1 De tweede gedachte: de mens is een chemisch proces als een ander

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 De tweede gedachte: de mens is een chemisch proces als een ander"

Transcriptie

1 III MATERIALISME 1 De tweede gedachte: de mens is een chemisch proces als een ander Iemand die veel drinkt gaat zich anders gedragen. Na een hersenbloeding kunnen mensen soms niet meer praten en is hun denkvermogen aangetast. Het lijkt er dus op dat de menselijke geest zo afhankelijk is van de hersenen dat je je kunt afvragen of er eigenlijk wel een verschil is tussen gedachten en hersenprocessen. Er zijn mensen die dan ook beweren dat alle gedachten niets anders dan hersenprocessen zijn. Dus wanneer Jan aan een hamburger denkt en Piet denkt daar ook aan, dan speelt zich in hun hoofd precies hetzelfde hersenproces af. Deze mensen zijn monisten. Zij zeggen dat de mens niet uit twee dingen, een lichaam en een geest, maar slechts uit één ding, een stoffelijk, materieel lichaam bestaat. Zij worden daarom, zoals we al zagen, materialisten genoemd. Welke argumenten heeft de materialist voor zijn stelling dat geest identiek is aan de hersenen? Alle gebeurtenissen in het universum maken deel uit van een causale keten. De ene gebeurtenis is veroorzaakt door een andere en veroorzaakt zelf een nieuwe gebeurtenis, net zoals een biljartbal gaat rollen, nadat hij door een andere biljartbal is aangeraakt. Het is onwaarschijnlijk dat er een aparte soort van dingen zou bestaan, geesten genaamd, die onafhankelijk van de rest van het universum de oorzaak zouden zijn van gebeurtenissen in lichamen die wel deel uitmaken van de causale keten in het universum. We weten allemaal uit eigen ervaring hoezeer ons lichamelijk welzijn ons denken beïnvloedt. De geest moet eenvoudigweg identiek zijn met de hersenen.

2 Een evolutionair argument: dieren met een grotere hersenschors zijn tot ingewikkeldere, intelligentere prestaties in staat dan dieren met kleine hersenen. Die eigenschap helpt deze diersoorten te overleven. Ook de mens is een diersoort. Zijn geest helpt hem dan ook te overleven in de werkelijkheid. Maar als de dualist gelijk heeft is deze evolutionaire rol van de geest onbegrijpelijk. De identiteitstheorie die dus stelt dat de geest niets anders is dan een hersenproces is aantrekkelijk door haar eenvoud, maar er zijn nogal wat bezwaren tegen in te brengen. Ten eerste is er een logische wet die genoemd is naar de Duitse filosoof Leibniz ( ). Die wet zegt dat twee dingen die identiek zijn ook al hun eigenschappen moeten delen. Deze wet valt niet te ontkennen. Wanneer Dirk de aanvoerder van het schoolelftal is, en hij is 1m. 83 lang, dan is de aanvoerder van het schoolelftal 1m. 83 lang. Wanneer Dirk blijft zitten, dan blijft de aanvoerder van het schoolelftal ook zitten. Omgekeerd als Dirk blijft zitten, terwijl de aanvoerder van het schoolelftal overgaat, dan is Dirk blijkbaar niet langer de aanvoerder van het schoolelftal, omdat ze verschillende eigenschappen hebben. Je vermoedt het al, het bezwaar tegen de identiteitstheorie is dat gedachten eigenschappen hebben die hersenprocessen niet hebben. Een van die eigenschappen is dat gedachten altijd ergens op gericht zijn. Je denkt nooit zomaar in het wilde weg, je denkt altijd aan iets specifieks, zoals Jan en Piet bijvoorbeeld dachten aan die hamburger. Dit is een groot verschil met hersenprocessen, want die zijn niet op eenzelfde manier ergens op gericht. Hersenprocessen voltrekken zich op dezelfde manier, zoals cellen door osmose krimpen in zout water. Natuurlijk zijn het buitengewoon ingewikkelde processen, maar in

3 beginsel volgen neuronen dezelfde natuurwetten die twee biljartballen gehoorzamen, wanneer ze op elkaar botsen. Een tweede bezwaar tegen het materialisme wordt duidelijk als we weer terugkeren naar Jan en Piet. Opnieuw dezelfde hamburger-gedachte, maar waar Jan nog even gezond is als in het eerste voorbeeld, daar heeft Piet nu helaas een waterhoofd. Dit betekent dat zijn hersenen heel anders van vorm zijn dan die van Jan. Toch kan ook sneue Piet met zijn waterhoofd aan hamburgers denken, ofschoon in zijn hoofd zich andere hersenprocessen afspelen. Blijkbaar kan dezelfde gedachte in het ene hoofd gemaakt zijn van andere hersenprocessen dan in een ander hoofd. We kunnen nog een stapje verder gaan: in een derde voorbeeld blijkt Piet niet een mens te zijn, maar een robot! Als deze theorie, dat gedachten niets anders zijn dan hersenprocessen, klopt, dan kan Piet nooit en te nimmer dezelfde gedachte aan een hamburger hebben als Jan. Machines zouden dan alleen net als mensen kunnen denken, wanneer ze ook van vlees en bloed en dus identiek met mensen zouden zijn. Laten we vanwege deze bezwaren nog eens goed kijken naar wat de identiteitstheorie nu precies zegt. We kunnen dat samenvatten in vijf stellingen: 1. Er bestaat een innerlijk rijk van de geest. 2. Dit geestelijke rijk bestaat niet op zichzelf, het is niet ontologisch zelfstandig en niet fundamenteel. 3. Er bestaat een stoffelijk rijk, waarin lichaam en geest zich bevinden. 4. Dit stoffelijk rijk bestaat op zichzelf, het is ontologisch zelfstandig en fundamenteel. 5. Het geestelijk rijk is ontologisch afhankelijk van het stoffelijk rijk.

4 Als deze vijf stellingen de kern van de identiteitstheorie vormen, dan zijn we misschien een beetje te hard van stapel gelopen, toen we zeiden dat iedere soort, ieder type gedachte identiek is aan een soort of een type hersenproces. We zagen immers dat het goed mogelijk is dat hetzelfde type gedachte in verschillende hoofden, bij verschillende mensen, door verschillende hersenprocessen wordt gerealiseerd. Moet je dan ook je identiteitstheorie opgeven? Nee, want als je goed kijkt naar de vijf stellingen, zie je dat ze de mogelijkheid openlaten om wat bescheidener te zijn. Je kunt zeggen: bij Jan is de gedachte aan hamburgers identiek aan hersenproces 88 in hersenschorsgedeelte 73, en bij Piet met zijn waterhoofd is diezelfde gedachte identiek aan hersenproces 57 in hersenschorsgedeelte 68. Wanneer je dat gelooft, dus als je van mening bent dat hetzelfde type gedachte bij verschillende mensen identiek is aan verschillende hersenprocessen, dan ben je nog steeds een materialist: je zegt alleen nu dat iedere gedachte identiek is aan een hersenproces, maar welk hersenproces dat precies is hangt af van de mens die de gedachte heeft. Je kunt een gedachte volgens deze vorm van materialisme vergelijken met een voetbalwedstrijd als Ajax-Feijenoord. Ieder jaar vindt die legendarische wedstrijd plaats, we kunnen zelfs over de geschiedenis van die voetbalwedstrijd praten. Toch staan er ieder jaar 22 andere spelers op het veld en is het dus strikt genomen een andere wedstrijd, ofschoon het nog steeds de klassieker Ajax- Feijenoord is! Er zijn dus verschillende exemplaren (tokens zegt men in het Engels) van hetzelfde type. Een epistemologisch identiteitstheoreticus beweert precies het tegenovergestelde van wat de epistemologische dualist zegt. Volgens hem kunnen we de geest in beginsel net zo kennen als alle andere verschijnselen op aarde: door te kijken, te onderzoeken, te

5 tasten, kortom door onze zintuigen te gebruiken. Er is volgens hem helemaal geen speciale privé-toegangsweg tot dit innerlijk rijk van de geest. Als we alles weten over de hersenen, dan weten we ook alles over de geest. Een conceptueel materialist vindt dat ons praten over de mens uiteindelijk alleen zin heeft, wanneer we die uitspraken over gevoelens, gedachten, kortom over de geest, kunnen vertalen in uitspraken over de hersenen. Hij gelooft in de eenheid van de wetenschappen. Psychologie is dus helemaal geen apart vak, zoals de epistemologisch dualist meent, maar maakt deel uit van het geheel van de wetenschappen. Volgens de conceptueel materialist moet de psychologie vertaald worden in de taal van de neurofysiologie, de neurofysiologie in de taal van de biochemie en de biochemie in de taal van de natuurkunde. Psychologie is volgens hem een natuurwetenschap. Wat antwoordt de materialist nu op de vraag of er een wezenlijk verschil bestaat tussen mensen en machines? Volgens de ontologisch materialist is zo n verschil er wel degelijk, en moet dat bestaan in de materie waaruit de mens en de machine zijn opgebouwd. De eerste materialistische identiteitstheorie die we bespraken is, zoals we gezien hebben, streng. Ieder type gedachte is volgens deze theorie identiek aan een type hersenproces. Om te laten zien hoe streng deze theorie, zullen de type-type identiteitstheorie toepassen op een ander gebied, op nationale vlaggen. We weten allemaal dat de Nederlandse vlag bestaat uit een rode, een witte en een blauwe horizontale streep op een doek. Maar de type-type identiteitstheorie vindt deze aanduiding niet ver genoeg gaan. Die theorie wil ook vastleggen uit welk materiaal de Nederlandse vlag bestaat, uit linnen en niet van katoen, hoe lang en hoe breed die vlag

6 moet zijn, hoe breed de rode, witte en blauwe streep moeten zijn, en ga zo maar door. Die theorie moet dat doen, want zij zegt immers dat alle eigenschappen van de Nederlandse vlag samenvallen met alle eigenschappen van een bepaald stuk doek. Als we deze theorie aanhangen, dan moeten we dus zeggen dat een machine alleen gedachten kan hebben, wanneer zij precies dezelfde hersenprocessen heeft als wij. In beginsel zou dus alleen een biologische machine gedachten en een geest kunnen hebben. De minder strenge materialistische identiteitstheorie die enkel zegt dat ieder geestelijk verschijnsel afzonderlijk alleen kan bestaan als een of ander materieel proces kan in dit opzicht veel liberaler zijn. Neem die Nederlandse vlag nog maar eens. Deze minder strenge theorie vindt dat niet alle Nederlandse vlaggen precies dezelfde stoffelijke eigenschappen hoeven te hebben om een Nederlandse vlag te kunnen zijn. Een windvaantje op een rubberbootje is net zo goed een Nederlandse vlag als het enorme doek dat op Bevrijdingsdag voor het gemeentehuis wappert. Natuurlijk moet er wel iets zijn, een stuk doek of desnoods een asfaltweg, waarop de Nederlandse vlag gekalkt kan worden, zoals je wel ziet in de Tour de France. Er moet iets stoffelijks zijn dat de Nederlandse vlag is, maar wat dat stoffelijke precies is doet voor de Nederlandse vlag niet ter zake. Net zo bij gedachten. Deze theorie zegt dat als er een gedachte is, die gedachte ook identiek is aan een stoffelijk proces, of dat zich nu afspeelt in een computer of in de hersenen. Zij zal dus geen principiële bezwaren hebben tegen het voorstel dat machines zullen kunnen denken. De epistemologisch (materialistische) identiteitstheorie zegt dat we geest volledig kennen, wanneer we de hersenen volledig kennen. Wanneer we de hersenen volledig kennen, zijn we in beginsel ook in staat die hersenen na te bouwen en machines te maken

7 die kunnen denken. In beginsel, want het is goed mogelijk dat we om andere redenen dat niet zouden kunnen. We kunnen alles weten over ons zonnestelsel, maar dat betekent niet dat wij ons zonnestelsel kunnen nabouwen. De conceptueel materialist, die zegt dat de begrippen voor de geest goed passen binnen een theorie voor lichamelijke, materiële processen ziet ook geen wezenlijk verschil tussen mensen en machines. De begrippen mens en machine en denken maken deel uit van de taal van de wetenschappen. Dezelfde taal is van toepassing op zowel mensen als machines. Ontologisch materialisme De geest is een lichamelijk, neurofysiologisch verschijnsel. Epistemologisch materialisme We kennen de geest op precies dezelfde manier zoals we het lichaam, in het bijzonder de hersenen kennen. Conceptueel materialisme De woorden lichaam en geest horen bij elkaar. De psychologie is een onderdeel van de neurologie. 2 Nadere bestudering van de identiteitstheorie De identiteitstheorie van de geest stelt dus dat mentale gebeurtenissen identiek zijn aan materiële processen, meer in het bijzonder: mentale gebeurtenissen zijn niets anders dan neurofysiologische processen die zich in de hersenen afspelen. Opnieuw is het van groot belang voor een goed inzicht in dit debat om de conceptuele vraag wat woorden voor mentale gebeurtenissen betekenen te scheiden van de ontologische vraag of mentale gebeurtenissen niets anders dan neuro-fysiologische gebeurtenissen zijn. De identiteitstheorie komt in vele vormen. De voornaamste tweedeling tussen verschillende identiteitstheorieën is die tussen type-type theorieën en token-token theorieën. Wat is het verschil tussen een type en een token? Voorbeelden maken dit het

8 eenvoudigst duidelijk. Je kunt bijvoorbeeld op twee manieren over een boek praten. Indien U voor een etalage van een boekhandel staat die alleen maar aan Zwembad van Kees t Hart gewijd is, dan kunt U zeggen: Ook wat, een hele etalage gewijd aan maar één boek! Als U dat zegt gebruikt U het woord boek als staande voor een bepaald type boek, namelijk Zwembad van Kees t Hart. In die zin gebruikt men het woord boek ook als men zegt De prijs is dit jaar gegaan naar de schrijver Kees t Hart voor zijn boek Zwembad. U kunt natuurlijk ook zeggen, wanneer U voor die etalage staat: Wat een enorme hoeveelheid boeken! In dat geval gebruikt U het woord boek als staande voor tokens, voor exemplaren van boeken met dezelfde titel. Net zo kun je spreken van het type Het elfde pianoconcert van Mozart en van de verschillende tokens van dat type, namelijk de verschillende uitvoeringen in concertgebouwen, de verschillende c.d. s die er van dit pianoconcert gemaakt zijn, de bladmuziek van dit concert, de langspeelplaten van dat pianoconcert etc. Zo is er ook maar één type Friese stamboekkoe, waarvan er talloze tokens in de wei lopen. Toegepast op mentale toestanden behelst dit onderscheid het volgende: de typetype identiteitstheorie stelt dat een bepaald type mentale toestand altijd identiek is aan een type neuro-fysiologische toestand. Een banaal voorbeeld maakt duidelijk wat deze positie inhoudt: indien meneer X aan de voor Nederland rampzalig verlopen WK-finale in 1974 denkt, dan vuren in een bepaald gedeelte van zijn hersenschors bepaalde neuronen, zeg de neuronen 101 en 102 in area 9 van zijn frontale hersenkwab. Indien meneer Y nu diezelfde gedachte heeft aan die treurige zondagmiddag in juni 1974, dan moeten, volgens deze theorie ook bij hem de neuronen 101 en 102 in zijn frontale hersenkwab 9 vuren. De token-token identiteitstheorie heeft minder vergaande implicaties. Volgens de token-token identiteitstheorie weten we niet precies, en volgens sommige token-token theoretici kunnen we zelfs in beginsel niet weten welk type neuro-fysiologische

9 gebeurtenissen een bepaald type mentale gebeurtenis realiseren. Meneer X kan denken dat Nederland op jammerlijke wijze de WK-finale heeft verloren, hetgeen niet gebeurd zou zijn wanneer Piet Keizer in de rust de vervanger zou zijn geweest van de geblesseerde Rensenbrink. Deze gedachte wordt bij meneer X gerealiseerd door het vuren van de neuronen 101 en 102 in area 9 van zijn rechter frontale hersenkwab. Meneer Y heeft eenzelfde gedachte, maar bij hem wordt deze gedachte gerealiseerd door een ander fysiologisch proces, zeg het vuren van neuronen 12 en 37 in zijn linker frontale hersenkwab. De token-token identiteitstheorie zegt nu niet meer dan dit: iedere afzonderlijke (token) mentale gebeurtenis is identiek aan een specifieke (token) neurofysiologische gebeurtenis, maar het is niet zo dat er met ieder type mentale gebeurtenis een bepaald type neuro-fysiologische gebeurtenis correspondeert. De type-type identiteitstheorie Volgens de type-type identiteitstheorie is ieder type mentale gebeurtenis identiek aan ieder type neurofysiologische gebeurtenis. Een eerste probleem is nu of deze theorie de conceptuele mogelijkheid bezit om een onderscheid te maken tussen mentale gebeurtenissen en stoffelijke gebeurtenissen. Immers, de theorie zegt dat mentale gebeurtenissen identiek zijn aan stoffelijke, neurofysiologische gebeurtenissen. Maar als ze identiek zijn waar berust het onderscheid dat de centrale stelling van de theorie introduceert tussen mentale gebeurtenissen en neurofysiologische processen nog op? Het kernprobleem voor de identiteitstheorie is de vraag wat de status van mentale gebeurtenissen eigenlijk is. Op de kernvraag wat de status van mentale gebeurtenissen is zijn twee antwoorden mogelijk. Je kunt zeggen dat mentale toestanden bepaalde eigenschappen hebben die het mogelijk maken dat wij ze kennen. Die mentale eigenschappen zijn de facto eigenschappen van mentale toestanden, net zoals het rond, sappig en rood zijn van

10 een appel eigenschappen zijn van een bepaalde appel. Dit antwoord postuleert dus een ontologie van mentale toestanden met mentale eigenschappen, maar beweert vervolgens dat deze eigenschappen eigenlijk niets anders dan neurofysiologische eigenschappen zijn van onze hersenen. Dit antwoord op de vraag (dat dus mentale eigenschappen als zogenaamde extensionele eigenschappen van onderliggende processen opvat) ziet zich geplaatst voor een groot probleem. Er is een wet die door vele logici als een onbetwistbaar axioma wordt beschouwd. Deze wet is genoemd naar de Duitse filosoof Gottfried Leibniz ( ) en luidt als volgt (in de logische kunsttaal): (x) (y) ((x=y) --> (F) (Fx <--> Fy))

11 Informeel kunnen we deze wet van Leibniz als volgt lezen: voor enig object x en enig object y geldt dat, indien x identiek is aan y, voor alle eigenschappen F geldt dat indien x eigenschap F bezit, y die eigenschap F ook heeft en dat, indien y eigenschap F heeft, x ook die eigenschap bezit. Het probleem is nu dat er mentale eigenschappen lijken te bestaan die een neurofysiologisch proces onmogelijk kan hebben en dat er neurofysiologische eigenschappen bestaan die onmogelijk door een mentale toestand bezeten kunnen worden. Wie zegt er nu van zijn droom dat zij gerealiseerd werd door het vuren van bepaalde neuronen in een bepaald gedeelte van zijn hersenschors? Wie zegt er nu van een neurofysiologisch proces dat het een opbeurende gedachte is? In reactie hierop kan de identiteitstheoreticus zijn of haar toevlucht nemen tot de volgende gedachtegang. Wij kennen een bepaalde mentale gebeurtenis, zoals een droom, onder de naam van een mentale toestand, maar een neurofysioloog kent datzelfde proces onder de naam voor een neurofysiologische toestand. Of iets een mentale gebeurtenis genoemd wordt of een neurofysiologisch proces wordt bepaald door de manier waarop je over dat proces praat! In dat geval zijn mentale eigenschappen geen echte eigenschappen van onderliggende geestelijke of neurofysiologische processen, maar eerder eigenschappen van onze manier van kennen van die processen. Omdat het nu gaat om eigenschappen-van-een-manier-van-kennen en niet van eigenschappen-van-dehersenprocessen-zelf is de wet van Leibniz niet meer van toepassing en staat de mogelijkheid open om te zeggen dat het mentale gebeurtenissen identiek zijn aan hersenprocessen, maar dat het onderscheid tussen mentale gebeurtenissen en neurofysiologische processen berust op eigenschappen die van ons waarnemers afhankelijk zijn. Laten we voor we deze abstracte beschouwingen gaan toepassen op de identiteitstheorie nog eens terugkeren naar de vraag of er een strikt onderscheid gemaakt kan worden tussen mentale gebeurtenissen en neurofysiologische, stoffelijke processen.

12 Één duidelijk onderscheid zijn wij reeds tegengekomen in de bespreking van het dualisme. Volgens het dualisme is het kenmerkende van het mentale dat het nietruimtelijk is, mogelijkerwijze zelfs niet gelocaliseerd in de ruimte. Het kenmerkende van het stoffelijke is dat wel uitgebreid is en gelocaliseerd is in de ruimte. Zelfs dit voor ons tegenwoordig moeilijk na te volgen onderscheid stuit op een bezwaar, als we het serieus nemen. Dat bezwaar is dat zogenaamde abstracte objecten, zoals getallen en sprookjesfiguren, ook niet in de ruimte zijn gelocaliseerd. De volgende vraag wordt dan wat het onderscheid is tussen mentale gebeurtenissen en getallen. Het dualistische antwoord luidt dat mentale gebeurtenissen plaatsvinden in een apart medium, geest genaamd. De plausibiliteit van dit antwoord vooronderstelt echter de waarheid van het dualisme, waar nu juist gerede twijfel voor was. Willen we het dualisme afwijzen, dan moeten we op zoek gaan naar andere criteria. Een mogelijkheid zou zijn te zeggen dat fysieke gebeurtenissen zich van mentale onderscheiden, doordat zij zich in de ruimte afspelen en mentale gebeurtenissen niet. Nu is het inderdaad een noodzakelijke voorwaarde waar iedere fysieke gebeurtenis aan moet voldoen dat het zich afspeelt in de ruimte. Maar is het ook een voldoende voorwaarde? Het lijkt er niet op: immers mentale gebeurtenissen vinden plaats in denkende subjecten, personen. Aangezien personen een lichaam hebben, zijn uiteindelijk ook mentale gebeurtenissen tot op zekere hoogte localiseerbaar: het minste dat je kunt zeggen is dat ze in een bepaald lichaam plaatsvinden. Indien we nu het criterium van ruimtelijkheid strikt zouden toepassen, zou dat betekenen dat ook mentale eigenschappen fysieke processen zouden zijn, waardoor het onderscheid tussen stoffelijke en mentale verschijnselen wegvalt. Een andere criterium dat is voorgesteld is: fysieke gebeurtenissen zijn die gebeurtenissen die beschreven worden door fysische wetten. Het bezwaar tegen dit criterium is dat niet alle fysieke processen onder fysische wetten vallen, bijvoorbeeld eenmalige gebeurtenissen als een aardbeving of een vulkaanuitbarsting. Er zijn wel

13 wetten die een deel van een dergelijke gebeurtenis beschrijven, maar de gebeurtenis als zodanig is eenmalig en niet wetmatig. Intentionaliteit Een ander criterium dat is voorgesteld als een kenmerkende eigenschap van mentale gebeurtenissen is intentionaliteit. Zoals in het inleidende hoofdstuk reeds werd vermeld is de herinvoering van het begrip intentionaliteit in het moderne filosofische discours te danken aan de Duitse filosoof Franz Brentano ( ). 1 Intentionaliteit is het verschijnsel dat mentale handelingen altijd ergens op gericht zijn. Don Quijote zocht zijn leven lang Dulcinea Dolorosa, maar of zij werkelijk bestaan heeft, weten de lezers van Cervantes boek niet. Het kan zijn dat Dulcinea Dolorosa slechts bestaat in de gedachten van Don Quijote; zij leidt, in de terminologie van Brentano, slechts een intentioneel bestaan. 1 In schaakkringen staat hij bekend als de uitvinder van de Brentano-verdediging op de Spaanse opening, die nauwelijks meer gespeeld wordt, omdat zwart zijn stukken niet kan ontwikkelen. (1 e4 e5 2 Nf3 Nc6 3 Bb5 g5!?)

14 De toepassing van de notie van intentionaliteit is overigens niet zonder problemen. We moeten een onderscheid maken tussen zogenaamde referentiële intentionaliteit en representationele intentionaliteit. Wanneer Raaf in de gelijknamige roman van Allard Schröder denkt aan Nita, dan is die gedachte gericht op één bepaald persoon, namelijk Nita. 2 Wanneer diezelfde Raaf denkt dat hij Veit Mordeck op de hielen zit, dan is die gedachte gericht op de gedachte dat hij Veit Mordeck op de hielen zit. Referentiële intentionaliteit is altijd gericht op een object; inhoudelijke of representationele intentionaliteit altijd op een representatie van een mogelijke stand van zaken. Op dit punt moeten we ons de vraag stellen of intentionaliteit een geschikt criterium is om een onderscheid te maken tussen mentale gebeurtenissen en fysieke gebeurtenissen. Niet noodzakelijk Een eerste probleem is dat het criterium niet noodzakelijk is. Vele zintuiglijk ervaringen representeren niet. Wat representeert honger? Wat representeert pijn? Zoals in de inleiding al geschetst werd: qualitatieve mentale verschijnselen zijn nergens op gericht en vertonen dus geen intentionaliteit. Niet voldoende Veel stoffelijke processen vertonen ook intentionaliteit. Neem de volgende objecten woorden symbolenreeksen als elektrische circuits 2 Allard Schröder, Raaf, Bezige Bij, Amsterdam, 1995.

15 Intentionaliteit kan dus niet dienen als een voldoende en noodzakelijke voorwaarde op grond waarvan we kunnen zeggen dat een bepaald verschijnsel mentaal is. In reactie op dit bezwaar zou iemand kunnen tegenwerpen (denk bijvoorbeeld aan John Searle) dat we een onderscheid moeten maken tussen afgeleide en originele intentionaliteit. Objecten als woorden, symbolenreeksen en elektrische circuits hebben slechts afgeleide intentionaliteit die uiteindelijk berust op het feit dat wij die woorden, symbolenreeksen en elektrische circuits op een bepaalde manier willen gebruiken. Originele intentionaliteit, daarentegen, zou alleen aan te treffen zijn in ons mensen. Al het andere is afgeleide intentionaliteit. De respons op de introductie van dit onderscheid tussen afgeleide en originele intentionaliteit is uiteraard de vraag waarop het berust. Stel dat we een perfect nagemaakte robot tegenkomen in de bus naar De Uithof. Hij reageert net als wij, hij drukt op het knopje als hij bij het Bestuursgebouw is, hij wil in de pauze een kopje koffie drinken, hij stelt domme en soms intelligente vragen, kortom hij gedraagt zich als één van ons: kunnen we dan ook in zijn geval spreken van afgeleide intentionaliteit? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Door deze vraag zo te stellen blijkt wel dat intentionaliteit in ieder geval geen onomstreden criterium is op grond waarvan we mentale verschijnselen kunnen onderscheiden van stoffelijke processen. Onze zoektocht naar een antwoord op de vraag hoe we mentale gebeurtenissen kunnen onderscheiden van fysieke verschijnselen heeft niet tot een bevredigend resultaat geleid. De criteria die we onderzocht hebben, ruimtelijkheid, intentionaliteit, bleken alle niet te voldoen. Het enige dat resteert is een beroep te doen op de omgangstaal en te zeggen dat wij woorden hebben die verwijzen naar mentale verschijnselen die dus op de één of andere manier moeten bestaan.

16 Voor de identiteitstheorie is de discussie tot dusverre koren op zijn molen. Het zal hem niet verbazen dat wij geen bevredigend antwoord hebben kunnen vinden op de vraag wat het essentiële verschil is tussen mentale en fysieke gebeurtenissen. Immers, hij zegt juist dat er geen onderscheid is. Die woorden uit de dagelijkse omgangstaal die zouden verwijzen naar mentale gebeurtenissen staan in werkelijkheid, aldus de identiteitstheoreticus, voor neurofysiologische processen. Heeft de identiteitstheoreticus dus gelijk en is zijn positie de meest houdbare op het gebied van de filosofie van de geest? Het wordt tijd om de bezwaren tegen deze theorie te bespreken.

17 3 Bezwaren tegen de type-type identiteitstheorie De bezwaren tegen de identiteitstheorie kunnen in twee groepen verdeeld worden. De eerste groep is een verzameling bezwaren die de volgende dialectische structuur heeft: ze neemt als uitgangspunt de wet van Leibniz en probeert vervolgens aan te tonen dat er eigenschappen zijn die mentale eigenschappen wel en fysieke processen niet hebben. Filosofen die een bezwaar naar voren brengen dat tot deze groep behoort lijken derhalve van mening te zijn dat we onze zoektocht naar een criterium dat mentale verschijnselen van fysieke onderscheidt te vroeg gestaakt hebben. Dat is echter niet geheel waar. Om de type-type identiteitstheorie te weerleggen volstaat het één tegenvoorbeeld te vinden. De identiteitstheorie beweert dat alle mentale verschijnselen de eigenschap hebben dat ze alle eigenschappen gemeen hebben met stoffelijke processen. Om die universele uitspraak te weerleggen hoeven we slechts aan te tonen dat tenminste één of sommige mentale verschijnselen niet-stoffelijke eigenschappen hebben. (De contradictie van (x)(fx --> Gx) is immers ('x)(fx & Gx)). Een tweede groep bestaat uit slechts één bezwaar, dat luidt dat mentale gebeurtenissen op meerdere manieren verwerkelijkt kunnen worden. In de Angelsaksische literatuur staat dit bezwaar bekend als het the multiple realizability argument. Bezwaren uitgaande van de wet van Leibniz De wet van Leibniz luidt: (x) (y) ((x = y) --> (F) (Fx <--> Fy)). Tegenstanders van de identiteitstheorie nemen deze wet als uitgangspunt en wijzen op een aantal eigenschappen dat mentale toestanden wel en fysieke gebeurtenissen niet hebben en op een aantal eigenschappen dat fysieke gebeurtenissen op hun beurt wel hebben en mentale toestanden missen. De volgende eigenschappen van de geest worden in de literatuur vaak genoemd. rationaliteit en taal vrije wil

18 epistemologische asymmetrie (je kent je eigen geest op een geheel andere manier dan de geest van anderen) the multiple realizability argument The multiple realizability argument is simpel: kinderen die met een waterhoofd geboren worden hebben hersenen die een heel andere vorm hebben dan het hoofd van kinderen die het geluk hebben zonder waterhoofd ter wereld te komen. Als de type-type identiteitstheorie waar is, dan moeten die kinderen met een waterhoofd ook andere mentale toestanden hebben dan gezonde kinderen. Maar wat blijkt? Dergelijke kinderen kunnen heel goed leren rekenen en in het algemeen denken, ofschoon tegelijkertijd vaststaat dat ze om te rekenen hele andere gebieden van hun hersenen gebruiken dan gezonde. Blijkbaar kan het denkvermogen om te kunnen rekenen op meerdere manieren gerealiseerd worden in de hersenen. In de literatuur worden ook vaak voorbeelden gebruikt die ontleend zijn aan science fiction. Stel dat we een Marsmannetje tegenkomt die uit angst voor ons wegduikt, nadat we op Mars zijn geland. Als de identiteitstheorie waar is, mogen we niet zeggen dat hij bang voor ons is, omdat hij hersenen van een geheel andere structuur heeft dan mensen, bijvoorbeeld hersenen die van siliconen gemaakt zijn. De meeste filosofen vinden dit een ongewenste consequentie van de identiteitstheorie. Zij beweren dat mentale toestanden, zoals bang zijn, en kunnen rekenen op meerder manieren gerealiseerd kunnen worden: de exacte structuur, de exacte processen die onze geestelijke vermogens realiseren zijn voor de identiteit van die geestelijke vermogens is niet essentieel.

19 Kripke s rigid designator redenering In zijn beroemde boek Naming and Necessity gebruikt Kripke zijn betekenistheorie voor de modale logica om de type-type identiteitstheorie aan te vallen. Hieronder volgt een zeer beknopte puntsgewijze samenvatting van zijn redenering. In Kripke's semantische theorie spelen de volgende begrippen een sleutelrol: noodzakelijke en contingente waarheden. Kripke definieert die als volgt: noodzakelijke waarheden: waar in alle logisch mogelijke werelden contingente waarheden: waar in tenminste één logisch mogelijke wereld Met behulp van deze theorie probeert hij nu de uitspraken van de identiteitstheorie te interpreteren. Beweert de identiteitstheorie dat de identiteitsuitspraken aangaande hersenprocessen en geestelijke verschijnselen contingente of noodzakelijke waarheden zijn? Is bijvoorbeeld pijn = het vuren van c-vezels een contingente identiteitsuitspraak, dus waar in tenminste één logisch mogelijke wereld, maar niet in alle logisch mogelijke werelden? Laten we om dat te onderzoeken deze uitspraak vergelijken met een andere Kok is de minister-president van de Nederland. Kok is een naam, dus een rigid designator.

20 rigid designator: een uitdrukking die in alle logisch mogelijke werelden naar dezelfde persoon of entiteit verwijst. voorbeelden: namen natuurlijke soorttermen uitdrukkelijk niet: uniek bepalende beschrijvingen. Toegepast op de type-type identiteitstheorie heeft Kripke's theorie van modaliteit de volgende consequentie: a = b is een contingente identiteitsuitspraak indien en alleen indien a geen rigid designator is b geen rigid designator is geen van beide een rigid designator is a=b is een noodzakelijke identiteitsuitspraak indien en alleen indien

21 a een rigid designator is & b een rigid designator is. pijn = het vuren van c-vezels kan alleen een contingente identiteitsuitspraak zijn, indien pijn geen rigid designator is het vuren van c-vezels geen rigid designator is. beide zijn wel rigid designators, dus: pijn = het vuren van c-vezels geen contingente identiteitsuitspraak. pijn = het vuren van c-vezels noodzakelijke identiteitsuitspraak, i.e. waar in alle logisch mogelijke werelden? nee, want we kunnen ons

22 1. een logisch mogelijke wereld voorstellen, waarin we pijn hebben, maar geen c- vezels (multipele realiseerbaardheid) 2. een logisch mogelijke wereld voorstellen, waarin c-vezels wel vuren, maar wij geen pijn hebben.

23 4 Het materialistische antwoord op de tien vragen Wat zou de identiteitstheoreticus nu antwoorden op de tien vragen die we ook aan de dualist gesteld hebben? wat is de relatie tussen lichaam en geest? De geest is niets anders dan een neurofysiologisch, dus lichamelijk verschijnsel. wat is denken? Denken is een neurofysiologisch proces, dat oorzaken en gevolgen heeft, en op één of andere mysterieuze wijze normatieve eigenschappen. wat is bewustzijn? Ook bewustzijn is een neurofysiologisch verschijnsel, dat een gewone natuurwetenschappelijk verklaring behoeft. is er een onderscheid tussen emoties en rationeel denken? Ja, er is een onderscheid, maar dit moet gezocht worden op neurofysiologisch niveau. hoe moeten we mentale toestanden beschrijven? Mentale toestanden zijn uiteindelijk niets anders dan neurofysiologische gebeurtenissen en moeten we als zodanig beschrijven. wat is de plaats van de geest in de wereld van de natuurwetenschappen? De geest is een natuurkundig verschijnsel als enig ander.

24 hoe nemen we de werkelijkheid waar? De waarneming is een causaal proces dat beschreven kan worden in zuiver neurofysiologische termen. kunnen we gedachteninhouden altijd kennen? Nee, er kunnen neurofysiologische processen zijn waarvoor wij in de omgangstaal geen adequate termen hebben. We kunnen die neurofysiologische processen eventueel wel door empirisch onderzoek ontdekken. kunnen we andere geesten kennen? Ja, want de geest is een biologisch verschijnsel en dus als ieder biologisch verschijnsel te bestuderen. wat of wie ben ik? Ik ben een dier.

25

Anomaal Monisme vergeleken met behaviorisme en functionalisme

Anomaal Monisme vergeleken met behaviorisme en functionalisme Anomaal Monisme vergeleken met behaviorisme en functionalisme Wouter Bouvy 3079171 October 15, 2006 Abstract Dit artikel behandelt Mental Events van Donald Davidson. In Mental Events beschrijft Davidson

Nadere informatie

Geest, brein en cognitie

Geest, brein en cognitie Geest, brein en cognitie Filosofie van de geest en Grondslagen van de cognitiewetenschap Fred Keijzer 1 Overzicht: Wat is filosofie en waarom is dit relevant voor cognitiewetenschap en kunstmatige intelligentie?

Nadere informatie

Eindexamen filosofie havo I

Eindexamen filosofie havo I 4 Beoordelingsmodel Opgave 1 The Matrix 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een uitleg waarom Morpheus opvatting tot het materialisme gerekend kan worden 1 het verband tussen materialisme

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Tot dusverre hebben we telkens een bepaalde opvatting over de geest besproken en ons

Tot dusverre hebben we telkens een bepaalde opvatting over de geest besproken en ons V FUNCTIONALISME 1 De Turing test Tot dusverre hebben we telkens een bepaalde opvatting over de geest besproken en ons onder ander afgevraagd wat voor consequenties die opvatting heeft voor de suggestie

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I 4 Beoordelingsmodel Opgave 1 Gevoel en machine 1 Een goed antwoord bevat: Twee aan het ontologisch dualisme ontleende argumenten als ondersteuning van de visie dat een dier volgens Descartes geen pijn

Nadere informatie

Materie en geest. Grenzen aan het fysische wereldbeeld. Gerard Nienhuis. Universiteit Leiden. Workshop Conferentie SCF, 20 januari 2018

Materie en geest. Grenzen aan het fysische wereldbeeld. Gerard Nienhuis. Universiteit Leiden. Workshop Conferentie SCF, 20 januari 2018 Materie en geest Grenzen aan het fysische wereldbeeld Gerard Nienhuis Universiteit Leiden Workshop Conferentie SCF, 20 januari 2018 Natuurwetenschap: Natuurwetenschap is basis van wereldbeeld geworden.

Nadere informatie

In de vorige paragraaf hebben we gezien dat we een leer van de dingen (een ontologie)

In de vorige paragraaf hebben we gezien dat we een leer van de dingen (een ontologie) II DUALISME 1 De eerste gedachte: de mens is een uniek verschijnsel In de vorige paragraaf hebben we gezien dat we een leer van de dingen (een ontologie) goed moeten onderscheiden van een leer over de

Nadere informatie

Het lichaam-geest probleem

Het lichaam-geest probleem Het lichaam-geest probleem Wouter Bouvy 3079171 November 5, 2006 Abstract Dit artikel behandelt het lichaam-geest probleem. Het bestaat uit een uitleg over het lichaam-geest probleem, en schrijft deze

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn?

Vraag Antwoord Scores. Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn? Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn? 11 maximumscore 2 een uitleg met een citaat uit tekst 7 dat Nagels probleem van de vleermuizen een epistemologisch probleem van andere geesten is: we weten

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: filosofie Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 05 Tijdvak 1 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: filosofie Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 06 Tijdvak 1 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

BEWUSTZIJN GEEST BEWUSTE GEEST DENKEN BEWUST-DENKEN

BEWUSTZIJN GEEST BEWUSTE GEEST DENKEN BEWUST-DENKEN BEWUSTZIJN GEEST BEWUSTE GEEST DENKEN BEWUST-DENKEN BEWUSTZIJN BEWUSTZIJN ZELFBEWUST-ZIJN N.B. KANT (APPERCEPTIE) BEWUSTZIJN LEVEND WEZEN BEWUSTZIJN (CREATURE CONSCIOUSNESS) BEWUSTZIJN VAN MENTALE TOESTANDEN

Nadere informatie

DUALISME. René Descartes ( )

DUALISME. René Descartes ( ) DUALISME René Descartes (1596-1650) HET CORPUSCULAIRE WERELDBEELD Galileo Galilei (veroordeling 1633 vanwege Dialogen) Descartes - Le Monde (voltooid in 1633) HET CORPUSCULAIRE WERELDBEELD PRIMAIRE QUALITEITEN

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 2 Spiritueel scepticisme 6 maximumscore 4 een uitleg dat McKenna in tekst 6 vanuit epistemologisch perspectief over solipsisme spreekt: hij stelt dat de kennisclaim over het bestaan van andere mensen

Nadere informatie

Mens en machine. Gert-Jan Lokhorst

Mens en machine. Gert-Jan Lokhorst 1 Mens en machine Gert-Jan Lokhorst Centrum voor de Filosofie van de Informatie- en Communicatie Technologie, Faculteit der Wijsbegeerte, Erasmus Universiteit Rotterdam. 25 sept. 2002 2 Vraagstelling Is

Nadere informatie

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? GOTTLOB (1848 1925) Uitvinder moderne logica Vader van de taalfilosofie BEGRIFFSCHRIFT (1879) Bevat moderne proposioe en predicaten- logica SyllogisOek

Nadere informatie

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? GOTTLOB FREGE (1848 1925) Uitvinder moderne logica Vader van de taalfilosofie BEGRIFFSCHRIFT (1879) Bevat moderne propositie en predicaten-logica Syllogistiek

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

De naïeve betekenistheorie. De betekenis van een woord is het object waar dat woord voor staat.

De naïeve betekenistheorie. De betekenis van een woord is het object waar dat woord voor staat. De naïeve betekenistheorie De betekenis van een woord is het object waar dat woord voor staat. De naïeve betekenistheorie Kritiek: De informativiteit van identiteitsuitspraken a=a versus a=b Uitspraken

Nadere informatie

Woord vooraf Opbouw van deze studie

Woord vooraf Opbouw van deze studie Woord vooraf Opbouw van deze studie XIII XVI DEEL I: PROBLEEMSTELLING 1 HOOFDSTUK I ONTWIKKELING EN STAGNATIE IN DE PSYCHIATRIE 2 Inleiding 2 1. 1 Psychiatrie en geestelijke gezondheidszorg - stand van

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-II

filosofie vwo 2016-II Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering

Nadere informatie

GELOOF&WETENSCHAP KUNNEN WE WETEN OF GOD BESTAAT? Gerard Nienhuis

GELOOF&WETENSCHAP KUNNEN WE WETEN OF GOD BESTAAT? Gerard Nienhuis GELOOF&WETENSCHAP KUNNEN WE WETEN OF GOD BESTAAT? Gerard Nienhuis De natuurwetenschap levert ons de meest betrouwbare kennis die voor ons toegankelijk is. Geen andere kennisbron levert dezelfde mate van

Nadere informatie

Marleen Schippers - 1071319 Bewustzijn en Handelen Eindopdracht 6 februari 2004

Marleen Schippers - 1071319 Bewustzijn en Handelen Eindopdracht 6 februari 2004 Marleen Schippers - 1071319 Bewustzijn en Handelen Eindopdracht 6 februari 2004 Inleiding In dit betoog beschrijf ik mijn visie op het mind-body probleem 1. Ik richt me in het bijzonder op twee aspecten

Nadere informatie

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE Formele seman=ek Bijv. Proposi=elogica Informele seman=ek TAALWETENSCHAP Syntaxis Semantiek Pragmatiek Seman=sche categorieën Termen

Nadere informatie

Eindexamen vwo filosofie II

Eindexamen vwo filosofie II Opgave 2 Leven vanuit vrije wil 7 maximumscore 3 een weergave van een overeenkomst tussen de Avatar-training en Sartre wat betreft de opvatting over vrijheid als zelfverwerkelijking: beiden lijken uit

Nadere informatie

e-chrya visie door reflectie Workshop 25 mei 2014 De Wet van Een

e-chrya visie door reflectie Workshop 25 mei 2014 De Wet van Een visie door reflectie Workshop 25 mei 2014 De workshops van e-chrya zijn bedoeld om te verbreden, te ontwikkelen en te ontdekken. Als groep, als netwerk, komen we bij elkaar om elkaar te leren kennen en

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie vwo II

Eindexamen Filosofie vwo II 3 Antwoordmodel Opgave 1 De empirische werkelijkheid 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een goede uitleg van wat het verificatie- en het confirmatieprincipe inhouden 2 een goede uitleg dat

Nadere informatie

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Rene Descartes René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Cogito ergo sum, ik denk dus ik ben. Een uitspraak van René Descartes. Een belangrijk wiskundige en filosoof in de geschiedenis. Volgens

Nadere informatie

filosofie havo 2018-I

filosofie havo 2018-I Opgave 2 Online roleplayinggames 10 maximumscore 2 een uitleg dat een avatar in WoW niet kwalitatief identiek is met zichzelf als hij een hoger level bereikt: zijn mogelijkheden/eigenschappen/kwaliteiten

Nadere informatie

WIJ DENKEN OVER DE MENS EN HET GOEDE. Verwerkingsboek. Philippe Boekstal DAMON. Boekstal, vwb WD denken mens en goede.indd :32

WIJ DENKEN OVER DE MENS EN HET GOEDE. Verwerkingsboek. Philippe Boekstal DAMON. Boekstal, vwb WD denken mens en goede.indd :32 WIJ DENKEN OVER DE MENS EN HET GOEDE Verwerkingsboek Philippe Boekstal DAMON Boekstal, vwb WD denken mens en goede.indd 1 02-08-11 11:32 VOORWOORD Dit verwerkingsboek bevat een aantal teksten en opdrachten

Nadere informatie

Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012. Emanuel Rutten

Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012. Emanuel Rutten 1 Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012 Emanuel Rutten Goedemiddag. Laat ik beginnen met studievereniging Icarus en mijn promotor Rene van Woudenberg te bedanken

Nadere informatie

De Syntax-Semantiekredenering van Searle

De Syntax-Semantiekredenering van Searle De Syntax-Semantiekredenering van Searle Seminar AI Eline Spauwen 22 mei 2007 Searles kritiek op Harde KI Inleiding Ik Mijn afstudeeronderzoek: Student-assistentschappen Searles kritiek op KI Filosofie

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. filosofie

Correctievoorschrift HAVO. filosofie filosofie Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 04 Tijdvak 1 inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste tien kandidaten per school in het programma Wolf of vul

Nadere informatie

Leren Filosoferen. Zesde avond

Leren Filosoferen. Zesde avond Leren Filosoferen Zesde avond Het gedachte-experiment Bekende gedachte-experimenten: De grot van Plato De veil of ignorance van John Rawls Achilles en de schildpad van Zeno Jan Bransen: Betono Denkende

Nadere informatie

De mens. Een machine?

De mens. Een machine? De mens. Een machine? Het argument van J.R. Lucas tegen het mechanisme G.J.E. Rutten De verhouding tussen mens en machine Mechanisme (materialisme, sciëntisme) De mens is niets meer dan een complexe machine

Nadere informatie

Oorspronkelijk bewustzijn

Oorspronkelijk bewustzijn Arnold Ziegelaar Oorspronkelijk bewustzijn Een kritiek van de neuromane rede ISVW UITGEVERS Voor mijn vader Cornelis Ziegelaar (1916-1983) hier: in het aardse en ruimtelijk vuur, - hier: in het vogelvrij

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 Vergeten... 7 Filosofie... 9 Een goed begin... 11 Hoofdbreker... 13 Zintuigen... 15 De hersenen... 17 Zien... 19 Geloof... 21 Empirie... 23 Ervaring...

Nadere informatie

Opgave 2 Doen wat je denkt

Opgave 2 Doen wat je denkt Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen

Nadere informatie

Woord en wereld Een inleiding tot de taalfilosofie

Woord en wereld Een inleiding tot de taalfilosofie Woord en wereld Een inleiding tot de taalfilosofie Filip Buekens Acco Leuven / Den Haag Hoofdstuk I. Freges uitgangspunten 11 I.1 De semantische dimensie van taal 11 I.2 Proposities: Freges kernstellingen

Nadere informatie

Eindexamen havo filosofie 2013-I

Eindexamen havo filosofie 2013-I Opgave 2 Emoties bij mens en dier 10 maximumscore 3 een weergave van de visie van Seneca op woede bij dieren: dieren hebben geen rede en daarom geen emoties 1 een weergave van de visie van Seneca op woede

Nadere informatie

Causale Kunst: Fotografie

Causale Kunst: Fotografie Causale Kunst: Fotografie Bram Poels, 3868788 Van vele (moderne) kunstwerken kunnen we ons afvragen of het wel kunst is. Als onderdeel van deze grote vraag over de kunst als geheel, kunnen we ons verder

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Intussen in de wereld van de robots

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Intussen in de wereld van de robots Opgave 1 Intussen in de wereld van de robots 1 maximumscore 3 een uitleg van de identiteitstheorie: gedachten en ervaringen zijn identiek aan hersentoestanden 1 twee andere redenen waarom de identiteitstheorie

Nadere informatie

Computing machinery and Intelligence. A. M. Turing. Samengevat door: Matthijs Melissen

Computing machinery and Intelligence. A. M. Turing. Samengevat door: Matthijs Melissen Computing machinery and Intelligence A. M. Turing Samengevat door: Matthijs Melissen Ik stel voor om de vraag Kunnen machines denken? te behandelen door te kijken naar een zogenaamd imitatiespel. Hiervoor

Nadere informatie

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Dr. Franck L.B. Meijboom Ethiek Instituut & Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht Welzijn We zijn niet de eerste! Welzijn

Nadere informatie

Eliminative Materialism and the Propositional Attitudes

Eliminative Materialism and the Propositional Attitudes Eliminative Materialism and the Propositional Attitudes Paul Churchland Roderik Emmerink Rijksuniversiteit Groningen 21 december 2005 Inhoud 1 Introductie 2 Waarom FP een theorie is 3 Waarom FP wel eens

Nadere informatie

Niet-feitelijke waarheden (2)

Niet-feitelijke waarheden (2) Niet-feitelijke waarheden (2) Emanuel Rutten Wat is waarheid? Er zijn weinig wijsgerige vragen die vaker zijn gesteld dan deze. In wat volgt ga ik er niet rechtstreeks op in. In plaats daarvan wil ik een

Nadere informatie

Eindexamen havo filosofie II

Eindexamen havo filosofie II Opgave 2 Het geval Phineas Gage 9 maximumscore 2 een uitleg hoe vanuit de fysiologische benadering van emoties het veranderde gedrag kan worden verklaard: de lichamelijkheid van de hersenschade kan tot

Nadere informatie

Pijn Inleiding tot de filosofische benadering http://www.phil.uu.nl/~rob/

Pijn Inleiding tot de filosofische benadering http://www.phil.uu.nl/~rob/ Pijn Inleiding tot de filosofische benadering http://www.phil.uu.nl/~rob/ Rob van Gerwen Subfaculteit Filosofie Universiteit Utrecht www.phil.uu.nl/~rob/2007/guest.shtml Periode 4, 2007 C1 Pijn en het

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Emoties

Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting door een scholier 1030 woorden 28 mei 2013 3,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Filosofie samenvatting Emoties (theorie en primaire teksten) THEORIE

Nadere informatie

Excerpt. Douglas R. Hofstadter, The Turing Test: A Coffeehouse Conversation. G.J.E. Rutten

Excerpt. Douglas R. Hofstadter, The Turing Test: A Coffeehouse Conversation. G.J.E. Rutten 1 Excerpt Douglas R. Hofstadter, The Turing Test: A Coffeehouse Conversation G.J.E. Rutten Dit artikel betreft een dialoog tussen Chris (natuurkunde student), Pat (biologie student) en Sandy (filosofie

Nadere informatie

Opgave 2 Neuroplasticiteit en wilsbekwaamheid

Opgave 2 Neuroplasticiteit en wilsbekwaamheid Opgave 2 Neuroplasticiteit en wilsbekwaamheid 6 maximumscore 3 een argumentatie dat de opvatting van Kahn niet tot het dualistisch epifenomenalisme kan behoren, omdat daarin bewuste gedachten geen invloed

Nadere informatie

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur?

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur? Spinoza s Visie Dag 3 Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur? Module 3 Herhaling Belangrijke lessen dag 1 en 2 Kennis is de bron van ons geluk. Kennis van het hoogst denkbare geeft het grootst mogelijke

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Pijn. Een filosofische benadering. Periode 4, 2011. http://www.phil.uu.nl/~rob/guest.shtml

Pijn. Een filosofische benadering. Periode 4, 2011. http://www.phil.uu.nl/~rob/guest.shtml Pijn Een filosofische benadering Periode 4, 2011 http://www.phil.uu.nl/~rob/guest.shtml Rob van Gerwen Departement Filosofie Universiteit Utrecht http://www.phil.uu.nl/~rob/ Inhoudsopgave 1 Inleiding tot

Nadere informatie

What do you see, when you turn on the light? I can t tell you but I know it is mine. Vrij naar Lennon and McCartney

What do you see, when you turn on the light? I can t tell you but I know it is mine. Vrij naar Lennon and McCartney What do you see, when you turn on the light? I can t tell you but I know it is mine. Vrij naar Lennon and McCartney 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Churchland... 6 Centrale vraag... 6

Nadere informatie

Wat is? filosofie? Wat is. en kwaad. Hoofdstu

Wat is? filosofie? Wat is. en kwaad. Hoofdstu Wat is filosofie? Hoofdstuk 1 1 filosoferen: doordenken! 5 e vragen 6 2 gewone vragen en filosof isch 9 3 aanleidingen om te filosoferen 12? eren 4 waarom filosof 5 samen filosoferen 14 17 6 filosof ie

Nadere informatie

Gottlob Frege, Der Gedanke, 1918.

Gottlob Frege, Der Gedanke, 1918. Gottlob Frege, Der Gedanke, 1918. Achtergrond Na de enorme teleurstelling die de ontdekking door Russell van de verzamelingtheoretische paradox was Frege lange tijd niet in staat te werken. Hij besloot

Nadere informatie

Recensie van: Daniel Dennett: Kinds of Mind. The origins of consciousness Weidenfeld & Nicolson, London, 2001 (1996), 244 p.

Recensie van: Daniel Dennett: Kinds of Mind. The origins of consciousness Weidenfeld & Nicolson, London, 2001 (1996), 244 p. Rienk Zetstra Recensie van: Daniel Dennett: Kinds of Mind. The origins of consciousness Weidenfeld & Nicolson, London, 2001 (1996), 244 p. Wat voor soorten geesten zijn er? en hoe weten we dat? Met deze

Nadere informatie

Autonoom als vak De zelf

Autonoom als vak De zelf Aangezien ik de indruk heb gekregen dat er een opkomst is van een nieuw vakgebied dat nog niet zodanig als vak bestempelt wordt, wil ik proberen dit vak te expliceren, om het vervolgens te kunnen betitelen

Nadere informatie

Aristoteles. empirist

Aristoteles. empirist Aristoteles empirist Aristoteles Bioloog, met beide poten in de klei Eindeloos verzamelen van gegevens Observeren, noteren en classificeren Op basis van ervaringsfeiten komen we tot kennis Wij kunnen uit

Nadere informatie

TAALFILOSOFIE WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE WAT IS BETEKENIS? MENTALISME John Locke (1632 1704) An Essay concerning Human Understanding (1689) MENTALISME Words in their primary or immediate Signification, stand for nothing, but the

Nadere informatie

Spinoza - ook tafels hebben een ziel

Spinoza - ook tafels hebben een ziel Spinoza - ook tafels hebben een ziel In de zeventiende eeuw kwam de filosoof René Descartes met de beroemde stelling dat alles in de wereld tot twee substanties teruggeleid kan worden: lichaam of geest.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL II HET GOEDE 60

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL II HET GOEDE 60 INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I DE MENS 6 DEEL II HET GOEDE 60 DEEL III HET SAMENLEVEN 96 Filosofie... 7 Mensen... 9 Denken... 11 Redelijkheid... 13 Argumenten... 15 Wetenschap... 17 Monisme... 20 Identiteit...

Nadere informatie

Inleiding Cognitiefilosofie. 18 april 2018 Elsbeth Brouwer

Inleiding Cognitiefilosofie. 18 april 2018 Elsbeth Brouwer Inleiding Cognitiefilosofie 18 april 2018 Elsbeth Brouwer Wat is (onderdeel van) cognitie? Suggesties in de literatuur: Ziel Geest Kennis Vermogen om kennis te verkrijgen Processen van verwerking van informatie

Nadere informatie

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Essay Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Ethici onderscheiden zich van gewone mensen doordat zij niet schijnen te weten wat morele oordelen zijn. Met behulp van elkaar vaak uitsluitende ismen trachten

Nadere informatie

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel)

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel) Wat is realiteit? De realiteit is de wereld waarin we verblijven met alles wat er is. Deze realiteit is perfect. Iedere mogelijkheid die we als mens hebben wordt door de realiteit bepaald. Is het er, dan

Nadere informatie

Een andere psychiatrie

Een andere psychiatrie Een andere psychiatrie Diana van Landeghem anderepsychiatrie@gmail.com Inhoud 2 Introductie 3 Crisis als groeimogelijkheid 4 Een plek van warmte en rust 5 Fysieke werkzaamheden en sport 6 Psycho educatie

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Deel 1, Hoofdstuk 1 - Dat er iets buiten ons bestaat. Rikus Koops 8 juni 2012 Versie 1.1 In de inleidende toelichting nummer 0 heb ik gesproken

Nadere informatie

Deze syllabus is bedoeld als aanvulling op het onderwijs in de filosofie van de

Deze syllabus is bedoeld als aanvulling op het onderwijs in de filosofie van de VOORWOORD Deze syllabus is bedoeld als aanvulling op het onderwijs in de filosofie van de cognitiewetenschappen. Het dekt niet de gehele collegestof. Voor uw op- en aanmerkingen houd ik mij van harte aanbevolen.

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie

Nadere informatie

Geluk en Capabilities: een filosofische analyse. Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte

Geluk en Capabilities: een filosofische analyse. Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte Geluk en Capabilities: een filosofische analyse Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte Geluk: welke bijdrage door filosofen? De academische filosofie is veel heterogener

Nadere informatie

filosofie vwo 2015-II

filosofie vwo 2015-II Opgave 2 Onbewuste discriminatie 6 maximumscore 4 Een beschrijving van de twee groepen waarin bij Descartes de gedachten van de ziel uiteenvallen: acties en passies van de ziel 1 een antwoord op de vraag

Nadere informatie

Stappen. Evalueren van redenen. (overigens ) Evalueren van een bewering KRITISCH DENKEN. 18 Evalueren van Beweringen en Redenen.

Stappen. Evalueren van redenen. (overigens ) Evalueren van een bewering KRITISCH DENKEN. 18 Evalueren van Beweringen en Redenen. Evalueren van een bewering KRITISCH DENKEN 18 Evalueren van Beweringen en Redenen. Scenariotest Stel dat iemand iets beweert, bijvoorbeeld: Er bestaat geen grootste priemgetal. Gemalen hoorn van rinoceros

Nadere informatie

Het Beeld van Onszelf

Het Beeld van Onszelf Het Beeld van Onszelf Onze natuurlijke staat van zijn is bewust-zijn, een bewustzijn dat niet van iets is, maar een allesomvattende staat van zuiver ervaren. Binnen dit bewustzijn is onze geest evenwichtig,

Nadere informatie

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets 11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets Opdracht 1 Wat is de Sokratische methode? Opdracht 2 Waarom werd Sokrates gedwongen de gifbeker te drinken? Opdracht 3 Waarom zijn onze zintuigen

Nadere informatie

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen Ten geleide Kants derde Kritiek: hoe kan de vrijheid worden verwerkelijkt? 15 Geraadpleegde literatuur 46 Verantwoording bij de vertaling 49 Immanuel Kant aan Johann Friedrich Reichardt 51 Immanuel Kant

Nadere informatie

Deze syllabus is bedoeld als aanvulling op het onderwijs in de filosofie van de geest. Het

Deze syllabus is bedoeld als aanvulling op het onderwijs in de filosofie van de geest. Het VOORWOORD Deze syllabus is bedoeld als aanvulling op het onderwijs in de filosofie van de geest. Het dekt niet de gehele collegestof. Voor uw op- en aan-merkingen houd ik mij van harte aanbevolen. Voor

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. geesten op metafysisch niveau, omdat er geen andere bewustzijnsvormen bestaan 1

Vraag Antwoord Scores. geesten op metafysisch niveau, omdat er geen andere bewustzijnsvormen bestaan 1 Opgave 1 Scepticisme en film 1 maximumscore 4 geesten op metafysisch niveau, omdat er geen andere bewustzijnsvormen bestaan 1 geesten op epistemologisch niveau, omdat er geen andere bewustzijnsinhouden

Nadere informatie

Voor al degenen die iets van zichzelf geven, en die daarvoor rijk beloond worden met de overvloed van het universum.

Voor al degenen die iets van zichzelf geven, en die daarvoor rijk beloond worden met de overvloed van het universum. Voor al degenen die iets van zichzelf geven, en die daarvoor rijk beloond worden met de overvloed van het universum. DEEL I Het scheppen van overvloed Een oneindig aantal werelden verschijnt en verdwijnt

Nadere informatie

DISCUSSIE OVER BEWUSTZIJN BIJ DIEREN EN DE NOODZAAK VAN HET ANALOGIE-POSTULAAT door Titus Rivas In de discussie rond bewustzijn (d.w.z.

DISCUSSIE OVER BEWUSTZIJN BIJ DIEREN EN DE NOODZAAK VAN HET ANALOGIE-POSTULAAT door Titus Rivas In de discussie rond bewustzijn (d.w.z. DISCUSSIE OVER BEWUSTZIJN BIJ DIEREN EN DE NOODZAAK VAN HET ANALOGIE-POSTULAAT door Titus Rivas In de discussie rond bewustzijn (d.w.z. subjectieve beleving) bij dieren wordt soms geopperd dat het analogie-principe

Nadere informatie

Examen HAVO. filosofie

Examen HAVO. filosofie filosofie Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 2 juni 9.00 12.00 uur 20 06 Voor dit examen zijn maximaal 31 punten te behalen; het examen bestaat uit 14 vragen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Verschenen in Radix, Tijdschrift over geloof en wetenschap, Jaargang 38, #4, 2012

Verschenen in Radix, Tijdschrift over geloof en wetenschap, Jaargang 38, #4, 2012 Verschenen in Radix, Tijdschrift over geloof en wetenschap, Jaargang 38, #4, 2012 Repliek op Gijsbers Emanuel Rutten Trefwoorden Metafysica, Theïsme, Eerste Oorzaak, Kenbaarheid, Mogelijke werelden Victor

Nadere informatie

geloof en wetenschap Prof.dr. Cees Dekker Kavli Institute of NanoScience Delft http://www.mb.tn.tudelft.nl

geloof en wetenschap Prof.dr. Cees Dekker Kavli Institute of NanoScience Delft http://www.mb.tn.tudelft.nl geloof en wetenschap Prof.dr. Cees Dekker Kavli Institute of NanoScience Delft http://www.mb.tn.tudelft.nl Utrecht, 16-6-2006 1. Is het waar, dat recente vondsten in de wetenschap Godsgeloof verzwakken?

Nadere informatie

Opgave 3 De gewapende overval

Opgave 3 De gewapende overval Opgave 3 De gewapende overval 12 maximumscore 2 een argumentatie dat het idee van vrije wil als bovennatuurlijke kracht in het kader van vrije wil als bewuste aansturing voor veel mensen aantrekkelijk

Nadere informatie

DENKBEER, DE MENSELIJKE NATUUR, 2015 KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE KANT

DENKBEER, DE MENSELIJKE NATUUR, 2015 KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE KANT DENKBEER, DE MENSELIJKE NATUUR, 2015 KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE KANT TRANSCENDENTALE COGNITIEVE PSYCHOLOGIE Input - Via de zintuigen - Indruk van tafel De apperceptie Het zelfbewustzijn, het ik denk De

Nadere informatie

Werkstuk Levensbeschouwing Boeddhisme

Werkstuk Levensbeschouwing Boeddhisme Werkstuk Levensbeschouwing Boeddhisme Werkstuk door een scholier 1997 woorden 8 april 2001 5,1 112 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing 1) Geef een korte omschrijving wat het boeddhisme volgens jou voor

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts 1 maximumscore 3 een uitleg dat de schnauzer vragen stelt die blijk geven van metafysisch scepticisme: hij vraagt zich af of er wel een buitenwereld

Nadere informatie

Theorieën en hoofdfiguren uit de sociologie?

Theorieën en hoofdfiguren uit de sociologie? Theorieën en hoofdfiguren uit de sociologie? Deel 1 Theorie... Eenvoudig netwerk van met elkaar verbonden hypothesen (beweringen over waarschijnlijke relaties tussen twee of meer variabelen acties of kenmerken

Nadere informatie

Susanne Hühn. Het innerlijke kind. angst loslaten

Susanne Hühn. Het innerlijke kind. angst loslaten Susanne Hühn Het innerlijke kind angst loslaten Inhoud Inleiding 7 Hoe ontstaat angst? 11 Wegen uit de angst 19 Het bange innerlijke kind leren kennen 35 Meditatie Het bange innerlijke kind leren kennen

Nadere informatie

Eindexamen vwo filosofie 2013-I

Eindexamen vwo filosofie 2013-I Opgave 1 Het tastende brein 1 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg van de drie definities van vrije wil aan de hand van tekst 1: een uitleg van vrije wil als voorwaarde voor verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Waarom bestaat God? Emanuel Rutten

Waarom bestaat God? Emanuel Rutten 1 Waarom bestaat God? Emanuel Rutten In een dansclub in Amsterdam zag ik ooit iemand die zich op de dansvloer ineens omdraaide en tegen een vrouw waarmee hij aan het begin van de avond kort gesproken had,

Nadere informatie

Naam student. Examennummer. Handtekening

Naam student. Examennummer. Handtekening Business Administration / Bedrijfskunde Naam student Examennummer : : Handtekening : Schriftelijk Tentamen Algemeen Vak: Wetenschapsleer Groep: 1 Vakcode: BKB0016 Soort tentamen Gesloten boek (open of

Nadere informatie

EEN UITEENZETTING GESCHREVEN VOOR HET PERSOONLIJKE GEBRUIK VAN HEN DIE ONBEKEND ZIJN MET DE OOSTERSE WIJSHEID, EN DIE WERELD WENSEN TE BETREDEN

EEN UITEENZETTING GESCHREVEN VOOR HET PERSOONLIJKE GEBRUIK VAN HEN DIE ONBEKEND ZIJN MET DE OOSTERSE WIJSHEID, EN DIE WERELD WENSEN TE BETREDEN LICHT OP HET PAD EEN UITEENZETTING GESCHREVEN VOOR HET PERSOONLIJKE GEBRUIK VAN HEN DIE ONBEKEND ZIJN MET DE OOSTERSE WIJSHEID, EN DIE WERELD WENSEN TE BETREDEN Opgeschreven door M.C. met Aantekeningen

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Opgave 2 Emoties rondom Joran

Opgave 2 Emoties rondom Joran Opgave 2 Emoties rondom Joran 9 maximumscore 4 Een goed antwoord bevat een uitleg dat de verontwaardiging over Van der Sloot een emotie is die voldoet aan de vier onderdelen van de gegeven definitie, waarbij

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Berkely, Hume, Kant

Samenvatting Filosofie Berkely, Hume, Kant Samenvatting Filosofie Berkely, Hume, Kant Samenvatting door een scholier 1736 woorden 8 juni 2003 6,5 67 keer beoordeeld Vak Filosofie George Berkeley (Ier, bisschop) Dacht dat de toenmalige filosofie

Nadere informatie

Oriëntatie Kunstmatige Intelligentie. Inleidend College Niels Taatgen

Oriëntatie Kunstmatige Intelligentie. Inleidend College Niels Taatgen Oriëntatie Kunstmatige Intelligentie Inleidend College Niels Taatgen Inhoud vandaag! Wat is kunstmatige intelligentie?! Vakgebieden die bijdragen aan de AI! Kunnen computers denken?! Hoe denken mensen

Nadere informatie

Overzicht van vandaag. Filosofie van de geest: WB3027 Joel Anderson ( , blok 2) Het other minds probleem. Het argument from analogy

Overzicht van vandaag. Filosofie van de geest: WB3027 Joel Anderson ( , blok 2) Het other minds probleem. Het argument from analogy Filosofie van de geest: WB3027 Joel Anderson (2006-07, blok 2) Bijeenkomst #4 (23 nov 2006) I feel your pain : Wittgenstein en Malcolm over de identificatie van pijn Overzicht van vandaag Logistiek: BSCW

Nadere informatie