Datum: januari Praktijkrichtlijn. Mechanisch geventileerde parkeergarages met een gebruiksoppervlakte groter dan 1000 m².

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Datum: januari Praktijkrichtlijn. Mechanisch geventileerde parkeergarages met een gebruiksoppervlakte groter dan 1000 m²."

Transcriptie

1 Praktijkrichtlijn Mechanisch geventileerde parkeergarages met een gebruiksoppervlakte groter dan 1000 m². Brandveiligheidseisen (aanvullende) op het bouwbesluit Veiligheidsregio Rotterdam - Rijnmond in samenwerking met - 1 -

2 Uitgave: februari 2007 Toegepast beleid sinds Maart 2005 ds+v Rotterdam Afdeling Bouwtoezicht d.d.: maart 2005 Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond d.d.: maart

3 INHOUD 1. Voorwoord blz Algemene inleiding blz Uitgangspunten blz. 6 Gebruiksfuncties Ventilatie Langsventilatie Dwarsventilatie Systeembeschrijving Normatief brandverloop 4. Bouwkundig blz. 9 Planologie Bouwkundig Brandcompartimenten Rookcompartimenten Ontvluchting Constructieve veiligheid 5. Installatietechniek blz Inventaris blz Interne organisatie en gebruik blz Inzet brandweer blz Prestatie-eisen blz. 12 Brandcompartimenten Rookcompartimenten Ontvluchten bij brand Constructieve veiligheid Beperken van het ontstaan en ontwikkelen van brand Brandbeveiligingsinstallaties 10. Motivering blz. 16 Brandcompartimenten Rookcompartimenten Ontvluchten bij brand Constructieve veiligheid Beperken van het ontstaan en ontwikkelen van brand Brandbeveiligingsinstallaties Bijlage 1: Installatiematrix blz. 19 Bijlage 2: Opsomming en verduidelijking uitgangspunten blz. 20 Bijlage A Branddetectie informatief blz. 21 Bijlage B Communicatiesysteem blz

4 Mechanisch geventileerde parkeergarages met een gebruiksoppervlakte groter dan 1000 m². (besloten of ondergrondse parkeergarages) 1. Voorwoord Intensief ruimtegebruik, met name in stedelijke gebieden, leidt ertoe dat er een duidelijke toename van het bouwvolume onder maaiveldniveau wordt gerealiseerd. Met name gebouwfuncties die om weinig lichtinval vragen verdwijnen onder de grond. Een groot aandeel hierin wordt gevormd door parkeergebouwen, waarbij het gebruiksoppervlak de wettelijke maat voor het maximale brandcompartiment van 1000 m 2 doorgaans ruim overschrijdt. In het Bouwbesluit worden prestatie-eisen gesteld aan een te bouwen bouwwerk met betrekking tot beperking van uitbreiding van brand. Afdeling 2.13, van het Bouwbesluit geeft voor Overige gebruiksfuncties (waaronder garages vallen) aan dat het maximale gebruiksoppervlak van een brandcompartiment ter beperking van de uitbreiding van brand 1000 m 2 bedraagt. Indien een garage groter wordt dan 1000 m 2 voldoet deze voor wat betreft beperking van uitbreiding van brand niet aan de eis gesteld in artikel 2.103, eerste lid, van het Bouwbesluit omdat artikel 2.105, vierde lid, van het Bouwbesluit voor deze gebruiksfunctie voorschrijft dat een brandcompartiment geen groter gebruiksoppervlakte heeft als de in de tabel aangegeven grenswaarde (1000 m 2 ) en deze hieraan niet voldoet. Afdeling 2.22 (Grote brandcompartimenten) en afdeling 2.23 (Hoge en ondergrondse gebouwen) van het Bouwbesluit biedt de aanvrager van een bouwvergunning de mogelijkheid tot het vergroten van brandcompartimenten onder een aantal gestelde voorwaarden, mits een gelijkwaardig veiligheidsniveau wordt bereikt. Aanvrager moet ten genoegen van burgemeester en wethouders aantonen dat het bouwwerk tenminste een zelfde mate van onder andere veiligheid biedt als is beoogd met het betrokken voorschrift. Op basis van dit verzoek en de goede onderbouwing (overeenkomstig dit beleidsdocument) kan de toetsende instantie oordelen dat deze een gelijkwaardige mate van beperking van uitbreiding van brand biedt en kent de toetsende instantie een vergroting van de gebruiksoppervlakte van het brandcompartiment toe. De aangestuurde artikelen 2.201, en van het Bouwbesluit geven specifiek aan dat daarbij aandacht moet worden besteed aan de beperking van uitbreiding van brand, ontvluchting en brandbestrijding. Er kan dan toepassing geven worden aan artikel (Grote brandcompartimenten) juncto artikel (inrichting) van het Bouwbesluit, indien de garage zodanig is ingericht dat een gelijkwaardige mate van brandveiligheid als beoogd met afdeling van het Bouwbesluit en voor garages Met het oog op de toepassing / uitvoering en gebruik van deze mate van brandveiligheid kan de toetsende instantie aan deze beschikking voorwaarden te verbinden. Er zijn bij parkeergebouwen functionele en economische argumenten om de opdeling in brandcompartimenten te verlaten. Naast ondergrondse parkeergarages geldt dit in algemene zin voor mechanisch geventileerde parkeergarages. Gezien de omvang van de categorie mechanisch geventileerde parkeergarages, is er uitgebreid onderzoek gedaan naar de wijze waarop op gelijkwaardige manier het wettelijk uitgangspunt van brandbeheersing kan worden gerealiseerd. Dit heeft geleid tot een gelijkwaardig concept dat afwijkt van de algemeen toegepaste oplossingen op grond van vuurbelastingberekening dan wel door de toepassing van een sprinklerinstallatie. Het concept betreft een integrale benadering van ontvluchting, compartimentering en brandbestrijding. Opvallend bij deze benadering is, dat een belangrijk deel van de voorzieningen erop gericht zijn om een effectieve en veilige inzet door de brandweer mogelijk te maken

5 Naast de problematiek van de (grote) brandcompartimenten verdient de situering onder de grond eveneens de nodige aandacht. Afdeling 2.23 van het Bouwbesluit wordt hiervoor eveneens aangegeven dat het bouwwerk brandveilig moet zijn indien deze op meer dan 8 meter onder het meetniveau is gelegen (artikel (ondergronds bouwen) juncto 2.209, lid 2 van het Bouwbesluit). In deze richtlijn is derhalve aangegeven welke voorzieningen van belang zijn om in het kader van gelijkwaardigheid grotere brandcompartimenten dan het Bouwbesluit toelaat, te ontwerpen. Daarnaast is aandacht besteed aan de brandveiligheidsvoorzieningen welke een relatie hebben met de situering onder de grond. In de opzet van dit document is ervan uitgegaan dat in principe alle relevante eisen in het Bouwbesluit en de Bouwverordening van toepassing zijn. Daar waar gezien de omstandigheden dit noodzakelijk is zijn de afwijkende / aanvullende eisen aangegeven

6 2. Algemene inleiding Parkeergarages zijn verschillende categorieën in te delen: 1. Open / besloten parkeergarages (overeenkomstig NEN 2443). 2. Open / besloten parkeergarages (overeenkomstig besloten ruimten zoals omschreven in het Bouwbesluit). 3. Parkeergarages met automatisch parkeersysteem (Zie beleidsnotitie ds + V). 4. Parkeergarages met halfautomatisch parkeersysteem. (Zie beleidsnotitie ds + V) 5. Dit document betreft uitsluitend gebouwen zoals genoemd in punt 1, met een gebruiksoppervlakte groter dan 1000 m². Omwille van de duidelijkheid en afstemming op NEN 2443, zal nader worden ingegaan op: Mechanisch geventileerde parkeergarages (besloten volgens 1) Niet mechanisch geventileerde parkeergarages (niet besloten volgens 1) 3. Uitgangspunten Gebruiksfuncties. Een parkeergarage is in het bouwbesluit ondergebracht bij overige gebruikfuncties In NEN 2443 wordt gesproken over stallinggarages en parkeergarages. Met de begrippen stallen en parkeren wordt het hoofdgebruiksdoel van de parkeervoorziening als het stallen van motorvoertuigen aangegeven. Kenmerkend voor een zgn. stallingsgarage is dat de gebruikers hiervan ter plaatse bekend zijn en in oppervlakte van een relatieve geringe afmeting zijn, zoals dit voorkomt bij stallingsruimten voor woongebouwen. Bij parkeergarages daarentegen zijn gebruikers minder ter plaatse bekend, zoals dit voorkomt bij stallingsruimten bij kantoren, winkelcentra en dergelijke. Bij parkeergarages wisselen parkeerplaatsgebruikers elkaar af. Bij stallingsgarages blijven deze wisselingen veelal achterwege. In dit document wordt geen onderscheid gemaakt in stallinggarage of parkeergarage. De reden hiervan is dat er voor de hulpdiensten geen verschil is tussen een brand in een stallingsruimte of een parkeergarage. Dit houdt in dat voor een stallinggarage, die meestal van toepassing zijn bij gebouwen waarin woonfuncties zijn gesitueerd, dezelfde eisen zullen worden gesteld als voor parkeergarages. Voor stallinggarages zal echter over het algemeen gelden dat deze beperkter zullen zijn dan parkeergarages. Ook in het Bouwbesluit wordt geen onderscheid aangegeven. Een en ander wordt ondergebracht bij overige gebruiksfuncties voor het stallen van motorvoertuigen. Ventilatie. Standaard ventilatie conform bouwbesluit: De uitlaatgassen van benzinemotoren bevatten koolmonoxide. Aangezien dit gas giftig is, dient de garageventilatie ervoor te zorgen, dat het koolmonoxidegehalte in het bloed - zelfs bij filevorming in de garage, waarbij het CO-gehalte het hoogst is - duidelijk lager te blijven dan de toelaatbare waarden. De laatste 20 jaar is de koolmonoxide-uitstoot van benzinemotoren aanzienlijk afgenomen. De belangrijkste functie van ventilatie onder normale omstandigheden is geworden om de roetdeeltjes in de uitlaatgassen van dieselmotoren weg te blazen. Ventilatie (mechanisch) wordt alleen geëist indien de garage geen open garage is zoals beschreven in de NEN Bij deze garages is de natuurlijke ventilatie voldoende. In alle overige gevallen dient de ventilatie capaciteit overeenkomstig het Bouwbesluit ten minste aan 3 dm 3 /s per m² te voldoen. ( Let op! Indien de parkeergarage voldoet aan de NEN 2443, betekend dit niet zondermeer dat de garage ook voldoende open is bij een brand. Er zal ten alle tijden nog aangetoond moeten worden dat ook bij brand de garage voldoende open is.)

7 Extra ventilatie in verband met brandveiligheid: Een duidelijk ander karakter heeft de ventilatie voor calamiteitensituaties. Deze ventilatie heeft tot doel het klimaat in de garage, in geval van brand, zo lang mogelijk leefbaar / bruikbaar te houden voor de repressieve inzet. Naast de maximale capaciteit van het systeem is ook de luchtsnelheid van belang. Zodra een brand een dermate grote omvang krijgt, dat de afvoercapaciteit van het ventilatiesysteem wordt overschreden, wordt het overschot aan rook niet meer afgevoerd. Het ventilatiesysteem veroorzaakt turbulentie waardoor er geen stratificatie meer optreedt. De garage zal zich vanaf het moment dat het ventilatiesysteem verzadigd raakt met rook vullen met rook. Ook zal indien de stroomsnelheid van lucht onvoldoende hoog is rook het zicht op de brand beperken dan wel onmogelijk maken waardoor een adequate repressieve inzet niet mogelijk is.bij de bepaling van de capaciteit moet rekening worden gehouden met luchtwrijving langs plafonds (met en zonder balken). De wrijving is afhankelijk van de bezetting van de garage en eventueel aanwezige installaties (riolering / ventilatie e.d.). Ook dient rekening te worden gehouden met wind buiten de garage deze kan leiden tot drukverschillen tussen de uiteinden van de garage. Hierdoor zal ook in de garage lucht in beweging komen. Verder kan ook lucht ter plaatse van hellingen zich naar boven willen verplaatsen. Deze luchtstromen kunnen tot gevolg hebben dat delen van de garage enerzijds zorgen dat de garage onder de brand redelijk rookvrij blijven maar te gelijkertijd zorgen dat de veronderstelde ventilatie wordt verstoord. Voor deze ventilatie kunnen in essentie twee systemen gebruikt worden: Langsventilatie en Dwarsventilatie. Langsventilatie Bij een langsventilatiesysteem worden in de garage ventilatoren opgehangen die de lucht in de garage over de grootste afstand van de ene luchtinlaat naar de andere uitgang blazen. Bij een brandsituatie dient de rook in zijn geheel in één richting afgevoerd te worden met als hoofddoel dat de repressieve inzet bij brand altijd mogelijk is vanuit de veilige kant ( het zogenaamde wind in de rug principe - vrije zichthoogte 2,5 meter over een lengte van 30 m¹). Afhankelijk van de grootte en lengte van de garage kunnen aanvullende stuwventilatoren geplaatst moeten worden (om drukverschillen in de garage tot een minimum te beperken. Iedere ventilator creëert een lokaal drukverschil in lengte richting van de garage. Bij een langsventilatiesysteem is er in een brandsituatie dus altijd een veilige en een onveilige kant (mits juist ontworpen). Het langsventilatiesysteem zal in geval van een calamiteit (automatisch) ingeschakeld moeten worden (door middel van een automatisch brandmeldinstallatie). Indien het niet mogelijk is om de brand te allen tijde vanuit de veilige kant te benaderen (bij ventilatie in één richting) zal het ventilatiesysteem zodanig moeten zijn uitgevoerd, dat ventilatie in twee richtingen mogelijk is (automatische omschakelmogelijkheid). Dwarsventilatie Bij een dwarsventilatiesysteem wordt de ventilatie over de kortste afstand (breedte) evenwijdig aan de garage aangelegd. Een dwarsventilatiesysteem kent geen veilige en onveilige kant. Dwarsventilatie is een goed systeem met als grootste nadeel de complexere techniek, bouw en de prijs. Systeembeschrijving: Ventilatiesystemen moeten in geval van een calamiteit op hoog vermogen worden ingeschakeld. Hiervoor is een koppeling tussen een detectiesysteem (brandmeldinstallatie) en de besturing van de ventilatie nodig. Als detectiesysteem dient een gecertificeerde brandmeldinstallatie conform de Nederlandse Norm (NEN) 2535 te worden aangebracht op basis van ruimte beveiliging. Effectieve brandbestrijding is mogelijk als (het zicht op de locatie van de brand gewaarborgd is en de rook geheel beperkt blijft tot één zijde van de brand. Dit kan gebruikstechnisch en economisch het best gerealiseerd worden door gebruik te maken van langsventilatie. Bij dwarsventilatie is dit alleen mogelijk als de garage in verscheidene ventilatiesecties is verdeeld. Brandpreventie Commissie Rotterdam (BPC) heeft een voorkeur voor langsventilatie

8 Uitgangspunten: Ontruimingalarminstallatie Type B; Brandmeldinstallatie met volledige dekking; Rekening houden met 3 brandende auto s (verbrandingswaarde per voertuig 5020 MJ,echter geen gelijktijdige verbranding); Max 12 MW; Rookpotentieel ca 400 (m-1.m3/kg); Tenminste een 10 voudige ventilatie met een minimale luchtstroom van 1,5 m/s; start afzuiging direct na melding/detectie. De ventilatie dient in 3 minuten aan de gestelde prestatie-eis te voldoen. Indien in het ventilatiesysteem tevens stuwventilatoren zijn opgenomen dienen deze in 5 minuten na melding maximaal te functioneren. Voor garages met een gebruiksoppervlakte groter dan 2500 m 2 dient naast een CFDberekening (voor verlening bouwvergunning) na realisatie (voor oplevering) een praktijktest met warme rook te worden afgenomen. Normatief brandverloop: Het normatief brandverloop ligt ten grondslag aan een gerichte filosofie. Hierbij gaat men er wel vanuit dat het gehele brandcompartiment in brand staat. Bij een brand in een parkeergarage al of niet mechanisch of natuurlijk geventileerd, is er echter geen sprake van een volledig in brand staand brandcompartiment. Dit om de volgende redenen: Bij de proefneming van de in brand gestoken auto zijn gedurende het brandverloop metingen verricht door TNO. Aan de hand van ter beschikking gestelde meetgrafieken zijn een aantal uitgangspunten vastgesteld die als grondslag hebben gediend voor dit document. Naar aanleiding van de brand in de garage van Hertz (Schiphol) is vastgesteld dat bij een autobrand in een parkeergarage dat méér dan 3 tot 4 auto s tegelijk in brand zullen staan. Echter door toepassing van de (in dit beleid voorgeschreven) brandmeldinstallatie met volledige dekking behoeft hier geen rekening mee te worden gehouden. Voor wat betreft de mate van brandvoortplanting mag derhalve worden aangenomen dat er in het ongunstigste geval maximaal 4 auto s tegelijkertijd in brand zullen staan (door overslag). Bij deze aanname vindt brandoverslag plaats na ongeveer minuten na het ontstaan van een brand. Hieruit kan worden geconcludeerd dat het gelijktijdig in brand staan van 1000 m² of meer niet zal voorkomen. Mede om deze reden onderscheidt een gebouw met een parkeerfunctie zich in specifieke zin van andere gebouwsoorten. Opmerking: De toepassing van het brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van brand, blijft in dit concept buiten beschouwing omdat, omdat zoals boven werd omschreven, er geen sprake zal zijn van een volledig in brand staand brandcompartiment. Conform de gemaakte afspraken binnen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is het niet toegestaan, om het brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van brand voor deze gebruiksfunctie toe te passen. Parkeergarages met een groter brandcompartiment dan 1000 m 2 die onderdeel uitmaken van een gebouw welke op basis van ander beleid (hoogbouw / gelijkwaardigheid) moeten worden voorzien van een sprinklerinstallatie

9 4. Bouwkundig Planologie De situering en de vorm van de parkeergarages moeten zodanig zijn, dat eisen moeten worden gesteld om een optimale (sociale)controle en bereikbaarheid te verkrijgen. Bouwkundig De tot op heden geraadpleegde regelgeving en richtlijnen met betrekking tot brandveiligheid in parkeergarages: Bouwbesluit 2003 NEN 2443 Boek Brandbeveiligingsinstallaties (NVBR) Relevante Brandbeveiligingsconcepten van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) Zoals is verwoord heeft de maximalisering van brandcompartimenten een relatie met het beheersbaar kunnen houden van een brand. Belangrijk is dan vast te stellen hoe een eenmaal ontstane brand zich zal gedragen. Voor de hand liggend hierbij is uit te gaan van een autobrand. Buiten de gegevens die kunnen worden ontleend aan genomen proeven in het verleden, ligt een proefbrand, genomen op 19 juni 1998 in parkeergarage Fleerde te Amsterdam, ten grondslag aan de in deze toelichting getrokken conclusies. Verder zijn er ervaringen, opgedaan binnen het repressieve kader, waarbij met name de veiligheid tijdens het repressief optreden aan de orde is gesteld. Het aspect veiligheid in relatie tot repressie is voor dit document zelfs één van de onderleggers waaraan specifieke aandacht is besteed. Brandcompartimentering De in dit document ontwikkelde visie aangaande de brandcompartimentering in parkeergarages is zoals gezegd, mede gebaseerd op reeds veelvuldige, voorafgaande onderzoeken en discussies op dit gebied. De resultaten van de bestudering van eerder genomen proefbranden alsmede de genoemde proefbrand in Amsterdam, ontkrachten deze visie niet. De gevolgtrekking is dat, onder te stellen voorwaarden, de brandcompartimentering bij mechanisch geventileerde parkeergarages uit het oogpunt van beheersbaarheid beperkt kunnen blijven. Om ongewenste branduitbreiding naar boven- of ondergelegen andere brandcompartimenten te voorkomen, is in het samengestelde eisenpakket aandacht besteed aan de brandwerendheid van plafond- c.q. vloerconstructies. Er wordt in principe een weerstand tegen branddoorslag aan de betreffende vloeren en plafonds gesteld. Tevens moet worden voorkomen dat, binnen het gehanteerde normatieve brandverloop, brandoverslag plaats vindt naar een andere bouwlaag (brandcompartiment). Rookcompartimentering Met betrekking tot de beperking van verspreiding van rook stelt het Bouwbesluit de volgende prestatie-eis: Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat bij brand rook zich niet binnen korte tijd kan verspreiden naar een ander deel van het bouwwerk zodat op veilige wijze het aansluitende terrein kan worden bereikt. Logischerwijs zal bij het branden van één of meerdere auto s een aanzienlijke rookontwikkeling ontstaan. Overeenkomstig de filosofie van het Bouwbesluit is de maximaal, in de rook af te leggen loopafstand (afhankelijk van de bezettingsgraadklasse) waarbinnen een van rook gevrijwaarde vluchtroute of het aansluitende terrein zal moeten kunnen worden bereikt op verblijfsgebiedniveau - 9 -

10 maximaal meter. Afhankelijk van de karakteristieke bouwstructuur en gebruik kan dit neerkomen op het bereiken van een trappenhuis met een rookwerendheid van ten minste 30 minuten, een brandwerendheid van 30 dan wel 60 minuten (een en ander afhankelijk van de te overbruggen hoogte -/ laagteverschillen). Ontvluchting In relatie tot het gestelde in onderdeel rookcompartimentering zijn in dit document nadere eisen omschreven om het veilig te kunnen ontvluchten. Voor zover niet is vermeld zullen de algemene gebruikseisen eveneens van toepassing zijn. In zowel het onderdeel rookcompartimentering als ontvluchting, zijn tevens maatregelen opgenomen om een optimale veiligheid te waarborgen waar het gaat om repressieve inzet. Hiermee wordt gedoeld plaats bepaling ontstaan brandhaard, het veilig kunnen toetreden, redden en blussen door brandweerfunctionarissen. Dit kan resulteren dat in bepaalde gevallen rookwerende scheidingsconstructies ofwel van rook gevrijwaarde vluchtroutes naar het niveau moeten worden gebracht van brandwerende scheidingsconstructies respectievelijk rook en brand gevrijwaarde vluchtroutes. Constructieve veiligheid Er moet zijn bewerkstelligd dat de in het gebouw aanwezige aanvalswegen in stand blijven en door de Brandweer en overige hulpdiensten, ondanks de brand, veilig kunnen worden gebruikt. Daarom dient de hoofddraagconstructie zodanig sterk te zijn uitgevoerd dat de constructie bij brand niet binnen een korte tijdsduur bezwijkt. Voor de hieraan te verbinden prestatie-eisen wordt verwezen naar de gestelde eisen in het Bouwbesluit en de aanvullende prestatie-eisen in deze praktijkrichtlijn. 5. Installatietechniek Eveneens uitgaande van de specifieke gebouwkarakteristiek en de grote oppervlakten, zullen aanvullende installaties onderdeel uitmaken van het eisenpakket. Met name om zowel ontvluchting als de repressieve inzet snel en veilig te kunnen laten verlopen, zal een automatische brandmeld- en ontruimingsalarmeringsinstallatie noodzakelijk zijn. Plaatsbepaling van de uitgebroken brand (detectiezone) zal een essentieel onderdeel hierbij vormen (bijlage B). Tevens maken brandslanghaspels en kleine blusmiddelen onderdeel uit van het eisenpakket. Om misbruik en ondeskundig gebruik te voorkomen, zullen voor de bereikbaarheid van deze middelen aanvullende voorzieningen moeten worden getroffen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan kasten welke alleen te openen zijn na activering door de brandmeldinstallatie. Ook zullen, met het oog op de repressieve inziet, blusleidingen in het gebouw aanwezig moeten zijn. Er dienen voorzieningen te zijn getroffen om een goede (radio)communicatie te waarborgen (bijlage C). Eén van de taken van de Brandweer is het uitvoeren van nazorg. Dit is het controleren op eventuele nog aanwezige personen c.q. slachtoffers en brandverschijnselen, na blussing. Om dit adequaat te kunnen uitvoeren dient de omstandigheid van het te controleren gebied dusdanig te zijn dat van een voldoende zichtlengte sprake zal zijn. Afhankelijk van de te stellen prestatie-eisen kan dit leiden tot speciaal te treffen (ventilatie)voorzieningen. 6. Inventaris Om te snelle brandvoortplanting en rookontwikkeling te beperken, dienen aan de constructieve en bekledingsmaterialen eisen gesteld te worden

11 7. Interne organisatie en gebruik Vluchtroutes dienen te worden vrijgehouden van obstakels. Deuren waardoor wordt ontvlucht en toegetreden dienen, zonder gebruik te hoeven maken van sleutels en dergelijke, te kunnen worden geopend. Het is van belang dat parkeergarages, die in dit document worden bedoeld, gebruiksvergunning plichtig zijn, op basis van de installatie technische voorzieningen en op basis van gelijkwaardige brandveilige oplossingen. Opmerking informatief: Een en ander zal in de 10 e wijziging van de Model Bouwverordening (2003) worden geregeld. Hierin wordt gesteld dat, indien sprake is van een gelijkwaardige oplossing voor een prestatie-eis in het Bouwbesluit, het bouwwerk daardoor gebruiksvergunningsplichtig is. 8. Inzet brandweer Buiten de ontvluchting wordt er in dit document speciale aandacht besteed aan de problematiek rondom de brandweerinzet. De inzet is gericht op redding en blussing en nazorg. Met name in ondergrondse parkeergebouwen is een brandweerinzet zowel om praktische als psychologische redenen sterk afwijkend van bovengrondse bouwwerken. Om reden hiervan is in dit document verregaande aandacht besteed aan het eventueel moeten opereren in deze moeilijkere omstandigheden door hulpverlenende diensten waaronder de Brandweer. Het is van groot belang dat de zoekacties, oriëntatie en beperkt persluchtgebruik (repressieve inzet) aan maximale loopen aanvals afstanden gekoppeld zijn, deze afstanden zijn volledig overeenkomstig de loopafstanden bij het vluchten afhankelijk van de gekozen bezettingsgraad voor de bedoelde gebruiksfunctie. Tevens zal met name de bedoelde nazorg vragen om een minimale zichtlengte om deze taak adequaat te kunnen uitvoeren en de koppeling naar het normatief brandverloop van parkeergarages te kunnen leggen, wat uiteindelijk het uitgangspunt is geweest van dit document. Ondanks dat dit document uitgaat van het achterwege laten van brandcompartimenten in het parkeergebouw, wordt in het eisenpakket wel gesproken over uitgangen van het rookcompartiment die binnen de gestelde loopafstand omschreven in het Bouwbesluit (afhankelijk van de bezettingsgraad) bereikt moeten kunnen worden. Over het algemeen wordt hier gedoeld op het bereiken van de trappenhuizen, gangen en/of het aangrenzende terrein. Afhankelijk van de vormgeving of indeling van het parkeergedeelte kan dit leiden tot scheidingsconstructies met een rookwerende functie en/of extra uitgangen. Het is denkbaar dat een oplossing gevonden wordt in de toepassing van zelfsluitende scheidingsconstructies zoals bijvoorbeeld schuifdeuren. Met nadruk wordt er op gewezen dat juist scheidingsconstructies in deze vorm, de brandweerinzet in hoge mate negatief kunnen beïnvloeden. Hiermee wordt gedoeld op opsluiting, desoriëntatie met mogelijke catastrofale gevolgen. In de praktijk zijn hierin helaas zeer slechte ervaringen mee opgedaan. Met klem wordt er dan ook op gewezen om de eisen, genoemd in het onderdeel rookcompartimenten, dusdanig toe te passen, dat het parkeergebouw zelf, niet wordt opgedeeld in rookcompartimenten met gebruikmaking van zelfsluitende scheidingsconstructies in de vorm van rookwerende schuif- of kanteldeuren. Een deur die uitsluitend bedoeld is voor ontvluchting kan geen schuifdeur zijn

12 9. Prestatie eisen Brandcompartimenten Eis 1 Scheiding met ander gebouw: Het (parkeer)gebouw / functie dient met een WBDBO van tenminste 60 minuten gescheiden te zijn van een ander gebouw niet gelegen op hetzelfde perceel Eis 2 Het brandcompartiment grenst aan een andere besloten ruimte: - Tussen een brandcompartiment (parkeergarage) en een andere besloten ruimte dient een WBDBO van tenminste 60 minuten aanwezig te zijn.. In afwijking kan, op hetzelfde perceel, worden volstaan met 30 minuten indien er geen verblijfsgebied gelegen is boven de 5 meter dan wel 1 bouwlaag onder meetniveau Rookcompartimenten Eis 1 Onderverdeling rookcompartimenten: - De grootte van een rookcompartiment is gelijk aan de grootte van het brandcompartiment. Eis 2 Uitgangen rookcompartiment: - Een rookcompartiment moet tenminste over 2 onafhankelijke uitgangen beschikken die tenminste 5 meter uit elkaar liggen. Eis 3 Loopafstand: - Vanaf ieder punt in de parkeergarage tot een uitgang (van rook gevrijwaarde vluchtroute) mag de loopafstand niet meer bedragen dan de in tabel van het Bouwbesluit aangegeven grenswaarden in meters (afhankelijk van de bezettingsgraad. Indien dit tot meerdere uitgangen leidt, dienen deze uitgangen tenminste 5 meter uit elkaar te liggen. Ontvluchten bij brand Eis 1 Scheiding trappenhuis en besloten ruimte gelegen op meer dan 8 meter onder het meetniveau: - Tussen een trappenhuis, dat is bedoeld voor de overbrugging van een lager gelegen verblijfsgebied en waarover een vluchtroute voert en een besloten ruimte dient een scheidingsconstructie aanwezig te zijn met een brandwerendheid van minimaal 60 minuten. (brand- en rookvrije vluchtroute). Tevens dient tussen het trappenhuis en de parkeergarage, een verkeersruimte (sluis) met een WTRD van minimaal 30 minuten aanwezig te zijn. In het Bouwbesluit dienen besloten ruimten gelegen op meer dan 8 meter onder het maaiveld gelijk te worden gesteld aan hoogten hoger dan 70 meter boven het maaiveld. Gezien het voorgaande dienen deze verticale van brand- en rookvrije vluchtroutes te worden voorzien van een overdrukinstallatie. Eis 2 Verticale vluchtroute van een ander brandcompartiment:

13 Het is noodzakelijk dat de vluchtroutes van het gebouwdeel boven meetniveau en onder meetniveau niet met elkaar in conflict komen. Het samenvallen van deze verschillende vluchtroutes dient te worden voorkomen. Trappenhuizen die uitgevoerd zijn als veiligheidstrappenhuis kunnen nooit doorlopen tot onder meetniveau (grond). Vluchtroutes van verblijfsgebieden (parkeerlagen) die dieper gelegen onder het meetniveau (lager dan 8 meter onder meetniveau) dienen fysiek te worden gescheiden van de vluchtroutes van boven maaiveld. Constructieve veiligheid Eis 1 Hoofddraagconstructie: - De hoofddraagconstructie dient een mate van brandwerendheid op bezwijken te bezitten overeenkomstig de prestatie-eisen uit het Bouwbesluit. - Indien het een verblijfsgebied betreft dat lager is gelegen dan 8 meter onder het meetniveau dient de hoofddraagconstructie een brandwerendheid op bezwijken te bezitten van tenminste: Indien een vloer van een verblijfsgebied van de gebruiksfunctie is gelegen lager dan 8 m en niet dieper dan 13 m onder meetniveau: 90 minuten; Indien een vloer van een verblijfsgebied van de gebruiksfunctie is gelegen lager dan 13 m onder meetniveau: 120 minuten; Hierbij is in combinatie met de tabellen en van het Bouwbesluit de zwaarst eis maatgevend. Beperken van het ontstaan en ontwikkelen van brand Eis 1 Brandvoortplanting: - Elk onderdeel dat tot de constructie behoort dient te voldoen aan klasse 1 met betrekking tot brandvoortplanting. Uitzondering: - 5 % van de constructieonderdelen hoeft hieraan niet te voldoen; Eis 2 Brandvoortplanting, loopvlak vloer en trap: Elk onderdeel dat tot de constructie behoort dient onbrandbaar te zijn. Uitzondering: - 5 % van de oppervlakken hoeft hieraan niet te voldoen. Eis 3 Constructieonderdelen langs vluchtmogelijkheid: - Elk onderdeel dat tot de constructie waarlangs een vluchtmogelijkheid voert, dient te voldoen aan klasse 2 van de bijdrage tot brandvoortplanting, waarbij de rookproductie niet groter mag zijn dan 5,4 m -1. Uitzondering:

14 - 5 % van de constructieonderdelen mag voldoen aan klasse 4, waarbij de rookproductie niet groter mag zijn dan 10 m -1. Eis 4 Brandvoortplanting loopvlak vloer en trap bij vluchtmogelijkheid: - In geval van een vluchtmogelijkheid dient bijdrage van brandvoortplanting van de vloer en het loopvlak van een trap minimaal te voldoen aan klasse T1. Uitzondering: - 5 % van de constructieonderdelen mag voldoen aan klasse T3. Brandbeveiligingsinstallaties Eis 1 Brandmeldinstallatie: Conform het gestelde in de (model)bouwverordening moet het gebouw zijn voorzien van een gecertificeerde automatische brandmeld-installatie. Toelichting: De prestatie-eisen voor de installatie zijn vermeld in bijlage A. Eis 2 Vluchtwegaanduiding: De volgens de (model)bouwverordening vereiste vluchtrouteaanduiding dient zowel hoog als laag te worden aangebracht. Eis 3 Droge blusleiding: Overeenkomstig het bouwbesluit dient een droge blusleiding te worden aangebracht indien een vloer van een verblijfsgebied hoger ligt dan 20 meter. Voorts dient een droge blusleiding te worden aangebracht indien een vloer van een verblijfsgebied van een gebruiksfunctie is gelegen lager dan 8 meter onder meetniveau. Koppelingen gelegen in de voorportalen van het trappenhuis. Indien voorts de penetratie diepte (> 60 meter) is zal ook in de garage een droge blusleidingen moet worden gerealiseerd. Eis 4 Brandslanghaspels: - In het gebouw dienen brandslanghaspels te worden aangebracht met een lengte van maximaal 30 meter en / of een andere vorm van blusmiddelen (e.e.a. ter goedkeuring aan de brandpreventiecommissie voorleggen) Eis 5 Ventilatie: Uitgangspunten: Rekening houden met 3 brandende auto s (verbrandingswaarde per voertuig 5 MJ,echter geen gelijktijdige verbranding); Max 12 MW; Rookpotentieel ca 400 (m-1.m3/kg); Tenminste een 10 voudige ventilatie met een minimale luchtstroom van 1,5 m/s; start afzuiging direct na melding/detectie. De ventilatie dient in 3 minuten aan de gestelde prestatie-eis te voldoen

15 Indien in het ventilatiesysteem tevens stuwventilatoren zijn opgenomen dienen deze in 5 minuten na melding maximaal te functioneren. Voor garages met een gebruiksoppervlakte groter dan 2500 m 2 dient naast een CFD-berekening (voor verlening bouwvergunning) na realisatie (voor oplevering) een praktijktest met warme rook te worden afgenomen. Zichtlengte op de brand 30 meter, zichthoogte 2,50 meter; Verbrandingswaarde: 5020 MJ per voertuig Eis 6 Sturing installatie: In de parkeergarage dient de aansturing van de ventilatie te geschieden door de bij eis 1 vermelde brandmeldinstallatie. Eis 7 Ontruimingsalarminstallatie: Conform het gestelde in de 10 e wijziging van de (Model) Bouwverordening tabel 11 dient de (besloten) gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen te zijn voorzien van een ontruimingsalarminstallatie

16 10. Motivering Brandcompartimenten Eis 1 Eis 2 Deze eis is gebaseerd op het principe dat de parkeergarage een brandcompartiment is waarbij een eenmaal in dit gebouw uitgebroken brand niet binnen het gestelde aantal minuten naar een ander gebouw, gebouwdeel of perceel overslaat. Dit is mede noodzakelijk i.v.m. de overschrijding van de 1000 m². Hierbij is spiegelsymmetrie van toepassing. Onderverdeling in meerdere brandcompartimenten is bij mechanisch geventileerde parkeergebouwen niet gewenst. (Zie hiervoor de inleiding en toelichting). Onder een brandcompartiment wordt in het Bouwbesluit verstaan: - Een besloten ruimte met een oppervlak van maximaal 1000 m², niet zijnde het parkeergedeelte; - Het gebruiksoppervlak groter dan 1000 m², dat bestemd is voor het parkeren van personenauto s (Zie inleiding en toelichting) - technische ruimte(n) met oppervlak groter dan 50 m²; - stookruimte(n) (hiermee wordt bedoeld een ruimte waarin stook- en/of verwarmingstoestellen zijn opgesteld met een gezamenlijk vermogen van meer dan 130 Kwh); - ruimte(n) voor opslag van brandgevaarlijke stoffen (MRB); Rookcompartimenten Eis 1 - Een brandcompartiment dient normaliter te worden onderverdeeld in één of meerdere rookcompartimenten. De grootte van het rookcompartiment is in dit geval gelijk aan het brandcompartiment. Gezien de doelstelling van dit document is het opdelen in meerder rookcompartimenten niet gewenst (zie de inleiding en toelichting). Rookverspreiding over meerdere bouwlagen dient te worden voorkomen Eis 2 - Een rookcompartiment moet minstens over 2 onafhankelijke uitgangen (vluchtroutes) beschikken. Onafhankelijke uitgangen mogen niet in een zelfde brandcompartiment uitkomen en moeten onafhankelijk leiden tot het aansluitende terrein. Ontvluchten bij brand Eis 1 - Er is onderscheid gemaakt tussen bouwlagen gelegen boven het meetniveau en onder meetniveau. Belangrijkste reden hiertoe is dat bij een boven het meetniveau gelegen bouwlaag een brand van onderaf kan worden aangevallen. Bij onder het meetniveau gelegen bouwlagen is dit niet het geval. Zie ook de toelichting in relatie tot inzet brandweer in de Brandbeveiligingsconcepten (bijvoorbeeld kantoor en onderwijsgebouwen blz. 57 punt 5.1.9). Daarom zullen de vluchtroutes, indien sprake is van parkeerlagen diep

17 gelegen onder het meetniveau (lager dan 8 meter onder meetniveau) te worden uitgevoerd als brand- en rookvrije vluchtroutes. Om het toetreden van de Brandweer op de parkeerlagen, extra te beveiligen, dienen de, als brand- en rookvrije vluchtroutes uitgevoerde, trappenhuizen te zijn voorzien van een sluis en tevens van een overdrukinstallatie. Eis 2 Om te voorkomen dat van een boven de parkeergarage gelegen gebouw of gebouwen de beide verticale vluchtmogelijkheden c.q. vluchttrappenhuizen, bij brand in de parkeergarage, met rook gevuld kunnen worden, is het noodzakelijk dat de vluchtroutes niet met elkaar in conflict komen. Het samenvallen van deze verschillende vluchtroutes dient te worden voorkomen. Dit om onafhankelijkheid te kunnen waarborgen. Vluchtroutes van verblijfsgebieden (parkeerlagen) diep gelegen onder het meetniveau (lager dan 8 meter onder meetniveau)dienen fysiek te worden gescheiden van de vluchtroutes van boven maaiveld. Constructieve veiligheid Eis 1 - Om te voorkomen dat een gebouw bij brand vroegtijdig instort dient de hoofddraagconstructie een brandwerendheid op bezwijken te bezitten. Onder de hoofddraagconstructie wordt verstaan dat het gedeelte van de constructie dat bij bezwijken aanleiding geeft tot voortschrijdende instorting. Het Bouwbesluit geeft voor alle gebruiksfuncties een prestatie-eis in de vorm van de tijdsduur van de brandwerendheid met betrekking tot bezwijken. Eveneens krachtens het Bouwbesluit is de maatgevende (lees hoogste) eis maatgevend voor het gehele gebouw/bouwwerk. Gerealiseerd dient te worden dat in sommige gevallen de hoogte van de brandwerendheidseis voor brandcompartimentering, bepalend kan zijn. De specifieke aard van het gebouw geeft extra moeilijke omstandigheden bij een brandweer inzet. Daarom is een zolang mogelijke waarborging van veilige aanvalsroutes noodzakelijk. Daarom is in dit document de reductie die een permanente vuurbelasting < 500 MJ op kan leveren verlaten. Beperken van het ontstaan en ontwikkelen van brand Eis 1 - Geen toelichting. Eis 2 - Onbrandbaarheid bepaald volgens NEN 6064 Eis 3 - Geen toelichting. Eis 4 - Geen toelichting. Brandbeveiligingsinstallaties Eis

18 Eis 2 Eis 3 Eis 4 Eis 5 Eis 6 Eis 7 Automatisch totaal: Gezien de grootte van het brandcompartiment is het in relatie tot de tijdsbalk noodzakelijk dat een brand snel wordt gemeld. Het specifieke karakter van het gebouw is bepaald door de grootte van het brandcompartiment, het (eventueel) ondergronds bouwen, de mogelijkheid (zij het beperkt) tot brandvoortplanting. Daarom is het noodzakelijk dat de veiligheidsgraad i.r.t. ontvluchting, reddings- en bluswerkzaamheden alsmede nazorg, wordt verhoogd. De automatische brandmelding draagt hiertoe aanzienlijk bij. De ervaring heeft geleerd dat het aantal ongewenste meldingen in parkeergarages bijzonder hoog is. Dit brengt onnodig veel risico bij bijvoorbeeld het uitrukken met zich mee. Tevens neemt de geloofwaardigheid in ernstige mate door ongewenste meldingen af. Om deze factoren in positieve zin, sterk te verbeteren zijn voor de brandmeldinstallatie in deze parkeergarages, specifieke prestatie-eisen opgesteld. Gezien de aard van het gebouw dient in relatie tot repressie en ontvluchting de vluchtroute-aanduiding op zowel de gebruikelijke hoogte (boek Brandbeveiligingsinstallaties ) als op vloerniveau te zijn aangebracht. Bij het laatstgenoemde kan worden gedacht aan duurzaam fluoricerende belijning op de vloer. Om eveneens tijdig over bluswater op een lager gelegen bouwlaag te kunnen beschikken dien(t)(en)t 1 of meerdere droge blusleiding(en) aanwezig te zijn. Tevens zal in relatie tot de grootte van het brandcompartiment van grotere penetratie diepte sprake zijn (> 60 meter), waardoor het watertransport door middel van droge blusleidingen moet worden gerealiseerd. In tegenstelling tot parkeergarages < 1000 m 2, is het vanwege het vergrote brandcompartiment noodzakelijk een beginnende brand tijdig te kunnen blussen. Ventilatie: a. Om nazorg te plegen nadat de brand is geblust dient er voldoende zichtlengte aanwezig te zijn om zonder de aanlijningsprocedrure de parkeergarage te onderzoeken op achtergebleven slachtoffers. b. Nadat de brand is geblust dient er tot nacontrole (nazorg) te worden overgegaan. Om dit op een adequate wijze en binnen beperkte tijd en zonder aanlijning te kunnen uitvoeren, dient voldoende zichtlengte aanwezig te zijn. Sturing ventilatie: Het ventilatiesysteem in parkeergarages met een oppervlakte groter dan 1000 m² dient de brandmeldinstallatie de volgende stappen aan te sturen: start afzuiging direct na melding/detectie; De ventilatie dient in 3 minuten aan de gestelde prestatie-eis te voldoen; Indien in het ventilatiesysteem tevens stuwventilatoren zijn opgenomen dienen deze in 5 minuten na melding maximaal te functioneren. Ontruimingsalarminstallatie Op basis van de 10 e wijziging van de (Model) Bouwverordening indien > 1000 m² OAI type B conform de Nederlandse Norm (NEN)

19 BIJLAGE 1 Deze bijlage is bedoeld om de relatie tussen het ventilatievoud, oppervlakte en brandmeldinstallatie, overzichtelijk weer te geven. Oppervlakte BC m² Minimale ventilatievoud CO/LPG detectie)¹ Brandveiligheidsinst allatie )³ BMI / OAI Doormelding RAC )³ < 1000 m² BB afd Geen Geen Nee > 1000 m² < 2500 m² 10-voud )* Ja Ja Ja > 2500 m² < 5000 m² 10-voud )² + )* Ja Ja Ja > 5000 m² Berekening )² + )* Ja Ja Ja )¹ De noodzaak van CO/LPG detectie conform de NEN 2443 )² De berekening (CFD) moet worden uitgevoerd, met als criterium zichtlengte op de brand 6 minuten na alarmering van de brandweer ( 11 minuten na ontstaan brand). )³ Zie Bouwverordening (MBV). )* Met minimale luchtstroomsnelheid van 1,5 meter per seconde. Bij afwijking van de gestelde luchtstroomsnelheid dient middels een CFD-berekening en een praktijktest aangetoond te worden dat aan de prestatie-eisen wordt voldaan. Verklaring: BMI Brandmeldinstallatie RAC Regionale Alarm Centrale van de brandweer

20 Bijlage 2: Opsomming en verduidelijking uitgangspunten: Ventilatie / CFD Praktijkrichtlijn Mechanisch geventileerde parkeergarages met een gebruiksoppervlakte groter dan 1000 m². Brandveiligheidseisen (aanvullende) op het bouwbesluit. 1. De brandplaats van de auto's moet in overleg met de brandpreventiecommissie worden vastgesteld. 2. Brandmelding door de BMI dient te geschieden conform de NEN Ontruimingalarminstallatie Type B met volledige bewaking (+handmelders). Zonering via PvE.. 3. Er dient rekening te worden gehouden met een brand met een vermogen van 12 MW. Hierbij is uitgegaan dat er 3 auto s in korte tijd na elkaar in brand gaan (10 minuten). In het begin zal het vrijkomende vermogen van de brand laag zijn. Gedurende deze tijd is er nog geen gelijktijdige verbranding. Ten tijde van de repressieve inzet van de brandweer dient rekening te worden gehouden met het volle vermogen van 12 MW. Deze wordt na 10 minuten na het ontstaan van de brand bereikt en blijft tot 20 minuten constant Noot: Door de BMI wordt een brand na 5 minuten na ontstaan detecteert. Dit betekent dat de brandweer na ca = 11 minuten na het ontstaan van de brand aanwezig is. Als de brandweer ter plaatse is blijft de brand zich ontwikkelen, pas na 20 minuten na ontstaan is de brand geblust(blussing door brandweer). De invloed van blussing mag niet worden meegerekend in CFD berekeningen, na 20 minuten is de brand ineens geblust. 4. Het rookpotentieel waarmee rekening dient te worden gehouden is 400 (m-1.m3/kg); 5. Direct na de melding/detectie door de BMI (5 minuten) dient de toe en afvoer van de mechanische ventilatie te starten. Binnen 3 minuten na de melding (5 + 3 minuten = 8 minuten na ontstaan van de brand) dient deze aan de gestelde prestatie-eis te voldoen (maximaal vermogen). Indien in het ventilatiesysteem tevens stuwventilatoren zijn opgenomen dienen deze binnen 5 minuten na melding (5 + 5 = 10 minuten na ontstaan van de brand) maximaal vermogen te functioneren. 6. Uitgangspunt voor de mechanische ventilatie is een luchtstroom van 1,5 m/s over de brand, tenzij met een CFD wordt aangetoond dat met een andere luchtsnelheid een zelfde prestatie kan worden bereikt; 7. Ventilatie dient te resulteren in een zichtlengte op de brand van 30 meter op 2500 mm boven de vloer of 100 mm onder het plafond, met een minimale hoogte van 2100 mm. 8. De brandweer moet ten tijde van de repressieve inzet (tussen 10 en 20 minuten na ontstaan van de brand) de brandhaard altijd rookvrij kunnen benaderen (principe windje in de rug). 9. Bij een CFD dient inzicht te worden gegeven in het functioneren van het systeem. a. Een output na 6, 11, 15 en 20 minuten (na het ontstaan van de brand) geven voldoende informatie om hierover een oordeel te kunnen vellen (zowel in plattegrond als in doorsnede); b. Output van rookdichtheid (zichtlengte) en rooktemperatuur; c. De output van de CFD moet op 2500 mm boven de vloer liggen of 100 mm onder het plafond, met een minimale hoogte van 2100 mm; d. Er moet gestreefd worden dat het te verroken gebied zo klein mogelijke gehouden wordt; e. Bij een omkeerbaar ventilatiesysteem moet het gehele traject, inclusief omkering van het systeem, meegenomen worden in het CFD. Het systeem wordt pas omgekeerd als de brandmeldinstallatie na 5 minuten de brand gedetecteerd heeft

21 Bijlage A branddetectie informatief Praktijkrichtlijn mechanisch geventileerde parkeergarages > 1000 m² Inleiding Een automatische brandmeldinstallatie volgens NEN 2535 heeft tot doel om een brand in een dusdanig stadium te detecteren, dat de brand is te beheersen met eenvoudige middelen. Brandmeldinstallaties in parkeergarages lijken vaker de oorzaak te zijn van ongewenste en onechte brandmeldingen dan brandmeldinstallaties in andere gebouwen. Een aantal (bijna) ongevallen die zijn ontstaan tijdens het bestrijden van branden in, al dan niet van automatische brandmeldinstallaties voorziene, parkeergarages en de beleving binnen de Nederlandse brandweer dat bestaande automatische brandmeldinstallaties in parkeergarages niet voldoende betrouwbaarheid bieden, hebben geleid tot de oprichting van een werkgroep Parkeergarages binnen het Landelijk Netwerk Brandpreventie, die de doelstelling van brandmeldinstallaties in parkeergarages opnieuw heeft gedefinieerd. Een autobrand in een volgens het Bouwbesluit gebouwde parkeergarage, met voldoende vluchtmogelijkheden, annex aanvalsroutes, binnen de voorgeschreven loopafstanden voor de gebruiksfunctie met bijbehorende bezettingsgraad conform het Bouwbesluit 2003 zal niet leiden tot direct gevaar voor de gebruikers, bezoekers en hulpdiensten van die parkeergarage, ook indien een brandcompartimentsgrootte van m 2 wordt overschreden. De praktijk heeft geleerd dat een autobrand zich dusdanig langzaam uitbreidt over de gestalde auto's dat de eerste auto (10m²), tweede en derde beheersbaar zijn (20 30m²). Hiervoor dienen een aantal voorwaarde scheppende maatregelen genomen te worden, zoals plaatsbepaling ed. De rookontwikkeling bij autobranden is één van de veroorzakers van problemen. Een enkele brandende auto kan de rookdichtheid in een parkeergarage zo groot maken dat het de brandweer erg veel moeite kost de plaats van de brand te vinden of de vluchtroute terug te vinden. Beide situaties hebben bij verschillende inzetten reeds problemen opgeleverd. Het nieuwe doel van een brandmeldinstallatie in een parkeergarage. Een brandmeldinstallatie in een parkeergarage heeft volgens de nieuwe inzichten van de brandweer als eerste doel om de brandweer in een met rook gevulde parkeergarage een indicatie te geven van de plaats van de brandhaard in een relatief vroegtijdig stadium, onafhankelijk van de grootte van de brandcompartimenten. Deze automatische plaatsbepaling heeft tot gevolg dat nog vóór de parkeergarage wordt betreden reeds kan worden bepaald langs welke toegang c.q. route de brandhaard het beste kan worden benaderd. Om dit doel te bereiken dient de automatische brandmeldinstallatie de brandhaard met een maximale detectiezone van 1000 m 2 aan te geven. Met inachtneming van een maximale loopafstand van 30 meter vanaf de dichtstbijzijnde toegangsdeur (=aanvalsroute) tot de brandhaard in de parkeergarage. De brandmeldinstallatie in een parkeergarage heeft ook als doel de sturingen van brandbeveiligingsvoorzieningen zoals ontruimingalarm, deursluit/ ontsluitinstallaties, brandventilatiesystemen e.d. te activeren

22 Prestatie-eis brandgrootte Het maximale vermogen van een brandende personenauto wordt gesteld op 5-6 Megawatt. De prestatie-eis brandgrootte voor de hiervoor omschreven automatische brandmeldinstallatie is vastgesteld op een brandgrootte met een vermogen van % van het vermogen van een brandende personenauto zijnde 1 Megawatt bij een maximale luchtsnelheid in de parkeergarage van 1 meter per seconde. Er zijn relatief weinig automatische brandmeldinstallaties in een parkeergarage getoetst aan een prestatie-eis brandgrootte van een 1 MW of >>. De rook- en de hitteproductie van zo'n brand ter grootte van % van een personenauto hebben echter een dusdanige omvang dat het zeer aannemelijk is dat tijdens de testen daarbij schade ontstaat aan de bouwkundige constructie en de voorkomende overige installaties in de parkeergarage. Het ontwerp van zo'n brandmeldinstallatie zal dan ook moeten worden gebaseerd op projecteringsrichtlijnen, gebaseerd op full scale proefbranden in vergelijkbare situaties waar wel brandschade kon worden geaccepteerd Projecteringsrichtlijnen Projectering conform NEN

23 PvE opstellen Het is uitermate belangrijk dat de prestatie-eis, waaraan de brandmeldinstallatie in de parkeergarage moet voldoen, vooraf wordt vastgelegd in een PVE conform NEN 2535, alsmede de afwijkingen indien deze van toepassing zijn. Hierbij zou verwezen kunnen worden naar deze praktijkrichtlijn voor mechanische geventileerde parkeergarages > 1000 m². Prestatie-eis ongewenste en onechte brandmeldingen De installatie dient voor het aantal ongewenste en onechte brandmeldingen te voldoen aan klasse A (intern) en klasse A (extern) conform NEN 2535, artikel 4.3.2, tabel 3, Prestatie-eis systeembeschikbaarheid. De systeembeschikbaarheid dient niet minder te zijn dan 99,7 %. De 0,3 % van de tijd dat het systeem niet volledig beschikbaar is wordt veroorzaakt door maximaal één onderhoudsdag per jaar. Aanvullende eisen ten aanzien van het brandweerpaneel. Het brandweerpaneel dient als zogenaamd geografisch paneel te zijn uitgevoerd, zodat op eenvoudige en eenduidige wijze kan worden vastgesteld in welke detectiezone de brandhaard is gedetecteerd. Bij een alarm uit meerdere detectiezones dient op eenduidige wijze vastgesteld te kunnen worden uit welke detectiezone het eerste alarm afkomstig is. Dit is mogelijk door, na de eerste melding, alle volgende brandmeldingen te onderdrukken of door bijvoorbeeld de eerste brandmelding te laten knipperen. Tevens dient op het brandweerpaneel te zijn aangegeven welke (neven)brandweeringang moet worden gebruikt. Aanvullende eisen ten aanzien van brandweeringangen. Bij elke ingang tot de parkeergarage zal op maaiveldniveau een optische signalering (flitslicht) moeten zijn aangebracht. Ingeval van brandalarm dient de het flitslicht van de ingang, het dichtst bij de gedetecteerde brandhaard, te worden aangestuurd. In specifieke gevallen bij meerdere brandweeringangen (nevenpaneel bij iedere brandweeringang). NEN Een brandmeldinstallatie gebaseerd op de hiervoor omschreven uitgangspunten dient geheel te voldoen aan NEN Tevens geldt dat, in afwijking van het gestelde in NEN 2535, de detectiezone maximaal 1000 m 2 in plaats van de 2500 m 2, zoals dit voor grote ruimten gebruikelijk is. Samenvatting. Een automatische brandmeldinstallatie in een parkeergarage heeft voornamelijk als doelstelling: - In een relatief vroegtijdig stadium de brandmeldcentale in alarmtoestand te brengen. - In een met rook gevulde parkeergarage zeer nauwkeurig de plaats van de brandhaard aan te geven. - Voor de repressievedienst noodzakelijke ondersteunende aansturingen realiseren

BRANDVEILIGHEID PARKEERGARAGES

BRANDVEILIGHEID PARKEERGARAGES Regionale Commissie Bouwen en Infrastructuur Regio HAAGLANDEN BRANDVEILIGHEID PARKEERGARAGES PRAKTIJKRICHTLIJN Aanvullende brandveiligheidseisen op het Bouwbesluit 2003 en het Gebruiksbesluit voor besloten

Nadere informatie

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN Praktijkrichtlijn Brandveiligheid PARKEERGARAGES Aanvullende brandveiligheidseisen op het Bouwbesluit 2003 en het Gebruiksbesluit voor besloten parkeergarages met brandcompartimentgrootte

Nadere informatie

Praktijkrichtlijn (aanvullende) Brandveiligheidseisen op het bouwbesluit voor

Praktijkrichtlijn (aanvullende) Brandveiligheidseisen op het bouwbesluit voor . Praktijkrichtlijn (aanvullende) Brandveiligheidseisen op het bouwbesluit voor Mechanisch geventileerde parkeergarages met een gebruiksoppervlakte groter dan 1000 m². uitgave: 04 december 2002 Accoord

Nadere informatie

Brandveiligheidseisen mechanisch geventileerde parkeergarages

Brandveiligheidseisen mechanisch geventileerde parkeergarages Veiligheidsregio Zuidoostbrabant Brandveiligheidseisen mechanisch geventileerde parkeergarages groter dan 1000 m2 Dienst Brandweer en Crisisbeheersing november 2008 WPA/08001873 Colofon Uitgave Veiligheidsregio

Nadere informatie

Brandpreventie. Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 HOOFDGEBOUW (2014)

Brandpreventie. Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 HOOFDGEBOUW (2014) Brandpreventie Project: Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 Camping Oranjezon HOOFDGEBOUW (2014) Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen Hoofdstuk 2 Indeling brandcompartimenten Hoofdstuk 3 Indeling beschermde

Nadere informatie

Brandveiligheidsadvies Gelijkwaardigheid

Brandveiligheidsadvies Gelijkwaardigheid Gelijkwaardigheid Parkeerkelder Engelenhof Putstraat te Sittard Opdrachtgever: Maasbilt bv Europalaan 26 6199AB Maastricht-Airport Betreft: Projectnummer: Object: Gelijkwaardige brandveiligheid 15 243

Nadere informatie

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid Beleid bestaande bouw - beleidspakket Kwaliteit brandveiligheid 1 Voorwoord In dit rapport zijn de door het gemeentebestuur vastgestelde pakketten met de brandveiligheidseisen voor bestaande gebouwen weergegeven.

Nadere informatie

Regionale Commissie Bouwen en Infrastructuur Regio Haaglanden

Regionale Commissie Bouwen en Infrastructuur Regio Haaglanden Regionale Commissie Bouwen en Infrastructuur Regio Haaglanden Brandveiligheid in automatische (ondergrondse) parkeergarages Jan Brekelmans Veiligheidsregio Haaglanden November 2009 Versie 5 november 2009

Nadere informatie

ONDERGRONDSE PARKEERGEBOUWEN

ONDERGRONDSE PARKEERGEBOUWEN Historie: Ondergrondse parkeergebouwen bestaan al vele jaren. In Haarlem zijn ook een aantal ondergrondse parkeergebouwen aanwezig van diverse grootte en met diverse bouwlagen. Over de brandveiligheid

Nadere informatie

verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw

verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw ir. J.H. van der Veek V2BO Advies sheet 1 analyse huidige praktijk bouwvoorschriften geen prestatie-eisen in bouwvoorschriften bij verblijfsgebied

Nadere informatie

Brandveiligheid van grote natuurlijk geventileerde parkeergarages

Brandveiligheid van grote natuurlijk geventileerde parkeergarages Brandveiligheid van grote natuurlijk geventileerde parkeergarages ir. B. Kersten, LBP Raadgevend ingenieursbureau te Nieuwegein Opgericht in 1970 Momenteel ca. 60 medewerkers 1 Inhoud Wat is een natuurlijk

Nadere informatie

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD RAPPORT BRANDVEILIGHEID NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD Behoort bij besluit van Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard Nr.: 16-1476-OMG Project 7016.016 8 juli 2016 Versie 1.0

Nadere informatie

Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving

Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving Probleem Wat zijn in de wet- en regelgeving de algemene uitgangspunten voor het ontwerp van een in de praktijk goed bruikbaar vluchtplan?

Nadere informatie

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel Afdeling 2.18. Vluchtroutes 2.18.1. Nieuwbouw Artikel 2.153 Stuurartikel 1. Een te bouwen bouwwerk heeft voldoende vluchtroutes waarlangs bij brand een veilige plaats kan worden bereikt. 2. Voorzover voor

Nadere informatie

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT ATRIA EN HET BOUWBESLUIT Veiligheidsregio Haaglanden 11-09-2006 Inleiding Onder een atrium wordt verstaan een wel of niet besloten ruimte welke zich over een aantal verdiepingen uitstrekt. Deze vorm van

Nadere informatie

Nieuwbouw ondergrondse Parkeergarage RAVEL te Amsterdam

Nieuwbouw ondergrondse Parkeergarage RAVEL te Amsterdam Nieuwbouw ondergrondse Parkeergarage RAVEL te Amsterdam Nadere onderbouwing met betrekking tot het uitbrandscenario Definitief Opdrachtgever: Castor Parking B.V. Contactpersoon: de heer J. (Jurriaan) Snijder

Nadere informatie

ExcelAir Praktijk Tip 2

ExcelAir Praktijk Tip 2 . ExcelAir Praktijk Tip 2 13-03-07 Ventilatie van gesloten garages op basis van de NPR 2002 www.excelair.nl 2 Tel: 0344 670520 . Voorwoord Sinds medio 2002 wordt er veel gesproken over de nieuwe regelgeving

Nadere informatie

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 1819 3000 BV Rotterdam

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 1819 3000 BV Rotterdam ADVIES Registratienummer: 1302-1 Betreft: Parkeren onder galerij woongebouw Trefwoorden: Parkeren onder galerij, rookvrije vluchtroute, niet-besloten ruimte : Status: Definitief Beschrijving Het project

Nadere informatie

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : 1. Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : 1. Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst Infobrief 1: Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : De Nederlandse regelgeving op het gebied van brandveiligheid zit ingewikkeld

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status:

Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status: Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status: Definitief Beschrijving Een nieuw te bouwen woongebouw bestaat uit

Nadere informatie

Wat is een veiligheidstrappenhuis?

Wat is een veiligheidstrappenhuis? Wat is een veiligheidstrappenhuis? Probleem Het benoemen en hanteren van een veiligheidstrappenhuis en aan de hand van het Bouwbesluit bepalen welke eisen er van toepassing zijn op zo n trappenhuis. Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

Onderwerpen. Parkeerventilatie. Overdrukventilatie. Certificering. Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen. Regelgeving Overdruksystemen

Onderwerpen. Parkeerventilatie. Overdrukventilatie. Certificering. Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen. Regelgeving Overdruksystemen Onderwerpen Parkeerventilatie Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen Overdrukventilatie Regelgeving Overdruksystemen Certificering Regelgeving Bouwbesluit NEN 2443:2000 Brandveiligheideisen

Nadere informatie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project 20130202: Verbouw tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen

Nadere informatie

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa Adviesbureau VanderWeele Installatietechniek en Bouwfysica Brandveiligheid Marinegebouw 6 te Amsterdam Datum: eferentie: apport: 19 maart 2015, rev. 15 september 2015 2015106 309 J.P. van der Weele / S.

Nadere informatie

Checklist woonfunctie

Checklist woonfunctie Naam bouwwerk: Adres Bouwwerk: Gebruiksfunctie(s): Aanvrager: Bouwplannummer: Architect:: Projectnummer: Tekening- en bladnummer(s) / Datum: Adviseur: Projectnummer: Rapportnummer(s) / Datum: Ingevuld

Nadere informatie

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES ADVIES Registratienummer: Betreft: Branddetectie in gemeenschappelijke vluchtroute Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie

Nadere informatie

Checklist bijeenkomstfunctie

Checklist bijeenkomstfunctie Naam bouwwerk: Adres Bouwwerk: Gebruiksfunctie(s): Aanvrager: Bouwplannummer: Architect:: Projectnummer: Tekening- en bladnummer(s) / Datum: Adviseur: Projectnummer: Rapportnummer(s) / Datum: Ingevuld

Nadere informatie

Even voorstellen. Marcel Veenboer

Even voorstellen. Marcel Veenboer Even voorstellen Marcel Veenboer Even voorstellen Werkterrein planontwikkeling bij bouw en verbouw gelijkwaardigheidsvraagstukken brandoverslag ondersteuning bij brandveilig gebruik De werking van gelijkwaardigheid

Nadere informatie

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0) STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0) Dit stappenplan biedt ontwerpers een richtlijn om te komen tot een brandveilig

Nadere informatie

Rookbeheersing van mechanisch geventileerde parkeergarages. volgens NEN 6098

Rookbeheersing van mechanisch geventileerde parkeergarages. volgens NEN 6098 Rookbeheersing van mechanisch geventileerde parkeergarages. volgens NEN 6098 ir. P.H.E. (Peter) van de Leur Senior projectmanager brandveiligheid DGMR Bouw b.v., den Haag VVBA studiemiddag 17 november

Nadere informatie

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen AMS1 Schiphol-Rijk Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen Rapportnummer G 18007-5-RA-001 d.d. 28 februari 2017 AMS1 Schiphol-Rijk Brandveiligheid in het kader

Nadere informatie

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2 STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN Kenmerk: 2013-R-V1.2 Datum rapport : Opdrachtgever : Project nummer : Behandeld door : Opmerking : STAPPENPLAN BEOORDELING

Nadere informatie

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012 MEMO Aan: De heer B. Stolker, Bilfinger Real Estate B.V. Van: De heer H.T.M.T. Dirks Datum/versie: 30 juni 2016, versie 02a Betreft: Clubsportive SOM-gebouw Amsterdam, beoordeling brandveiligheid Projectnr:

Nadere informatie

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE UITGANGSPUNTEN Regelgeving Tekeningen Gebouw LEGENDA UITGANGSPUNTEN..P LEGENDA VOORZIENINGEN BRANDVEILIGHEID Opmerking 1 Opmerking 2 Het bouwplan is getoetst aan: - Bouwbesluit 2012; - 2.2 Sterkte bij

Nadere informatie

ADVIES. Pagina 1 van 6. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

ADVIES. Pagina 1 van 6. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid. ADVIES Registratienummer: Betreft: Adviesaanvraag upgrade tweede vluchtmogelijkheid of enkele vluchtroute op galerij Trefwoorden: Verbouw, handhaving, zorgplicht, vluchtroute, beschermde route, enkele

Nadere informatie

Beschrijving. Wel of geen brandmeldinstallatie in stallingsgarage. Advies Definitief

Beschrijving. Wel of geen brandmeldinstallatie in stallingsgarage. Advies Definitief Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, overige gebruiksfunctie, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, compartimentering, brandmeldinstallatie (BMI), parkeren Datum: 26 maart 2019 Status: Definitief Dit advies is opgesteld

Nadere informatie

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Inleiding... 4 1.1 Inleiding... 4 1.2 Doelstelling... 4 1.3 Gebruikte documenten bij het opstellen van dit rapport... 4 1.4 Uitgangspunten bij het opstellen van dit rapport... 4

Nadere informatie

rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum:

rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum: rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum:31 03 2015 Buro Toetz Postbus 230, 4460 AE Goes burotoetz@zeelandnet.nl Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen 1.1 Projectgegevens

Nadere informatie

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden DEUR, BINNEN, BRANDWEREND, STAAL (attest) BRL 3241 "Brandwerende puien, ramen en deuren (2003-11) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Beperking van ontwikkeling van brand

Nadere informatie

Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw

Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke wbdbo-eisen gelden tussen woningen in een woongebouw. Oplossingsrichtingen Stappenplan

Nadere informatie

Garage naast een woning: brandveiligheid

Garage naast een woning: brandveiligheid Garage naast een woning: brandveiligheid Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke eisen gelden voor de beperking van uitbreiding van brand bij een woning met een garage. Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012, woongebouw, nieuwbouw, portiekontsluiting Datum: 8 maart 2018 Status:

Bouwbesluit 2012, woongebouw, nieuwbouw, portiekontsluiting Datum: 8 maart 2018 Status: Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woongebouw, nieuwbouw, portiekontsluiting Datum: 8 maart 2018 Status: Definitief Beschrijving Een nieuw te realiseren appartementengebouw bestaat uit vijf bouwlagen (halfverdiepte

Nadere informatie

VEBON RISICOBENADERING BRANDVEILIGHEID PARKEERGARAGES

VEBON RISICOBENADERING BRANDVEILIGHEID PARKEERGARAGES VEBON RISICOBENADERING BRANDVEILIGHEID PARKEERGARAGES RISICOBENADERING BRANDVEILIGHEID PARKEERGARAGES VEBON Eerste uitgave, december 2014 Risicobenadering Brandveiligheid Parkeergarages 2 VEBON 2014 Alle

Nadere informatie

BRANDVEILIGHEID EN VLUCHTWEGEN

BRANDVEILIGHEID EN VLUCHTWEGEN BRANDVEILIGHEID EN VLUCHTWEGEN VOORWOORD Dit document is opgesteld als klein onderzoek ten behoeve van een technische verdieping voor het eigen ontwerp. Mijn ontwerp bestaat uit een hoogbouw toren voor

Nadere informatie

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden BINNENDEUR EN -KOZIJN (attest, productcertificaat) BRL 2211 "Binnendeuren en -kozijnen" (2002-11) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Beperking van ontwikkeling van brand

Nadere informatie

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat)

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat) WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat) BRL 1003 "Niet dragende -binnenwanden" (2003-12) BRL 2212 "Montage van systeemwanden en/of systeemplafonds" (2000-01) Beschouwde

Nadere informatie

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017 AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017 Contactpersonen PETER RIKUMAHU Bouwkundig Specialist T +31884261261 M +31627060543 E peter.rikumahu@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus

Nadere informatie

Hoe brandveilig is uw bedrijf?

Hoe brandveilig is uw bedrijf? EXPEDITIE BRANDVEILIGHEID Hoe brandveilig is uw bedrijf? Beantwoord de vragen en ontdek of er verbeterpunten zijn. Ontdek welke punten u en uw medewerkers helpen bij het verbeteren van de brandveiligheid

Nadere informatie

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan 3 Onderbouw Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan een aantal voorwaarden voldoen. Het is belangrijk dat het gebouw in goede bouwkundige staat verkeert, gunstig gelegen is en dat

Nadere informatie

Parkeergarage De Appelaar, iets geleerd?

Parkeergarage De Appelaar, iets geleerd? Parkeergarage De Appelaar, iets geleerd? VEBON 2011 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten

Nadere informatie

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus 165 5080 AD HILVARENBEEK

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus 165 5080 AD HILVARENBEEK Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus 165 5080 AD HILVARENBEEK datum: 13 augustus 2015 ons kenmerk: 5777S02 inzake: Abdij Koningsoord te Berkel Enschot Geachte heer

Nadere informatie

ECO/NNECT. Voorstel waarborging brandveiligheid. Roel Derkx SATIJNplus Architecten de Wijk van Morgen b.v.

ECO/NNECT. Voorstel waarborging brandveiligheid. Roel Derkx SATIJNplus Architecten de Wijk van Morgen b.v. ECO/NNECT Voorstel waarborging brandveiligheid Roel Derkx SATIJNplus Architecten de Wijk van Morgen b.v. Het gebouw Eco/nnect binnen de Wijk van Morgen is door Cauberg Huygen (Linda Gelissen) getoetst

Nadere informatie

Notitie: Notitie ventilatie parkeergarage Project: Nieuw Leyden veld 25, te Leiden

Notitie: Notitie ventilatie parkeergarage Project: Nieuw Leyden veld 25, te Leiden Notitie: Project: Nieuw Leyden veld 25, te Leiden Opdrachtgever : Projects & Development B.V. Kenmerk : notmbu_ventilatie parkeergage_11042014-d01 Datum : 11 april 2014 Auteur : M. Burggraaf Behoort bij

Nadere informatie

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) door Daniek de Jager

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) door Daniek de Jager Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) door Daniek de Jager 1 Daniek de Jager EVEN VOORSTELLEN Exiss BV Senior Consultant Integrale veiligheid Rookbeheersingsdeskundige CFD onderzoek Opname en

Nadere informatie

Joost van Dijk HCPS bv. Namens VEBON afdeling rookbeheersing. praktijkdag parkeergarages' 12 juni 2013 STELLING

Joost van Dijk HCPS bv. Namens VEBON afdeling rookbeheersing. praktijkdag parkeergarages' 12 juni 2013 STELLING Joost van Dijk HCPS bv Namens VEBON afdeling rookbeheersing STELLING Is een parkeergarage ontworpen volgens de eisen genoemd in het bouwbesluit 2012 brandveiliger dan een parkeergarage ontworpen volgens

Nadere informatie

Programma van Eisen Brandmeldinstallaties (BMI) Volgens NEN 2535:2017

Programma van Eisen Brandmeldinstallaties (BMI) Volgens NEN 2535:2017 1. Gegevens Documentnummer: Datum opmaak: Opsteller van het PvE: Naam: Bedrijf: Erkenningsnummer: n.v.t. Certificaat vereist: ja, voor de certificatieprocedure wordt het opleveringsrapport opgesteld. nee,

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012 De wijzigingen

Bouwbesluit 2012 De wijzigingen De wijzigingen Even voorstellen. Wie is Dijkoraad Viavesta? Gecertificeerd inspectie- en advies bureau op het gebied van brandveiligheid Even voorstellen. Ingrid Heffels RSE Dijkoraad Viavesta Werkzaam

Nadere informatie

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2 Inhoud 1 Inleiding... 2 2 vereist kwaliteitsniveau... 2 3 inhoudelijke toets... 4 3.1 indeling in brandcompartimenten en WBDBO... 4 3.2 vluchtroutes en indeling in subbrandcompartimenten... 5 3.3 brandwerendheid

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 13 mei D. Brobbel

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 13 mei D. Brobbel Gatwickstraat 11 1043 GL AMSTERDAM Postbus 94204 1090 GE AMSTERDAM T +31 (0)20-6967181 F +31 (0)20-6634962 E Amsterdam@chri.nl www.chri.nl Notitie 20140549-02 Project: "Masterplan-Faculteit" te Rotterdam

Nadere informatie

Beheer en onderhoud RWA installatie parkeergarage

Beheer en onderhoud RWA installatie parkeergarage Beheer en onderhoud RWA installatie parkeergarage - 1 - Inhoud 1. Inleiding 2. Aansturing systeem in normaalbedrijf 3. Aansturing systeem in brandbedrijf 4. Beheer en onderhoud Bijlage Bijlage I Checklist

Nadere informatie

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN Advies- en onderzoeksrapport brandveiligheidtoets Bouwbesluit 2012 In opdracht van: SV PATRIZIA Handels-Invest Europa I Patrizia GewerbenInvest

Nadere informatie

Art 3.64 / / Verkeersruimte wordt verkeersroute Een verkeersruimte mag volgens het bouwbesluit niet door een verblijfsgebied lopen. Pag

Art 3.64 / / Verkeersruimte wordt verkeersroute Een verkeersruimte mag volgens het bouwbesluit niet door een verblijfsgebied lopen. Pag NEN 2535:2017 Page 56 Even voorstellen NEN 2535:2017 versus NEN 2535:2009 + C1 Jac Waas Technisch productmanager Novar Nederland voor: - Esser brandmeldsystemen - Variodyn ontruimingsalarmsystemen 33 werkzaam

Nadere informatie

PRAKTISCHE GEBRUIKSHANDLEIDING. Hoe en wat over sprinkler, compartimentering en/of ventilatie in parkeergarages

PRAKTISCHE GEBRUIKSHANDLEIDING. Hoe en wat over sprinkler, compartimentering en/of ventilatie in parkeergarages PRAKTISCHE GEBRUIKSHANDLEIDING Hoe en wat over sprinkler, compartimentering en/of ventilatie in parkeergarages Augustus 2012 VEBON 2012 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten

Nadere informatie

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016 AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016 Contactpersonen PETER RIKUMAHU Bouwkundig Specialist T +31884261261 M +31627060543 E peter.rikumahu@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus

Nadere informatie

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing)

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) door Daniek de Jager EVEN VOORSTELLEN Daniek de Jager Exiss BV Senior Consultant Integrale veiligheid Rookbeheersingsdeskundige CFD onderzoek Opname en inspectie

Nadere informatie

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN MEMO Aan: De heer B. Stolker, Bilfinger Real Estate B.V. Van: De heer H.T.M.T. Dirks / D. Machielsen Datum/versie: 16 augustus 2016, versie 02D Betreft: Club Sportive SOM-gebouw Amsterdam, beoordeling

Nadere informatie

Bouwbesluit veranderd, verbeterd, verhelderend? ir. B. Kersten, ing. E. van den Brink,

Bouwbesluit veranderd, verbeterd, verhelderend? ir. B. Kersten, ing. E. van den Brink, Bouwbesluit 2003 veranderd, verbeterd, verhelderend? ir. B. Kersten, ing. E. van den Brink, LBP DGMR ing. E. van den Brink Bouwfysica Brandveiligheid Geveltechniek Industrie en milieu Verkeer en milieu

Nadere informatie

Zaanstreek-Waterland Zaanstad

Zaanstreek-Waterland Zaanstad Zaanstreek-Waterland Zaanstad Sector Voorbereidende Brandweerzorg, Afdeling Proactie en Bouwvergunningen Postadres: Postbus 150, 1500 ED Zaandam Bezoekadres: Prins Bernhardplein 112, 1508 XB Zaandam Tel:

Nadere informatie

DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat)

DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat) DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat) BRL 1504 "Dakbedekkingssystemen van metalen elementen met dakpanprofiel en andere vormen" (2004-01) Beschouwde afdelingen van het

Nadere informatie

HOUTWOLPLAAT, MINERAAL GEBONDEN (attest-met-productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

HOUTWOLPLAAT, MINERAAL GEBONDEN (attest-met-productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden HOUTWOLPLAAT, MINERAAL GEBONDEN (attest-met-productcertificaat) BRL 5065 "Mineraal gebonden houtwolplaten" (2003-10) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Beperking van ontwikkeling

Nadere informatie

Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012

Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012 Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012 Indelen met verstand van zaken kan kosten besparen Ing. Adriaan de Jong 25 april 2012 Kennismaking Adriaan de Jong Nieman Raadgevende Ingenieurs Eindhoven Vestigingsdirecteur

Nadere informatie

Gelijkwaardige oplossing brandveiligheid voor woongebouw aan de Torenstraat/Statenlaan te Drunen

Gelijkwaardige oplossing brandveiligheid voor woongebouw aan de Torenstraat/Statenlaan te Drunen College Onderwerp: V200900620 Gelijkwaardige oplossing brandveiligheid voor woongebouw aan de Torenstraat/Statenlaan te Drunen Samenvatting: Inleiding: De bouwaanvraag van Stichting Woonveste voor een

Nadere informatie

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam Rapport Brandveiligheid transformatie Kapershoekseweg 24 te Hoogvliet - Rotterdam Projectnummer : 161003 Documentnummer : R-02 Versie : Rev. 1 Opgesteld door : A. van Wijngaarden Flameteq Brandpreventie

Nadere informatie

Ambulance Zorg Limburd Noord is voornemens een nieuwe ambulancepost in Weert in te realiseren.

Ambulance Zorg Limburd Noord is voornemens een nieuwe ambulancepost in Weert in te realiseren. Memo Opdrachtgever Projectnummer : Ambulance Zorg Limburg Noord : 17-163 RG Betreft : brandveiligheidsadvies Ambulancepost Weert Behandeld door : Roel Geys 1. Inleiding Ambulance Zorg Limburd Noord is

Nadere informatie

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden VENTILATIEVOORZIENINGEN (procescertificaat) BRL 6000 Ontwerpen, installeren en beheren van installaties Deel 00 Algemeen deel (2005-11) Deel 10 Ontwerpen en installeren van ventilatievoorzieningen van

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM Brandveiligheid Datum 2 juni 2017 Projectnummer 16015 Project Clubgebouw AFC Status Definitief Fase OMGEVINGSVERGUNNING Opdrachtgever ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus 1269 1000 BG AMSTERDAM

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN EISEN BRANDMELDINSTALLATIE

PROGRAMMA VAN EISEN BRANDMELDINSTALLATIE PROGRAMMA VAN EISEN BRANDMELDINSTALLATIE Lidl Vijf Meiplein 15 2321 BN Leiden Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV. 151332-1860977 Document opgesteld door Document nummer

Nadere informatie

Bijlage A. Programma van Eisen (PvE)

Bijlage A. Programma van Eisen (PvE) Bijlage A (normatief) Programma van en (PvE) A.1 Inleiding Om tot een verantwoorde brandmeldinstallatie te komen, moeten de uitgangspunten eenduidig zijn vastgelegd. Het PvE van de brandmeldinstallatie

Nadere informatie

BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " ( )

BRL 2880  Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies  ( ) BRANDWERENDE BEKLEDING, STAALCONSTRUCTIES (attest) BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " (2004-03) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling

Nadere informatie

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan ZONDERVAN ARCHITECTUUR HOTEL SUPERNOVA RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v2 29.05.17 Auteur: Leon Zondervan s Gravendijkwal 68 Rotterdam - Rapport brandveiligheid - Zondervan Architectuur

Nadere informatie

Samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw

Samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw Samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke eisen gelden voor samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw. Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat)

ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat) ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat) BRL 1304 "Thermische isolatie van uitwendige scheidingsconstructies (fabriekmatig vervaardigde producten in spouwmuren)" (2004-11) +

Nadere informatie

WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat)

WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat) WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat) BRL 1001 "Niet-dragende binnenspouwbladen en gevelvullende elementen" (2003-12) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling

Nadere informatie

Advies brandveiligheid omgevingsvergunning

Advies brandveiligheid omgevingsvergunning 17-051625 81E7E57509724BEC836C4237E607EC0EAdvies brandveiligheid omgevingsvergunningfirstwatch document Advies brandveiligheid omgevingsvergunning 1. Gegevens aanvraag 2. Gegevens advies Zaaknummer VNOG

Nadere informatie

project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c

project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c datum: 9 september 2016 projectleider: W. van Elst opgesteld

Nadere informatie

Programma van Eisen (PvE) Brandmeldinstallatie conform NEN 2535

Programma van Eisen (PvE) Brandmeldinstallatie conform NEN 2535 1. Gegevens Documentnummer: Datum opmaak: Opsteller van het PvE: Versie norm: Certificaat vereist: 0013712045bmi01 25 april 2016 Naam: NEN 2535:2009/A1:2010 JA, conform Risicocatagorie: J.N. Blom DPA CaubergHuygen

Nadere informatie

Beschrijving. Brandventilatie vs. Sprinkler in parkeergarage. Advies Definitief

Beschrijving. Brandventilatie vs. Sprinkler in parkeergarage. Advies Definitief Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, overige gebruiksfunctie, NEN 6098, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, compartimentering, sprinkler, brandbestrijding, parkeren Datum: 31 januari 2017 Status: Definitief Beschrijving

Nadere informatie

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL Om snel een inschatting te maken van het risico op brandoverslag bij industriële hallen kunt u de ROCKWOOL brandoverslag Rekentool gebruiken. Hiermee kan de benodigde brandwerendheid

Nadere informatie

Beschrijving ADVIES. Adviescommissie praktijktoepassing Brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 516 2600 AM Delft. www.adviescommissiebrand.

Beschrijving ADVIES. Adviescommissie praktijktoepassing Brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 516 2600 AM Delft. www.adviescommissiebrand. ADVIES Registratienummer: Betreft: BMI in woongebouw met incidenteel logiesgebruik Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, brandveilig gebruik, woongebouw, logiesfunctie, gelijkwaardigheid, handhaving, bestaande

Nadere informatie

Gelijkwaardigheids oplossingen. Parkeergarage oppervlakte groter dan m2. Verschillende gelijkwaardige oplossingen:

Gelijkwaardigheids oplossingen. Parkeergarage oppervlakte groter dan m2. Verschillende gelijkwaardige oplossingen: Gelijkwaardigheids oplossingen Parkeergarage oppervlakte groter dan 1.000 m2 Verschillende gelijkwaardige oplossingen: Ventilatie: Conform praktijkrichtlijn van het LNB Conform NEN 6098 Sprinkler Compartimentering

Nadere informatie

Beschrijving ADVIES. Plattegrond atriumontsluiting woningen, variant A. Plattegrond atriumontsluiting woningen, variant B

Beschrijving ADVIES. Plattegrond atriumontsluiting woningen, variant A. Plattegrond atriumontsluiting woningen, variant B ADVIES Registratienummer: Betreft: Twee vluchtroutes in een atrium Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woongebouw, nieuwbouw, vluchtroute, atrium : Status: Definitief Beschrijving De appartementen in een nieuw

Nadere informatie

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda Quickscan brandveiligheid Omgevingsvergunning Project: Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda Kenmerk: 2014139.qsb.mj.a1 Datum: 16-03-2015 Bijlage 7 bij besluit 2014/1642-V1 Bezoekadres Postadres

Nadere informatie

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat ADVIES Registratienummer: Betreft: Toegang woningen via dakstraat Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woning, rechtens verkregen niveau, bestaande bouw, vluchtroute, verbouw : Status: Definitief Beschrijving

Nadere informatie

Hoogbouw en Brandveiligheid

Hoogbouw en Brandveiligheid Hoogbouw en Brandveiligheid Even voorstellen... Björn Peters 1 Hoogbouwrichtlijn Hoogbouwrichtlijn Brandveiligheidsvoorzieningen bepaald aan de hand van een drietal aspecten: ontruimingsconcept A, B, C

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012. Brandveiligheid en gebouwontwerp

Bouwbesluit 2012. Brandveiligheid en gebouwontwerp Bouwbesluit 2012 Brandveiligheid en gebouwontwerp Programma Waartoe leidt het Bouwbesluit 2012? Wijzigingen Bouwbesluit 2012 Doormelding Certificering Vluchten Conclusie: Brandveiligheid is een keuze (wetgeving

Nadere informatie

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld) Het onderzochte gebouw moet volgens Bouwbesluit Artikel 6.20 worden voorzien van een brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie met niet-automatische bewaking zonder doormelding naar de brandweer. Dit houdt

Nadere informatie

De totale gebruiksoppervlakte is exclusief de woonfuncties ruim groter dan 1000 m 2.

De totale gebruiksoppervlakte is exclusief de woonfuncties ruim groter dan 1000 m 2. Inleiding Architecten aan de maas heeft in opdracht van Bergopwaarts@BOW Helmond / Stichting PRODAS Asten / Gemeente Deurne een ontwerp gemaakt voor een complex bestaande uit een Brede school, gymzaal

Nadere informatie

DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) BRL 1507 "Gespoten of strijkbare dakbedekkingen" (2004-01) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Algemene sterkte

Nadere informatie

Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM

Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM Hoofdweg 70 3067 GH ROTTERDAM T +31 (0)10-4257444 F +31 (0)10-4254443 E rotterdam.ch@dpa.nl www.dpa.nl/cauberg-huygen K.v.K 58792562 IBAN NL71 RABO 0112 075584 Hoefbladstraat 24-26 te Nieuw-Vennep Beoordeling

Nadere informatie

Gemeentelijk beleidsniveau brandveiligheidseisen bestaand bouw Midden-Delfland

Gemeentelijk beleidsniveau brandveiligheidseisen bestaand bouw Midden-Delfland CVDR Officiële uitgave van MiddenDelfland. Nr. CVDR897_ 6 maart 08 Gemeeelijk beleidsniveau brandveiligheidseisen bestaand bouw MiddenDelfland Hoofdstuk. Inleiding In het Bouwbesluit zijn voorschriften

Nadere informatie