Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave"

Transcriptie

1 Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van burgemeester en wethouders van Nieuwegein, d.d. 19 juni 2007 met nr. 2007WEM002171i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN Algemene voorschriften Algemeen Werktijden Terreinen en wegen Toegang Gedragsvoorschriften/instructies Milieuaspecten en componenten (Externe) veiligheid Geluidhinder Luchtverontreiniging Geurhinder Bodembescherming Afvalstoffen die binnen de inrichting ontstaan Afvalwater Preventie/Verruimde reikwijdte Energiebesparing Waterbesparing Specifieke bedrijfsonderdelen; installaties Elektrische installatie Stookinstallatie (gas) Opslag afvalstoffen afkomstig van particulieren/bedrijven Opslag van klein chemisch/gevaarlijk afval (kca/kga) Opslag van asbest en asbesthoudend materiaal Opslag elektrische en elektronische apparatuur incl. koel-/vriesapparatuur Opslag van bouw- en sloopafval en steenachtige materialen Opslag (verontreinigde) grond Opslag metalen Opslag groen-/tuinafval Opslag GFT-afval en huishoudelijk restafval Acceptatie en registratie Acceptatie/registratie van afvalstoffen van particulieren en gemeentelijke uitvoerende diensten Acceptatie/registratie van (gevaarlijke)afvalstoffen van bedrijven Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen Sturing van afvalstromen Milieulogboek Beëindiging van de inrichting Algemeen Bodem Grond-, hulp- en afvalstoffen...21 Provincie Utrecht 1 aanbiedstation Nieuwegein

2 BIJLAGE 2: BEGRIPSBEPALINGEN...22 BIJLAGE 3: BEOORDELINGSPUNTEN GELUID...27 BIJLAGE 4: BIJLAGE 5: GESCHEIDEN HOUDEN VAN GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN...28 COMPARTIMENTERING VAN GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN...30 Provincie Utrecht 2 aanbiedstation Nieuwegein

3 1 Algemene voorschriften 1.1 Algemeen De inrichting moet in overeenstemming zijn met de bij deze vergunning behorende bescheiden, tenzij de aan deze vergunning verbonden voorschriften anders bepalen. Voor alle documenten en richtlijnen waar in deze vergunning naar wordt verwezen, geldt steeds de versie die ten tijde van het in werking van de vergunning actueel is, tenzij in het voorschrift de versie expliciet is aangegeven De inrichting moet schoon worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren. 1.2 Werktijden Het aanbiedstation mag alleen in werking zijn op maandag van uur en op dinsdag t/m zaterdag van uur In afwijking van het gestelde in voorschrift mag de inrichting op algemeen erkende feestdagen niet in werking zijn In de inrichting moet tijdens de openstelling ten minste één persoon aanwezig zijn die is geïnstrueerd over en verantwoordelijk is voor de naleving van de aan de inrichting opgelegde voorschriften. In het logboek moet vermeld zijn wie verantwoordelijk is. 1.3 Terreinen en wegen Het bedrijfsterrein en het wegenstelsel moet zodanig zijn ingericht en de toegankelijkheid moet zodanig worden bewaakt, dat ten behoeve van de hulpverlening bij brand en de bestrijding van brand, calamiteiten of bijzondere omstandigheden elk bedrijfsonderdeel goed bereikbaar is Het transport, de opslag, overslag en afvoer van afval op het terrein dient zodanig te geschieden dat zich geen afval binnen en buiten de inrichting kan verspreiden Het aantrekken van insecten, knaagdieren en ander ongedierte moet zo veel mogelijk worden voorkomen. Zo vaak de omstandigheden daartoe aanleiding geven, moet doelmatige bestrijding van insecten, knaagdieren en ander ongedierte plaatsvinden. 1.4 Toegang Bij de ingangen moeten borden zijn geplaatst waarop duidelijk zijn vermeld: a. naam van de inrichting; b. het telefoonnummer van de inrichting; c. de openingstijden van de inrichting; d. verbod om het terrein buiten openingstijden te betreden; e. telefoonnummer(s) dat bereikbaar is in geval van calamiteiten; f. (globale)acceptatievoorwaarden Het terrein van de inrichting moet, afgezien van de noodzakelijke ingangen, rondom zijn afgescheiden door een (gesloten) omheining; de omheining moet zodanig zijn uitgevoerd dat onbevoegden zich geen toegang tot het terrein kunnen verschaffen; gevels of gedeelten van gevels van het perceel en waterpartijen (sloten) mogen deel uitmaken van de bedoelde omheining. Provincie Utrecht 3 aanbiedstation Nieuwegein

4 1.4.3 De ingangen moeten buiten werktijd zijn gesloten, tenzij deze onder toezicht staan van een daartoe door de bedrijfsleiding aangewezen persoon. 1.5 Gedragsvoorschriften/instructies De vergunninghoudster moet alle binnen de inrichting werkzame personen instrueren over de voorschriften van deze vergunning, de algemene veiligheidsvoorschriften, het praktische gebruik van kleine blusmiddelen en de voorschriften in geval van brand, voor zover een en ander op hen van toepassing is. 2 Milieuaspecten en componenten 2.1 (Externe) veiligheid Algemeen Daar waar in de inrichting overeenkomstig de voorschriften uit deze vergunning een rookverbod geldt moet met betrekking tot dit verbod een pictogram overeenkomstig NEN 3011 zijn aangebracht Hoofdafsluiters voor gas en elektriciteit moeten zijn voorzien van een duidelijk leesbaar opschrift. De hoofdafsluiters moeten voor bevoegden op een bereikbare plaats aanwezig zijn. Brandblusmiddelen Ten einde een begin van brand effectief te kunnen bestrijden moeten voldoende brandblusmiddelen aanwezig zijn. De brandblusmiddelen die zijn aangegeven op de plattegrondstekening (bijlage 6b) behorende bij de aanvraag om vergunning, moeten ten minste in de inrichting aanwezig zijn. Een brandblusmiddel moet op een in het oog lopende plaats of wijze zijn aangebracht, onbelemmerd bereikt kunnen worden, in goede staat van onderhoud verkeren en steeds voor direct gebruik beschikbaar zijn Draagbare blustoestellen en slanghaspels moeten jaarlijks worden geïnspecteerd en onderhouden volgens de voorschriften vermeld in de NEN 2559 en NEN-EN Bedrijven die de blusmiddelen onderhouden en inspecteren moeten beschikken over een REOB-erkenning (Regeling voor de Erkenning van Onderhoudsbedrijven kleine Blusmiddelen). Na inspectie moeten blustoestellen en slanghaspels worden voorzien van een van een label of sticker met de inspectiedatum. Draagbare blustoestellen moeten bovendien worden voorzien van een zegel Draagbare blustoestellen moeten zijn voorzien van een rijkskeurmerk met rangnummer. Slanghaspels moeten voldoen aan het gestelde in NEN-EN Geluidhinder Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) veroorzaakt door de binnen de perceelgrens van de inrichting aanwezige toestellen en installaties en door de binnen de perceelgrens van de inrichting verrichte werkzaamheden en/of activiteiten, bepaald volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai uitgave 1999, mag ter plaatse van de waarneempunten zoals genoemd in onderstaande tabel niet meer bedragen dan: Provincie Utrecht 4 aanbiedstation Nieuwegein

5 Beoordelingspunt Omschrijving Dag Avond Nacht u u u L Ar,LT L Amax L Ar,LT L Amax L Ar,LT L Amax 170 Vergunningpunt Z Vergunningpunt Z Vergunningpunt A Vergunningpunt B Vergunningpunt C Vergunningpunt D Vergunningpunt E Het maximale geluidniveau (LAmax) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, en door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten in de representatieve bedrijfssituatie, mag ter plaatse van de waarneempunten zoals genoemd in onderstaande tabel in de dagperiode niet meer bedragen dan: Beoordelingspunt Omschrijving Activiteit A* Activiteit B* Activiteit C en D 170 Vergunningpunt Z Vergunningpunt Z Vergunningpunt A Vergunningpunt B Vergunningpunt C Vergunningpunt D Vergunningpunt E Waarneemhooogte 1,5m Woning Fokkersteeg *Activiteit: A=legen glasbak B=perscontainer grofvuil C=werpen materiaal in container D=overige activiteiten Indien grof huisvuil samengeperst wordt binnen de inrichting dan dient er een geluidbeperkende voorziening aanwezig te zijn tussen de pers voor grof huisvuil en de woning aan de Fokkersteeg 30. Deze voorziening dient binnen 6 maanden na het onherroepelijk worden van deze beschikking gerealiseerd te zijn conform de beschrijving in het akoestisch onderzoek behorende bij de aanvraag om vergunning. 2.3 Luchtverontreiniging Uitmondingen in de buitenlucht van afvoerleidingen van ventilatiesystemen, luchtbehandelinginstallaties of afzuigsystemen, ten aanzien waarvan in deze vergunning geen andere voorschriften zijn gesteld, moeten zodanig zijn gelegen dat van de hierdoor uittredende lucht en de daarin aanwezige stoffen geen overlast wordt ondervonden buiten de inrichting. 2.4 Geurhinder De inrichting mag geen geurhinder ter plaatse van woningen en/of gebouwen van derden veroorzaken. Indien door bevoegd gezag, op basis van geregistreerde klachten, wordt vastgesteld dat als gevolg van de bedrijfsactiviteiten toch geurhinder wordt veroorzaakt, Provincie Utrecht 5 aanbiedstation Nieuwegein

6 moet door vergunninghoudster een onderzoek (geuronderzoek) ingesteld worden naar de oorzaak van de geurhinder. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek dienen maatregelen getroffen te worden om de door of vanwege de inrichting veroorzaakte emissie van reuk- en stankstoffen in de buitenlucht te beperken. De getroffen maatregelen moeten zodanig zijn dat geen geurhinder ter plaatse van woningen en/of gebouwen van derden meer wordt veroorzaakt. 2.5 Bodembescherming Algemeen De opslag en het gebruik van stoffen binnen de inrichting moet zodanig geschieden dat geen verontreiniging van de bodem optreedt Gemorste of gelekte voor de bodem schadelijke vloeistoffen moet direct worden opgenomen; hiertoe moeten voldoende absorptiemiddelen aanwezig zijn om eventuele gemorste of gelekte vloeistof op te nemen; verontreinigd absorptiemiddel dient gescheiden van andere stoffen te worden bewaard in vloeistofdicht, goed gesloten vaatwerk. Voorzieningen Op de volgende locaties binnen de inrichting dient een vloeistofkerende voorziening aanwezig te zijn: - het gevaarlijk afvalstoffen depot incl. sorteerruimte; (alleen als gebruik gemaakt wordt van speciale emballage bv. UN-gekeurde verpakkingen; anders vloeistofdichte voorziening zie voorschrift 2.5.4) - de laad- en losplaats voor gevaarlijke afvalstoffen; (alleen in die gevallen waar gebruik wordt gemaakt van speciale emballage) Op de onderstaande locaties dient een vloeistofdichte vloer of vloeistofdichte opvangvoorziening aanwezig te zijn: - het gevaarlijk afvalstoffen depot incl. sorteerruimte (indien geen gebruik wordt gemaakt van speciale emballage bv. UN-gekeurde verpakkingen); - de laad- en losplaats voor gevaarlijke afvalstoffen; (alleen van toepassing als geen gebruik wordt gemaakt van UN-gekeurde verpakkingen) - opslag van bermmaaisel of daarmee verontreinigd groenafval; - opslag van bouw- en sloopafval; - opslag grof huishoudelijk afval; - opslag van restfracties; - de buitenopslag van geïmpregneerd hout; - de buitenopslag van bitumineuze afvalstoffen Regenwater afkomstig van de in de voorschrift genoemde vloeistofdichte voorzieningen dient zonder dat verspreiding over niet vloeistofdichte terreingedeelten plaatsvindt, afgevoerd te worden naar het vuilwater riool Binnen 4 maanden nadat deze beschikking in werking is getreden moeten de in de voorschrift genoemde vloeistofdichte voorziening, voorzover dit vloeistofdichte vloeren zijn, door een Deskundig Inspecteur conform CUR/PBV-aanbeveling 44 Beoordeling vloeistofdichtheid van vloeistofdichte voorzieningen worden onderzocht op vloeistofdichtheid Van alle in de voorschrift genoemde vloeistofdichte voorzieningen moet, voorzover dit vloeistofdichte vloeren zijn, een PBV-verklaring vloeistofdichte voorziening in de Provincie Utrecht 6 aanbiedstation Nieuwegein

7 inrichting aanwezig te zijn. De verklaring moet worden bewaard in het in voorschrift genoemde milieu-logboek Een vloeistofdichte vloer moet opnieuw door een Deskundig Inspecteur worden beoordeeld binnen de keuringstermijn die op de PBV-verklaring vloeistofdichte voorziening is vermeld. Indien geen herkeuringstermijn op de verklaring is vermeld dient herkeuring minimaal 1x per 5 jaar plaats te vinden; in geval van geconstateerde gebreken moet de constructie worden hersteld op aanwijzing van een Deskundig Inspecteur, die de constructie na herstel conform CUR/PBVaanbeveling 44 Beoordeling vloeistofdichtheid van vloeistofdichte voorzieningen herkeurt; Van de uitvoering van herstelwerkzaamheden aan de vloeistofdichte constructie moet een aantekening worden gemaakt in het milieulogboek Alle in de inrichting aanwezige bodembeschermende voorzieningen moeten ten minste 4x per jaar visueel worden gecontroleerd op gebreken die afbreuk doen aan de bodembeschermende werking; de resultaten van de visuele inspecties moeten ten minste tot het moment van de eerstvolgende controle van de Deskundig Inspecteur worden bewaard in het milieulogboek; indien tijdens een visuele controle gebreken aan een vloeistofdichte constructie waarvoor een PBV-verklaring is afgegeven worden vastgesteld, moet de constructie worden hersteld op aanwijzing van een Deskundig Inspecteur, die de constructie na herstel conform CUR/PBV-aanbeveling 44 Beoordeling vloeistofdichtheid van vloeistofdichte voorzieningen herkeurt; geconstateerde gebreken aan overige bodembeschermende voorzieningen moeten zodanig hersteld worden dat de bodembeschermende werking van de voorziening gewaarborgd is; van de uitvoering van herstelwerkzaamheden aan de vloeistofdichte constructie moet een aantekening worden gemaakt in het milieulogboek Vloeistofdichte voorzieningen zoals bedoeld in moeten, voorzover dit vloeistofdichte opvangvoorzieningen zijn waarvoor geen PBV-verklaring kan worden afgegeven, voordat ze gebruikt gaan worden visueel worden gecontroleerd op vloeistofdichtheid Vloeibare chemicaliën, oliën, afgewerkte olie en andere vloeibare bodembelastende (afval)stoffen moeten worden bewaard in goed gesloten verpakkingen. De verpakkingen moeten staan opgesteld boven/in een lekbakconstructie met een opvangcapaciteit van ten minste de inhoud van de grootste verpakking vermeerderd met 10% van de gezamenlijke inhoud van de overige verpakkingen die boven de lekbakconstructie zijn opgesteld Indien de in voorschrift bedoelde verpakkingen buiten zijn opgeslagen moeten voorzieningen zijn getroffen om te voorkomen dat regenwater in de vloeistofdichte lekbakconstructie kan geraken Lege emballage, met stoffen als bedoeld in voorschrift , die niet gereinigd is, moet worden bewaard en behandeld als gevulde emballage. 2.6 Afvalstoffen die binnen de inrichting ontstaan Afvalscheiding Vergunninghoudster moet in ieder geval te allen tijde de volgende afvalstoffen scheiden, gescheiden houden en gescheiden aanbieden dan wel zelf afvoeren: - de verschillende categorieën gevaarlijke afvalstoffen, onderling en van andere afvalstoffen; - asbest; Provincie Utrecht 7 aanbiedstation Nieuwegein

8 - papier en karton; - wit- en bruingoed. Aanvullende eis voor gevaarlijk afval De in de inrichting vrijkomende gevaarlijke afvalstoffen die behoren tot verschillende groepen zoals opgenomen in bijlage 5 dienen gescheiden te worden verzameld, gescheiden te worden bewaard en gescheiden te worden afgevoerd. De opslagmiddelen moeten voldoen aan het in voorschrift gestelde De in voorschrift genoemde gevaarlijke afvalstoffen dienen overeenkomstig het gestelde in paragraaf 5.1 van deze vergunning opgeslagen te worden. 2.7 Afvalwater Algemeen Bedrijfsafvalwater mag uitsluitend in een openbaar riool worden gebracht, als door de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid ervan: a. de doelmatige werking niet wordt belemmerd van een openbaar riool of de bij een zodanig openbaar riool behorende apparatuur, en b. de verwerking van rioolslib, verwijderd uit het openbaar riool, niet wordt belemmerd De volgende stoffen mogen niet worden geloosd: - stoffen die stankoverlast kunnen veroorzaken; - stoffen die verstopping of beschadiging van een openbaar riool of van de daaraan verbonden installaties kunnen veroorzaken; - grove afvalstoffen, evenals snel bezinkende stoffen met een korreldiameter van meer dan 0,75 millimeter De totale hoeveelheid bedrijfsafvalwater dient, voordat lozing op het gemeentelijk riool plaatsvindt, door een controlevoorziening te worden geleid, zodat te allen tijde bemonstering van het afvalwater kan plaatsvinden. De controlevoorziening moet goed bereikbaar en toegankelijk zijn. 3 Preventie/Verruimde reikwijdte 3.1 Energiebesparing Het energieverbruik van de inrichting moet tenminste over elk kalenderjaar worden geregistreerd. Deze gegevens dienen bewaard te worden in het in voorschrift genoemde logboek. 3.2 Waterbesparing Het waterverbruik van de inrichting moet tenminste over elk kalenderjaar worden geregistreerd. Hierbij moet het waterverbruik per soort (leiding-, grondwater, etc.) worden bijgehouden. Deze gegevens dienen bewaard te worden in het in voorschrift genoemde logboek. 4 Specifieke bedrijfsonderdelen; installaties 4.1 Elektrische installatie De elektrische installatie moet voldoen aan NEN Provincie Utrecht 8 aanbiedstation Nieuwegein

9 4.1.2 De elektrische installatie en het elektrisch materieel in ruimten waar zeer licht ontvlambare stoffen, licht ontvlambare of ontvlambare stoffen worden opgeslagen of gebruikt, moet voldoen aan de voorschriften zoals aangegeven in de normen NEN 1010 en NEN-EN-IEC en NEN-EN-IEC In deze ruimten mag niet worden gerookt en is open vuur verboden. 4.2 Stookinstallatie (gas) Verwarmings- en stooktoestellen moeten zodanig zijn afgesteld dat een optimale verbranding plaatsvindt; binnen een inrichting mogen geen andere brandstoffen dan aardgas, propaangas, butaangas of gasolie bedrijfsmatig worden verstookt of verbrand Aan een verwarmings- of stooktoestel en een verbrandingsgasafvoersysteem moet ten minste éénmaal per kalenderjaar onderhoud worden verricht. Beoordeling, afstelling, onderhoud en reparaties moet geschieden door: a. een voor die activiteit of activiteiten gecertificeerde natuurlijke persoon of rechtspersoon, of b. een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon die over aantoonbare gelijkwaardige deskundigheid beschikt voor die activiteit of activiteiten; beoordeling, afstelling, onderhoud en reparaties moet zodanig worden uitgevoerd dat roet, stof of ander vuil zich daarbij niet buiten de inrichting kan verspreiden Afsluiters in vaste gasleidingen moeten goed bereikbaar zijn en zijn aangebracht: a. direct voor of na binnenkomst van de leiding in een gebouw; b. aan het einde van elk aftakking van een vaste leiding naar een gebruikstoestel, c. in de leidingen op plaatsen waar de leiding geheel of gedeeltelijk kan worden gespoeld met een inert gas, d. zodanig dat zij onder alle omstandigheden te bedienen zijn Brandstofleidingen moeten tegen mechanische beschadiging zijn beschermd of zodanig zijn aangebracht dat hiervoor niet behoeft te worden gevreesd. 5 Opslag afvalstoffen afkomstig van particulieren/bedrijven 5.1 Opslag van klein chemisch/gevaarlijk afval (kca/kga) Algemeen Gevaarlijke afvalstoffen moeten worden opgeslagen in een daarvoor bestemde opslagvoorziening. In de opslagvoorziening mogen daarnaast uitsluitend aanverwante stoffen worden opgeslagen. Gasflessen moeten, gescheiden van overige gevaarlijke afvalstoffen, worden opgeslagen in een aparte opslagvoorziening die voldoet aan de voorschriften zoals opgenomen in de voorschriften tot en met van deze vergunning In de in voorschrift genoemde opslagvoorziening mag maximaal 10 ton gevaarlijke afvalstoffen opgeslagen worden. Gevaarlijke afvalstoffen waarvoor geen ADRclassificatie geldt zijn van deze hoeveelheid uitgezonderd In een opslagvoorziening mogen, met uitzondering ten behoeve van monstername en ter bestrijding van een lekkage of calamiteit, geen aftap- of overtapwerkzaamheden plaatsvinden In een opslagvoorziening mogen sorteer- of ompakwerkzaamheden slechts plaatsvinden indien de primaire verpakking niet wordt geopend. Sorteer- of ompakwerkzaamheden waarbij de primaire verpakking wel wordt geopend dienen plaats te vinden in een speciaal Provincie Utrecht 9 aanbiedstation Nieuwegein

10 daarvoor ingerichte ruimte overeenkomstig het gestelde in de voorschriften tot en met van deze vergunning Lege, ongereinigde verpakkingen moet worden opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van dit hoofdstuk. Ontvangst-/sorteerruimte De ontvangst-/sorteerruimte moet overkapt zijn en voldoende bescherming bieden tegen weersinvloeden De wanden, deuren en het dak van de ontvangst-/sorteerruimte moeten een brandwerendheid hebben van minimaal 30 minuten Deuren moeten zelfsluitend zijn uitgevoerd en mogen uitsluitend in geopende stand zijn vastgezet, indien een voorziening is aangebracht die in geval van brand de deur automatisch sluit Deuren inclusief vluchtdeuren moeten op eenvoudige wijze kunnen worden geopend en naar buiten draaien De ontvangst-/sorteeruimte moet doelmatig (natuurlijk en/of mechanisch) op de buitenlucht zijn geventileerd De WBDBO van de opslagvoorziening naar een andere ruimte en van een andere ruimte naar de opslagvoorziening moet ten minste 60 minuten bedragen. De wanden, het dak en de daarvoor noodzakelijke draagconstructie van de opslagvoorziening moeten een brandwerendheid van ten minste 60 minuten bezitten. In afwijking hiervan geldt dat: - indien de afstand van de opslagvoorziening tot de inrichtingsgrens, een ander bouwwerk dat tot de inrichting behoort, of andere brandbare objecten, ten minste 5 meter bedraagt, en binnen deze 5 meter geen opslag van brandgevaarlijke stoffen of goederen en geen brandgevaarlijke activiteiten plaatsvinden, de WBDBO van de opslagvoorziening ten minste 30 minuten moet bedragen. De daarvoor noodzakelijke draagconstructie van de opslagvoorziening moet een brandwerendheid van ten minste 30 minuten bezitten; - indien de afstand van de opslagvoorziening tot de inrichtingsgrens, een ander bouwwerk dat tot de inrichting behoort, of andere brandbare objecten, ten minste 10 meter bedraagt, en binnen deze 10 meter geen opslag van brandgevaarlijke stoffen/goederen en geen brandgevaarlijke activiteiten plaatsvinden, ten aanzien van de WBDBO van de opslagvoorziening en de brandwerendheid van de noodzakelijke draagconstructie geen eis van toepassing is. Dit voorschrift is niet van toepassing indien in een opslagvoorziening en/of een vak daarvan uitsluitend gevaarlijke afvalstoffen van klasse 8 en/of gevaarlijke afvalstoffen zonder ADR-classificatie worden opgeslagen Het dak van de opslagvoorziening mag niet van brandgevaarlijk materiaal vervaardigd zijn De WBDBO van een brandcompartiment naar een ander brandcompartiment mag niet lager zijn 60 minuten. Indien meerdere opslagvoorzieningen naast elkaar zijn gelegen moeten maatregelen genomen worden om te voorkomen dat een incident zich van de ene naar de andere opslagvoorziening kan verplaatsen, bijvoorbeeld als gevolg uitstromende vloeistoffen Indien een constructie brandwerend moet zijn uitgevoerd, mogen toegangsdeuren, vluchtdeuren, ramen, ventilatieopeningen of rookluiken in deze constructie geen afbreuk doen aan de vereiste brandwerendheid. Provincie Utrecht 10 aanbiedstation Nieuwegein

11 Indien voor het behalen van de vereiste WBDBO een constructie met een bepaalde brandwerendheid moet zijn uitgevoerd, moet een in deze constructie aangebrachte deur zelfsluitend zijn uitgevoerd. Een dergelijke deur mag uitsluitend in geopende stand zijn vastgezet, indien een voorziening is aangebracht die in geval van brand de deur automatisch sluit. De vloer van een opslagvoorziening moet zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal. Een eventueel noodzakelijke afdekking van de hoofddraagconstructie, alsmede de afdekking aan de binnenzijde van de opslagvoorziening van wanden en en dak moeten zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal, beoordeeld over ten minste de eerste 10 mm van die afdekking. Kwaliteit stellingen Een stelling voor de opslag gevaarlijke afvalstoffen moet bestand zijn tegen de opgeslagen gevaarlijke afvalstoffen en stabiel zijn. Een stelling mag niet zwaarder worden belast dan waarvoor de stelling ontworpen is. Bij het gebruik van een stelling moet rekening gehouden worden met de risico's van de gevaarlijke afvalstof Indien tijdens het gebruik van een stelling een stellingonderdeel blijvend is vervormd, moeten onmiddellijk passende maatregelen worden genomen. Alvorens de stelling opnieuw in gebruik wordt genomen moeten beschadigde onderdelen worden vervangen of gerepareerd De stellingconstructie moet ten minste jaarlijks visueel op doelmatigheid, juist gebruik en eventuele beschadigingen worden geïnspecteerd. De resultaten van de inspectie moeten in het milieulogboek worden geregistreerd De regels met betrekking tot gescheiden opslag zijn eveneens van toepassing op de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen in een stelling De opslagvoorziening voor gevaarlijke afvalstoffen moet ter beveiliging tegen blikseminslag zijn voorzien van een doelmatige aarding; de aardingsinstallatie moet voldoen aan de norm NEN Aardverbindingen of elektrische doorverbindingen ter voorkoming van blikseminslag en/of elektrostatische oplading moeten ten minste éénmaal per jaar door een door een erkende deskundige worden doorgemeten; de bevindingen moeten worden vastgelegd in het milieulogboek. Explosieveiligheid Opslagruimten waarin opslag van gevaarlijke afvalstoffen van klasse 3 plaatsvindt en ruimten bestemd voor de opslag van gasflessen, worden geclassificeerd als zone 2 zoals bedoeld in de in de NPR "Gevarenzone-indeling met betrekking tot ontploffingsgevaar; Deel 1: Gasontploffingsgevaar, gebaseerd op NEN-EN-IEC ". Voor zover van toepassing moeten de technische maatregelen zoals genoemd in tabel E.1 van deze richtlijn getroffen zijn. Ventilatie De opslagvoorziening moet zijn geventileerd. Afvoer van ventilatielucht moet op de buitenlucht plaatsvinden. De ventilatieopeningen moeten zo ver mogelijk van elkaar (diametraal) zijn aangebracht. Indien een ventilatieopening is aangebracht in een bouwkundige constructie waaraan op basis van deze vergunning eisen m.b.t. WBDBO of brandwerendheid zijn gesteld, moeten vlamkerende roosters zijn aangebracht en mag door het aanbrengen van de ventilatie geen afbreuk worden gedaan aan de WBDBO van de opslagvoorziening. Provincie Utrecht 11 aanbiedstation Nieuwegein

12 Productopvang De opslagvoorziening moet zodanig zijn geconstrueerd dat gelekte of gemorste gevaarlijke vloeistof redelijkerwijs niet uit de voorziening kan stromen. Daartoe moet de opslagvoorziening een opvangcapaciteit hebben van ten minste 110% van de inhoud van de grootste emballage, doch (als dat méér is) ten minste 10% van de inhoud van de totale emballage. De opvangvoorziening moet voldoende bestand zijn tegen de opgeslagen stoffen. In de opvangvoorziening mogen zich geen openingen bevinden die in rechtstreekse verbinding staan met de riolering. Verpakking en etikettering De verpakking van gevaarlijke afvalstoffen moet te allen tijde aan het volgende voldoen: a. niets van de inhoud uit de verpakking onvoorzien kan ontsnappen; b. het materiaal van de verpakking niet door de gevaarlijke afvalstoffen kan worden aangetast; dan wel met die gevaarlijke afvalstoffen een reactie kan aangaan dan wel een verbinding kan vormen; c. de verpakking tegen normale behandeling bestand is; d. van goede kwaliteit zijn; e. sterk genoeg zijn om schokken en belastingen te doorstaan die normaal gesproken tijdens het vervoer, laden, lossen en de behandeling kunnen optreden; f. op zodanige wijze zijn vervaardigd en gesloten dat onder normale omstandigheden elk verlies van de inhoud is uitgesloten; g. zich geen gevaarlijke resten aan de buitenzijde bevinden; h. voldoende ledige ruimte hebben om er zeker van te zijn dat door uitzetting van de vloeistof noch verlies van de inhoud noch blijvende vervorming van de verpakking plaatsvindt. Aan dit voorschrift wordt in ieder geval voldaan indien de gevaarlijke afvalstoffen zijn verpakt conform de bepalingen van de Verenigde Naties zoals verwoord in de "Recommandations on the Transport of Dangerous Goods" (Oranje Boek) De etikettering van de in de opslagvoorziening aanwezige gevaarlijke afvalstoffen moet zodanig zijn dat de gevaarsaspecten van de gevaarlijke stof duidelijk tot uiting komen. Onverenigbare combinaties Gevaarlijke afvalstoffen die met elkaar gevaarlijke reacties kunnen aangaan waarbij sterke verhoging van temperatuur of druk optreedt of waarbij gassen kunnen ontstaan die giftiger of brandbaarder zijn dan op grond van de eigenschappen van één van de stoffen is te verwachten, moeten gescheiden van elkaar worden opgeslagen Het eerste uitgangspunt voor scheiding is een minimale verdeling in drie opslagruimten, waarbij deze opslagruimten altijd bouwkundig moeten worden gescheiden. Deze opslagruimten bevatten respectievelijk brandbare vloeistoffen + spuitbussen, gasflessen en overig materiaal. Binnen elke opslagruimte dient vervolgens overeenkomstig de indeling uit bijlage 6 een verdere verdeling in vakken te worden aangebracht. Tevens blijft het gestelde in voorschrift van kracht Gevaarlijke afvalstoffen waarvoor geen ADR-classificatie geldt mogen als aanverwante stoffen overeenkomstig het gestelde in voorschrift in de opslagvoorziening opgeslagen worden. Voorschrift is niet van toepassing op deze gevaarlijke afvalstoffen Vakkenindeling van ruimten voor de opslag van gevaarlijke afvalstoffen die op grond van de voorschriften en/of gescheiden moeten worden opgeslagen, moet geschieden door middel van opslag in aparte lekbakken, het aanbrengen van scheidingswanden met een WBDBO van ten minste 30 minuten of door het aanbrengen Provincie Utrecht 12 aanbiedstation Nieuwegein

13 van een opslagvrije strook van ten minste 2 meter breed. Dit voorschrift is alleen van toepassing op vakken waarin opslag van vloeistoffen plaatsvindt Elk vak waarin vloeistoffen worden opgeslagen moet van een afzonderlijke vloeistofdichte lekbak zijn voorzien. Indien kleinverpakkingen in een tweede (om)verpakking worden opgeslagen behoeven er geen aparte opvangvoorzieningen aanwezig te zijn De ten behoeve van de vakkenindeling aangebrachte voorzieningen moeten zodanig zijn ingericht dat geen contact mogelijk is tussen gevaarlijke afvalstoffen die gescheiden moeten worden opgeslagen Kca/kga behorend tot één van de categorieën zoals opgenomen in bijlage 5 dient overeenkomstig deze categorie-indeling afgevoerd te worden. Gebruik opslagvoorziening Indien gevaarlijke afvalstoffen gestapeld worden opgeslagen, moet de verpakking op veilige wijze gestapeld zijn, waarbij rekening gehouden wordt met de sterkte van de verpakking Pallets met gevaarlijke afvalstoffen die zijn gestapeld, moeten van een deugdelijke constructie zijn. Voor iedere wijze van verpakking moet afhankelijk van gewicht en sterkte van de verpakking een maximale stapeling worden vastgesteld Breekbare (glazen) enkelvoudige verpakking mag niet worden gestapeld De opslagvoorziening moet regelmatig worden gecontroleerd op lekkages of beschadiging van de aanwezige emballage. Incidenten met gemorste gevaarlijke stoffen Gemorste of gelekte gevaarlijke afvalstoffen die in een opslagvoorziening zijn vrijgekomen moeten zo snel mogelijk worden opgeruimd. Daartoe moeten in of nabij de opslagvoorziening materialen aanwezig zijn om deze stoffen te immobiliseren, te neutraliseren of te absorberen. De aard en hoeveelheid van deze materialen moeten zijn afgestemd op de aard en hoeveelheid van de opgeslagen gevaarlijke afvalstoffen, en de grootte van de aanwezige verpakkingen. Indien een verpakking lekt, moet deze lekkage onmiddellijk worden verholpen, bijvoorbeeld door lekkende vaten in overmaatse vaten te plaatsen. Bij lekkage moet ontwikkeling en verspreiding van giftige of explosieve stoffen of stankstoffen tot een minimum worden beperkt door doelmatige ventilatie, beperking van verspreiding van de vloeistof en snelle opname door middel van absorptiemateriaal Op een duidelijk zichtbare plaats bij de toegang tot de opslagvoorziening moet een duidelijk leesbare instructie zijn aangebracht over de te nemen maatregelen in het geval van een calamiteit. Deze instructie moet gegevens bevatten van instanties of personen waarmee in het geval van een calamiteit contact moet worden opgenomen. Rook- en vuurverbod, blustoestellen Binnen de opslagvoorziening en tevens binnen een afstand van 2 m daarbuiten mag niet worden gerookt en mag geen open vuur aanwezig zijn. Aan de buitenzijde van de opslagvoorziening moet op daartoe geschikte plaatsen dit verbod met een pictogram overeenkomstig NEN 3011 zijn aangebracht Voor elke 200 m 2 vloeroppervlakte van een opslagvoorziening moet ten minste één draagbaar blustoestel aanwezig zijn met een vulling van ten minste 6 kg of liter blusstof. Het blustoestel moet tegen weersinvloeden zijn beschermd. De keuze van het type Provincie Utrecht 13 aanbiedstation Nieuwegein

14 blustoestel moet zodanig zijn dat deze geschikt is om een beginnende brand van de opgeslagen stoffen te blussen. Veiligheidssignalering/naslagwerken Aan de buitenzijde van de opslagvoorziening, nabij de toegangsdeur(en) moeten op duidelijk zichtbare plaatsen waarschuwingsborden worden geplaatst, welke het gevaar van de opgeslagen gevaarlijke stoffen aanduiden. Op daartoe geschikte plaatsen moeten de betreffende gevaarsymbolen zijn aangebracht: a. voor wat betreft de opslag van (licht) ontvlambare vloeistoffen, het pictogram "ontvlambare stoffen of hoge temperatuur"; b. voor wat betreft de opslag van bijtende stoffen het pictogram "bijtende stoffen" c. voor wat betreft de opslag van giftige stoffen het pictogram "giftige stoffen"; d. voor wat betreft de opslag van oxiderende stoffen het pictogram "oxiderende stoffen". Bij alle opslagvoorzieningen moet het verbodsbod vuur, open vlam en roken verboden zijn aangebracht. In plaats van bovengenoemde symbolen mogen ook de grote etiketten behorende bij de klasse 3, 8, 6.1 en 5.1 zoals nader omschreven in ADR hoofdstuk worden geplaatst In de inrichting moet een informatiesysteem of naslagwerken (bv. chemiekaartenboek, handboek gevaarlijke stoffen) aanwezig zijn, die recente informatie verschaffen over: - de eigenschappen van gevaarlijke stoffen; - het bestrijden van de gevolgen van onregelmatigheden met gevaarlijke stoffen In de inrichting moet een overzicht aanwezig zijn waarin vermeld is hoeveel gevaarlijke afvalstoffen in de opslagruimten aanwezig zijn; hierbij kan volstaan worden met vermelding van uitsluitend de bulkhoeveelheden overeenkomstig de indeling uit bijlage 6.Tevens dient binnen de inrichting van elke opslagruimte een overzicht aanwezig te zijn van de hoeveelheid gevaarlijke afvalstoffen die per vak (bepaald op grond van een logistieke analyse) en de maximale hoeveelheid per categorie in een vak worden opgeslagen. Registratie van aanwezige hoeveelheden mag plaatsvinden in eenheden van 50 kilogram. De plaats waar de in dit voorschrift bedoelde overzichten binnen de inrichting bewaard worden dient in overleg met de lokale brandweer bepaald te worden. Vakbekwaamheid Tijdens het verrichten van werkzaamheden met gevaarlijke afvalstoffen moet een door het bedrijf aangestelde deskundige in de inrichting aanwezig zijn, met voldoende vakbekwaamheid op het gebied van het omgaan met gevaarlijke stoffen en het bestrijden van calamiteiten met gevaarlijke stoffen. Deze deskundige moet hieromtrent geïnstrueerd zijn en in het bezit zijn van een geldig certificaat waaruit blijkt dat met goed resultaat de cursus depothouder is gevolgd. Toegankelijkheid voor onbevoegden Indien er geen toezicht aanwezig is dienen de opslagruimten afgesloten te zijn en mag de ontvangst-/sorteerruimte niet vrij toegankelijk zijn voor publiek. Toegangsdeuren Toegangsdeuren tot opslagvoorzieningen moet van buitenaf met een slot en sleutel of op een andere gelijkwaardige wijze afsluitbaar zijn, doch van binnenuit zonder sleutel kunnen worden geopend Toegangsdeuren die tevens dienen als nooduitgang moeten naar buiten opendraaien. Vluchtwegen en nooduitgangen, evenals het buiten de opslagvoorziening gelegen aansluitende terrein, moeten vrij zijn van obstakels. Provincie Utrecht 14 aanbiedstation Nieuwegein

15 Verwarming Verwarming van een opslagvoorziening mag slechts plaatsvinden door middel van een centrale verwarmingsinstallatie of verwarmingstoestellen waarvan de verbrandingsruimte niet in open verbinding staat of kan worden gebracht met de opslagvoorziening en waarvan de delen, die in direct contact staan met deze plaats geen hogere oppervlaktetemperatuur hebben dan 250 C, en waarbij aanraking van de opgeslagen stoffen met deze delen is uitgesloten of door een verwarmingstoestel dat voldoet aan NEN 1078 en aan NPR (nl). Opslag afgewerkte olie in bovengrondse tank In tegenstelling tot het gestelde in voorschrift is het toegestaan afgewerkte olie op te slaan in de speciaal voor deze opslag bestemde opslagtank De opslag van afgewerkte olie in de bovengrondse tank moet voldoen aan de paragrafen 4.1 tot en met 4.6 van de PGS 30. De artikelen t/m , , en zijn niet van toepassing. Voor bovengrondse tanks die geplaatst zijn voor 1 januari 2000 zijn de artikelen 4.1.2, 4.1.5, 4.2.6, en uit genoemde richtlijn niet van toepassing Het vullen van de bovengrondse tank met afgewerkte olie moet zodanig plaatsvinden dat eventueel gemorste olie wordt opgevangen (bv. in lekbak) en niet kan uitstromen over niet vloeistofdichte terreingedeelten. Opslag afgedankte gasflessen Afgedankte gasflessen moeten in een speciaal voor de opslag van gasflessen bestemde opslagvoorziening overeenkomstig het gestelde in deze paragraaf worden opgeslagen Afgedankte gasflessen moeten in een speciaal voor de opslag van deze gasflessen bestemde opslagvoorziening worden opgeslagen. In de opslagvoorziening mogen geen andere goederen aanwezig zijn die voor de opslag van de gasflessen niet functioneel zijn. Indien gasflessen met een gezamenlijke waterinhoud van meer dan 115 liter worden opgeslagen moet de opslagvoorziening een buitenopslag zijn De opslagvoorziening mag niet ongecontroleerd toegankelijk zijn voor onbevoegden De afstand van de opslagvoorziening tot de inrichtingsgrens of tot bouwwerken die tot de inrichting behoren dan wel andere brandbare objecten moet afhankelijk van de WBDBO en van een eventueel aanwezige wand tussen de opslag en inrichtingsgrens of object, moet het volgende bedragen: Afstand in m tot inrichtingsgrens Afstand in m tot bouwwerk of brandbaar object binnen de inrichting WBDBO 60 minuten WBDBO 30 minuten WBDBO 0 minuten Voorschrift is niet van toepassing indien het bouwwerk dat tot de inrichting behoort zelf reeds aan de eisen met betrekking tot de WBDBO voldoet voor de projectie Provincie Utrecht 15 aanbiedstation Nieuwegein

16 van de opslag op dat bouwwerk (2 m aan weerszijden van de opslag) en, indien dat bouwwerk hoger is, ook daarboven tot minimaal 4 meter boven de projectie Indien opslag van gasflessen plaatsvindt tegen de gevel van een tot de inrichting behorend gebouw moet dat deel van de wand, en de wand tot minimaal 4 m boven en 2 m aan weerszijden van de gasflessen een brandwerendheid van ten minste 60 minuten te bezitten De toegangsdeur tot de opslagvoorziening moet van buitenaf met een slot en sleutel of op een andere gelijkwaardige wijze afsluitbaar zijn, doch van binnenuit zonder sleutel kunnen worden geopend Binnen de opslagvoorziening en tevens binnen een afstand van 2 m daarbuiten mag niet worden gerookt en mag geen open vuur aanwezig zijn. Aan de buitenzijde van de opslagvoorziening moet op daartoe geschikte plaatsen dit verbod met een pictogram overeenkomstig NEN 3011 zijn aangebracht Voor elke 200 m 2 vloeroppervlakte van een opslagvoorziening moet ten minste één draagbaar blustoestel aanwezig zijn met een vulling van ten minste 6 kg of liter blusstof. Het blustoestel moet tegen weersinvloeden zijn beschermd. De keuze van het type blustoestel moet zodanig zijn dat deze geschikt is om een beginnende brand van de opgeslagen stoffen te blussen Gasflessen waarvan de constructie zodanig is dat zij niet stabiel staan, moeten door vastzetten of anderszins tegen omvallen worden beschermd De vloer van de opslagvoorziening mag niet lager zijn gelegen dan de omliggende vloer, van aangrenzende ruimten of van het omringende maaiveld. Deze vloer moet vlak zijn, en zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal. Bij een open opslagvoorziening moet deze afwaterend zijn uitgevoerd. De vloer moet zodanig zijn uitgevoerd dat zich onder de vloer geen gas kan verzamelen In de opslagvoorziening mogen geen afsluiters worden geopend. Aan de buitenzijde van de opslagplaats moet op daartoe geschikte plaatsen met betrekking tot dit verbod met duidelijk leesbare letters, hoog ten minste 5 cm, het opschrift zijn aangebracht: "OPENEN VAN AFSLUITERS VAN GASFLESSEN VERBODEN" overeenkomstig NEN Het stapelen van gasflessen is alleen toegestaan indien de constructie van de gasflessen hierin voorziet Gasflessen met gassen met gelijksoortige gevaarseigenschappen moeten bij elkaar worden opgeslagen Natuurlijke ventilatie moet steeds zijn gewaarborgd. Een eventueel dak moet van onbrandbaar materiaal zijn vervaardigd en zodanig zijn uitgevoerd dat eventueel vrijgekomen gassen zich daaronder niet kunnen ophopen De opslagvoorziening moet zijn gelegen op een afstand van ten minste 5 m tot kelderopeningen, putten en straatkolken die in open verbinding staan met de riolering en van tenminste 7,5 m tot aanzuigopeningen van ventilatiesystemen die zijn gelegen op minder dan 1,5 m boven het maaiveld 5.2 Opslag van asbest en asbesthoudend materiaal Algemeen De opslag van asbest dient minimaal 2 meter van brandbare stoffen (uitgezonderd de brandbare stoffen in het kca-depot en de brandbare gassen in de gasflessenopslag) te geschieden. Provincie Utrecht 16 aanbiedstation Nieuwegein

17 5.2.2 De opslagvoorziening voor asbest mag niet toegankelijk zijn voor onbevoegden Asbest en/of asbesthoudend afval dient op zorgvuldige wijze uit de inrichting verwijderd te worden. Opleidingsniveau acceptant De acceptant dient een asbestherkenningscursus gevolgd te hebben. Een bewijs van deelname aan een dergelijke cursus dient binnen de inrichting aanwezig te zijn De acceptant moet weten hoe te handelen in geval van calamiteiten. De interne te volgen procedures dienen beschreven te zijn. Deze beschrijvingen moeten binnen de inrichting aanwezig zijn. Acceptatie van asbest; monostroom Asbest mag uitsluitend geaccepteerd worden indien het verpakt is in afgesloten niet-lucht doorlatend dubbel verpakkingsmateriaal Asbest of met asbest verontreinigd afval, dat volgens voorschrift is aangeboden dient onmiddellijk opgeslagen te worden in een daarvoor bestemde afgesloten container of in een afgesloten gebouw of gedeelte van een gebouw. De opslagvoorziening dient duidelijk als zodanig herkenbaar te zijn Het deponeren in de opslagvoorziening dient onder toezicht van de acceptant te geschieden De opslagvoorziening dient (af)gesloten te zijn op momenten dat er geen asbest in gedeponeerd wordt Aangeboden asbest wat onverpakt is, dient geweigerd te worden Asbest en/of asbesthoudend afval mag niet worden gebroken, gezaagd en/of anderszins worden be-/verwerkt. Onverhoopt los aangetroffen asbest(houdend afval) Onverhoopt los aangetroffen asbest dient direct bevochtigd te worden indien dit bestaat uit kleine stukjes. Vervolgens dient door de acceptant gehandeld te worden conform voorschrift De acceptant mag los aangetroffen asbest zelf verpakken als: - het asbest duidelijk zichtbaar of herkenbaar is; - het asbest hechtgebonden is. De wijze van verpakking dient overeenkomstig voorschrift plaats te vinden Onverhoopt los aangetroffen niet hechtgebonden asbest(houdend) afval dient te worden verwijderd door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf. 5.3 Opslag elektrische en elektronische apparatuur incl. koel-/vriesapparatuur De opslag van elektrische en elektronische apparatuur en koel-/vriesapparatuur dient plaats te vinden in een overdekte ruimte of container die voorzien is van een aaneengesloten verharding Koel-/vriesapparatuur moet bij het in en uit de opslagruimte plaatsen zo worden behandeld dat het koelsysteem, de warmtewisselaar en de isolatiematerialen niet worden beschadigd Koel-/vriesapparatuur die lekkage vertoont moet zodanig worden opgeslagen dat de gelekte vloeistoffen worden opgevangen in een vloeistofdichte lekbakconstructie. Provincie Utrecht 17 aanbiedstation Nieuwegein

18 5.4 Opslag van bouw- en sloopafval en steenachtige materialen Vergunninghoudster dient erop toe te zien dat aangeleverd bouw- en sloopafval door degene die het afval aanbiedt tenminste in de volgende fracties uitgesorteerd wordt: - schoon hout (A-hout/B-hout) - verduurzaamd hout (C-hout) - steenachtige fractie - bitumineus dakafval/teermastiek - dakgrind - metalen - papier/karton - gips - restfractie De uitgesorteerde fracties moeten gescheiden van elkaar in daarvoor bestemde containers opgeslagen worden Voorschrift is niet van toepassing indien het bouw- en sloopafval wordt afgevoerd naar een sorteerinrichting voor bouw- en sloopafval Gips moet zodanig worden opgeslagen dat regenwater er geen invloed op heeft. 5.5 Opslag (verontreinigde) grond Grond moet zodanig worden opgeslagen dat opwaaiing en/of verstuiving wordt voorkomen. Zodra de weersinvloeden daartoe aanleiding geven moeten voorzieningen en/of maatregelen worden getroffen, zoals het aanbrengen van afdekkingen of het bevochtigen van de opslag, om verstuiving te voorkomen Verontreinigde grond dient op of in een vloeistofdichte voorziening, overeenkomstig het gestelde in paragraaf 2.5 van deze vergunning, opgeslagen te worden. 5.6 Opslag metalen Metalen en oud ijzer dat verontreinigd is met olie of andere bodembedreigende stoffen dient in vloeistofdichte containers of op een vloeistofdichte vloer, overeenkomstig het gestelde in paragraaf 2.5, te worden opgeslagen. 5.7 Opslag groen-/tuinafval Geschredderd/verkleind groenafval en grasachtig materiaal moet binnen drie maal vierentwintig uur na acceptatie uit de inrichting verwijderd worden. Overige groenafvallen moeten in elk geval bij optredende geuroverlast afgevoerd worden In de inrichting mogen geen composteringsactiviteiten plaatsvinden. 5.8 Opslag GFT-afval en huishoudelijk restafval GFT-afval en huishoudelijk restafval moet in goed afgesloten, vloeistofdichte (rol)containers opgeslagen worden GFT-afval en huishoudelijk restafval moet binnen 1 week na acceptatie uit de inrichting verwijderd worden. 6 Acceptatie en registratie 6.1 Acceptatie/registratie van afvalstoffen van particulieren en gemeentelijke uitvoerende diensten In de inrichting mogen uitsluitend de afvalstoffen zoals genoemd in paragraaf 5.6 van de aanvraag geaccepteerd worden. Provincie Utrecht 18 aanbiedstation Nieuwegein

19 6.1.2 Aan het eind van elk kalenderjaar moet een jaartotaal worden gemaakt van de door particulieren aangeboden hoeveelheden (gevaarlijke) afvalstoffen. De jaartotalen moeten worden bewaard in het in voorschrift genoemde logboek. 6.2 Acceptatie/registratie van (gevaarlijke)afvalstoffen van bedrijven Naast de in voorschrift genoemde afvalstoffen mogen de afvalstoffen zoals genoemd in Bijlage 1 behorende bij Bijlage 7 van de aanvraag om vergunning afkomstig van bedrijven geaccepteerd worden Vergunninghoudster dient te alle tijde te handelen conform de bij de aanvraag gevoegde procedure acceptatie- en verwerkingsbeleid (bijlage 7, behorende bij de aanvraag om vergunning) en de procedure administratieve organisatie en interne controle (bijlage 7 behorende bij de aanvraag om vergunning), inclusief (voorzover van toepassing) de goedgekeurde aanvullingen en de ingevolge voorschrift toegezonden wijzigingen Wijzigingen in de in voorschrift genoemde procedures dienen 4 weken voordat de wijziging wordt doorgevoerd schriftelijk aan bevoegd gezag meegedeeld worden. In de mededeling dient het volgende aangegeven te worden: - de reden tot wijziging; - de motivatie van de afwijking; - de aard van de wijziging; - de gevolgen van de wijziging voor andere onderdelen van de acceptatie- en verwerkingsprocedure en/of de procedures voor administratieve organisatie en interne controle; - de datum waarop vergunninghoudster de wijziging wil invoeren Voorschrift is niet van toepassing op wijzigingen die niet in overeenstemming zijn met de voor de inrichting verleende vergunning en de daaraan verbonden beperkingen en voorschriften. 6.3 Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen Geaccepteerde partijen die bestaan uit een mengsel van afvalstoffen die in de Eural complementair zijn aan elkaar (afvalstoffen die afhankelijk van de samenstelling gevaarlijk dan wel niet gevaarlijk kunnen zijn), hoeven niet van elkaar te worden gescheiden Geaccepteerde partijen die bestaan uit een mengsel van diverse vloeibare afvalstoffen behorend tot verschillende categorieën uit de Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen, hoeven niet van elkaar te worden gescheiden. 6.4 Sturing van afvalstromen Afvalstoffen moeten aan daartoe gerechtigde instanties worden afgegeven; voor zover in redelijkheid kan worden verlangd, moet gekozen worden voor afgifte (via een inzamelaar) aan een verwerker die een verwerkingsmethode hanteert met de minst nadelige gevolgen voor het milieu, te weten (in voorkeursvolgorde voor afvalbeheer): - nuttig toepassen door producthergebruik; - nuttige toepassing door materiaalhergebruik; - nuttige toepassing als brandstof; - verbranden als vorm van verwijdering; - verwijdering: storten De ingezamelde en binnen de inrichting ontstane afvalstoffen moeten met het oog op hergebruik naar soort worden gescheiden, gescheiden blijven, verzameld, bewaard en gescheiden worden afgevoerd. Provincie Utrecht 19 aanbiedstation Nieuwegein

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van gemeentewerf Woudenberg te Woudenberg, d.d. 18 april 2006 met nr. 2006WEM000657i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Checklist Gebruik en Opslag gevaarlijke stoffen Houtbewerking, bouwnijverheid en installatietechniek

Checklist Gebruik en Opslag gevaarlijke stoffen Houtbewerking, bouwnijverheid en installatietechniek Naam bedrijf Contactpersoon Adres vestiging Postcode + plaats Telefoonnummer Postadres Naam inspecteur Datum controle Activiteitenbesluit Type A Type B Type C Postcode + plaats Telefoonnummer nio = niet

Nadere informatie

EVO PGS-15 Checklist

EVO PGS-15 Checklist Checklist PGS-15 Checklist EVO PGS-15 Checklist evo.nl/pgs15 1 Verkrijg eenvoudig een algemeen inzicht in de PGS-15 richtlijn Bedankt voor uw download Deze PGS-15 checklist is opgesteld om een algemeen

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Montfoort te Montfoort, d.d. 21 februari 2006 met nr. 2006WEM000342i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Kringloopstation Nieuwegein, d.d. 11 oktober 2005 met nr. 2005WEM004102i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Veilig werken met gassen en correcte opslag.

Veilig werken met gassen en correcte opslag. Veilig werken met gassen en correcte opslag. Hatek Lastechniek heeft op deze pagina de hoofdpunten van de richtlijn PGS15 voor u samengevat. Tevens zijn er op een aantal veelgestelde vragen uit de praktijk

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal, d.d. 5 augustus 2008 met nr. 2008INT226030 Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Gemeente Lopik te Lopik, d.d. 1 mei 2007 met nr. 2007WEM001569i Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Afvalbrengstation Tractieweg te Utrecht, d.d. 19 september 2006 met nr. 2006WEM003841i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN 1. Gegevens bedrijfsdossier 1.1 Algemeen Naam bedrijf Adres Plaats / postcode Telefoon Contactpersoon Inrichtingsnummer Procedurenummer Gecontroleerd door Datum controle

Nadere informatie

Vragenlijst controle autobedrijven

Vragenlijst controle autobedrijven Opslag van afvalstoffen inclusief autowrakken Bewaart u gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen gescheiden? Ja Nee Voert u afvalstoffen gescheiden af naar een erkend inzamelaar? Ja Nee Slaat u accu

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van gemeentewerf Bunnik, d.d. 24 oktober 2006 met nr. 2006WEM004199i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen

Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen Hieronder treft u een stappenplan aan waarmee u zelf aan de slag kunt gaan om te bepalen of u onder de werkingssfeer van de nieuwe

Nadere informatie

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen Nr. 4.1.1 Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen Vindplaats Activiteitenbesluit: 4.1.1, artikel

Nadere informatie

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu)

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage 3: Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Mts. Vroege Burg. ten Holteweg 39 7751 CR

Nadere informatie

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen Voldoet uw opslagruimte voor verpakte gevaarlijke stoffen? J NEE / Bevindingen Dow Toelichting 3.1.1 opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen 3.1.2 hoeveelheden

Nadere informatie

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen Voldoet uw opslagruimte voor verpakte gevaarlijke stoffen? JA NEE /A Bevindingen Dow Toelichting 3.1.1 opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen 3.1.2 hoeveelheden

Nadere informatie

V O O R S C H R I F T E N M I L I E U V E R G U N N I N G 2 VRAGENLIJST ACCEPTATIE- EN VERWERKINGSBELEID (A&V)

V O O R S C H R I F T E N M I L I E U V E R G U N N I N G 2 VRAGENLIJST ACCEPTATIE- EN VERWERKINGSBELEID (A&V) Behoort bij de beschikking van 24 mei, onder nummer 2005WEM002003i, van Gedeputeerde Staten van de voor een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van. I N H O U D V O O R S C H R I F T E N M I L I E

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Loenen, d.d. 9 augustus 2005 met nr. 2005WEM003129i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht 2 INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN BESLUIT BEHEER AUTOWRAKKEN 3

Nadere informatie

De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl. Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group)

De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl. Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group) De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group) Wat gaan we vertellen? - Wat is een PGS? - Waarom een Nieuwe Stijl? - Wat is de Nieuwe Stijl?

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Oudewater, d.d. 19 juli 2005 met nr. 2005WEM002702i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012 PGS 15 December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: 2005 Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012 Wijzigingen In tabel 1.2 is de ondergrens voor klasse 2 (gassen) gesteld op 125 l (was eerst 50 l). Voorschrift

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Inhoudsopgave 1 ALGEMEEN...3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2. Doelstelling... 3 2 HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN...3 Artikel 3. Aanwijzing inzameldienst...

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7 Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7 08-06-2016 14:42 Nr. Maatregel Activiteit Frequentie Thema Activiteitenbesluit Activiteitenregeling m31 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

odijmond REGIO WATERLAND

odijmond REGIO WATERLAND Gemeente Waterland - k MRĨ 2015 INGEKOMEN Gemeente Waterland O 4 MRT 2015 GESCAND odijmond REGIO WATERLAND Gemeentewerf Monnickendam De heer J.A.J. Borst Postbus 1000 1140 BA MONNICKENDAM VERZONDEN -3

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav Opslaan en overslaan van goederen algemeen m31 m30 m22 m t4 122 m23 m26 m27 m21 m29 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen de afstand

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Voorschriften milieu Zaaknummer: 607098 Vergunninghouder: Maatschap H. en E. Brink Projectomschrijving: Wijzigen stalinrichting en plaatsen mestloods VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

Nadere informatie

6 - OPSLAG VAN GASFLESSEN

6 - OPSLAG VAN GASFLESSEN VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Cubri Pallet en Handelsmij BV Kanaalweg 14 te Schoonebeek 2 1 3 - ALGEMEEN 3 1.1. 3.16 - Veiligheidsignalering,

Nadere informatie

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen Voldoet uw opslagruimte voor verpakte gevaarlijke stoffen? J NEE / Bevindingen Dow Toelichting 3.1.1 opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen 3.1.2 hoeveelheden

Nadere informatie

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN Opsteller Namens Datum onderzoek Aanwezig Naam Namens Naam bouwwerk Straat Gemeente Bestemming bouwwerk Contactpersoon Telefoonnummer Datum gebruiksvergunning Datum

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Sunny-Egg-Systems BV te Rogat INHOUDSOPGAVE 1 AFVALSTOFFEN 3 1.1. Afvalscheiding 3 2 BODEM 3 2.1. Doelvoorschriften

Nadere informatie

BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING

BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Burgemeester en wethouders van de gemeente Uden besluiten, gelet op paragraaf 2.6 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), cot het

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2 Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2 Opslaan en overslaan van goederen algemeen m31 m30 m22 t4 122 m23 m26 m27 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen de afstand tussen

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

BIJLAGE 6. Reglement Milieupark Roermond 2017

BIJLAGE 6. Reglement Milieupark Roermond 2017 BIJLAGE 6 Reglement Milieupark Roermond 2017 Februari 2017 Artikel 1 Definities: a. milieupark: brengvoorziening voor het overslaan van gescheiden aangeboden huishoudelijke afvalstoffen gelegen binnen

Nadere informatie

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2 BIJLAGE 1 Gewaarmerkte voorschriften omgevingsvergunning (Milieu) Behoort bij de beschikking van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen van: CZAV, Havenweg 67-69 te Dinteloord.

Nadere informatie

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering!

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering! Korte Checklist 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering! Er is een logboek aanwezig op het bedrijf / in de stallen. Hierin zijn o.a. certificaten (installaties, brandveiligheidsvoorzieningen)

Nadere informatie

Reglement inzake het aanbieden van afvalstoffen op het milieupark te Roermond 2015

Reglement inzake het aanbieden van afvalstoffen op het milieupark te Roermond 2015 BIJLAGE 6 REGLEMENT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 6, TWEEDE LID, SUB q, VAN HET UITVOERINGSBESLUIT AFVALSTOFFENVERORDENING VAN DE GEMEENTE ROERMOND inzake HET AANBIEDEN VAN AFVALSTOFFEN OP HET MILIEUPARK TE ROERMOND

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n en AIM sessie Auznl3qpx2n In de AIM heeft u tijdens sessie Auznl3qpx2n op 21 12 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Bedrijfstype

Nadere informatie

Acceptatie- en verwerkingbeleid

Acceptatie- en verwerkingbeleid Acceptatiereglement voor de ontvangst van afvalstoffen binnen de inrichting van Rijssense Gebouwensloperij b.v., gevestigd aan de Noordermorssingel 1 te Rijssen. Artikel 1 Toepassingsgebied Dit reglement

Nadere informatie

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016.

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016. Behoort bij raadsvoorstel 2016-348, titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016. De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum

Nadere informatie

1 Algemeen. 2 Huishoudelijke afvalstoffen

1 Algemeen. 2 Huishoudelijke afvalstoffen De raad van de gemeente Veenendaal; gelezen het voorstel van..., nummer overwegende dat gelet op BESLUIT: het gewenst is de Afvalstoffenverordening aan te passen aan de actuele ontwikkelln en; Artikel10.23,

Nadere informatie

6 Opslag van gasflessen

6 Opslag van gasflessen 6 Opslag van gasflessen 6.1 Inleiding Dit hoofdstuk heeft betrekking op de opslag van gasflessen. Hoewel uniformiteit met de voorschriften voor verpakte gevaarlijke stoffen (hoofdstuk 3) zoveel mogelijk

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Avebe u.a. te Gasselternijveen 2 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 3 1.1. Algemeen 3 2 AFVALSTOFFEN 3 3 BODEM

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14;

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14; Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14; gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer; b

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0 Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0 Afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer m265 m299 m266 Afleveren van benzine: Ga na wat

Nadere informatie

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht Onderwerp : Afvalstoffenverordening 2010 Samenvatting Deze verordening geeft onder meer aan hoe de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen gebeurt, wat wel en niet is toegestaan bij het ter inzameling

Nadere informatie

(ONTWERP)BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP)BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP)BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Burgemeester en wethouders van de gemeente Uden zijn, gelet op paragraaf 2.6 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), voornemens

Nadere informatie

Theo Beheer BV. Kenmerken project. Groenafval en uitbreiding veegvuil. Verwerkingslocatie Lelystad

Theo Beheer BV. Kenmerken project. Groenafval en uitbreiding veegvuil. Verwerkingslocatie Lelystad Theo Beheer BV Kenmerken project Groenafval en uitbreiding veegvuil Verwerkingslocatie Lelystad Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Huidige bedrijfsactiviteiten 3 3 Relatie vigerende omgevingsvergunning 3 4

Nadere informatie

RAADSBESLUIT 16R şemeente WOERDEN. besluit:

RAADSBESLUIT 16R şemeente WOERDEN. besluit: RAADSBESLUIT 16R.00710 16R.00710 şemeente WOERDEN Agendapunt: Onderwerp: Het vaststellen van de afvalstoffenverordening gemeente Woerden. De raad van de gemeente Woerden; gelezen het voorstel d.d. 15 november

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening Eemnes 2017

Afvalstoffenverordening Eemnes 2017 Afvalstoffenverordening Eemnes 2017 De raad van de gemeente Eemnes; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26

Nadere informatie

PGS 15: Opslag verpakte gevaarlijke stoffen Versie 1.0 (september 2016) Hoi-Yee Man 12 december 2017 Open

PGS 15: Opslag verpakte gevaarlijke stoffen Versie 1.0 (september 2016) Hoi-Yee Man 12 december 2017 Open PGS 15: Opslag verpakte gevaarlijke stoffen Versie 1.0 (september 2016) Hoi-Yee Man Open De stappen om uw opslag te ontwerpen Wat bepaalt het risico? Hoe de risico s beheersen? Bestaande of nieuwe situatie?

Nadere informatie

Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld

Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld In deze factsheet leest u over een aantal milieu- en veiligheidsvoorschriften waar u als ondernemer mee te maken heeft. U ziet voorbeelden hoe u

Nadere informatie

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen PGS 5: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen Voldoet uw opslagruimte voor verpakte gevaarlijke stoffen? J NEE / Bevindingen Dow Toelichting 3.. opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen 3..2 hoeveelheden

Nadere informatie

Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden

Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden 11 augustus 2016 Kennemerstrand 802 1976 GA IJmuiden Inhoudspagina Inhoudspagina Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden Samenvatting Checklistvragen

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening gemeente Beesel 2018

Afvalstoffenverordening gemeente Beesel 2018 De raad van de gemeente Beesel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel; gelet op de artikelen 10.23, 10.24 lid 2, 10.25 en 10.26 van de Wet milieubeheer; gezien het

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

6 Opslag van gasflessen

6 Opslag van gasflessen 6 Opslag van gasflessen 6.1 Inleiding Dit hoofdstuk heeft betrekking op de opslag van gasflessen. Paragraaf 6.2 bevat algemene voorschriften voor de opslag van gasflessen. Paragraaf 6.3 bevat specifieke

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van gemeentewerf Houten te Houten, d.d. 9 oktober 2007 met nr. 2007ONT208524. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Verordening Afvalstoffen 2010

Verordening Afvalstoffen 2010 Verordening Afvalstoffen 2010 Gemeente Brummen Verordening Afvalstoffen 2010 gemeente Brummen Kenmerk : V09.00008/PvD Vastgesteld : bij raadsbesluit RB09.0035/PvD van.. december 2009 1 2 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting. DSM Advanced Polyesters Emmen BV

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting. DSM Advanced Polyesters Emmen BV VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting DSM Advanced Polyesters Emmen BV 2 INHOUDSOPGAVE 1 VOORWAARDEN ONDERDEEL BOUW 3 2 VOORWAARDEN

Nadere informatie

Opslag van gasflessen. (Volgens PGS 15)

Opslag van gasflessen. (Volgens PGS 15) Opslag van gasflessen. (Volgens PGS 15) (Gerichte samenvatting op basis van de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen - juli 2005) Ten geleide Voor Nederland geldt

Nadere informatie

Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012

Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012 Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012 Voorschriften Bakwagens/kramen Toelichting Een belangrijke bedreiging van de fysieke veiligheid van

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening Avri 2016

Afvalstoffenverordening Avri 2016 Afvalstoffenverordening Avri 2016 Auteur Avri Versie 1 Datum 3 december 2015 Afvalstoffenverordening Avri 2016 Het algemeen bestuur van Avri besluit, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

De Afvalstoffenverordening Woudenberg 2017:

De Afvalstoffenverordening Woudenberg 2017: RAADSBESLUIT Registratiekenmerk: 175527 Raadsvergadering van: 24 november 2016 Onderwerp: Afvalstoffenverordening 2017 De raad van de Gemeente Woudenberg, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

gezien het verslag van de inspraakprocedure; besluit vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel.

gezien het verslag van de inspraakprocedure; besluit vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel. Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 juni 2016; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede

Nadere informatie

*15.182956* 15.182956

*15.182956* 15.182956 omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *15.182956* 15.182956 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER ONDERWERP Op 15 september 1992 is aan W.P. Smink, Sluisweg 13 te Heumen kadastraal bekend gemeente Heumen, sectie C, nummer 1079, een oprichtingsvergunning verleend voor een

Nadere informatie

MILIEUVOORSCHRIFTEN. 60 db(a) tussen en uur (nachtperiode);

MILIEUVOORSCHRIFTEN. 60 db(a) tussen en uur (nachtperiode); Zaaknummer: 590653 Vergunninghouder: Maatschap J. Wilting, H. Wilting-Cremer en A.A. Wilting Projectomschrijving: het veranderen of veranderen van de werking van de inrichting (revisie). MILIEUVOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

1. In te trekken de Afvalstoffenverordening 2016 Dronten 2. Vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening 2019 Dronten

1. In te trekken de Afvalstoffenverordening 2016 Dronten 2. Vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening 2019 Dronten Afvalstoffenverordening 2019 De raad van de gemeente Dronten, gelezen het voorstel van het college van 30 oktober, no B18.002803.; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26 van de

Nadere informatie

Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg

Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg A. Open ruimte bij en in de omgeving van de inrichting. 1. Vrijhouden van terreingedeelten ten behoeve van de brandweer 1.1. De bij de

Nadere informatie

AFDELING 2. BODEM- WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING

AFDELING 2. BODEM- WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2016; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 10.23 lid 1 van de

Nadere informatie

Afval is een Keus. Scheiding en nasortering Grof huishoudelijk (rest)afval. NVRD Regio Noord Nederland 20 juni Definities

Afval is een Keus. Scheiding en nasortering Grof huishoudelijk (rest)afval. NVRD Regio Noord Nederland 20 juni Definities Afval is een Keus Scheiding en nasortering Grof huishoudelijk (rest)afval Maarten Goorhuis Senior beleidsmedewerker, NVRD NVRD Regio Noord Nederland 20 juni 2013 Definities Grof huishoudelijk afval Afvalstoffen

Nadere informatie

Controlelijst brandveiligheid

Controlelijst brandveiligheid Controlelijst brandveiligheid Naam : Adres : Postcode / plaats : Contactpersoon : Controleur(s) : Datum afgifte gebruiksvergunning : Controlefrequentie : Datum controle : Archiefnummer : Handleiding De

Nadere informatie

Pluimveehouderij Bouma

Pluimveehouderij Bouma Voorschriften die behoren bij de beschikking d.d. 3 januari 2011 betreffende de revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor Pluimveehouderij Bouma, De Trije Roeden 4, Boelenslaan VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR28712_1. Afvalstoffenverordening 2010 (7.21)

CVDR. Nr. CVDR28712_1. Afvalstoffenverordening 2010 (7.21) CVDR Officiële uitgave van Haaksbergen. Nr. CVDR28712_1 20 juni 2017 Afvalstoffenverordening 2010 (7.21) Onderwerp: Afvalstoffenverordening 2010 Samenvatting Deze verordening geeft onder meer aan hoe de

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Baarn, d.d. 17 januari 2005 met nr. 2005WEM005472i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

Brandweer voorwaarden behorend bij de APV vergunning ARTIKEL 1 Vrijhouden van terreingedeelten en bereikbaarheid 1.1 De rijbaan en/of de calamiteitenroute moet over een breedte van 3,5 meter vrij blijven.

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2032122/2774502 op de op 26 mei 2011 bij hen ingekomen aanvraag van SABIC Innovative Plastics BV, om vergunning krachtens

Nadere informatie

2003WEMxxxxxi. Bijlage 1: Voorschriften 3. 1 Milieuzorg 3. 2 Milieuaspecten en -componenten 5. 3 Specifieke bedrijfsonderdelen/activiteiten 12

2003WEMxxxxxi. Bijlage 1: Voorschriften 3. 1 Milieuzorg 3. 2 Milieuaspecten en -componenten 5. 3 Specifieke bedrijfsonderdelen/activiteiten 12 Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor een milieustraat, grofvuilretourette en brandweeroefenplaats van de gemeente Leusden, dd. 13 januari 2004 nr. 2003WEM006178i. 2003WEMxxxxxi

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van B.V. Van Vliet Groep Milieu-Dienstverleners h.o.d.n. De Kleijn containers en De Kleijn Containers & Recycling te Den Dolder, 17 juli 2007 met

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING

HOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING HOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING Algemene toelichting De afvalstoffenverordening heeft betrekking op die bepalingen die worden gesteld voor het beheer van huishoudelijke en andere afvalstoffen.

Nadere informatie

Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Gebr. Beijer v.o.f. te Soest, d.d. 15 augustus 2006 met nr. 2006WEM002495i.

Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Gebr. Beijer v.o.f. te Soest, d.d. 15 augustus 2006 met nr. 2006WEM002495i. Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Gebr. Beijer v.o.f. te Soest, d.d. 15 augustus 2006 met nr. 2006WEM002495i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave 1 Algemene voorschriften...2

Nadere informatie

Module 3. Magazijn en opslag Vraag Antwoord Mogelijke maatregelen Prioriteit Toelichting

Module 3. Magazijn en opslag Vraag Antwoord Mogelijke maatregelen Prioriteit Toelichting Branche RI&E vereniging SZS (versie oktober 2008) 3.1 3.1 Is de vloer vrij van oneffenheden, zodat transportmiddelen veilig kunnen rijden en geen ongemakken geeft? Verwijder drempels in de vloer. Egaliseer

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs 15-02-2017 13:59 m0418 Keuring en controle Ga na hoe vaak u een stookinstallatie moet laten keuren. In werking hebben van een stookinstallatie - Keuring

Nadere informatie

Afdeling 4.1. Op- en overslaan van gevaarlijke en andere stoffen en gassen en het vullen van gasflessen

Afdeling 4.1. Op- en overslaan van gevaarlijke en andere stoffen en gassen en het vullen van gasflessen Bron: www.overheid.nl (Tekst geldend op: 25-02-2014) Activiteitenbesluit milieubeheer Afdeling 4.1. Op- en overslaan van gevaarlijke en andere stoffen en gassen en het vullen van gasflessen 4.1.1. Opslaan

Nadere informatie

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en voorschriften, afwijkingen en nadere eisen Nr. Activiteiten in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden 1. zorgplicht 1. dat

Nadere informatie

1.1.2 De inrichting moet schoon worden gehouden en in een goede staat van onderhoud verkeren.

1.1.2 De inrichting moet schoon worden gehouden en in een goede staat van onderhoud verkeren. Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Ballast- Van Oord Grondstoffen VOF (Laurum) te Woerden, d.d. 30 september 2008 nummer 2008INT229983. Bijlage I: Voorschriften Bijlage I: Begripsbepalingen

Nadere informatie

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER (ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Smurfit Kappa Solid Board B.V. ten behoeve van het wijzigen van een inrichting bedoeld voor productie van karton (Locatie: De

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Avn3vl43x1t

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Avn3vl43x1t Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Avn3vl43x1t Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van SITA Recycling Services Noord-Oost BV te Veenendaal, d.d. 22 maart 2005 met nr. 2005WEM001070i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening van de gemeente Renkum 2016

Afvalstoffenverordening van de gemeente Renkum 2016 Afvalstoffenverordening van de gemeente Renkum 2016 De raad van de gemeente Renkum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede

Nadere informatie

Cubri Pallet en Handelsmaatschappij B.V. t.a.v. de heer G.J. Brinks Kanaalweg PH SCHOONEBEEK. Datum verzending: 27 mei 2019

Cubri Pallet en Handelsmaatschappij B.V. t.a.v. de heer G.J. Brinks Kanaalweg PH SCHOONEBEEK. Datum verzending: 27 mei 2019 Cubri Pallet en Handelsmaatschappij B.V. t.a.v. de heer G.J. Brinks Kanaalweg 14 7761 PH SCHOONEBEEK Provincie Drenthe Postadres Postbus 122 9400 AC Assen Bezoekadres Westerbrink 1 9405 BJ Assen t 0592-36

Nadere informatie

Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) en aanverwante artikelen

Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) en aanverwante artikelen 1 Aanvulling revisie besl u i t : 1 Gegevens inrichting Behoort bij besluit van Burgem eester en Wethouders da t u m : 25 september 2015 r eg.n r. : Z-HZ_WABO-2014-02205 toegekend Nam ens dezen, de m anager

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening 2017

Afvalstoffenverordening 2017 Afvalstoffenverordening 2017 De raad van de gemeente Heusden; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016; gelet op hoofdstuk 10 Wet milieubeheer (afvalstoffen);

Nadere informatie

U kunt met uw kinderen snel en goed altijd alle uitgangen bereiken

U kunt met uw kinderen snel en goed altijd alle uitgangen bereiken U kunt met uw kinderen snel en goed altijd alle uitgangen bereiken Zijn de ingangen, doorgangen, uitgangen, nooduitgangen, gangpaden, trappen, hellingbanen en vluchtroutes over de minimaal vereiste breedte

Nadere informatie

De raad van de gemeente Zoetermeer; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 november 2018

De raad van de gemeente Zoetermeer; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 november 2018 Afvalstoffenverordening 2019 (0637205124) De afvalstoffenverordening Zoetermeer stelt regels op het gebied van inzameling van verschillende afvalstoffen in de gemeente Zoetermeer. Hiermee worden de kaders

Nadere informatie