JURIDISCHE KENNISSYSTEMEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JURIDISCHE KENNISSYSTEMEN"

Transcriptie

1 JURIDISCHE KENNISSYSTEMEN REKENTUIG OF REKENMEESTER? Het onderbrengen van juridische kennis in een expertsysteem voor het milieuvergunningenrecht Kees de Vey Mestdagh

2 JURIDISCHE KENNISSYSTEMEN REKENTUIG OF REKENMEESTER? Het onderbrengen van juridische kennis in een expertsysteem voor het milieuvergunningenrecht

3

4 RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN JURIDISCHE KENNISSYSTEMEN REKENTUIG OF REKENMEESTER? Het onderbrengen van juridische kennis in een expertsysteem voor het milieuvergunningenrecht PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de Rector Magnificus, dr. F. van der Woude, in het openbaar te verdedigen op donderdag 30 oktober 1997 des namiddags te 1.15 uur door Cornelis Nicolaas Jan de Vey Mestdagh geboren op 7 oktober 1958 te Utrecht Kluwer Deventer 1997

5 Promotor: prof. mr. H. Franken ISBN

6 Beoordelingscommissie: prof. mr. H. Franken prof. dr. H.J. van den Herik prof. J. Griffiths prof. mr. C. Lambers (Rijksuniversiteit Leiden) (Rijksuniversiteit Leiden/Limburg) (Rijksuniversiteit Groningen) (Rijksuniversiteit Groningen)

7 Typografische bewerking : Marco Kalmijn Correcties : Johan de Jong Van dit boek is een handelseditie verschenen in de Reeks Informatica en Recht, 18 onder ISBN

8 VOORWOORD WOORD DOOM Het idee voor het in dit proefschrift beschreven onderzoek is in 1988 gelanceerd 1. In de volgende jaren is door literatuur- en praktijkonderzoek en door het ontwikkelen van kleinschaliger toepassingen op andere rechtsgebieden de kennisbasis gelegd voor het formuleren van het theoretisch uitgangspunt, het ontwikkelen van de logica, het schrijven van de computerprogrammatuur, het analyseren van de kennis op het gebied van het milieurecht, het onderzoeken van de uitvoeringspraktijk en het toetsen van het Expertsysteem voor het Milieuvergunningenrecht (ESM). In 1991 was de personele infrastructuur aanwezig voor de uitvoering van het onderzoek. In 1996 is het onderzoek afgerond. De inspiratie voor het onderzoek heb ik gevonden in nieuwsgierigheid en in onzekerheid. Van de eerste ben ik blij dat ik haar bezit, van de tweede wilde ik afkomen. Ik hoopte de wankele balans van imperfecties waaruit ik mezelf zie opgebouwd te verstevigen door orde te scheppen in een klein stukje van de werkelijkheid. In deze hoop lag en ligt mijn ambitie. Het uitgangspunt van het onderzoek was de veronderstelling dat over juridische kennis weinig zinvols te zeggen valt aan de hand van modellen die uitsluitend uit, naar mentale structuren en functies verwijzende, woorden bestaan. De niet directe toegankelijkheid van deze structuren en functies brengt met zich mee dat ze hoofdzakelijk via woorden kenbaar zijn. Hun modellen krijgen derhalve het karakter van woorden als model van woorden, waarvan de interpretatie opnieuw in ons opgesloten ligt. Computermodellen van kennis vormen een meetbare interpretatie van woorden en hun uitvoer kan worden vergeleken met produkten van de menselijke geest. Bij het ontwikkelen van het theoretisch uitgangspunt van het onderzoek waren de belangrijkste externe bronnen van inspiratie mijn promotor Hans Franken en mijn collega Bert Bos van de vakgroep Alfa-Informatica 2. Voor het vertalen van het theoretisch uitgangspunt in formele termen ben ik bijzondere dank verschuldigd aan Jaap Henk Hoepman en voor het programmeren van het formele model aan Wouter Verwaard 3 en een groot aantal stagiaires, waarvan het vermelden van de een onrecht zou doen aan de niet vermelde ander. De acquisitie en representatie van kennis op het gebied van het milieuvergunningenrecht waren niet mogelijk geweest zonder de bijdragen van Kees Lambers, Jaap Dijkstra, Douglas Mensink en Rob Sabelis, waarvan de laatste twee ook meegewerkt hebben aan het toetsingsonderzoek. Hoe ver moet ik gaan in mijn dankbetuigingen? Er zijn mensen waarvan ik in een essentieel en intiem opzicht afhankelijk ben. Mijn ouders, mijn vrouw Heleen, mijn kinderen, Christine, Jan en Wim. Mijn gevoel zegt me deze mensen dankbaar te zijn voor belangrijker zaken dan voor het mogelijk maken van dit onderzoek.

9 VIII VOORWOORD Het resultaat van het onderzoek is tweeledig. Het theoretisch beeld van juridische kennis zoals ik dat voor ogen had is houdbaar gebleken. Het zwaartepunt in de onderzochte uitvoeringspraktijk blijkt echter meer dan ik verwacht had te liggen bij het oplossen van problemen dan bij het nemen van afgewogen beslissingen. Het juridische kennissysteem blijkt mogelijkheden te bieden voor kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van de uitvoeringspraktijk, die groter zijn dan ik verwacht had. Om er achter te komen of dit aan de bijzondere kwaliteiten van het juridische kennissysteem of aan, hier niet nader te kwalificeren, kenmerken van de uitvoeringspraktijk ligt moet u dit proefschrift lezen. 123 Groningen, 11 juli 1997 Kees de Vey Mestdagh 1. Laansma en de Vey Mestdagh (1988). 2. de Vey Mestdagh en Bos (1989 a,b,c). 3. de Vey Mestdagh, Verwaard en Hoepman (1991).

10 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... VII LIJST VAN AFKORTINGEN... XIII HOOFDSTUK 1 PROBLEEMSTELLING Kan toepasbare juridische kennis in een kennissysteem worden ondergebracht? Een verhaal vooraf Inleiding op het onderzoek Onderwerp van onderzoek: juridische kennis Wat is kennis en hoe kan kennis worden onderzocht? Taaluitingen en de eis van talige legitimatie van juridische kennis Positiebepaling ten opzichte van juridische kennis Modellen van Juridische Kennis Onderzoeksperspectief: rechtsinformatica Opzet van het onderzoek Probleemstelling Doelstelling Methoden en technieken Theorievorming Formeel model van juridische kennis Operationeel model van juridische kennis: Juridisch Kennissysteem Domeinmodel: Expertsysteem voor het Milieuvergunningenrecht Conclusies/evaluatie Indeling van de volgende hoofdstukken HOOFDSTUK 2 JURIDISCHE KENNIS Wat is juridische kennis? Een rechtstheoretische benadering Een kennistheoretische benadering Synthese: een werkdefinitie Uitwerking van de werkdefinitie, ontwerpbeslissingen De rechtsvraag De feitenkennis en de functionele kennis De metakennis Samenvatting... 54

11 X INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 3 JURIDISCHE KENNISSYSTEMEN Formaliseren en operationaliseren van juridische kennis Inleiding Het formaliseren van juridische kennis Het relationeel gegevensmodel en de Logic of Reasonable Inferences Het formaliseren van feitenkennis Het formaliseren van functionele kennis Inleiding Het vaststellen en waarderen van de premissen Het afleiden van conclusies Premissen en conclusies: waarheid en geldigheid Waarom geen deontische logica? Tegenstrijdige premissen en tegenstrijdige conclusies Het formaliseren van metakennis Inleiding Bestaande formalisaties van juridische metakennis Verschillende benaderingen Formalisaties van valideringsregels Formalisaties van uitsluitingsregels Formalisaties van preferentieregels Voorgestelde formalisatie van juridische metakennis Inleiding De formalisatie van valideringsregels De formalisatie van uitsluitingsregels De formalisatie van preferentieregels Het operationaliseren van juridische kennis Bestaande operationaliseringstechnieken De operationalisatie van juridische kennis in Argumentator Inleiding De algemene architectuur van Argumentator De operationalisatie van feitenkennis De operationalisatie van functionele kennis De operationalisatie van metakennis Conclusies HOOFDSTUK 4 JURIDISCH KENNISSYSTEEM VOOR HET MILIEUVERGUNNINGENRECHT Acquisitie en representatie van kennis van het milieuvergunningenrecht Inleiding: keuze van het kennisdomein Kennisdomein: milieuvergunningenrecht Methode van kennisacquisitie Een normatief model Inleiding Feitenkennis milieuvergunningenrecht

12 INHOUDSOPGAVE XI Algemene uitspraken en feitelijke situaties Het gegevensmodel Het regelmodel Functionele kennis milieuvergunningenrecht Metakennis milieuvergunningenrecht Een praktijkmodel De uitvoering van het milieuvergunningenrecht Uitbreiding van het normatieve model met praktijkkennis Een voorbeeld: Analyse van de Wet Chemische Afvalstoffen Kennissysteem, Expertsysteem voor het Milieuvergunningenrecht (ESM) Het programma ESM Inleiding Algemene architectuur van het programma ESM Functies van het programma ESM Kennisbestanden van het programma ESM Het gegevensmodel van het ESM Het regelmodel van het ESM De gebruikersschermen van het ESM Consultatie van het Expertsysteem voor het Milieuvergunningenrecht Conclusies HOOFDSTUK 5 TOETSINGSONDERZOEK Bevat het Expertsysteem Milieuvergunningenrecht toepasbare Juridische Kennis? Inleiding tot het toetsingsonderzoek Hypothesen van het toetsingsonderzoek Methode en fasering van het toetsingsonderzoek Interpretatie van de mogelijke resultaten van het toetsingsonderzoek Uitvoering van het toetsingsonderzoek Vooronderzoek Verzamelen en controleren van de dossiergegevens Het toepassen van het ESM op de ingevoerde dossiergegevens Inleiding Toetsing aluminiumcasus Voor de toetsing gebruikte regelbestanden Toetsing van de beschrijvende werking Toetsing van de aanvullende werking Toetsing benzinecasus Voor de toetsing gebruikte regelbestanden Toetsing van de beschrijvende werking Toetsing van de aanvullende werking Onafhankelijke beoordeling van de resultaten Interpretatie van de resultaten van het toetsingsonderzoek

13 XII INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 6 RESULTATEN Juridische Kennis kan in een Juridisch Kennissysteem worden ondergebracht Resultaten van het onderzoek Inleiding Het theoretisch uitgangspunt Het formele model: de Logic of Reasonable Inferences Het juridisch kennissysteem: Argumentator Het expertsysteem: Expertsysteem voor het Milieuvergunningenrecht Resultaten van het toetsingsonderzoek Wetenschappelijke betekenis van de onderzoeksresultaten Beschrijvende, verklarende en normatieve betekenis Generalisering van de onderzoeksresultaten Bruikbaarheid van de resultaten voor verder onderzoek Maatschappelijke betekenis van de onderzoeksresultaten De uitvoeringspraktijk van het milieuvergunningenrecht Andere juridische taken Wegnemen van vooroordelen Samenvatting van de resultaten van het onderzoek SAMENVATTING SUMMARY SAMENVATTING VOOR DE PRAKTIJK LITERATUURLIJST TREFWOORDENREGISTER AFBEELDINGENREGISTER CURRICULUM VITAE

14 LIJST VAN AFKORTINGEN AB AI AMvB AO ASCII AW AWB CA CBI CBS BACA DBMS ESM GUI GW Hof HR HW KB NAW NJ ODBC OM RBMS RDBMS RS Rv SBI SDM SQL Sr Sv TWK UCV VNG VROM WABM WAROB WBB WCA WGH WLV WMB WOB WPNR WRS WVO Wet Algemene Bepalingen Artificial Intelligence (Kunstmatige Intelligentie) Algemene Maatregel van Bestuur Afgewerkte Olie American Standard Code for Information Interchange Afvalstoffenwet Algemene Wet Bestuursrecht Chemische Afvalstoffen Categorale BedrijfsIndeling Centraal Bureau voor de Statistiek Besluit Aanwijzing Chemische Afvalstoffen Database Management Systeem Expertsysteem voor het Milieuvergunningenrecht Graphical User Interface Grondwet Gerechtshof Hoge Raad Hinderwet Koninklijk Besluit Naam Adres Woonplaats (-gegevens) Nederlandse Jurisprudentie Open Database Connectivity Openbaar Ministerie Rulebase Management Systeem Relationeel Database Management Systeem Redeneer Systeem Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Standaard BedrijfsIndeling System Development Methodology Stuctured Query Language Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafvordering Tijdelijke Wet Kroongeschillen Uitgebreide Commissievergadering Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Wet Algemene Bepalingen Milieuhygiëne Wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen Wet Bodembescherming Wet Chemische Afvalstoffen Wet Geluidhinder Wet inzake de Luchtverontreiniging Wet Milieubeheer Wet Openbaarheid van Bestuur Weekblad voor Privaatrecht Notariaat en Registratie Wet op de Raad van State Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren

15

16 HOOFDSTUK 1 PROBLEEMSTELLING Kan toepasbare juridische kennis in een kennissysteem worden ondergebracht? In den beginne schiep von Neumann de computer. De computer nu was woest en ledig, en duisternis was op het beeldscherm; en een geest van nullen zweefde op de geheugenbanken Een verhaal vooraf Inleiding op het onderzoek Onderwerp van het onderzoek: juridische kennis Onderzoeksperspectief: rechtsinformatica Opzet van het onderzoek Indeling van de volgende hoofdstukken Een verhaal vooraf, het ontstaan van gegevens, regels, informatie en de informatieverwerkende machine Vijftien miljard jaar geleden ontstonden de eerste elementaire deeltjes die met elkaar in interactie traden onder invloed van de zwakke wisselwerking en de zwaartekracht. Hiermee ontstonden voor een potentiële beschouwer van buitenaf (en in feite achteraf) de eerste gegevens en de eerste (fysische) gegevensuitwisseling (relaties tussen gegevens). En, afgezien van het ontstaan van complexere structuren van elementaire deeltjes, gebeurde er verder niets bijzonders, alhoewel deze samengestelde gegevens het werk van fysici, als bijzondere vorm van complexe structuren van elementaire deeltjes, wel mogelijk zouden maken en tevens aanzienlijk zouden compliceren. Drie miljard jaar geleden trad het eerste ééncellige organisme in interactie met zijn omgeving. Het ontving een signaal waarop het reageerde door veranderingen van zijn interne en externe toestand. Het zond een signaal uit waarop zijn omgeving, waaronder andere ééncellige organismen, reageerde. Hiermee ontstond, opnieuw voor de potentiële beschouwer van buitenaf, de eerste interne representatie van een extern gegeven in een organisme (waarneming) en de eerste externe reactie op een intern gegeven door een organisme (handeling), waarvan de gegevensuitwisseling tussen organismen (communicatie) een bijzondere vorm is. De ontvangen signalen hadden altijd hetzelfde concrete en éénduidige effect op (betekenis voor) de ontvanger, dit werd steeds bepaald door een vaste (ingebouwde) of door gegevens geïnduceerde (verworven) materiële regel (relatie tussen signaal, waarneming en handeling 1 ). Zonder waarneming door het organisme van de verandering van zijn interne toestand had het ontvangen signaal slechts betekenis als waarneming en de waarneming slechts betekenis als handeling. En hiermee gebeurde er 1. Er is sprake van een materiële regel omdat het om een regel in de vorm van een fysieke relatie gaat en van een regel omdat hij een algemene relatie tussen alle signalen met bepaalde kenmerken, hun waarneming en een reactie (handeling) legt. Een dergelijke relatie wordt in natuurlijke taal met behulp van een universele uitspraak (een regel in zijn talige verschijningsvorm) beschreven.

17 2 1 - PROBLEEMSTELLING derhalve niets bijzonders, hoewel de beschouwer van buitenaf achteraf een groter gevoel van verwantschap bleek te koesteren met ééncelligen dan met andere (niet organische) structuren van elementaire deeltjes. Veertig miljoen jaar geleden werd het eerste organisme zich bewust van zichzelf en van zijn interactie met zijn omgeving, dat wil zeggen van zijn waarneming, handelen en hun samenhang en van de communicatie met zijn omgeving. Hiermee werd het organisme voor de potentiële beschouwer van buitenaf (in dit geval zichzelf) een onderdeel van zijn omgeving en ontstond de actuele beschouwer van buitenaf. De waarneming, de handeling en hun onderlinge relatie (de regel ) werden zelf voorwerp van waarneming en daarmee intern gerepresenteerde gegevens waarop bewust regels konden worden toegepast en die konden worden gecommuniceerd. De zelfwaarneming verleende een nieuwe betekenis aan de waarneming, de handeling en hun onderlinge relatie, die informatie wordt genoemd 2. De door het zelfbewustzijn geopenbaarde subjectiviteit van de waarneming bracht met zich mee dat waarnemingen bewust vergelijkbaar en daarmee op een bijzondere manier manipuleerbaar werden. Het werd mogelijk om bewust te kiezen voor een bepaald perspectief en een bepaalde reactie, met andere woorden om bewust alternatieven te beschouwen, en te beslissen 3. De regel kreeg hiermee een geheel ander karakter: hij werd niet alleen een waarneembaar gegeven, maar ook zelf object van het toepassen van formele regels 4. En verder gebeurde er niets bijzonders, alhoewel het bewustzijn psychologen in staat zou stellen onderzoek naar de beschouwer van de beschouwer te verrichten, hetgeen het bovenstaande nog aanzienlijk zou compliceren. Veertigduizend jaar geleden, en misschien al eerder, maar de bronnen hiervoor ontbreken, begon de mens gegevens op externe dragers vast te leggen en te voorzien van expliciete instructies voor hun interpretatie door verwijzing naar de labels van de materiële of formele regel, bijvoorbeeld door de naamgeving en het vermelden van hun bron (door de onder- 2. Informatie is een verwijzing naar de individuele (perspectief-, context-) gebondenheid van een representatie van een gegeven en is daarmee abstracter dan een directe representatie van een extern gegeven. Deze abstractie openbaart de subjectiviteit van de representatie en maakt deze bewust vergelijkbaar met andere representaties van hetzelfde gegeven. De toegang die het zelfbewustzijn verleent tot de waarneming, de regel en het handelen maakt het mogelijk deze te labelen als mijn waarneming, mijn regel en mijn handelen en tevens om deze te communiceren en daarmee waarnemingen te doen over zijn waarneming, zijn regel en zijn handelen. Deze mogelijkheid tot het labelen van gegevens voorkomt ook overtreding van het waarschijnlijk in de natuur en daarmee ook in het organisme vastliggende verbod op contradictie. 3. Subjectiviteit en beslissen bestonden ook voor de bewustwording ervan. Bewustzijn van subjectiviteit en beslissen brengen echter met zich mee dat de regel waarneembaar wordt en gecommuniceerd kan worden. Bewust beslissen is niet hetzelfde als vrij beslissen. Dit is een ander vraagstuk dat door zijn recursief karakter buiten deze (en willekeurig welke) beschrijving valt. Vrijheid van beslissen zou kunnen worden omschreven als de mogelijkheid om onder gelijke omstandigheden verschillend te reageren. Een deterministische beschrijving van deze vrijheid brengt echter met zich mee dat er geen sprake meer is van gelijke omstandigheden. Een niet deterministische beschrijving laat de voor de vrijheid bepalende factoren per definitie buiten beeld. 4. Het waarnemen van de regel en het label van de regel maken het mogelijk om bewust regels over regels toe te passen die het label of de context van de regel betreffen (formele regels) en met behulp van deze formele regels relaties tussen regels te leggen. Bijvoorbeeld een regel die aan een regel, die uit een bron met bepaalde kenmerken afkomstig is, een bepaald gewicht toekent, zoals de regel die kinderen het gedrag van hun ouders laat nabootsen, maar ook de regel die de geldigheid van een regel van positief recht bepaalt. Hierbij is sprake van niet ingebouwde en niet van door gegevens geïnduceerde, maar van met behulp van formele regels gededuceerde materiële regels, waarmee de mogelijkheid van een gedragsreactie op grond van waarneming van een materiële regel en toepassing van een formele regel ontstond.

18 1.2. Inleiding op het onderzoek 3 tekening met naam en functie of door verwijzing naar de rationele of goddelijke oorsprong). De waarneming en het toepassen van de regel bleven hiermee een exclusief menselijke aangelegenheid. En verder gebeurde er niets bijzonders, hoewel hier een eeuwenlang en nog niet uitgewoed kennistheoretisch debat uit zou voortvloeien. Vijftig jaar geleden schiep von Neumann de digitale computer. Hiermee werd het mogelijk om informatie en toepassing van de regel los te maken van hun natuurlijke drager, de mens en om een groot deel van het menselijk waarnemen, denken en handelen te digitaliseren. Deze techniek had nog een exclusief karakter en werd vooral voor aangelegenheden met een militair en fundamenteel wetenschappelijk karakter (rakettechnologie, spionage, wetenschappelijke berekeningen) ingezet. Vijftien jaar geleden begon op verschillende plaatsen het rechtsinformatica-onderzoek naar de mogelijkheden om rechtsvinding plaats te laten vinden door de computer. Negen jaar geleden ontstond het idee voor het in dit boek beschreven onderzoek, dat zes jaar geleden startte. Een jaar geleden werd het onderzoek afgerond. Vandaag vindt u de beschrijving van de resultaten van dit onderzoek in dit boek. Dit en ander rechtsinformatica-onderzoek toont aan dat het toepassen van de materiële regel, die verband legt tussen rechtsfeiten en rechtsgevolg, maar ook van de formele regel, die het mogelijk maakt om (verschillende) toepassing van (verschillende) materiële regels te evalueren, door computers mogelijk is. En verder gebeurde er niets bijzonders, zij het dat veel juristen verder dromen over een wereld waarin recht en computers het niet kunnen vinden en weinig rechtsinformatici verder dromen over een wereld waarin computers recht kunnen vinden Inleiding op het onderzoek Het in dit proefschrift beschreven onderzoek heeft betrekking op de vraag of het mogelijk is om juridische kennis onder te brengen in computersystemen, die kennissystemen worden genoemd. Het onderzoek is er op gericht rechtstheoretische, positiefrechtelijke en rechtsempirische kennis samen te brengen met kennistheoretische, logische en informaticakennis. Het rechtstheoretisch uitgangspunt (hoofdstuk 2) is met behulp van een logica formeel gemodelleerd en met behulp van informaticakennis als juridisch kennissysteem geprogrammeerd (hoofdstuk 3). Het juridisch kennissysteem is gebruikt om aan positiefrechtelijke en empirische bronnen onttrokken kennis op het gebied van het milieuvergunningenrecht in onder te brengen (hoofdstuk 4). Het resulterende Expertsysteem voor het Milieuvergunningenrecht (ESM) is als toetsingsinstrument voor de houdbaarheid van het rechtstheoretisch uitgangspunt, de logica (de Logic of Reasonable Inferences) en het juridisch kennissysteem (Argumentator) gebruikt en er is onderzocht of het bruikbaar is voor ondersteuning en verbetering van de rechtspraktijk. Dit uitgangspunt brengt met zich mee dat het onderzoek niet ophoudt op het gebruikelijke hoge niveau van abstractie van theorieën uit de rechtstheorie, maar evenmin de beperkingen van de informatica accepteert, voorzover die de mogelijkheid tot uitdrukking van juridische kennis betreffen. In dit onderzoek is een concreet en toetsbaar model van juridische kennis ontworpen waarbij elk aspect van dit model is afgebeeld met behulp van een (daarop toegesneden) informaticatechniek.

19 4 1 - PROBLEEMSTELLING In dit hoofdstuk worden het onderwerp van het onderzoek (paragraaf 1.3.), het perspectief van de rechtsinformatica (paragraaf 1.4.) en de opzet van het onderzoek (paragraaf 1.5.) beschreven Onderwerp van onderzoek: juridische kennis Wat is kennis en hoe kan kennis worden onderzocht? (4) Taaluitingen en de eis van talige legitimatie van juridische kennis (8) Positiebepaling ten opzichte van juridische kennis (8) Modellen van Juridische Kennis (14) Wat is kennis en hoe kan kennis worden onderzocht? Wat is kennis? Ik pak een boek. Het boek is zwart en rechthoekig. Het wordt gesierd door letters van het type Times Roman 14, die het woord Kennistheorie spellen. Kunnen letters spellen? Het boek is geschreven in de Nederlandse taal. Het vertoont een stabiele moleculaire structuur, waarin koolstofverbindingen overheersen, sinds 1969 (het jaar van uitgave), het weegt een kilo. Ik werp het boek in de lucht, het boek valt terug op mijn bureau. Is het boek een satelliet van de zon? Het boek kan dienen als podium voor een betoog over geweldloosheid, maar ook als moordwapen. Ik hoor mezelf het woord boek zeggen en zie het zwarte boek met mijn geestesoog (niet voor want het oog blijft buiten beeld). In de spiegel zie ik mezelf het boek terugzetten in de kast. Ik herinner me dat ik het niet geopend heb. Ik hoor iemand zeggen Dat had je nu beter wel kunnen doen. Is kennis alles wat er waar te nemen en te weten valt of ook een beperking van het waarnemen door het weten? Ik neem aan dat juridische kennis de waarneming tot bepaalde verschijnselen beperkt en er een specifieke betekenis aan verschaft. Kennis Kennis heeft diverse aspecten die onderscheiden moeten worden alvorens tot een duidelijke probleemstelling voor wetenschappelijk onderzoek te kunnen komen. Kennis wordt, volgens het informatieverwerkingsparadigma 5, geassocieerd met mentale informatiestructuren en informatieverwerkingswijzen en met de produkten van deze structuren en verwerkingswijzen voorzover wij ons daarvan bewust worden en hierover communiceren. Methoden voor onderzoek van kennis Gezien de technische en ethische beperkingen van de beschikbare methoden voor direct onderzoek van onze hersenen 6 kan de structuur en verwerking van kennis met behulp van deze methoden moeilijk worden omschreven zonder te vervallen in metafysische speculatie 7. De structuur en verwerking van kennis liggen daarom vooralsnog op weinig 5. De mens wordt hierin als een informatieverwerkend systeem beschouwd. Dit uitgangspunt is binnen veel wetenschapsgebieden, waaronder de linguïstiek, de cognitiewetenschap en de diverse informatiekundes, dominant. Binnen de cognitiewetenschap wordt de introductie van het paradigma onder andere toegeschreven aan Newell en Simon (Newell (1972)). 6. Er worden wel methoden van indirect onderzoek toegepast zoals het maken van een EEG of een hersenscan, het meten van (afbraakprodukten van) neurotransmitters en het onderzoeken van dood hersenmateriaal, van mensen met hersenbeschadigingen en van proefdieren. 7. Het is natuurlijk de vraag of een beschrijving van (juridische) kennis in termen van neuronale structuren en de bijbehorende fysiologische processen, indien wel mogelijk, voor de beantwoording van de vraag interessant zou zijn. De termen van een dergelijke beschrijving wijken hiervoor waarschijnlijk te veel af van de termen waarmee wij gewoonlijk onze ervaring van de (juridische) wereld beschrijven.

20 1.3. Onderwerp van onderzoek: juridische kennis 5 toegankelijke wijze in ons opgesloten. Het enige beschikbare alternatief is het maken van een reconstructie ervan aan de hand van een analyse van de produkten van kennis (gedachten en (taal)gedrag). Introspectie, de behavioristische methode en linguïstische analyse bieden de mogelijkheid om de produkten van kennis respectievelijk direct 8, via gedrag en via taalgedrag te bestuderen en te beschrijven. Van deze beschrijvingen van de structuur en werking van gedachten en (taal)gedrag kan een model van de structuur en verwerking van kennis worden afgeleid. Een model kan getoetst worden door een inhoudelijke vergelijking met het empirisch materiaal dat het beschrijft, dan wel door het doen van voorspellingen en het toetsen daarvan aan de hand van (afgeleide) empirische gegevens of aan de hand van experimenteel 9 verkregen gegevens. De inhoudelijke vergelijking met empirisch materiaal van een model van mentale structuren en verwerkingswijzen kent zoals gezegd technische en ethische beperkingen. Experimentele toetsing veronderstelt de mogelijkheid van manipulatie van een onafhankelijke variabele en het beschikken over controlegroepen om een op het model gebaseerde hypothese te kunnen toetsen. Binnen het juridisch domein zou de hypothese bijvoorbeeld kunnen luiden dat juristen gebruik maken van bepaalde regels om juridische problemen op te lossen. De onafhankelijke variabele is dan het al dan niet beschikken over die regels. De experimentele groep zou over die regels moeten beschikken en de controlegroep niet. Indien nu de experimentele groep het probleem wel kan oplossen en de controlegroep niet dan vormt dit een reden om de hypothese niet te verwerpen. Het gegeven voorbeeld toont aan dat het toepassen van de experimentele methode voor het toetsen van hypothesen van algemenere aard beperkingen kent. Het manipuleren van de onafhankelijke variabele is binnen het juridisch domein slechts mogelijk in zeer concrete gevallen (bijvoorbeeld het kennis hebben van een specifieke regel). Het samenstellen van betrouwbare experimentele en controlegroepen zou in complexere gevallen bovendien een intensief programma van testen en eventueel training vereisen. Empirische toetsing, het doen van voorspellingen op grond van het model en het toetsen daarvan aan empirisch materiaal is dan ook de gebruikelijke methode voor de bestudering van (de toepassing van) juridische kennis. Als de voorspellingen uitkomen is er geen reden om het model aan te passen. Het model is daarmee bruikbaar als een empirisch getoetste verklaring van (de toepassing van) juridische kennis. De belangrijkste beperking van de methode kan liggen in de weinig exacte (abstracte en kwalitatieve) beschrijving van het verklarende model. Hiervoor wordt meestal gebruik gemaakt van natuurlijke taal die de onderzoeker ruime mogelijkheden biedt voor een interpretatie achteraf van het verband tussen de beschrijving en het beschrevene. De toetsingswaarneming kan dan de betekenis van de verklarende beschrijving bepalen, terwijl het omgekeerde de bedoeling is. In het hierboven gegeven voorbeeld dient de omschrijving van het begrip gebruiken bijvoorbeeld exact genoeg te zijn om verklarende betekenis te behouden. Als de omschrijving zich bijvoorbeeld richt op het gebruiken van regels als onderdeel van een redenering waarmee 8. Door zelfreflectie of door gedachtenexperimenten. 9. Er vindt dan geen toetsing van het model aan de praktijk plaats, maar een toetsing van het model aan een experimenteel gecreëerd model van de praktijk. Het voordeel hiervan is dat de onderzoeker meer omstandigheden onder controle heeft, het nadeel is dat relevante omstandigheden in de experimentele opstelling afwezig kunnen zijn. Het experiment is dan geen goed model van de praktijk.

21 6 1 - PROBLEEMSTELLING juridische problemen worden opgelost, dan moet de omschrijving uitsluiten dat juristen de regels niet gebruiken voor het oplossen van het probleem door redeneren, maar slechts voor de rechtvaardiging (of legitimatie) van de oplossing achteraf of dat een van de aangeboden regels niet als major gebruikt wordt voor het oplossen van het probleem, maar bijvoorbeeld geassocieerd wordt met een andere regel die luidt Als u mij gebruikt dan krijgt u een beloning 10. Dit probleem kan verholpen worden door operationalisering van de in een hypothese gebruikte begrippen. Operationalisering betekent dat van elk begrip een operationele definitie gegeven wordt, dat wil zeggen een beschrijving van een meetinstrument waarmee de toepasselijkheid van het begrip vastgesteld kan worden. Voor een aantal mentale processen zijn binnen de wiskunde en de logica modellen ontwikkeld waarmee hun structuur en werking operationeel omschreven kan worden. Het voor juristen vertrouwde syllogisme kent bijvoorbeeld kwantoren, predikaten en termen als structuurelementen waarmee de major, de minor en de conclusie op een voorgeschreven wijze vastgesteld kunnen worden. Het syllogisme kan nu als meetinstrument gebruikt worden door van een groot aantal (juridische) taaluitingen vast te stellen of zij met behulp van de structuurelementen van het syllogisme zijn te beschrijven en volgens de vaststellingswijze van het syllogisme tot stand kunnen zijn gekomen. Hiermee is dan niet aangetoond dat de taaluitingen gebaseerd zijn op syllogistische structuren en werkwijzen, maar wel dat het mogelijk is dat zij hierop gebaseerd zijn. Een nadeel van de hier geschetste methode van operationalisering is echter dat het meetinstrument voor een deel gevormd wordt door hetgeen gemeten wordt, het beschreven systeem (de redenerende mens) wordt zelf gebruikt als toetsingsinstrument (de waarnemende mens) 11. De onderzoeker van wie de mentale structuren en werkingswijzen evenmin bekend zijn als die van zijn onderzoeksobject treedt op als toepasser van het meetinstrument (alsof de lengte van de standaardmeter wordt vastgesteld met behulp van de standaardmeter, welke per definitie een standaardmeter is). De door het syllogisme voorgeschreven operaties zijn voorschriften voor mentale operaties. Een mentaal proces als model van een mentaal proces vertoont hetzelfde euvel als het object van onderzoek, het is niet transparant en kan daarom geen wetenschappelijk verklarende werking 12 hebben. Het ontbreken van een onderscheid tussen het bestudeerde en de bestudeerder, anders gezegd het niet gescheiden zijn van intern en extern perspectief, het perspectief van de deelnemer aan het feitelijke proces van redeneren en het perspectief van de beschouwer van het feitelijk proces van redeneren, die slechts zijn eigen feitelijke proces van redeneren als waarnemingsinstrument kent, roept bovendien de vraag op of er geen verstoring of 10. Vgl. de resultaten van het onderzoek van Dijkstra (1995), waaruit blijkt dat er op de juridische oordeelsvorming van proefpersonen die over volledige juridische kennis beschikken een grote invloed kan uitgaan van het in de onderzoekscontext verschaffen van eenzijdige, maar in de ogen van de proefpersonen betrouwbare, bronnen. De op de eigen kennis van de regels gebaseerde alternatieve hypothesen worden, als minder betrouwbaar, uitgesloten. 11. Een zelfde bezwaar bestaat bij het gebruiken van introspectie als onderzoeksmethode. 12. De verklarende werking van het mentale proces als model van het mentale proces ligt natuurlijk wel ten grondslag aan de aanname dat onze onderlinge communicatie een uniforme betekenis heeft. Uitdrukkingen als weet je wel en begrijp je doen een beroep op deze aanname. Dit geldt ook voor de onderlinge communicatie tussen juristen, al zullen die hun beroep op deze aanname anders uitdrukken, bijvoorbeeld door het gebruiken van vage begrippen.

22 1.3. Onderwerp van onderzoek: juridische kennis 7 vervorming van het waargenomene door de waarneming plaatsvindt 13. Verstoring door in termen van de eigen waarnemingstheorie gegoten communicatie met de proefpersoon waarop deze mogelijk reageert (aanpassing van het (gecommuniceerde) zelfbeeld en zelfs aanpassing van het feitelijk redeneren) en vervorming door de beperkende werking van de waarnemingstheorie bij de waarnemer zelf (selectie en interpretatie van gegevens volgens de waarnemingstheorie). De introductie van de computer vormt een oplossing voor dit probleem. De computer biedt de mogelijkheid tot een materiële beschrijving van een deel van wat onder menselijke kennis kan worden verstaan zonder dat die beschrijving nog voor een belangrijk deel in ons opgesloten blijft en zonder dat de drager van die kennis lijdt onder het kwalitatieve karakter van natuurlijke taal. Natuurlijk is ook een model van menselijke kennis in een computer een afbeelding van de waarnemingstheorie van de programmeur. De waarnemingstheorie van de machine ligt echter op een controleerbare en concrete manier vast en is daarmee niet vatbaar voor verandering noch door zelfwaarneming noch door communicatie van een alternatieve waarnemingstheorie. Anders gezegd het in de computer vastgelegde feitelijke model van redeneren wordt niet beïnvloed door een idee over redeneren noch van de computer zelf noch van de personen waarmee de computer communiceert. Een computerprogramma dat wel over deze menselijke eigenschappen beschikt is overigens wel denkbaar. Conclusie: de computer als onderzoeksinstrument van kennis Introspectie, behaviorisme, linguïstische analyse en de anatomisch-fysiologische methode knabbelen slechts aan de randen van een mogelijk begrip van kennis en werpen voorlopig slechts nieuwe vragen op. Door het beschikbaar komen van apparaten die wij zelf gebouwd hebben en waarvan wij de structuren en werkingswijzen dientengevolge volledig doorgronden wordt het mogelijk kennis op een fysieke wijze te definiëren en in feite gedachtenexperimenten te vervangen door computerprocessen. De computer vormt een belangrijk instrument voor de operationalisering en toetsing van met behulp van de bovengenoemde methoden gevormde hypothesen. Het metafysisch moment (de grens tussen meetbare en onmeetbare kenmerken van kennis) wordt daardoor verplaatst van de structuur en verwerking van kennis naar de waarneming van produkten van kennis omdat mensen vooralsnog het enige instrument blijven waarmee kan worden vastgesteld of de computer werkelijk over kennis beschikt 14. Anders gezegd we kunnen weten en we kunnen meten wat de structurele en functionele eigenschappen van kennis (mogelijk) zijn, maar niet wat mensen doet besluiten dat een ander(e entiteit) ook daadwerkelijk over kennis beschikt. 13. De waarnemingstheorie van de waarnemer brengt structuur in het waargenomene. Het waarnemingsinstrument beïnvloedt zelfs het waargenomene doordat mensen met elkaar communiceren. Een vergelijking met gelijksoortige problemen bij psychologisch en zelfs fysisch (quantummechanisch) onderzoek ligt voor de hand. 14. Deze opvatting komt onder meer tot uitdrukking in de opzet van de Turing test (Turing (1950)), waarbij menselijke waarnemers die via een toetsenbord en een beeldscherm met een onbekende entiteit communiceren moeten bepalen of deze een mens of een machine is. Het criterium van deze test bepaalt dat de machine over intelligentie beschikt als zij op deze wijze niet meer van een mens te onderscheiden valt.

23 8 1 - PROBLEEMSTELLING Taaluitingen en de eis van talige legitimatie van juridische kennis De produkten van kennis die wij communiceren worden uitgedrukt in taal. Deze taal verschaft ons aanwijzingen omtrent de wijze waarop de kennis is opgeslagen en omtrent de wijze waarop de kennis wordt verwerkt. De taalelementen (woordsoorten) en taalstructuren (woordgroepen, zinsdelen, zinnen, zinsgroepen) verwijzen voor het overgrote deel naar (klassen van) waarnemingsobjecten, naar eigenschappen van deze objecten, naar (klassen van) relaties tussen deze objecten en naar eigenschappen van deze relaties 15. Kennis kan vanuit dit gezichtspunt worden gedefinieerd als een verzameling van uitspraken (kennisbereik) over een deel van de werkelijkheid (kennisdomein). Van dit kennisdomein hebben wij een interne representatie (een conceptueel model van het kennisdomein) in de vorm van object-, eigenschap- en relatie-aanduidende begrippen, waarop wij kennisfuncties toepassen om het kennisbereik te produceren. Voorbeelden van deze kennisfuncties zijn de procedure waarmee een waarneming wordt geklassificeerd, dat wil zeggen met een begrip wordt geassocieerd ( ik zie een vliegende schotel ), de procedure waarmee een begrip met een ander (klasse-aanduidend) begrip wordt geassocieerd ( wat ik zie bestaat, vliegende schotels bestaan niet ) en de procedure waarmee begripsassociaties met waarnemingen geassocieerd worden ( de vliegende schotel bestaat, de vliegende schotel bestaat niet ). Ten slotte zijn er procedures voor de keuze tussen alternatieve en strijdige associaties waaruit een éénduidig intern beeld van de wereld voortvloeit door het aanpassen van de interne representatie ( wat ik zie is geen vliegende schotel, wat ik zie bestaat niet (altijd), vliegende schotels bestaan wel ). Zowel de interne representatie van de elementen en structuren van het kennisdomein (de objecten, relaties, enz.) als de associatieve wijze van gebruiken en de wijze van aanpassen ervan kunnen als kennis worden aangemerkt. Het juridisch kennisdomein heeft de prettige eigenschap dat de niet in taal geuite gedachten van de handelende personen geen rol, althans geen formele rol, spelen bij de vaststelling van de geldigheid van hun gevolgtrekkingen. De formele eis van legitimatie van de juridische beslissing 16 die hieraan ten grondslag ligt vormt een onderdeel van de verantwoording voor de hieronder (paragraaf 1.4.) toegelichte keuze voor een reconstruerende, in plaats van een normatieve of beschrijvende, benadering van juridische kennis. De mogelijk achterliggende structuur en totstandkomingswijze van de in taal uitgedrukte beslissing van de jurist wordt gemodelleerd, niet de gewenste noch met enige zekerheid de feitelijke structuur en wijze waarop de beslissing tot stand komt Positiebepaling ten opzichte van juridische kennis Juridische kennis kan vanuit het hierboven geschetste talige perspectief worden beschouwd als een verzameling van uitspraken over het juridisch kennisdomein. Dit kennisdomein 15. Voor een concrete beschrijving van de relatie tussen mentale structuren, taalstructuren en informatiesystemen zie o.a. Dijk (1989). 16. De rechtsleer kent geen legitimatievereiste als zelfstandig criterium. De hier geïntroduceerde eis verenigt het welbekende legaliteitsvereiste (de uitspraak berust op een geldige rechtsregel), het welbekende rationaliteitsvereiste (de uitspraak berust op een volledige en consistente redenering), het welbekende motiveringsvereiste (de uitspraak omvat de gronden waarop zij berust) en het welbekende openbaarheidsvereiste (de uitspraak moet mondeling of schriftelijk kenbaar worden gemaakt). Als aan deze vereisten voldaan is dan is tevens (formeel) uitgesloten dat er met andere dan uit de uitspraak blijkende factoren rekening wordt gehouden. Zie o.a. Nieuwenhuis (1976) en de Wild (1979) over de mogelijke invullingen van een legitimatiecriterium.

24 1.3. Onderwerp van onderzoek: juridische kennis 9 omvat verschijnselen die door juristen rechtsfeiten, rechtsregels, rechtsgevolgen en rechtsvinding worden genoemd. De verschijningsvorm van rechtsfeiten, rechtsregels en rechtsgevolgen verschilt echter niet van die van gewone feiten, regels en gevolgen of gevolgtrekkingen en de kwalificatiefuncties van de rechtsvinding verschillen niet van die uit andere kennisdomeinen. Feiten en gevolgtrekkingen krijgen hun juridisch karakter doordat hun kwalificatie als rechtsfeit of als rechtsgevolg (de rechtsvinding) met behulp van rechtsregels plaatsvindt. Rechtsregels hebben een juridisch karakter doordat zij formeel als zodanig worden aangewezen. Een regel krijgt een formeel juridisch karakter door hem in een verdrags- of wettelijke regel neer te leggen, door hem in een individueel geval door een hiertoe bevoegde persoon of instantie te laten uitspreken, of door hem in een vorm te gieten die aan een dergelijke persoon of instantie kan worden voorgelegd. Deze vorm kan bestaan uit het aanroepen van een wettelijke regel, een regel uit de jurisprudentie of een beleidsregel, maar ook uit een beroep op rechtsbeginselen en op regels die door de gewoonte of door maatschappelijke belangen en waarden worden bepaald. De vage begrippen die in deze regels en beginselen zijn opgenomen geven de mogelijkheid om individuele opvattingen als rechtsregel te formuleren. Erg onderscheidend is dit formele criterium daarom niet. Het sluit individuele opvattingen van partijen in een juridisch conflict niet uit en evenmin de (voor latere weerlegging vatbare) invulling en uitwerking van rechtsregels door rechtsprekende en uitvoerende instanties. Wat een rechtsregel los van dit formele aspect is, is afhankelijk van de context waarin de regel wordt beschouwd (het perspectief van de beschouwer of de gebruiker en de hiermee samenhangende rol die aan de regel wordt toegekend). Een rechtsregel kan worden beschouwd als een algemene uitspraak over een materieel verband tussen klassen van feiten (een beschrijving van de fysieke relatie tussen de waarneming van signalen uit een bepaalde klasse en een handelingsreactie), als een algemene uitspraak over een institutioneel verband tussen klassen van feiten (een beschrijving van de wereld volgens een daarover gemaakte afspraak), als een algemene uitspraak over een formeel verband tussen variabelen in een formeel systeem, als een algemene uitspraak over een verondersteld verband tussen klassen van feiten (een opvatting in de vorm van een algemene verwachting of hypothese over de wereld, die getoetst kan worden met behulp van een afgesproken procedure), als een algemene uitspraak over een gewenst verband tussen klassen van feiten (een beschrijving van een ideale wereld), als een (beschrijving van een) gedragsinstructie voor het rechtssubject of als een (beschrijving van een) kwalificatie-instructie voor het rechtssubject, de rechter of de uitvoerende instantie. Het perspectief van de gebruiker van juridische kennis (intern perspectief) Rechtsregels vormen geen volledige, betrouwbare of consistente verzameling van uitspraken over de feitelijke, veronderstelde of ideale wereld. Anders gezegd: de verzameling bevat omissies, uitspraken over feiten die zich (nog) niet of nooit voordoen en overlappingen (alternatieven of tegenspraken). Binnen dit onderzoek wordt daarom gekozen voor de rechtsregel als opvatting in de vorm van een algemene verwachting of hypothese over de juridische wereld. De rol of functie van een dergelijke opvatting in de vorm van een verwachting of hypothese is die van een (concurrerende) instructie voor de kwalificatie van feiten als rechtsfeiten en voor het afleiden van rechtsgevolgen, met andere

25 PROBLEEMSTELLING woorden voor het normatief kwalificeren 17 van de feitelijke situatie. Rechtsregels leggen een verband tussen de waarneming van een feitelijke situatie en een handeling, die bestaat uit het normatief kwalificeren van deze feitelijke situatie. Rechtsregels kunnen daarom als instructies voor mentale handelingen worden beschouwd. Het veronderstelde hypothetische karakter van de rechtsregel verleent ook de met behulp van de rechtsregel als rechtsfeiten gekwalificeerde feiten en de afgeleide rechtsgevolgen een hypothetisch karakter. Voor het formuleren van een dergelijk samenstel van hypothesen (juridische opvattingen, opvattingen over de normatieve situatie) bestaan algemene rationaliteitseisen die deels een juridisch formele vertaling hebben gevonden 18. Voor de uiteindelijke keuze tussen deze opvattingen (het toetsen van de hypothesen, de juridische besluitvorming) bestaan eisen die evaluatief van aard zijn 19 en die eveneens deels een juridisch formele vertaling hebben gevonden 20. Deze categorie kan met het begrip juridische metakennis worden aangeduid omdat het uitspraken over juridische uitspraken betreft. Juridische kennis omvat zo (perspectiefgebonden) uitspraken die van beschrijvende of feitelijke aard zijn, zoals juridische uitspraken in individuele gevallen en algemene juridische uitspraken, die (verzamelingen van) feitelijke situaties normatief kwalificeren. Juridische kennis bevat ook uitspraken over de rechtsvinding 21 die van voorschrijvende of functionele aard zijn, omdat ze voorschrijven op welke wijze, met toepassing van welke algemene, dat wil zeggen niet domeinspecifieke, (kennis)functies, individuele juridische uitspraken van feitelijke aard tot stand moeten komen. Juridische kennis omvat bijvoorbeeld uitspraken over de functies van selectie van rechtsregels op grond van waargenomen feiten, van interpretatie van de rechtsbegrippen uit de geselecteerde regels, van kwalificatie als rechtsfeiten van waargenomen feiten met behulp van de geïnterpreteerde rechtsregels en van de toepassing van de geïnterpreteerde rechtsregels op de gekwalificeerde feiten voor het afleiden van rechtsgevolgen. Ten slotte zijn er uitspraken van evaluatieve aard die bepalen op grond van welke formele en maatschappelijke overwegingen juridische uitspraken van feitelijke aard algemene 17. De uitdrukking normatief kwalificeren moet hier in ruime zin worden begrepen. Het beschrijven van de feitelijke situatie in normatieve termen omvat uitspraken over rechtsfeiten in de vorm van een omschrijving van feiten (handelingen en toestanden) met behulp van juridische begrippen (een rechtshandeling, een strafbaar feit, een bewezen feit, een schuldige persoon), over rechtsregels (een toepasselijke of geldige regel of uitspraak) en over rechtsgevolgen in de vorm van een omschrijving van rechten en verplichtingen (het verplicht, toegestaan of verboden zijn van gedrag, het beschikken over een juridische bevoegdheid, het vereist zijn van een juridische vorm). 18. Bijvoorbeeld het in paragraaf besproken legitimatievereiste, op grond waarvan een juridische opvatting moet berusten op een rechtsregel, dat wil zeggen op een universele normatieve uitspraak, moet berusten op een volledige en consistente redenering, dat wil zeggen de premissen moet bevatten waarop zij berust en volgens een geldige redenering tot een conclusie moet leiden die niet met de premissen in tegenspraak is en ten slotte kenbaar moet zijn. 19. Het afwegen van individuele belangen en nastreven van maatschappelijke waarden. 20. Bijvoorbeeld in de vorm van formele eisen ten aanzien van de wijze van totstandkomen en de validiteit van wettelijke regels, van formele eisen ten aanzien van de generaliseerbaarheid van uitspraken in individuele gevallen op grond van het rechtszekerheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel, van formele eisen ten aanzien van de bevoegdheid om uitspraken in individuele gevallen te doen en van formele eisen ten aanzien van de ontvankelijkheid van de opvattingen van partijen in een geding. 21. Bij de theoretische uitwerking van de functionele aspecten van metakennis in hoofdstuk 2 blijkt dat deze eveneens onder dit begrip kunnen worden gebracht.

Sectie Rechtsinformatica RuG Expertsysteem Milieuvergunningenrecht

Sectie Rechtsinformatica RuG Expertsysteem Milieuvergunningenrecht Sectie Rechtsinformatica RuG Expertsysteem Milieuvergunningenrecht Sectie Rechtsinformatica RuG - Expertsysteem Milieuvergunningenrecht Sectie Rechtsinformatica RuG dr. mr. C.N.J. de Vey Mestdagh Oude

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!!

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!! Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13 Stof hoorcollege Hennie Boeije, Harm t Hart, Joop Hox (2009). Onderzoeksmethoden, Boom onderwijs, achtste geheel herziene druk, ISBN 978-90-473-0111-0. Hoofdstuk

Nadere informatie

De adviescommissie in bezwaar

De adviescommissie in bezwaar RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De adviescommissie in bezwaar Inrichting van de bezwaarprocedure bij gemeenten Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit

Nadere informatie

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE Inleiding Algemeen deel in drievoud 1 1 Synthese 2 Leeswijzer 3 Nieuwe visie 4 Forumgedachte 5 Discipline in transitie 6 Privaatrecht 1 Pluriforme rechtswetenschap 7 1.1 Een identiteitscrisis?

Nadere informatie

Denken als een jurist. Jan Struiksma

Denken als een jurist. Jan Struiksma Denken als een jurist Jan Struiksma VU-alumni 2013 Welke jurist? Advocaat Notaris Bedrijfsjurist Rechter Docent Onderzoeker Student Privaatrecht Strafrecht Staatsrecht Bestuursrecht Denken en rechtsvinding

Nadere informatie

VOORSPELBAARHEID VAN BESTUURSHANDELEN

VOORSPELBAARHEID VAN BESTUURSHANDELEN RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN VOORSPELBAARHEID VAN BESTUURSHANDELEN Een onderzoek naar rechtsregels en beslissingen over het volgen van scholing met behoud van uitkering PROEFSCHRIFT ter verkrijging van

Nadere informatie

Tussen waarheid en onzekerheid: over het vaststellen van feiten in de civiele procedure

Tussen waarheid en onzekerheid: over het vaststellen van feiten in de civiele procedure Universiteit van Tilburg Tussen waarheid en onzekerheid: over het vaststellen van feiten in de civiele procedure ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba

Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen op gezag

Nadere informatie

DEEL II DE RUIS TUSSEN POLITIEK EN RECHT

DEEL II DE RUIS TUSSEN POLITIEK EN RECHT DEEL II DE RUIS TUSSEN POLITIEK EN RECHT HOOFDSTUK 6 Introductie tot het tweede deel In het tweede deel gaat het om de onderlinge relaties tussen politieke beleidsinstrumentering en rechtsvorming inzake

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

De overtuigingskracht van emoties bij het rechterlijk oordeel

De overtuigingskracht van emoties bij het rechterlijk oordeel De overtuigingskracht van emoties bij het rechterlijk oordeel Een theoretisch onderzoek PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Tilburg, op gezag van de rector magnificus

Nadere informatie

3 Rechtsvinding in procesrechtelijk perspectief 53

3 Rechtsvinding in procesrechtelijk perspectief 53 Inhoud Inleiding 15 2 De staatsrechtelijke positie van de rechter 21 2.1 Het begrip rechtsvinding 21 2.2 Verband tussen recht en rechtvaardigheid 22 2.3 Het primaat van de wet 24 2.4 Drie staatstypen en

Nadere informatie

Rechtsvinding en fiscale werkelijkheid

Rechtsvinding en fiscale werkelijkheid Dr. H.J.M. Nieuwenhuizen Rechtsvinding en fiscale werkelijkheid Een onderzoek naar de betekenis van drie spanningsvelden bij het bepalen van defiscalewerkelijkheid Qp Kluwer Deventer - 2010 a Wolters Kluwer

Nadere informatie

Diagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn

Diagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn Diagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn drs. G.J. Kloens RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN DIAGNOSTIEK MET VRAGENLIJSTEN IN DE EERSTELIJN Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Psychologische,

Nadere informatie

Samenvatting. Bijlage B

Samenvatting. Bijlage B Bijlage B In dit proefschrift stellen we ons het doel de besluitvorming van agenten en de communicatie tussen deze agenten te beschrijven en te formaliseren opdat de agenten rechtvaardigbare opvattingen

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde vwo

Examenprogramma scheikunde vwo Examenprogramma scheikunde vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Stoffen

Nadere informatie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren

Nadere informatie

Regeis van rechtsvinding. Carel E. Smith

Regeis van rechtsvinding. Carel E. Smith Regeis van rechtsvinding Carel E. Smith Boom Juridische uitgevers Den Haag 2005 Inleiding 15 2 De staatsrechtelijke positie van de rechter 21 2.1 Het begrip rechtsvinding 21 2.2 Verband tussen recht en

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Oriëntatie Kunstmatige Intelligentie. Inleidend College Niels Taatgen

Oriëntatie Kunstmatige Intelligentie. Inleidend College Niels Taatgen Oriëntatie Kunstmatige Intelligentie Inleidend College Niels Taatgen Inhoud vandaag! Wat is kunstmatige intelligentie?! Vakgebieden die bijdragen aan de AI! Kunnen computers denken?! Hoe denken mensen

Nadere informatie

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016 Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016 Consultatieperiode loopt

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Geest, brein en cognitie

Geest, brein en cognitie Geest, brein en cognitie Filosofie van de geest en Grondslagen van de cognitiewetenschap Fred Keijzer 1 Overzicht: Wat is filosofie en waarom is dit relevant voor cognitiewetenschap en kunstmatige intelligentie?

Nadere informatie

VALIDATIE VAN JURIDISCHE INFORMATIESYSTEMEN

VALIDATIE VAN JURIDISCHE INFORMATIESYSTEMEN HOOFDSTUK 9 VALIDATIE VAN JURIDISCHE INFORMATIESYSTEMEN C.N.J. DE VEY MESTDAGH 1 Inleiding Er zijn twee vormen van validatie van juridische informatiesystemen: juridische en technische. Beide zijn van

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/123348

Nadere informatie

1.1 De noodzakelijke algemeenheid van wettelijke voorschriften, en billijkheidsuitzonderingen

1.1 De noodzakelijke algemeenheid van wettelijke voorschriften, en billijkheidsuitzonderingen 1 INLEIDING EN ONDERZOEKSOPZET 1.1 De noodzakelijke algemeenheid van wettelijke voorschriften, en billijkheidsuitzonderingen 1.1.1 Aristoteles inzicht 1.1.2 Billijkheidsuitzonderingen 1.1.3 Rechtswetenschap

Nadere informatie

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht Inleiding tot Recht Uit Praktisch Burgerlijk Recht 1. Wat is recht? Een exacte definitie is niet te geven. Elke klassieke definitie bevat vier elementen: Gedragsregels, normen Doel = maatschappelijk leven

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Voorwoord 7. 1 De vaardigheden van de jurist Ongeveer zoals een kip een ei legt Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10

Voorwoord 7. 1 De vaardigheden van de jurist Ongeveer zoals een kip een ei legt Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 De vaardigheden van de jurist 9 1.1 Ongeveer zoals een kip een ei legt 9 1.2 Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10 2 Het vinden van rechtsregels in de wet 13 2.1

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen. Actie, actie, actie. Proefschrift

Rijksuniversiteit Groningen. Actie, actie, actie. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen Actie, actie, actie De vakbeweging en de regio Noord-Nederland, 1960-1992 Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Ruimtelijke Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Voorwoord. Voorwoord bij de tweede druk

Voorwoord. Voorwoord bij de tweede druk Voorwoord Een belangrijk deel van het onderwijs is gericht op de verwerving van de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het oplossen van juridische casus. Het casusoplossen vormt een opstap naar

Nadere informatie

Introductie tot de cursus

Introductie tot de cursus Inhoud introductietalen en ontleders Introductie tot de cursus 1 Plaats en functie van de cursus 7 2 Inhoud van de cursus 7 2.1 Voorkennis 7 2.2 Leerdoelen 8 2.3 Opbouw van de cursus 8 3 Leermiddelen en

Nadere informatie

0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT

0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT ALGEMENE REGELS 0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT In dit hoofdstuk wordt in het eerste onderdeel nader ingegaan op de wettelijke voorschriften met betrekking tot mandaat. In het tweede gedeelte

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen PARLEMENT EN EUROPESE INTEGRATIE

Rijksuniversiteit Groningen PARLEMENT EN EUROPESE INTEGRATIE Rijksuniversiteit Groningen PARLEMENT EN EUROPESE INTEGRATIE PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de Rector Magnificus,

Nadere informatie

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel 1 Inleiding recht 1.1 Inleiding Wie het jeugdrecht wil leren kennen, moet iets weten over het recht in het algemeen. Daarom in dit hoofdstuk een korte introductie in het recht met een definitie van recht,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 7

Inhoudsopgave. Voorwoord 7 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 Beginselen van academisch-juridisch onderzoek 9 1.1 Academisch-juridisch onderzoek 9 1.2 Verschillen met ander juridisch onderzoek 10 1.3 Het onderzoeksproces 11 1.4 Eisen waaraan

Nadere informatie

Samenvatting Dutch summary

Samenvatting Dutch summary Samenvatting Dutch summary SAMENVATTING INTRODUCTIE De afgelopen jaren zijn er in Nederland verschillende moordzaken geweest die vanaf de aanvang van het opsporingsonderzoek verkeerd werden geïnterpreteerd

Nadere informatie

Naam student. Examennummer. Handtekening

Naam student. Examennummer. Handtekening Business Administration / Bedrijfskunde Naam student Examennummer : : Handtekening : Schriftelijk Tentamen Algemeen Vak: Wetenschapsleer Groep: 1 Vakcode: BKB0016 Soort tentamen Gesloten boek (open of

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-4 Relevant orgaan... 5-10 Te communiceren controle-aangelegenheden

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Staats- en bestuursrecht

Staats- en bestuursrecht F.C.M.A. Michiels (red.) Staats- en bestuursrecht Tekst en materiaal Met bijdragen van Gio ten Berge Leonard Besselink Henk Kummeling Lex Michiels Rob Widdershoven KLUWER J ^ Deventer - 2003 Thema 1 -

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK mr. J.A.M. van Angeren Tweede druk Kluwer - Deventer - 2008 DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 De Grondwet 3 1. Waarborg 3 2. Exclusiviteit 4 3. Doorbreking bij de wet

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Een evaluatie-onderzoek

Een evaluatie-onderzoek Het aanbod van onderwijsverzorging Een evaluatie-onderzoek A.J. Koster RION Monografieën onderwijsonderzoek 21 CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Koster, A.J. Het aanbod van onderwijsverzorging.

Nadere informatie

In Vlaanderen bestaat er nog geen leerlijn programmeren! Hierdoor baseren wij ons op de leerlijn die men in Nederland toepast voor basisscholen.

In Vlaanderen bestaat er nog geen leerlijn programmeren! Hierdoor baseren wij ons op de leerlijn die men in Nederland toepast voor basisscholen. Leerlijn programmeren In Vlaanderen bestaat er nog geen leerlijn programmeren! Hierdoor baseren wij ons op de leerlijn die men in Nederland toepast voor basisscholen. Deze leerlijn is opgebouwd aan de

Nadere informatie

Computercommunicatie B: Informatiesystemen

Computercommunicatie B: Informatiesystemen Computercommunicatie B: Informatiesystemen Markus Egg Rijksuniversiteit Groningen Voorjaar 2007 Introductie: doelen van de cursus definitie van informatiesystemen voorbeelden van informatiesystemen klassieke

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Internet, www en zoeksystemen technisch en functioneel verklaard / 35

Hoofdstuk 2 Internet, www en zoeksystemen technisch en functioneel verklaard / 35 Inhoudsopgave Voorwoord / 15 Lijst van afkortingen / 19 DEEL A Inleiding en feitelijk kader / 21 Hoofdstuk 1 Inleiding, vraagstelling en opbouw / 23 1. Maatschappelijke achtergrond van het onderzoek /

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN LIJST VAN AFKORTINGEN XIII 1 INLEIDING 1 1.1 Inleiding 1 1.1.1 Definitie van gesloten jeugdhulp 3 1.1.2 Gesloten jeugdhulp en vrijheidsbeneming 5 1.1.3 Gesloten jeugdhulp in cijfers 7 1.1.4 Doelgroep van

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

1 INLEIDING Leeswijzer voor het proefschrift 7

1 INLEIDING Leeswijzer voor het proefschrift 7 WOORD VOORAF VII 1 INLEIDING 1 1.1 Leeswijzer voor het proefschrift 7 2 ACHTERGROND EN PROBLEEMSTELLING 13 2.1 Leeswijzer 13 2.2 Inleidende beschouwing: motivatie en achtergrond 14 2.3 Probleemstelling

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 Vergeten... 7 Filosofie... 9 Een goed begin... 11 Hoofdbreker... 13 Zintuigen... 15 De hersenen... 17 Zien... 19 Geloof... 21 Empirie... 23 Ervaring...

Nadere informatie

ADR en consument. Een rechtsvergelijkende Studie naar de mogelijkheden van alternatieve geschillenoplossing. Kluwer Deventer. W.A.

ADR en consument. Een rechtsvergelijkende Studie naar de mogelijkheden van alternatieve geschillenoplossing. Kluwer Deventer. W.A. ADR en consument Een rechtsvergelijkende Studie naar de mogelijkheden van alternatieve geschillenoplossing W.A. Jacobs Kluwer Deventer 1998 Inhoudsopgave Lijst van afkortingen xv HOOFDSTUK I PLAN VAN BEHANDELING

Nadere informatie

de minister van Economische Zaken, de heer mr L.J. Brinkhorst Postbus 20101 2500 EC Den Haag Ministeriële regeling afsluitingen

de minister van Economische Zaken, de heer mr L.J. Brinkhorst Postbus 20101 2500 EC Den Haag Ministeriële regeling afsluitingen POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de minister van Economische Zaken,

Nadere informatie

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar 2014-2015

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar 2014-2015 Examenprogramma NLT vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen en technologie

Nadere informatie

Natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau)

Natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau) BIJLAGE 1 Examenprogramma NLT havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen

Nadere informatie

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN: Concept Besluit van... houdende wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (zeer laag radioactief afval) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32149 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32149 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32149 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Renema, Jelmer Jan Title: The physics of nanowire superconducting single-photon

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 2 Spiritueel scepticisme 6 maximumscore 4 een uitleg dat McKenna in tekst 6 vanuit epistemologisch perspectief over solipsisme spreekt: hij stelt dat de kennisclaim over het bestaan van andere mensen

Nadere informatie

De kwaliteitsrekening

De kwaliteitsrekening De kwaliteitsrekening VRIJE UNIVERSITEIT De kwaliteitsrekening ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad Doctor aan de Vrije Universiteit Amsterdam, op gezag van de rector magnificus prof.dr.

Nadere informatie

Ruimte, Ether, Lichtsnelheid en de Speciale Relativiteitstheorie. Een korte inleiding:

Ruimte, Ether, Lichtsnelheid en de Speciale Relativiteitstheorie. Een korte inleiding: 1 Ruimte, Ether, Lichtsnelheid en de Speciale Relativiteitstheorie. 23-09-2015 -------------------------------------------- ( j.eitjes@upcmail.nl) Een korte inleiding: Is Ruimte zoiets als Leegte, een

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

EXTRA- VERPLICHTINGEN VAN LEDEN EN AANDEELHOUDERS

EXTRA- VERPLICHTINGEN VAN LEDEN EN AANDEELHOUDERS EXTRA- VERPLICHTINGEN VAN LEDEN EN AANDEELHOUDERS Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de rechtsgeleerdheid PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

A26a Overheidsprivaatrecht

A26a Overheidsprivaatrecht MONOGRAFIEËN BW A26a Overheidsprivaatrecht Algemeen deel Mr. G. Snijders Raadsheer in de Hoge Raad, Staatsraad in buitengewone dienst Tweede druk Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2011 INHOUD

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20225 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20225 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20225 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Heijstek, Werner Title: Architecture design in global and model-centric software

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9161 26 mei 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 april 2011, nr. VO/289008, houdende

Nadere informatie

tudievragen voor het vak TCO-2B

tudievragen voor het vak TCO-2B S tudievragen voor het vak TCO-2B 1 Wat is fundamenteel/theoretisch onderzoek? 2 Geef een voorbeeld uit de krant van fundamenteel/theoretisch onderzoek. 3 Wat is het doel van fundamenteel/theoretisch onderzoek?

Nadere informatie

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen Master Innovation & Leadership in Education Leerdoelen Aan het eind van deze lesdag heb je: Kennis van de dataverzamelingsmethodes vragenlijstonderzoek,

Nadere informatie

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN EFFECTIVITEIT EN AANSPRAKELIJKHEID IN HET ECONOMISCH ORDENINGSRECHT PROEFSCHRIFT

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN EFFECTIVITEIT EN AANSPRAKELIJKHEID IN HET ECONOMISCH ORDENINGSRECHT PROEFSCHRIFT RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN EFFECTIVITEIT EN AANSPRAKELIJKHEID IN HET ECONOMISCH ORDENINGSRECHT PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen

Nadere informatie

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers

Nadere informatie

Deponering, publicatie en verzet

Deponering, publicatie en verzet Deponering, publicatie en verzet Een onderzoek naar de procedures rond vereffening, omzetting, kapitaalvermindering, fusie, splitsing en beeindiging van de overblijvende aansprakelijkheid uit een 403-verklaring

Nadere informatie

Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University

Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University Prof. Dr. Ton Hol, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht (voorzitter) Prof. Dr. em. Léon de Caluwé (VU) (tevens consultant) Dr.

Nadere informatie

TOETSINGSKADER BUDGETOVEREENKOMSTEN GEMEENTE DOETINCHEM JUNI 2014

TOETSINGSKADER BUDGETOVEREENKOMSTEN GEMEENTE DOETINCHEM JUNI 2014 TOETSINGSKADER BUDGETOVEREENKOMSTEN GEMEENTE DOETINCHEM JUNI 2014 Inleiding Jaarlijks wordt er aan diverse instanties subsidie verstrekt voor haar activiteiten. De activiteiten bewegen zich van buurtfeestjes

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN. Gedogen door bestuursorganen. Proefschrift

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN. Gedogen door bestuursorganen. Proefschrift RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN Gedogen door bestuursorganen Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de Rector Magnificus, dr.

Nadere informatie

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie:

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: Respect voor staatssoevereiniteit versus bescherming van mensenrechten? PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in

Nadere informatie

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21 xi Voorwoord bij de Reeks Grondslagen van het Fiscaal Recht. i Préface à la Collection Fondements de Droit Fiscal iii Woord vooraf v Avant-propos vii Dankwoord ix Afkortingen 1 Deel I Inleiding 7 Hoofdstuk

Nadere informatie

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting a p p e n d i x B Nederlandstalige samenvatting 110 De hippocampus en de aangrenzende parahippocampale hersenschors zijn hersengebieden die intensief worden onderzocht, met name voor hun rol bij het geheugen.

Nadere informatie

Reglement bachelorwerkstuk

Reglement bachelorwerkstuk Reglement bachelorwerkstuk Artikel 1 toepassingsbereik 1.- Dit reglement is van toepassing op alle studenten die na 31 augustus 2004 aanvangen met een werkstuk ter afronding van de bacheloropleidingen

Nadere informatie

Introductie in het recht

Introductie in het recht Introductie in het recht mr. A.J. Wierenga Introductie in het recht Hoofdstuk 1 Recht in het algemeen Programma Actualiteiten Rechtsbronnen Rechtsgebieden Indelingen 1 Wortels in de maatschappij Acties

Nadere informatie

Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn

Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn Naam patiënt:.. Geboortedatum patiënt:... Naam afnemer: Datum afname: Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn 1. Wilsbekwaamheid wordt altijd beoordeeld ter zake een bepaald onderzoek of bepaalde

Nadere informatie

Militair tuchtrecht. ^ p. Kluwer a Wolters Kluwer business. Vijfde druk. Prof. mr. G.L. Coolen Mr. CF. Walgemoed

Militair tuchtrecht. ^ p. Kluwer a Wolters Kluwer business. Vijfde druk. Prof. mr. G.L. Coolen Mr. CF. Walgemoed Militair tuchtrecht Vijfde druk Prof. mr. G.L. Coolen Mr. CF. Walgemoed ^ p. Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2008 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vijfde herziene druk gebruikte afkortingen Lijst

Nadere informatie

Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek. Jac Christis, 14 februari 2013

Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek. Jac Christis, 14 februari 2013 Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek Jac Christis, 14 februari 2013 Onderzoeksopzet 1. Formuleer je onderzoeksvraag 2. Bepaal welke gegevens je nodig hebt 3. Bepaal hoe je

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Probleemstelling en hypotheses

Samenvatting. 1. Probleemstelling en hypotheses Samenvatting 1. Probleemstelling en hypotheses Doel van het onderzoek was na te gaan in hoeverre kenmerken van wetgeving die worden geacht de voorspelbaarheid van het overheidsgedrag te bernvloeden, effect

Nadere informatie

Openlijke geweldpleging

Openlijke geweldpleging RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN Openlijke geweldpleging PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de Rector Magnificus Dr. S.K.

Nadere informatie

Straftoemetingsrecht en strafvorming

Straftoemetingsrecht en strafvorming Straftoemetingsrecht en strafvorming Straftoemetingsrecht en strafvorming PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van de Rector Magnificus prof. mr. P.F.

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde havo

Examenprogramma scheikunde havo Examenprogramma scheikunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kennis

Nadere informatie

slides2.pdf 2 nov 2001 1

slides2.pdf 2 nov 2001 1 Opbouw Inleiding Algemeen 2 Wetenschap Informatica Studeren Wetenschap en Techniek Informatica als wetenschap Informatica studie Wetenschappelijke aanpak Organisatie Universiteit Instituut Piet van Oostrum

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde havo

Examenprogramma scheikunde havo Examenprogramma scheikunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Toegepaste notatiewijzen DLA software

Toegepaste notatiewijzen DLA software Toegepaste notatiewijzen DLA software Bert Dingemans info@dla-architect.nl Inleiding In de DLA Software wordt gebruik gemaakt van een aantal notatiewijzen voor het opstellen van een object- en procesmodel.

Nadere informatie

1. TRADITIONELE LOGICA EN ARGUMENTATIELEER

1. TRADITIONELE LOGICA EN ARGUMENTATIELEER Inhoud Inleidend hoofdstuk 11 1. Logica als studie van de redenering 11 2. Logica als studie van deductieve redeneringen 13 3. Logica als formele logica Het onderscheid tussen redenering en redeneringsvorm

Nadere informatie

Uitleg van de Hough transformatie

Uitleg van de Hough transformatie Uitleg van de Hough transformatie Maarten M. Fokkinga, Joeri van Ruth Database groep, Fac. EWI, Universiteit Twente Versie van 17 mei 2005, 10:59 De Hough transformatie is een wiskundige techniek om een

Nadere informatie