Risico analyse Jan van Es Instituut

Transcriptie

1 Risic analyse Jan van Es Instituut Raad van Bestuur Jan van Es Instituut 5 mei 2012 Jan Van Es Instituut - Randstad 2145-a BG Almere KvK:

2 Inhud 1. Inleiding Aanleiding Del Achtergrnd Uitgangspunt analyse Tekmstperspectief Meerwaarde Activiteiten Internatinaal Digitale infrastructuur Organisatie Financiële situatie Vaststellen ngewenste tpgebeurtenis Inventarisatie risic s Maatschappelijke risic s Bestuurlijke risic s Financiële risic s Organisatrische risic s Vaststellen belangrijkste risic s & beheersmaatregelen Risic 1: Aanbd p eerstelijnsmarkt neemt te Risic 2: Meer marktgericht gedragen andere kennisinstellingen Risic 3: Wegvallen van subsidie Risic 4: Niet zelfstandig dr kunnen gaan Risic 5: Keuze eenzijdige marketingstrategie Risic 6: Slvabiliteit is en blijft te klein Risic 7: Onvldende acquisitiekracht in huidige staf Risic 8: Te kleine vaste rganisatie Risic 9: Te hge vaste ksten vr een zelfstandige rganisatie Risic 10: Onvldende binding netwerk aan JVEI Samenvattende tabel beheersmaatregelen Bijlagen

3 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Deze risic analyse is geschreven p verzek van de Raad van Tezicht van het Jan van Es Instituut (JVEI) m de risic s en mgelijke beheersmaatregelen in kaart te brengen die de realisatie van de delstellingen van het JVEI bedreigen. In het kader van de besluitvrming rnd de cntinuering van de subsidie vr de peride van de gemeente Almere en prvincie Flevland is in maart 2012 dr Twynstra Gudde Adviseurs en Managers (TG) een externe evaluatie verricht, waarin het tekmstperspectief van het JVEI geschetst is. In de externe evaluatie van het JVEI is gecnstateerd dat: - De marktntwikkelingen vr het JVEI kansrijk zijn, waarbinnen het JVEI een nderscheidende marktpsitie heeft. - De prducten en diensten van het JVEI zijn een sterk en in cmbinatie een uniek prtfli dat aansluit bij de behefte in de markt. De reputatie/imag van het JVEI is uitstekend. - De geprgnsticeerde marktntwikkeling is niet realistisch, gezien de inrichting en werkwijze van de rganisatie. De meerjaren strategie wrdt als zwak getypeerd. - Znder een vaste inkmstenstrm is het vr het JVEI vrijwel niet mgelijk m naast bestaande instellingen, die wel een vaste inkmstenstrm hebben, een zelfstandige psitie in de markt in te nemen. Vervlgens heeft deze externe evaluatie geleid tt vier mgelijke tekmstscenari s. Deze tekmstscenari s zijn: - JVEI is niet levensvatbaar - Vrtbestaan van het JVEI als een kleine rganisatie - JVEI Opgaan van het JVEI in andere kennisrganisatie. De gemeente Almere/prvincie Flevland hebben p basis van de externe evaluatie van TG aangegeven deze cnstateringen te nderschrijven en cncluderen vralsng dat er geen aanknpingspunten zijn vr cntinuering van de subsidie, tenzij Zij verzeken het JVEI m een nadere inventarisatie van de risic s en de wijze waarp met deze risic s in de kmende jaren wrdt mgegaan. De Raad van Tezicht van het JVEI hudt vralsng vast aan het ndernemingsplan uit 2008 en het meerjaren beleidsplan. In deze plannen wrdt de ambitie m JVEI 2.0 te bereiken duidelijk uitgesprken. De Raad van Tezicht verzekt de Raad van Bestuur m een risic analyse uit te veren. 1.2 Del Deze risic analyse dient als nadere nderbuwing vr het beleid van de Raad van Bestuur m JVEI 2.0 te bereiken. Afgeleid wrdt deze risic analyse ter hand gesteld aan Burgemeester en Wethuders van gemeente Almere en Gedeputeerde Staten van prvincie Flevland in het kader van de besluitvrming ver de cntinuering van de subsidie aan het JVEI vr de peride

4 1.3 Achtergrnd Deze risic analyse is uitgeverd met behulp van de RISMAN methde. Deze methde wrdt veelal tegepast bij risicmanagement van prjecten en rganisaties. Deze risic analyse bestaat uit 4 stappen: - Vaststellen ngewenste tpgebeurtenis(sen) - Inventariseren risic s - Vaststellen van de belangrijkste risic s - Vrgestelde beheersmaatregelen. Om de belangrijkste risic s te bepalen is gebruik gemaakt van een classificatie: per Kans p en Impact van het risic is een indeling in klassen gemaakt (zie figuur 1). Per klasse is een waarde tegekend. Het ttaal aantal tegekende punten bepaalt de mate van risic. De tp 10 van risic s is bepaald p basis van classificatie >4. Fig. 1 Classificatie risic s Kans Impact Onwaarschijnlijk 0 Klein 0 Niet waarschijnlijk 1 Gemiddeld 1 Waarschijnlijk 2 Grt 2 Zeer waarschijnlijk 3 Zeer grt Uitgangspunt analyse Het uitgangspunt van deze analyse vr het JVEI is dat de rganisatie zich bevindt in de vergang van de piniersfase naar de uitveringsfase, cnfrm het rsprnkelijke ndernemingsplan. Na 2014 is de brging van het JVEI aan de rde (de beheersfase). De risic s wrden dan k geïnventariseerd vanuit dit perspectief. De cnsequentie van dit perspectief is dat het JVEI wrdt beschuwd als een zich ng ntwikkelende rganisatie, die ng niet uitgekristalliseerd is. Een tekmstbeeld van het JVEI is pgenmen in deze risic analyse (H 2). De analyse is uitgeverd dr het management van het JVEI, waarbij gebruik is gemaakt van de vlgende dcumenten: interne en externe evaluatie van het JVEI ten beheve van de evaluatie, jaarplannen, jaarverslagen en jaarrekeningen van 2010, 2011 en 2012 (vr zver van tepassing) en gesprekken met medewerkers en Raad van Tezicht. Vr de financiële nderbuwing heeft de accuntant van het JVEI, Meeuwsen Ten Hpen, de begrting, balans en haar nderbuwing beschuwd. 4

5 2.Tekmstperspectief Jan van Es Instituut na 2014: JVEI 2.0! In 2015 is het JVEI in Almere HET nafhankelijke en innvatieve R&D Instituut vr de geïntegreerde eerste lijn in Nederland met Eurpese uitstraling. Dit instituut heeft de missie m alle relevante natinale en internatinale kennis p het terrein van de geïntegreerde eerste lijn te verzamelen, verrijken en verspreiden. Het wrdt dr de eerstelijnsrganisaties, lkale en natinale beleidsmakers en financiers van de geïntegreerde eerstelijnsgezndheidszrg (m.n. verzekeraars en gemeenten) geremd m haar kennis en bijdragen aan de nderbuwing van de beleidsbeslissingen p micr (rganisatrisch), mes (reginaal) en macr (natinaal) niveau. Het JVEI ntwikkelt, beheert en nderhudt een landelijke kennisinfrastructuur vr de geïntegreerde eerste lijn. Deze infrastructuur bestaat uit een netwerk van eerstelijnszrgverleners, eerstelijnsrganisaties en haar ndersteuners en financiers waarin het JVEI de spin is. Vr de explitatie van deze kennisinfrastructuur zijn raamvereenkmsten met landelijk pererende rganisaties (verzekeraars, ministerie van VWS en de fusie rganisatie van LVG, VHN en Adviesgrep Ketenzrg en de samenwerkende Reginale Ondersteuning Structuren) afgeslten pdat een vaste mzet gegarandeerd wrdt. Met andere kennis- en nderzeksinstellingen bestaan p deelgebieden afspraken en relaties, waardr de cncurrentie geminimaliseerd is. Het JVEI is de enige rganisatie in Nederland die bij allerlei verschillende activiteiten betrkken is en daarmee het kristallisatie- en verbindingspunt is vr kennisvergaring, verrijking en verspreiding. 2.1 Meerwaarde De meerwaarde van het JVEI vr Nederland is vral gelegen in haar psitinering tussen wetenschap en praktijk, met een duidelijke identiteit als zijnde van de praktijk. Dr deze psitinering als nderdeel van de praktijk met veel kennis van en relatie met de wetenschap kent het JVEI een zeer laagdrempelige tegang vr de praktijk en is het een entree vr de wetenschap naar de praktijk. Beleid en financiers ervaren het JVEI als een belangrijk baken in de eerstelijnspraktijk m innvaties en nieuw beleid mee te ntwikkelen en mee af te stemmen. 2.2 Activiteiten Dr middel van deze infrastructuur, dat duidelijke kenmerken van een landelijk kennisnetwerk heeft, wrden drie verschillende srten activiteiten uitgeverd. Elk van deze srten activiteiten kent een eigen dynamiek en explitatie. De activiteiten sluiten nauw aan bij de missie van kennis verzamelen, verrijken en verspreiden. Het verzamelen van kennis geschiedt vrnamelijk dr met andere kennisinstellingen grtschalig nderzek uit te veren en met eerstelijnsrganisaties, beleid en financiers praktijkgericht evaluatienderzek uit te veren. Het JVEI prfileert zich als het nderzeksinstituut vr de rganisatie van de eerste lijn. Uiteraard wrdt k veel nderzek dr andere instellingen binnen en buiten Nederland uitgeverd, echter het JVEI is altijd p de hgte van deze nderzeken en wat deze pleveren. Het verrijken van kennis geschiedt vrnamelijk dr theretische verdieping en unifrmering van cncepten en instrumenten, pdat vergelijkbaarheid in de vrm van benchmarking en discussie met elkaar via benchlearning van gede kwaliteit is. Het JVEI prfileert zich daarmee als het benchmark instituut vr de rganisatie van de eerste lijn. Uiteraard kunnen andere instellingen gegevens verzamelen en bewerken, echter altijd p basis van cncepten die vanuit het JVEI wrdt beheerd. Vr de verspreiding van de kennis maakt het JVEI naam en faam gemaakt met haar white papers en artikelen. Aangevuld met kwalitatief hgwaardige cngressen ver de 5

6 ppulaire thema s en een ged gevulde schlingsagenda die bestaat uit een mix van schlingen die aansluiten bij de nieuwste ntwikkelingen en een aantal ppulaire schlingen die een aantal jaar meerdere malen kunnen wrden verzrgd. Het JVEI prfileert zich als het Kennis instituut van de Geïntegreerde Eerste Lijn. 2.3 Internatinaal Met het Eurpean Frum fr Primary Care (EFPC) heeft het JVEI de eerste stappen gezet naar een Eurpees netwerk met vergelijkbare ambitie. Op nderzeksgebied is met Eurpese partners minimaal één grt nderzek aangevraagd bij de Eurpese Unie. Internatinale white papers wrden geprduceerd en internatinale cnferenties krijgen meer een JVEI uitstraling. Internatinale uitwisseling via studiereizen hebben veel anim. 2.4 Digitale infrastructuur Een zeer belangrijke spin ff van het JVEI is de aanwezigheid van de zusterrganisatie Mndriaan in Almere. De huidige stichting Mndriaan is een samenwerking van diverse kennisinstellingen en farmaceuten en wrdt gefinancierd dr TiPharma (één van de tpinstituten van het ministerie van Ecnmische Zaken). Het prject huist nu ng binnen de muren van het UMCU; echter de sterke binding met één universiteit is nwenselijk. In 2015 huist de stichting bij het JVEI in Almere. De activiteiten (met alle technische, juridische, bedrijfsmatige en inhudelijke aspecten) betreffen het aanleggen, nderhuden en expliteren van een digitale infrastructuur vr data uitwisseling uit zrgregistraties ten beheve van wetenschappelijk en farmaceutisch nderzek. In 2015 is deze activiteit nauw verbnden met het prgramma Almere Big Data in Zrg. Vanuit IFA-2 wrdt deze activiteit k financieel ndersteund. Duidelijk is dat het pslaan van gegevens tevens gepaard met gaan met een gede snelweg die (in meerdere pzichten) veilig en betruwbaar is. 2.5 Organisatie Het JVEI bevindt zich aan de Randstad in Almere en huist in twee kubusbedrijfspanden. Het instituut pereert met een kleine vaste kern met een directie, fficemanagement en een marketingafdeling, aangevuld met accuntmanagement per activiteit. Het accuntmanagement is ingevuld dr ervaren senir medewerkers die zelf een uitstekende psitie hebben in het netwerk. De directeur heeft k een parttime aanstelling bij een universiteit als hgleraar waardr de academische verbintenis gebrgd is. Vr de nderzeksactiviteiten zijn één f twee nderzekers aan het instituut verbnden. Een aantal dcenten zijn vr schlingsactiviteiten met een vaste relatie verbnden en vele kenniswerkers hebben lsse cntractrelaties. Kenniswerkers in het land willen graag met en vr het JVEI werken, vanwege het uitstekende imag en de hgwaardige kwaliteit. 2.6 Financiële situatie Het JVEI kent een jaarlijkse mzet van 1.5 mln eur, met een resultaat na belasting van Het psitieve explitatieresultaat heeft een winstmarge van 4%. Mede dr de mzet grei in de peride heeft het JVEI een eigen vermgen van 20% van de mzet pgebuwd. Hiermee is het JVEI een geznde stichting met vldende eigen vermgen die zelfstandig kan pereren. 6

7 3. Vaststellen ngewenste tpgebeurtenis De belangrijkste bedreiging m het bvenstaande tekmstperspectief te bereiken die centraal staat in deze risic analyse is: De gewenste mzetgrei die ndzakelijk is m na 2014 als Kennisinstituut (al dan niet zelfstandig) te kunnen functineren, wrdt niet gerealiseerd. In het Meerjaren Beleidsplan JVEI , pgesteld in nvember 2011, staat de vlgende vlumegrei van activiteiten gefrmuleerd p 3 srten activiteiten (Implementatie, Onderzek en Benchmark): Fig 2. Vlumegrei activiteiten JVEI uit meerjaren beleidsplan JVEI Implementatie Schlingen met rendement Cngressen Infrastructurele activiteiten Onderzek Evaluatie nderzeken Inbreng grte nderzeken Benchmark STEK Hierin wrdt een frse grei van activiteiten gecnstateerd. Deze grei is gebaseerd p inzichten en verwachtingen van de directie, medewerkers en RvT ver de marktntwikkeling. De belangrijkste vraag is: garanderen deze greicijfers met vldende rendement een geznde explitatie van het JVEI inclusief vaste ksten vr de peride na 2014? Indien deze vlumegrei in cmbinatie met adequate rendementen niet wrdt gerealiseerd, ntstaat de situatie dat het JVEI nvldende mzet maakt m de eigen interne rganisatie (vaste ksten) te kunnen dragen en dientengevlge een nzekere financiële tekmst tegemet gaat. Dan is er nvldende draagvlak m het JVEI al dan niet zelfstandig te kunnen laten vrtbestaan. In het verdienmdel van het JVEI zals dat in het ndernemingsplan van 2008 is gefrmuleerd is het uitgangspunt dat de mzet de vaste ksten kunnen dragen en geen aanvullende vaste financiering ndzakelijk is na een pstartperide van 5 jaar waarin het JVEI financieel ndersteund is dr een subsidie van gemeente Almere en prvincie Flevland. Dit uitgangspunt was vertaald naar de meerjarenbegrting die in de interne evaluatie van januari 2012 is pgenmen ter vrbereiding van de evaluatie van het JVEI. Deze meerjarenbegrting is tevens in de externe evaluatie uitgeverd dr TG meegenmen. Deze meerjarenbegrting is in deze risic analyse nader uitgewerkt, p basis van de inzichten en realisatie in de peride na nvember 2011 (zie bijlage 1). De belangrijkste extra inzichten zijn de reeds ingezette aanpassingen in de interne rganisatie, de jaarcijfers ver 2011 en de realisatie van de eerste drie maanden in Het gevlg is dat p basis van bvenstaande activiteiten de meerjarenbegrting uit de interne evaluatie verder is bijgesteld. 7

8 4. Inventarisatie risic s De risic s die geïnventariseerd zijn, zijn gerelateerd aan de ngewenste tpgebeurtenis en wrden nderscheiden p de vlgende terreinen: maatschappelijk, bestuurlijk, financieel en rganisatrisch. Risic s wrden beschreven vanuit gecnstateerde risic s in de interne en externe evaluatie, benemd dr Raad van Bestuur, Raad van Tezicht en medewerkers binnen de rganisatie. Per risic wrdt benemd wat rzaak en gevlg is. Vervlgens wrdt m te kmen tt priritering benemd wat impact is van het mgelijk ptreden van het risic en wrdt een inschatting gemaakt van de kans p het ptreden van het risic. Tensltte wrdt per risic een classificatie gemaakt (zie par 1.3.). De hgst ingeschatte risic s merken wij aan als een classificatie > 4. Deze wrden in H5 verder uitgewerkt en p de tp 10 van risic s wrden beheersmaatregelen vrgesteld. 4.1 Maatschappelijke risic s Dit risic kent de vraag: als gevlg van welke maatschappelijke ntwikkelingen in de maatschappij wrdt de mzetgrei van het JVEI bedreigd? De vlgende risic s zijn geïnventariseerd: 1. Massieve aandacht vr de geïntegreerde eerste lijn neemt af. De rzaak is dat de geïntegreerde eerste lijn niet meer als plssing vr het kstenprbleem in de zrg wrdt gepsitineerd. Het gevlg is dat minder financiën beschikbaar gesteld wrden dr.a. verheid. De kans hierp achten wij niet waarschijnlijk. De (aandacht vr) geïntegreerde eerste lijn (zrg in samenhang buiten de intramurale instellingen) neemt juist te. Zrg in de buurt en cncentratie van ziekenhuizen, als de wens m mensen langer thuis te laten verblijven, zijn belangrijke pijlers van de huidige ntwikkeling die niet snel zullen wrden verlaten. De impact vr het JVEI is grt als daarmee de vraag naar activiteiten uitvalt. 2. Meer aanbd p de eerstelijns R&D markt. De rzaak is de sterk vergrtte aandacht vr de rganisatie in de eerste lijn in de maatschappij. Het gevlg is dat de cncurrentie teneemt en het vr het JVEI lastiger wrdt het aanwezige marktptentieel van zwel subsidieverleners vr nderzek als dienstverlening aan eerstelijnszrgverleners- en rganisaties naar zich te te trekken. De kans dat dit zich vrdet is zeer waarschijnlijk. Met meer aanbd, neemt de cncurrentie vr de beschikbare middelen te. Het JVEI zal zich meer meten nderscheiden m haar uitstekende marktpsitie p deze cncurrerender wrdende markt vast te huden. Met de tenemende aandacht en de krimpende budgetten p de andere nderdelen van de zrg (ziekenhuiszrg, GGZ en AWBZ) verschuiven andere kennisinstellingen hun fcus richting de eerste lijn. De impact van dit risic vr het JVEI is grt. 8

9 3. Andere kennisinstellingen gaan zich meer marktgericht gedragen. De rzaak is dat deze kennisinstellingen minder gefinancierd wrden dr de landelijke verheid als gevlg van de bezuinigingen p het subsidiebeleid. Het gevlg is dat de cncurrentie vr het JVEI teneemt. De kans dat andere kennisinstellingen zich meer marktgericht (meten) gaan gedragen is zeer waarschijnlijk vr de eigen cntinuïteit. Dat zij zich daarbij k zullen richten p de eerstelijnszrgverleners en rganisaties is lgisch mdat daar de huidige grei in de zrgmarkt is. De impact hiervan vr het JVEI is m meerdere redenen grt. Indien andere kennisinstellingen mede p de prijs gaan cncurreren kmt de tariefstelling en daarmee de rendementen per activiteit nder druk te staan. Indien andere kennisinstellingen p kwaliteit gaan cncurreren is de vraag f de nderscheidende kwaliteit van het JVEI vldende is m zich hiertegen staande te huden. Indien andere kennisinstellingen vanuit hun bestaande marktpsitie en netwerk gaan cncurreren is de impact vr het JVEI kleiner, aangezien het JVEI een duidelijke vrsprng heeft. 4. De mtivatie bij eerstelijnszrgverleners en -rganisaties m zich dr te ntwikkelen naar geïntegreerde eerstelijnsrganisaties neemt af. De rzaak is de negatieve sfeer als gevlg van de bezuinigingen p de zrg. Het gevlg is dat de eerstelijnszrgverleners minder geneigd zijn m dienstverlening af te nemen. De kans dat dit ptreedt is niet waarschijnlijk. De mtivatie bij eerstelijnszrgverleners en rganisaties neemt niet af schatten wij in. Aangezien de eerste lijn zich veelal ng gedraagt als midden- en kleinbedrijf zijn de ndernemerscmpetenties ruim aanwezig. Dat hudt in dat de eerstelijnszrgverleners en rganisaties zich zullen vegen naar de wensen en beheften van de markt, die meer rept m geïntegreerde eerste lijn. Veranderingen zals deze nu wrden vrgesteld zullen dr de eerste lijn wrden aangegrepen m zich dr te ntwikkelen en verder te versterken, ndanks de bezuinigingen. De impact hiervan vr het JVEI is klein, mdat de eerstelijnsmarkt altijd een belangrijke spil in de zrg zal blijven. 5. De middelen vr R&D activiteiten in de eerste lijn nemen af. De rzaak is dat bezuinigingen tt minder beschikbaar geld vr nderzek leidt tengevlge van lagere tarieven vr de zrgverlening. Gevlg is teruglpende mzet bij belangrijke klantgrepen. De kans dat dit risic ptreedt is niet waarschijnlijk. De middelen m te investeren in de R&D in de eerste lijn nemen alleen maar te, ndanks de bezuinigingen. In het JVEI ervaren wij een geznde ndernemersgeest in de eerste lijn die bereid is te investeren in haar eigen tekmst, in tegenstelling tt wat de landelijke kepels en de media ns wensen te den gelven. Bestaande en nieuwe rganisaties zeken hun weg binnen de extramurale gezndheidszrg waar de eerste lijn de spil is. Zeker k grte bestaande rganisaties gaan zich p deze markt begeven. Tevens verwachten wij dat de lkale en landelijke verheden meer in zullen zetten p verbinding van de verschillende dmeinen binnen de zrg: de verbinding en ntschtting tussen cure, care en preventie neemt te. Nieuwe cncepten zullen meten wrden ntwikkeld en wrden geëvalueerd. De kansen vr het JVEI m hierbij aan te sluiten zijn zeer grt. De impact hiervan vr het JVEI is klein, mdat de ntwikkeling van de zrg en de eerste lijn drgaat en nieuwe klantgrepen met beheften ntstaan. 9

10 Samenvattend Fig. 3 Samenvatting maatschappelijke risic s JVEI Risic Kans Impact Classificatie 1. Massieve aandacht vr 1 e lijn neemt af Niet Grt 3 waarschijnlijk 2. Aanbd p 1 e lijns R&D markt neemt Zeer Grt 5 te waarschijnlijk 3. Cncurrenten gedragen zich meer Zeer Grt 5 marktgericht waarschijnlijk 4. Mtivatie vr R&D bij 1 e lijnspartijen neemt af Niet waarschijnlijk 5. Middelen vr R&D in 1 e lijn nemen af Niet waarschijnlijk Klein 1 Klein Bestuurlijke risic s Dit risic kent als vraag: wat zijn de belangrijkste bestuurlijk strategische beslissingen die de ndzakelijke mzetgrei bedreigen? De vlgende risic s zijn geïnventariseerd: 1. Subsidie dr prvincie Flevland/gemeente Almere vr de peride wrdt niet verleend. Orzaak is nvldende zekerheid dat JVEI vanaf 2015 p eigen benen kan staan. Gevlg is dat het investerings- en beheer capaciteit af neemt waardr minder ged kan wrden ingespeeld p het aanwezige marktptentieel. De kans dat dit gebeurt is waarschijnlijk, gezien de reacties p de externe evaluatie, uitgeverd dr TG in maart De impact vr het JVEI is zeer grt. Het niet verlenen van subsidie vr is een zeer ingrijpende gebeurtenis. De investerings- en beheer capaciteit neemt af waardr minder ged kan wrden ingespeeld p het aanwezige marktptentieel 2. De kwaliteit van de pgeleverde prducten is nvldende. Orzaak is ntbreken van kwaliteitscyclus binnen de rganisatie. Gevlg is afnemende belangstelling vr afnemen van prducten dr ptentiële klanten. De kans dat de kwaliteit van de pgeleverde prducten nvldende is achten wij niet waarschijnlijk, mdat de rganisatie van het JVEI inmiddels in de transfrmatiefase beland is. Een gevlg hiervan is dat inmiddels allerlei activiteiten zijn ingezet, m te brgen dat de kwaliteit van de prducten hg wrdt (en blijft). De impact kan grt zijn indien ptentiële klanten geen prducten meer afnemen, gezien de financiële risic s dit dit met zich meebrengen. 3. Niet zelfstandig dr kunnen gaan. Orzaak is nvldende mzet m vaste rganisatieksten te dekken en eigen vermgen p te buwen. Het gevlg is inbeten p de nafhankelijkheid waardr eerstelijnsrganisaties minder geneigd zijn m pdrachten aan het JVEI te verlenen. De kans hierp achten wij waarschijnlijk gezien de reacties van gemeente en prvincie p de externe evaluatie dr TG in maart De impact ervan achten wij zeer grt, mdat juist de nafhankelijkheid maakt dat eerstelijnszrgrganisaties, maar k zrgverzekeraars en VWS het 10

11 aantrekkelijk vinden m prducten af te nemen. Onafhankelijkheid wrdt dr het JVEI, maar k dr externen gezien als het uithangbrd van het JVEI. 4. Keuze vr eenzijdige marketingstrategie. Orzaak is dat het JVEI bij aanvang heeft gekzen vr een custmer initimacy strategie als gevlg van haar psitie als nieuwkmer p de markt met een kennisintensief prduct. Het gevlg is dat een uniek en marktcnfrm prtfli met de eenzijdige marketingstrategie gepsitineerd. Het ruim beschikbare marktptentieel wrdt niet benut. De kans hierp lijkt ns waarschijnlijk. Eind 2011 heeft het JVEI met behulp van een deskundige rganisatie p het gebied van marketing een marketingstrategie ntwikkeld gebaseerd p gebruik van scial media. De eerste resultaten hiervan zijn al zichtbaar. De impact ervan achten we grt, mdat nvldende ptentiële klanten, gevlgen heeft vr de financiële psitie van het JVEI. 5. Gekzen inrichting van de rganisatie met een kleine vaste kern en lsse verbanden met kenniswerkers. Orzaak is wens en ndzaak m een kleine en wendbare rganisatie met een flexibele kstenstructuur te zijn. Het JVEI wil snel en adequaat kunnen inspelen p nieuwe vragen en ntwikkelingen. Dit beperkt de mgelijkheid m intern veel kennisintensieve capaciteit p te buwen. Het gevlg is dat het JVEI nvldende relatie pbuwt met ptentiële en bestaande pdrachtgevers. De kans hierp lijkt ns waarschijnlijk. De impact ervan achten wij klein. Het risic bestaat dat drdat de externe kenniswerkers nvldende binding met het JVEI ervaren, zij dit k niet vergeven aan de klant. Hierdr ntstaat te weinig binding van de klant met het JVEI. Dit heeft zich in de afgelpen jaren niet vrgedaan. Een tweede aspect is dat de kennis die dr de pdrachten aan het JVEI kan wrden pgebuwd terecht kmt bij de kenniswerker en dat deze die kennis inzetten vr eigen nderneming en niet vr het JVEI. In de afgelpen jaren is juist die kennis aanleiding geweest m weer nieuwe activiteiten met elkaar p te starten. 6. De keuze m een innvatief kenniscentrum te zijn beperkt de mzetgrei in de heveelheid klanten in een ntluikende markt. Orzaak is dat innvatie en kennisntwikkeling aanslaan bij de vrlpers binnen eerstelijnsrganisaties. De meerderheid van de rganisaties (in termen van de diffusietherie van Rgers) is minder geneigd m te willen investeren in nieuwe ntwikkelingen. Het gevlg is dat een grt deel van de ptentiële markt (de rganisaties en zrgverleners die vlgend zijn) niet wrdt benut. De kans hierp achten wij waarschijnlijk. Het is afhankelijk van de srt activiteit. Vr evaluatienderzek geldt dit zeker, echter daar is vldende getalsmatig ptentieel als het JVEI zich richt p innvatrs en vrlpers in de geïntegreerde eerstelijnszrg. Vr schling, cngressen en infrmatieprducten richt het JVEI zich zeker k p de meerderheid; hierbij speelt dat het type activiteit meer gericht is p kennisverspreiding dan p innvatie. De impact is klein gezien differentiatie in prducten en marktsegmentatie. 11

12 Samenvattend Fig 4. Samenvatting bestuurlijke risic s JVEI Risic Kans Impact Classificatie 1 Subsidie dr prvincie Waarschijnlijk Zeer 5 Flevland/gemeente Almere vr de grt peride wrdt niet verleend. 2 De kwaliteit van de pgeleverde prducten is Niet waarschijnlijk klein 1 nvldende 3 Niet zelfstandig dr kunnen gaan. Waarschijnlijk Zeer grt 5 4 Keuze vr eenzijdige marketingstrategie Waarschijnlijk grt 4 5 Gekzen inrichting van de rganisatie met een kleine vaste kern en lsse verbanden met kenniswerkers 6. Innvatief kenniscentrum beperkt de mzetgrei in de heveelheid klanten in een ntluikende markt. waarschijnlijk klein 2 waarschijnlijk Klein Financiële risic s Dit risic kent als vraag: wat zijn de risic s vr het realiseren van de gewenste mzetgrei? Vr de vaststelling van dit risic is een uitgebreide analyse van de huidige en tekmstige financiële situatie uitgeverd. In aanvulling p het eerder gefrmuleerde activiteitenverzicht vr de kmende drie jaar en vr 2015 en verder, hebben we binnen het JVEI drie scenari s gefrmuleerd. Elk van de scenari s is gebaseerd p een bepaalde mzetgrei per activiteit. We nderscheiden een Behudend, Realistisch en Opprtunistisch scenari. In bijlage 1 zijn de drie scenari s en de resultaten per scenari beschreven. De vlgende risic s zijn geïnventariseerd: 1. De aanwezigheid van nvldende markt. Orzaak hiervan kan liggen bij maatschappelijke en bestuurlijke risic s (zie 4.1 en 4.2) maar k bij rganisatrische risic s (zie 4.4). Het gevlg is te weinig inkmsten m bestaande prducten aan te bieden en nieuwe prducten te ntwikkelen. De kans p een te kleine markt is vrijwel afwezig, zie k de analyse van het marktptentieel in bijlage 3. De impact van dit risic is gemiddeld. 2. Er wrden dr de aanwezige markt te weinig activiteiten afgenmen. De rzaak kan verschillend zijn: (1) de activiteiten sluiten niet aan bij de behefte van de klanten; (2) de klanten vinden de kwaliteit te laag; (3) de prducten zijn te duur. Het gevlg is te weinig inkmsten en dientengevlge te weinig mzet vr het in stand huden van de vaste infrastructuur. De kans dat dit zich vrdet is zeker aanwezig. In de externe evaluatie geven 80% van de respndenten aan dat zijn zeker f mgelijk gebruik gaan maken van de JVEI activiteiten. Tevens blijkt uit de eigen evaluaties dat de kwaliteit van de activiteiten ged tt zeer ged is. Met andere wrden, indien het JVEI de markt 12

13 juist weet te bereiken sluit het prtfli qua inhud en kwaliteit uitstekend aan bij de marktbehefte. Ten aanzien van de prijsstelling van de prducten ervaren wij mmenteel ng geen terughudendheid in de markt. De prijzen van de cngressen en de schlingen leveren geen discussie p. Vr het nderzek geldt wel dat de praktijkgerichte evaluatie nderzeken als k de langlpende nderzeken vaak als duur wrden ervaren. Vr de nderzeken gaan we dan k met de pdrachtgevers p zek naar financiering bij externe brnnen. Dit leidt regelmatig tt succes. Wij achten wij de impact niet grt, gezien de succesrate van 46% van de evaluatie nderzeken en 100% vr de langlpende nderzeken. 3. De kpkracht in de markt is te klein. De rzaak kan meerledig zijn: (1) in de eerstelijnsrganisaties zijn nvldende middelen beschikbaar vr R&D activiteiten; (2) de beschikbare middelen wrden nvldende ingezet vr deze R&D activiteiten. Het gevlg is te weinig inkmsten en dientengevlge te weinig mzet vr het in stand huden van de vaste infrastructuur. De kans dat dit risic ptreedt is waarschijnlijk. Met name bij eerstelijnsrganisaties die met het JVEI nderzek f innvatie willen pzetten geven aan dat zij daar maar zeer beperkt ver middelen beschikken. In een aantal gevallen is dat k de reden geweest dat een evaluatienderzek niet is drgegaan. Vr schlingen en cngresbezek ervaart het JVEI dit niet als een risic, evenals vr langlpend nderzek. De impact is gemiddeld, mdat het evaluatienderzek maar een deel van de bendigde mzet (21%) van het JVEI betreft en de maatregelen die het JVEI reeds heeft getrffen dr samen met de eerstelijnsrganisatie financiering te zeken ged werkt. 4. De marge p de activiteiten is te laag. De rzaken kunnen zijn (1) te hge ksten per activiteit f (2) te lage tarieven per activiteit. Het gevlg is dat te weinig financiële middelen verblijft m de vaste rganisatie te kunnen financieren De kans dat dit risic ptreedt is niet waarschijnlijk. Vr de schling en cngressen is de marge p de gerealiseerde activiteiten mmenteel ged. Vr het nderzek en de infrastructurele prjecten is deze acceptabel. De kans dat dit risic zich p krte termijn vrdet is niet waarschijnlijk. Op langere termijn is dit waarschijnlijker indien de andere instellingen zich k cncurrerender en marktgerichter gaan gedragen. De impact is grt, mdat hierdr de bendigde mzet niet behaald kan wrden. 5. Wegvallen van de subsidie van de gemeente Almere en prvincie Flevland. De rzaak is nvldende zekerheid dat JVEI vanaf 2015 p eigen benen kan staan. Het gevlg is een acuut liquiditeitstekrt en te weinig pbuw van het eigen vermgen m vldende slvabel te zijn. De kans dat dit zich vrdet is waarschijnlijk, aangezien uit eerdere crrespndentie met de prvincie blijkt dat men nvldende aanknpingspunten ziet vr cntinuering van de subsidie, tenzij. De impact van dit risic is zeer grt. In de jaarrekening is reeds dr de accuntant dit risic benemd. Uit de uiteenzetting in jaarverslag en jaarrekening blijkt dat een duurzame vrtzetting van de bedrijfsuitefening niet nmgelijk is. Dit is met name gebaseerd p inschatting dat de subsidie dr de gemeente wrdt vrtgezet. 13

14 6. De slvabiliteit van het JVEI is en blijft te klein. De rzaak is nvldende mzet in de jaren m het eigen vermgen te vergrten. Het gevlg is dat er geen financiële buffer is vr het pvangen van tegenvallers met zdanige financiële cnsequenties dat de cntinuïteit van het JVEI wrdt aangetast. De kans dat deze zich vrdet is waarschijnlijk, aangezien deze direct samenhangt met de vergrting van de mzet die vralsng nvldende is. Dit risic heeft een grte impact p de rganisatie. In het geval de subsidie wel wrdt verstrekt, is de impact van dit risic klein aangezien het JVEI dan in het behudende scenari in 2015 een eigen vermgen heeft gecreëerd m gedurende een peride van 12 maanden de eigen vaste rganisatieksten te kunnen dragen. 7. De liquiditeitspsitie van het JVEI is kwetsbaar. De rzaak is dat het JVEI een zeer beperkt eigen vermgen heeft. Het gevlg is dat weinig tt geen vrfinanciering vanuit JVEI kan plaatsvinden en dat activiteiten uitgeverd kunnen wrden als er vruit gefactureerd kan wrden. De kans dat deze zich vrdet in het geval de subsidie wrdt verleend is klein. Het JVEI kent het beleid dat de activiteiten pas wrden uitgeverd indien deze dr pdrachtgevers wrden vrgefinancierd. Dit geldt zwel vr schlingen, nderzek en prjecten. Hierdr is de liquiditeitspsitie in principe gelijk aan het resultaat. Daarbij kent het JVEI geen grte investeringen (en dit afschrijvingen) en heeft het JVEI geen schulden. Per sald resulteert een liquiditeitspsitie die altijd net vruit lpt p het resultaat. De impact van het risic is grt indien de liquiditeit daadwerkelijk nder druk kmt te staan een acute faillissementsdreiging ntstaat. 8. Fiscaal risic: Hierbij wrdt nderscheid gemaakt naar drie srten risic s: a) Niet aangeven van de venntschapsbelasting. De rzaak is dat het JVEI jaarlijks een psitief resultaat maakt. Het gevlg is dat JVEI een aanslag plus bete krijgt vr de venntschapsbelasting. De kans dat dit risic ptreedt achten we niet waarschijnlijk. De impact zal gemiddeld zijn. Het resultaat van het JVEI is ng niet z grt dat de bedragen vr de VPB hg zijn. b) Onjuist aanbieden van activiteiten nder vrijstelling van mzetbelasting. De rzaak is dat JVEI activiteiten uitvert die zwel in aanmerking kmen vr de mzetbelasting als die niet in aanmerking kmen vr de mzetbelasting. Het gevlg is dat het JVEI kan wrden aangeslagen vr het njuist niet afdragen van mzetbelasting. De kans dat dit risic ptreedt is waarschijnlijk. Met name nderzekspdrachten, infrastructurele activiteiten en infrmatieprducten valt nder de met BTW belaste prestaties. De impact is klein. Met een mzetstijging in de kmende jaren wrdt het BTW risic grter, echter het betreft slechts een deel van de mzet van het JVEI. c) Het wrden aangeslagen vr niet geheven lnbelasting vr medewerkers die een ls cntract met het JVEI hebben. De rzaak is dat het JVEI veel kenniswerkers inhuurt vr diverse inhudelijke activiteiten. Het gevlg is dat bij njuist verwerken van de cntracten met deze kenniswerkers het JVEI aangeslagen wrdt vr lnbelasting en werkgeverspremies. 14

15 De kans dat dit zich vrdet is niet waarschijnlijk. Veel kenniswerkers verlenen hun diensten vanuit een eigen nderneming aan het JVEI en werken derhalve met een VAR verklaring. De impact van dit risic is gemiddeld. De mvang van de werkzaamheden is dermate beperkt dat de mvang van de aanslagen niet grt is. 9. Financiering van de schksgewijze grei van de rganisatie. De rzaak is dat de grei van de rganisatie niet gelijke tred hudt met de grei van de mzet, maar dat deze zich meer schksgewijs vrdet. Het gevlg is dat een gedurende een bepaalde peride de investering reeds is gedaan en de pbrengst later vlgt (kst gaat vr de baat uit). De kans dat dit risic zich vrdet is waarschijnlijk. Veel grei in activiteiten wrdt binnen het JVEI pgevangen in de flexibele kstenstructuur. Dit risic heeft een gemiddelde impact p de kleine rganisatie van het JVEI.. De tename van de vaste ksten als gevlg van de mzetgrei is relatief klein, maar drukt wel p de te realiseren rendementen van de activiteiten. Er is dus eigenlijk sprake van een timingsprbleem wat betreft ksten en baten. De ksten vr de grei van de vaste rganisatie dienen eerder te wrden uitgegeven dan de activiteiten de rendementen (baten) det pleveren. Samenvattend Fig 5 Samenvatting financiële risic s JVEI Risic Kans Impact Classificatie 1 De aanwezigheid van nvldende markt Niet waarschijnlijk Klein 1 2 Aanwezige markt neemt vldende Niet Klein 1 prducten af waarschijnlijk 3 Kpkracht in de markt is te klein Waarschijnlijk Gemiddeld 3 4 Marge p de activiteiten is te laag Niet Grt 3 Waarschijnlijk 5 Wegvallen van de subsidie Waarschijnlijk Zeer grt 5 6. Slvabiliteit is en blijft te klein waarschijnlijk Grt 4 7. Liquiditeitspsitie is kwetsbaar Niet Grt 3 waarschijnlijk 8a. Fiscale risic: venntschapsbelasting Niet Klein 1 waarschijnlijk 8b. Fiscale risic: mzetbelasting Waarschijnlijk Klein 2 8c. Fiscale risic: lnbelasting Niet Klein 1 Waarschijnlijk 9. Financiering schksgewijze rganisatiegrei Waarschijnlijk Klein 2 15

16 4.4 Organisatrische risic s Dit risic kent als vraag: welke aspecten van de rganisatrische inrichting belemmeren de ndzakelijke mzetgrei? De vlgende risic s zijn geïnventariseerd: 1. Onvldende acquisitiekracht in de huidige staf. Orzaak is dat de acquisitie niet expliciet is belegd en te veel p één persn leunt. Gevlg is dat de bendigde mzetgrei niet realistisch is. De kans hierp is waarschijnlijk. Hewel de acquisitiekracht van het JVEI p rde lijkt gegeven de bendigde en beschikbare capaciteit, is de participatie aan het aantal nderzeken en schlingen ng sterk afhankelijk persnlijke netwerken van de medewerkers van het JVEI. Met name de kwaliteit van de acquisitie kan beter. De impact hierp achten wij zeer grt, gezien de financiële risic s die dit met zich mee kan brengen. 2. Te kleine vaste rganisatie m de bedrijfsvering adequaat vrm te geven en de ndzakelijke externe acquisitie te kunnen realiseren. Orzaak is nvldende beschikbare financiële middelen. Gevlg is grte druk p de vaste medewerkers, wat leidt tt kwantitatief en kwalitatief nvldende realisatie van pdrachten. De kans p dit risic schatten wij in als waarschijnlijk. Gezien de gerealiseerde acquisitie in de afgelpen 2 jaar is het ndig m zwel de bedrijfsvering als de acquisitiekracht beperkt te kunnen uitbreiden. De impact van dit risic is grt: als er te weinig nieuwe pdrachten gerealiseerd kunnen wrden, kan de rganisatie niet drgreien en wrdt er te weinig rendement gerealiseerd. 3. Te hge vaste ksten vr een zelfstandige rganisatie gegeven de ttale mzet die gerealiseerd kan wrden. Orzaak is te weinig financiële middelen m rganisatie te vergrten, zdat de vaste ksten verdeeld kunnen wrden ver meerdere medewerkers. Gevlg is dat de ndzakelijke vaste ksten niet pgebracht kunnen wrden. De kans dat dit risic ptreedt is waarschijnlijk. Een kleine vaste rganisatie maakt dit risic weliswaar z laag mgelijk, maar is wel waarschijnlijk. De impact hiervan zal grt zijn, mdat het gevlg heeft vr de cntinuïteit van het JVEI. Indien de mvang van de vaste rganisatie nder druk van kstenbeheersing beperkt wrdt gehuden is het risic dat het persneel in de vaste rganisatie een hge werkdruk kent. Met een kleine kern is de kwetsbaarheid van de rganisatie grt drdat deze afhankelijk is van een beperkt aantal mensen. 4. Niet beschikken ver de juiste cmpetenties in de rganisatie m de vergang van de piniersfase naar de uitveringsfase te begeleiden. Orzaak is dat de uitveringsfase m een meer frmelere inrichting van de rganisatie vraagt, duidelijkere verantwrdingsstructuur en meer taakmschrijvingen in tegenstelling tt de piniersfase waarin van elke medewerker veel inzet, creativiteit en flexibiliteit werd verwacht. Gevlg is het niet kunnen transfrmeren als rganisatie m mzetgrei te kunnen realiseren. De kans hierp achten wij niet waarschijnlijk, gezien de veranderingen die het JVEI in Q1 van 2012 reeds heeft drgeverd. Er is reeds gekzen vr de inrichting van een MT, waarin naast de directeur k een manager 16

17 verantwrdelijk vr de beheerszaken en een ffice manager participeren. Een duidelijkere taakverdeling tussen de strategie en externe cntacten (directeur), de interne bedrijfsvering (manager beheerszaken) en de uitvering van beheersactiviteiten (ffice manager) is daarmee reeds gerealiseerd De impact van dit risic is grt, mdat de bendigde mzetgrei m zelfstandig te kunnen functineren niet behaald kan wrden. 5. Gebrek aan een ged geliede strakke rganisatie ndzakelijk vr het uitveren van een grt schlings- en cngresaanbd. Dit aanbd dient te wrden ndersteund dr een juist ICT systeem. Orzaak is nvldende / transpneren van piniersfase naar uitveringsfase. Gevlg is nvldende kwaliteit van het schling- en cngresaanbd en nvldende mzet. De kans hierp wrdt dr ns als nwaarschijnlijk ingeschat, mdat k dit in Q1 is geprfessinaliseerd: inmiddels is de hele schlingsrganisatie aangepakt en tt één geliede machine gesmeed. De impact van dit risic is grt, gezien de financiële cnsequenties. 6. Onvldende binding van het netwerk van eerstelijnspartijen aan JVEI Orzaak is dat het netwerk van rganisaties van de eerstelijnsgezndheidszrg aan het bewegen is en het JVEI een zeer jnge rganisatie is. Haar psitie in het netwerk is niet gezekerd. Gevlg is dat pdrachten en dienstverlening minder vanzelfsprekend bij het JVEI wrdt afgenmen. De kans dat dit risic ptreedt schatten wij in als waarschijnlijk, mdat de impliciete rdening in het netwerk van eerstelijnsrganisaties rnd een aantal kepels en belangenverenigingen (gezndheidscentra, mndisciplinaire zrggrepen en kleine praktijken in de buurt) verdwijnt. Nieuwe calities en allianties binnen regi s, tussen diverse echelns en zelfs met de verzekeraar wrden gesmeed. De impact van dit risic is grt, mdat het JVEI zich prfileert als een netwerkrganisatie van de eerste lijn. Indien dat netwerk nduidelijk en schuivend is, is dat vr het JVEI lastig. 7. Onduidelijk eigenaarschap van JVEI Orzaak is dat het nafhankelijk gepsitineerde JVEI niet duidelijk een aantal rganisaties heeft die het dragen. Gevlg is dat het JVEI telkens zelfstandig zich met bewijzen en niet een aantal vaste pdrachtrelaties kent. De kans dat dit risic ptreedt schatten wij in als grt. Vele partijen zien het JVEI als één van de marktpartijen p het terrein van kennis waar k zaken mee gedaan kan wrden. De impact van dit risic is klein, mdat het vr het JVEI niet ndig blijkt dat een duidelijk eigenaarschap in de vrm van dragende partijen ndig heeft. Het JVEI kan zich vanuit deze duidelijk nafhankelijke psitie een eigen psitie tussen de partijen in creëren. Hiermee is het marktptentieel direct zeer grt. 8. Vertrek van de huidige directeur Orzaak is dat de huidige rganisatie in de piniersfase sterk leunt p een sterk inhudelijk gedreven directeur met een grt netwerk dat veel acquisitie plevert. Gevlg is dat het JVEI stuurls is, met name in de externe cntacten. Er zijn geen mensen binnen het JVEI aanwezig die de directeur kunnen pvlgen. De kans dat dit risic ptreedt schatten wij in als klein, mits de subsidie wrdt verstrekt. De huidige directeur gaat uit van een buwperide vr het JVEI van 5 jaar en heeft zich vr deze peride gecmmitteerd aan het JVEI. 17

18 De impact van dit risic is grt, mdat p krte termijn in de huidige mstandigheid niet veel gelijkwaardige persnen aan de huidige directeur bereid zullen zijn m deze psitie te bekleden. Samenvattend Fig 6. Samenvatting rganisatrische risic s JVEI Risic Kans Impact Classificatie 1 Onvldende acquisitiekracht in de huidige staf 2 Te kleine vaste rganisatie m de bedrijfsvering adequaat vrm te geven en de ndzakelijke externe acquisitie te kunnen realiseren 3 Te hge vaste ksten gegeven de ttale mzet die gerealiseerd kan wrden 4 Niet beschikken ver de juiste cmpetenties in de rganisatie m de vergang van de piniersfase naar de uitveringsfase te begeleiden 5 Gebrek aan een ged geliede strakke rganisatie vr schlingsaanbd Waarschijnlijk Grt 4 Waarschijnlijk Grt 4 Waarschijnlijk Grt 4 Niet waarschijnlijk Klein 1 Onwaarschijnlijk Grt 2 6 Binden van netwerk aan JVEI Waarschijnlijk Grt 4 7 Eigenaarschap van JVEI, dragers vr het JVEI Waarschijnlijk Klein 2 8 Opvlging huidige directeur Niet waarschijnlijk Grt 3 18

19 5. Vaststellen belangrijkste risic s & beheersmaatregelen Op basis van de gestelde classificatie resulteert de tp 10 van de grtste risic s: Fig 7 Tp 10 risic s JVEI Risic Kans Impact Classificatie 1 Aanbd p 1 e lijns R&D markt neemt te Zeer waarschijnlijk Grt 5 2 Cncurrenten gedragen zich meer marktgericht 3 Subsidie dr prvincie Flevland/gemeente Almere vr de peride wrdt niet verleend. Zeer waarschijnlijk Grt 5 Waarschijnlijk Zeer grt 5 4 Niet zelfstandig dr kunnen gaan. Waarschijnlijk Zeer grt 5 5 Keuze vr eenzijdige marketingstrategie Waarschijnlijk Grt 4 6 Slvabiliteit is en blijft te klein waarschijnlijk Grt 4 7 Onvldende acquisitiekracht in de huidige staf Niet waarschijnlijk Zeer grt 4 8 Te kleine vaste rganisatie m de bedrijfsvering adequaat vrm te geven en de ndzakelijke externe acquisitie te kunnen realiseren 9 Te hge vaste ksten gegeven de ttale mzet die gerealiseerd kan wrden 10 Onvldende binden van netwerk aan JVEI Niet waarschijnlijk Zeer grt 4 Waarschijnlijk Grt 4 Waarschijnlijk Grt 4 In de vlgende analyse wrden de rzaken en de gevlgen van de risic s nader nderzcht m beheersmaatregelen ged nderbuwd te kunnen nemen. Vr de beheersmaatregelen wrdt een nderscheid gemaakt tussen het wegnemen van de rzaak van het risic f het verminderen van het gevlg. Risic 1: Aanbd p eerstelijnsmarkt neemt te De rzaak is de sterk vergrtte aandacht vr de rganisatie in de eerste lijn in de maatschappij. Het gevlg is dat de cncurrentie teneemt en het vr het JVEI lastiger wrdt het aanwezige marktptentieel van zwel subsidieverleners vr nderzek als dienstverlening aan eerstelijnszrgverleners- en rganisaties naar zich te te trekken. Achtergrnd In vergelijking met de situatie van 5 jaar geleden is de aandacht binnen de kennisinstellingen vr de geïntegreerde eerste lijn sterk tegenmen. Onder invled van de veranderende inrichting van de zrg en de plpende ksten wrdt de geïntegreerde eerste lijn steeds vaker als belangrijke pijler van ns systeem genemd, m zwel de kwaliteit, de ksten en de tegankelijkheid vr alle Nederlanders te waarbrgen. Vr elk van de prductgrepen zien we andere (nderdelen van) rganisaties ptreden. De prichting van het JVEI heeft k zeker bijgedragen aan de bewustwrding bij de andere kennisinstellingen m zich p deze markt te begeven. 19

20 Onderzek NIVEL en RIVM (brede gezndheidszrg), TNO (meerdere sectren), Julius centrum (alle zrginnvatie), Tranz (meerdere cmbinaties van wetenschap en zrgpraktijk) en Vilans (k vr de langdurende zrg) beschuwen de geïntegreerde eerstelijnsmarkt inmiddels als één van de markten. Ok veel academische instituten huisartsgeneeskunde riënteren zich meer p het nderzek naar de rganisatie van de eerstelijnszrg. Het zijn allen veel grtere rganisaties die zelfstandig in krte tijd veel expertise kunnen pbuwen gegeven hun interne mgelijkheden. Op de nderzek markt bieden zij deels dezelfde activiteiten aan als het JVEI, deels k andere. Al deze nderzeksinstellingen kennen een eigen traditie van nderzek en zijn minder tegesneden p de niche markt van geïntegreerde eerste lijn. Hun kennisvergaring is altijd pdracht gestuurd en in samenhang met andere kennisdmeinen, terwijl het JVEI een eigen intrinsieke mtivatie heeft m de kennis ver de geïntegreerde eerste lijn te verzamelen. Tegenver deze bedreiging van meer aanbd neemt k het marktptentieel te; de heveelheid nderzek financiering vr nderzek naar geïntegreerde extramurale gezndheidszrg neemt te. Vr wat betreft het praktijkgericht evaluatie nderzek zijn er mmenteel vrijwel geen cncurrenten. Deze niche wrdt mmenteel dr het JVEI ingevuld met een eigen ntwikkelde aanpak. Implementatie Vr het kennisverspreidingsdeel kent het JVEI drie duidelijke cncurrenten: de Julius Academy, een leergang van Tranz en een kaderpleiding genaamd Beleid en Beheer van het Nederlands Huisartsen Gentschap (NHG). Alle drie slagen erin m elk jaar één schling vl te krijgen met in ttaal ca 50 participanten uit de eerste lijn. Benchmark De derde prductgrep van het JVEI, infrmatiemanagement STEK, is ng in ntwikkeling. Deze kent mmenteel ng geen cncurrenten aangezien geen enkele rganisatie in Nederland het dmein van de kengetallen vr de geïntegreerde eerste lijn in cmbinatie met benchmarking en benchlearning heeft geclaimd. Het JVEI is de eerste rganisatie. Als reactie daarp zien we dat een aantal rganisaties hierp defensief reageren, anderen zeken juist de samenwerking en synergie p. Eerstelijnsrganisaties reageren ver het algemeen zeer psitief en een aantal kleine en grte marktpartijen zien deze ntwikkeling zeer zeker als kansrijk. Beheersmaatregelen De beheersmaatregelen richten zich p het verminderen van het gevlg, met andere wrden: het verminderen van de cncurrentie. Vr het langlpend nderzek cntinueert het JVEI de samenwerkingsstrategie en het buwen van partnerships. Op instigatie van TNO wrden mmenteel gesprekken geverd met vier verschillende rganisaties m met elkaar naar een slimmer verdienmdel te gaan vr het expliteren van de R&D bij de verschillende eerstelijnsrganisaties. Deze rganisaties zijn TNO, NIVEL, Caphri, Tranz, Vilans en het JVEI. Het JVEI verwacht dat dr het aansluiten bij deze samenwerking ng meer een spin in de ttale eerstelijns R&D agenda te blijven spelen, met name gezien de unieke psitinering en cmbinatie van activiteiten. Vr de schlingen is reeds nauw cntact met de belangrijkste cncurrenten en is afgesprken m één landelijk schlingsaanbd vr de geïntegreerde eerste lijn te gaan realiseren. Met Tranz maken we afspraken ver de psitinering van het JVEI in hun leergang en het gezamenlijk pzetten van een vlwaardige academische masterpleiding. De leergang van het Juliuscentrum wrdt vanaf vlgend jaar vanuit het JVEI gecördineerd. Met het NHG wrden afspraken gemaakt ver het gezamenlijk aanbieden van cursussen aan kaderhuisartsen. Met verschillende Reginale 20

21 Gentschappen van Fysitherapie wrden cursussen ntwikkeld. Vanaf 2013 wrdt het schlingsaanbd nder één nemer met elkaar gecmmuniceerd. Vr de infrmatieprducten wil het JVEI in 2012 en 2013 een vrsprng pbuwen ten pzichte van andere rganisaties dr zich te prfileren als de rganisatie waar de unifrmering en standaardisering plaatsvindt. Dit werpt nu reeds haar vruchten af. Het JVEI is gevraagd het prjectleiderschap van een zeer ambitieus prject Mndriaan p zich te nemen. In dit prject wrdt een natinale unifrme snelweg vr data-extractie, transprt en integratie van allerlei zrgregistraties gebuwd ten beheve van wetenschappelijk en farmaceutisch nderzek en ten beheve van infrmatiemanagementprducten vr eerstelijnsrganisaties. Risic 2: Meer marktgericht gedragen andere kennisinstellingen De rzaak is dat deze kennisinstellingen minder gefinancierd wrden dr de landelijke verheid als gevlg van de bezuinigingen p het subsidiebeleid. Het gevlg is dat de cncurrentie vr het JVEI teneemt. Achtergrnd De andere kennisinstellingen betreffen dezelfde instellingen als bij het vrige risic. Ok bij dit risic is de verwachting dat dit meer geldt vr de activiteiten p het terrein van nderzek en infrastructurele prjecten, dan vr schling, cngressen en benchmark activiteiten. Deze instellingen kunnen ervr kiezen m te gaan cncurreren p prijs, kwaliteit f psitie in het netwerk. Het gedrag van de andere kennisinstellingen is niet dat zij p prijs zullen gaan cncurreren. Hun uurtarieven en verhead percentages liggen aanzienlijk hger dan die van het JVEI. De verwachting is dat zij p kwaliteit gaan cncurreren. Dr het inzetten van hgleraren en sterke acquisitie vanuit het eigen vermgen zullen zij vral p het terrein van langlpend en evaluatie nderzek, alsk de infrastructurele activiteiten naar zich te willen trekken. Duidelijk is dat een aantal van deze partijen zich k duidelijk in het netwerk als een partner manifesteren. Beheersmaatregelen De beheersmaatregel richt zich p het verminderen van het gevlg dr de eigen cncurrentiekracht p kwaliteit te vergrten. De kwaliteit van de pgeleverde prducten p het terrein van schlingen en cngressen is ged, getuige de interne en externe evaluatie. Op het terrein van nderzek zal het JVEI aan cncurrentiekracht winnen dr de vlgende maatregelen te nemen: 1. het verbinden van een hgleraar p het terrein van geïntegreerde eerste lijn aan het JVEI. De huidige directeur is prfessrabel. 2. het prduceren van meer internatinaal geaccepteerde wetenschappelijke artikelen ver de nieuwe therie en methdlgie van geïntegreerde eerstelijnszrg. 3. een duidelijkere marketing ver de eigen nderzeksresultaten te realiseren, nder meer via een scial marketing strategie en maken van ppulaire vertalingen van de resultaten in tegankelijke artikelen en white papers. 21