ADVIES op het besluit voor nieuwe Vlaamse reglementering betreffende het maximale geluidsniveau van muziek in een inrichting

Transcriptie

1 ADVIES op het besluit voor nieuwe Vlaamse reglementering betreffende het maximale geluidsniveau van muziek in een inrichting Op 10 juni 2011 keurde de Vlaamse regering de principes goed voor de reglementering van het maximale geluidsniveau op muziekevenementen. Deze principes worden uitgewerkt in een besluit van de Vlaamse regering. De Vlaamse Jeugdraad schrijft een advies op dit besluit met bijzondere aandacht voor de gevolgen voor de kleine en occasionele organisatoren, waaronder vele jongeren en jeugdorganisaties. 1

2 VLAAMSE JEUGDRAAD 7 september 2011 ADVIES 11/16 Advies op het besluit voor nieuwe Vlaamse reglementering betreffende het maximale geluidsniveau van muziek in een inrichting. De Vlaamse Jeugdraad in vergadering op 7 september 2011 onder voorzitterschap van Stijn Jacobs en waarbij aanwezig waren: Jo Baetens, Hakim Benichou, Lieven Casteels, Lies Corneillie, Bert D hondt, Joris De Bleser, Alexandra De Smedt, Kara Eestermans, Jef Geboers, Mieke Nolf, Marlies Smit, Tom Van Den Borne, Jef Van Rossum, Stijn Vlasschaert Adviseert met 14 stemmen voor en 1 onthouding 1. De Vlaamse Jeugdraad vraagt een gehoorschadebeleid dat een bijdrage levert tot een positief fuif- en muziekbeleid. 2. De Vlaamse Jeugdraad vraagt onderzoek en een impactanalyse als basis voor de opmaak van een globaal gehoorschadebeleid. 3. De wijziging in de Vlaremwetgeving zorgt voor een toename van de vergunningsplicht. De Vlaamse Jeugdraad wil geen wijziging in de Vlaremwetgeving van de rubriek feestzalen en lokalen met dansgelegenheid in inrichtingen met muziekactiviteiten. 4. De Vlaamse Jeugdraad vindt de huidige voorstellen onhaalbaar omwille van de financiële, administratieve en inhoudelijke implicaties. 5. Het besluit creëert onduidelijkheid over de definiëring muziekactiviteiten, juridische gevolgen, de aansprakelijkheid van organisatoren en de kwaliteit en verdeling van de oordopjes. p. 3 p. 3 p. 4 p.5 p.6 1. Situering De Vlaamse regering keurde op 10 juni 2011 de principes goed voor de reglementering van het maximaal geluidsniveau op muziekevenementen. Op 1 juni 2011 besprak de Vlaamse Jeugdraad deze principes tijdens een overleg met ministers Smet en Schauvliege. De Jeugdraad stelde toen al dat een reglementering gekoppeld dient te worden aan volgende voorwaarden: voldoende tijd en middelen voor de implementatie; een geleidelijke implementatie van de normen, met voldoende tijd voor onderzoek; 2

3 duidelijkheid over de aansprakelijkheid van de organisator. De principes voor de reglementering van het maximaal geluidsniveau op muziekevenementen werden na de goedkeuring door de regering op 10 juli omgezet in een besluit. Dit besluit werd een eerste maal besproken op de regering van 15 juli. Het besluit voorziet volgende belangrijke punten: aanpassing van de Vlarem- wetgeving met een wijziging van de rubriek feestzalen en lokalen met dansgelegenheid door inrichtingen met muziekactiviteiten ; invoering van een maximumwaarde van 100 db(a); indeling in drie categorieën op basis van het aantal decibel. Hoe hoger het aantal decibel, hoe meer maatregelen de organisatoren wordt opgelegd. 2. Advies De Vlaamse jeugdraad hecht veel belang aan de problematiek rond gehoorschade. De Vlaamse jeugdraad vindt het belangrijk dat dit wordt aangepakt door middel van preventie en investeringen in goede begeleiding en akoestiek. De impact van dit besluit gaat echter veel verder dan inperking van de gehoorschade. Het besluit zorgt voor een enorme druk op zaaluitbaters en organisatoren. Met als gevolg een inperking van kleinschalige muziekactiviteiten en het muziekaanbod voor een jong publiek en jonge muzikanten Toename reglementering zorgt voor daling kwalitatief en kwantitatief fuif- en muziekbeleid De Vlaamse Jeugdraad vraagt een gehoorschadebeleid dat een bijdrage levert tot een positief fuif- en muziekbeleid. De Vlaamse jeugdraad is voorstander van een globaal gehoorschadebeleid, maar is geen vragende partij voor een toename van de (milieu-) reglementering. Kleine en grote organisaties worden bedolven onder regelgeving. Het is voor de organisatoren bijna onmogelijk om met al die regels in orde te zijn. Die regulitis fnuikt hun organisatielust. De complexiteit van regelgeving mbt geluidslimieten is bijzonder groot. De voorgestelde aanpassing binnen de Vlarem zorgt ervoor dat meer organisatoren in contact komen met de complexe Vlarem wetgeving. Het huidige voorstel verplicht de kleine organisatoren om minder activiteiten te organiseren of de werking te behouden en in te stappen in een bijzonder complexe, trage en dure procedure voor het verkrijgen van een Vlarem Vergunning Impactanalyse en onderzoek als basis voor het gehoorschadebeleid De Vlaamse Jeugdraad vraagt onderzoek en een impactanalyse als basis voor de opmaak van een globaal gehoorschadebeleid. De toelichting van het besluit vermeldt dat er in nauw overleg met de jeugdsector een impactanalyse aan de Vlaamse regering wordt voorgelegd tegen 1 oktober Dit onderzoek gaat echter niet in op de gevolgen van de in het besluit voorziene wijzigingen in de Vlaremwetgeving. Eveneens evalueren de minister Smet en Schauvliege tegen eind 2011 een eerste oefening rond metingen op fuiven en optredens. Het is positief dat Minister Schauvliege onderzoek opzet om meer 3

4 cijfergegevens en praktijkvoorbeelden te verzamelen. Het uitgestippelde beleid is echter niet tot stand gekomen op basis van de uitkomst van deze onderzoeken. De impactanalyse en evaluatie van metingen worden voorzien na de opmaak en goedkeuring van de regelgeving. Daarenboven wordt in dit onderzoek geen rekening gehouden met de impact van de wijziging van de Vlaremwetgeving zoals voorzien in het hudige besluit. De Vlaamse Jeugdraad vraagt daarom eerst het onderzoek en impactanalyse te ontsluiten en op basis hiervan een gehoorschadebeleid te ontwikkelen Geen wijziging in Vlarem De wijziging in de Vlaremwetgeving zorgt voor een toename van de vergunningsplicht. De Vlaamse Jeugdraad wil geen wijziging in de Vlarem-wetgeving van de rubriek feestzalen en lokalen met dansgelegenheid in inrichtingen met muziekactiviteiten. Artikel 1 van het besluit vervangt de rubriek feestzalen en lokalen met dansgelegenheid door inrichtingen met muziekactiviteiten. Dit ontwerp gaat in tegen de beslissing van de Vlaamse regering van 10 juni en 15 juli die zeer duidelijk stelt dat de vergunningsplicht niet mag toenemen. Als dit besluit wet wordt, breidt de vergunningsplicht zeer sterk uit. Dansgelegenheid wordt vervangen door muziekactiviteit. Muziekactiviteiten omvat een veel breder gamma aan activiteiten (bijvoorbeeld instuif, ontmoetingsavond, concerten ) dan activiteiten met dans. Alle inrichtingen waar er meer dan 12 (muziek)activiteiten boven 85 db(a) plaatsvinden worden vergunningsplichtig. Zalen met een opp. kleiner dan 100 m² waren voorheen sowieso niet vergunningsplichtig, nu wel. Meer dan de helft van bijvoorbeeld de jeugdhuizen is kleiner dan 100 m². Dit betekent dat heel wat verenigingen en gemeenten hun zaal of ruimte volledig akoestisch moeten aanpassen aan de Vlaremwetgeving. De aanpassing van dergelijke ruimten aan de voorwaarden in de Vlaremwetgeving worden gemiddeld geraamd op de helft van de aankoopwaarde van het gebouw. Een onmogelijke opdracht voor de meeste organisaties die gerund worden door vrijwilligers. Dit impliceert dat organisatoren op de meeste plaatsen hun activiteiten moeten inkrimpen, wat nefast is voor vele werkingen gericht op en georganiseerd door jongeren. Men kan zich trouwens de vraag stellen wat muziekactiviteiten zijn. De meeste werkingen halen reeds een niveau van 85 db(a) met enkel muziek als achtergrond. Optredens, karaoke, een DJ MC activiteit, worden nu mee in rekening gebracht voor de limiet van 12 activiteiten, daar waar vroeger enkel dansactiviteiten in rekening werden gebracht. Bovendien wordt er geen uitspraak gedaan over de duur van de activiteit. De wijziging houdt evenmin rekening met het soort en de duur van de activiteiten. Dit zijn nochtans belangrijke nuances aangezien de duur van blootstelling een belangrijke factor is bij het risico om gehoorschade op te lopen. In het ontwerp zijn geen overgangsmaatregelen voorzien. Bestaande infrastructuur wordt bijgevolg juridisch als nieuwe inrichting beschouwd waardoor ze vallen onder de veel strengere normen van de 4

5 Vlarem. Zelfs bij het voorhanden zijn van voldoende financiële middelen en met toepassing van de Best Beschikbare Technieken is het onmogelijk om van vandaag op morgen de richtwaarden halen. De enige optie is dan de muziekactiviteiten stopzetten Financiële implicaties De Vlaamse Jeugdraad vindt de huidige voorstellen onhaalbaar omwille van de financiële, administratieve en inhoudelijke implicaties. De voorgestelde maatregelen vragen investeringen op het gebied van infrastructuur, materiaal en know-how. Deze kosten moeten gedragen worden door de eigenaar, vaak gemeenten of vzw s van jongeren die muziekactiviteiten organiseren. We geven hieronder een overzicht van de extra onkosten. Wanneer een organisatie kiest voor een geluidsbegrenzer kost dit, afhankelijk van de kwaliteit van het toestel 500 tot 2000 euro. De goedkoopste oordopjes kosten 0.62 euro per stuk 1. Voor kleine en gemiddelde muziekactiviteiten betekent dit voor de organisator al snel een extra kost van 62 euro (100 deelnemers) tot 620 euro (1000 deelnemers). Verenigingen die meer dan 12 muziekactiviteiten per jaar organiseren, moeten volgens het nieuwe besluit een milieuvergunning aanvragen. Dit vraagt hoge investeringen in de infrastructuur. Onderstaand tabel geeft een raming van de kosten waar organisatoren zich kunnen aan verwachten voor de aanpassing van hun locatie 2. Van 0 tot 5 db(a) verbetering kost ca per db(a) met een minimum van 2000 De daarop volgende verbetering boven 5 en tot 10 db(a): 4000 per db(a) De daarop volgende verbetering boven 10 en tot 15 db(a): 6000 per db(a) De daarop volgende verbetering boven 15 en tot 20 db(a): 8000 per db(a) Boven 20 db(a): per db(a) voor zover nog haalbaar Onderzoek door Formaat geeft aan dat dit alleen al voor de jeugdhuizen een totale meerkost betekent van euro. Type jeugdhuis onderzoek saneringskosten Totaal sector Zonder muziekactiviteiten, te verwachten geluidsniveau db(a), sanering 5 db(a) euro per JH euro per JH 240 jeugdhuizen = euro Met muziekactiviteiten, sanering 15 db(a) euro per JH euro per JH 80 jeugdhuizen = euro Met muziekactiviteiten, sanering 20 db(a) euro per JH euro per JH 40 jeugdhuizen = euro 1 Prijs op basis van prijs-kwaliteitonderzoek Test Aankoop 2 5

6 Totaal euro Het besluit voorziet geen extra middelen of inspanningen van de overheid om organisatoren hier in bij te staan. Dit stemt echter niet overeen met de afspraken die eerder gemaakt werden met minister Schauvliege naar aanleiding van dit dossier Het besluit creëert nog veel onduidelijkheden Het besluit creëert onduidelijkheid over de definiëring van muziekactiviteiten, juridische gevolgen, de aansprakelijkheid van organisatoren en de kwaliteit en verdeling van de oordopjes. We zijn tevreden dat Minister Schauvliege een aantal van onze bekommernissen uit het vorig advies heeft meegenomen. Maar er blijven een aantal fundamentele knelpunten aanwezig We vinden in het huidige besluit geen oplossingen voor volgende zaken: Aansprakelijkheid Door zowel ingedeelde als niet ingedeelde inrichtingen te limiteren binnen de Vlarem wetgeving kunnen alle overtredingen strafrechterlijk bestraft worden (milieumisdrijf). Dit heeft ernstige implicaties op het engagement van (jonge) vrijwilligers. Onduidelijke definiëring van muziekactiviteiten. Het is duidelijk dat de regelgeving geldt voor fuiven en concerten. Maar wat met repetitieruimtes? Wat met mzuiekactiviteiten op een speelplein? Vallen deze ook onder muziekactiviteiten? Deze uitbreiding heeft een bijzonder negatief effect op het aantal muziekactiviteiten dat (conform de regels) georganiseerd zal worden. Kwaliteit oordopjes. Het besluit verplicht het gratis aanbieden van oordopjes. De Vlaamse Jeugdraad is geen voorstander van dergelijke verplichting voor de organisator. Daarenboven biedt deze maatregel geen oplossing als de kwaliteit van de oordopjes niet gegarandeerd is. Juridische gevolgen niet ingedeelde activiteiten Het is onduidelijk of organisaties die geen milieuvergunning hebben toch onder de Vlaremwetgeving vallen voor de organisatie van hun activiteiten en op basis van mielieuwetgeving gesanctioneerd kunnen worden. 6