren en toediening) en het gebruik van spuitapparatuur (bijv. vullen, reinigen (buiten- en binnenkant) en stallen) moet worden voldaan aan de bijbehorende eisen uit het Activiteitenbesluit. Gewasbescherming Keuzemaatregelen, waren al eerder opgenomen (pre waterabc) Extra emissiebeperkende maatregelen op bedrijfsniveau (max 5 punten) Zuiveringsmethoden voor spoel- en reinigingswater van spuitmachines, opvang en zuivering van restvloeistoffen via de systemen van Biofilter, Phytobac, Helioser en Sentinel Automatische inwendige reiniging spuitmachines. Inrichten van een vulplaats voor de spuit die geen afloop naar oppervlakte water of afvoer Spuitapparatuur wordt minimaal 2 x per jaar gereinigd door speciaal daarvoor ingericht bedrijf. Bij de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen (bijv. aanmaken, transporteren en toediening) en het gebruik van spuitapparatuur (bijv. vullen, reinigen (buiten- en binnenkant) en stallen) moet worden voldaan aan de bijbehorende eisen uit het Activiteitenbesluit. Controleer visueel en/of administratief of aan de gestelde criteria wordt voldaan Uitvloeisel van discussie met SMK 26

26 Perceelinrichting(maximaal 10 punten per perceel) Afscherming perceel: Perceel voor meer dan 50% afgeschermd door vanggewas. Vanggewas aan oostelijke perceelgrens. Perceel geheel afgeschermd door vanggewas. N.B.: Perceelranden die (zonder oppervlaktewater binnen 14meter) grenzen aan een ander fruitperceel worden beschouwd als afgeschermd, de hoogte van de gewassen in het aangrenzende perceel moeten minimaal even hoog zijn als de spuitdoppen. Percentage zwartstrook op basis van netto teeltopppervlak: 30 50% %. 0% (ook toe te kennen bij afdekken zwartstrook met organisch materiaal, wanneer er geen chemische onkruidbestrijding. SMK akkerbouw/vgg: Module Water ABC voor SMK akkerbouw/vgg (geel gearceerd zijn aanvullingen WaterABC Gewasbescherming G2.3 Een aantal gewasbeschermingsmiddelen is aangemerkt als milieubelastend. Voor elke toepassing van een milieubelastend middel en voor elke toepassing van aandachtsstoffen* worden per ha maluspunten toegekend. Zie hiervoor de bijlagen met toegestane gewasbeschermingsmiddelen. De maluspunten voor toepassing van milieubelastende middelen / aandachtsstoffen voor het waterleven komen te vervallen indien de rand van het perceel minimaal 14 m is verwijderd van de insteek van de sloot. Het aantal maluspunten wordt berekend aan de hand van de toegepaste dosering ten opzichte van de etiket dosering en afgerond op eentiende. Bij gebruik van bijvoorbeeld een halve dosering, mag het aantal maluspunten worden gehalveerd. *Aandachtsstoffen waterschappen en drinkwaterbedrijven/ bestijdingsmiddelenatlas: 2,4 D, Captan, Esfenvaleraat, Glyfosaat, Imidacloprid, Isoproturon**, Lambda cyhalothrin, Mecoprop (MCPP), MCPA, Pyridaben**, Teflubenzuron**. Aandachtsstoffen SZW lijst: Amitrol, Cyproconazool, Fenpropimorf, Flumioxazin, Glufosinaat-ammonium, Linuron, Maneb**, Mancozeb Metconazool** **niet opgenomen in lijsten met toegestane middelen. Let op: Een maluspunt voor de toepassing van milieubelastende middelen wordt niet toegekend als de toepassing aantoonbaar en controleerbaar onder de 100 milieubelastingspunten blijft voor het bodemleven en het grondwater en tevens onder de 100 milieubelastingspunten voor het oppervlaktewater door middel van: Een aangepaste dosering (zie boven). Controleer het aantal maluspunten. Gebruik van driftbeperkende maatregelen die verder gaan dan de maatregelen die in de lijst van toegestane middelen zijn genoemd (bijvoorbeeld gebruik van 90% driftbeperkende doppen indien in de lijst 75% driftbeperkende doppen staan genoemd). 27

27 Pleksgewijze toepassing; maluspunten vervallen bij pleksgewijze toepassing, mits de milieubelasting onder de 100 respectievelijk 10 milieubelastingspunten komt. Er wordt hierbij uitgegaan van een 10% toepassing van de etiketdosering. De indeling van de driftbeperkende doppen en technieken is terug te vinden op de site van Helpdesk water met zoekterm doppen ( G2.4 Per gewas geldt een maximale hoeveelheid werkzame stof per hectare per jaar (zie productgroepen). Voor meermalige teelten geldt de maximale hoeveelheid werkzame stof per teelt. De volgende toepassingen worden meegerekend: Voor zaaizaad of pootgoedontsmetting. Direct na de oogst van het voorafgaande gewas. Tijdens het zaaien of poten van het gewas. Tijdens de teelt tot en met de oogst. Bewaarmiddelen (alleen in de schuur), minerale olie, uitvloeiers en Ferramol (ijzer III) fosfaat) en zwavel vallen buiten de kg-norm. Spuitapparatuur (en andere machines waarmee middelen worden gebruikt zoals pootmachine) staan, indien kortere tijd niet gebruikt, altijd op onverhard terrein met een afstand van minimaal 5 meter tot de sloot of onder dak. Indien gestald (apparatuur meer dan 12 uur niet gebruikt) op verhard terrein, dient spuitapparatuur overdekt/afgedekt te staan Het vullen van de spuit gebeurt niet rechtstreeks uit oppervlaktewater tenzij gebruik gemaakt wordt van een tussenopslag of van een spuitmachine die is uitgerust met een terugslapklep. U neemt maatregelen om emissie van met gewasbeschermingsmiddelen verontreinigd reinigingswater te voorkomen: - Schoonmaken van spuitapparatuur op onverhard terrein op minimaal 5 meter afstand van watervoerende sloten, met een op de spuit aanwezige installatie (spuitlans en schoon water) - Bij schoonmaken van spuitapparatuur op verhard terrein wordt reinigingswater opgevangen en afgevoerd of bewerkt in biofilter of vergelijkbare installatie Restvloeistof na beëindigen van een bespuiting (ook na intern reinigen) wordt zorgvuldig verwerkt: - verdund verspoten over het zo juist bespoten perceel, of - opgevangen en later hergebruikt of bewerkt in biofilter of vergelijkbare installatie Bij gewasbespuitingen altijd een 75% driftreducerende techniek gebruiken (behalve voor LDS onkruidbestrijding en contactfungiciden in uien, hiervoor geldt minimaal 50% driftreductie Controleer de gebruikte hoeveelheid werkzame stof na de teelt aan de hand van de registraties en/of facturen van loonwerkers. Moeilijk te controleren? Check aanwezigheid van tussenopslag of terugslagklep op de spuit Check plaats waar spuitapparatuur wordt schoongemaakt Check aanwezigheid installatie of documenten die afvoer uitwijzen Moeilijk controleerbaar? Check op aanwezigheid van installatie 28

28 U neemt minimaal 2 maatregelen om afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen door neerslag op percelen te voorkomen. Bijvoorbeeld door: diepe grondbewerking na elke oogst niet kerende grondbewerking (NKG) bodembedekking in de winterperiode aanleg infiltratiegreppel langs watervoerende sloten akkerrandenbeheer langs watervoerende sloten door aanleg groene bufferstrook van minimaal 3 meter Telers hadden vooral problemen met het verplicht nemen van 2 maatregelen uit de keuzelijst voorkomen afspoeling van pesticiden naar oppervlaktewater. Maatregelen zijn niet overgenomen door SMK in 2014 Kunnen wel op de lijst met keuzemaatregelen voor bonuspunten. G2.16 Uiterlijk 2015 moet een vul- en spoelplaats op het bedrijf zijn gerealiseerd of gebruik maken van spoelplaats buiten het bedrijf. Niet overgenomen door SMK ivm overige verplicht gestelde maatregelen, wel op de lijst met keuzemaatregelen waarmee bonuspunten verdiend worden. 29

29 SMK boomteelt: Module Water ABC voor SMK boomteelt Matching van Water ABC maatregelen boomkwekerij met certificatieschema open teelten, criteria voor boomkwekerijproducten NR Criterium Beoordelingsrichtlijn en interpretatie Opmerkingen 4 Gewasbescherming 4.15 De spuittank moet na elke toepassing worden gereinigd / doorgespoeld. Het reinigen van de bespuiting wordt beoordeeld aan de hand van de residucontrole's 4.16 Uiterlijk 2015 moet een vul- en spoelplaats op het bedrijf zijn gerealiseerd Reiniging van fust en werktuigen die in aanraking komen met gewasbeschermingsmiddel, zoals spuitapparatuur, mag alleen plaatsvinden op een reinigingsplaats met opvang zonder overloop naar riolering of oppervlaktewater of op onverhard terrein met een afstand van minimaal 5 meter vanaf de insteek van de sloot onder de voorwaarde dat op de veldspuit een spuitlans en schoon water tank aanwezig is. Bij neerwaartse bespuitingen wordt gebruik gemaakt van spuitdoppen /spuittechniek of andere maatregelen met minimaal 75% driftreductie Uitzondering geldt voor LDS onkruidbestrijding, hiervoor geldt minimaal 50% driftreductie Spuithoogte boven gewas bedraagt maximaal 50 cm bij neerwaarts spuiten. Er mogen geen permanente obstakels op het perceel aanwezig zijn (bijv sproeiers voor beregening) waardoor een hogere spuitboomhoogte aan moet worden gehouden Controle op reinigingsplaats Controleerbaar door controle van spuitapparatuur en emissiebeperkende maatregelen zoals emissiescherm Ter overweging voor SMK, door het nieuwe pakket maatregelen wordt driftreductie vergaand gereduceerd, de vraag is of je dan nog een vul- en spoelplaats verplicht moet stellen. Voordeel van zo n inrichting is wel dat de controleerbaarheid goed is, beter dan een aantal van de andere genoemde maatregelen. Voorlopig niet overgenomen, wel bonuspunten voor het hebben van de inrichting. Opwaarts spuiten kent geen formeel goedgekeurde technieken, zie eerder gemaakte opmerkingen. 90% driftreductie levert bonuspunten op Controle op inrichting veld. Bij meerdere gewassen op 1 perceel geldt 50 cm boven hoogste gewas 30

30 Indien niet in gebruik staat spuitapparatuur, om afspoelen van gewasbeschermingsmiddelen door regen te voorkomen: altijd onder dak of afgedekt op spoelplaats met opvang op onverhard terrein met afstand van minimaal 5 meter tot oppervlaktewater Bovenstaande punten komen als volgt terug in schema 2014 Bij de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen met neerwaartse bespuitingen is het gebruik van een minimaal 75% driftreducerende spuittechniek verplicht, (voor een overzicht van doppen en overige technieken die daaraan voldoen zie ( Daarnaast zijn de wettelijke gebruiksvoorschriften (maximale doseringen, de toepassingsperiode en eventuele aanvullende gebruiksvoorschriften) van kracht. Voor zaaizaadontsmetting, zaadcoating of stekmiddelen zijn alle wettelijk toegelaten Een maluspunt voor de toepassing van milieubelastende middelen wordt niet toegekend als de toepassing aantoonbaar en controleerbaar onder de 100 milieubelastingspunten blijft voor het bodemleven, het grondwater en het oppervlaktewater door middel van: Een aangepaste dosering (zie boven). Gebruik van driftbeperkende maatregelen die verder gaan dan de basiseis van 75% driftreductie en maatregelen die in de lijst van toegestane middelen zijn genoemd (bijvoorbeeld gebruik van 90% driftbeperkende doppen). Pleksgewijze toepassing; maluspunten vervallen bij pleksgewijze toepassing, mits de milieubelasting onder de 100 milieubelasting Bij de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen (bijv. aanmaken, transporteren en toediening) en het gebruik van spuitapparatuur (bijv. vullen, reinigen (buiten- en binnenkant) en stallen) moet worden voldaan aan de bijbehorende eisen uit het Activiteitenbesluit. Controle van inrichting/wijze waarop spuit wordt neergezet indien niet in gebruik Bij de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen (bijv. aanmaken, transporteren en toediening) en het gebruik van spuitapparatuur (bijv. vullen, reinigen (buiten- en binnenkant) en stallen) moet worden voldaan aan de bijbehorende eisen uit het Activiteitenbesluit. 31

31 8 Afval 8.2 Lozingen op het oppervlaktewater van afvalwater met ontsmettings- of gewasbeschermings-middelen zijn niet toegestaan. Afvalwater of restanten spuitvloeistof moeten verwerkt worden met een biofilter of vergelijkbare installatie, worden afgevoerd door erkende instantie of diffuus verspreid worden over het land Afvalwater van het reinigen van producten moet op het bedrijf zelf worden verwerkt met een biofilter of vergelijkbare installatie, worden afgevoerd door erkende instantie of diffuus verspreid worden over het land Afvalwater gebruikt voor de voorbehandeling van zomerbloemen, waaraan middelen op basis van zilverthiosulfaat (STS) zijn toegevoegd, moet als chemisch afval worden afgevoerd. Keuzemaatregelen (zijn al in 2013 opgenomen) KB5 Emissiebeperking (max.7 punten per perceel) In geval van opwaarts spuiten extra teeltvrije zone van > 1 meter (bovenwettelijk of boven eisen in vergunning). Luchtondersteuning of handgedragen spuit èn een vanggewas op 25-50% van de totale slootkantlengte op het bedrijf waaraan gewas grenst Idem op > 50% van de totale slootkantlengte op het bedrijf waaraan gewas grenst. Emissiescherm of haag in combinatie met driftarme apparatuur (luchtondersteuning of handmatige spuit) op 25% - 50% van de totale slootlengte op het bedrijf waaraan het gewas grenst Emissiescherm of haag in combinatie met driftarme apparatuur (luchtondersteuning of handmatige spuit) op > 50% van de totale slootlengte op het bedrijf waaraan het gewas grenst. Spuitgordijn in combinatie met driftarme apparatuur (luchtondersteuning of handmatige spuit). Aanleg van een biobed of biofilter voor het lozen van restvloeistoffen. Diffuus verspreiden over het land is toegevoegd. De hoeveelheden die hierbij worden toegediend zijn minimaal in vergelijking met een echte bespuiting en levert geen extra risico op voor het opp. en grondwater. Nadeel is dat de controleerbaarheid minder is. 32

32 KB5.1 Inzaaien van gras op taluds om afstroming naar oppervlaktewater te voorkomen. Gebruik van spuittechnieken/doppen of andere erkende maatregelen die 90% driftreductie geven Extra emissiebeperkende maatregelen op bedrijfsniveau (max 5 punten) Automatische inwendige reiniging spuitmachines; Inrichten van een vulplaats voor de spuit die geen afloop naar oppervlakte water of afvoer putten heeft. Zuiveringsinstallatie of helofytenfilter van drainage- / recirculatiewater (vooral voor bedrijven die recirculeren). Inrichten retentievijver; een retentievijver voorkomt rechtstreekse erfafspoeling van vervuiling naar oppervlaktewater bij neerslag. Zuiveringsmethoden voor spoel- en reinigingswater van spuitmachines, opvang en zuivering van restvloeistoffen via de systemen van Biofilter, Phytobac, Heliosec en Sentinel (aangepaste tekst in 2014) 6.3 Effectiviteit en bereik bij volledige integratie In het SMK certificaat zijn onder impuls van WaterABC een aantal specifieke eisen opgenomen, met name gericht op het terugdringen van emissie veroorzaakt door drift tijdens spuiten en erfafspoeling. Dit betekent dat de Milieukeurtelers een verder emissiereductie op de bedrijven realiseren. Het bereik van Milieukeur in de NL land- en tuinbouw is beperkt en daarmee ook de effectiviteit. Een aantal verdergaande maatregelen, zoals de aanschaf van een filtersysteem voor het verwerken van met gewasbeschermingsmiddelen verontreinigd afvalwater Is als keuzemaatregel opgenomen. Naleving van de eisen van het Activiteitenbesluit op gebied van emissie worden als onderdeel van het certificaat actief gecontroleerd. Dit betekent extra borging bovenop de wettelijke handhavingscontrole. Maatregelen tegen perceelsafspoeling zijn niet opgenomen in het schema. 6.4 Stand van zaken en perspectief Het perspectief voor impact via Milieukeur is beperkt gezien het beperkte aantal telers dat het Milieukeur certificaat heeft. De komende jaren wordt wel een bescheiden groei verwacht van het aantal telers, maar het aantal blijft naar verwachting minder dan 5% van de telers. De water ABC modules zijn per januari 2015 opgenomen in de verschillende sectorschema's. De modules zijn besproken in de klankbordgroepen met de telers en tijdens de Hoorzitting in januari De eis voor een verplichte vul/spoelplaats/biofilter of vergelijkbaar instrument is (voorlopig) nog niet opgenomen. Deze maatregel staat wel op 33

33 de lijst met keuzemaatregelen waarmee telers bonuspunten kunnen verdienen. De voorstellen zijn inmiddels ook goedgekeurd door het College van Deskundigen en daarmee formeel opgenomen in het certificatieschema. Enkele bijzonderheden: SMK fruit heeft tot juni 90% driftreductie en vanaf die tijd 50% (dus vanaf 21 juni gelijk aan AB). In boomteelt blijken er geen goedgekeurde driftreductietechnieken te zijn, vooral van belang bij hoge laanbomen (opwaarts spuiten). Dus formeel is niet bekend welke technieken 75% driftreductie geven. Voor opwaarts spuiten is een uitzondering gemaakt voor de driftreductie-eis totdat resultaten van onderzoek hiernaar bekend zijn. Er staan wel een aantal technieken in de lijst met keuzemaatregelen, waarmee telers bonuspunten kunnen verdienen. SMK heeft naar aanleiding van de suggesties vanuit WaterABC vooruitlopend op mogelijke aanpassingen in het Activiteitenbesluit de verplichting om altijd minimaal 75% driftreductie toe te passen in haar certificeringsschema opgenomen. Het is aannemelijk dat hierdoor de emissie door drift op de bedrijven met milieukeur versneld vermindert. Voor middelen, die bij toepassing meer dan 100 milieubelastingspunten op de milieumeetlat scoren, zijn aanvullende emissiemaatregelen verplicht. Verder zet SMK in op het vergroten van de bekendheid en naleving van de emissiebeperkende maatregelen in het Activiteitenbesluit door deze ook in haar schema op te nemen. Op naleving wordt actief gecontroleerd (bijv. aanmaken, transporteren en toediening, vullen, reinigen (buiten- en binnenkant) en stallen van de spuit). Dit betekent vanuit Milieukeur extra borging bovenop de wettelijke handhavingscontrole. Onderdeel van het MK schema zijn keuzemaatregelen voor o.a. gewasbescherming, telers moeten een aantal van deze maatregelen toepassen. Op de lijst van keuze maatregelen zijn een groot aantal emissiebeperkende maatregelen en technieken opgenomen, zowel op bedrijfsniveau als perceelsniveau. Enkele voorbeelden:: Zuiveringsmethoden voor spoel- en reinigingswater van spuitmachines, opvang en zuivering van restvloeistoffen via de systemen van Biofilter, Phytobac, Helioser en Sentinel. o Automatische inwendige reiniging spuitmachines. o Inrichten van een vulplaats voor de spuit die geen afloop naar oppervlakte water of afvoer putten heeft. o Inrichten retentievijver. o Toepassing van sleepdoek op de spuitboom. o Automatische sectie-/dop aansturing met GPS. o Extra spuitvrije zone op percelen met Milieukeurgewas, bovenop de minimaal vereiste teeltvrije zone: 34

34 7 MPS 7.1 MPS MPS (More Profitable Sustainability) is een verzameling van certificaten en modules voor telers van siergewassen, waarmee ondernemers duurzaamheid op hun bedrijven kunnen implementeren. MPS is ontstaan uit een milieuproject van Bloemenveiling Westland. Voor de sierteeltsector heeft MPS de volgende certificaten ontwikkeld: MPS-Florimark Production (hét certificaat voor duurzaamheid door de combinatie van milieu, sociale aspecten en kwaliteit), bestaat uit een aantal deelcertificaten: MPS-ABC (certificaat voor milieu-eisen; tevens een van de eisen voor FFP) MPS Socially Qualified (SQ) (certificaat voor sociale eisen; tevens een van de eisen voor FFP) MPS-Quality (certificaat voor kwaliteitszorg, overeenkomstig Florimark Productie) MPS-Qualitree (certificaat voor kwaliteitszorg, gericht op boomkwekers) MPS-GAP (certificaat voor retail-eisen) MPS-A en MPS Socially Qualified zijn te gebruiken voor het consumentenlabel voor duurzaam geteelde bloemen en planten, Fair Flowers Fair Plants (FFP). Het milieu certificaat MPS kent de prestatieniveau s MPS-A, MPS-B en MPS-C. Alle producenten van sierteeltproducten die voldoen aan een van de MPS kwalificaties A, B of C, aangevuld met enkele eisen op gebied van arbeid, kunnen deelnemen aan het internationale MPS-GAP. Dit is equivalent (gebenchmarked) met het GlobalGAP certificaat. In 2015 komt MPS met nieuwe bovenlaag binnen MPS ABC systeem via MPS-A+. Het doel hiervan dat er een nieuwe koplopersgroep ontstaat die nog betere duurzaamheidsprestaties kan tonen. Bedrijven met MPS-A+ scoren in totaal minimaal 90 punten, halen ten aanzien van Gewasbescherming minimaal 85% van maximale score en voor Meststoffen en Energie zeker 75% van de hoogste score die gehaald kan worden. Naast MPS A+ zal ook MPS A+ Natural Protected worden ingevoerd. Voor MPS-A+-Natural Protected moeten bedrijven zich wel aanmelden. Uitgangspunt is hier het MPS-A+ certificaat in combinatie met gewasbeschermingsmiddelen die alleen in de biologische teelt toegelaten zijn. MPS is sterk internationaal gericht en richt zich deels op win-win maatregelen met voordeel voor de teler en op afnemers die eisen stellen. MPS heeft een groeiend aantal deelnemers onder bollentelers, maar is toch grotendeels beperkt tot de telers die naast de teelt ook bollen broeien (bolbloemen produceren). De reden dat MPS nog geen vlucht neemt, is dat de vraag naar MPS geteelde bollen zeer beperkt is. Voor de productie van MPS bolbloemen mogen gangbare bollen gebruikt worden. Daarnaast komt de verkoop van bollen in kleinverpakking met MPS certificaat maar mondjesmaat van de grond. MPS is geen consumentenlabel. Het areaal bloembollenteelt dat MPS gecertificeerd is bedraagt momenteel ongeveer 30% van het totale areaal in Nederland. Omdat het hier veelal de grote bedrijven betreft, is het % deelnemende bollentelers lager. Dit betekent dat het bereik van MPS om effectief te zijn als borgingsinstrument nog te laag is. Inmiddels is MPS ook actief in de food markt met een nieuw MPS fruit and vegetables certificaat. Dit certificaat is niet meegenomen in deze studie. De deelname aan dit certificaat is momenteel nog zeer beperkt. 35

35 Tabel 7 Samenstelling commissie College van Belanghebbenden MPS medio 2013 Belanghebbende partij Vertegenwoordigende organisatie Naam Stemrecht 1 Afzetorganisatie VBN Franke, G ja 2 Deelnemers buitenland Saverwyns Saverwyns, A ja 3 Deelnemers Nederland (sierteelt en groenten) LTO Noord Glaskracht Meis, G. ja 4 Deelnemers Nederland (bomen) Vakgroep Bomen en Vaste planten van LTO Knol, B.W. ja 5 Uitgangsmateriaal Naktuinbouw Ruiten, John van ja 6 Handel vacant vacant ja 7 Retail/detail vacant vacant ja 8 Andere labels / schema's SMK vacant ja 9 Onderzoek Nienhuis Nienhuis, Jan ja 10 Overheid LNV - DAK Oprel, L. ja 11 Milieu(organisaties) vacant vacant ja 12 Sociale aspecten FNV J. Brandenburg ja 13 Expert toetsing conformiteit MPS-ECAS Wolbert, Jacques nee 14 Notulist Starrenburg Starrenburg, Fred nee 15 Secretaris MPS Harold, Beek nee 7.2 Borgingsinstrument Onderstaande tabel geeft een deel van de paragrafen van de MPS-GAP criteria weer waarin vanuit Water-ABC aanvullende maatregelen worden voorgesteld. De nieuwe maatregelen zijn geel gearceerd, inkortingen groen gearceerd). MPS GAP en maatregelen Water ABC Algemene eisen met specificaties voor een aantal teelten (paragrafen afval 2.12 en 2.13: gewasbescherming 2.14)) 36

36 MPS GAP artikel 2.12 Inzake afval dient de deelnemer: NR Eis Interpretatie 2.12a Een plan op te stellen en uit te voeren waarin is opgenomen een inventarisatie van alle mogelijke afvalbronnen en afvalstoffen op het bedrijf, welke doelstellingen er zijn om deze afvalstoffen te minimaliseren en op welke wijze de afvalstoffen op een milieuverantwoorde wijze worden afgevoerd. Bij composteren van organisch afval op het bedrijf voor gebruik als bodemverbeteraar mag er geen risico bestaan op het overdragen van ziekten. 2.12b Lege verpakkingen van chemische middelen op een gewaarborgde wijze te spoelen (minstens 3x), op te slaan en af te voeren zodanig dat blootstelling aan de middelen van mensen, hergebruik en milieuvervuiling vermeden wordt (doorboren of samenpersen), in overeenstemming met de lokale regelgeving. * Alle bronnen van vervuiling, overtollige meststoffen, overtollige zilveroplossing, uitlaatgassen van verwarmings-units etc. zijn opgenomen in een lijst en gedocumenteerd voor alle processen op het bedrijf. * Alle mogelijke afvalproducten die door het bedrijf worden voortgebracht zijn opgenomen in een lijst en gedocumenteerd. * Mogelijke besmetting van lucht, bodem en water moet in aanmerking zijn genomen. * Er is een begrijpelijk, actueel en gedocumenteerd actieplan waarin is opgenomen: - methoden om afval en milieuvervuiling te voorkomen of te verminderen, - methoden om het storten of verbranden van afval te voorkomen, bijvoorbeeld door middel van recycling. * Er zijn tevens zichtbare acties en maatregelen op het bedrijf genomen die bevestigen dat de punten uit het afval- en milieuactieplan worden uitgevoerd op het bedrijf. Het systeem dat gebruikt wordt voor de afvoer van lege gewasbeschermingsmiddelenverpakkingen: * verzekert dat personen niet in fysiek contact kunnen komen met lege verpakkingen door een veilige opslag (afgeschermd van de omgeving, permanent aangeduid en beperkte toegang voor personen en dieren, echter niet in de gewasbeschermingsmiddelenopslag) * minimaliseert het risico voor vervuiling van het milieu, waterbronnen, flora en fauna, door een veilige opslag, een veilige behandelingsmethode voorafgaand aan het afvoeren en een afvoermethode die verantwoord voor het milieu is. * Indien gebruik wordt gemaakt van een officieel inzamel- en verwerkingssysteem moeten documenten van deelname aanwezig zijn. * Op de spuitapparatuur is een spoelkop aanwezig om verpakkingen te spoelen, of er zijn duidelijk schriftelijke instructies dat iedere verpakking drie keer gespoeld moet worden voordat deze wordt afgevoerd. * Indien er geen gebruik wordt gemaakt van gewasbeschermingsmiddelen dan akkoord. * Geen bewijs dat lege gewasbeschermingsmiddelenverpakkingen werden of worden hergebruikt in welke vorm dan ook (door te doorboren / samen te persen). * Alle lokale voorschriften of nationale, regionale of lokale voorschriften over vernietigen en verwijderen van lege verpakkingen van gewasbeschermingsmiddelen dienen te zijn opgevolgd. * Indien er geen voorschriften zijn dan akkoord. 37

37 2.13 Inzake opslaglocaties 2.12c Het spoelwater van de verpakkingen van chemische middelen terug te laten vloeien in de spuitapparatuur. 2.12d Verouderde gewasbeschermingsmiddelen door een hiertoe gecertificeerd of goedgekeurd bedrijf af te voeren of middels een andere erkende en milieusparende methode. 2.12e Overige restanten van chemische middelen bij voorkeur af te voeren via een officieel inzamel- en verwerkingssysteem en dit aan te kunnen tonen. 2.12f Met gewasbeschermingsmiddelen verontreinigd water dat ontstaat bij reiniging van machines, werktuigen, bewaarcellen etc, te zuiveren m.b.v. biofilter of vergelijkbare installatie, alvorens deze te lozen op het oppervlaktewater of de riolering. Alternatief is het diffuus verspreiden over het land of af laten voeren door een erkend bedrijf. 2.12g Er is een voorziening om te voorkomen dat water vanuit de tank kan terugstromen naar de sloot. 2.12h Restvloeistof moet na beëindigen van een bespuiting (ook intern reinigen) zorgvuldig worden verwerkt Gedetailleerde eisen aan opslag a t/m n 2.13o Fust dat gebruikt is bij de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen mag geen verontreiniging van het oppervlaktewater tot gevolg hebben. 2.13p Indien gestald op verhard terrein, dient spuitapparatuur overdekt te staan * Met behulp van de spoelinstallatie of handmatig met behulp van duidelijke schriftelijke instructies wordt het spoelwater altijd teruggevoerd in de spuittank bij de bereiding. * Indien geen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dan akkoord. * Er zijn gedocumenteerde gegevens die aantonen dat verouderde middelen verwijderd zijn door een officieel erkende verwerker van chemisch afval, of door de leverancier. * Indien geen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dan akkoord. * Er zijn gedocumenteerde gegevens die aantonen dat restanten van chemische middelen verwijderd zijn door een officieel erkende verwerker van chemisch afval, of door de leverancier. * Indien geen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dan akkoord. * Er is een biofilter of vergelijkbare installatie aanwezig voor verwerking van afvalstromen óf er zijn gedocumenteerde gegevens die aantonen dat afvalwater van gereinigde werktuigen, machines, bewaarcellen over het land zijn verspreid of zijn afgevoerd. * Er is een opvang voor condenswater uit bewaarcellen waarin gewasbeschermingsmiddelen zijn toegepast. * Indien geen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dan akkoord. Bij het rechtstreeks vullen van de spuit vanuit oppervlaktewater wordt gebruik gemaakt van een pomp met terugslagklep. Biofilter of vergelijkbare installatie aanwezig of documentatie over afvoeren van restvloeistof. verdund verspuiten over het zo juist bespoten perceel opgevangen en later hergebruikt, bewerkt in biofilter of vergelijkbare installatie of afgevoerd * Indien geen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dan akkoord. Fust staat overdekt opgeslagen of zodat er bij natregenen geen emissie plaats kan vinden naar het oppervlaktewater. Fust dient overdekt opgeslagen te worden of op stelcomplaten aflopend naar het land. Spuitapparatuur staat op verhard terrein altijd overdekt, ook tijdens pauzes 38

38 2.14 Inzake toediening en verbruik van gewasbescher mingsmiddele n (incl. vooren naoogstbehan delingsmiddel en) 2.14a Gewasbeschermingsplan (tekst hier niet gepreproduceerd) 2.14b Eventuele aanvullende restricties door afnemers en in relevante landen met betrekking tot het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (incl. naoogst middelen) worden geïnventariseerd en opgevolgd c t/m m Bepalingen over beschikbaar zijn van lijst toegelaten bestrijdingsmiddelen, naleven instructies etiketten, De juiste vul- en handelingsprocedures, de juiste beschermende maatregelen, beschermende kleding, veiligheidsaanbevelingen en herbetredingstijden, product vrij van zichtbaar residu, correct berekende hoeveelheid gewasbeschermingsmiddel bij toepassing, meet en weegapparatuur, registratie, 2.14n Overschotten van gewasbeschermingsmiddelen dienen zoveel mogelijk beperkt te worden en zorgvuldig te worden bewaard of verantwoord te worden afgevoerd (in overeenstemming met nationale of locale regelgeving), bijvoorbeeld door verspuiting over onbehandelde percelen. De betreffende hoeveelheden dienen te worden geregistreerd. * De teler heeft actuele gedocumenteerde gegevens over de beperkingen van het gebruik van specifieke stoffen en gewasbeschermingsmiddelen (incl. naoogst middelen) van klanten en of landen waarnaar het product wordt geëxporteerd. * Indien geen gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast dan akkoord. * restanten bolontsmetting beperken door van twee naar één bak te gaan en bij aanwezigheid van doucheplaat de laatste kisten te douchen ipv te dompelen * Na gebruik van gewasbeschermingsmiddelen mag overschot of spoelwater van de tank: - worden verwerkt / gezuiverd m.b.v. biofilter, of vergelijkbare installatie - worden verspoten over een onbehandeld deel van het gewas; - zorgvuldig worden bewaard (conform de eisen voor opslag); - door erkende bedrijven worden afgevoerd. * Hierbij mag de aanbevolen dosering niet worden overschreden. * Alle gebruikte hoeveelheden moeten worden geregistreerd. * Indien geen gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast dan akkoord. 39

39 2.14o Emissie van gewasbeschermingsmiddelen tijdens en na toepassing dient voorkomen te worden. Hiertoe worden de volgende maatregelen genomen: Open teelten: Gebruik van minimaal 90% driftarme dop/techniek, met uitzondering van LDS onkruidbestrijding, hiervoor geldt minimaal 50% driftreducerende doppen. Er mag niet gespoten worden bij windsnelheden van meer dan 5 m/s Spuithoogte boven gewas bedraagt maximaal 50 cm. Er mogen geen permanente obstakels op het perceel aanwezig zijn (bijv sproeiers voor beregening) waardoor een hogere spuitboomhoogte aan moet worden gehouden Bloembollen: Kisten met bloembollen dienen na de boldompeling afgeblazen te worden of lekken minimaal 12 uur uit. Bloembollen dienen na de bolontsmetting geladen te worden op een plek met opvanggoot. Voor het transport van ontsmette bloembollen dient een transportwagen gebruikt te worden met robuuste opvang voor lekvloeistof. Tijdens plantenwerkzaamheden bij keren boven de sloot mag zich geen kuubkist met ontsmette bollen in de fronthef van de plantmachine bevinden 2.14p Fust en werktuigen die in aanraking komen met gewasbeschermingsmiddel, zoals spuitapparatuur, dienen op verhard terrein gereinigd te worden op een reinigingsplaats met opvang of op onverhard terrein. * Alle spuitapparatuur op het bedrijf dient uitgerust te zijn met minimaal 50% driftreducerende dop / techniek. Indien geen LDS onkruidbestrijding wordt toegepast op het bedrijf, geldt 90% driftreducerende dop/techniek. * Om een maximale spuithoogte boven gewas aan te houden van 50 cm mogen er geen permanente obstakels op het perceel aanwezig zijn (bijv sproeiers voor beregening) waardoor een hogere spuitboomhoogte aan moet worden gehouden. Op bloembollenbedrijven: Is er een laadplek voor ontsmette bollen met opvanggoot Is een transportwagen met robuuste opvang aanwezig Beschikt het dompelinstallatie over afblaasventilatoren of is er voldoende capaciteit om de kisten uit te laten lekken * Indien geen gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast dan akkoord Bij reiniging van machines op verhard terrein dient een daarvoor geschikte reinigingsplaats met opvang aanwezig te zijn. Opmerkingen MPS GAP heeft 1 schema voor de open (sier)teelten. Er is dus weinig tot geen mogelijkheid tot het opnemen van sectorspecifieke maatregelen. Daarom is in 2.14 de eis algemeen gesteld. Emissie van gewasbeschermingsmiddelen tijdens en na toepassing dient voorkomen te worden. En vervolgens zijn er maatregelen aan toegevoegd die algemeen gelden of specifiek voor bepaalde teelten. 2.14o Bij driftarme doppen / spuittechniek hebben we de oorspronkelijke tekst van de boomkwekerij aangepast vanwege harmonisatie met de andere open teelten. In de boomkwekerij werkgroep Boskoop was er draagvlak voor overal minimaal 75% driftbeperking. Bij de akkerbouw is er echter ervaring dat LDS onkruidbestrijding minder effectief is bij gebruik van driftbeperkende doppen. Daarom is ervoor gekozen om 90% driftreductie aan te houden, tenzij er LDS onkruidbestrijding plaatsvindt. Nadeel is dat de maatregel daarmee minder goed controleerbaar wordt, omdat er dus nog steeds doppen met maar 50% driftreductie op de spuit aanwezig mogen zijn. Specifieke maatregelen om emissie te voorkomen in de glastuinbouw kunnen nog worden toegevoegd 40

40 7.3 Effectiviteit en bereik bij volledige integratie MPS is als borgingsinstrument geselecteerd voor de bollenteelt en boomkwekerij in regio Boskoop. Opname van maatregelen in dit instrument is mogelijk. Het effect zal beperkter zijn dan bij opname in het Activiteitenbesluit. Deelname aan MPS in de bollenteelt in Noord- en Zuid Holland: +/- 30 % van het areaal en een kleiner percentage van het aantal bedrijven. Opname in MPS zal in de bollenteeltgebieden naar verwachting wel tot een significant effect leiden, indien opname gecombineerd wordt met goede advisering (liefst door erf-betreders) en handhaving. In regio Boskoop in de boomkwekerij is slechts circa 10% van de bedrijven deelnemer van MPS of Milieukeur. Het bereik van het Activiteitenbesluit is groter, ondanks dat geen 100% naleving te verwachten is. Dit borginginstrument (MPS) heeft bereik in zowel de bollenteelt als de boomkwekerij. Het aantal deelnemende bedrijven is relatief beperkt. De toegevoegde maatregelen dragen bij aan vermindering van de erfemissies, de belangrijkste emissieroutes op bollenteeltbedrijven en drift. Drift wordt als belangrijke emissieroute in de boomkwekerij ingeschat en is ook in de bollenteelt van belang. De voorgestelde maatregelen om erfafspoeling te voorkomen zullen een effect hebben. Echter, voor de bollenteelt geldt: bij menselijk handelen tijdens een hectische activiteit als de bolontsmetting is het maken van fouten niet uit te sluiten. Ook met de genomen maatregelen kan door transportbewegingen op het erf met kisten die nadruppen, erfafspoeling ontstaan. Een aanvullende en meer robuuste maatregel is daarom het opvangen van de first flush vanaf het erf, zodat onverhoopte lekverliezen alsnog worden opgevangen. Zoals eerder beschreven is het draagvlak voor deze maatregel onvoldoende door de benodigde investeringen die deze maatregel vereist. Aangezien de grootste emissieproblemen in de bollenteelt worden veroorzaakt door bolontsmettingsmiddelen en de emissieroute samenhangt met de toepassingswijze en locatie, gaan er al jaren stemmen op voor een bolontsmetting op de plantmachine (2011, LMB). In 2015 wordt in de praktijk door een bollenteler het ontsmetten door schuimen op de plantmachine getest. In het project Schoon Erf, Schone sloot is ervaring op gedaan met aanvullende maatregelen om erfemissie te voorkomen. Een aantal maatregelen lijkt effectief en zou ook via opname in certificeringseisen gestimuleerd kunnen worden. Een significant effect van opname in de certificeringseisen is alleen te verwachting indien opname gecombineerd wordt met goede advisering (liefst door erf-betreders) en handhaving. In regio Boskoop in de boomkwekerij is slechts circa 10% van de bedrijven deelnemer van MPS of Milieukeur. De voorgestelde maatregelen om druppeldrift te voorkomen zijn effectief in het verminderen van drift, maar zullen niet kunnen voorkomen dat er nog een beperkte hoeveelheid drift plaatsvindt. De impact van de maatregelen kan vergroot worden door verbreding van de teeltvrije zone of het plaatsen van een windscherm. Het draagvlak voor deze maatregelen is echter te klein. Toekomstige alternatieven zijn mogelijk mobiele windschermen of het gebruik van een luchtscherm. In regio Boskoop zullen de maatregelen weinig impact hebben op gebiedsniveau. De deelname aan MPS is daarvoor te gering. 41

41 7.4 Stand van zaken en perspectief Module is besproken met MPS beheerder en de opmerkingen en suggesties zijn verwerkt. MPS is akkoord met de inhoud, maar voert deze niet door voordat de nieuwe GlobalGap. bekend is. De nieuwe eisen voor Global Gap worden vastgesteld in juli Hierin komen al meer waterkwaliteit-gerichte maatregelen in voor (zie hoofdstuk Global GAP). Als deze bekend zijn kan de nieuwe versie voor MPS gemaakt gaan worden. Die komt naar verwachting in 2016 beschikbaar. Uiterlijk halfweg 2016 Extra aandacht nodig voor bollenteelt In de bollenteelt vormen erfemissies het grootste risico. Deze risico s worden bepaald door een combinatie van erfinrichting (afwatering, overkapping) en gedrag van de ondernemer en zijn personeel. Maatregelen die de ontsmet- en transportactiviteiten en/of waterstromen op het bedrijf fysiek scheiden van het oppervlaktewater, zijn naar verwachting het meest effectief. Deze hebben nog onvoldoende draagvlak vanwege de investeringen die hiervoor nodig zijn in bestaande bedrijfssituaties. Ontsmetting op de plantmachine of door coating of door andere emissievrije ontsmetsystemen kunnen emissierisico s sterk terugdringen. Hiervoor moeten nog innovatiestappen gezet worden. De ervaring in praktijkprojecten leert dat telers de emissierisico s op het eigen erf gemakkelijk kunnen onderschatten. Men doet er al veel aan om emissie te beperken en schat in dat het op het eigen bedrijf goed voor elkaar is. Het bemonsteren van erf-putjes vergroot de bewustwording van de teler, en zet in veel gevallen aan tot actie om emissies terug te dringen. Er is een initiatief gestart in de bollensector om het MPS schema voor bollenteelt te (re)activeren. Er is interesse van een aantal telers en KAVB om dit op te pakken. 42

42 8 Activiteitenbesluit 8.1 AB Het Activiteitenbesluit milieubeheer is vanaf 1 januari 2013 van kracht en vervangt het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij. Het Activiteitenbesluit stelt algemene regels voor agrarische niet-agrarische bedrijven en heeft tot doel om verontreiniging van zowel het oppervlaktewater als het grondwater en de bodem te voorkomen. Het zorgplichtartikel (artikel) 4 stelt dat bij agrarische activiteiten dan wel activiteiten die daarmee verband houden voldoende zorg in acht moet worden genomen om verontreiniging van een oppervlaktewaterlichaam te voorkomen. Lozen is verboden, tenzij Het activiteitenbesluit is opgesteld vanuit het principe dat lozen van water dat verontreinigd is met gewasbeschermingsmiddelen verboden is (artikel 2). Dit geldt zowel voor de bodem als voor oppervlaktewater (inclusief lozing via de riolering). Het activiteitenbesluit geeft vervolgens de uitzonderingen op deze algemene regel weer. De voorwaarden voor lozing kunnen verschillen per activiteit en per locatie. 8.2 Borgingsinstrument Onderstaande tabel bevat alleen de maatregelen met draagvlak bij tenminste een deel van de stakeholders, die in de impact analyse uit de eerste fase van Water ABC meegenomen zijn en waarbij door de stakeholders het AB als mogelijk borgingsinstrument geselecteerd is (Rapport Water ABC fase 1). Voor deze maatregelen is aangegeven wat aandachtspunten zijn wanneer het AB ingezet wordt als borgingsinstrument. In de rechterkolom wordt met korte codes aangegeven vanuit welke werkgebieden de toevoegingen gesuggereerd zijn. De tabellen op de volgende pagina s geven suggesties weer voor borging van maatregelen via het Activiteitenbesluit, vanuit de werkgroepen van Water ABC. 43

43 Maatregelen Perceel Code Omschrijving Toelichting Suggestie uit werkgebied: A = akk. NoordNL, M = mais, Bm = Boomkwekerij, BB = bloembollen, BrBw = Brabant-B'waard Perc-1 Maximaal haalbare driftreducerende techniek / dop 75% met bijbehorende druk Aansluiten bij Nota Duurzame Gewasbescherming minimaal 75%. Realiseren verdergaande driftreductie > 75% via andere instrumenten stimuleren en borgen. Uitzonderingen opnemen voor onkruidbestrijding in LDS en toepassing contactfungiciden in ui. Driftreductie mag behalve met dopkeuze en druk ook met (aanvullende) door TCT erkende maatregelen bereikt worden (sleepdoek, squal, verlaagde spuitboom, etc.) PRI-WUR maakt overzichten van combinaties van driftreducerende technieken waaruit af te lezen is in welke driftreductieklasse die horen (2013, BO-onderzoek). Driftreductie toepassen op het gehele perceel, ook als het niet aan oppervlaktewater grenst. Perc-2 Boomhoogte 50 cm Voor het gehele perceel. M, BM A, M, BM Perc-3 Loggende drukmeter m.i.v. 1 januari 2017 bij gebruik binnen 14 m naast watergang. Perc-4 Bredere teeltvrije zones / bufferzones, groenstroken. Minimale TVZ 50 cm ipv 25 per 1 januari 2017 voor nieuwe en in gebruik zijnde spuiten die binnen 14 m naast watergang gebruikt worden. Huidige uitzonderingsregel in stand houden: n.v.t. bij venturidoppen uit 50% (wordt 75%) driftreductieklasse. Aansluiten bij Nota Duurzame Gewasbescherming: TVZ van 25 cm vervalt. Mogelijkheid tot versmalling van de TVZ van 1.50 m naar 1.00 m bij o.a. bloembollen en van 9.00 naar 4.50 of 3.00 m bij fruitteelt (pit- en steenvruchten) met driftreducerende technieken behouden. cm. Perc-5 Vanggewas Als optie naast verbreding TVZ. behouden mogelijkheid smallere TVZ bij intensieve gewassen door toepassing vanggewas: van 9 naar 3 m in pit- en steenvruchten; van 1.5m naar 1 m in diverse intensieve teelten met neerwaartse bespuiting). A A, BR-BW A 44

44 Maatregelen ERF Code Omschrijving Toelichting Suggestie uit werkgebied: A = akk. NoordNL, M = mais, Bm = Boomkwekerij, BB = bloembollen, BrBw = Brabant-B'waard Erf-1 Erf-2 nu in AB Erf-2 aangescherpt Erf-3 Erf-4 Erf-5 Overdekt stallen spuit (al dan niet op verharding) Werktuigen reinigen op daarvoor ingerichte plaats met opvang, indien het reinigen niet op het perceel plaatsvindt. Werktuigen reinigen op daarvoor ingerichte plaats met opvang, indien het reinigen niet op het perceel plaatsvindt. Zuiveren van restwater met Biofilter / Phytobac Fust op verhard terrein overdekt opslaan Fust reinigen op daarvoor ingerichte plaats Toedieningsapparatuur voor gewasbeschermingsmiddelen altijd overdekt stallen, ook op onverhard terrein. Zoals nu in het AB opgenomen: binnen de inrichting lozen op bodem van waswater van buitenkant spuit toegestaan bij max 2 x per jaar schoonmaken van de buitenkant van apparatuur waarmee gbm zijn toegepast. Schoonmaken op perceel of ongezuiverd verspreiden opgevangen was- en spoelwater over perceel is ook mogelijk. Er zijn geen aanvullende maatregelen gewenst t.a.v. reiniging van overige machines ten opzichte van huidige wetgeving. Aangescherpt ten opzichte van huidig AB: de uitzondering op het lozingsverbod voor 2x lozen van waswater van de buitenkant op de bodem binnen de inrichting vervalt. Bij op het erf schoonmaken van de spuit het water opvangen en zuiveren. Dus niet ongezuiverd lozen op riool of de bodem; ook niet ongezuiverd verspreiden over het perceel. Of het bedrijf zelf het water verwerkt, of dit elders laat doen (afvoeren) maakt niet uit. ook andere geschikte zuiveringssystemen (inclusief verdampingssystemen zoals Heliosec) zijn geschikt. Geldt voor fust wat gebruikt is bij boldompeling, douchen maar ook ruimtebehandeling of andere toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen of biociden. ook indien toepassing middelen elders plaatsgevonden heeft. Gewenst breder te trekken dan dompeling en douchen om onduidelijkheid bij andere behandelingen van plantgoed, geoogst product en fust te voorkomen (druipnat-spuiten, kistenkantelaar (beide worden toegepast voor Actellic), schuimen, foggen, etc.). Zowel relevant voor behandeling van uitgangsmateriaal als geoogst product. Let op: heeft ook gevolgen voor andere sectoren: o.a. aardappelfust (ruimtebehandeling met kiemremmer) Waswater van fust wat gebruikt is tijdens toepassing gbm en biociden niet lozen op oppervlaktewater of riolering, of als puntlozing op de bodem. Verspreiden opgevangen water over een perceel waar gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast mag. Let op: voorstel vanuit bloembollen, maar heeft ook gevolgen voor andere sectoren; o.a. aardappelfust (ruimtebehandeling met kiemremmer). Voor fust wat niet gebruikt is tijdens toepassing van gbm en biociden voldoet huidige regelgeving. BM, Br_Bw A, Bm, M Bb, BrBW Bm, BrBW BB BB 45

45 Belangrijkste aandachtspunten Onderstaand worden de aandachtspunten die bij meerdere maatregelen en/of sectoren terugkomen samengevat. Eerst voor de maatregelen om emissie vanaf het perceel te verminderen. Vervolgens voor de erfemissies. Emissie vanaf het perceel Het wettelijk gebruiksvoorschrift van een middel kan verdergaande maatregelen voorschrijven dan het AB. Mede hierdoor is de wet- en regelgeving rond teeltvrije zones en toedieningstechnieken momenteel complex. Bij het toevoegen of aanpassen van maatregelen rond driftbeperking moet voorkomen worden dat de complexiteit verder toeneemt. In relatie tot toepassingstechniek en omstandigheden bij toediening (mais, akk, Br--Bw, boomkwekerij): Specificatie: Alleen vanop de 14m zone of hele perceel? Gelden er evt. uitzonderingssituaties zoals nu in het AB? Sommige uitzonderingsregels zijn strenger (bijv. spuitboomhoogte), andere minder streng dan de regel zelf (bijv. uitzondering bij spuiten met veel wind). Loggende drukmeter: AB: Eis voor nieuwe spuitapparatuur geldt per 1 januari 2013 en voor alle apparatuur per De maatregel nu toepassen op een bestaande spuit is een plus ten opzichte van het AB. In relatie tot teeltvrije zones, bufferstroken, windhagen, etc. (akk, mais, Br-Bw, boomkwekerij) Belangrijk goed aan te sluiten op het AB, of het AB zelf als borgingsinstrument toe te passen door het AB aan te passen. Het AB differentieert tussen gewassen en gewasgroepen. Er is samenhang tussen toepassingstechniek en de minimale teeltvrije zone. Specificatie: Differentiatie per gewas(groep)? Gelden er evt. uitzonderingen (bijv. droge sloot)? Afhankelijk maken van andere drift reducerende maatregelen? Spuit schoon maken op veld / verdelen restvloeistof op het veld / gezuiverd water naar perceel (alle werkgebieden) Specificatie: Welk water precies. Wat wordt verstaan onder restvloeistof bij spuiten? Bij installaties (zuivering, spoelautomaat): waar moet deze aan voldoen? Wat is gecontroleerd achterlaten? Mag dit op alle percelen of alleen waar de middelen toegepast zijn? AB: stelt hier al eisen, duidelijk aangeven wat hier volgens Water ABC aan toegevoegd zou moeten worden. Emissie vanaf het erf Overdekte stalling spuit (mais, boom, Br-bw) Specificatie: Alleen overdekt indien stalling op verharding? AB: Zo ja: dit staat al in AB. Indien ook van toepassing op onverhard: dan aanpassen artikel in AB Spuit schoonmaken verhard terrein, vaste spoelplaats, restvloeistofvoorziening (akk, boom, Br-Bw) Specificatie: Vaste vul- en/of spoelplaats alleen op bedrijven waar op het erf gevuld en/of gereinigd wordt of overal? Waar moet de voorziening aan voldoen? Wat wordt verstaan onder restvloeistof? Wat moet of mag er met de restvloeistof gedaan worden? AB: stelt geeft al eisen en opties weer. Duidelijk aangeven wat hier volgens Water ABC aan toegevoegd zou moeten worden. Voorkomen van emissie van fust rond behandeling plantgoed en bij reinigen en opslag fust (bol, Br-Bw) Verder specificatie van de maatregelen is nodig om deze eenduidig en handhaafbaar te maken. 46

46 Lozing van water met middel op bodem, oppervlaktewater en riolering is verboden, tenzij het via het AB toegestaan is. Desondanks kan een specifieke maatregel toegevoegde waarde hebben. Bepaal waar onderscheid tussen fust wat mee-behandeld is en overig fust wenselijk en praktisch toepasbaar is. Indien water opvangen water, wat mag je er mee doen? Bij zuivering, waar moet de installatie aan voldoen? Indien geen restwater overblijft is het AB niet of minder van toepassing. Specifiek voor bloembollen en plantgoedbehandeling of breder trekken (andere sectoren, ook na-oogstbehandeling meenemen, etc.. aansluiten bij regelgeving spoelen spuitapparatuur als de milieurisico's vergelijkbaar ingeschat worden. Bij opslag: onderscheid tussen opslag op verharding of op onverhard? Bij voorkomen lekkage op erf of tijdens transport: is dit volledig te voorkomen? Hoe kan je dit concreet maken? Zijn maatregel- of doelvoorschriften hier meer op zijn plaats? 8.3 Effectiviteit en bereik bij volledige integratie De voor het AB voorgestelde maatregelen vormen in veel gevallen een aanscherping van of aanvulling op bestaande voorschriften om emissies vanaf het erf en door druppeldrift te voorkomen: belangrijke emissieroutes. Omdat alle bedrijven aan het AB moeten voldoen, kan er een significant effect verwacht worden op zowel drift als erfemissies. De mate waarin, is sterk afhankelijk van de handhaafbaarheid en de mate van handhaving. Bewustzijn van de invloed van het eigen handelen op de waterkwaliteit is echter van minstens zo veel belang om de maatregelen effectief te laten zijn. Er zijn maatregelen om perceelsafspoeling te beperken voorgesteld voor het AB. Deze als belangrijk ingeschatte emissieroutes wordt dan niet door wettelijke maatregelen (verder) beperkt. 8.4 Stand van zaken en perspectief Bij verschillende borgingsinstrumenten is gemeld dat het te verwachten effect nog beperkt zal zijn door het instrument een beperkt bereik heeft. Denk bijvoorbeeld aan MPS in regio Boskoop. Borging via het AB lijkt dan al snel een alternatief om meer bereik te krijgen. Voor WaterABC is een analyse gemaakt in hoeverre de voorgestelde maatregelen met draagvlak passen binnen het AB. Hierbij zijn de volgende aandachtspunten naar voren gekomen (hier verwijzen naar notitie die destijds gemaakt is, of rapport waarin deze opgenomen is/wordt?). De in de werkgroepen besproken maatregelen worden voor het overgrote deel nog niet gedekt middels het AB. Wel is er voor de meeste maatregelen een link met het huidige AB. De beschreven maatregelen vormen dan een uitbreiding of aanscherping van een maatregel die al in het AB staat. Een beperkt aantal maatregelen is volledig nieuw ten opzichte van het huidige AB. Enkele maatregelen zijn in principe gedekt door het nee, tenzij principe van het AB: Lozen van water verontreinigd met gewasbeschermingsmiddelen is verboden is, tenzij het AB een lozingsmogelijkheid geeft. Een specifiek middel- of doelvoorschrift is dan wettelijk gezien niet nodig (zou zelfs dubbelibg geven), maar kan toch toegevoegde waarde hebben. De emissieroute wordt beter onder de aandacht gebracht en alternatieven voor het (ongezuiverd) lozen kunnen gespecificeer worden. Een middelvoorschrift (het voorschrijven van inrichtingseisen of het beschikbaar hebben van een bepaalde installatie) verkleind de kans dat ondanks het verbod lozing plaatsvindt, nog verder. 47

47 Voor eventuele aanpassing AB gaat het niet zozeer om nieuwe artikelen maar meer om wijzigingen. o Bij aanpassingen zal gelet moeten worden op het generiek karakter dat ertoe leidt dat de wijziging in alle sectoren doorwerkt (let op evt ongewenste gevolgen in specifieke sectoren). Of is meer maatwerk voor bepaalde sectoren/toepassingen op zijn plaats? o Veel maatregelen zijn middelvoorschriften die juridisch gezien overbodig zijn: mogelijk wel interessant voor bovenwettelijke certificeringssystemen Bij gebruik AB goed letten op voorkomen van verdubbelingen (middelvoorschrift en lozingsverbod) en steeds in het oog houden hoe het AB is opgezet: o wil je een lozing op bodem, riolering of opp.water verbieden of onder voorwaarden toestaan? (lozen op de riolering is toegestaan is, tenzij het AB een uitzondering beschrijft) 48

48 9 Sectoraal overzicht en overige mogelijkheden 9.1 Sectoren Perspectief per werkgebied/sector Het waterkwaliteitsprobleem kan goed aangepakt worden via de borgingsaanpak, wellicht m.u.v. de afspoelingsroute in de akkerbouw en mais.. In de akkerbouw kan de toepassing van de door de projectgroep geselecteerde maatregelen effectief zijn in het voorkomen van MTR overschrijdingen in het oppervlaktewater als gevolg van erfafspoeling of druppeldrift. De borgingsinstrumenten die hierbij ingezet kunnen worden zijn VVAK, VKL, Global Gap en het AB. De genoemde maatregelen om afspoeling tegen te gaan kunnen zeer effectief zijn, maar hebben geen draagvlak bij de stakeholders buiten de de waterschappen. De maatregelen worden als te ingrijpend ervaren (m.b.t. kosten en mogelijke opbrengstschade). Dat ligt anders in het mais-werkgebied waar de mogelijke maatregelen om afspoeling tegen te gaan wel op steun kunnen rekenen van de stakeholders (onder de randvoorwaarden van een vergoeding). Inzichten kunnen dus verschillen. De afspoelingsroute wordt door iedereen als belangrijk gezien. Metingen geven dit belang ook aan (Wetterskip Fryslan en Waterschap AA en Maas o.a.). Omdat het op basis van een beperkt aantal metingen moeilijk is algemene conclusies te trekken onderzoekt Wageningen UR in opdracht van het ministerie van EZ momenteel de relevantie van afspoeling voor het waterkwaliteitsprobleem en de mogelijke maatregelen (zie bijlage 3 voor details). Het emissieprobleem van herbiciden in maïs kan worden opgelost. De belangrijke emissieroutes zijn bekend, evenals de maatregelen die het probleem kunnen aanpakken en overschrijdingen van de waterkwaliteitsnormen door maïsherbiciden vergaand kunnen reduceren. Naast de eerder genoemde borgingsinstrumenten (akkerbouw) zijn ook het GLB beleid (groenstroken) en de Duurzame zuivelketen als borging aan de orde. In de bollengebieden in Noord- en Zuid-Holland en in de boomkwekerij in de regio Boskoop kunnen de door de projectgroep geselecteerde maatregelen effectief zijn in het voorkomen van MTR overschrijdingen in het oppervlaktewater. Voor deze maatregelen bestaat draagvlak bij de belanghebbende partijen die vertegenwoordigd waren in de respectievelijke projectgroepen. Aangezien het Activiteitenbesluit in de bollensector het enige borgingsinstrument is met een bereik van 100% van de bollentelers, is de bollensector hierop aangewezen voor borging van maatregelen. Daarnaast kan opname van maatregelen in MPS (bollen en bomen) en Milieukeur schema s (bomen) (relatief klein bereik boomteelt, nog in ontwikkelfase in bollen) de bewustwording van producenten én afnemers van de emissieproblematiek en mogelijke maatregelen vergroten. In het werkgebied Noord-Brabant/Bommelerwaard kwam vooral de drinkwaterproblematiek aan de orde. In deze kwetsbare gebieden zijn een aantal verschillende sectoren aanwezig. Voor oppervlaktewater is het zeker mogelijk om de belangrijkste emissieroutes grotendeels te reduceren met effectieve maatregelen. Voor grondwater is emissie naar de bodem de belangrijkste route en deze kan alleen verminderd worden door gebruiksbeperking op de percelen, via maatregelen zoals gebruiksbeperkende spuittechnieken, mechanische onkruidbestrijding, en kiezen voor middelen met een laag uitspoelingsrisico. Via deze maatregelen is de emissieroute naar grondwater sterk te reduceren. De uitdaging zit in de borging van deze maatregelen. Voor kwetsbare gebieden waar alle sectoren en teelten (kunnen) voorkomen is dit een lastige opgave. Alleen het Activiteitenbesluit, verbod op middelen met hoog uitspoelingsrisico via de toelating, en een verplicht certificaat voor kwetsbare gebieden hebben 100% bereik. De overige borgingsinstrumenten zijn slechts van invloed op een deel van de teelten in kwetsbare gebieden en vooral gericht op oppervlaktewater. Borging in de kwetsbare gebieden is dan ook een lastige opgave. Een goede vorm van borging specifiek voor kwetsbare gebieden, anders dan via de toelating, is (nog) niet in beeld. Maatregelen Een aantal maatregelen wordt door sommige stakeholders als ingrijpend ervaren, het draagvlak ontbreekt geheel of is aan randvoorwaarden gebonden. Nieuwe maatregelen (of financiële compensatie) zullen dan ontwikkeld moeten worden die voldoende robuust zijn om te passen binnen de criteria van alle betrokkenen. Ook is het relatieve belang van enkele emissieroutes nog niet helemaal duidelijk. Denk daarbij bijvoorbeeld aan bassinlozingen in de regio Boskoop of aan de afspoeling van percelen. Verder is het zo dat de emissieproblematiek natuurlijk niet op zichzelf staat. Dit belang concurreert met andere belangen of is onderdeel van een grotere agenda (invulling GLB beleid, invulling vergroeningseis). Dat vergt afstemming en kan de keuze voor specifieke maatregelen beperken. In de veehouderij bijvoorbeeld (mais) staat 49

49 de emissie van N en P naar oppervlaktewater hoger op de agenda dan de emissie van gewasbeschermingsmiddelen. Afspoeling is overigens voor beide een relevante emissieroute. 9.2 Overige mogelijkheden bijdragend aan borging Leveringsvoorwaarden vanuit afnemers Buiten de reeds bestaande certificaten kunnen afnemers van producten extra eisen stellen via leveringsvoorwaarden. Voorbeeld zijn de extra residu-eisen die sommige supermarkten stellen ten aanzien van residuen van middelen op producten. Leveringsvoorwaarden vanuit de voedingsindustrie Veel van de grote sourcers hebben zich gecommitteerd aan verduurzaming van hun ketenmanagement. Zo wil Unilever al haar landbouwproductie (100%) duurzaam gesourced hebben in De strategie van Unilever richt zich wel op alle thema s en noemt het terugdringen van het gebruik van pesticiden, vergroten van de biodiversiteit, vermindering van run off en verbetering van bodemkwaliteit voor zowel planten als dierenleven. In internationaal verband werken een aantal grote sourcers samen in SAI (Sustainable Agriculture Initiative) om gezamenlijk precompetitief kennis en initiatieven te delen om duurzame landbouw te stimuleren. SAI ontwikkelt ook standaarden voor duurzaamheidsthema s waaronder gewasbescherming Certificaat voor een duurzame regio of kwetsbaar gebied Gebieden die belangrijk zijn voor de drinkwatervoorziening (grondwaterbeschermingsgebieden of inlaatgebieden voor oppervlaktewater) zijn vaak goed afgebakend. Om ervoor te zorgen dat binnen deze gebieden de waterkwaliteit goed is, kan een certificaat worden opgesteld. In een dergelijk certificaat zijn dan maatregelen opgenomen waarvan de betreffende agrariërs verplicht zijn er een vast aantal uit te voeren. Bijvoorbeeld gebaseerd op maatregelen die agrariërs binnen regionale projecten als Schoon Water voor Brabant nemen binnen kwetsbare gebieden, Belangrijke randvoorwaarde voor zo n certificaat is het behouden van het level playing field voor telers in kwetsbare gebieden. Zij nemen extra maatregelen (bovenwettelijk) en daar moet ook wat tegenover staan. Dat kan gaan om euro s, maar ook om ontwikkelingsperspectief, beleidsruimte of andere verdienmodellen voor de ondernemer. Veldleeuwerik Open teelt Bovenwettelijke maatregelen water ABC akkerbouw worden in veldleeuwerik niet verplicht gesteld, maar worden wel via bijeenkomsten aan de orde gebracht. Veldleeuwerik is geïnteresseerd in Water ABC omdat zij vinden dat water op het akkerbouwbedrijf een heel belangrijke indicator is. Zij werken in een systeem van voortdurend verbeteren. Dus niet met normen en voorschriften. De teler moet zelf laten zien dat hij aan de indicator Water werkt. Daarbij kan hij kiezen uit vele invalshoeken die hijzelf benoemd en ziet hij resultaten die hem inspireren GLB beleid Vergroening is onderdeel van het nieuwe GLB beleid. Maatregelen om afspoeling tegen te gaan passen zouden kunnen passen bij de vergroeningseis in pijler 1, als groen-blauwe dienst in pijler 2 of als combinatie van beide. Dez richting is door de stuurgroep niet vervolgd. In 2014 zijn de vergroeningseisen bekend geworden. De opname van akkerranden of teelt van groenbemesters als mogelijkheden voor het voldoen aan de vergroening, kunnen naar verwachting een bijdrage leveren aan het verminderen van oppervlakkige afspoeling. 50

50 10 Evaluatie en conclusies Het project WaterABC heeft gewerkt aan het verminderen van het waterkwaliteitsprobleem veroorzaakt door gewasbeschermingsmiddelen. WaterABC heeft daarbij ingezet op het borgen in private en publieke borgingsinstrumenten van de toepassing van effectieve maatregelen. Voor een goot aantal borgingsinstrumenten heeft WaterABC modules opgesteld met effectieve maatregelen in de taal van elk instrument. Deze modules kunnen technisch gezien eenvoudig worden opgenomen in de instrumenten. Bij opname van de modules in de instrumenten is sprake van een groot bereik van de Nederlandse telers. Om tot effectieve borging van de waterkwaliteit te komen via de route van verplichte invoering van effectieve maatregelen op het boerenbedrijf, zijn drie randvoorwaarden van belang: 1) Het pakket maatregelen in een borgingsinstrument of mix van borgingsinstrumenten moet afdoende de emissieroutes voorkomen en/of afsluiten. NB In een aantal sectoren (bollen en bomen) is het pakket maatregelen dat voldoende breed draagvlak heeft bij de stakeholders (nog) niet afdoende om de waterkwaliteit te kunnen borgen, nog afgezien van de aanwezigheid van een geschikt borgingsinstrument. Extra dialoog/onderhandeling over mogelijke maatregelen is nodig, indien doorgezet wordt op de wens het probleem op te lossen. 2) Het bereik van de borgingsinstrumenten, dus het % telers waar het borginginstrument van toepassing is zal hoog moeten zijn. Complicerende factor zijn die regio s waar veel gemengd landgebruik (diverse sectoren) voorkomt. Hoewel het gewenste bereik niet overal even makkelijk te realiseren is, kan via VVAK, VKL en Global GAP in akkerbouw, vollegrondsgroenten, fruit en loonwerksector veel telers bereikt worden. 3) De naleving zal goed moeten zijn. NB Dit punt heeft vol de aandacht van de stuurgroep/stakeholders, en geldt zeer zeker ook al voor bestaande instrumenten. Naleving van marktcertificaten is gemiddeld hoog, die van publiekrechtelijke instrumenten gemiddeld lager. Bij het minder voldoen aan een van deze drie randvoorwaarden zal de mate van borging afnemen. Ten aanzien van het bereik geeft onderstaande tabel een samenvatting van het bereik. Het bereik van marktinstrumenten is in de voedingssectoren groot en in de sierteeltsectoren klein. Het AB lijkt in de sierteelt een meer aangewezen weg om tot een groot bereik te komen. Tabel 8. Overzicht van mate van impact en bereik van de diverse borgingsinstrumenten Als het vakje ingevuld is, is het instrument van toepassing voor de betreffende sector, het aantal kruisjes geeft aan hoeveel telers ermee bereikt worden (XXX= alle, x= weinig (<30%)). mais akkerbouw vgg bollen b. kwekerij fruit VVAK XXX VKL XXX X MPS X X Milieukeur X X X XX X Duurzame zuivelketen XX Retailers vers keten X XX XX GLOBAL GAP XX XX XXX Activiteitenbesluit XXX XXX XXX XXX XXX XXX GLB X X X (X) (X) X 51

51 De bereidheid van de beheerders van de borgingsinstrumenten om modules op te nemen met meer aandacht voor emissiebeheersing is beperkt. Bij de meer milieugerichte certificaten van SMK en MPS worden stappen gezet: een aantal maatregelen die voorgesteld zijn, worden overgenomen (veelal keuzelijst). Maar ook daar is aandacht nodig om maatregelen in de verplichtende sfeer te krijgen. Maatregelen opnemen als keuze mogelijkheid is in wezen nog geen borging. Bij VVAK en VKL wordt besluitvorming aangehouden, Hier ligt een taak voor de stakeholders bij de waterkwaliteit zoals de stuurgroep leden van WaterABC om via hun netwerken, achterban, en de reguliere interacties met elkaar, draagvlak te creëren om effectieve maatregelen in de certificaten op te nemen. De gewenste aandacht is dan met name nodig in het voorbereidende en besluitvormingsproces van/in de verschillende certificeringsinstrumenten. Pas indien er voldoende urgentie gevoeld wordt bij de belanghebbenden en er draagvlak is voor de maatregelen kan er geschakeld worden. In de sierteelt is na publicaties door Greenpeace over residuen op bloemen, bollen en planten de aandacht voor certificering toegenomen. MPS ontwikkelt nieuwe modules. Door vraag vanuit de markt is ook een certificatieschema voor Milieukeur bloembollen gemaakt. Deze ontwikkelingen geven aan dat het bereik en effect van certificering in een aantal gevallen nog beperkt is, maar mede door druk vanuit de markt en NGO s toe kan nemen. Ook Global Gap beweegt in de richting van meer aandacht voor waterkwaliteit. Global GAP heeft o.a. risico-analyse water opgenomen, in te gaan in januari Het potentieel bereik is groot, zeker onder fruit en groentetelers. Voor die tijd zijn wijzigingen op het voorstel nog mogelijk. Daarmee komt de weg vrij om ook in MPS GAP bepalingen over te nemen (volgend op Global GAP).. Veldleeuwerik is geïnteresseerd om elementen in hun activiteiten (agenderend) op te nemen Emissie beperking en het Activiteitenbesluit Maatregelen (doel- of middelvoorschriften) om emissie van middelen naar bodem en oppervlaktewater te voorkomen zijn in principe toepasbaar in het Activiteitenbesluit. Maatregelen om het verbruik van middelen te verminderen passen over het algemeen minder goed in het AB, omdat het AB vooral gericht is op het voorkomen of reguleren van lozingen. Uiteraard is een randvoorwaarde voor opname in het AB wel dat de inhoud in lijn is met de standpunten van de betrokken ministeries. De vraag of een maatregel in AB opgenomen kan of moet worden of in een privaat instrument of in beide hangt ervan af of je de maatregel algemeen van toepassing wilt laten zijn (voor alle bedrijven in Nederland waar deze relevant voor is), of enkel als een bovenwettelijke maatregel. De vereiste dat een maatregel uitvoerbaar, eenduidig en controleerbaar moet zijn, geldt uiteraard voor opname in wet- en regelgeving, maar ook indien het onderdeel uitmaakt van een certificeringsschema vanuit de markt. Leerpunten verwoording eisen Uit de ervaringen van de gesprekken met de beheerders van de instrumenten, de huidige formuleringen in de certificeringsschema s en de verwoording van bepalingen in het activiteitenbesluit, kan het een en ander geleerd worden over hoe bepalingen beschreven en geformuleerd moeten zijn. Enkele aanbevelingen: Om tot toepassing te komen, moeten ongeacht het gekozen borgingsinstrument de meeste maatregelen in voldoende detail beschreven worden. De ruimte voor eigen interpretatie moet zo veel mogelijk beperkt worden als dit de effectiviteit van de maatregel in gevaar brengt of tot problemen bij controle en handhaving kan leiden. Sluit bij het verder specificeren zo veel mogelijk aan op de beschrijvingen van gerelateerde maatregelen in het AB. De aard van de certificaten en de daarbij gebezigde formuleringen sluiten niet altijd goed op elkaar aan. Tegenstellingen met het AB of andere wet- en regelgeving moeten in ieder geval voorkomen worden. Waar het lozing of verwerking van water betreft: maak zo goed mogelijk duidelijk om welk water het gaat en bij welke activiteit. Neem bijvoorbeeld het wassen en opslaan van fust: is de maatregel van toepassing op elk moment en voor al het fust op het bedrijf, of alleen voor dat fust dat zeker met middelen verontreinigd is. Waar het zuivering betreft: maak expliciet welke methoden toegepast kunnen worden en indien er restwater overblijft, wat daarmee kan of mag. Vermijd waar mogelijk kwalitatieve beschrijvingen zoals maximaal mogelijk of rekening houden met. Kwantitatieve voorschriften zijn duidelijker en kunnen indien echt noodzakelijk aangevuld worden met een uitzonderingsregel. Uitzonderingen moeten dan ook zo specifiek mogelijk gemaakt worden. Handhaving en communicatie In alle werkgroepen is gewezen op het belang van de naleving van bestaande wet- en regelgeving. (in navolging van de evaluatie Duurzame gewasbescherming). Het opnemen van de maatregelen in het Activiteitenbesluit is alleen effectief in combinatie met een goede handhaving. Frequenter handhaven en vooraf en achteraf communiceren over controleacties en eventueel gevonden overtredingen kunnen de naleving verbeteren. 52

52 Naast borging is bewustwording bij de telers en loonwerkers en duidelijke en uniforme regelgeving en informatie altijd belangrijk. Dit moet voor een goed resultaat- parallel aan borging altijd gebeuren. Alle werkgroepen benadrukken dat communicatie over emissieroutes en effectieve maatregelen om emissie te voorkomen nodig blijft. Communicatie kan het draagvlak voor maatregelen en daarmee de toepassingsgraad doen toenemen. Partijen kunnen hierin gezamenlijk optrekken. Vooruitblik Een voorstel voor aanpassing van de gebruiksvoorschriften is in 2014 aangeboden aan de Staatssecretarissen van EZ en I&M, door de Unie van Waterschappen in samenwerking met LTO en Nefyto. Het gaat om robuuste gebruiksvoorschriften : een meer robuuste, heldere, en eenduidige aanpak voor teeltvrije zones en driftreducende spuittechnieken in sectoren als de akkerbouw, groente- en bollenteelt. Vereenvoudiging etiketten op het punt van restricties. Ook gericht op het beter aansluiten bij algemene voorschriften zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit. Minder gecompliceerde gebruiksvoorschriften dragen zeker bij aan het reduceren van vergissingen en een betere naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de voorschriften. Tevens is inmiddels een alternatief voor het gewasbeschermingsplan verplicht geworden, de gewasbeschermingsmonitor. De teler is nu verplicht aspecten rond zowel gewasbescherming als emissie aspecten op het veld en het erf gedurende het seizoen in een monitor vast te leggen. De monitor moet ingevuld op het bedrijf beschikbaar zijn binnen 2 maanden na het groeiseizoen.. Het project heeft laten zien dat de potentie groot is om de emissies van gewasbeschermingsmiddelen via deze borgingsroute aan te pakken. Ook is duidelijk geworden dat deze route midden in de maatschappelijke realiteit staat van een krachtenveld van belangen. Wanneer er een sterkere coalitie ontstaat die voldoende belang heeft bij deze emissiebeheersing kan via deze instrumenten sterke voortgang geboekt worden in de beheersing van de waterkwaliteit. 53

53 Referenties Rapport: Emissieroutes van gewasbeschermingsmiddelen naar oppervlaktewater, De Werd en Van der Wal, PPO nr Rapport: Maatregelen emissiebeperking, effectiviteit,en bereik via borgingsinstrumenten, De Kool, Wijnands, Gooijer, Leendertse en Brinks, PPO nr Werken aan schoner oppervlaktewater in intensieve maïsteeltgebieden, Brigitte Kroonen-Backbier (PPO)maart 2011 Rapport: Pilot erfemissie van bloembollenbedrijven in Noord-Holland (Breezand) de Kool en Eenkhoorn, Lisse, PPO Bloembollen en Bomen: 28. Website: HHNK, Onderzoek gewasbeschermingsmiddelen : Rapport: Waterkwaliteit Agrarische Gebieden Rijnland 2011, Rooden en Slot (2012), HHR. Artikel: Afblazen hangwater na bolontsmetting werkt goed., Bisschops, BloembollenVisie 2010 (30 dec): 29. Rapport: Voortgangsrapportage landelijk milieuoverleg bloembollen , LMB, Rapport: Milieurapportage Boom- en Vaste Plantenteelt van 2009 en 2010, PPO, : (publicaties voortkomend uit het onderzoek naar de relevantie van en maatregelen tegen oppervlakkige afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen van percelen). 54

54 Bijlage 1. 55

55 56

Maatregelen emissiebeperking, effectiviteit en bereik via borgingsinstrumenten

Maatregelen emissiebeperking, effectiviteit en bereik via borgingsinstrumenten Maatregelen emissiebeperking, effectiviteit en bereik via borgingsinstrumenten S.A.M. de Kool, F.G.Wijnands WageningenUR - PPO Y. M. Gooijer, P.C. Leendertse CLM Onderzoek & Advies H.Brinks DLV Plant Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Seminarie Vegaplan.be

Seminarie Vegaplan.be Seminarie Vegaplan.be Brussel, 14 november 2007 Willy Kusters 1 Grensoverschrijdende voedselveiligheid VKL-certificatieschema Stichting Pro act Wat is VKL Positionering / opbouw / werking Doelgroep Stand

Nadere informatie

Water ABC. Water ABC. Aanpak, Borging & Certificering van waterkwaliteit

Water ABC. Water ABC. Aanpak, Borging & Certificering van waterkwaliteit Water ABC Water ABC Aanpak, Borging & Certificering van waterkwaliteit Water ABC Aanpak, Borging & Certificering van waterkwaliteit Waarom water ABC De afgelopen jaren heeft de landbouw veel gedaan om

Nadere informatie

Certificering Voedsel- en Voederveiligheid in de Nederlandse akkerbouw. ir. ing. A. (Bert) Waterink 24 november 2014

Certificering Voedsel- en Voederveiligheid in de Nederlandse akkerbouw. ir. ing. A. (Bert) Waterink 24 november 2014 Certificering Voedsel- en Voederveiligheid in de Nederlandse akkerbouw ir. ing. A. (Bert) Waterink 24 november 2014 Inleiding Waarom certificering Welke certificatieschema s Dekkingsgraden VVAK systeem

Nadere informatie

Welkom bij LTO afdeling Oldambt. Marja Nauta Wim Verhaar

Welkom bij LTO afdeling Oldambt. Marja Nauta Wim Verhaar Welkom bij LTO afdeling Oldambt Presentatie door: Marja Nauta Wim Verhaar 1 Totaal gebied Deel gebied 2 Gegevens waterkwaliteit meetnet Oldambt. Overschrijdingen GBM hele gebied 3 Overschrijding GBM per

Nadere informatie

Rol adviseur cruciaal in toekomstige (behoud van) bloembollenteelt. Agrodis 20 november 2014 Jan Bouwman Manager Duurzaamheid & Stewardship

Rol adviseur cruciaal in toekomstige (behoud van) bloembollenteelt. Agrodis 20 november 2014 Jan Bouwman Manager Duurzaamheid & Stewardship Rol adviseur cruciaal in toekomstige (behoud van) bloembollenteelt Agrodis 20 november 2014 Jan Bouwman Manager Duurzaamheid & Stewardship Zonale toelatings proces EU (Her) registratie dossier Syngenta

Nadere informatie

VVAK: : voedsel- en voederveiligheid akkerbouw VVAK

VVAK: : voedsel- en voederveiligheid akkerbouw VVAK VV VVAK VVAK: : voedsel- en voederveiligheid akkerbouw HPA Certificeringsoverleg ir. ing. A. (Bert) Waterink AKkerbouw Vegaplan.be seminarie 14 november 2007 Inleiding Voorgeschiedenis (laatste 10 jaar)

Nadere informatie

AKkerbouw. VVAK: : voedsel- en voederveiligheid akkerbouw VVAK. HPA Certificeringsoverleg ir. ing. A. (Bert) Waterink

AKkerbouw. VVAK: : voedsel- en voederveiligheid akkerbouw VVAK. HPA Certificeringsoverleg ir. ing. A. (Bert) Waterink VV VVAK AKkerbouw VVAK: : voedsel- en voederveiligheid akkerbouw HPA Certificeringsoverleg ir. ing. A. (Bert) Waterink Vegaplan.be seminarie 14 november 2007 Inleiding Voorgeschiedenis (laatste 10 jaar)

Nadere informatie

Pakket van maatregelen emissiereductie gewasbescherming open teelten: acties algemeen

Pakket van maatregelen emissiereductie gewasbescherming open teelten: acties algemeen Pakket van maatregelen emissiereductie gewasbescherming open teelten: acties algemeen Communicatie 2018 georganiseerd bopstellen communicatieplan (éénduidige boodschap, kennisoverdracht incl onderwijs

Nadere informatie

Gewasbeschermingsmonitor

Gewasbeschermingsmonitor Gewasbeschermingsmonitor Algemene informatie Gewasbeschermingsmonitor vervangt gewasbeschermingsplan Bij de gewasbeschermingsmonitor gaat het om diverse teeltmaatregelen. Denk hierbij aan teeltfrequentie

Nadere informatie

Gewasbeschermingsmonitor

Gewasbeschermingsmonitor Gewasbeschermingsmonitor 1. Bedrijfsgegevens en Bouwplan: Jaar Perceel Ras Bedrijf Gewas Maat Adres Zaai / plantdatum Hoeveelheid Postcode Teeltfrequentie Bodemanalyse aanwezig Woonplaats Voorvrucht Aaltjesanalyse

Nadere informatie

Voorkomen van lozing van restvloeistoffen

Voorkomen van lozing van restvloeistoffen Verdienen met ZLTO Erfafspoeling simpel te voorkomen René Rijken: Jan Verhoeven: Waterschap Brabantse Delta Ondernemer te Erp Voorkomen van lozing van restvloeistoffen René Rijken Waterschap Brabantse

Nadere informatie

Driftreductie & Erfemissie

Driftreductie & Erfemissie Driftreductie & Erfemissie Schoon oppervlaktewater & behoud middelenpakket Gebiedsgericht toezicht 25 maart 2019 te Smilde I.L. (Ibo) Vaatstra 1 Inhoud presentatie Milieuregels Spuittechnieken en spuitdoppen

Nadere informatie

Schoon Water Brabant 6 maart 2014

Schoon Water Brabant 6 maart 2014 Indeling lezing Aanpak erfemissies Richard Korver Adviseur akkerbouw Specialist mechanisatie Activiteitenbesluit Beperken restvloeistof Inwendig reinigen van de veldspuit Opvangen restvloeistof en spoelwater

Nadere informatie

Biologische bestrijding van echte meeldauw in zomerbloemen. biokennis

Biologische bestrijding van echte meeldauw in zomerbloemen. biokennis Biologische bestrijding van echte meeldauw in zomerbloemen biokennis Biologische bestrijding van echte meeldauw in zomerbloemen Casper Slootweg Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen

Nadere informatie

Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden. H.A.E. de Werd

Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden. H.A.E. de Werd Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden H.A.E. de Werd Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 3261074007_3 december 2007 2007 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Verwerking water met resten van gewasbeschermingsmiddelen

Verwerking water met resten van gewasbeschermingsmiddelen Verwerking water met resten van gewasbeschermingsmiddelen Rik de Werd Samenwerken aan een schone Maas 1 december 2010 Foto s: PPO, TOPPS, PC Fruit Inhoud presentatie Vullen en reinigen: perceel of erf?

Nadere informatie

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017 Het verbeteren van de waterkwaliteit; de rol van de landbouw Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017 Broos Water BV Als praktijkgericht kennis- en adviesbureau werken wij aan

Nadere informatie

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.M. de Vries.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.M. de Vries. VW Regeling meldingen Lozingenbesluit open teelt en veehouderij Regeling houdende vaststelling van nadere regels met betrekking tot gegevens, die bij een melding van voorgenomen agrarische activiteiten

Nadere informatie

Milieukeur. Keurmerk voor duurzamere bloembollen. Informatiebijeenkomst Bollenteeelt 29-09-2015 Stefanie de Kool, SMK

Milieukeur. Keurmerk voor duurzamere bloembollen. Informatiebijeenkomst Bollenteeelt 29-09-2015 Stefanie de Kool, SMK Milieukeur Keurmerk voor duurzamere bloembollen Informatiebijeenkomst Bollenteeelt 29-09-2015 Stefanie de Kool, SMK Programma Uitleg Milieukeur Criteria in het certificatieschema Betrokken instanties Certificering

Nadere informatie

Milieukeur. Keurmerk voor duurzamere bloembollen Stefanie de Kool, SMK

Milieukeur. Keurmerk voor duurzamere bloembollen Stefanie de Kool, SMK Milieukeur Keurmerk voor duurzamere bloembollen 18-2-2016 Stefanie de Kool, SMK Inhoud Uitleg Milieukeur Criteria in het certificatieschema Betrokken instanties Certificering voor producenten en handelsbedrijven

Nadere informatie

Studiedag boomkwekerij 2015 vrijdag 20 februari Hannes Buyle

Studiedag boomkwekerij 2015 vrijdag 20 februari Hannes Buyle Kansen voor duurzaamheidscertificaten in de boomkwekerij Studiedag boomkwekerij 2015 vrijdag 20 februari Hannes Buyle 1 1. Duurzaamheid, kans of bedreiging 2. Certificaten in de sierteelt 3. Veranderende

Nadere informatie

ForwardFarming Field Academy Water Protection Training. Module 1 Puntvervuiling

ForwardFarming Field Academy Water Protection Training. Module 1 Puntvervuiling ForwardFarming Field Academy Water Protection Training Module 1 2018 Inleiding Andere 3 % is de belangrijkste bron van verontreiniging van het oppervlaktewater door GBM > 50 % Afspoeling / erosie ~ 30

Nadere informatie

Beleidslijn toezicht en handhaving. Wassen van machines op agrarische bedrijven

Beleidslijn toezicht en handhaving. Wassen van machines op agrarische bedrijven Beleidslijn toezicht en handhaving Wassen van machines op agrarische bedrijven Samenwerking Noordoostelijke waterschappen Eenheid Techniek en Diensten Team agrarisch VTH Roel Koekoek Henk Langeler Renske

Nadere informatie

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Bioremediering wetgeving Richtlijn Duurzaam gebruik van pesticiden (EU 2009/128) Vlaanderen: Vlarem -

Nadere informatie

Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012

Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012 Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012 Casper Slootweg Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit Februari 2013 Programma

Nadere informatie

Compostering reststromen van Vaste Planten- en Zomerbloementelers. Casper Slootweg

Compostering reststromen van Vaste Planten- en Zomerbloementelers. Casper Slootweg Compostering reststromen van Vaste Planten- en Zomerbloementelers Casper Slootweg Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit Oktober

Nadere informatie

Preventie. 27 januari 2015

Preventie. 27 januari 2015 Preventie 27 januari 2015 Daarom 2 Agenda 3 Wat doet Aa en Maas? Wat is wat? Regelgeving Wat meten wij? Waar kan het fout gaan? Overig Samen aanpakken Oppervlakte beheergebied: 161.000 ha Aantal inwoners:

Nadere informatie

Knelpuntenrapportage nieuwe teelten

Knelpuntenrapportage nieuwe teelten Knelpuntenrapportage nieuwe teelten Rapportage van de Afzet- en Teeltknelpunten bij a) Langwerpige radicchio, b) Grootbladige spinazie, c) Salatrio, d) Wortelpeterselie C. van Wijk PPO-agv, Lelystad Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Milieukeur/ On the way to PlanetProof Bloembollen en Bolboemen

Milieukeur/ On the way to PlanetProof Bloembollen en Bolboemen Milieukeur/ On the way to PlanetProof Bloembollen en Bolboemen Wim Uljee Communicatie Manager SMK februari 2018 Onze opdracht Stimuleren van duurzamer produceren en consumeren door middel van keurmerken

Nadere informatie

Effect van borium op de hardheid van uien. L. van den Brink

Effect van borium op de hardheid van uien. L. van den Brink Effect van borium op de hardheid van uien L. van den Brink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroenten PPO nr. 3250096600-01

Nadere informatie

Verwerking restvloeistof met biofilters

Verwerking restvloeistof met biofilters Verwerking restvloeistof met biofilters Workshop Restvloeistoffen Nefyto 4 maart 21 Rik de Werd, PPO Vullen en buitenkant reinigen: meest op het verharde erf Erf: + Alles bij de hand + Dicht bij middelenopslag

Nadere informatie

Verwerking restvloeistof met biofilters

Verwerking restvloeistof met biofilters Verwerking restvloeistof met biofilters Workshop Restvloeistoffen - Nefyto 4 maart 2010 Rik de Werd, PPO Foto s: PPO, TOPPS, Biotosa, PC Fruit, e.a. Vullen en buitenkant reinigen: meest op het verharde

Nadere informatie

Activiteitenbesluit milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer Activiteitenbesluit milieubeheer boomteelt activiteiten Jos Elst en Peter van Nieuwenhuizen Inhoud Wat is en doet Rijnland door Korine Hengst (afd Plannen&Projecten) Wat houdt het Activiteitenbesluit in?

Nadere informatie

Klaar voor de praktijk!

Klaar voor de praktijk! Biologische zuivering afvalwater reiniging spuit Rik de Werd, juni 2012 Klaar voor de praktijk! Foto s: PPO, TOPPS, PC Fruit Inhoud presentatie Vullen en reinigen: waar doe je dat? Verwachte regelgeving

Nadere informatie

Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt vzw

Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt vzw Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt vzw Programma Wat is puntvervuiling? Oorzaken? Gevolgen? Oplossingen! Demo: bouw een

Nadere informatie

Drift van 95% driftreducerende spuitdoppen op veldspuit en bijbehorende teeltvrije zone

Drift van 95% driftreducerende spuitdoppen op veldspuit en bijbehorende teeltvrije zone Drift van 95% driftreducerende spuitdoppen op veldspuit en bijbehorende teeltvrije zone J.C. van de Zande Rapport 596 Drift van 95% driftreducerende spuitdoppen op veldspuit en bijbehorende teeltvrije

Nadere informatie

Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS

Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS Markt trends Vraag naar veilig en duurzaam geteeld voedsel Sterkere focus op voedselkwaliteit en gezonde

Nadere informatie

GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER

GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER Marleen Mertens Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO) INVLOED VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN Positieve effecten: Bijdrage

Nadere informatie

De NVWA toezicht op gewasbescherming. A.C.L. (Toon) Driessen Inspecteur Toezicht Ontwikkeling Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)

De NVWA toezicht op gewasbescherming. A.C.L. (Toon) Driessen Inspecteur Toezicht Ontwikkeling Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) De NVWA toezicht op gewasbescherming A.C.L. (Toon) Driessen Inspecteur Toezicht Ontwikkeling Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) 1 Handhaving regelgeving gewasbeschermingsmiddelen. Indeling presentatie:

Nadere informatie

Gezonde en transparantie bloembollenteelt

Gezonde en transparantie bloembollenteelt Gezonde en transparantie bloembollenteelt Akersloot 20 november 2014 Onderwerpen Kennismaking Route 2023 gezonde en transparante bloembollensector Kennismaking: Conno de Ruijter Kennismaking: Stuurgroep

Nadere informatie

Correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen Martijn D hoop. Studienamiddag: Bescherm de berm 02/10/12

Correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen Martijn D hoop. Studienamiddag: Bescherm de berm 02/10/12 Correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen Martijn D hoop Studienamiddag: Bescherm de berm 02/10/12 Van belang omdat 01_ we een gezond en kwaliteitsvol product willen 02_ we een zo optimaal mogelijke

Nadere informatie

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN CENTRALE VERWERKER

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN CENTRALE VERWERKER Pagina 1 van 6 PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN CENTRALE VERWERKER Deze code is opgesteld door de Pootaardappel Contact Commissie (PCC = samenwerkingsverband LTO-NAO). Hoewel deze code met de

Nadere informatie

Introductie van het sleepdoek in Groningen. Demonstratie bijeenkomst

Introductie van het sleepdoek in Groningen. Demonstratie bijeenkomst Introductie van het sleepdoek in Groningen Demonstratie bijeenkomst Introductie van de sleepdoek in Groningen Demonstratiebijeenkomst Yvonne Gooijer (CLM) Wyncko Tonckens (DLV Plant) Jacob Dogterom (DLV

Nadere informatie

32627 (Glas)tuinbouw. 27858 Gewasbeschermingsbeleid. Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu

32627 (Glas)tuinbouw. 27858 Gewasbeschermingsbeleid. Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu 32627 (Glas)tuinbouw 27858 Gewasbeschermingsbeleid Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 juni 2015 Mede

Nadere informatie

Meldingsformulier Lozingenbesluit open teelt en veehouderij

Meldingsformulier Lozingenbesluit open teelt en veehouderij Let op: lees voor het invullen eerst de toelichting. Sinds 1 maart 2000 is het Lozingenbesluit van kracht geworden voor lozingen in het oppervlaktewater afkomstig van agrarische activiteiten. Naar aanleiding

Nadere informatie

PUNTVERVUILING. Goede landbouwpraktijken voor een betere waterkwaliteit. Puntvervuiling vermijden

PUNTVERVUILING. Goede landbouwpraktijken voor een betere waterkwaliteit. Puntvervuiling vermijden PUNTVERVUILING landbouwpraktijken voor een betere Puntvervuiling vermijden HOU ONS WATER SCHOON De TOPPS projecten hebben als doel om verontreiniging van het oppervlaktewater door gewasbeschermingsmiddelen

Nadere informatie

Rapportage gewasbescherming Inspectieresultaten boomteelt/vaste planten

Rapportage gewasbescherming Inspectieresultaten boomteelt/vaste planten Rapportage gewasbescherming Inspectieresultaten boomteelt/vaste planten Datum December 2015 Colofon Inspectieresultaten Boomteelt/vaste planten Gewasbescherming Divisie Landbouw & natuur Catharijnesingel

Nadere informatie

Aspecten van het gewasbeschermingsplan

Aspecten van het gewasbeschermingsplan Aspecten van het gewasbeschermingsplan In het gewasbeschermingsplan moeten de volgende aspecten aandacht krijgen: preventie; teelttechnische maatregelen; waarschuwings- en adviessystemen; niet-chemische

Nadere informatie

HOOFDLIJNENAKKOORD WATERZUIVERING IN DE GLASTUINBOUW

HOOFDLIJNENAKKOORD WATERZUIVERING IN DE GLASTUINBOUW HOOFDLIJNENAKKOORD WATERZUIVERING IN DE GLASTUINBOUW LTO Glaskracht Nederland, Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie (Nefyto), Unie van Waterschappen (UvW), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG),

Nadere informatie

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok Penicillium in lelie Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit April 2010

Nadere informatie

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd P.J. van Leeuwen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, boomkwekerij en fruit PPO nr. 32 361815 00/PT nr. 14760.02 oktober

Nadere informatie

IPM Integrated Pest Management: hoe voldoen aan wettelijke verplichtingen? Bart Debussche Vlaamse Overheid Departement Landbouw en Visserij

IPM Integrated Pest Management: hoe voldoen aan wettelijke verplichtingen? Bart Debussche Vlaamse Overheid Departement Landbouw en Visserij IPM Integrated Pest Management: hoe voldoen aan wettelijke verplichtingen? Bart Debussche Vlaamse Overheid Departement Landbouw en Visserij Overzicht IPM: vanwaar komt het? IPM: wat is dit? IPM: hoe toepassen

Nadere informatie

nieuwsbrief nr. 28 dec. 2009

nieuwsbrief nr. 28 dec. 2009 Telen met toekomst is door PPO en DLV Plant bv ontwikkeld in opdracht van LNV nieuwsbrief nr. 28 dec. 2009 Inhoud Akkerbouw & vollegrondsgroente Samen aan de slag met duurzame maisteelt levert resultaat

Nadere informatie

Vullen en reiniging spuitapparatuur als mogelijke emissieroutes van gewasbeschermingsmiddelen

Vullen en reiniging spuitapparatuur als mogelijke emissieroutes van gewasbeschermingsmiddelen Vullen en reiniging spuitapparatuur als mogelijke emissieroutes van gewasbeschermingsmiddelen Enquête gehouden onder akkerbouwers binnen Telen met toekomst netwerk Marieke van Zeeland & Rommie van der

Nadere informatie

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit

Nadere informatie

SPECIMEN BELVEDERE TRIPEL 5 L. Herbicide. Zeer effectief in de na-opkomst bestrijding van grassen en breedbladige onkruiden

SPECIMEN BELVEDERE TRIPEL 5 L. Herbicide. Zeer effectief in de na-opkomst bestrijding van grassen en breedbladige onkruiden Zeer effectief in de na-opkomst bestrijding van grassen en breedbladige onkruiden Werkzame stof: Aard van het preparaat: Suspo-emulsie Resistentiegroep: C1, N Toelatingshouder: ADAMA Registrations B.V.

Nadere informatie

Overdracht van geelziek in Eucomis via zaad

Overdracht van geelziek in Eucomis via zaad Overdracht van geelziek in Eucomis via zaad Voortgezet diagnostisch onderzoek 2008/2009 Peter Vink, Paul van Leeuwen en Robert Dees Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business

Nadere informatie

Nederland. Aan de staatssecretaris van Economische Zaken Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus 20101 2500 EC S-GRAVEN HAGE. Datum Onderwerp Informatie

Nederland. Aan de staatssecretaris van Economische Zaken Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus 20101 2500 EC S-GRAVEN HAGE. Datum Onderwerp Informatie Nederland Aan de staatssecretaris van Economische Zaken Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus 20101 2500 EC S-GRAVEN HAGE Land- en TuInbouwoganisatie Nedertand 52230F flenbc&t, Datum Onderwerp Informatie 17mei2015

Nadere informatie

Het effect van inundatie op sclerotiën van de schimmel Sclerotium rolfsii

Het effect van inundatie op sclerotiën van de schimmel Sclerotium rolfsii Het effect van inundatie op sclerotiën van de schimmel Sclerotium rolfsii Voortgezet diagnostisch onderzoek 2011 Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit

Nadere informatie

Bayer PhytoBac Eenvoudig en verantwoord afvalwater verwerken

Bayer PhytoBac Eenvoudig en verantwoord afvalwater verwerken Bayer PhytoBac Eenvoudig en verantwoord afvalwater verwerken Inleiding Bayer CropScience heeft als onderdeel van het nieuwe initiatief van BayYou Services vanuit Product Stewardship verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Erfemissie? Natuurlijk niet!

Erfemissie? Natuurlijk niet! Erfemissie? Natuurlijk niet! Introductie Emissie van gewasbeschermingsmiddelen vanaf het erf is een belangrijke route waar langs deze middelen in het milieu kunnen komen. Voor behoud van een effectief

Nadere informatie

25 jaar NAV NAV-visie op de Nederlandse akkerbouw tot 2030

25 jaar NAV NAV-visie op de Nederlandse akkerbouw tot 2030 25 jaar NAV 1 NAV-visie op de Nederlandse akkerbouw tot 2030 Visie NAV 2 Visie NAV: Een goed inkomen voor akkerbouwers Economisch en maatschappelijk duurzame akkerbouw Gewenste situatie: Nederlandse boeren

Nadere informatie

Duurzame energietechniek

Duurzame energietechniek Duurzame energietechniek Toegepast in de bloembollensector Bijlage rapport Afstudeerscriptie Werktuigbouwkunde De Haagse Hogeschool afdeling Delft Mitchell van der Meij Praktijkonderzoek Plant & Omgeving,

Nadere informatie

Inventarisatie van de ernst van de bloedingziekte in paardenkastanjebomen in Den Haag

Inventarisatie van de ernst van de bloedingziekte in paardenkastanjebomen in Den Haag Inventarisatie van de ernst van de bloedingziekte in paardenkastanje in Den Haag 2011 A.J. van Kuik en L. Slingerland Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen,

Nadere informatie

Etiketten gewasbescherming: waar staan we nu?

Etiketten gewasbescherming: waar staan we nu? Etiketten gewasbescherming: waar staan we nu? Dr. Nicole van Straten Manager Wetenschappelijke Beoordeling en Advies 14 juni 2018 Deze presentatie wordt geen college CLP regelgeving gaat niet over het

Nadere informatie

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown Voortgezet diagnostisch onderzoek 2012 Peter Vink, Peter Vreeburg en Paul van Leeuwen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen

Nadere informatie

Toelichting beoordeling risico gewasbeschermingsmiddelen voor On the way to PlanetProof

Toelichting beoordeling risico gewasbeschermingsmiddelen voor On the way to PlanetProof Toelichting beoordeling risico gewasbeschermingsmiddelen voor On the way to PlanetProof 1 januari 2019 1 januari 2020 Inleiding In het certificatieschema voor On the way to PlanetProof Plantaardige producten

Nadere informatie

Opleiding OCI. Vegaplan.be 1. Sectorgids Sierteelt inleiding. Inhoud. Inhoud. I. Wat is autocontrole? I. Wat is autocontrole? NEE

Opleiding OCI. Vegaplan.be 1. Sectorgids Sierteelt inleiding. Inhoud. Inhoud. I. Wat is autocontrole? I. Wat is autocontrole? NEE Sectorgids Sierteelt inleiding De sectorgids autocontrole voor de nieteetbare tuinbouwproductie is een nuttige tool om te voldoen aan de wet op de autocontrole. Destelbergen 15 februari 2013 2 3 4 Autocontrole:

Nadere informatie

Integrated Farm Assurance-standaard Versie 5

Integrated Farm Assurance-standaard Versie 5 Integrated Farm Assurance-standaard Versie 5 Belangrijkste veranderingen & nieuwe eisen Certificering voor Plantaardige productie - Groenten en Fruit Integrated Farm Assurance-standaard Versie 5 Belangrijkste

Nadere informatie

Classificatie Wingssprayer met kantdop in driftreductieklassen

Classificatie Wingssprayer met kantdop in driftreductieklassen Classificatie Wingssprayer met kantdop in driftreductieklassen J.C. van de Zande Foto Wingssprayer op voorkant Wingssprayer logo Plant Research International, onderdeel van Wageningen UR Business Unit

Nadere informatie

Wet en regelgeving gewasbeschermingsmiddelen. Wied Hendrix AOC Oost

Wet en regelgeving gewasbeschermingsmiddelen. Wied Hendrix AOC Oost Wet en regelgeving gewasbeschermingsmiddelen Wied Hendrix AOC Oost Wet gewasbeschermingsmiddel en en biociden Zorgplichtartikel: Artikel 18 iedereen is verplicht ten aanzien van gewasbeschermingsmiddelen

Nadere informatie

Aanbevelingen voor een Goede Landbouwpraktijk voor de naoogstbehandelingen van witloofwortels

Aanbevelingen voor een Goede Landbouwpraktijk voor de naoogstbehandelingen van witloofwortels December 2011 Aanbevelingen voor een Goede Landbouwpraktijk voor de naoogstbehandelingen van witloofwortels Inleiding Jaarlijks worden er 4500 ha witloofwortels geteeld in België. Per ha wordt ongeveer

Nadere informatie

Klaar voor de praktijk!

Klaar voor de praktijk! Biologische zuivering afvalwater reiniging spuit Rik de Werd, mei 2014 Klaar voor de praktijk! Foto s: PPO, TOPPS, PC Fruit Scheidingstechnieken Adsorptie: binden aan een oppervlak Bijv. koolstoffilter

Nadere informatie

Knelpuntenrapportage nieuwe teelten Rapportage van de Afzet- en Teeltknelpunten bij a) rucola, b) aardpeer, b) pastinaak c) Aziatische bladgewassen.

Knelpuntenrapportage nieuwe teelten Rapportage van de Afzet- en Teeltknelpunten bij a) rucola, b) aardpeer, b) pastinaak c) Aziatische bladgewassen. Knelpuntenrapportage nieuwe teelten Rapportage van de Afzet- en Teeltknelpunten bij a) rucola, b) aardpeer, b) pastinaak c) Aziatische bladgewassen. C. van Wijk PPO-agv, Lelystad Praktijkonderzoek Plant

Nadere informatie

~ Wy_" 2000 Ministerie van Verk

~ Wy_ 2000 Ministerie van Verk ~ Wy_" 2000 Ministerie van Verk De akkerbouw, een deel van de bollen- en boomteelt, de vollegrondsgroenteteelt, de fruitteelt, de zomerbloementeelt en de veehouderij hebben vanaf het voorjaar 2000 te maken

Nadere informatie

Waterportaal. Waterportaal als BELANGRIJKSTE aanspreekpunt!

Waterportaal. Waterportaal als BELANGRIJKSTE aanspreekpunt! Waterportaal Waterportaal als BELANGRIJKSTE aanspreekpunt! Wie zijn we? Initiatief van de provincie Oost-Vlaanderen Vijf samenwerkende partners: Missie De missie van het Waterportaal is drieledig: 1) Loketfunctie

Nadere informatie

Meldingsformulier Activiteitenbesluit glastuinbouw

Meldingsformulier Activiteitenbesluit glastuinbouw Meldingsformulier Activiteitenbesluit glastuinbouw Lees voor het invullen eerst de toelichting. Toelichting Per 1 nuar1 2013 is het Activiteitenbesluit voor agrarische activiteiten in werking getreden.

Nadere informatie

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster Precisieplant tulp Basis voor precisielandbouw A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij

Nadere informatie

Nieuwe versie GobalGap

Nieuwe versie GobalGap Nieuwe versie GobalGap HET GEBRUIK VAN MEST EN MESTSTOFFEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG Mest en andere natuurlijke meststoffen zijn een potentiële bron van microbiële gevaren. Producenten dienen een risico-inventarisatie

Nadere informatie

Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst

Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst Lijst met indeling van spuittechnieken in reducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst versie 24 juli 2018 Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT) reducerende spuittechnieken In het Activiteitenbesluit

Nadere informatie

Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst

Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst Lijst met indeling van spuittechnieken in reducerende n (DRT-klassen) DRT-lijst versie 15 december 2017 Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT) reducerende spuittechnieken In het Activiteitenbesluit

Nadere informatie

MPS-Fruit & Vegetables

MPS-Fruit & Vegetables MPS-Fruit & Vegetables MPS-FRUIT & VEGETABLES: De garantie voor duurzaamheid, betrouwbaarheid, hygiëne en transparantie Duurzaamheid, betrouwbaarheid, hygiëne en transparantie spelen een belangrijke rol

Nadere informatie

Invoering van kwaliteitszorgsystemen : licence for export?

Invoering van kwaliteitszorgsystemen : licence for export? Invoering van kwaliteitszorgsystemen : licence for export? Liesbeth Jacxsens Agro ABC Liesbeth.Jacxsens@agroabc.eu Voorstelling Agro ABC Wetenschappelijke kennis inzake kwaliteitszorgsystemen en risicobeoordeling

Nadere informatie

Hoe gewasbeschermingsmiddelen uit het water houden?

Hoe gewasbeschermingsmiddelen uit het water houden? Hoe gewasbeschermingsmiddelen uit het water houden? Ellen Pauwelyn Inagro Disclaimer: This presentation only reflects the author s views and the Commission is not responsible for any use that may be made

Nadere informatie

Gegevens te verstrekken bij een aanvraag tot het verlenen van een Wvo-vergunning

Gegevens te verstrekken bij een aanvraag tot het verlenen van een Wvo-vergunning Bezoekadres Blomboogerd 1, 4003 BX Tiel Postadres Postbus 599, 4000 AN Tiel Telefoon (0344) 64 90 90 Fax (0344) 64 90 99 E-mail info@wsrl.nl Internet www.waterschaprivierenland.nl Bank 63.67.57.269 Gegevens

Nadere informatie

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink Voortgezet diagnostisch onderzoek naar een betere beheersing van een aantasting door de schimmel Colletotrichum acutatum bij de bollenteelt van tulpen cv. Giuseppe Verdi Voortgezet diagnostisch onderzoek

Nadere informatie

Rapport Controleresultaten nalevingsmeting fruit 2012 WGB

Rapport Controleresultaten nalevingsmeting fruit 2012 WGB Rapport Controleresultaten nalevingsmeting fruit 2012 WGB DATUM OMSCHRIJVING AUTEUR 30-05-2013 Evaluatierapport controles bij fruittelers 2012 NVWA Divisie L&N 1 Evaluatierapport controles bij fruittelers

Nadere informatie

Antwoorden oefeningen agrarische lozingen

Antwoorden oefeningen agrarische lozingen Antwoorden oefeningen agrarische lozingen 1. Noem de activiteit in het Activiteitenbesluit (de paragraaftitel) waaronder deze lozing is opgenomen. 2. Geef per lozing aan of de genoemde lozingsroute is

Nadere informatie

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.3 RICHTLIJNEN CENTRALE BEWERKER

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.3 RICHTLIJNEN CENTRALE BEWERKER Pagina 1 van 6 PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.3 RICHTLIJNEN CENTRALE BEWERKER Deze code is opgesteld door de Pootaardappel Contact Commissie (PCC = samenwerkingsverband LTO-NAO). Hoewel deze code met de

Nadere informatie

Schakel Activiteitenbesluit in beweging

Schakel Activiteitenbesluit in beweging Schakel Activiteitenbesluit in beweging Oefeningen agrarische lozingen. 1. Noem de activiteit in het Activiteitenbesluit (de paragraaftitel) waaronder deze lozing is opgenomen. 2. Geef per lozing aan of

Nadere informatie

SPECIMEN. Herbicide. Uniek en vertrouwd tegen onkruid in aardappelen

SPECIMEN. Herbicide. Uniek en vertrouwd tegen onkruid in aardappelen Uniek en vertrouwd tegen onkruid in aardappelen Scan voor gebruik Werkzame stof: Gehalte: Diflufenican 62,5 g/l (5,8 % w/w) Metribuzin 250 g/l (23,2 % w/w) Aard van het preparaat: Suspensie concentraat

Nadere informatie

Gewasbescherming 2017

Gewasbescherming 2017 Gewasbescherming 2017 Toezicht op de handel en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen Voorwoord Gewasbescherming heeft tot doel de schadelijke effecten van plantenziekten, plagen en onkruiden binnen

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 7 juli 2011 Strategie en Ontwikkeling

ALGEMENE VERGADERING. 7 juli 2011 Strategie en Ontwikkeling V E R G A D E R D A T U M S E C T O R / A F D E L I N G 7 juli 2011 Strategie en Ontwikkeling S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 20 juni 2011 J. Meijerink ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT ONDERWERP

Nadere informatie

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen Voortgezet diagnostisch onderzoek 2009/2010 Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij

Nadere informatie

POP3 Fysieke investeringen waterkwaliteit provincie Brabant juni 2018

POP3 Fysieke investeringen waterkwaliteit provincie Brabant juni 2018 POP3 Fysieke investeringen waterkwaliteit provincie Brabant juni 2018 Provincie Brabant opent in juni een nieuwe paragraaf uit het POP3 programma. Bent u een landbouwer met investeringsplannen dan is deze

Nadere informatie

Praktisch omgaan met wet- en regelgeving Waterschap Rivierenland

Praktisch omgaan met wet- en regelgeving Waterschap Rivierenland Praktisch omgaan met wet- en regelgeving Waterschap Rivierenland Een toelichting door: Robert Vink teamleider Handhaving 24-03-2005 Waterschap Rivierenland - 201.000 ha - 38 gemeenten - 950.000 inwoners

Nadere informatie

SPECIMEN FOX 480 SC 5 L. Herbicide. Vrij van probleemonkruiden als ereprijs, akkerviool en paarse dovenetel

SPECIMEN FOX 480 SC 5 L. Herbicide. Vrij van probleemonkruiden als ereprijs, akkerviool en paarse dovenetel Vrij van probleemonkruiden als ereprijs, akkerviool en paarse dovenetel Werkzame stof: Aard van het preparaat: Suspensie concentraat Resistentiegroep: HRAC E Toelatingshouder: ADAMA Registrations B.V.

Nadere informatie

Winst met water! > In Actie. Waarom nu? Hoe doen we dit? Eigen project! Doelstellingen. (Klik of scroll naar de volgende pagina)

Winst met water! > In Actie. Waarom nu? Hoe doen we dit? Eigen project! Doelstellingen. (Klik of scroll naar de volgende pagina) Winst met water! > In Actie > Waarom nu? > Hoe doen we dit? > Idee voor eigen project! > Doelstellingen (Klik of scroll naar de volgende pagina) Deltaplan Agrarisch Waterbeheer: winst met water! Het agrarisch

Nadere informatie

Fruittelers werken aan schoon water

Fruittelers werken aan schoon water Fruittelers werken aan schoon water Praktijknetwerk startbijeenkomst Vlijmen 18 november 2013 Partners Project ingediend door Alliance en 7 fruittelers Uitvoerende partijen zijn WUR en Bodata en gewasbeschermingshandel

Nadere informatie