De Waddenbarometer. Factsheets van de duurzaamheidindicatoren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Waddenbarometer. Factsheets van de duurzaamheidindicatoren"

Transcriptie

1

2 De Waddenbarometer Factsheets van de duurzaamheidindicatoren Tilburg, februari 2015

3 Documentnummer: Warandelaan AB Tilburg Postbus LE Tilburg T F telos@uvt.nl

4

5 Inhoudsopgave Ecologisch kapitaal... 3 Landbodem... 3 Zeebodem... 8 Grondwater Oppervlaktewater Zeewater Lucht Landschap Ecosystemen Leefgebieden op land Litorale en sublitorale leefgebieden Biodiversiteit Economisch kapitaal Arbeid Economische prestaties Nijverheid en diensten Primaire sector Ruimte en infrastructuur Energie en grondstoffen Sociaal-cultureel kapitaal Sociale participatie Politieke participatie Kunst en cultuur Gezondheid Veiligheid Wonen en woonomgeving Onderwijs

6 2

7 Ecologisch kapitaal Landbodem Indicator 1 zware metalen Planet Landbodem De bodem is gezond/schoon. goud Percentage meetpunten in het ondiep grondwater met een overschrijding van de KRW normen voor arsenicum, nikkel, lood of cadmium. De kwaliteit van de bodem heeft betrekking op de bovenste grondlaag waarin zich menselijke en biologische processen plaatsvinden. Door verontreinigingen van deze grondlaag kunnen deze processen verstoord raken. Daarnaast kunnen de verontreinigingen uitspoelen naar het oppervlaktewater of het diepere grondwater. Als zodanig biedt de kwaliteit van de bodem inzicht in de eventuele latere verontreiniging van het oppervlakte- of grondwater. De indicator voor zware metalen in de bodem is gemeten aan de hand van het voorkomen van cadmium, nikkel, arseen en lood in het grondwater van de bovenste (waterdoorlatende) grondlaag. De indicator wordt bepaald door het aantal meetpunten waarin zich meer dan 0,35 µg/l cadmium, 20 µg/l nikkel, 13,2 µg/l arseen of 7,4 µg/l lood bevindt ten opzichte van het totaal aantal bemonsterde meetpunten. Grondslag normering: Expert judgement. percentage per meetpunt Weging 20 Richting - Norm Rood > 50% Norm Oranje 20% - 50% Norm Groen 5% - 20% Norm Goud < 5% Data bronnen Dinoloket (2012), bewerking Telos. Aantal meetpunten: 4. Waarde 0 Benchmark niet beschikbaar i.v.m. aantal meetpunten 3

8 Indicator 2 vermesting Planet Landbodem De bodem is gezond/schoon. goud Percentage meetpunten in het ondiep grondwater waarin de KRW norm voor stikstof of fosfor wordt overschreden. De kwaliteit van de bodem heeft betrekking op de bovenste grondlaag waarin zich menselijke en biologische processen plaatsvinden. Door verontreinigingen van deze grondlaag kunnen deze processen verstoord raken. Daarnaast kunnen de verontreinigingen uitspoelen naar het oppervlaktewater of het diepere grondwater. Als zodanig biedt de kwaliteit van de bodem inzicht in de eventuele latere verontreiniging van het oppervlakte- of grondwater. De indicator voor vermesting van de bodem is gemeten aan de hand van het voorkomen van nitraat en fosfaat in het grondwater van de bovenste (waterdoorlatende) grondlaag. De indicator wordt bepaald door het aantal meetpunten waarin zich meer dan 50 mg/liter nitraat of meer dan 2,0 mg/liter fosfor (ongeveer 6,16 mg/ liter fosfaat) bevindt ten opzichte van het totaal aantal bemonsterde meetpunten. Grondslag normering: Expert judgement. percentage per meetpunt Weging 20 Richting - Norm Rood > 50% Norm Oranje 20% - 50% Norm Groen 5% - 20% Norm Goud < 5% Data bronnen DINO Loket (2012), bewerking Telos. Aantal meetpunten: 4. Waarde 0 Benchmark niet beschikbaar i.v.m. aantal meetpunten 4

9 Indicator 3 verzuring Planet Landbodem De bodem is gezond/schoon. goud Percentage meetpunten in het ondiep grondwater met een ph-waarde lager dan 5. De kwaliteit van de bodem heeft betrekking op de bovenste grondlaag waarin zich menselijke en biologische processen plaatsvinden. Door verontreinigingen van deze grondlaag kunnen deze processen verstoord raken. Daarnaast kunnen de verontreinigingen uitspoelen naar het oppervlaktewater of het diepere grondwater. Als zodanig biedt de kwaliteit van de bodem inzicht in de eventuele latere verontreiniging van het oppervlakte- of grondwater. De indicator voor verzuring van de bodem is gemeten in het grondwater van de bovenste (waterdoorlatende) grondlaag. De indicator wordt bepaald door het aantal meetpunten waarbij de ph waarde kleiner is dan 5 ten opzichte van het totaal aantal bemonsterde meetpunten. Er worden voor deze norm geen overschrijdingen van de zuurgraad geconstateerd. Dit kan mogelijk te maken hebben met het beperkte aantal meetpunten waarvoor gegevens beschikbaar zijn. Bij een strenge norm van ph=6 zouden twee van vier meetpunten niet voldoen. Grondslag normering: Expert judgement. percentage per meetpunt Weging 20 Richting - Norm Rood > 50% Norm Oranje 20% - 50% Norm Groen 5% - 20% Norm Goud < 5% Data bronnen Dinoloket (2012), bewerking Telos. Aantal meetpunten: 4. Waarde 0 Benchmark niet beschikbaar i.v.m. aantal meetpunten 5

10 Indicator 4 verzilting Planet Landbodem De bodem is gezond/schoon. rood Percentage meetpunten waarvan het ondiep grondwater licht brak is (Cl > 580 mg/l) De kwaliteit van de bodem heeft betrekking op de bovenste grondlaag waarin zich menselijke en biologische processen plaatsvinden. Verzilting ontstaat doordat zout zeewater het zoete grondwater op het land verdringt. Door verzilting wordt de bodem minder geschikt voor het verbouwen van klassieke landbouwgewassen. Voor de indicator is gekeken naar de meetpunten in het grondwater van de bovenste (waterdoorlatende) grondlaag. Als grens voor verzilting is de norm van 580 mg/liter (licht brak water) genomen. Grondslag normering: Expert judgement percentage per meetpunt Weging 20 Richting - Norm Rood > 50% Norm Oranje 20% - 50% Norm Groen 5% - 20% Norm Goud < 5% Data bronnen Dinoloket (2012), bewerking Telos. Aantal meetpunten: 4. Waarde 95 Benchmark niet beschikbaar i.v.m. aantal meetpunten 6

11 Indicator 5 bestrijdingsmiddelen Planet Landbodem De bodem is gezond/schoon. rood Geen data beschikbaar, mogelijk in de toekomst te bepalen aan de hand van gegevens uit het Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit. percentage Weging 20 Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 7

12 Zeebodem Indicator 1 gesloten gebieden visserij Planet Zeebodem De verstoring van de bodem is zodanig beperkt dat ongestoorde natuurlijke mosselbanken en zeegrasvelden kan plaatsvinden. goud Percentage zaadbanken dat is gesloten voor de visserij. Visserij in de Waddenzee heeft een belangrijke invloed op het ecosysteem. Niet alleen omdat een deel van de biologische productie wordt weggevangen, maar ook omdat een deel van de visserij de bodem verstoort waardoor bodemleven minder ontwikkel mogelijkheden heeft. In 2013 waren er 1106 ha zaadbanken in het voorjaar. In 2013 was er geen formele sluiting van zaadbanken, echter voor 468 ha is geen vergunning aangevraagd en deze worden hier als gesloten beschouwd. Grondslag normering: temporele vergelijking. percentage Weging 33.3 Richting + Norm Rood < 10% Norm Oranje 10% - 20% Norm Groen 20% - 40% Norm Goud > 40% Data bronnen Mosselconvenant Waarde 42 Benchmark 8

13 Indicator 2 bodemdaling Planet Zeebodem Bodemdalingsnelheid als gevolg van delfstofwinning moet kunnen worden bijgehouden door natuurlijke aanvoer sediment. rood nog geen gegevens beschikbaar, geprobeerd zal worden deze via de NAM te verkrijgen. percentage Weging 33.4 Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 9

14 10

15 Indicator 3 zandsuppletie Planet Zeebodem Bodemdalingsnelheid als gevolg van delfstofwinning moet kunnen worden bijgehouden door natuurlijke aanvoer sediment. oranje Gesuppleert volume zand om afslag van eilanden te voorkomen. Zandsuppletie voor de Waddeneilanden in de Noordzee biedt mogelijkheden voor de aanvoer van extra sediment in de Waddenzee. Door deze aanvoer van sediment kunnen gevolgen van bodemdaling worden verminderd. Grondslag normering: Planvorming. m3 Som van suppletiegebieden Weging 33.3 Richting + Norm Rood < 4 Norm Oranje 4-9 Norm Groen 9-13 Norm Goud > 13 Data bronnen Rijkswaterstaat, Suppletielocaties programma Waarde 5 11

16 Benchmark Locatie Jaar Zand [m3] Status Texel zuid-west gereed Texel midden 2012/ gereed Texel midden gereed Texel midden 2015/ gepland Texel midden gereed Texel Eijerlandse dam gereed Vlieland oost 2012/ gereed Vlieland havenstrand 2012/ gereed Vlieland oost 2015/ gepland Ameland ZW 2015/ gepland Ameland NW 2014/ gepland Ameland midden 2014/ gepland Ameland midden 2014/ gepland 12

17 Grondwater Indicator 1 zware metalen Planet Grondwater Het grondwater is schoon, van goede kwaliteit. goud Percentage meetpunten in het diep grondwater met een overschrijding van de KRW normen voor arsenicum, nikkel, lood of cadmium. Het diepe grondwater wordt vaak door drinkwaterbedrijven opgepompt en gereinigd als drinkwater. Daarnaast maken individuele bedrijven in de industrie en de landbouw gebruik van dit water. Een belangrijke reden waarom diep grondwater veel gebruikt wordt is dat dit water over het algemeen zuiver is. Verontreinigingen in dit water kunnen de functie van het water aantasten of in ieder geval vragen om extra zuiveringsstappen voordat het gebruikt kan worden. Deze verontreinigingen komen in het diepe grondwater terecht doordat grondwater langzaam naar het diepere grondwater stroomt en stoffen opneemt uit de bodem. De indicator wordt bepaald door het aantal meetpunten waarin zich meer dan 0,35 µg/l cadmium, 20 µg/l nikkel, 13,2 µg/l arseen of 7,4 µg/l lood bevindt ten opzichte van het totaal aantal bemonsterde meetpunten. Grondslag normering: expert judgement. percentage per meetpunt Weging 10 Richting - Norm Rood > 50% Norm Oranje 20% - 50% Norm Groen 5% - 20% Norm Goud < 5% Data bronnen Dinoloket (2012), bewerking Telos. Aantal meetpunten: 21. Waarde 0 Benchmark niet beschikbaar i.v.m. aantal meetpunten 13

18 Indicator 2 vermesting Planet Grondwater Het grondwater is schoon, van goede kwaliteit. goud Percentage meetpunten in het diep grondwater waarin de KRW norm voor stikstof of fosfor wordt overschreden. Het diepe grondwater wordt vaak door drinkwaterbedrijven opgepompt en gereinigd als drinkwater. Daarnaast maken individuele bedrijven in de industrie en de landbouw gebruik van dit water. Een belangrijke reden waarom diep grondwater veel gebruikt wordt is dat dit water over het algemeen zuiver is. Verontreinigingen in dit water kunnen de functie van het water aantasten of in ieder geval vragen om extra zuiveringsstappen voordat het gebruikt kan worden. Deze verontreinigingen komen in het diepe grondwater terecht doordat grondwater langzaam naar het diepere grondwater stroomt en stoffen opneemt uit de bodem. Voor vermesting wordt de indicator bepaald door het aantal meetpunten waarin zich meer dan 50 mg/liter nitraat of 6,16 mg/liter fosfaat bevindt ten opzichte van het totaal aantal bemonsterde meetpunten. Grondslag normering: Expert judgement. percentage per meetpunt Weging 10 Richting - Norm Rood > 50% Norm Oranje 20% - 50% Norm Groen 5% - 20% Norm Goud < 5% Data bronnen Dinoloket (2012), bewerking Telos. Aantal meetpunten: 21. Waarde 0 Benchmark niet beschikbaar i.v.m. aantal meetpunten 14

19 Indicator 3 verzuring Planet Grondwater Het grondwater is schoon, van goede kwaliteit. goud Percentage meetpunten in het ondiep grondwater met een ph-waarde lager dan 5. Het diepe grondwater wordt vaak door drinkwaterbedrijven opgepompt en gereinigd als drinkwater. Daarnaast maken individuele bedrijven in de industrie en de landbouw gebruik van dit water. Een belangrijke reden waarom diep grondwater veel gebruikt wordt is dat dit water over het algemeen zuiver is. Verontreinigingen in dit water kunnen de functie van het water aantasten of in ieder geval vragen om extra zuiveringsstappen voordat het gebruikt kan worden. Deze verontreinigingen komen in het diepe grondwater terecht doordat grondwater langzaam naar het diepere grondwater stroomt en stoffen opneemt uit de bodem. De indicator wordt bepaald door het aantal meetpunten waarbij de ph waarde kleiner is dan 5 ten opzichte van het totaal aantal bemonsterde meetpunten. Grondslag normering: Expert judgement percentage per meetpunt Weging 10 Richting - Norm Rood > 50% Norm Oranje 20% - 50% Norm Groen 5% - 20% Norm Goud < 5% Data bronnen Dinoloket (2012), bewerking Telos. Aantal meetpunten: 21. Waarde 0 Benchmark niet beschikbaar i.v.m. aantal meetpunten 15

20 Indicator 4 verzilting Planet Grondwater Het grondwater is schoon, van goede kwaliteit. rood Percentage meetpunten waarvan het ondiep grondwater licht brak is (Cl > 580 mg/l). Het diepe grondwater wordt vaak door drinkwaterbedrijven opgepompt en gereinigd als drinkwater. Daarnaast maken individuele bedrijven in de industrie en de landbouw gebruik van dit water. Een belangrijke reden waarom diep grondwater veel gebruikt wordt is dat dit water over het algemeen zuiver is. Door verzilting is dit water niet meer geschikt voor consumptieve doeleinden. Verzilting ontstaat doordat zout zeewater langzaam doordringt naar dieper liggende zoete watervoorraden. De indicator wordt bepaald door het aantal meetpunten waarbij het chloride gehalte groter is dan 580 mg/l ten opzichte van het totaal aantal bemonsterde meetpunten. Grondslag normering: Expert judgement percentage per meetpunt Weging 10 Richting - Norm Rood > 50% Norm Oranje 20% - 50% Norm Groen 5% - 20% Norm Goud < 5% Data bronnen Dinoloket (2012), bewerking Telos. Aantal meetpunten: 21. Waarde 81 Benchmark niet beschikbaar i.v.m. aantal meetpunten 16

21 Indicator 5 bestrijdingsmiddelen Planet Grondwater Het grondwater is schoon, van goede kwaliteit. rood geen gegevens beschikbaar percentage Weging 10 Richting - Norm Rood > 50% Norm Oranje 20% - 50% Norm Groen 5% - 20% Norm Goud < 5% Data bronnen Waarde Benchmark 17

22 Indicator 6 drinkwatergebruik Planet Grondwater Duurzame zoetwatervoorziening is gegarandeerd. rood Door Vitens worden hier nog geen gegevens over verstrekt. We proberen de gegevens nog via andere kanalen te achterhalen. percentage Weging 25 Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 18

23 Indicator 7 drinkwater uit lokale bronnen Planet Grondwater Duurzame zoetwatervoorziening is gegarandeerd. rood Door Vitens worden hier geen gegeven over verstrekt. percentage Weging 25 Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 19

24 20

25 Oppervlaktewater Indicator 1 chemische toestand Planet Oppervlaktewater Het oppervlaktewater is schoon oranje Het percentage van alle zoete waterlichamen dat voldoet aan de eisen van de Kader Richtlijn Water voor chemische prioritaire stoffen. Het oppervlaktewater wordt door de mens gebruikt in de landbouw en voor recreatie. Daarnaast biedt het oppervlaktewater plaats aan ecosystemen. Door verontreinigingen in het oppervlaktewater kunnen ecosystemen en de volksgezondheid worden bedreigd. In het kader van de kaderrichtlijn water wordt de kwaliteit van het oppervlaktewater beoordeeld. Dit gebeurd op verschillende kwaliteitsaspecten. De chemische kwaliteit wordt beoordeeld door de concentratie van prioritaire stoffen (zoals zware metalen en bestrijdingsmiddelen) in het water. Het totaaloordeel wordt gegeven als voldoet of voldoet niet. Grondslag normering: expert judgement. percentage per waterlichaam Weging 25 Richting + Norm Rood < 50% Norm Oranje 50% - 80% Norm Groen 80% - 95% Norm Goud > 95% Data bronnen Informatiehuis water (2014), bewerking Telos. Meting en deskundigheidsoordeel. Waarde 50 21

26 Benchmark 22

27 Indicator 2 biologische kwaliteit Planet Oppervlaktewater Het oppervlaktewater is schoon rood Het percentage van alle zoete waterlichamen dat als goed of matig wordt beoordeeld op de eisen van de Kader Richtlijn Water voor de biologische toestand. Het oppervlaktewater wordt door de mens gebruikt in de landbouw en voor recreatie. Daarnaast biedt het oppervlaktewater plaats aan ecosystemen. Door verontreinigingen in het oppervlaktewater kunnen ecosystemen en de volksgezondheid worden bedreigd. In het kader van de kaderrichtlijn water wordt de kwaliteit van het oppervlaktewater beoordeeld. Dit gebeurd op verschillende kwaliteitsaspecten. De indicator biologische kwaliteit is samengesteld uit deelindicatoren voor fytoplankton, overige waterflora, macrofauna en vis. Het totaaloordeel wordt gegeven in vier categorieën, namelijk goed, matig, ontoereikend en slecht. Grondslag normering: expert judgement. percentage per waterlichaam Weging 25 Richting + Norm Rood < 50% Norm Oranje 50% - 80% Norm Groen 80% - 95% Norm Goud > 95% Data bronnen Informatiehuis water (2014), bewerking Telos. Meting en deskundigheidsoordeel. Waarde 30 23

28 Benchmark 24

29 Indicator 3 specifiek verontreinigende stoffen Planet Oppervlaktewater Het oppervlaktewater is schoon rood Het percentage van alle zoete waterlichamen dat voldoet aan de eisen van de Kader Richtlijn Water voor de overige verontreinigende stoffen. Het oppervlaktewater wordt door de mens gebruikt in de landbouw en voor recreatie. Daarnaast biedt het oppervlaktewater plaats aan ecosystemen. Door verontreinigingen in het oppervlaktewater kunnen ecosystemen en de volksgezondheid worden bedreigd. In het kader van de kaderrichtlijn water wordt de kwaliteit van het oppervlaktewater beoordeeld. Dit gebeurd op verschillende kwaliteitsaspecten. Een onderdeel hiervan is de aanwezigheid van overige verontreinigende stoffen. Op de lijst overige relevante stoffen staat een regionale selectie van stoffen die voor Brabant relevant zijn. Als totaal oordeel wordt gegeven als voldoet of voldoet niet. Grondslag normering: expert judgement. percentage per waterlichaam Weging 25 Richting + Norm Rood < 50% Norm Oranje 50% - 80% Norm Groen 80% - 95% Norm Goud > 95% Data bronnen Informatiehuis water (2014), bewerking Telos. Meting en deskundigheidsoordeel. Waarde 28 25

30 Benchmark 26

31 Indicator 4 fysisch chemische kwaliteit Planet Oppervlaktewater Het oppervlaktewater is schoon rood Het percentage van alle zoete waterlichamen dat als goed of matig wordt beoordeeld op de eisen van de Kader Richtlijn Water voor fysische chemische parameters. Het oppervlaktewater wordt door de mens gebruikt in de landbouw en voor recreatie. Daarnaast biedt het oppervlaktewater plaats aan ecosystemen. Door verontreinigingen in het oppervlaktewater kunnen ecosystemen en de volksgezondheid worden bedreigd. In het kader van de kaderrichtlijn water wordt de kwaliteit van het oppervlaktewater beoordeeld. Dit gebeurd op verschillende kwaliteitsaspecten. De fysisch chemische kwaliteit wordt beoordeeld op het voorkomen van essentiële stoffen in het water en de waarde van fysische parameters (bijvoorbeeld temperatuur). Het totaaloordeel wordt gegeven in vier categorieën, namelijk goed, matig, ontoereikend en slecht. Grondslag normering: expert judgement. percentage per waterlichaam Weging 25 Richting + Norm Rood < 50% Norm Oranje 50% - 80% Norm Groen 80% - 95% Norm Goud > 95% Data bronnen Informatiehuis water (2014), bewerking Telos. Meting en deskundigheidsoordeel. Waarde 42 27

32 Benchmark 28

33 Zeewater Indicator 1 hydromorfologische kwaliteit Planet Zeewater De natuurlijke ontwikkeling van geulen en platen (voor zeestromingen, zand) wordt niet belemmerd. groen Beoordeling van de hydromorfologische staat van de zoute waterlichamen in het kader van de Kaderrichtlijn Water. De hydromorfologische kwaliteit heeft betrekking op de natuurlijke vorm van het waterlichaam. Voor zoute waterlichamen worden hier onder andere beoordeeld aspecten zoals: getijslag, debiet zoet water, beïnvloeding getijvolume, zoet-zoutgradiënt, golfklimaatklasse, dynamisch milieu, diepteverdeling, droogvalduur, soort intergetijdengebied, soort bodem, samenstelling substraat, natuurlijkheid oever, landgebruik getijdenzone. percentage per waterlichaam Weging 25 Richting + Norm Rood < 25% Norm Oranje 25% - 50% Norm Groen 50% - 75% Norm Goud > 75% Data bronnen Brondocumenten waterlichamen, Rijkswaterstaat (2012). Deskundigheidsoordeel. Waarde 66 Benchmark Waddenzee: voldoet Waddenzee vastelandskust: sterk veranderd Eems-Dollard kust: goed 29

34 30

35 Indicator 2 chemische toestand Planet Zeewater Het oppervlaktewater is schoon en voldoende doorzichtig. rood Beoordeling van de chemische toestand van de zoute waterlichamen in het kader van de Kaderrichtlijn Water. Het oppervlaktewater wordt door de mens gebruikt in de landbouw en voor recreatie. Daarnaast biedt het oppervlaktewater plaats aan ecosystemen. Door verontreinigingen in het oppervlaktewater kunnen ecosystemen en de volksgezondheid worden bedreigd. In het kader van de kaderrichtlijn water wordt de kwaliteit van het oppervlaktewater beoordeeld. Dit gebeurd op verschillende kwaliteitsaspecten. De chemische kwaliteit wordt beoordeeld door de concentratie van prioritaire stoffen (zoals zware metalen en bestrijdingsmiddelen) in het water. Het totaaloordeel wordt gegeven als voldoet of voldoet niet. percentage per waterlichaam Weging 25 Richting + Norm Rood < 25% Norm Oranje 25% - 50% Norm Groen 50% - 75% Norm Goud > 75% Data bronnen Informatiehuis water (2014). Meting en deskundigheidsoordeel. Waarde 0 31

36 Benchmark 32

37 Indicator 3 biologische kwaliteit Planet Zeewater Het oppervlaktewater is schoon en voldoende doorzichtig. groen Beoordeling van de biologische kwaliteit van de zoute waterlichamen in het kader van de Kaderrichtlijn Water. Het oppervlaktewater wordt door de mens gebruikt in de landbouw en voor recreatie. Daarnaast biedt het oppervlaktewater plaats aan ecosystemen. Door verontreinigingen in het oppervlaktewater kunnen ecosystemen en de volksgezondheid worden bedreigd. In het kader van de kaderrichtlijn water wordt de kwaliteit van het oppervlaktewater beoordeeld. Dit gebeurd op verschillende kwaliteitsaspecten. De indicator biologische kwaliteit is samengesteld uit deelindicatoren voor fytoplankton, overige waterflora, macrofauna en vis. Het totaaloordeel wordt gegeven in vier categorieën, namelijk goed, matig, ontoereikend en slecht. kwaliteitsklasse per waterlichaam Weging 12.5 Richting + Norm Rood < 0.75 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 2.25 Data bronnen Informatiehuis water (2014). Meting en deskundigheidsoordeel. Waarde

38 Benchmark 34

39 Indicator 4 specifiek verontreinigende stoffen Planet Zeewater Het oppervlaktewater is schoon en voldoende doorzichtig. rood Beoordeling van het voorkomen van overige verontreinigende stoffen van de zoute waterlichamen in het kader van de Kaderrichtlijn Water. Het oppervlaktewater wordt door de mens gebruikt in de landbouw en voor recreatie. Daarnaast biedt het oppervlaktewater plaats aan ecosystemen. Door verontreinigingen in het oppervlaktewater kunnen ecosystemen en de volksgezondheid worden bedreigd. In het kader van de kaderrichtlijn water wordt de kwaliteit van het oppervlaktewater beoordeeld. Dit gebeurd op verschillende kwaliteitsaspecten. Een onderdeel hiervan is de aanwezigheid van overige verontreinigende stoffen. Op de lijst overige relevante stoffen staat een regionale selectie van stoffen die voor het Waddengebied relevant zijn. Als totaal oordeel wordt gegeven als voldoet of voldoet niet. percentage per waterlichaam Weging 12.5 Richting + Norm Rood < 25% Norm Oranje 25% - 50% Norm Groen 50% - 75% Norm Goud > 75% Data bronnen Informatiehuis water (2014). Meting en deskundigheidsoordeel. Waarde 0 35

40 Benchmark 36

41 Indicator 5 fysisch chemische kwaliteit Planet Zeewater Het oppervlaktewater is schoon en voldoende doorzichtig. oranje Beoordeling van de fysisch chemische kwaliteit van de zoute waterlichamen in het kader van de Kaderrichtlijn Water. Het oppervlaktewater wordt door de mens gebruikt in de landbouw en voor recreatie. Daarnaast biedt het oppervlaktewater plaats aan ecosystemen. Door verontreinigingen in het oppervlaktewater kunnen ecosystemen en de volksgezondheid worden bedreigd. In het kader van de kaderrichtlijn water wordt de kwaliteit van het oppervlaktewater beoordeeld. Dit gebeurd op verschillende kwaliteitsaspecten. De fysisch chemische kwaliteit wordt beoordeeld op het voorkomen van essentiële stoffen in het water en de waarde van fysische parameters (bijvoorbeeld temperatuur). Het totaaloordeel wordt gegeven in vier categorieën, namelijk goed, matig, ontoereikend en slecht. kwaliteitsklasse per waterlichaam Weging 8.33 Richting + Norm Rood < 0.75 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 2.25 Data bronnen Informatiehuis water (2014). Meting en deskundigheidsoordeel. Waarde

42 Benchmark 38

43 Indicator 6 beschikbaarheid nutrienten Planet Zeewater Het voedselweb is in evenwicht. oranje Beoordeling van de nutrientenbelasting van de zoute waterlichamen in het kader van de Kaderrichtlijn Water. Het oppervlaktewater wordt door de mens gebruikt in de landbouw en voor recreatie. Daarnaast biedt het oppervlaktewater plaats aan ecosystemen. Door verontreinigingen in het oppervlaktewater kunnen ecosystemen en de volksgezondheid worden bedreigd. In het kader van de kaderrichtlijn water wordt de kwaliteit van het oppervlaktewater beoordeeld. Dit gebeurd op verschillende kwaliteitsaspecten. Voor de nutrientenbelasting worden de concentratie van stikstof en fosfor in het water bepaald. Stikstof en fosfor zijn in het water nodig als voedingsbron, maar kunnen bij toe hoge concentraties leiden tot sterke groei van algen leiden en de vermindering van het zuurstofgehalte in het water. Het totaaloordeel wordt gegeven in vier categorieën, namelijk goed, matig, ontoereikend en slecht. kwaliteitsklasse per waterlichaam Weging 8.34 Richting + Norm Rood < 0.75 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 2.25 Data bronnen Informatiehuis water (2014). Meting en deskundigheidsoordeel. Waarde 1 39

44 Benchmark 40

45 Indicator 7 zwevend stof Planet Zeewater rood Geen gegevens beschikbaar. percentage Weging 8.33 Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 41

46 42

47 Lucht Indicator 1 concentratie stikstofoxiden Planet Lucht De lucht is schoon. groen Gemiddelde concentratie stikstofdioxide over het gehele (land)oppervlak van gemeenten in het waddengebied afgeleid van de Grootschalige Concentratiekaart Nederland. Stokstofdioxide (NO2) komt veelal vrij bij verbrandingsprocessen en is daarmee een belangrijke indicator voor vervuiling veroorzaakt door gemotoriseerd verkeer. Stikstofoxiden dragen bij aan verschillende milieuproblemen: de ongewenste vorming van troposferisch ozon maar ook de depositie van stikstofoxiden en atmosferische volgproducten, zoals aerosolen die een aandeel leveren in de verzuring en vermesting van bodem en oppervlaktewater. Europese richtlijnen schrijven voor dat de jaargemiddelde concentratie van stikstofoxiden 40 μg/m3 niet mag worden overschreden. In de Grootschalige Concentratiekaarten Nederland wordt op basis van modellen de luchtkwaliteit op iedere plek in Nederland berekend. De modelberekeningen zijn gevalideerd op basis van metingen die bij verschillende meetstations in het land zijn gedaan. Op plekken waar veel emissiebronnen samenkomen dient bij de concentratie uit de GCN nog een lokale bijdrage te worden opgeteld. Voor het Waddengebied is deze bijtelling gering. Vorige meting is geextrapoleerd op basis van gemiddelde metingen in 2012 en 2009 op de meetstations in (de buurt van) het Waddengebied (NL10538, NL10918, NL10934). Grondslag normering: wettelijke norm. µg/m3 Gemiddelde van gridcellen 1x1 km Weging 16.7 Richting - Norm Rood > 40 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 10 Data bronnen Grootschale Concentratiekaarten Nederland (RIVM, 2012), bewerking Telos. Waarde

48 Benchmark 44

49 Indicator 2 concentratie fijn stof Planet Lucht De lucht is schoon. groen Gemiddelde concentratie fijn stof (PM10) over het gehele (land)oppervlak van gemeenten in het waddengebied afgeleid van de Grootschalige Concentratiekaart Nederland. Fijn stof zijn kleine in de lucht zwevende deeltjes. De deeltjes kunnen worden ingedeeld naar grootte, oorsprong en chemische samenstelling. De meest gebruikte indeling is naar grootte, waarbij deeltjes kleiner dan 10 micrometer het vaakst als grens voor fijn stof wordt gebruikt (deze deeltjes worden aangeduid met PM10). Fijn stof kan afkomstig zijn van menselijke activiteiten, maar ook een natuurlijke oorsprong hebben. Doordat fijn stof uit kleine deeltjes bestaat kan het makkelijk ingeademd worden. Eenmaal ingeademd kunnen deeltjes schade aanrichten in het ademhalingsstelsel. De zeer kleine deeltjes (ultrafijn stof en elementair koolstof) kunnen zelfs in het bloed worden opgenomen, waarna ze andere weefsels kunnen aantasten. De exacte werking hiervan in het lichaam is niet bekend, maar uit epidemiologische studies blijkt wel dat er aanzienlijke gezondheidschade kan ontstaan. Door de veronderstelde werking van ultrafijn stof zal er de komende jaren meer aandacht zijn voor de monitoring van deze fractie van het fijn stof. In Europese richtlijnen is de norm gesteld dat een daggemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) van 50 μg/m3 (exclusief zeezout) maximaal 35 dagen per jaar mag worden overschreden. In de Grootschalige Concentratiekaarten Nederland wordt op basis van modellen de luchtkwaliteit op iedere plek in Nederland berekend. De modelberekeningen zijn gevalideerd op basis van metingen die bij verschillende meetstations in het land zijn gedaan. Op plekken waar veel emissiebronnen samenkomen dient bij de concentratie uit de GCN nog een lokale bijdrage te worden opgeteld. Voor het Waddengebied is deze bijtelling gering. Vorige meting is geextrapoleerd op basis van gemiddelde metingen in 2012 en 2009 op de meetstations in (de buurt van) het Waddengebied (NL10538, NL10918, NL10934). Grondslag normering: wettelijke norm en advies WHO. µg/m3 Gemiddelde van gridcellen 1x1 km Weging 16.7 Richting - Norm Rood > 40 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 10 Data bronnen Grootschalige Concentratiekaarten Nederland (RIVM, 2012), bewerking Telos. Waarde

50 Benchmark 46

51 Indicator 3 concentratie ozon Planet Lucht De lucht is schoon. goud Gemiddelde concentratie ozon over het gehele (land)oppervlak van gemeenten in het waddengebied afgeleid van de Grootschalige Concentratiekaart Nederland. Ozon is de belangrijkste component van zomersmog. Smog ontstaat door de uitstoot van onder andere koolwaterstoffen en stikstofoxiden onder invloed van zonlicht. Door chemische reacties in de lucht ontstaat dan het giftige ozon. In de Grootschalige Concentratiekaarten Nederland wordt op basis van modellen de luchtkwaliteit op iedere plek in Nederland berekend. De modelberekeningen zijn gevalideerd op basis van metingen die bij verschillende meetstations in het land zijn gedaan. Vorige meting is geextrapoleerd op basis van gemiddelde metingen in 2012 en 2009 op de meetstations in (de buurt van) het Waddengebied (NL10538, NL10918, NL10934). Grondslag normering: waarschuwingsdrempels. µg/m3 Gemiddelde van gridcellen 1x1 km Weging 16.6 Richting - Norm Rood > 240 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 120 Data bronnen Grootschalige Concentratiekaarten Nederland (RIVM, 2012), bewerking Telos. Waarde

52 Benchmark 48

53 Indicator 4 emissies stikstofoxiden Planet Lucht De lucht is schoon. rood Totale jaarlijkse emissie van stikstofoxiden van alle bronnen binnen de regio. Stokstofdioxide (NO2) komt veelal vrij bij verbrandingsprocessen en is daarmee een belangrijke indicator voor vervuiling veroorzaakt door gemotoriseerd verkeer. Stikstofoxiden dragen bij aan verschillende milieuproblemen: de ongewenste vorming van troposferisch ozon maar ook de depositie van stikstofoxiden en atmosferische volgproducten, zoals aerosolen die een aandeel leveren in de verzuring en vermesting van bodem en oppervlaktewater. Volgens Europese afspraken dient Nederland in 2020 ten opzichte van % minder stikstofoxiden uit te stoten. Grondslag normering: Europese emissieplafonds. kton Som van gemeenten Weging 16.7 Richting - Norm Rood > 9.9 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 7.3 Data bronnen Emissieregistratie, Berekening. Waarde

54 Benchmark 50

55 Indicator 5 emissies fijn stof Planet Lucht De lucht is schoon. groen Totale jaarlijkse emissie van fijn stof (PM10) van alle bronnen binnen de regio. Fijn stof zijn kleine in de lucht zwevende deeltjes. De deeltjes kunnen worden ingedeeld naar grootte, oorsprong en chemische samenstelling. De meest gebruikte indeling is naar grootte, waarbij deeltjes kleiner dan 10 micrometer het vaakst als grens voor fijn stof wordt gebruikt (deze deeltjes worden aangeduid met PM10). Fijn stof kan afkomstig zijn van menselijke activiteiten, maar ook een natuurlijke oorsprong hebben. Doordat fijn stof uit kleine deeltjes bestaat kan het makkelijk ingeademd worden. Eenmaal ingeademd kunnen deeltjes schade aanrichten in het ademhalingsstelsel. De zeer kleine deeltjes (ultrafijn stof en elementair koolstof) kunnen zelfs in het bloed worden opgenomen, waarna ze andere weefsels kunnen aantasten. De exacte werking hiervan in het lichaam is niet bekend, maar uit epidemiologische studies blijkt wel dat er aanzienlijke gezondheidschade kan ontstaan. In het kader van Europese afspraken dient Nederland de emissie van PM2.5 (kleinere deeltjes) in 2020 met 37% te hebben teruggebracht ten opzichte van Grondslag normering: Europese emissieplafonds. kton Som van gemeenten Weging 16.6 Richting - Norm Rood > 0.97 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 0.62 Data bronnen Emissieregistratie (2012). Berekening. Waarde

56 Benchmark 52

57 Indicator 6 emissies koolstofdioxide Planet Lucht Het Waddengebied is klimaatneutraal. rood Totale jaarlijkse emissie van koolstofdioxide van alle bronnen binnen de regio. Koolstofdioxide is het gas dat de grootste bijdrage levert aan de toename van het broeikaseffect. Door de versterking van het broeikaseffect blijft de ingestraalde warmte van de zon meer aan het aardoppervlak, waardoor het warmer wordt. Dit heeft diverse effecten zoals extremere weersomstandigheden (langere drogere perioden en zwaardere buien) en stijging van de zeespiegel. Op basis van internationale afspraken dient Nederland in % minder uitstoot van broeikasgassen te hebben dan in Dit zal onder andere bereikt worden via energiebesparing en inzet van duurzame energie. In het Energieakkoord hebben overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties afspraken gemaakt hoe dit doel te bereiken. De normering is bepaald op basis van de beleidsdoelstelling van 20% besparing in 2020 en een voormalig beleidsvoornemen van 30%. miljoen ton Som van gemeenten Weging 16.7 Richting - Norm Rood > 5.4 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 3.8 Data bronnen Emissieregistratie (2012). Berekening. Waarde

58 Benchmark 54

59 Landschap Indicator 1 oppervlakte natuur Planet Landschap De identiteit van het landschap moet worden behouden en waar mogelijk moet de natuurlijke ontwikkeling worden versterkt. groen Percentage oppervlakte bos en open natuurlijk terrein (exclusief water). Met de indicator oppervlakte natuur wordt de waardering van het Nederlandse landschap gemodelleerd. De aanname daarbij is: hoe natuurlijker, hoe aantrekkelijker. De indicator oppervlakte natuur wordt bepaald aan de hand van de gegevens over bodemgebruik voor bos en natuurlijke terrein van het CBS. Hierin is voor verschillende landschapstypen gevraagd welke elementen het landschap aantrekkelijk maken. Grondslag normering: Wetenschappelijk inzicht m.b.t. beleving landschap (BelevingsGIS 2.0, Alterra, 2005). percentage gemeenten gewogen op oppervlakte Weging 11.1 Richting + Norm Rood < 5% Norm Oranje 5% - 10% Norm Groen 10% - 50% Norm Goud > 50% Data bronnen Bodemgebruik, CBS Statline (2010). Berekening a.d.h.v. kaarten en luchtfoto s. Waarde

60 Benchmark 56

61 Indicator 2 oppervlakte grasland Planet Landschap De identiteit van het landschap moet worden behouden en waar mogelijk moet de natuurlijke ontwikkeling worden versterkt. groen Percentage oppervlakte grasland. Met de indicator oppervlakte graslanden wordt de waardering van het Nederlandse landschap gemodelleerd. De aanname daarbij is: hoe meer grasland, hoe aantrekkelijker. De waardering van grasland is wel lager dan de waardering voor natuurlijke landschappen. Dit komt tot uiting in de normering. De indicator oppervlakte grasland wordt bepaald aan de hand van de gegevens uit de landbouwtelling van het CBS over de oppervlakte grasland. Grondslag normering: Geografische vergelijking. percentage gemeenten gewogen op oppervlakte Weging 11.1 Richting + Norm Rood < 10% Norm Oranje 10% - 25% Norm Groen 25% - 50% Norm Goud > 50% Data bronnen Landbouwtelling, CBS Statline (2010). Enquête onder vrijwel alle landbouwbedrijven. Waarde

62 Benchmark 58

63 Indicator 3 stedelijkheid Planet Landschap De identiteit van het landschap moet worden behouden en waar mogelijk moet de natuurlijke ontwikkeling worden versterkt. goud Percentage oppervlakte stedelijke bebouwing. Met de indicator stedelijkheid wordt de negatieve beleving van stedelijke bebouwing in het landschap gemodelleerd. De aanname daarbij is: hoe meer bebouwing, hoe minder aantrekkelijk het landschap. De indicator is samengesteld uit de oppervlakten van de volgende typen bebouwing: - woonterrein - terrein voor detailhandel en horeca - terrein voor openbare voorzieningen - terrein voor sociaal-culturele voorzieningen); De indicator stedelijkheid wordt bepaald aan de hand van de gegevens over bodemgebruik van het CBS. Hierin is voor verschillende landschapstypen gevraagd welke elementen het landschap aantrekkelijk maken. Grondslag normering: Wetenschappelijk inzicht m.b.t. beleving landschap (BelevingsGIS 2.0, Alterra, 2005). percentage gemeenten gewogen op oppervlakte Weging 11.1 Richting - Norm Rood > 20% Norm Oranje 10% - 20% Norm Groen 5% - 10% Norm Goud < 5% Data bronnen Bodemgebruik, CBS Statline (2010). Berekening a.d.h.v. kaarten en luchtfoto s. Waarde

64 Benchmark 60

65 Indicator 4 hotspot index Planet Landschap De identiteit van het landschap moet worden behouden en waar mogelijk moet de natuurlijke ontwikkeling worden versterkt. groen Index opgesteld op basis van de dichtheid van hotspots. De hotspot indicator geeft inzicht in de belevingswaarde van het landschap. Voor de hotspot indicator is aan willekeurige steekproef van 1200 mensen gevraagd: "Welke plekken vindt u zeer aantrekkelijk, waardevol of belangrijk". Deze plekken konden worden aan op een kaart. De indicator is berekend als de verhouding van het aantal aangegeven plekken in het Waddengebied en het op basis van willekeurigheid te verwachten aantal hotspots. Voor deze berekening zijn alleen de hotspots op het land meegenomen, omdat het meenemen van het zeeoppervlak een vertekend beeld zou geven. index gemeenten, aggregatie op aantal respondenten Weging 33.4 Richting + Norm Rood < 0.75 Norm Oranje Norm Groen 1-2 Norm Goud > 2 Data bronnen Hotspotmonitor, bewerking RUG, Waarde

66 Benchmark 62

67 Indicator 5 openheid vanaf zee Planet Landschap Landschapswaarden (zoals rust, stilte, duisternis en ruimte/openheid) en cultuurhistorische waarden zijn van hoge kwaliteit en worden beschermd. goud Fractie (verticale oppervlakte) van het uitzicht vanaf het zichtpunt dat wordt ingenomen door menselijke objecten. Openheid is een van de kernwaarden van het landschap in het Waddengebied. Openheid geeft overzicht over en rust aan het landschap. Door (vooral) menselijke objecten (aan de de horizon) wordt de openheid en daarmee de landschappelijke kwaliteit aangetast. Voor de indicator is aan de hand van het Actuele Hoogtebestand Nederland bepaald welke fractie van het beeld vanaf een aantal zichtpunten (1x1 km matrix) wordt ingenomen door menselijke objecten. Grondslag normering: gelijke verdeling fractie. Bronnen: CBS, PBL, Wageningen UR (2012). Openheid van de Grote wateren, (indicator 2094, versie 02, 20 september 2012). CBS, Den Haag; Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag/Bilthoven en Wageningen UR, Wageningen) Wortelboer, F.G., Hoe open is de Waddenzee? Een indicator voor de openheid van het Waddenlandschap. Planbureau voor de Leefomgeving. PBL Rapport ) score Gemiddelde van gridcellen 1x1 km Weging 5.55 Richting - Norm Rood > 0.75 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 0.25 Data bronnen zie relatie eis, bewerking Telos Waarde

68 Benchmark 64

69 Indicator 6 openheid op land Planet Landschap Landschapswaarden (zoals rust, stilte, duisternis en ruimte/openheid) en cultuurhistorische waarden zijn van hoge kwaliteit en worden beschermd. groen Zichtbaar oppervlakte rondom punten in een gridcel van 100 x 100 meter. Openheid is een van de kernwaarden van het landschap in het Waddengebied. Openheid geeft overzicht over en rust aan het landschap. Door (vooral) menselijke objecten (aan de de horizon) wordt de openheid en daarmee de landschappelijke kwaliteit aangetast. De indicator is berekend met behulp van het ViewScape model van Alterra. In dit programma is op basis van het Actueel Hoogtebestand Nederland per punt in een grid van 100 x 100 meter bepaald hoe groot het zichtbaar oppervlakte vanaf dat punt is. Het zichtbaar oppervlak is berekend aan de hand van zichtlijnen en de afstand waarop deze geblokkeerd wordt. Bronnen: CBS, PBL, Wageningen UR (2012). Openheid landschap (indicator 1022, versie 03, 22 februari 2012). CBS, Den Haag; Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag/Bilthoven en Wageningen UR, Wageningen. Meeuwsen, H.A.M. en R. Jochem (2011). Openheid van het landschap berekend met het model ViewScape. WOT werkdocument 281. WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen. hectare Gemiddelde van gridcellen 100 x 100 meter Weging 5.55 Richting + Norm Rood < 50 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 750 Data bronnen zie relatie eis, bewerking Telos Waarde

70 Benchmark 66

71 Indicator 7 geluidhinder Planet Landschap Landschapswaarden (zoals rust, stilte, duisternis en ruimte/openheid) en cultuurhistorische waarden zijn van hoge kwaliteit en worden beschermd. goud Landoppervlakte belast met een geluidsniveau boven 55 db. Het voorkomen van (onnatuurlijke) geluiden in de omgeving zorgt voor verstoring. Geluid heeft een signaalfunctie van mogelijk gevaar voor zowel mensen als dieren. Effecten die door geluidhinder kunnen optreden zijn verminderde concentratie en verstoring van slaap. Bij dieren kan verstoring door geluid leiden tot verandering van het voedsel en rustgedrag. Bij hoge geluidsniveaus kan gehoorschade optreden. De indicator is opgesteld aan de hand van de cumulatieve geluidkaart. De cumulatieve kaart geeft een indicatief beeld van de geluidbelasting van weg-, rail- en vliegverkeer, windturbines en industrie. De hoeveelheid geluid wordt uitgedrukt in decibellen (db Lden). De toevoeging Lden staat voor het geluidniveau gedurende de dag en nacht. Grondslag normering: geografische vergelijking. percentage Gemiddelde van gridcellen 100 x 100 meter Weging 11.1 Richting - Norm Rood > 50% Norm Oranje 20% - 50% Norm Groen 10% - 20% Norm Goud < 10% Data bronnen RIVM, Cumulatieve geluidkaart, 2012 (bewerking Telos). Berekening op basis van emissiebronnen. Beschikbaarheid: onbekend. Waarde

72 Benchmark 68

73 Indicator 8 licht emissie Planet Landschap Landschapswaarden (zoals rust, stilte, duisternis en ruimte/openheid) en cultuurhistorische waarden zijn van hoge kwaliteit en worden beschermd. groen Gemiddelde emissie van licht. erlichting biedt mogelijkheden om 's avonds en 's nachts activiteiten uit te voeren die normaal niet in het donker gedaan kunnen worden. Verlichting wordt onder ander gebruikt voor verkeersveiligheid, in werkomgevingen en in de glastuinbouw. Deze verlichting heeft echter ook als effect dan nachten minder donker worden. Fysiologische processen van mensen, dieren en planten zijn ingericht op de verschillen in licht en donker gedurende de dag en nacht. Teveel licht in de nacht kan het dag en nacht ritme verstoren. Lichtvervuiling wordt veroorzaakt door het nachtelijke gebruik van kunstlicht. Bronnen van lichtvervuiling zijn o.a. wegverlichting, verlichting van (kantoor)gebouwen en terreinen en belichting in de glastuinbouw. Lichtvervuiling leidt bij de mens tot hinder en mogelijke gezondheidseffecten. Ook verstoort het planten en dieren. Bovendien gaat lichtvervuiling vaak gepaard met energieverspilling. De gegevens voor deze indicator zijn bepaald aan de hand van satelliet waarnemingen op dagen zonder maanlicht. De waarnemingen zijn gecorrigeerd voor bewolking, maar niet voor open vuur en ruis. De metingen hebben plaatsgevonden in de periode april 2012 en oktober 2012 tussen 1 en 3 uur 's nachts. Met behulp van de waarnemingsgegevens in een GIS kaart zijn de gemiddelde waarden voor het totale oppervlak van het Waddengebied bepaald. Grondslag normering: geografische vergelijking. μw/m/sr Gemiddelde van gridcellen 375x375 meter Weging 11.1 Richting - Norm Rood > 10 Norm Oranje 5-10 Norm Groen 1-5 Norm Goud < 1 Data bronnen Earth Observation Group, NOAA National Geophysical Data Center, Satelliet metingen op beperkt aantal dagen. bewerking Telos Waarde

74 Benchmark 70

75 Ecosystemen Indicator 1 matig diep en diep water Planet Ecosystemen De waddenzee vervult haar functie als opgroeigebied voor vis, pleisterplaats voor trekvogels, voedings- en rustgebied voor wintergasten, broedvogels en zoogdieren. oranje Natuurkwaliteit van matig diep en diep water (>5m) in zout getijdengebied. Matig diep en diep water in de Waddenzee bestaat vooral uit geulen die ontstaan door de getijdenwerking. De geulen worden door vissen een zoogdieren gebruikt om zich te verplaatsen en te voedsel te vinden. Ook vogels maken gebruik van dieper water voor het vangen van voedsel. Voor de invulling van de natuurpunten zijn de volgende soorten en indicatoren beschouwd: chlorofyl-a, phaeocystis, stekelrog, eileggende roggen, spiering, KRW-EKR Vissen, gewone garnaal, eider, grote stern, visdief, gewone zeehond. De totale oppervlakte van matig diep en diep water beslaat 342 km2 en de weegfactor voor de natuurwaarde bedraagt 0,625. Grondslag normering: expert judgement. kwaliteitsklasse Waddenzee Weging 10 Richting + Norm Rood < 0.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 0.85 Data bronnen Diverse bronnen m.b.t. voorkomen van soorten. Bewerking: Deltares. Waarde 0.58 Benchmark 71

76 Indicator 2 ondiep water Planet Ecosystemen De waddenzee vervult haar functie als opgroeigebied voor vis, pleisterplaats voor trekvogels, voedings- en rustgebied voor wintergasten, broedvogels en zoogdieren. oranje Natuurkwaliteit van ondiep water (ondieper dan 5 meter) in zout getijdengebied. Het ondieper water in de Waddenzee biedt voedsel- en rustplaatsen aan diverse soorten bodemdieren, vissen en vogels. Voor de invulling van de natuurpunten zijn de volgende soorten en indicatoren beschouwd: chlorofyl-a, phaeocystis, stekelrog, eileggende roggen, spiering, KRW-EKR Vissen, gewone garnaal, oppervlakte mosselbank, oppervlakte kokkelbank (biomassa kokkels), BEQI macrofauna, grote stern, visdief, gewone zeehond. De totale oppervlakte van ondiep water beslaat 866 km2 en de weegfactor voor de natuurwaarde bedraagt 1,06. Grondslag normering: expert judgement. kwaliteitsklasse Waddenzee Weging 35 Richting + Norm Rood < 0.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 0.85 Data bronnen Diverse bronnen m.b.t. voorkomen van soorten. Bewerking: Deltares. Waarde 0.6 Benchmark 72

77 Indicator 3 intergetijdengebieden Planet Ecosystemen De waddenzee vervult haar functie als opgroeigebied voor vis, pleisterplaats voor trekvogels, voedings- en rustgebied voor wintergasten, broedvogels en zoogdieren. rood Natuurkwaliteit voor Intergetijdenzone in zout getijdengebied. De Waddenzee wordt gekenmerkt door een groot gebied dat onder invloed van getijdenbewegingen een bepaalde tijd droogvalt. Deze intergetijdengebieden zijn belangrijk voor vogels als voedsel- en rustgebied, ook zoogdieren (zeehonden) maken gebruik van de droogvallende delen om te rusten. De intergetijdengebieden bieden ook ruimte aan zeegras en schelpdieren. Voor de invulling van de natuurpunten zijn de volgende soorten en indicatoren beschouwd: zeegras, gewone garnaal, oppervlakte mosselbank, oppervlakte kokkelbank (biomassa kokkels), BEQI macrofauna, kanoet, bonte strandloper. De totale oppervlakte van intergetijdengebieden beslaat 1310 km2 en de weegfactor voor de natuurwaarde bedraagt Grondslag normering: expert judgement. kwaliteitsklasse Waddenzee Weging 35 Richting + Norm Rood < 0.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 0.85 Data bronnen Diverse bronnen m.b.t. voorkomen van soorten. Bewerking: Deltares. Waarde 0.45 Benchmark 73

78 Indicator 4 kwelders Planet Ecosystemen De waddenzee vervult haar functie als opgroeigebied voor vis, pleisterplaats voor trekvogels, voedings- en rustgebied voor wintergasten, broedvogels en zoogdieren. groen Natuurkwaliteit van getijdenmoeras in zoute getijdenwateren (schorren/kwelders, slufter, groen strand). Getijdenmoerassen bestaan uit buitendijks gelegen aangeslibd land dat begroeid is met zoutminnende flora en dat nog sporadisch met hoge vloedstanden onder water loopt. Ze kennen een specifieke plantengroei en kunnen worden door vogels gebruikt als broedlocatie. Voor de invulling van de natuurpunten zijn de volgende soorten en indicatoren beschouwd: oppervlakte kwelders, kwaliteit kwelders, scholekster, kluut. De totale oppervlakte van getijdenmoerassen beslaat 62,6 km2 en de weegfactor voor de natuurwaarde bedraagt Grondslag normering: expert judgement. kwaliteitsklasse Waddenzee Weging 10 Richting + Norm Rood < 0.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 0.85 Data bronnen Diverse bronnen m.b.t. voorkomen van soorten. Bewerking: Deltares. Waarde 0.77 Benchmark 74

79 Indicator 5 harde substraten Planet Ecosystemen De waddenzee vervult haar functie als opgroeigebied voor vis, pleisterplaats voor trekvogels, voedings- en rustgebied voor wintergasten, broedvogels en zoogdieren. groen Natuurkwaliteit van hard substraat in zoute getijdenwateren. Hard substraat in de Waddenzee bestaat uit door de mens aangebracht objecten (dammen, stijgers, enz.) en schelpdierbanken. De harde substraten worden door vogels gebruikt om voedsel te zoeken en als broedplek. Voor de invulling van de natuurpunten zijn de volgende soorten en indicatoren beschouwd: eider en steenloper. De totale oppervlakte van hard substraat beslaat 3,7 km2 en de weegfactor voor de natuurwaarde bedraagt 1,05. Door de kleine oppervlakte van hard substraat, zou deze indicator in de Waddenbarometer een laag gewicht (kleiner dan 1%) mee krijgen. Voor de leesbaarheid van de taartdiagram is dit gewicht op 5% gesteld. Grondslag normering: expert judgement. kwaliteitsklasse Waddenzee Weging 5 Richting + Norm Rood < 0.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 0.85 Data bronnen Diverse bronnen m.b.t. voorkomen van soorten. Bewerking: Deltares. Waarde 0.69 Benchmark 75

80 Indicator 6 zandbanken Planet Ecosystemen De waddenzee vervult haar functie als opgroeigebied voor vis, pleisterplaats voor trekvogels, voedings- en rustgebied voor wintergasten, broedvogels en zoogdieren. groen Natuurwaarde van zandbanken in zoute wateren. Zandbanken zijn hoger gelegen gebieden in de Waddenzee die vrijwel nooit worden overstroomd door water. De zandbanken zijn zeer weinig begroeid, maar worden wel door gebruikt als rustgebied door zoogdieren en vogels. Voor de invulling van de natuurpunten zijn de volgende soorten en indicatoren beschouwd: strandplevier, dwergstern en gewone zeehond. De totale oppervlakte van hard substraat beslaat 5 km2 en de weegfactor voor de natuurwaarde bedraagt 0,16. Door de kleine oppervlakte van hard substraat, zou deze indicator in de Waddenbarometer een laag gewicht (kleiner dan 1%) mee krijgen. Voor de leesbaarheid van de taartdiagram is dit gewicht op 5% gesteld. Grondslag normering: expert judgement. kwaliteitsklasse Waddenzee Weging 5 Richting + Norm Rood < 0.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 0.85 Data bronnen Diverse bronnen m.b.t. voorkomen van soorten. Bewerking: Deltares. Waarde 0.74 Benchmark 76

81 Leefgebieden op land Indicator 1 grijze duinen Planet Leefgebieden op land De natuurlijke dynamiek op de Waddeneilanden wordt zo min mogelijk beperkt, zodat nieuwe, jonge duin- en kustgebieden zich kunnen ontwikkelen. oranje Oppervlakte van vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie (grijze duinen) (habitattype: H2130). Het habitattype vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie (grijze duinen) betreft de min of meer droge graslanden van het duingebied. Grijze duinen ontstaan achter de zeereep op plekken waar de door de wind veroorzaakt dynamiek voldoende laag is voor het ontstaan van gesloten begroeiingen met kruiden en mossen. De indicator is bepaald op basis van een GIS bestand van habitattypen van Natura 2000 gebieden in Nederland. Grondslag normering: uitbreidingsdoelstelling, dus krimp is onwenselijk (rood), daarboven uitbreiding tot maximaal 50% van de huidige oppervlakte. hectare Som van afzonderlijke locaties Weging 16.7 Richting + Norm Rood < 4091 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 5000 Data bronnen INSPIRE Habitats en biotopen (gegevens inventarisatie , bewerking Telos). Beschikbaarheid: 5 jaarlijks. Waarde

82 Benchmark 78

83 Indicator 2 duinbossen Planet Leefgebieden op land De natuurlijke dynamiek op de Waddeneilanden wordt zo min mogelijk beperkt, zodat nieuwe, jonge duin- en kustgebieden zich kunnen ontwikkelen. oranje Oppervlakte beboste duinen van het atlantische, continentale en boreale gebied (duinbossen) (habitattype: H2180). Beboste duinen van het atlantische, continentale en boreale gebied (duinbossen) betreft natuurlijke of halfnatuurlijke loofbossen in de kustduinen, met sterk uiteenlopende kenmerken. De indicator is bepaald op basis van een GIS bestand van habitattypen van Natura 2000 gebieden in Nederland. Grondslag normering: uitbreidingsdoelstelling, dus krimp is onwenselijk (rood), daarboven uitbreiding tot maximaal 50% van de huidige oppervlakte. hectare Som van afzonderlijke locaties Weging 16.6 Richting + Norm Rood < 922 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 1100 Data bronnen INSPIRE Habitats en biotopen (gegevens inventarisatie , bewerking Telos). Beschikbaarheid: 5 jaarlijks. Waarde

84 Benchmark 80

85 Indicator 3 vochtige duinvalleien Planet Leefgebieden op land De natuurlijke dynamiek op de Waddeneilanden wordt zo min mogelijk beperkt, zodat nieuwe, jonge duin- en kustgebieden zich kunnen ontwikkelen. oranje Oppervlakte vochtige duinvalleien (habitattype: H2190). Vochtige duinvalleien zijn veelomvattend: het betreft open water, vochtige graslanden, lage moerasvegetaties en rietlanden, alle voorzover voorkomend in (min of meer natuurlijke) laagten in de duinen. De indicator is bepaald op basis van een GIS bestand van habitattypen van Natura 2000 gebieden in Nederland. Grondslag normering: uitbreidingsdoelstelling, dus krimp is onwenselijk (rood), daarboven uitbreiding tot maximaal 100% van de huidige oppervlakte. hectare Som van afzonderlijke locaties Weging 16.7 Richting + Norm Rood < 967 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 1450 Data bronnen INSPIRE Habitats en biotopen (gegevens inventarisatie , bewerking Telos). Beschikbaarheid: 5 jaarlijks. Waarde

86 Benchmark 82

87 Indicator 4 heischrale graslanden Planet Leefgebieden op land De natuurlijke dynamiek op de Waddeneilanden wordt zo min mogelijk beperkt, zodat nieuwe, jonge duin- en kustgebieden zich kunnen ontwikkelen. oranje Oppervlakte soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (heischrale graslanden) (habitattype: H6230). Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden omvat in ons land min of meer gesloten, zogenoemde halfnatuurlijke graslanden op betrekkelijk zure zand- en grindbodems. De oorspronkelijke beschrijving van de habitatricht lijn beperkte dit type tot berggebieden, maar in de latere interpretatie van de Europese handleiding is aangegeven dat ook soortenrijke heischrale graslanden in het laagland bij dit type horen. De indicator is bepaald op basis van een GIS bestand van habitattypen van Natura 2000 gebieden in Nederland. Grondslag normering: uitbreidingsdoelstelling, dus krimp is onwenselijk (rood), daarboven uitbreiding tot maximaal 100% van de huidige oppervlakte. hectare Som van afzonderlijke locaties Weging 16.6 Richting + Norm Rood < 12 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 18 Data bronnen INSPIRE Habitats en biotopen (gegevens inventarisatie , bewerking Telos). Beschikbaarheid: 5 jaarlijks. Waarde 12 83

88 Benchmark Ameland Terschelling Texel (noord) 84

89 Indicator 5 blauwgraslanden Planet Leefgebieden op land De natuurlijke dynamiek op de Waddeneilanden wordt zo min mogelijk beperkt, zodat nieuwe, jonge duin- en kustgebieden zich kunnen ontwikkelen. oranje Oppervlakte grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem (blauwgraslanden) (habitattype: H6410). Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem betreft in ons land de zogenoemde blauwgraslanden. In duingebieden betreft het oudere, reeds langdurig in cultuur gebrachte delen met een sterke bodemontwikkeling. De indicator is bepaald op basis van een GIS bestand van habitattypen van Natura 2000 gebieden in Nederland. Grondslag normering: uitbreidingsdoelstelling, dus krimp is onwenselijk (rood), daarboven uitbreiding tot maximaal 100% van de huidige oppervlakte. hectare Som van afzonderlijke locaties Weging 16.7 Richting + Norm Rood < 9 Norm Oranje 9-11 Norm Groen Norm Goud > 13.5 Data bronnen INSPIRE Habitats en biotopen (gegevens inventarisatie , bewerking Telos). Beschikbaarheid: 5 jaarlijks. Waarde 9 85

90 Benchmark Schiermonnikoog (west) Terschelling 86

91 Indicator 6 overige leefgebieden Planet Leefgebieden op land De natuurlijke dynamiek op de Waddeneilanden wordt zo min mogelijk beperkt, zodat nieuwe, jonge duin- en kustgebieden zich kunnen ontwikkelen. goud Procentuele afname in oppervlakte van leefgebieden waarvan het oppervlakte afneemt. De leefgebieden op land die in deze voorraad van de Waddenbarometer niet expliciet worden genoemd hebben als doelstelling dat de oppervlakte (op een paar uitzonderingen na) behouden moet blijven. Voor de indicator wordt het de totale afname in oppervlakte genomen van leefgebieden waarvan het oppervlakte afneemt en dit wordt gedeeld door de totale oppervlakte bij de nulmeting ( ha). Indien er geen sprake is van een afname wordt de totale toename van de oppervlakte als percentage van het totaal bij de nulmeting genomen. De indicator is bepaald op basis van een GIS bestand van habitattypen van Natura 2000 gebieden in Nederland. Grondslag normering: expert judgement. percentage Som van afzonderlijke locaties Weging 16.7 Richting + Norm Rood < -5% Norm Oranje -5% - -2% Norm Groen -2% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen INSPIRE Habitats en biotopen (gegevens inventarisatie , bewerking Telos). Beschikbaarheid: 5 jaarlijks. Waarde 0 Benchmark Gemeenten (eilanden en Den Helder) 87

92 88

93 Litorale en sublitorale leefgebieden Indicator 1 kwelders Planet Litorale en sublitorale leefgebieden Er zijn voldoende voedsel, rust- en voortplantingsgebieden voor zoogdieren, vissen en vogels. groen Relatieve oppervlakte kwelders ten opzichte van totale vegetatiekartering. Getijdenmoerassen bestaan uit buitendijks gelegen aangeslibd land dat begroeid is met zoutminnende flora en dat nog sporadisch met hoge vloedstanden onder water loopt. Ze kennen een specifieke plantengroei en kunnen worden door vogels gebruikt als broedlocatie. De indicator is opgesteld aan de hand van GIS bestanden van de vegetatiekartering van buitendijkse gebieden van de Waddenzee. De oppervlakte van de verschillende vegetatietypen is bepaald met het GIS programma. Vervolgens is de indicator berekend als de verhouding tussen de oppervlakte van alle kweldervegetatietypen (vegetatiezoneringskaart) met de totale gekarteerde oppervlakte. Grondslag normering: geografische vergelijking. percentage per buitendijks gebied gewongen op oppervlakte Weging 8.3 Richting + Norm Rood < 50% Norm Oranje 50% - 60% Norm Groen 60% - 75% Norm Goud > 75% Data bronnen Rijkswaterstaat, Vegetatiekartering VEGWAD vlakken (diverse jaren), bewerking: Telos. Luchtfoto's en veldwerk. Beschikbaarheid: vijf jaarlijks. Waarde

94 Benchmark 90

95 Indicator 2 pionierzone kwelders Planet Litorale en sublitorale leefgebieden Er zijn voldoende voedsel, rust- en voortplantingsgebieden voor zoogdieren, vissen en vogels. groen Relatieve oppervlakte pionierzone kwelders ten opzichte totale oppervlakte kwelders. De vegetatie in kwelders vormt verschillende stadia van ontwikkeling, afhankelijk van de dynamiek van de invloed van zee en wind. Ecologisch gezien het meest waardevolle stadium is het pionierstadium. In dit stadium is er een hoge dynamiek en grote soortenrijkdom. Voor de indicator is de totale oppervlakte van de vegetatietypen pionierzone kwelder, brakke pionierzone kwelder en pre-pionierzone kwelder gedeeld op de totale oppervlakte van kweldervegatie (vegetatiezoneringskaart). Grondslag normering: geografische vergelijking. percentage per buitendijks gebied gewogen oppervlakte Weging 8.4 Richting + Norm Rood < 15% Norm Oranje 15% - 25% Norm Groen 25% - 50% Norm Goud > 50% Data bronnen Rijkswaterstaat, Vegetatiekartering VEGWAD vlakken (diverse jaren), bewerking: Telos. Luchtfoto's en veldwerk. Beschikbaarheid: vijf jaarlijks. Waarde

96 Benchmark 92

97 Indicator 3 zandbanken Planet Litorale en sublitorale leefgebieden Er zijn voldoende voedsel, rust- en voortplantingsgebieden voor zoogdieren, vissen en vogels. oranje Oppervlakte permanente zandbanken (tijdelijke invulling). Zandbanken zijn hoger gelegen gebieden in de Waddenzee die vrijwel nooit worden overstroomd door water. De zandbanken zijn zeer weinig begroeid, maar worden wel door gebruikt als rustgebied door zoogdieren en vogels. Grondslag normering: expert judgement. hectare Waddenzee Weging 16.7 Richting + Norm Rood < 5 Norm Oranje 5-10 Norm Groen Norm Goud > 20 Data bronnen Deltares. Waarde 5 Benchmark 93

98 94

99 Indicator 4 zeegrasvelden Planet Litorale en sublitorale leefgebieden Er zijn voldoende voedsel, rust- en voortplantingsgebieden voor zoogdieren, vissen en vogels. rood Dekkingspercentage zeegrasvelden. Zeegrasvelden hebben een belangrijke ecologische rol als kinderkamer voor verschillende vissoorten en schaaldieren. Ook staat zeegras bekend als biobouwer. Zeegrasvelden breken de stroming en stabiliseren en verhogen zo de sedimentatie. De indicator is gebaseerd op de zeegraskartering. Alle geïnventariseerde soorten (Zostera noltii, Zostera marina en Ruppia maritima) zijn meegenomen. De oppervlakte van zeegras is gebaseerd op de dekkingspercentages per gridcel van 200 x 200 meter. Dit is gerelateerd aan het totaal van de oppervlakte van geïnventariseerde gridcellen. Grondslag normering: geografische vergelijking. percentage Inventarisatiegebieden gewogen op gridcellen van 200 x 200 meter Weging 16.6 Richting + Norm Rood < 1% Norm Oranje 1% - 5% Norm Groen 5% - 20% Norm Goud > 20% Data bronnen Rijkswaterstaat, zeegraskartering (2011, bewerking Telos). Veldwerk metingen. Beschikbaarheid: jaarlijks. Waarde

100 Benchmark 96

101 Indicator 5 mosselbanken Planet Litorale en sublitorale leefgebieden Het voedselweg is in evenwicht. rood Relatieve oppervlakte mosselbanken ten opzichte van het totaal intergetijdengebied. Mosselbanken zijn een belangrijk onderdeel van het Waddenzee-ecosysteem. Ze filteren het water en vormen, samen met bodemdieren die graag op en tussen de mosselen leven, een belangrijke voedselbron voor vogels. De oppervlakte van mosselbanken is bepaald op basis van de inventarisatie van schelpbanken. Alleen schelpbanken die (overwegend) bevolkt worden door mosselen zijn in de bepaling meegenomen. De oppervlakte aan mosselbanken is gerelateerd aan de oppervlakte van het intergetijdengebied, dat is bepaald met behulp van Intertides. Grondslag normering: geografische vergelijking. percentage Kombergingsgebieden gewogen op oppervlakte Weging 16.7 Richting + Norm Rood < 1% Norm Oranje 1% - 5% Norm Groen 5% - 10% Norm Goud > 10% Data bronnen Imares, Inventory of shellfish beds in the Dutch Wadden Sea (2011, bewerking Telos). Veldwerk. Beschikbaarheid: jaarlijks. Waarde

102 Benchmark 98

103 Indicator 6 rustgebieden zeehonden Planet Litorale en sublitorale leefgebieden rood percentage Weging 16.6 Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 99

104 Indicator 7 broedgebieden vogels Planet Litorale en sublitorale leefgebieden rood percentage Weging 16.7 Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 100

105 Biodiversiteit De factsheets voor de voorraad biodiversiteit ontbreken in deze bijlage. Deze factsheets zullen worden gemaakt na overleg met de Waddenacademie en zullen worden gepubliceerd samen met de resultaten van deze voorraad. 101

106 102

107 Economisch kapitaal Arbeid Indicator 1 werkloosheid Profit Arbeid Er is voldoende werk in het Waddengebied en de aanpalende regio's rood Percentage van de beroepsbevolking die niet werkend werkzoekende is, ten opzichte van de totale beroepsbevolking. Het werkloosheidpercentage zegt iets over het functioneren van de arbeidsmarkt. Een hoog werkloosheidspercentage duidt er op dat de arbeidsmarkt slecht functioneert, dat zowel het gevolg kan zijn van het in kwantitatief opzicht niet op elkaar aansluiten van vraag en aanbod, maar het kan ook betrekking hebben op het in kwalitatief opzicht niet goed op elkaar aansluiten van vraag en aanbod. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 25 Richting - Norm Rood > 9% Norm Oranje 5% - 9% Norm Groen 1% - 5% Norm Goud < 1% Data bronnen UWV/CBS, 2014 Waarde

108 Benchmark 104

109 Indicator 2 ontgroening en vergrijzing Profit Arbeid Potentiële beroepsbevolking wordt benut oranje Het aandeel van en jarigen in de beroepsbevolking ten opzichte van het nationale gemiddelde. De leeftijdsopbouw van de beroepsbevolking zegt iets over de toekomstige verhouding tussen de beroepsbevolking en de totale bevolking en daarmee iets over de toekomstbestendigheid van de arbeidsmarkt. Een relatief oudere beroepsbevolking kan een probleem opleveren voor de toekomst doordat de verhouding werkenden/niet werkenden af zal nemen; dit is de zogenaamde afhankelijkheidsratio. Naarmate er minder sprake is van ontgroening en/of vergrijzing is een regionale arbeidsmarkt beter toegerust voor de toekomst. score Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 25 Richting + Norm Rood < -1 Norm Oranje -1-1 Norm Groen 1-4 Norm Goud > 4 Data bronnen CBS, 2012 Waarde

110 Benchmark 106

111 Indicator 3 werkgelegenheidsfunctie Profit Arbeid Er is voldoende werk in het Waddengebied en de aanpalende regio's oranje Verhouding tussen aantal banen en de totale beroepsbevolking in het Waddengebied. Bij de werkgelegenheid gaat het om arbeid in een bepaalde gemeente en dit betreft zowel mensen die in die gemeente zelf wonen als mensen die van elders komen ( pendelen ). Bij de beroepsbevolking gaat het om mensen die in een gemeente wonen en deze kunnen zowel binnen als buiten die gemeente emplooi vinden. De verhouding tussen aanwezige werkgelegenheid en beroepsbevolking geeft aan of een gemeente per saldo arbeid importeert om de banen in de gemeente te vervullen of juist arbeid exporteert om aan de vraag in omliggende regio s te voldoen. De verhouding tussen beide grootheden wordt aangeduid met de term werkgelegenheidsfunctie en is een maat voor de kwantitatieve vraag/aanbod verhouding. De data van de beroepsbevolking is op COROP niveau. percentage Gemeente/COROP, aggregatie op aantal inwoners Weging 25 Richting + Norm Rood < 80% Norm Oranje 80% - 100% Norm Groen 100% - 120% Norm Goud > 120% Data bronnen CBS/LISA, 2012 Waarde

112 Benchmark 108

113 Indicator 4 aandeel hoogopgeleiden Profit Arbeid Het arbeidsaanbod beschikt minimaal over een startkwalificatie rood Percentage van de beroepsbevolking met minimaal een afgeronde HBO of WO opleiding. Een stijging van het opleidingsniveau van de (beroeps)bevolking is een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Het aandeel hoogopgeleide mensen in de beroepsbevolking geeft als het ware aan hoe kennisintensief de in de regio aanwezige productiefactor arbeid is. Een hoog opgeleide beroepsbevolking heeft als voordeel dat de factor arbeid in een regio beter in staat zal zijn aan de steeds hogere eisen van de werkgevers te voldoen in vergelijking met regio s met een laag geschoolde beroepsbevolking. Kennisintensieve arbeid levert over het algemeen een hogere arbeidsproductiviteit op. percentage Gemeente/COROP, aggregatie op aantal inwoners Weging 25 Richting + Norm Rood < 25% Norm Oranje 25% - 35% Norm Groen 35% - 45% Norm Goud > 45% Data bronnen CBS, 2012 Waarde

114 Benchmark 110

115 Economische prestaties Indicator 1 starters Profit Economische prestaties Er vindt permanente vernieuwing plaats van de productiestructuur. oranje Percentage starters ten opzichte van het totaal aantal bedrijven. Nieuwe bedrijven hebben een positieve invloed op de werkgelegenheid. Ook hebben nieuwe startende bedrijven een positieve invloed op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. Dit zit hem niet zozeer in de eigen initiële arbeidsproductiviteit (deze is immers bij de start laag), maar vooral in hun positieve invloed op de structurele ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. Dit komt enerzijds doordat bestaande bedrijven hun gedrag aanpassen en anderzijds doordat startende ondernemingen in de tijd een snelle groei van de arbeidsproductiviteit laten zien. Nieuwe startende ondernemingen hebben vaak prikkelende en vernieuwende inzichten en dwingen daarmee bestaande bedrijven scherp te blijven, zich aan te passen aan de zich wijzigende concurrentieverhoudingen op hun markten. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 12.5 Richting + Norm Rood < 0.75% Norm Oranje 0.75% % Norm Groen 1.25% % Norm Goud > 1.75% Data bronnen CBS, KvK, 2013 Waarde

116 Benchmark 112

117 Indicator 2 opheffingen Profit Economische prestaties Er vindt permanente vernieuwing plaats van de productiestructuur. groen Percentage opheffingen op het totaal aantal bedrijven. Er is sprake van opheffing van een bedrijf als de activiteiten niet door een ander bedrijf worden voortgezet. Daarmee meet deze indicator het aantal bedrijven dat ophoudt te bestaan door faillissement en het beëindigen van de bedrijfsvoering, en niet door fusies en overnames. percentage Gemeente/COROP, aggregatie op aantal inwoners Weging 12.5 Richting - Norm Rood > 10% Norm Oranje 8% - 10% Norm Groen 6% - 8% Norm Goud < 6% Data bronnen CBS, 2012 Waarde 7 113

118 Benchmark 114

119 Indicator 3 snelgroeiende bedrijven Profit Economische prestaties Er vindt permanente vernieuwing plaats van de productiestructuur. oranje Het percentage bedrijven dat een groei van minimaal 60% in werkgelegenheid heeft gehad in drie jaar als percentage van het totaal aantal bedrijven. Het percentage snelle groeiers zegt iets over de economische dynamiek in een regio. Het jaagt de groei van de economie aan en dat is vanzelfsprekend van belang voor de concurrentiekracht van de regio. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 12.5 Richting + Norm Rood < 7% Norm Oranje 7% - 9% Norm Groen 9% - 11% Norm Goud > 11% Data bronnen CBS, 2010/2012 Waarde 8 Benchmark 115

120 116

121 Indicator 4 BRP per capita Profit Economische prestaties Er wordt voldoende inkomen door de bedrijven gegenereerd. oranje Het bruto regionaal product (BRP) betreft de waarde van de totale regionale productie minus de waarde van het intermediaire verbruik. Bij dit laatste gaat het om goederen en diensten die in het productieproces worden verbruikt voor verdere bewerking en voor de productie van andere goederen en diensten zoals ingekochte grondstoffen, halffabricaten en diensten van accountantskantoren. De term marktprijzen geeft aan dat er wordt gecorrigeerd voor belastingen en subsidies. De toevoeging per hoofd van de bevolking wijst erop dat het BRP wordt gerelateerd aan de bevolkingsomvang. De ontwikkeling van het BRP is een indicator voor de economische groei van een regio en daarmee ook voor de concurrentiepositie van een regio. Om de regio s onderling te kunnen vergelijken en ook vergelijkingen in de tijd te kunnen maken wordt gebruik gemaakt van het BRP per hoofd van de bevolking. De data is op het niveau van de COROP regio. percentage Gemeente/COROP, aggregatie op aantal inwoners Weging 12.5 Richting + Norm Rood < 85% Norm Oranje 85% - 100% Norm Groen 100% - 115% Norm Goud > 115% Data bronnen CBS, 2011 Waarde

122 Benchmark 118

123 Indicator 5 besteedbaar inkomen van huishoudens Profit Economische prestaties Burgers beschikken over voldoende koopkracht. oranje Gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden. De ontwikkeling van het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner in de gemeente is een indicator voor de groei van de welvaart van een regio en daarmee ook voor de concurrentiepositie. euro Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 12.5 Richting + Norm Rood < 30.8 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 37.7 Data bronnen CBS, 2011 Waarde

124 Benchmark 120

125 Indicator 6 economische groei Profit Economische prestaties Er wordt voldoende inkomen door de bedrijven gegenereerd. groen De economische groei is gebaseerd op de volumemutaties van de toegevoegde waarde. De COROP regio "Overig Groningen" is volledig verantwoordelijk voor het groeicijfer. De overige COROP regio's krimpen. percentage COROP, aggregatie op aantal inwoners Weging 12.5 Richting + Norm Rood < -5% Norm Oranje -5% - 0% Norm Groen 0% - 5% Norm Goud > 5% Data bronnen CBS, 2013 Waarde

126 Benchmark 122

127 Indicator 7 groei werkgelegenheid Profit Economische prestaties Er wordt voldoende inkomen door de bedrijven gegenereerd. oranje De groei van de werkgelegenheid, gemeten t.o.v. het voorgaande jaar. Deze indicator is een graadmeter voor de versterking van de economie als geheel. De groei van de werkgelegenheid is een van de belangrijkste factoren voor de concurrentiekracht van de economie. De meting laat zien dat er sprake is van krimp i.p.v. groei. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 12.5 Richting + Norm Rood < -2% Norm Oranje -2% - 0% Norm Groen 0% - 2% Norm Goud > 2% Data bronnen LISA, 2013 Waarde

128 Benchmark 124

129 Indicator 8 groei aantal vestigingen Profit Economische prestaties Er wordt voldoende inkomen door de bedrijven gegenereerd. groen De groei van het aantal vestigingen, gemeten t.o.v. het voorgaande jaar. Deze indicator is een graadmeter voor de versterking van de economie van de Wadden als geheel. De groei van het aantal vestigingen is, naast de groei van de werkgelegenheid, een van de belangrijke factoren voor de concurrentiekracht van de economie. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 12.5 Richting + Norm Rood < -5% Norm Oranje -5% - 0% Norm Groen 0% - 5% Norm Goud > 5% Data bronnen LISA, 2013 Waarde

130 Benchmark 126

131 Nijverheid en diensten Indicator 1 uitgaven toeristen Profit Nijverheid en diensten De toeristische sector is er in geslaagd uit te groeien tot een belangrijke drager van de Waddeneconomie. goud De gemiddelde uitgaven van toeristen op de waddeneilanden (korte en lange vakanties) Van alle toeristische gebieden in Nederland geeft men gemiddeld het meeste geld uit op de waddeneilanden. Dat geldt zowel voor de korte als de lange vakanties. euro Regio Weging Richting + Norm Rood < 175 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 225 Data bronnen CBS, 2013 Waarde 248 Benchmark 127

132 Indicator 2 binnenlandse vakanties Profit Nijverheid en diensten De toeristische sector is er in geslaagd uit te groeien tot een belangrijke drager van de Waddeneconomie. groen Aantal binnenlandse vakanties (kort en lang) naar het waddengebied (x 1.000) De omvang van de binnenlandse vakanties is een belangrijke graadmeter voor de toeristische sector. Zeker wanneer het een van de belangrijkste dragers wil zijn van de economie. aantal Regio Weging Richting + Norm Rood < 600 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 1200 Data bronnen Toerisme en recreatie in cijfers, CBS, 2013 Waarde 983 Benchmark 128

133 Indicator 3 binnenlandse overnachtingen Profit Nijverheid en diensten De toeristische sector is er in geslaagd uit te groeien tot een belangrijke drager van de Waddeneconomie. groen Totaal aantal toeristische overnachtingen in waddengebied tijdens binnenlandse vakanties (x 1 miljoen). Net als de omvang van de binnenlandse vakanties is ook het aantal binnenlandse overnachtingen een belangrijke graadmeter voor de toeristische sector. Zeker wanneer het een van de belangrijkste dragers wil zijn van de economie. aantal Regio Weging Richting + Norm Rood < 3 Norm Oranje 3-5 Norm Groen 5-7 Norm Goud > 7 Data bronnen Toerisme en recreatie in cijfers, CBS, 2013 Waarde 5.94 Benchmark 129

134 130

135 Indicator 4 werkgelegenheid toeristische sector Profit Nijverheid en diensten De toeristische sector is er in geslaagd uit te groeien tot een belangrijke drager van de Waddeneconomie. groen Het aandeel in de toeristische en recreatieve werkgelegenheid op de totale werkgelegenheid. Het kenmerk van een belangrijke drager van de economie is de hoeveelheid werkgelegenheid die zij genereert. Het is daarom van belang om deze indicator inzichtelijk te maken. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting + Norm Rood < 4% Norm Oranje 4% - 6% Norm Groen 6% - 8% Norm Goud > 8% Data bronnen LISA, 2013 Waarde

136 Benchmark 132

137 Indicator 5 investeringen havens Profit Nijverheid en diensten De Waddenzeehavens ontwikkelen zich tot duurzame werelderfgoedwaardige havens. groen Investeringen (publiek + privaat) in zeehavens (x ) De investeringen in de diverse zeehavens in het waddengebied geven weer wat de economische situatie van de havens is. Om economisch concurrerend te zijn en te blijven is het noodzakelijk om voldoende te blijven investeren. euro Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting + Norm Rood < 100 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 300 Data bronnen Havenmonitor, Erasmus Universiteit Rotterdam, 2012 Waarde 212 Benchmark 133

138 Indicator 6 werkgelegenheid havens Profit Nijverheid en diensten De Waddenzeehavens ontwikkelen zich tot duurzame werelderfgoedwaardige havens. oranje Percentage werkgelegenheid havens op de totale werkgelegenheid. Deze indicator geeft weer hoeveel werkgelegenheid de diverse zeehavens voortbrengen voor het waddengebied. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting + Norm Rood < 2.5% Norm Oranje 2.5% - 5% Norm Groen 5% - 7.5% Norm Goud > 7.5% Data bronnen Havenmonitor, Erasmus Universiteit Rotterdam, 2012 Waarde 4.9 Benchmark 134

139 Indicator 7 economische betekenis havens Profit Nijverheid en diensten De Waddenzeehavens ontwikkelen zich tot duurzame werelderfgoedwaardige havens. groen Indirecte toegevoegde waarde in lopende prijzen (x 1 miljoen euro) Via de indirecte toegevoegde waarde wordt langs deze weg een indicatie gegeven van de economische betekenis van de zeehavens in het waddengebied. euro Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting + Norm Rood < 250 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 750 Data bronnen Havenmonitor, Erasmus Universiteit Rotterdam, 2012 Waarde 561 Benchmark 135

140 Primaire sector Indicator 1 verbreding agrarische activiteiten Profit Primaire sector rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 136

141 Indicator 2 omzet agrarische sector Profit Primaire sector rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 137

142 Indicator 3 aandeel zilte teelten in totale omzet agrarische sector Profit Primaire sector rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 138

143 Indicator 4 verbreding van de visserijactiviteiten Profit Primaire sector rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 139

144 Indicator 5 aantal omgebouwde of nieuwe visserijboten Profit Primaire sector rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 140

145 Indicator 6 aandeel biobased sector in totale werkgelegenheid Profit Primaire sector rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 141

146 Indicator 7 productiviteit agrarische sector Profit Primaire sector rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 142

147 Indicator 8 aandeel topsector agro&food Profit Primaire sector rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 143

148 Indicator 9 brandstofmix visserijboten Profit Primaire sector rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 144

149 Indicator 10 biologische landbouw Profit Primaire sector De agrarische sector heeft haar positie door innovatie en verbreding weten te behouden en versterken. De productie is verduurzaamd. groen Het percentage van de landbouw dat als biologisch wordt gekwalificeerd. Deze indicator is gebaseerd op de groepen van landbouwgebieden: Bouwhoek en Hogeland & Veenkoloniën en Oldambt. percentage Landbouwgebied, aggregatie op basis van gewogen gemiddelde Weging Richting + Norm Rood < 1% Norm Oranje 1% - 2% Norm Groen 2% - 5% Norm Goud > 5% Data bronnen CBS, 2013 Waarde 2.33 Benchmark 145

150 Indicator 11 arbeidskrachten landbouw Profit Primaire sector De agrarische sector heeft haar positie door innovatie en verbreding weten te behouden en versterken. De productie is verduurzaamd. oranje Het aantal arbeidskrachten dat regelmatig werkzaam is in de landbouw ( x 1.000) De economische positie van de agrarische sector wordt o.a. bepaald door de hoeveelheid arbeidskrachten dat in deze sector werkzaam is. aantal Landbouwgebied, aggregatie op basis van gewogen gemiddelde Weging Richting + Norm Rood < 10 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 20 Data bronnen CBS, 2014 Waarde 14.2 Benchmark 146

151 Indicator 12 omzet visserijsector Profit Primaire sector De visserijsector heeft haar economische positie weten te behouden en is er in geslaagd zich te verduurzamen (vangsttechnieken, energiegebruik). oranje De omzet van de visafslagen in miljoenen euro's. Deze indicator weerspiegelt de economische positie van de visserijsector. Het betreft de visafslagen van Den Helder, Harlingen, Lauwersoog en Den Oever. euro Gemeente, aggregatie op basis van rekenkundige som Weging Richting + Norm Rood < 75 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 125 Data bronnen CBS, 2013 Waarde 79.9 Benchmark 147

152 Ruimte en infrastructuur Indicator 1 oppervlakte agrarische bedrijvenparken Profit Ruimte en infrastructuur Er zijn verschillende agrarische bedrijvenparken tot ontwikkeling gekomen. rood percentage Weging 12.5 Richting + Norm Rood < 65% Norm Oranje 65% - 75% Norm Groen 75% - 85% Norm Goud > 85% Data bronnen Waarde Benchmark 148

153 Indicator 2 netto-bruto verhouding bedrijventerreinen Profit Ruimte en infrastructuur De beschikbare ruimte wordt zorgvuldig beheerd: zuinig ruimtegebruik en aangepast aan de tijd. oranje Aantal netto hectare oppervlakte bedrijventerrein t.o.v. het bruto hectare oppervlakte bedrijventerrein. Deze indicator is opgenomen om een maat van zuinig ruimtegebruik te kunnen aanduiden met behulp van een kwantitatieve methode. De netto/bruto-verhouding is de verhouding tussen het aantal uitgeefbare hectares bedrijventerrein en de totale oppervlakte van het bedrijventerrein. Naarmate de verhouding netto/bruto hoger is, gaat de hoeveelheid uitgeefbare ruimte gepaard met minder bruto ruimtebeslag. Omdat, zeker in Nederland, ruimte schaars is speelt de netto/brutoverhouding een belangrijke rol in de voorraad ruimtelijke vestigingsvoorwaarden. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 12.5 Richting + Norm Rood < 65% Norm Oranje 65% - 75% Norm Groen 75% - 85% Norm Goud > 85% Data bronnen IBIS, 2013 Waarde

154 Benchmark 150

155 Indicator 3 voorraad bedrijventerreinen Profit Ruimte en infrastructuur Er is voldoende ruimte (terreinen, bedrijfspanden) beschikbaar voor het bedrijfsleven. groen Totale aanbod uitgeefbaar bedrijventerrein. Voor de ontwikkeling van de bedrijvigheid, in het bijzonder voor nieuw aan te trekken bedrijven van buiten de regio en voor bedrijven die op hun huidige locatie te krap in hun ruimtelijke jasje zitten, is het van belang dat er voldoende ruimte beschikbaar is voor bedrijventerreinen. Als indicator is daarom gebruik gemaakt van het aanbod uitgeefbaar bedrijventerrein. Hierbij wordt zowel het gemeentelijk aanbod als het particuliere aanbod meegerekend. hectare Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 12.5 Richting + Norm Rood < 100 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 1500 Data bronnen IBIS, 2013 Waarde

156 Benchmark 152

157 Indicator 4 aandeel verouderd bedrijventerreinen Profit Ruimte en infrastructuur De beschikbare ruimte wordt zorgvuldig beheerd: zuinig ruimtegebruik en aangepast aan de tijd. oranje Percentage oppervlakte bruto voorraad bedrijventerreinen van totaal dat verouderd is. Voor overheden is het vaak (financieel) aantrekkelijker om een nieuw bedrijventerrein aan te leggen dan een bestaand bedrijventerrein op te knappen. Dit kan ervoor zorgen dat bestaande bedrijventerreinen op termijn verloederen, wat voor de bedrijven gevestigd op het verouderde bedrijventerrein kan leiden tot omzetverlies en imagoschade. Eventueel zijn de bedrijven gedwongen te verhuizen met potentieel negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid in een regio. Daarnaast zorgt het overaanbod van ruimte op bedrijventerreinen voor lage grondprijzen, verspilling van ruimte en landschapsvervuiling. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 12.5 Richting - Norm Rood > 50% Norm Oranje 25% - 50% Norm Groen 15% - 25% Norm Goud < 15% Data bronnen IBIS, 2013 Waarde

158 Benchmark 154

159 Indicator 5 vaardiepte havens Profit Ruimte en infrastructuur rood percentage Weging 12.5 Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 155

160 Indicator 6 omgebouwde of nieuwe bedrijventerreinen Profit Ruimte en infrastructuur rood percentage Weging 12.5 Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 156

161 Indicator 7 ontsluiting hoofdwegen Profit Ruimte en infrastructuur Eilanden, havens bedrijven, voorzieningen, instellingen en economische centra zijn goed bereikbaar en ontsloten via alle modaliteiten. groen De gemiddelde afstand tot een oprit van een hoofdverkeersweg in kilometers. Naast de ontsluiting van het openbaar vervoer is voor een regio tevens de ontsluiting van het wegennet een relevante indicator. De bereikbaarheid van wegen is voor zowel inwoners als bedrijven van vitaal belang. kilometer Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 12.5 Richting - Norm Rood > 3 Norm Oranje 2-3 Norm Groen 1-2 Norm Goud < 1 Data bronnen CBS, 2012 Waarde

162 Benchmark 158

163 Indicator 8 ontsluiting treinstations Profit Ruimte en infrastructuur Eilanden, havens bedrijven, voorzieningen, instellingen en economische centra zijn goed bereikbaar en ontsloten via alle modaliteiten. oranje De gemiddelde afstand tot een treinstation in kilometers. De ontsluiting van het openbaar vervoer is voor een gemeente een belangrijke indicator. Het wegennet wordt immers zwaar belast en zonder goede alternatieven voor de auto worden fileproblemen niet opgelost. Voor de eiland is voor deze indicator gebruiktgemaakt van een maximumscore om het totaalcijfer niet te zwaar te beïnvloeden. kilometer Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 12.5 Richting - Norm Rood > 10 Norm Oranje 6-10 Norm Groen 2-6 Norm Goud < 2 Data bronnen CBS, 2012 Waarde

164 Benchmark 160

165 Energie en grondstoffen Indicator 1 gasverbruik huishoudens Profit Energie en grondstoffen Burgers consumeren minder energie rood Gasverbruik huishoudens in m3 aardgas per jaar gecorrigeerd voor graaddagen. Ongeveer 16% van het energiegebruik in Nederland vindt plaats in woningen van particuliere huishoudens. Voor een groot deel wordt deze energie gebruikt in de vorm van aardgas. Dit gebruik van energie veroorzaakt onder andere emissies van koolstofdioxide en daarmee de versterking van het broeikaseffect. In het Energieakkoord is door overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties afgesproken om tot 2023 een besparing te realiseren van 1,5% per jaar. Deze besparing geldt over het totale energiegebruik in Nederland. Specifieke energiedoelstellingen voor de woningbouw zijn niet afgesproken. Wel zijn er afspraken gemaakt over het verbeteren van de woningvoorraad op energiegebied. De indicator is gebaseerd op het standaardjaargebruik. Dit wil zeggen dat er op het geregistreerde jaargebruik een correctie is toegepast voor het temperatuurverloop in een jaar. Door de correctie fluctueert de indicator minder als gevolg van weersinvloeden. Grondslag normering: expert judgement. m3 gemeente, aggregatie op basis van aantal huishoudens Weging 8.4 Richting - Norm Rood > 3000 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 1000 Data bronnen Klimaatmonitor, RWS Leefomgeving (diverse velden, 2012). Registratie afkomstig van energiebedrijven. Beschikbaarheid: jaarlijks. Waarde

166 Benchmark 162

167 Indicator 2 elektriciteitsverbruik huishoudens Profit Energie en grondstoffen Burgers consumeren minder energie goud Elektriciteitsverbruik huishoudens in kwh. Naast aardgas voor verwarming wordt er in woningen elektriciteit verbruikt voor het laten functioneren van apparaten en verlichting. Veel van de elektriciteit in Nederland wordt nog opgewekt in energiecentrales uit fossiele brandstoffen. Deze opwekking leidt tot de uitstoot van schadelijke stoffen en de uitputting van niet hernieuwbare energiebronnen. Grondslag normering: geografische vergelijking. Kwh gemeente, aggregatie op basis van aantal huishoudens Weging 8.3 Richting - Norm Rood > 3500 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 2500 Data bronnen Klimaatmonitor, RWS Leefomgeving (gem. elektriciteitsgebruik alle woningtypes [kwh]), Berekening. Beschikbaarheid: jaarlijks. Waarde

168 Benchmark 164

169 Indicator 3 energielabels woningen Profit Energie en grondstoffen Burgers consumeren minder energie oranje Gemiddelde energie-index van de woningen met een gecertificeerd energielabel. De energie-index geeft inzicht in de energiezuinigheid van woningen en wordt gebruikt om het energielabel van een woning af te leiden. Energielabels zijn verplicht bij het verkopen van een woning en is bedoeld om energiebesparende maatregelen te stimuleren. In het Nationaal energieakkoord is afgesproken dat in 2030 alle woningen gemiddeld een energielabel A hebben, dit komt overeen met een gemiddelde energie-index van 1,05 of kleiner. index gemeenten, aggregatie op basis van aantal gelabelde woningen Weging 8.3 Richting - Norm Rood > 2.4 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud < 1.05 Data bronnen Klimaatmonitor, RWS Leefomgeving, 2013 (Energielabels (geregistreerd) [%]) Waarde

170 Benchmark 166

171 Indicator 4 windenergie Profit Energie en grondstoffen Alle geconsumeerde energie is duurzaam opgewekt goud Totale hoeveelheid elektriciteit opgewekt uit windenergie op land in TJ. Duurzame energie is een van de mogelijkheden om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en onafhankelijker te worden van fossiele energiebronnen. Windenergie is een vorm van duurzame energie waarbij windkracht door middel van windturbines wordt opgezet in elektriciteit. Windturbines kunnen zowel op land, op zee als (op kleine schaal) in de bebouwde omgeving worden geplaatst. In het Nederlandse beleid om de doelstelling voor duurzame energie in 2020 te behalen speelt windenergie een belangrijke rol. Hierbij wordt in eerste instantie ingezet op plaatsing van windturbines op land en later op zee. Uit de doorrekening van het energieakkoord blijkt dat de doelstelling uitkomen op ongeveer 54 PJ windenergie op land en 27 PJ windenergie op zee in Voor de indicator is alleen windenergie op land in beschouwing genomen. Dit omdat gegevens van windenergie op zee niet beschikbaar zijn voor de schaal van gemeenten. De normering voor de totale hoeveelheid windenergie in het Waddengebied is gebaseerd op het huidig opgewekte Nederlands gemiddelde (norm rood) en geraamde opwekking uit de doorrekening van het energieakkoord. Om de Nederlandse cijfers om te rekenen tot normeringen voor de Wadden is het totale landoppervlakte gebruikt. TJ Som van gemeenten Weging 8.4 Richting + Norm Rood < 1325 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 4295 Data bronnen RWS Klimaatmonitor, Hernieuwbare Energie 2013 [TJ]. Modelmatige verdeling Nederlands totaal. Waarde

172 Benchmark 168

173 Indicator 5 zonne-energie Profit Energie en grondstoffen Alle geconsumeerde energie is duurzaam opgewekt oranje Totale hoeveelheid opgewekte zonne-energie in de vorm van elektriciteit en warmte in TJ. Duurzame energie is een van de mogelijkheden om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en onafhankelijker te worden van fossiele energiebronnen. Bij zonne-energie wordt het licht van de zon direct omgezet in warmte (zonnecollectoren) of elektriciteit (photovoltaische panelen). Potentieel is zonne-energie de grootste duurzame energiebron. In scenario's en het energieakkoord voor het behalen van de Nederlandse doelstelling van 16% duurzame energie in 2020 is de geraamde hoeveelheid zonne-energie 14,5 PJ. Voor de indicator is uitgegaan van het totaal aan omgezette zonne-energie in zowel warmte als elektriciteit. De normering voor de totale hoeveelheid zonne-energie in het Waddengebied is gebaseerd op het huidig opgewekte Nederlands gemiddelde (norm rood) en de geraamde opzetting bij 16% duurzame energie. Om de Nederlandse cijfers om te rekenen tot normeringen voor de Wadden is het bebouwd oppervlak gebruikt. TJ Som van gemeenten Weging 8.3 Richting + Norm Rood < 64 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 500 Data bronnen RWS Klimaatmonitor, Hernieuwbare Energie 2013 [TJ]. Modelmatige verdeling Nederlands totaal. Waarde

174 Benchmark 170

175 Indicator 6 biomassa Profit Energie en grondstoffen Alle geconsumeerde energie is duurzaam opgewekt oranje De totale omgezette energie (elektriciteit, warmte en transport) uit biomassa in TJ. Duurzame energie is een van de mogelijkheden om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en onafhankelijker te worden van fossiele energiebronnen. Duurzame energie kan omgezet worden uit biomassa. Biomassa bestaat uit alle vormen van plantaardig en dierlijk materiaal van recente oorsprong. De biomassa kan zowel bestaan uit speciaal voor energiedoeleinden geproduceerd materiaal als reststromen. Er zijn vele manieren om biomassa in energie om te zetten. De eenvoudigste is directe verbranding eventueel in de vorm van mee- of bijstook in bestaande energieinstallaties. Andere vormen van het gebruik van biomassa zijn de omzetting in biogas (als alternatief voor aardgas) of biobrandstoffen (voor gebruik bij transport). In het Nederlandse beleid om de doelstelling voor duurzame energie in 2020 te behalen speelt biomassa een belangrijke rol. Uit de doorrekening van het energieakkoord en energiescenario's blijkt dat uit biomassa ongeveer 95PJ energie omgezet zal worden. Voor de indicator is het totaal van alle vormen van biomassa benutting (directe verbranding, mee- en bijstook, biogas en biobrandstoffen) beschouwd. De normering voor de totale hoeveelheid biomassa in het Waddengebied is gebaseerd op het huidig opgewekte Nederlands gemiddelde (norm rood) en geraamde opwekking uit de doorrekening van het energieakkoord. Om de Nederlandse cijfers om te rekenen tot normeringen voor de Wadden is het totale landoppervlakte gebruikt. TJ Som van gemeenten Weging 8.3 Richting + Norm Rood < 2360 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 7430 Data bronnen RWS Klimaatmonitor, Hernieuwbare Energie 2013 [TJ]. Modelmatige verdeling Nederlands totaal. Waarde

176 Benchmark 172

177 Indicator 7 uitputting gasvoorraden Profit Energie en grondstoffen Er wordt zorgvuldig omgesprongen met de voorraad niet hernieuwbare grondstoffen oranje Gewonnen hoeveelheid aardgas onder gasvelden in het Waddengebied. In het noorden van Nederland wordt is in de ondergrond een grote hoeveelheid aardgas aanwezig. Een deel van dit aardgas wordt ook gevonden onder het Waddengebied. De winning van aardgas biedt enerzijds een relatief goedkope bron van energie. Anderzijds leidt de winning tot ongewenste lokale effecten zoals bodemdaling en aardbevingen. Voor de indicator zijn de producties van alle boorputten onder het Waddengebied bij elkaar opgeteld. De selectie van de boorgaten heeft plaatsgevonden door middel van een GIS bestand. De aardgasvelden waaruit gewonnen wordt kunnen (gedeeltelijk) ook buiten het gebied vallen. Grondslag normering: temporele vergelijking waarbij een lage winning geprefereerd wordt. m3 Som van boorgaten Weging 25 Richting - Norm Rood > 15 Norm Oranje Norm Groen 5-10 Norm Goud < 5 Data bronnen NLog (2013). Productieregistratie. Waarde

178 Benchmark 174

179 Indicator 8 werkgelegenheid duurzame energie Profit Energie en grondstoffen De productie van duurzame energie is uitgegroeid tot een economische kernactiviteit rood percentage Weging 25 Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 175

180 176

181 Sociaal-cultureel kapitaal Sociale participatie Indicator 1 arme huishoudens People Sociale participatie Burgers zijn in staat zichzelf economisch staande te houden. oranje Armoede wordt door het SCP gedefinieerd als het hebben van onvoldoende geld om een bepaald minimaal consumptieniveau te realiseren. De indicator geeft het percentage huishoudens weer met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Armoede is een situatie waarin men door een veelheid van oorzaken terecht kan komen (bijvoorbeeld door ziekte, werkloosheid, overlijden partner). De mate waarin een gemeenschap in staat is het aantal huishoudens dat onder een sociaal aanvaardbaar minimum zit, beperkt te houden is een indicatie van de solidariteit van die samenleving met sociaal zwakkeren. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting - Norm Rood > 10% Norm Oranje 8% - 10% Norm Groen 6% - 8% Norm Goud < 6% Data bronnen CBS, 2011 Waarde

182 Benchmark 178

183 Indicator 2 langdurige werkloosheid People Sociale participatie Burgers zijn in staat zichzelf economisch staande te houden. oranje Percentage van de beroepsbevolking dat langer dan 24 maanden werkloos is. Langdurige werkloosheid is zowel vanuit economisch als sociaal oogpunt onwenselijk. Deze indicator is om twee redenen opgenomen. Allereerst geeft het een indicatie over hoe solidair de samenleving is. In een solidaire samenleving mag langdurige werkloosheid niet voorkomen. Daarnaast gaat langdurige werkloosheid ook hand in hand met een aantal andere maatschappelijk onacceptabele problemen, zoals armoede en sociale uitsluiting, naarmate de werkloosheid langer duurt wordt het risico om sociaal geïsoleerd te raken groter. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting - Norm Rood > 2% Norm Oranje 1.5% - 2% Norm Groen 1% - 1.5% Norm Goud < 1% Data bronnen CBS, 2013 Waarde 1.56 Benchmark 179

184 Indicator 3 langdurige bijstand People Sociale participatie Burgers zijn in staat zichzelf economisch staande te houden. oranje Aantal bijstandsuitkeringen jaar keer het percentage dat langer dan 36 maanden loopt gedeeld door de totale bevolking. Net als langdurige werkloosheid is ook langdurige bijstand onwenselijk voor de maatschappelijke participatie. Deze indicator is tevens een belangrijke graadmeter voor het voorkomen van sociale isolatie. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting - Norm Rood > 1.25% Norm Oranje 0.75% % Norm Groen 0.25% % Norm Goud < 0.25% Data bronnen CBS, 2012 Waarde 0.84 Benchmark 180

185 Indicator 4 arbeidsongeschiktheid People Sociale participatie Burgers zijn in staat zichzelf economisch staande te houden. oranje Aandeel WAO-uitkeringen gedeeld op de potentiële beroepsbevolking. Mensen kunnen een beroep doen op verschillende wettelijke regelingen waar het gaat om arbeidsongeschiktheid. Onderscheid wordt gemaakt tussen de WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering), de Wajong (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten) en de WAZ (Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen). De gebruikte indicator: het aandeel WAO-ers in de potentiële beroepsbevolking. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting - Norm Rood > 5% Norm Oranje 3.5% - 5% Norm Groen 2% - 3.5% Norm Goud < 2% Data bronnen CBS, 2012 Waarde

186 Benchmark 182

187 Indicator 5 vermogenspositie huishoudens People Sociale participatie Burgers zijn in staat zichzelf economisch staande te houden. groen Percentage huishoudens met een vermogen per huishouden (exclusief eigen woning en hypotheek) dat voldoet aan de NIBUD-eisen. Het NIBUD instituut raadt huishoudens aan een bepaald bedrag (omstreeks euro) minimaal achter de hand te houden als vermogen om als buffercapaciteit te dienen in geval van incidenten. Deze indicator meet het aandeel huishoudens dat voldoet aan dit advies. percentage Waddengebied Weging Richting + Norm Rood < 55% Norm Oranje 55% - 65% Norm Groen 65% - 75% Norm Goud > 75% Data bronnen CBS, 2011 Waarde

188 Benchmark 184

189 Indicator 6 vrijwilligerswerk People Sociale participatie Burgers zijn maatschappelijk actief. oranje Aandeel vrijwilligers van 18 jaar of ouder. Het percentage burgers dat vrijwilligerswerk doet zegt iets over de mate waarin de sociale cohesie van de samenleving is gewaarborgd. Deze indicator is gebaseerd op het vasteland van het Waddengebied. Voor de eilanden zijn onvoldoende cijfers beschikbaar om statistisch verantwoord een uitspraak te kunnen doen. percentage Waddengebied Weging Richting + Norm Rood < 20% Norm Oranje 20% - 25% Norm Groen 25% - 30% Norm Goud > 30% Data bronnen CBS, 2005/2009 Waarde 24 Benchmark 185

190 Indicator 7 sociale cohesie People Sociale participatie Burgers zijn maatschappelijk actief. groen Rapportcijfer voor de mate van sociale cohesie in een gebied. Sociale cohesie is een breed begrip dat gaat over de samenhang tussen mensen. Het is de mate waarin mensen in hun gedrag en beleving uitdrukking geven aan hun betrokkenheid bij maatschappelijke verbanden in hun persoonlijke leven, als burger in de maatschappij en als lid van de samenleving. Het is een kenmerk van een groep of gemeenschap. Sociale cohesie wordt gemeten op het niveau van de politieregio. cijfer Politieregio, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting + Norm Rood < 6 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 7 Data bronnen CBS, 2011 Waarde 6.53 Benchmark 186

191 Politieke participatie Indicator 1 opkomstpercentage gemeenteraadsverkiezingen People Politieke participatie Elke burger heeft zeggenschap in politieke besluitvorming en maakt daar ook gebruik van. oranje Het opkomstpercentage bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen. Deze indicator zegt iets over hoe het ervoor staat met de (morele) plicht van burgers om gebruik te maken van de zeggenschap in politieke besluitvorming. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 25 Richting + Norm Rood < 50% Norm Oranje 50% - 65% Norm Groen 65% - 80% Norm Goud > 80% Data bronnen Kiesraad, 2014 Waarde

192 Benchmark 188

193 Indicator 2 opkomstpercentage landelijke verkiezingen People Politieke participatie Elke burger heeft zeggenschap in politieke besluitvorming en maakt daar ook gebruik van. groen Het opkomstpercentage bij de laatste landelijke verkiezingen. Deze indicator zegt iets over hoe het ervoor staat met de (morele) plicht van burgers om gebruik te maken van de zeggenschap in politieke besluitvorming. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 25 Richting + Norm Rood < 50% Norm Oranje 50% - 65% Norm Groen 65% - 80% Norm Goud > 80% Data bronnen Kiesraad, 2012 Waarde

194 Benchmark 190

195 Indicator 3 opkomstpercentage provincale statenverkiezingen People Politieke participatie Elke burger heeft zeggenschap in politieke besluitvorming en maakt daar ook gebruik van. oranje Het opkomstpercentage bij de laatste Provinciale Staten verkiezingen. Deze indicator zegt iets over hoe het ervoor staat met de (morele) plicht van burgers om gebruik te maken van de zeggenschap in politieke besluitvorming. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging 25 Richting + Norm Rood < 50% Norm Oranje 50% - 65% Norm Groen 65% - 80% Norm Goud > 80% Data bronnen Kiesraad, 2011 Waarde

196 Benchmark 192

197 Indicator 4 opkomstpercentage waterschapsverkiezingen People Politieke participatie Elke burger heeft zeggenschap in politieke besluitvorming en maakt daar ook gebruik van. rood Het opkomstpercentage bij de laatste waterschapsverkiezingen. Deze indicator zegt iets over hoe het ervoor staat met de (morele) plicht van burgers om gebruik te maken van de zeggenschap in politieke besluitvorming. percentage Waterschap, aggregatie op aantal inwoners Weging 25 Richting + Norm Rood < 50% Norm Oranje 50% - 65% Norm Groen 65% - 80% Norm Goud > 80% Data bronnen NOS, 2008 Waarde 24.4 Benchmark 193

198 Kunst en cultuur Indicator 1 gemeentemonumenten People Kunst en cultuur Het cultureel erfgoed wordt versterkt en beschermd. Het is een drager van de Waddenidentiteit. rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 194

199 Indicator 2 podiumkunsten People Kunst en cultuur Het culturele aanbod is voldoende groot, alsmede de diversiteit. oranje Aantal podiumkunsten binnen een straal van 20 kilometer. Deze indicator geeft de omvang van het aanbod van cultuur in de vorm van podiumkunsten in de omgeving aan. kilometer Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting + Norm Rood < 1 Norm Oranje 1-5 Norm Groen 5-10 Norm Goud > 10 Data bronnen CBS, 2012 Waarde

200 Benchmark 196

201 Indicator 3 voorraad zeer hoog beschermd archeologisch erfgoed People Kunst en cultuur Het cultureel erfgoed wordt versterkt en beschermd. Het is een drager van de Waddenidentiteit. rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 197

202 Indicator 4 druk op wettelijk beschemde terreinen People Kunst en cultuur Het cultureel erfgoed wordt versterkt en beschermd. Het is een drager van de Waddenidentiteit. rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 198

203 Indicator 5 beschermde stads- en dorpsgezichten People Kunst en cultuur Het cultureel erfgoed wordt versterkt en beschermd. Het is een drager van de Waddenidentiteit. rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 199

204 200

205 Indicator 6 beschermde rijksmonumenten People Kunst en cultuur Het cultureel erfgoed wordt versterkt en beschermd. Het is een drager van de Waddenidentiteit. goud Het gemiddeld aantal rijksmonumenten in het waddengebied per inwoners. Deze indicator geeft inzicht in de hoeveelheid monumenten in een gemeente die een beschermde status hebben, afgezet tegen het inwoneraantal. aantal per inwoners Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting + Norm Rood < 2 Norm Oranje 2-4 Norm Groen 4-6 Norm Goud > 6 Data bronnen Monumentenregister, 2013 Waarde

206 Benchmark 202

207 Indicator 7 musea People Kunst en cultuur Het culturele aanbod is voldoende groot, alsmede de diversiteit. groen Gemiddelde afstand over de weg tot het dichtstbijzijnde museum. Deze indicator zegt iets over de mate waarin voldaan wordt aan de eis dat het cultureel aanbod voldoende groot is. De beschikbaarheid van musea in de omgeving is daarvoor een belangrijke indicator. kilometer Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting - Norm Rood > 6 Norm Oranje 4-6 Norm Groen 2-4 Norm Goud < 2 Data bronnen CBS, 2011 Waarde

208 Benchmark 204

209 Indicator 8 staat van rijks- en gemeentemonumenten People Kunst en cultuur Het cultureel erfgoed wordt versterkt en beschermd. Het is een drager van de Waddenidentiteit. groen Het percentage monumenten wat redelijk of goed is onderhouden. Deze indicator zegt iets over de mate waarin het cultureel erfgoed wordt beschermd. De rijksdienst voor het cultureel erfgoed toetst het onderhoud van monumenten en beoordeelt deze als slecht, matig, redelijk of goed. Deze indicator hanteert de laatste twee categorieën als voldoende mate van onderhoud. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting + Norm Rood < 60% Norm Oranje 60% - 75% Norm Groen 75% - 90% Norm Goud > 90% Data bronnen Rijksdienst voor het cultureel erfgoed, 2010 Waarde 77 Benchmark 205

210 Indicator 9 maritiem erfgoed People Kunst en cultuur Het maritiem-archeologisch erfgoed wordt beschermd en behouden. rood percentage Weging Richting + Norm Rood < 0% Norm Oranje 0% - 0% Norm Groen 0% - 0% Norm Goud > 0% Data bronnen Waarde Benchmark 206

211 Gezondheid Indicator 1 levensverwachting People Gezondheid De bevolking is lichamelijk en geestelijk gezond. groen Gemiddelde levensverwachting van inwoners van de regio. De levensverwachting is een uitkomst van allerlei gezondheidsfactoren, zoals: leefstijl, zorg, omgeving en preventie. jaren Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting + Norm Rood < 79.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 81.5 Data bronnen Nationale Atlas Volksgezondheid, Waarde

212 Benchmark 208

213 Indicator 2 beoordeling eigen gezondheid People Gezondheid De bevolking voelt zich gezond. oranje Percentage van de bevolking dat zijn of haar gezondheid als goed beoordeelt. Om de eis te toetsen of de bevolking zich gezond voelt moeten we afgaan op de subjectieve perceptie van de gezondheid. Het gaat hier om de subjectieve ervaring van de eigen gezondheidstoestand. De bevolking dient niet alleen gezond te zijn, maar zich ook gezond te voelen. In theorie zou dus de gezondheid van de bevolking toe kunnen nemen, terwijl de bevolking zich tegelijkertijd minder gezond voelt. We hebben gekozen om de cijfers van de sociale monitor te gebruiken, omdat deze cijfers in vergelijking met andere provincies en in de tijd mogelijk maken, waardoor een reële norm gesteld kan worden. percentage Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting + Norm Rood < 70% Norm Oranje 70% - 80% Norm Groen 80% - 90% Norm Goud > 90% Data bronnen CBS, GGD, 2012 Waarde

214 Benchmark 210

215 Indicator 3 huisartsen People Gezondheid De gezondheidszorg is van goede kwaliteit en voor iedereen toegankelijk. oranje Het aantal huisartsenpraktijken binnen 3 kilometer afstand. Deze indicator zegt iets over de kwaliteit en toegankelijkheid van de (gezondheids)zorg. Een huisarts in de nabije omgeving is daarvoor van groot belang. aantal Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting + Norm Rood < 1.5 Norm Oranje Norm Groen 5-10 Norm Goud > 10 Data bronnen CBS, 2011 Waarde

216 Benchmark 212

217 Indicator 4 kwaliteit ziekenhuizen People Gezondheid De gezondheidszorg is van goede kwaliteit en voor iedereen toegankelijk. groen Gemiddelde kwaliteit van de ziekenhuizen in de regio. Om te kunnen toetsen of de gezondheidszorg van goede kwaliteit is in de gemeente wordt, naast het aantal huisartsen, tevens gekeken naar de kwaliteit van ziekenhuizen in de gemeente. score Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting + Norm Rood < 1.5 Norm Oranje Norm Groen Norm Goud > 3.5 Data bronnen Elsevier, 2013 Waarde

218 Benchmark 214

219 Indicator 5 afstand tot ziekenhuizen People Gezondheid De gezondheidszorg is van goede kwaliteit en voor iedereen toegankelijk. oranje Gemiddelde afstand tot het dichtstbijzijnde ziekenhuis (excl. polikliniek). De afstand tot het dichtstbijzijnde ziekenhuis zegt iets over de afstand tot intensieve zorg in de omgeving. kilometer Gemeente, aggregatie op aantal inwoners Weging Richting - Norm Rood > 15 Norm Oranje 9-15 Norm Groen 3-9 Norm Goud < 3 Data bronnen CBS, 2012 Waarde

220 Benchmark 216

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014 MENS Staat van Utrecht 204 Bodemsanering Hoeveel humane spoedlocaties zijn nog niet volledig gesaneerd? 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd Kaart (Humane spoedlocaties bodemverontreiniging

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 2 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De ecologische kwaliteit van het

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Vergelijking in de tijd (Soortenrijkdom) Akkers Moerassen

Vergelijking in de tijd (Soortenrijkdom) Akkers Moerassen Staat van 2014 Soortenrijkdom Wat is de gemiddelde kwaliteit van de soorten rijkdom in zes biotopen? Voor de vulling van deze zijn gegevens gebruikt van de vlakdekkende inventarisaties in het buitengebied

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen

Vermesting in meren en plassen Indicator 16 december 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Waterkwaliteit KRW, 2015

Waterkwaliteit KRW, 2015 Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

- 1 - april mei juni juli augustus september maand - 1 - ER Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september voor de stoffen O 3, PM, SO 2, en NO 2. In de zomerperiode van zijn er 7

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, 1990-2016 Indicator 27 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 14 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Nationale monitor duurzame gemeenten 2016: een stap vooruit!

Nationale monitor duurzame gemeenten 2016: een stap vooruit! Nationale monitor duurzame gemeenten 2016: een stap vooruit! Factsheets Opdrachtgever: Deze nationale monitoring studie naar gemeentelijke duurzaamheid is door Telos uitgevoerd in het kader van de Stuurgroep

Nadere informatie

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer Factsheet: NL33HM Hondshalstermeer -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Vermesting van regionaal water,

Vermesting van regionaal water, Indicator 20 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting van het regionale

Nadere informatie

Factsheet: NL43_11 Bussloo

Factsheet: NL43_11 Bussloo Factsheet: NL43_11 Bussloo -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

Oppervlaktewater in Nederland

Oppervlaktewater in Nederland Indicator 20 januari 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Nederland heeft een grote verscheidenheid

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, 1990-2015 Indicator 2 oktober 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Emissies door de zeescheepvaart,

Emissies door de zeescheepvaart, Indicator 26 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het betreft hier de feitelijke

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, 1990-2008 Indicator 29 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), 1990-2009 Indicator 26 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de energievoorziening, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van vrijwel alle belangrijke

Nadere informatie

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO NATUUR EN MILIEU De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Factsheets Nationale monitor duurzame gemeenten 2015

Factsheets Nationale monitor duurzame gemeenten 2015 Factsheets Nationale monitor duurzame gemeenten 2015 Opdrachtgever: De nationale monitoring studie naar gemeentelijke duurzaamheid is door Telos uitgevoerd in het kader van de Stuurgroep lijke Duurzaamheid

Nadere informatie

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 1. Inleiding In het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland liggen 18 KRW-waterlichamen (zie figuur 1 op volgende pagina). Deze waterlichamen worden zowel

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VWO NATUUR EN MILIEU De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 13 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Overzicht presentatie Waarom luchtmetingen in Vlaanderen? Evolutie van de laatste decennia Toetsen van de luchtkwaliteit aan de heersende

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Factsheet: NLGW0013 Zout Maas -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd

Nadere informatie

Toestandsevaluatie Natuur 2015 (T2015)

Toestandsevaluatie Natuur 2015 (T2015) Toestandsevaluatie Natuur 2015 (T2015) Belangrijkste toestand en trend resultaten thema s waterkwaliteit, leefomgeving, fauna en flora Opzet Evaluatie natuurlijkheid hoofdlijnen Thema waterkwaliteit Thema

Nadere informatie

Mens, natuur & milieu

Mens, natuur & milieu Mens, natuur & milieu Lesbrief Biologie. In dit thema ga je aan de gang met opdrachten die gaan over de ontwikkelingen in het havengebied en de gevolgen voor natuur en milieu. Deze opdracht is een lesbrief

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0015. Naam: Wadden Rijn-Noord Code: NLGW0015 Stroomgebied: Rijn-Noord

Factsheet: NLGW0015. Naam: Wadden Rijn-Noord Code: NLGW0015 Stroomgebied: Rijn-Noord Factsheet: -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 1 april 2013. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van het opstellen

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de industrie,

Emissies naar lucht door de industrie, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De industrie levert voor alle

Nadere informatie

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150 NL09_26 Basisgegevens Naam Code Status Type Stroomgebied Waterbeheergebied Provincie Gemeente Sloten Overbetuwe NL09_26 Kunstmatig M1a - Zoete sloten (gebufferd) Rijn-West Rivierenland Gelderland Neder-Betuwe,

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0019. Naam: Krijt Zuid-Limburg Code: NLGW0019 Stroomgebied: Maas

Factsheet: NLGW0019. Naam: Krijt Zuid-Limburg Code: NLGW0019 Stroomgebied: Maas Factsheet: -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 1 april 2013. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van het opstellen

Nadere informatie

Vermestende depositie,

Vermestende depositie, Indicator 4 juni 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De depositie van vermestende stoffen

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals

Nadere informatie

Temperatuur oppervlaktewater,

Temperatuur oppervlaktewater, Indicator 13 december 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gemiddelde watertemperatuur

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de energievoorziening, Indicator 29 april 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van een aantal belangrijke

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2016 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Overschrijdingen fijnstof (PM10) langs wegen

Overschrijdingen fijnstof (PM10) langs wegen taat van 214 verschrijdingen fijnstof (1) langs wegen oeveel kilometer overschrijding van fijnstof komt uit boven de grenswaarde van 31,9 en 29,9 µg/m 3? r zijn geen overschrijdingen van de grenswaarden

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Zeist

Luchtkwaliteit in Zeist Luchtkwaliteit in Zeist Inleiding In een eerder artikel is gesproken over Samen het milieu in Zeist verbeteren en de vier pijlers onder het uitvoeringsplan, zie het artikel op deze website van 7 juni en

Nadere informatie

Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe

Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING

Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING Noord-Zuidleiding De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide, stikstofoxiden

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de inhoud,

Nadere informatie

Duurzaamheid. Openbare wijkraad vergadering 15 nov 2018

Duurzaamheid. Openbare wijkraad vergadering 15 nov 2018 Duurzaamheid Openbare wijkraad vergadering 15 nov 2018 Duurzaamheid Duurzaamheid Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige

Nadere informatie

Factsheet: NL36_OWM_018 Dommerswijk

Factsheet: NL36_OWM_018 Dommerswijk Factsheet: NL6_OWM_018 Dommerswijk De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet

Nadere informatie

Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve

Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet

Nadere informatie

Meteren-Boxtel. Klankbordgroep Vught - 29 augustus Martijn de Ruiter - ARCADIS. Imagine the result

Meteren-Boxtel. Klankbordgroep Vught - 29 augustus Martijn de Ruiter - ARCADIS. Imagine the result Meteren-Boxtel Klankbordgroep Vught - 29 augustus 2013 Martijn de Ruiter - ARCADIS Imagine the result Toelichting Beoordelingskader MER Afweging varianten Ontwerp s-hertogenbosch-vught Toelichting varianten

Nadere informatie

Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT

Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT Emmertochtsloot De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011 Ammonium in de Emissieregistratie?! Natuurlijke processen, antropogene bronnen en emissies in de ER Bert Bellert, Waterdienst Ammonium als stof ook in ER??: In kader welke prioritaire stoffen, probleemstoffen,

Nadere informatie

Factsheet: NL36_OWM_015 Dooze

Factsheet: NL36_OWM_015 Dooze Factsheet: NL36_OWM_015 Dooze De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet

Nadere informatie

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling RIVM/DCMR, december 2013 Roet is een aanvullende maat om de gezondheidseffecten weer te geven van

Nadere informatie

MOSSELWAD ( ) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee

MOSSELWAD ( ) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee MOSSELWAD (2009 2014) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee EUCC, The Coastal Union Wageningen IMARES Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-CEME) Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Overzicht presentatie Luchtkwaliteit getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van stikstofdioxide en fijn stof De nieuwste

Nadere informatie

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer NO, NO2 en NOx in de buitenlucht Michiel Roemer Inhoudsopgave Wat zijn NO, NO2 en NOx? Waar komt het vandaan? Welke bronnen dragen bij? Wat zijn de concentraties in de buitenlucht? Maatregelen Wat is NO2?

Nadere informatie

Natuurkwaliteit en biodiversiteit van de Nederlandse zoute wateren

Natuurkwaliteit en biodiversiteit van de Nederlandse zoute wateren Natuurkwaliteit en biodiversiteit van de Nederlandse zoute wateren Achtergrondstudies Natuurkwaliteit en biodiversiteit van de Nederlandse zoute wateren Natuurkwaliteit en biodiversiteit van de Nederlandse

Nadere informatie

Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2016

Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2016 Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2016 Indicator 1 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Wat kunt u verwachten? Hoe is úw kennis van luchtverontreiniging? Inzicht in normen en techniek Wat is de invloed van sjoemelsoftware? Casestudy A13 Overschie

Nadere informatie

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS

Nadere informatie

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit?

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? ... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? Samen voor een gezonde zee!... Stichting De Noordzee is de onafhankelijke natuur- en milieuorganisatie die zich inzet voor een duurzaam gebruik van de Noordzee en

Nadere informatie

Van NOx-emissie naar luchtkwaliteit en depositie

Van NOx-emissie naar luchtkwaliteit en depositie Van NOx-emissie naar luchtkwaliteit en depositie 8 december 2011 Berend Hoekstra Senior adviseur luchtverontreiniging Inhoud 1. Problematiek 2. Kader 3. Essenties wet- en regelgeving 4. Besluitvorming

Nadere informatie

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam).

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). kenmerk: 653847/687260 Memo Aan Kopie aan Datum Van Telefoon E-mail Onderwerp: College van GS 4 juni 2015 Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). In deze

Nadere informatie

Smog in zomer van 5

Smog in zomer van 5 Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september. Voor ozon zijn er in deze periode 6 smogdagen geweest. De dagen vielen voornamelijk

Nadere informatie

PvA Verbetering beheer Waddenzee

PvA Verbetering beheer Waddenzee PvA Verbetering beheer Waddenzee Coalitie Wadden Natuurlijk maart 2014 De agenda (2014 2018) we gaan zoeken naar meer samenhang we werken alsof we één beheerder zijn we gaan aan de slag met concrete stappen

Nadere informatie

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra Onderwerp: Ex ante evaluatie PBL KRW Nummer: Bestuursstukken\1931 Agendapunt: 8 DB: Ja 31-8-2015 BPP: Ja 16-9-2015 FAZ: Ja 16-9-2015 VVSW: Ja 16-9-2015 AB: Ja 30-9-2015 Opsteller: Marie-Louise Meijer,

Nadere informatie

Natuurkwaliteit Noordzee, Waddenzee en Delta-wateren,

Natuurkwaliteit Noordzee, Waddenzee en Delta-wateren, Natuurkwaliteit Noordzee, Waddenzee en Delta-wateren, 2000-2007 Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten 21 3.12 KWALITEIT OPPERVLAKTEWATER P Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (2=1) 12 P landbouw N landbouw P huishoudens N huishoudens

Nadere informatie

Monique Meijerink 30 maart 2009. Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten

Monique Meijerink 30 maart 2009. Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten Monique Meijerink Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten Krantenkoppen liegen er niet om Bewoners eisen recht op schone lucht Niks aan de hand, gewoon deuren en ramen dicht Megastal bedreiging voor

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de land- en tuinbouw,

Emissies naar lucht door de land- en tuinbouw, Indicator 24 October 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De sector land- en tuinbouw

Nadere informatie

2018D Lijst van vragen

2018D Lijst van vragen 2018D01559 Lijst van vragen De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de PAS Monitoringsrapportage

Nadere informatie

Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2015

Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2015 Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2015 Indicator 2 oktober 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa

Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa Steenwetering De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2009 tijdvak 1 biologie CSE GL en TL Bijlage met informatie. 913-0191-a-GT-1-b De Waddenzee - Informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met

Nadere informatie

Landbouwkundige en milieukundige trends akkerbouw in relatie tot 6 e AP Nitraatrichtlijn

Landbouwkundige en milieukundige trends akkerbouw in relatie tot 6 e AP Nitraatrichtlijn Landbouwkundige en milieukundige trends akkerbouw in relatie tot 6 e AP Nitraatrichtlijn Gerard Velthof Meststoffenwet Implementatie van de Nitraatrichtlijn: Minder dan 50 mg nitraat per l in grond- en

Nadere informatie

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, 2000-2015 Indicator 5 december 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Intensiteit van de visserij op de Noordzee,

Intensiteit van de visserij op de Noordzee, Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gebieden met hoge ecologische

Nadere informatie

Factsheet: NL43_13 Oude IJssel

Factsheet: NL43_13 Oude IJssel Factsheet: NL43_13 Oude IJssel -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Schelde is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden dankzij

Nadere informatie

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Luchtvervuiling in Nederland in kaart Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage 2013 Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage

Nadere informatie

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters

Nadere informatie

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen, Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen, 1998-2010 Indicator 15 februari 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Slib, algen en primaire productie monitoren met satellietbeelden

Slib, algen en primaire productie monitoren met satellietbeelden Slib, algen en primaire productie monitoren met satellietbeelden Pilot Eems-Dollard Charlotte Schmidt Dienst Water, Verkeer en Leefomgeving Afd. Kennis- en Innovatiemanagement Aanleiding NSO-SBIR-call

Nadere informatie

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld.

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld. Achtergrondinformatie voor achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta Het milieubeleid omvat veel onderwerpen. Teveel om in één keer allemaal te behandelen. Op basis van onze ervaringen in de regio en

Nadere informatie

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Overijssels Kanaal (Zwolle) De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0005 Grondwater in diepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0005 Grondwater in diepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0005 -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van

Nadere informatie

Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit

Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit IP/97/853 Brussel, 8 oktober 1997 Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit De Europese Commissie heeft vandaag een voorstel goedgekeurd voor een richtlijn met nieuwe

Nadere informatie