Evaluatierapport Lectoraat Logistiek en Allianties Faculteit Economie en Management. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatierapport Lectoraat Logistiek en Allianties Faculteit Economie en Management. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen"

Transcriptie

1 Evaluatierapport Lectoraat Logistiek en Allianties Faculteit Economie en Management Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

2

3 Lange Voorhout ED Den Haag T (070) F (070) I E info@hobeon.nl Evaluatierapport Lectoraat Logistiek en Allianties Faculteit Economie en Management Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hobéon Management Consult BV Datum: Auteur: F.M. Brouwer

4

5 INHOUDSOPGAVE Samenvatting en conclusies 1 Opdracht en werkwijze 4 Het lectoraat Logistiek en Allianties 6 1. Missie 6 2. Het werkprogramma en portfolio van de onderzoekseenheid Het onderzoeksprofiel Inbedding en positionering binnen de HAN Omvang van de onderzoekseenheid Kwaliteit van de onderzoekers Samenwerkingsverbanden en interne relaties Publicaties, presentaties en andere producten van het onderzoek Kwaliteitszorg van de onderzoekseenheid Output, impact en waardering 23 Bijlage 1 Samenstelling commissie 25 Bijlage 2 Programma visitatie 26 Bijlage 3 Onafhankelijkheidsverklaringen 27

6

7 SAMENVATTING EN CONCLUSIES Het lectoraat heeft een brede en ambitieuze missie geformuleerd. De begrippen soft skills en Supply Chain Management staan centraal in de inhoudelijke positiebepaling van het lectoraat binnen het logistieke veld. Op drie terreinen binnen de logistiek wil het lectoraat zich specifieker richten: zorg, transport en Fast Moving Consumer Goods. De bijdrage aan het onderwijs is voor het lectoraat centraal en richtinggevend. De bijdrage op de andere resultaatgebieden, kennisontwikkeling en beroepspraktijk, moet steeds in samenhang met een bijdrage aan het onderwijs gerealiseerd worden. De strategie voor beïnvloeding van het onderwijs is de teach-the-teachers strategie. De missie en de daaruit afgeleide doelstellingen zijn naar het oordeel van de commissie te breed om sturend te kunnen zijn. We willen het lectoraat uitdagen de missie en doelstellingen meer te concretiseren middels een zogenoemde one page strategy met daarin ook de Kritische Prestatie Indicatoren waaraan het zichzelf wil meten en wil laten meten. De keuze om het onderwijs centraal te stellen is enerzijds duidelijk, aan de andere kant is het ook een ambitie om tot een breed erkend expertisecentrum te worden. O.i. is de spreiding van de energie over de drie genoemde branches aanvaardbaar, als en zolang de bijdrage aan het onderwijs inderdaad centraal staat. Voor de ambitie om ook een expertisecentrum te worden is dit een te brede scope. Mede gerelateerd aan de omvang van het lectoraat zal het niet mogelijk zijn de hiervoor noodzakelijke diepgang in het onderzoek te bereiken. We adviseren om deze keuzes opnieuw in samenhang met elkaar tegen het licht te houden. De bijdragen aan het curriculum, met name van de opleiding Logistiek en Economie, hebben de opleiding sterk beïnvloed en gekleurd. Op dit punt is de missie geslaagd. Er is nog weinig zichtbaar van het betrekken van studenten bij onderzoeken van het lectoraat. Dit is op zich in lijn met de teach-the-teachers strategie, maar hier zou wellicht al sterker ook naar mogelijke participatie van studenten gekeken kunnen worden. De opleiding is trots op het lectoraat en ervaart het sterk als van ons. Ook dit is een belangrijk resultaat waar het lectoraat voor de toekomst op kan voortbouwen. De kennisontwikkeling heeft, naast de ontwikkeling van tools voor het werkveld, vooral de vorm gehad van kennisdeling. Hier heeft het lectoraat een belangrijke bijdrage geleverd, die door het veld ook zeer gewaardeerd wordt. Een steviger eigen onderzoeksprogramma is een volgende stap die gezet kan worden, dit in samenhang met de hierboven benoemde heroverweging van de focus. Het lectoraat hanteert een te brede definitie van onderzoek. Het is belangrijk, dat het lectoraat aansluiting vindt bij de visie op onderzoek die in het hbo en ook in de HAN zich ontwikkelt op praktijkgericht onderzoek en de daarbij passende methodologie. De uitbreiding van de methodologische kennis staat op de agenda, maar kan met meer gevoel van urgentie aangepakt worden. Ook bij het benutten van promotietrajecten voor de eigen onderzoekslijnen kan het lectoraat sterker bij de HAN-ontwikkelingen aansluiten. Het lectoraat is stevig ingebed in de faculteit en het instituut. De verbinding tussen lectoraat en onderwijs is hecht en productief. De structuur van de inbedding in de hogeschool is in orde. Er zijn wel inhoudelijk schurende elementen tussen hogeschool en lectoraat, zoals de betekenis van kenniscentra of de verhouding onderzoek-onderwijs, maar de structurele elementen van inbedding zijn in orde. In het HRM-beleid kan de differentiatie in de docentenfuncties sterker verbonden worden met differentiatie in onderzoeksfuncties. Van dit laatste is nog te weinig sprake. Dit is ook van belang voor de mogelijke overdracht van een aantal taken die de lector nu uitvoert naar (hogeschool)docenten en (senior)onderzoekers. De tweede en derde geldstroom zijn de afgelopen tijd opgedroogd, door op zich begrijpelijke oorzaken. De omvang van het lectoraat maakt natuurlijk ook, dat het wegvallen van één project of opdrachtgever direct relatief grote gevolgen heeft Wij zijn van mening dat het verwerven van tweede en derde geldstroom desalniettemin en tot op zeker hoogte een van de prestatieindicatoren van het lectoraat zou moeten zijn. Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

8 De huidige kwaliteiten van lector en onderzoekers zijn goed. De groep onderzoekers straalt een grote vitaliteit uit. Met het oog op de toekomst is het belangrijk de keuze voor de inhoudelijke profilering zich te laten weerspiegelen in de domeinen waaruit de onderzoekers betrokken worden. Het lectoraat is binnen de Faculteit Economie en de hogeschool nog sterk een stand alone eenheid. Er wordt op het niveau van concrete projecten wel samenwerking gezocht en gevonden met andere lectoraten, maar naar ons oordeel moet dit inhoudelijker en strategischer. De noodzakelijke verbinding met lectoraten die kennis hebben in hard en soft skills heeft nog niet daadwerkelijk handen en voeten gekregen. We adviseren het lectoraat ervoor te zorgen dat de aanzetten tot verbinding die er al zijn tot resultaten komen. De inbedding in de regio is er wel, maar wordt niet expliciet als strategie geformuleerd. De visie van de hogeschool op de verbinding van de grote speerpunten in het onderzoek van de hogeschool met de grote speerpunten in de regio kan hier sterker als leidraad genomen worden. De aansluiting bij het speerpunt in de regio als Health Valley kan hier een voorbeeld van zijn. Het kan in de profilering van het lectoraat ook sterker naar voren worden gebracht. De productiviteit van het lectoraat is meer dan voldoende en het publicatieprofiel, vooral gericht op kennisdisseminatie, past bij de rol die het lectoraat in het domein wil spelen. We adviseren wel om de aanwezigheid op academische fora niet geheel uit te sluiten en een helderder onderscheid te maken tussen kennisontwikkeling en kennisdisseminatie. We hebben een sterke gerichtheid op kwaliteit binnen het lectoraat gezien. De kwaliteitszorg van het lectoraat is vooralsnog meer op output en waardering dan op impact gericht. We willen adviseren om de wijze waarop planning, evaluatie en verantwoording geschiedt sterk te vereenvoudigen door een beperkt aantal kritische prestatie-indicatoren te formuleren, aansluitend op de missie. Dat zou het terugblikken op de realisering van de missie helderder en eenvoudiger maken en ook de kwaliteitszorg en P&C-cyclus sterker kunnen richten en vereenvoudigen. Resumerend: Het lectoraat heeft een profilerende invloed gehad op de opleiding Logistiek en Economie. Vanuit de brede visie op logistiek, vertaald in een aanvulling op het competentieprofiel van de hbo-bachelor logistiek, heeft de opleiding een duidelijke eigen kleur gekregen die in overeenstemming is met deze brede visie op logistiek. Hiermee heeft de hogeschool een sterke troef in handen. Op het gebied van onderzoek en beroepspraktijk is de range aan activiteiten en aan onderwerpen van het lectoraat in relatie tot de personele capaciteit groot. Dit is geen belemmering geweest om resultaten op het gebied van onderwijs te realiseren, maar voor verdergaande ambities is meer focus nodig. De zorglogistiek lijkt ons de meest kansrijke sector. Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

9 Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

10 OPDRACHT EN WERKWIJZE Het lectoraat Het lectoraat Logistiek en Allianties is in 2002 ontstaan, binnen de Faculteit Economie, en heeft dus al een lange staat van dienst. Er zijn nu naast de lector vier docentonderzoekers aan verbonden. In de faculteit zijn inmiddels acht lectoraten, die gebundeld zijn in een kenniscentrum. Dit is nog van tamelijk recente datum. Het kenniscentrum heeft inmiddels vier programmalijnen benoemd, waar Supply Chain Management er één van is. Deze programmalijn valt samen met het lectoraat Logistiek en Allianties. Context van de visitatie De invoering van het landelijk kwaliteitszorgstelsel voor onderzoek in het hbo is in indirecte zin het kader waarbinnen deze evaluatie heeft plaatsgevonden. Een hogeschool wordt geacht het functioneren van de lectoraten extern te laten evalueren en dit systematisch aan te pakken. Over de systematiek en de uitvoering zal ze dan aan de VKO (Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek) verantwoording afleggen. Het directe kader waarbinnen de evaluatie is uitgevoerd is dat van het zich ontwikkelende systeem van kwaliteitszorg voor onderzoek. De hogeschool heeft een Kwaliteitskader voor onderzoek vastgesteld en daaruit een beoordelingskader afgeleid. Deze evaluatie is aan de hand van dit beoordelingskader uitgevoerd. Het CvB was de directe opdrachtgever. De commissie De commissie is samengesteld in afstemming met lectoraat en CvB en door het CvB benoemd. Zij bestond uit representanten van respectievelijk onderwijs, wetenschap en beroepspraktijk. De volgende personen maakten deel uit van de commissie: Prof. Jack A.A. van der Veen, Drs. Françoise N. van den Broek, Dhr. Gertjan Breij. Een uitgebreidere beschrijving van functies en kennisgebieden vindt u in Bijlage 1. Hobéon Management Consult voerde het secretariaat van de commissie, in de persoon van Foka M. Brouwer. In het vervolg van dit rapport zullen wij het afstandelijke de commissie loslaten, ten faveure van het directere wij. Dit weerspiegelt naar ons oordeel beter de wijze van benaderen die wij gehanteerd hebben en de aard van de gesprekken die we konden voeren met de representanten van het lectoraat en zijn omgeving. De opdracht Onze opdracht luidde: de onderzoekskwaliteit van het lectoraat te beoordelen op basis van de informatie die vooraf geleverd is, aangevuld met de gesprekken in een eendaagse visitatie te adviseren over de mogelijkheden tot verbetering dit alles in een rapportage vast te leggen. Aan deze algemene vragen zijn ten aanzien van dit specifieke lectoraat nog de volgende vragen aan de commissie voorgelegd: welke mogelijke aansluiting van dit lectoraat bij de andere programmalijnen in de faculteit ziet de commissie, en waar liggen de kansen voor aansluiting bij andere lectoraten elders in de hogeschool? In welke richting ziet de commissie het meeste potentieel? Aan deze vragen is in de onderhavige rapportage ook aandacht besteed. Het beoordelingskader Afgeleid uit het HAN Kwaliteitskader onderzoek heeft de HAN een beoordelingskader met tien onderwerpen ontwikkeld. De items hierin zijn: 1. Missie 2. Werkprogramma en portfolio 3. Onderzoeksprofiel Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

11 4. Inbedding en positionering binnen de HAN 5. Omvang van de onderzoekseenheid 6. de kwaliteit van de onderzoekseenheid om haar missie te realiseren 7. samenwerkingsverbanden en interne relaties 8. Publicaties, presentaties en andere producten van het onderzoek 9. kwaliteitszorg van de onderzoekseenheid 10. Output, impact en waardering Deze opbouw volgt een andere indeling dan de vijf vragen uit het zogenoemde Basisdocument 1. In het Beoordelingsprotocol heeft de HAN daarom een verbinding gelegd tussen het eigen beoordelingsprotocol en de vijf vragen. Deze is in de navolgende tabel zichtbaar. Vraag uit het Basisdocument Is er voldoende productiviteit, impact, waardering en erkenning op het gebied van kennisontwikkeling binnen het onderzoeksdomein; valorisatie naar beroepspraktijk en maatschappij; de betekenis voor onderwijs en scholing? Vindt een en ander plaats vanuit een relevante en uitdagende missie en een helder onderzoeksprofiel? Worden de missie en het onderzoeksprofiel geborgd door het portfolio en de wijze waarop de eenheid is georganiseerd? Is de inzet van mensen en middelen daarbij toereikend in kwalitatief en kwantitatief opzicht? Zijn de interne en externe samenwerkingsverbanden, netwerken en relaties daarbij voldoende relevant, intensief en duurzaam? Item in het HAN Beoordelingsprotocol 2 werkprogramma en portfolio 8 publicaties, presentaties en andere producten van het onderzoek 9 kwaliteitszorg 10 output, impact en waardering 1 missie 3 onderzoeksprofiel 4 inbedding en positionering binnen de HAN 2 werkprogramma en portfolio 7 samenwerkingsverbanden en interne relaties 5 Omvang onderzoekseenheid 6 Kwaliteit onderzoekers 4 Inbedding en positionering binnen de HAN 7 Samenwerkingsverbanden en interne relaties Door het volgen van het HAN Beoordelingsprotocol zijn daarmee, ook naar het oordeel van de evaluatiecommissie, alle vragen uit het Basisdocument beantwoord. De opdrachtgever heeft de commissie verzocht haar oordelen ook in een waarderingsschaal uit te drukken: onvoldoende, voldoende, goed of excellent. Achteraf de rekening opmakend hebben we de extremen onvoldoende en excellent niet gebruikt. De verschillende sub-items uit het kwaliteitskader aggregerend en afwegend kwamen we op de oordelen voldoende en goed uit. Nadere specificatie is af te leiden uit de woordkeus bij de verschillende onderdelen. De werkwijze Het lectoraat heeft een uitgebreide en informatieve Zelfevaluatie met voldoende onderliggende documentatie aangeleverd. De commissieleden hebben op basis hiervan een voorlopige score op de 10 items gegeven, aan de hand van het uitgewerkte beoordelingsprotocol, met daaraan verbonden hun aandachtspunten in de visitatie. Deze scores en aandachtspunten zijn bij elkaar gelegd en door de secretaris samengevat in een voorbereidingsdocument, dat de grondslag en leidraad voor het vooroverleg van de commissie vormde en ook in de visitatie benut is. De visitatie heeft plaatsgevonden op 9 juni Het programma is opgenomen als Bijlage 2. De gesprekken konden in een open sfeer gevoerd worden en zijn aan beide zijden van de tafel als plezierig en inhoudelijk boeiend ervaren. Het conceptrapport is op 15 augustus 2011 aan het lectoraat aangeboden voor hoor en wederhoor. De voorzitter heeft, na verwerking van correcties op feitelijke onjuistheden, het definitieve rapport vastgesteld en aan het CvB van de hogeschool aangeboden. 1 Kwaliteitszorgstelsel ten aanzien van het onderzoek aan hogescholen Basisdocument. Nadere uitwerking van het brancheprotocol kwaliteitszorg onderzoek (BKO) in een kwaliteitszorgstelsel. HBO-Raad, december Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

12 HET LECTORAAT LOGISTIEK EN ALLIANTIES 1. Missie Missie van de onderzoekseenheid en bijdrage van de onderzoekseenheid aan het realiseren van de HANmissie m.b.t. onderzoek Criteria: 1. De onderzoekseenheid heeft een missie geformuleerd die leidend is voor haar werkprogramma en die in termen van specifieke, meetbare, acceptabele, realistische en tijdgebonden resultaten beschrijft hoe het onderzoek van de eenheid bijdraagt aan o o o Onderwijs en scholing Valorisatie naar beroepspraktijk en maatschappij Kennisontwikkeling binnen het onderzoeksdomein inzicht geeft in regionale, landelijke en internationale ambities; uitdagend is en wordt gedragen door de leden van de onderzoekseenheid en door relevante belanghebbenden; 2. De missie van de onderzoekseenheid en de samenstelling van lectoraten sluiten aan bij de HAN missie m.b.t. onderzoek Oordeel voldoende Overwegingen De missieformulering van het lectoraat luidt in het Zelfevaluatierapport: Het lectoraat wil door middel van praktijkgericht onderzoek op het gebied van harde en zachte factoren in Supply Chain Management een bijdrage leveren aan het verder professionaliseren van docenten, het upgraden van het niveau van studenten, professionals in de beroepspraktijk en onderzoekers. Dit doet het lectoraat zodanig dat de door praktijkgericht onderzoek verworven resultaten leiden tot verdieping en verhoging van het niveau van onderwijs en scholing, het effectiever en efficiënter opereren van de beroepspraktijk en maatschappij, en een verdiepende bijdrage aan kennisontwikkeling en deling in SCM. Daartoe wil het lectoraat een nationaal en internationaal erkend expertisecentrum worden. In deze missieformulering is veel vertegenwoordigd: - De inhoudelijke focus is de combinatie van harde en zachte factoren in Supply Chain Management. - Het onderzoek is geen doel, maar middel tot verdere professionalsering van verschillende groepen professionals. - De volgorde waarin deze groepen, gerelateerd aan de resultaatgebieden van het lectoraat (onderwijs, beroepspraktijk & maatschappij, het kennisdomein), genoemd worden weerspiegelt de prioritering hiervan in het werk van het lectoraat. - Er spreekt een grote ambitie uit, namelijk de wil om een nationaal en internationaal erkend expertisecentrum te worden. In de verdere uitwerking van de missie in het betreffende hoofdstuk zijn er nog veel andere aspecten geëxploreerd: een visie op logistiek waarin het ketendenken centraal staat, een visie op praktijkgericht onderzoek, een visie op de samenhang tussen de drie resultaatgebieden, een strategie waarin de drie resultaatgebieden, vier speerpunten en drie domeinen benoemd en met elkaar verbonden worden, dit alles uitmondend in een tienpuntenplan. Het ketendenken staat bij het lectoraat voor de brede benadering van logistiek, waarbij niet alleen de efficiency en optimalisering van de goederenstromen, maar ook de ketenregie onderdeel van de logistiek is en wellicht de beste invalshoek voor optimalisering. Dit heeft gevolgen voor de noodzakelijke competenties van de logistiek manager: die hoort niet alleen de harde kant van het vak te beheersen, maar moet ook in staat zijn om de organisatie waar hij werkt tot dit ketendenken te brengen en de omringende partijen daarin mee te nemen. Zonder hen geen keten Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

13 immers. De vaardigheden om dit binnen organisaties tot stand te brengen, aangeduid als soft skills behoren tot de basiscompetenties van de logistiek manager. De begrippen soft skills en Supply Chain Management staan centraal in de inhoudelijke positiebepaling van het lectoraat binnen het logistieke veld. Een nadere precisering van wat de begrippen inhouden is o.i. nog nodig om deze positiebepaling nader te onderbouwen. Als de vier speerpunten zijn benoemd: - Onderwijsgericht onderzoek, d.i. onderzoek dat direct ten goede komt aan het onderwijs; - Regionaal onderzoek, met name gericht op ontwikkeling van regionale netwerken; - Nationaal en internationaal onderzoek, om aansluiting te kunnen krijgen met andere onderzoeksinstellingen; - Speciaal onderzoek, zoals de vrije ruimte benoemd wordt die het lectoraat nodig heeft om direct in te kunnen gaan op onderzoeksvragen vanuit de omgeving. Vooruitlopend op onze conclusie over de missie van het lectoraat kunnen we nu alvast zeggen, dat wij dit niet als speerpunten zien, maar eerder als illustratie van het niet-kiezen van speerpunten. Immers de speerpunten samen zijn zo veel omvattend dat het niet duidelijk meer is welke keuzes het lectoraat hier maakt. Als domeinen, dwz toepassingsgebieden van logistieke kennis, zijn benoemd - Het goederentransport; feitelijk het traditionele en nog steeds grote toepassingsgebied van logistiek. - De zorg; een toepassingsgebied waar veel logistieke vragen en problemen liggen, maar er nog weinig op de sector toegespitste kennis en toepassingen ontwikkeld zijn. - Fast Moving Consumer Goods (FMCG), een sector waarin de directe vertaling van marktontwikkelingen in goederenstromen leidt tot interne spanningen tussen de logistieke en sales-afdelingen van bedrijven en externe spanningen tussen merkfabrikanten en retailers. In deze spanningsvelden zou een breder opgeleide logistiek manager een belangrijke rol kunnen spelen. Het is een voor het lectoraat nieuw domein, dat in het werkprogramma voor de komende jaren pas goed zichtbaar wordt. De drie resultaatgebieden Het lectoraat ziet als belangrijkste uitdaging het ingebed krijgen van het onderzoek in de onderwijsorganisatie. Feitelijk zijn de keuzes die op de andere resultaatgebieden gemaakt moeten worden afhankelijk van hun waarde voor het resultaatgebied onderwijs. De mogelijkheden voor het doen van onderzoek zijn legio, maar de onderwerpkeuze wordt primair gemaakt op basis van de bijdrage die het levert aan de kennisbehoefte van het onderwijs, de vernieuwing van het curriculum en de professionalisering van de docenten. In het uitgevoerde en voorgenomen programma wordt dit nader geïllustreerd. De visie op het resultaatgebied beroepspraktijk & maatschappij weerspiegelt deze keuze (de bijdrage aan het onderwijs centraal te stellen) heel duidelijk: de visie is van binnen naar buiten werken, d.w.z. vanuit de onderwijskant kiezen op welke thema s de beroepspraktijk benaderd wordt. Het is een visie die in bepaalde zin tegendraads is; in het algemeen kiezen lectoraten voor van buiten naar binnen. Ook, en in verband hiermee, is de keuze vaak: eerst een basis ontwikkelen in goed praktijkgericht onderzoek, daarmee en daarin een eigen positie in de beroepspraktijk verwerven en vervolgens de resultaten hiervan inbrengen in het onderwijs. Deze lector formuleert het andersom: het onderzoek dat je doet is eerst en vooral een middel om docenten te scholen. En ja, natuurlijk vindt dit in de beroepspraktijk en ten bate van de beroepspraktijk plaats, dat is de aard van het onderzoek in het hbo. Iets dergelijks kan gezegd worden m.b.t. de doelstellingen op het gebied van kennisontwikkeling en de ambitie om nationaal en internationaal erkend expertisecentrum te worden. Het bereiken van deze doelstelling is afhankelijk van de mate waarin de docenten in de opleiding in staat zijn zo n expertisecentrum te dragen. En daar was en is een lange weg te gaan. De nadruk binnen het lectoraat ligt hiervoor op netwerkvorming en op kenniscirculatie daarbinnen, eerder dan op kennisontwikkeling zelf. Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

14 Deze visie op het relatieve gewicht van de drie resultaatgebieden resulteert in criteria voor het al of niet oppakken van thema s, projecten etc.: het eerste criterium is of het bijdraagt aan het onderwijs, het tweede of het aantoonbaar nuttig is voor een bedrijf, het derde of het bij kan dragen aan de netwerkopbouw en de financiering van het werk. In het tienpuntenplan worden de resultaten van deze keuze helder zichtbaar: de uitwerking op de verschillende logistieke domeinen is vaak gedaan in termen van wat er voor het onderwijs geleverd gaat worden. De uitwerking in concrete prestatie-indicatoren is juist weer naar de resultaatgebieden gedaan en heel concreet benoemd in aantallen: zoveel modules, zoveel nieuwe opleidingen, zoveel geschoolde docenten, uitgevoerde onderzoeks- en adviesopdrachten, georganiseerde conferenties, gehouden presentaties, gepubliceerde artikelen etc. Aan de ene kant is de keuze voor wat centraal staat, namelijk het onderwijs, volstrekt duidelijk. Aan de andere kant is het pakket van resultaten dat het lectoraat wil leveren, ook op de andere gebieden, er niet minder om. Daarmee ontstaat een situatie waarbij weliswaar het lectoraat weliswaar een duidelijke volgorde van prioriteiten heeft, maar waar tegelijkertijd de ambities op alle genoemde aspecten zeer groot zijn. Betrokkenheid van belanghebbenden De opleiding Logistiek en Economie is, zo is ons in de gesprekken gebleken, duidelijk blij met de prioriteit die het lectoraat aan onderwijs geeft en men plukt daar ook de vruchten van. De keuze voor de manier waarop het lectoraat deze doelstelling wil bereiken, namelijk via een teach-theteachers strategie,wordt door de opleiding ondersteund. Binnen de bredere context van de hogeschool zien we wel fricties: - Het bredere kenniscentrum van de economische faculteit, waar het lectoraat deel van uitmaakt, heeft voor het lectoraat weinig betekenis en zeggingskracht. Het ziet de samenwerking met andere lectoraten, zowel binnen als buiten dit kenniscentrum, vooral zinvol op het operationele vlak, op projectbasis. Terwijl de hogeschool en de faculteit hier ook graag meer strategische samenwerking en afstemming ziet. - In de visie van de hogeschool op de plaats en betekenis van onderzoek lijkt de nadruk sterker op het onderzoek zelf te liggen, en is het uitgangspunt eerder van buiten naar binnen werken dan andersom. De ambitie om een erkende University of Applied Science te worden sluit hierbij aan. We sluiten overigens niet uit dat de zo geformuleerde tegenstelling tussen de twee benaderingen scherper is dan de praktijk van het lectoraat rechtvaardigt. We hebben in het feitelijk functioneren van het lectoraat verschillende voorbeelden gehoord van het van buiten naar binnen werken, zoals het binnenbrengen van onderzoeksvragen en het reageren op een aanwijsbare behoefte in het werkveld aan voor hen handzaam verwerkte disciplinaire kennis door de productie van handboeken. We hebben geen indicaties gezien, dat het werkveld een invloedrijke gesprekspartner is voor de bepaling van de inhoudelijke doelen en profilering van het lectoraat. Dit neemt niet weg, dat er veel draagvlak is voor het uitgangspunt dat soft skills belangrijke competenties van logistiek managers vormen en onderzoek naar de combinatie van harde en zachte factoren in de logistiek zinvol en nuttig is. Men acht dit van belang voor alle branches waarin logistiek aan de orde is. Wel blijkt er betrokkenheid van het werkveld bij de discussie over de focus in branches, zonder dat dit overigens branche-overstijgend en strategisch wordt afgewogen. De zorgsector is in de regio een belangrijke en omvangrijke branche, de regio wil zich profileren als Health Valley, dus aansluiting hierbij heeft een zekere logica. Voor de keuze van de onderwerpen Transport en FMCG lijkt een dergelijk voor de hand liggende reden niet onmiddellijk beschikbaar. Het Kennisakkoord Logistiek, waarin kennisinstellingen en organisaties op het terrein van logistiek en transport zich verbonden hebben, wordt door alle partijen als belangrijke stap gezien. Een taakverdeling tussen de kennisinstellingen in de termen van een verdeling van onderzoeksgebieden Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

15 en prioriteiten lijkt daar nog niet aan de orde. Ook is er geen ander forum waarop de kennisinstellingen dergelijke afspraken maken. Dit is jammer, het zou kleinere onderzoekseenheden als dit lectoraat beslist ondersteunen als het gaat om het vinden van een nadere focus. Voorlopig moet het deze keuze zelf maken. Conclusie Naar ons oordeel zijn missie en doelstellingen te breed om echt sturend te kunnen zijn voor het werk van het lectoraat. Het onderscheid in missie, speerpunten (die geen speerpunten zijn), deeldomeinen waarop gewerkt wordt en resultaatgebieden helpt niet bij de operationalisering van de doelstellingen. We willen het lectoraat uitdagen de missie en doelstellingen meer te concretiseren middels een zogenoemde one page strategy met daarin ook de Kritische Prestatie Indicatoren waaraan het zichzelf wil meten bij de reflectie en verantwoording over deze missie. Een dergelijke aanpak kan meer duidelijkheid geven over de prioriteiten en keuzes, een goed communicatie-instrument zijn en helpen bij de planning en verantwoording. Op één aspect is er wel een duidelijke keuze gemaakt, namelijk de bijdrage aan het onderwijs centraal en richtinggevend te stellen en hiervoor de strategie van teach-the-teachers in te zetten. Verbonden aan deze keuze is spreiding van de energie over drie branches o.i. aanvaardbaar. Voor de eveneens geformuleerde ambitie om tot een breed erkend expertisecentrum te worden is dit een te breed terrein, waarop mede gerelateerd aan de omvang van het lectoraat niet de hiervoor noodzakelijke diepgang in het onderzoek te bereiken is. We adviseren om deze keuzes opnieuw in samenhang met elkaar tegen het licht te houden. Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

16 2. Het werkprogramma en portfolio van de onderzoekseenheid De borging van de missie van de onderzoekseenheid. Kwaliteitscriteria 1. De onderzoekseenheid heeft een of meer onderzoeksprogramma s uitgewerkt die aantoonbaar bijdragen aan de geformuleerde doelstellingen: Het onderzoek draagt bij aan verhoging van de kwaliteit van het onderwijs door middel van o o o o Doorwerking in het curriculum; Studiemateriaal en onderwijsvormen; Bijdragen aan onderzoeksvaardigheden van studenten; Bijdrage aan de professionalisering van docenten. Valorisatie naar beroepspraktijk en maatschappij o Het onderzoek draagt bij aan het oplossen van problemen en aan toepassing in de beroepspraktijk; o Het onderzoek is maatschappelijke relevant en robuust. De kennisontwikkeling binnen het onderzoeksdomein is o Duidelijk en herkenbaar; o Relevant voor de maatschappelijke omgeving 2. Het portfolio van de onderzoekseenheid en de onderzoeksthema s zijn dekkend voor de geformuleerde missie. Oordeel Voldoende Overwegingen De feitelijke activiteiten van het lectoraat, het uitgevoerde en deels het beoogde werkprogramma, zullen we naar de drie resultaatgebieden afzonderlijk uitsplitsen. We nemen de visie van het lectoraat, namelijk dat een activiteit het liefs aan de drie resultaatgebieden tegelijk bijdraagt, graag mee, maar bespreken ze desondanks afzonderlijk. Bijdrage aan de kwaliteit van het onderwijs Het lectoraat heeft onderzocht, welke eisen de beroepspraktijk stelt aan afgestudeerde logistiek managers. Hier bleken vooral de zogenoemde soft skills, veranderkundige en samenbindende competenties, belangrijk te zijn in het werkveld, naast de vanzelfsprekende harde, rekenkundige vaardigheden. De soft skills waren nog onvoldoende in de opleidingen vertegenwoordigd en vanuit het lectoraat zijn aanpassingen in het curriculum geïnitieerd om meer aan de eisen van de omgeving tegemoet te komen. Het lectoraat heeft meerdere inhoudelijke bijdrage geleverd, door o.a. tools, cases, modules en minors te ontwikkelen. Ook draagt het lectoraat bij aan de Masteropleiding Bedrijfskunde in Zorg en Dienstverlening. In de toekomst wil het lectoraat deze en dergelijke bijdragen blijven leveren, ook door de curriculumcommissies te adviseren en deel te nemen in de beroepenveldcommissie. Professionalisering van docenten is een belangrijk doel van het lectoraat. Een van de manieren is geweest en zal blijven het openstellen van het uitgebreide netwerk van de lector voor docenten, bv voor het lopen van docentstages. Meerdere docenten hebben dit al gedaan en naar volle tevredenheid. Ook aan het verwerven van stage- en afstudeeropdrachten draagt de lector via zijn netwerk sterk bij. Voor de komende periode is een plan gemaakt, waarin de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden van docenten systematisch wordt aangepakt: alle docenten zullen - steeds voor een half jaar - betrokken worden bij een kleiner of groter onderzoek, dat bijdraagt aan de oplossing van logistieke problemen in de beroepspraktijk en dat tegelijkertijd hun onderzoeksvaardigheden ontwikkelt. Want onderzoeksvaardigheden ontwikkel je door onderzoek te doen, zo is het uitgangspunt. De helft van hen zal, zo is de bedoeling, ook over dit onderzoek gaan publiceren. De thema s lijken minstens zo sterk door de wensen en vakgebieden van de docenten zelf als door een leidend onderzoeksprogramma gestuurd te worden. Het gevaar van nog verdere versnippering is niet denkbeeldig. Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

17 De onderzoeken die de docenten gaan doen zullen ook een bijdrage aan de beroepspraktijk zijn, net als de boeken die het lectoraat van zins is te gaan publiceren en waaraan genoemde docenten bij zullen kunnen dragen. De onderzoeksvaardigheden van studenten worden verhoogd, doordat de afstudeerbegeleiders op deze wijze hun eigen onderzoeksvaardigheden aanscherpen of ontwikkelen. Ook het ontwikkelen en ter beschikking stellen van verschillende op logistieke analyse gerichte tools ziet het lectoraat als bijdrage aan de onderzoeksvaardigheden van studenten. De werkelijke deelname van studenten in het onderzoeksprogramma van het lectoraat lijkt beperkt en vooral gericht op de masterstudenten. Deze nog beperkte deelname van studenten in onderzoeken is gezien de gerichtheid op onderwijs teleurstellend. Voor studenten geldt net als voor docenten, dat zij onderzoeksvaardigheden ontwikkelen door onderzoek te doen. Het is aan te raden hier systematischer aan te werken. Bijdrage aan beroepspraktijk en maatschappij De bijdrage aan de beroepspraktijk is gelegen in bijv. het ontwikkelen van tools voor bedrijven, en door publicaties te maken die de bestaande kennis ter beschikking stellen het werkveld. Een goed voorbeeld is de grote publicatie, in de vorm van een reeks leerboeken, die gemaakt is over de goederenlogistiek in ziekenhuizen. Het is een publicatie die in de sector als standaard en leidend gezien wordt en daarmee ook een voorbeeld van de rol die het lectoraat speelt in de vertaling van kennis naar toepassingsgebieden in het werkveld. Bijdrage aan kennisontwikkeling en kennisdeling Bij de kennisontwikkeling moeten we bij dit lectoraat vooral aan enerzijds ontwerp en ontwikkeling denken, anderzijds aan kennisdeling. Er zijn verschillende tools voor het logistieke werkveld ontwikkeld die daar ook toepassing vinden. Kennisdeling speelt een prominente rol in het werk van het lectoraat, waarmee het ook zeer zichtbaar naar buiten treedt. De kennisontwikkeling vindt altijd in netwerken en samenwerkingsprojecten plaats en is in ieder geval naar de output te oordelen vooral gelegen in het al genoemde vertalen van kennis naar de beroepspraktijk, in de vorm van tools en vakpublicaties.. Het voornemen is om de aandacht gelijkelijk over de drie gekozen sectoren te verdelen. In het nu gerealiseerde werk is naar de inschatting van het lectoraat transport vooralsnog het grootste gebied, met zorg als goede tweede. Het nieuwere terrein van FMCG is qua kennisontwikkeling en deling nog niet goed zichtbaar. Het lectoraat schat de verhouding Transport/Zorglogistiek/FMCG/Overig op 40/30/15/15. Wij hadden in de visitatie het beeld, dat zorglogistiek het meest prominente deel was. We willen hier niet over twisten, we kunnen hieruit wel concluderen, dat er geen duidelijke manier van meten is om dit echt te weten. In de check op de verbinding tussen concrete doelstellingen en werkprogramma is dit een aandachtspunt. De voorgenomen productie op kennisontwikkelings- en delingsgebied is niet gering, in ieder geval af te lezen aan het aantal voorgenomen publicaties en de eveneens voorgenomen deelname in landelijke en internationale onderzoeksprojecten. Inhoudelijk zal het onderzoeksprogramma nog een duidelijke keuze moeten maken: wil het lectoraat zelf onderzoek doen naar de betekenis van de zachte factoren, of op dit punt vooral verbinding zoeken met andere onderzoekers en onderzoeksresultaten en het accent leggen op de vertaalslag naar het logistieke werkveld. Conclusie Uit het geheel blijkt duidelijk, dat de betrokkenheid op het onderwijs geheel in lijn met de missie het sterkst is. De bijdragen aan de curricula hebben de opleiding sterk beïnvloed en gekleurd. Er is nog weinig zichtbaar van het betrekken van studenten bij onderzoeken van het lectoraat. Dit is op zich in lijn met de teach-the-teachers strategie, maar we willen adviseren toch systematischer te werken aan de participatie van studenten in onderzoeken van het lectoraat, niet alleen van masterstudenten, maar ook van studenten uit de bacheloropleiding. De kennisdeling was met name de laatste jaren vooral gericht geweest op de transport- en zorgsector. Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

18 Door kennisontwikkeling steeds in netwerken te positioneren is deze, zo stelt het lectoraat zelf ook vast, kwetsbaar en afhankelijk van anderen. Hier is o.i. meer reflectie op mogelijk dan het lectoraat zelf levert, namelijk zich voor te nemen vooral sterk in die netwerken te opereren. Aandacht besteden aan de ontwikkeling van een steviger eigen onderzoeksprogramma is een net zo zinvolle optie. De bepaling van de plaats van onderzoek naar zachte factoren, profilerende invalshoek van dit lectoraat, is daarbij een aandachtspunt. Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

19 3. Het onderzoeksprofiel De onderzoeksbenadering in termen van standaarden en methoden en technieken Kwaliteitscriteria 1. De onderzoekseenheid kan aantonen c.q. legitimeren dat zij een onderzoeksbenadering hanteert die voldoet aan wetenschappelijke standaarden. 2. De onderzoekseenheid kan de samenhang tussen de missie, onderzoeksthema s en het onderzoeksprofiel, en de gebruikte wetenschappelijke standaarden en onderzoeksmethoden en technieken onderbouwen. Oordeel Voldoende Overwegingen Het lectoraat lijkt niet makkelijk aansluiting te vinden bij het zich ontwikkelend discours over praktijkgericht onderzoek in het hbo. Vanuit het CvB hebben wij een veel helderder definitie van praktijkgericht onderzoek gehoord dan vanuit het lectoraat. In de Zelfevaluatie wordt de wetenschappelijkheid enerzijds alleen gerelateerd aan de dataverzameling, anderzijds worden álle activiteiten die vanuit het lectoraat ondernomen als onderzoek gelabeld. Wij achten dit geen zinvolle invulling van wat praktijkgericht onderzoek is en het methodologisch profiel daarvan. Hier lijkt de angst om onderzoek te gaan doen omwille van het onderzoek zelf het denken beheerst te hebben en o.i. is dat binnen het hbo al een afgesloten discussie. Door deze amorfe definitie van onderzoek was het voor ons lastig om uit de publicatielijsten een goed beeld te krijgen van de onderzoeksbenadering in termen van standaarden en methoden en technieken. We hebben het beeld gekregen, namelijk dat het lectoraat vooral sterk is in de vervulling van de brugfunctie, de vertaling van vakkennis naar de beroepspraktijk en naar het onderwijs. Ook zijn er instrumenten ontwikkeld ten behoeve van de beroepspraktijk en dat is een belangrijke uitkomst van toepassingsgericht onderzoek. Hoe hierbij de relatie tussen ontwerp en onderzoek gelegen heeft en ligt, daarvan hebben we niet een voldoende scherp beeld gekregen. De wijze waarop in ieder geval in de Zelfevaluatie aangekeken wordt tegen de betekenis van promotieonderzoek duidt niet op een sterke verankering in de discussies over wetenschap en toepassing. De risico s van een te sterke doe-gerichte en te weinig reflectieve benadering van de vragen die vanuit de beroepspraktijk omhoog komen worden in het Zelfevaluatierapport wel goed benoemd; men heeft voldoende oog voor de betekenis van onderbouwing van beweringen en instrumenten. In de gesprekken bleek ook dat er aandacht voor het vraagstuk is, zo wordt overwogen of de narratieve benadering een zinvolle aanvulling op het methodologisch arsenaal zou kunnen zijn, met name bij het onderzoek naar de soft skills in de beroepspraktijk. Conclusie Naar ons oordeel is het belangrijk, dat het lectoraat aansluiting zoekt bij de visie op onderzoek die in het hbo en ook in de HAN zich ontwikkelt, ook in de hogeschoolbreed uitgevoerde scholingstrajecten en in discussies met andere onderzoekers, en de uitkomsten hiervan benut voor het eigen werk. De uitbreiding van de methodologische kennis staat op de agenda, maar kan met meer gevoel van urgentie aangepakt worden. Ook over het benutten van promotietrajecten voor de eigen onderzoekslijnen kan het lectoraat sterker bij de HAN-ontwikkelingen aansluiten. Met deze verbeteringen zijn de door het lectoraat zelf gesignaleerde risico s van een te sterke oplossingsgerichtheid beter beheersbaar. Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

20 4. Inbedding en positionering binnen de HAN De herkenbaarheid van de onderzoekseenheid binnen de HAN-organisatie. Kwaliteitscriteria 1. De onderzoekseenheid is wat betreft organisatie en personeelsbeleid effectief ingebed in de Hogeschool om haar missie en strategie te realiseren. 2. Tussen de onderzoekseenheid en de faculteit / hogeschool zijn expliciete afspraken gemaakt ten aanzien van activiteiten ten behoeve van het onderwijs en de scholing van docenten. Oordeel Goed Overwegingen In de gesprekken is ons duidelijk geworden hoezeer de ontwikkeling van de onderzoeksfunctie in de hogeschool gedragen wordt door de verschillende lagen in de organisatie. CvB, faculteitsdirectie en instituutsmanagers hebben elk hun duidelijke rol in het geheel. We hebben wel inhoudelijk schurende elementen gezien in deze gemeenschappelijkheid, zoals de betekenis van kenniscentra of de verhouding onderzoek-onderwijs, maar de structurele elementen van inbedding zijn in orde. Organisatorische inbedding Er is voor de aansturing van lectoren een structuur die parallel loopt aan de bestaande structuur rond het onderwijs. Binnen de Faculteit Economie is er één kenniscentrum, waarin alle lectoraten van de faculteit gebundeld zijn. Deze zijn op zoek gegaan naar een gemeenschappelijk onderzoeksthema dat bindend zou kunnen werken voor de tot nu toe los van elkaar opererende lectoraten. Dit thema is benoemd als het Ontwikkelen van excellente organisaties. We hebben niet kunnen vaststellen, dat dit thema voor het lectoraat Logistiek en Allianties echt betekenis heeft. Vanuit het lectoraat gezien gaat het vooral om samenwerking op basis van concrete projecten op thema s die voor het lectoraat relevant zijn, bijv. binnen de programmalijn Leiderschap, HRM en Communicatie. De samenwerking buiten de faculteit, bijv. met de kenniscentra op het gebied van Zorg, of met het lectoraat Lean en met andere lectoraten op het gebied van logistiek bij andere hogescholen (zoals in het Kennisakkoord Logistiek II), kunnen net zozeer aan de orde kan zijn als die met de lectoraten uit de Faculteit Economie. Binnen de faculteit Economie fungeert een Stuurgroep Onderzoek, waarin de faculteitsdirecteur, drie instituutsdirecteuren, de onderzoeksbeleidsmedewerker en drie lectoren zitting hebben. De lectoren vervullen een belangrijke rol in het vormgeven van het onderzoeksbeleid van de faculteit, maar het is een verantwoordelijkheid van de faculteit deze onderzoekslijn neer te zetten. De faculteit is ook eigenaar van de zogenoemde O&O-gelden (Onderwijs & Onderzoek), de vanuit de lump sum geoormerkte gelden voor stimulering van het onderzoek in het onderwijs. De diensten die vanuit de lectoraten aan de opleidingen worden verleend worden hieruit gefinancierd. Het veronderstelt én stimuleert heldere afspraken over wat die diensten dan zijn. Het lectoraat legt verantwoording van het werk af aan de faculteitsdirecteur. Met de instituutsleiding het instituut waar de opleiding Logistiek en Economie deel van uitmaakt - is er tweemaandelijks afstemmingsoverleg. Met de opleiding Logistiek en Economie heeft het lectoraat een heel directe werkrelatie. De lector is de lector van de opleiding, zo wordt het aan beide kanten beleefd. Er is overleg met docenten, de opleidingscoördinator en de praktijkcoördinator. De lector neemt deel in de beroepenveldcommissie van de opleiding, deze commissie heeft de taak ook te adviseren op het gebied van onderzoek. Dit zijn de wegen waarlangs al genoemde bijdragen, zoals het ontwikkelen van onderwijsdelen en het beschikbaar stellen van het netwerk van de lector voor de opleiding, van lectoraat naar opleiding gaan en vice versa de vragen van de opleiding bij het lectoraat terecht komen. Het werkt naar beider tevredenheid. HRM-beleid Een belangrijke verbinding tussen de onderwijs- en de onderzoekspoot in de hogeschool betreft het HRM-beleid. In het lectoraat Logistiek en Allianties zijn vier docent-onderzoekers actief en dat voor Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

21 meerdere jaren. Hiernaast worden docenten op projectbasis bij het werk betrokken. Voor beide aanstellingsvormen is er afstemming met de instituutsdirecteur en de opleidingscoördinator. In zowel de Zelfevaluatie als tijdens de gesprekken wordt hierbij vooral de nadruk gelegd op de ontwikkelingskansen die het biedt voor de betreffende docenten. Een belangrijk middel voor de ontwikkeling van de onderzoeksvaardigheden is het al eerder genoemde plan om alle docenten in de komende vier jaar een half jaar bij een onderzoek te betrekken. De doelstelling is vooral om onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen waarbij het resultaat in de vorm van onderzoeksresultaten op het tweede plan lijkt te staan. Het plan zelf heeft al het effect, dat onderzoek en lectoraat niet meer een ver-van-mijn-bed-show is, zoals bij veel opleidingen het geval is, maar dat íedereen nieuwsgierig en gretig is naar dit halve jaar. In die zin heeft de teach-the-teacher strategie zichtbaar effect. Een aanscherping van het beeld van wat praktijkgericht onderzoek is, iets wat door de hogeschool ook in de hogeschoolbrede scholingstrajecten verspreid wordt, kan het effect hiervan op de cultuur in de opleiding versterken. Het meenemen van studenten hierin staat nadrukkelijk op de agenda, maar als vervolg hierop, niet als iets dat nu al goed uitgevoerd kan worden. We zien dit als een gemiste kans, we houden het voor mogelijk en wenselijk om de stap naar de studenten nu al te maken en hen systematisch te betrekken bij de onderzoeksprojecten die in het kader van het scholingsplan voor docenten uitgevoerd gaan worden. Het functiegebouw Het mag inmiddels duidelijk zijn: we spreken hier over een lectoraat dat heel dicht bij het onderwijs staat, met name bij de docenten. Een aandachtspunt hierbij is het functiegebouw: welke functies wil je in het docentencorps hebben en hoe moet in deze verschillende functies de verbinding onderwijs-onderzoek zichtbaar worden? Dit is binnen de opleiding / het instituut nog niet uitgekristalliseerd. Docenten met onderzoeksvaardigheden, docent-onderzoekers, hogeschooldocenten, lectoren: ze hebben allemaal een rol te spelen in de verbinding onderwijsonderzoek. Een verheldering van de competenties en verantwoordelijkheden die verbonden zijn met de verschillende functies is aan te bevelen. Veel van wat het lectoraat gedaan heeft (onderzoek naar vereiste competenties, ontwikkeling van modules etc.) kan op een gegeven moment ook door docenten uitgevoerd worden en dan kan van het lectoraat een specifiekere bijdrage gedefinieerd worden. Goede samenspraak tussen lectoraat en opleiding is hierin van belang. De voorwaarden zijn hiervoor aanwezig, naar ons oordeel is er een aanscherping mogelijk en nodig van ieders verantwoordelijkheden. Conclusie De verbinding tussen lectoraat en onderwijs is hecht en productief. De structuur van de inbedding in de hogeschool is in orde. Er zijn wel inhoudelijk schurende elementen tussen hogeschool en lectoraat, zoals de betekenis van kenniscentra of de verhouding onderzoek-onderwijs, maar de structurele elementen van inbedding zijn in orde. In het HRM-beleid kan de differentiatie in de docentenfuncties sterker verbonden worden met differentiatie in onderzoeksfuncties. Van dit laatste is nog te weinig sprake. Aansluiting bij het HRM-beleid in de hogeschool waarin dit ook aan de orde is zou hier aan bijdragen. Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

22 5. Omvang van de onderzoekseenheid Inzet van mensen en middelen. Kwaliteitscriteria 1. De onderzoekseenheid heeft voldoende capaciteit om haar werkprogramma en portfolio aan projecten uit te voeren. 2. De onderzoekseenheid heeft voldoende structurele middelen voor de ontwikkeling en uitvoering van duurzame onderzoeksprogramma s. Oordeel Voldoende Overwegingen De personele bezetting van het lectoraat is in het licht van de ambities krap. Het gaat bijv. in 2010 om een formatie van 2,27 fte. Voor de uitvoering van projecten wordt hier dan zo nodig extra capaciteit vanuit de opleiding Logistiek en economie bij gezocht en bijna altijd gevonden. Het gaat vaak om een beperkt aantal uren. Van deelname van studenten in onderzoeksprojecten is niet systematisch sprake, dus ook daar lijkt op korte termijn niet een uitbreiding van capaciteit van te verwachten. Het lectoraat krijgt basisfinanciering vanuit de O&O-gelden; dit is met name bedoeld voor de bijdrage die vanuit het lectoraat aan het onderwijs geleverd wordt, in de vorm van onderwijs of onderzoek. Daarnaast is er een tweede en derde geldstroom, respectievelijk onderzoeksfondsen en onderzoek-in-opdracht. De laatste twee stromen zijn opgedroogd cq. nemen af. Wij houden dit voor een zorgelijke ontwikkeling. Hoewel beslist niet één op één en met een tijdshorizon van één jaar, maar op langere termijn kan men de tweede geldstroom o.i. zien als een erkenning van de positie van een onderzoekseenheid in het kennisdomein, en de derde geldstroom als erkenning van de toegevoegde waarde voor de beroepspraktijk. We beseffen zeer, dat het in de logistieke sector niet gebruikelijk is om extern onderzoek te financieren en dat het daarenboven momenteel financieel erg krap is in de sector. Wij zijn van mening dat het verwerven van tweede en derde geldstroom desalniettemin en tot op zeker hoogte een van de prestatie-indicatoren van het lectoraat zou moeten zijn. De omvang van het lectoraat maakt natuurlijk ook, dat het wegvallen van één project of opdrachtgever direct relatief grote gevolgen heeft. Deze omvang maakt kwetsbaar. We hebben dit gevoel van kwetsbaarheid kunnen waarnemen en ook gezien, dat het voor het lectoraat aanleiding is om naar verbindingen met andere lectoraten te zoeken. We denken dat dit wijs is. Drie resultaatgebieden Ook in verhouding tot het werkprogramma is de omvang klein. Het volhouden van de stroom van alle publicaties, conferenties, onderwijsbijdragen tezamen is met de huidige bezetting niet reëel. Dan ook nog op drie terreinen (transport, zorg en FMCG) nieuwe kennis te willen ontwikkelen: het lijkt onmogelijk. We zijn onder de indruk van wat er kwantitatief aan activiteiten, netwerkinitiatieven en publicaties is gepresteerd, maar het komt ons voor als onvermijdelijk dat er een accent gekozen zal moeten worden. Het accent ligt nu op de ondersteuning van de opleiding(en) en op dat punt kunnen de voorgenomen bijdragen wellicht geleverd worden. Maar om met de huidige omvang op drie inhoudelijke terreinen iets voor het werkveld te betekenen lijkt ons ondoenlijk. Onder deze voorwaarden wordt men geen expertisecentrum dat in het logistieke veld een duidelijk gezicht zal hebben. Conclusie Het opdrogen van tweede en derde geldstroom is een zorgelijke ontwikkeling en het ambitieniveau is in relatie tot de huidige omvang te hoog. Dit tezamen noopt tot een aantal strategische keuzes; ten eerste wat betreft de verbinding met andere lectoraten, ten tweede wat de betreft de balans tussen de verschillende resultaatgebieden. Hobéon Management Consult Evaluatierapport lectoraat Logistiek en Allianties, versie

Congres Logistiek Slim verbinden! Tien jaar Lectoraat Logistiek: terug- en vooruitblik

Congres Logistiek Slim verbinden! Tien jaar Lectoraat Logistiek: terug- en vooruitblik Congres Logistiek Slim verbinden! Tien jaar Lectoraat Logistiek: terug- en vooruitblik Stef Weijers, Lector Logistiek en Allianties, HAN 31 januari 2013 Anno 2012 In Logistiek is 15% van de bedrijven wel

Nadere informatie

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering)

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering) Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) 2009 2015 (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering) Voorwoord 1. Omschrijving praktijkgericht onderzoek 2. Doelstelling en uitgangspunten 3. Gezamenlijk

Nadere informatie

Onderzoeksevaluatie Programmalijn Communicatie en HRM Faculteit Economie en Management. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Onderzoeksevaluatie Programmalijn Communicatie en HRM Faculteit Economie en Management. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Onderzoeksevaluatie Programmalijn Communicatie en HRM Faculteit Economie en Management Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Onderzoeksevaluatie

Nadere informatie

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Doel Zorgdragen voor de ontwikkeling en uitvoering van praktijkgericht onderzoek, uitgaande van de strategische speerpunten van de HU en de maatschappelijke relevantie,

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE ONDERZOEK: JAARVERSLAG 2015 CREATE-IT/FDMCI April 2016 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Onderzoeksinput... 5 2. Producten van onderzoek...

Nadere informatie

Kwaliteitszorg onderzoek

Kwaliteitszorg onderzoek Kwaliteitszorg onderzoek met de methode sci_quest/eric 1 Opzet workshop Ervaringen Hogeschool Utrecht met validatiecommissie kwaliteitszorg onderzoek (vko) Uitgangspunten methodiek sci_quest/eric Vragen

Nadere informatie

Evaluatierapport Onderzoekseenheid HAN SOCIAAL Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Evaluatierapport Onderzoekseenheid HAN SOCIAAL Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Evaluatierapport Onderzoekseenheid HAN SOCIAAL Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl

Nadere informatie

Evaluatierapport Onderzoekseenheid Kwaliteit van Leren Faculteit Educatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Evaluatierapport Onderzoekseenheid Kwaliteit van Leren Faculteit Educatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Evaluatierapport Onderzoekseenheid Kwaliteit van Leren Faculteit Educatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl

Nadere informatie

Onderzoeksevaluatie Kenniscentrum Duurzame Zorg Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Onderzoeksevaluatie Kenniscentrum Duurzame Zorg Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Onderzoeksevaluatie Kenniscentrum Duurzame Zorg Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Kwaliteitszorg Onderzoek

Kwaliteitszorg Onderzoek Kwaliteitszorg Onderzoek Hogeschool van Amsterdam September 2010 Advies Raad van Lectoren 21 september 2010 Vastgesteld door het College van Bestuur op 11 november 2010, gelet op het positieve advies van

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 9

Samenvatting. Samenvatting 9 Samenvatting Sinds de introductie in 2001 van lectoraten in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs wordt aan hogescholen steeds meer gezondheidsonderzoek uitgevoerd. De verwachting is dat dit niet alleen

Nadere informatie

Reflectie Evaluatierapport tussenevaluatie. Lectoraat Technology, Health & Care

Reflectie Evaluatierapport tussenevaluatie. Lectoraat Technology, Health & Care Reflectie Evaluatierapport tussenevaluatie Lectoraat Technology, Health & Care Colofon Datum 8 juni 2018 Referentie Versie Afdeling Academie Mens & Maatschappij Auteur Janet van der Veen - Drijver Saxion.

Nadere informatie

Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012

Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012 Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012 Hanzehogeschool in trefwoorden 19 schools, 55 bacheloropleidingen,

Nadere informatie

Kader notitie Academische werkplaats

Kader notitie Academische werkplaats Kader notitie Academische werkplaats Het UWV en het KCVG hebben gekozen voor de Academische Werkplaats als samenwerkingsvorm tussen universiteit en UWV-regio om de doelstelling van academisering te bereiken.

Nadere informatie

Evaluatierapport Lectoraat Groene Leefomgeving van Steden. Hogeschool Van Hall Larenstein

Evaluatierapport Lectoraat Groene Leefomgeving van Steden. Hogeschool Van Hall Larenstein Evaluatierapport Lectoraat Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Evaluatierapport

Nadere informatie

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen Vereniging Hogescholen, oktober 2015, vastgesteld tijdens de algemene vergadering 1 INHOUD

Nadere informatie

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel Instellingsbeleid doelstellingen en profiel 1 Inleiding 2 Beleid 3 Onderwijs 4 Onderzoek 5 Beroepspraktijk en regio 6 Kwaliteit is mensenwerk 7 Operational Excellence 8 Bestuur 9 Raad van Toezicht 10 Financiën

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

Advies Universiteit voor Humanistiek

Advies Universiteit voor Humanistiek Advies Universiteit voor Humanistiek De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van het voorstel van de Universiteit voor Humanistiek (hierna UvH) dat het College van Bestuur met zijn brieven

Nadere informatie

Van Kennisbrug naar KennisDC

Van Kennisbrug naar KennisDC Van Kennisbrug naar KennisDC Laat kennis stromen Dick van Damme Lector Logistiek Hogeschool van Amsterdam HAN, Arnhem, 31 januari 2013 Kennis DC Breda Kennis DC Nijmegen Kennis DC Rotterdam Kennis DC Venlo

Nadere informatie

HU GERICHT IN BEWEGING

HU GERICHT IN BEWEGING HU GERICHT IN BEWEGING Organisatieontwikkeling HU het verhaal - versie maart 2016 - Agenda Waar komen we vandaan? Waarom gaan we veranderen? Wie willen we zijn? Hoe gaan we dit bereiken? Wat verandert

Nadere informatie

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats Studiedag De toekomst van het platteland Nijmegen, 21 november 2018 Loek FM Nieuwenhuis Lectoraat beroepspedagogiek Lectoraat Beroepspedagogiek

Nadere informatie

Advies Radboud Universiteit Nijmegen

Advies Radboud Universiteit Nijmegen Advies Radboud Universiteit Nijmegen De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van het voorstel van de Radboud Universiteit Nijmegen (hierna RUN) dat het College van Bestuur met zijn brieven

Nadere informatie

Kadernotitie professionalisering

Kadernotitie professionalisering Kadernotitie professionalisering 2015-2020 Colofon Uitgave : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Voorgenomen besluit College van Bestuur : 31 maart 2015 Instemming GMR : 24 april 2015 Vastgesteld

Nadere informatie

Meten van impact van het hbo. Frank van der Zwan

Meten van impact van het hbo. Frank van der Zwan Meten van impact van het hbo Frank van der Zwan Inhoud van de presentatie Opvallende uitkomsten congresonderzoek Valorisatie en het hbo Meten van impact in het hbo Project Valorisatie in het hbo Vormgeving

Nadere informatie

DIRECTEUR BELEID EN STRATEGIE

DIRECTEUR BELEID EN STRATEGIE FUNCTIEPROFIEL DIRECTEUR BELEID EN STRATEGIE HOGESCHOOL LEIDEN Inhoudsopgave 1 Hogeschool Leiden 3 De organisatie 3 De structuur 3 De thema s 4 2 4 Plaats in de organisatie 4 Taken en verantwoordelijkheden

Nadere informatie

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut Opleidingsmanager Doel Ontwikkelen van programma( s) van wetenschappenlijk onderwijs en (laten) uitvoeren en organiseren van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande van een faculteitsplan

Nadere informatie

Informatica. Ontwikkelgesprek. Bert Dekker, 12 april Ontwikkelgesprek Informatica Pagina 1 van 6

Informatica. Ontwikkelgesprek. Bert Dekker, 12 april Ontwikkelgesprek Informatica Pagina 1 van 6 Informatica Ontwikkelgesprek Bert Dekker, 12 april 2018 Ontwikkelgesprek Informatica Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Agenda en aanwezigen... 3 Ontwikkelgesprek... 3 Inleidend... 3 Personeel...

Nadere informatie

BEOORDELINGSKADER. Organisatietoets MVO in het hoger onderwijs

BEOORDELINGSKADER. Organisatietoets MVO in het hoger onderwijs BEOORDELINGSKADER Organisatietoets MVO in het hoger onderwijs Inhoudsopgave INLEIDING EN CONTEXT 1 MVO 1 ISO26000: de principes en kernthema s 1 MVO in Nederland 2 Organisatietoets MVO en Instellingstoets

Nadere informatie

TOETSINGSREGELING LECTORATEN

TOETSINGSREGELING LECTORATEN TOETSINGSREGELING LECTORATEN Den Haag, oktober 2007 2 Algemene voorwaarden Artikel 1 1. De toetsing van aanvragen voor lectoraten geschiedt voor zover het betreft bekostigde instellingen als bedoeld in

Nadere informatie

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Situering van de Kwaliteitscode Afstemming op Europese referentiekaders De regie-pilots De uitgebreide instellingsreview In de periode 2015-2017 krijgen de universiteiten

Nadere informatie

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING 14 december Bedrijfslevenbrief Het kabinet heeft samenleving en bedrijfsleven

Nadere informatie

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Visie op toezicht... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Visie op toezichthouden... 3 1.3 Doel

Nadere informatie

Breda s Toetsingskader

Breda s Toetsingskader Breda s Toetsingskader Inleiding De organisaties die samenwerken in Zorg voor elkaar Breda delen het uitgangspunt dat welzijn en zorg in de eerste plaats van mensen zelf zijn. Zij hebben als doel dat kwetsbare

Nadere informatie

Advies Universiteit van Tilburg

Advies Universiteit van Tilburg Advies Universiteit van Tilburg De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van het voorstel van de Universiteit van Tilburg (hierna UvT) dat het College van Bestuur met zijn brieven van

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie. Rapportageformat Instrument Keurmerk HAN ILS en samenwerkingsscholen Versie VO, oktober 2014 Standaard 1. De samenwerkingsschool in relatie tot de kwaliteit van de leerwerkomgeving van de lerende Deze

Nadere informatie

Nota inzake Economic Development Board

Nota inzake Economic Development Board Nota inzake Economic Development Board Inleiding De economische ontwikkeling van Noord-Limburg krijgt een grote impuls met de campusontwikkeling, maar daarmee zijn niet alle economische uitdagingen deze

Nadere informatie

Beoordelingscriteria Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen

Beoordelingscriteria Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen Beoordelingscriteria Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen De commissie toetst de kwaliteit van alle aanvragen aan de inhoudelijke criteria (visie op samen opleiden, samenwerking en organisatiestructuur,

Nadere informatie

Inzet van ervaringskennis van studenten

Inzet van ervaringskennis van studenten Inzet van ervaringskennis van studenten Simona Karbouniaris, docent-onderzoeker, Kenniscentrum Sociale Innovatie, Hogeschool Utrecht. Het Kenniscentrum Sociale Innovatie is een samenwerkingsverband van

Nadere informatie

Directeur onderzoeksinstituut

Directeur onderzoeksinstituut Directeur onderzoeks Doel College van van Bestuur Zorgdragen voor de ontwikkeling van het van het en uitvoering en organisatie van onderzoek en onderzoeksondersteuning binnen het, uitgaande van het faculteitsplan

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Op weg naar de (academische) opleidingsschool Discussienota Nationalgeographic.nl Adviescommissie ADEF OidS Mei 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Uitgangspunten Samen Opleiden 2. Ambities van (academische) opleidingsscholen 3. Concept Samen Opleiden

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters

Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters 30 mei 2016 Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters 30 mei 2016 pagina 2 Inhoud Pag. Profiel van de onderzoeksmaster 4 Beoordeling

Nadere informatie

Koen Lemmink Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool

Koen Lemmink Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Koen Lemmink (l) en Johan de Jong. Koen Lemmink Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Een twaalftal studenten zit rond een grote tafel in één van

Nadere informatie

BEOORDELINGSKADER EN -PROCEDURE VOOR DE CERTIFICERING VAN BEDRIJFSOPLEIDINGEN TOURMANAGER

BEOORDELINGSKADER EN -PROCEDURE VOOR DE CERTIFICERING VAN BEDRIJFSOPLEIDINGEN TOURMANAGER BEOORDELINGSKADER EN -PROCEDURE VOOR DE CERTIFICERING VAN BEDRIJFSOPLEIDINGEN TOURMANAGER 1. INLEIDING Het certificeringsonderzoek voor de aanbieders van opleidingen voor tourmanager heeft de vorm van

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK 4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK Resultaten praktijkgericht onderzoek Kennisvalorisatie Jaarverslag 2010 Hanzehogeschool Groningen, University of Applied Sciences 66 4 Praktijkgericht onderzoek De Hanzehogeschool

Nadere informatie

Strategisch Opleidingsbeleid

Strategisch Opleidingsbeleid Strategisch Opleidingsbeleid Achtergrondinformatie en tips om zelf aan de slag te gaan In deze handreiking vindt u de volgende onderwerpen: Wat is strategisch opleidingsbeleid? Hoe komt u tot strategisch

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten Versie 1.0/ november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

REGELING EN BEOORDELINGSKADER BEOORDELING AFSTUDEERRICHTINGEN GGZ AGOOG

REGELING EN BEOORDELINGSKADER BEOORDELING AFSTUDEERRICHTINGEN GGZ AGOOG REGELING EN BEOORDELINGSKADER BEOORDELING AFSTUDEERRICHTINGEN GGZ AGOOG Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl REGELING EN BEOORDELINGSKADER

Nadere informatie

Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector

Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector Wie wij zijn Het Retail Innovation Platform helpt de innovatie- en concurrentiekracht van de retailsector te versterken. Samen met retailers en andere

Nadere informatie

Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR

Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR Okt2015 Uitgangspunten Het kwaliteitsbeleid van de (A)OSR is gebaseerd op de ontwikkeling van keurmerk naar alliantie die het ICLON aan de met hem samenwerkende scholen

Nadere informatie

INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE

INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE Inhoud 1. Inleiding 2. Kwaliteit gedefinieerd 3. Parameters en normen 4. Het cyclische systeem van kwaliteitszorg 5. Instrumenten 6. Planning

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

Onderwijs Criteria Junior Universitair Docent

Onderwijs Criteria Junior Universitair Docent Onderwijs Criteria Junior Universitair Docent Binnen een universiteit vervult een Junior UD veelal de basistaken: hij/zij draagt bij aan het wetenschappelijk onderwijs en de ondersteuning van de organisatie.

Nadere informatie

LECTOR WERELDBURGERSCHAP DE HAAGSE HOGESCHOOL

LECTOR WERELDBURGERSCHAP DE HAAGSE HOGESCHOOL LECTOR WERELDBURGERSCHAP DE HAAGSE HOGESCHOOL Inhoudsopgave 1 De Haagse Hogeschool 3 De organisatie 3 Strategische opdracht 3 De missie 3 Facts & figures 4 Lectoraat Wereldburgerschap 4 2 Lector Wereldburgerschap

Nadere informatie

Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews

Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews PLATO - Centre for Research and Development in Education and Lifelong Learning Leiden University Content Vraagstellingen voor case studies m.b.t.

Nadere informatie

Themaboek IBL2 Beleidsadviseur 5

Themaboek IBL2 Beleidsadviseur 5 Project Balanced Scorecard Vakcode 56012 Verantwoordelijke dhr. H. Kevelham ECTS 6 Kwartiel 1.3 en 1.4 Competenties IBL1, IBL2, IBL3, IBL7 Prestatie-indicatoren 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 2.1, 2.2, 2.3,

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

M&S Breda. M&S Toetsingskader. Een reflectie- en leerinstrument voor welzijn- en zorg

M&S Breda. M&S Toetsingskader. Een reflectie- en leerinstrument voor welzijn- en zorg M&S Toetsingskader Een reflectie- en leerinstrument voor welzijn- en zorg 1 Inleiding M&S Breda is een netwerk van en voor organisaties die als uitgangspunt hebben dat zorg en welzijn in de eerste plaats

Nadere informatie

TRAINING AUDIT. Doelen van deze training is: Leden van de auditteams trainen in het uitvoeren van een audit. Voorbereiden van de audit.

TRAINING AUDIT. Doelen van deze training is: Leden van de auditteams trainen in het uitvoeren van een audit. Voorbereiden van de audit. TRAINING Doelen van deze training is: Leden van de auditteams trainen in het uitvoeren van een audit. Voorbereiden van de audit. DAGAGENDA 09.00 09.15 uur: Inloop en koffie 09.15 09.30 uur: Kennismaking

Nadere informatie

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode Zero Based Begroten De andere kant van de kaasschaafmethode Je moet de tijd nemen voor Zero Based Begroten, en je moet lef hebben Zero Based begroten legt een duidelijke relatie tussen de doelstellingen,

Nadere informatie

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Profiel Opleidingsmanager HBO-Rechten 10 mei 2017 Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Voor meer informatie over de functie Jeannette van der Vorm, adviseur Leeuwendaal

Nadere informatie

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Inhoud 5 Voorwoord 7 Inleiding 8 Professionele

Nadere informatie

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen concept AV 5 juni 2015 1 INHOUD 1. INLEIDING... 2 2. HOOFDLIJNEN VAN HET KWALITEITSZORGSTELSEL...

Nadere informatie

TKAO. Visie op samen opleiden. Samenwerking en organisatiestructuur. Professionalisering. Kwaliteitszorg. Regionale spreiding

TKAO. Visie op samen opleiden. Samenwerking en organisatiestructuur. Professionalisering. Kwaliteitszorg. Regionale spreiding Beoordelingscriteria aspirant-opleidingsscholen Hieronder treft u een samenvatting van de criteria aan, die op de volgende pagina s verder worden uitgewerkt. Elk van de criteria wordt uitgewerkt op drie

Nadere informatie

7 e Leergang De regionale ambtenaar als regisseur

7 e Leergang De regionale ambtenaar als regisseur 7 e Leergang De regionale ambtenaar als regisseur RegioAcademie 2012-2013 De regionale samenwerking De regionale samenwerking tussen gemeenten is niet meer weg te denken in bestuurlijk Nederland. Ruwweg

Nadere informatie

Functiebeschrijving Business Architect

Functiebeschrijving Business Architect Functiebeschrijving 1. Algemene Gegevens Organisatie Functienaam Versie Auteur : [naam organisatie] : : 1.0 concept : Ad Paauwe a. Plaats in de organisatie De rapporteert aan de manager architectuur van

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

De rol van de lector bij de verbinding van onderzoek en onderwijs

De rol van de lector bij de verbinding van onderzoek en onderwijs De rol van de lector bij de verbinding van onderzoek en onderwijs FACTA conferentie Utrecht 19 mei 2016 Dr. Daan Andriessen Lector Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek Hogeschool Utrecht Wat is uw

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS)

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS) Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische (RAOS) Wat? (Kwaliteitsstandaarden NVAO) Hoe? Wanneer? Door wie? Bij wie? Output Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties 1. De heeft een geëxpliciteerde

Nadere informatie

Kwaliteitszorg heeft tot doel om de medewerkers en de leiding van een organisatie bewust te maken van resultaatgericht werken.

Kwaliteitszorg heeft tot doel om de medewerkers en de leiding van een organisatie bewust te maken van resultaatgericht werken. Kwaliteitszorg Inleiding: Kwaliteitszorg heeft tot doel om de medewerkers en de leiding van een organisatie bewust te maken van resultaatgericht werken. In de organisatie moet men met elkaar de vraag (durven)

Nadere informatie

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015 Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015 In het najaar van 2007 hebben de besturen van VSNU, NWO en KNAW besloten tot aanpassing van het Standard Evaluation Protocol (SEP) 1.

Nadere informatie

Kaderbrief 2018: Sterker in dialoog

Kaderbrief 2018: Sterker in dialoog Kaderbrief 2018: Sterker in dialoog Deze kaderbrief geeft richting aan onze (team)plannen voor 2018. Zo zorgen we ervoor dat ontwikkelingen binnen Cello elkaar versterken én dat we invulling blijven geven

Nadere informatie

UWV/SMZ & Academische Werkplaatsen

UWV/SMZ & Academische Werkplaatsen UWV/SMZ & Academische Werkplaatsen Bouwen met beperkte middelen Achtereenvolgens Context Academisering Verzekeringsgeneeskunde KCVG 2 e fase: consolidatie Concept Academische werkplaatsen AWP UWV concreet

Nadere informatie

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie studiejaar 20172018 Inhoud REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS... 1 1. Positie en benoeming externe

Nadere informatie

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.

Nadere informatie

FONTYS FOCUS 2020 ONTWIKKELDOELSTELLINGEN MET INDICATOREN

FONTYS FOCUS 2020 ONTWIKKELDOELSTELLINGEN MET INDICATOREN FONTYS FOCUS 2020 ONTWIKKELDOELSTELLINGEN MET INDICATOREN INLEIDING Fontys wil in 2020 een open betekenisvolle kennisinstelling zijn, verankerd in de verschillende regio s in Zuid-Nederland. Wij focussen

Nadere informatie

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Doel Zorgdragen voor de vorming van beleid voor de eigen functionele discipline, alsmede zorgdragen voor de organisatorische en personele aansturing van een of

Nadere informatie

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Vastgesteld door het college van bestuur op 4 januari 2016 Positief advies beleidsoverleg 13 oktober 2015 Goedgekeurd door de raad van toezicht 18 december 2015

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement f. Functie procesmanager multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub f Besluit personeel

Nadere informatie

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument SPP als pijler van hr-beleid Om als organisatie in een dynamische omgeving met veel ontwikkelingen en veranderingen

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School

Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School Dick Sweitser, Vera de Ruiter en Paul Schunselaar Kom verder. Saxion. 23 maart 2016 Werken met leeruitkomsten.. Waarmee.. Aansluiten bij de ontwikkel-/

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) In de voorbereiding op het Pop gesprek stelt de medewerker een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Hierbij maakt de medewerker gebruik

Nadere informatie

Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid

Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid Binnen O2A5 staat een belangrijke verandering voor de deur, namelijk de invoering van zgn. onderwijsteams. Voor een succesvolle implementatie van deze organisatieverandering

Nadere informatie

2 e Fontys Onderzoekscongres Onderzoek & Onderwijs :

2 e Fontys Onderzoekscongres Onderzoek & Onderwijs : 2 e Fontys Onderzoekscongres Onderzoek & Onderwijs : Onderzoek in de onderwijspraktijk van Fontys Wat doen we? Hoe gaat het? Wat levert het op? KEY NOTE: ANOUKE BAKX & JOS MONTULET Onderzoek binnen de

Nadere informatie

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica 1 Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica januari 2007 Kruislaan 404 1098 SM Amsterdam Nadere invulling Benoemings- en Bevorderingseisen Wetenschappelijk Personeel Inleiding Vanaf 1

Nadere informatie

Lectoren gingen in zes groepjes uiteen om in vier rondes de volgende vragen te beantwoorden:

Lectoren gingen in zes groepjes uiteen om in vier rondes de volgende vragen te beantwoorden: HOE BEREIDEN WE ONZE KENNISPRODUCTEN VOOR OP IMPACT? Een verslagje van de opbrengst van de rondetafelgesprekken tijdens het lectorenplatform van 10-11-2016 Lectoren gingen in zes groepjes uiteen om in

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag

Samenvatting aanvraag Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing Nieuwe opleiding is): Nieuw Ad programma Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1 Verplaatsing bestaande opleiding Nevenvestiging

Nadere informatie

REGELING EN BEOORDELINGSKADER ACCREDITATIE BIJSCHOLINGSPROGRAMMA S GGZ AGOOG

REGELING EN BEOORDELINGSKADER ACCREDITATIE BIJSCHOLINGSPROGRAMMA S GGZ AGOOG REGELING EN BEOORDELINGSKADER ACCREDITATIE BIJSCHOLINGSPROGRAMMA S GGZ AGOOG Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl REGELING EN BEOORDELINGSKADER

Nadere informatie

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria Management, finance en recht Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria De verwarring voorbij Naar hernieuwd zelfvertrouwen Congres Praktijkgericht onderzoek in het HBO Amersfoort, 11 december 2012

Nadere informatie