Windenergie in Utrecht
|
|
- Tobias Aerts
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Windenergie in Utrecht Haalbaarheidstudie 15 februari 2010 Opdrachtgever Auteurs Drs. Ing. Jeroen Dooper Drs. Foreno van der Hulst Drs. Ruud van Rijn
2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Achtergrond Doelstelling Methode Leeswijzer Normen en Richtlijnen Geluidhinder WindNormCurve Ruimtelijke inpassing Slagschaduwhinder Externe veiligheid Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Handboek Risicozonering Windturbines Beleidsregel voor plaatsing op, in of over Rijkswaterstaatwerken Interne veiligheid Gas en hoogspanningleidingen Rijnenburg Toekomstige ontwikkelingen Ligging t.o.v. bijzondere landschappen Gemeentelijk grondeigendom Kansen voor windturbines Bedreigingen voor windturbines Nabijheid van woningen en bedrijven Mogelijke opstellingen Geluid en slagschaduwhinder Externe veiligheid Lage Weide Toekomstige ontwikkelingen Ligging t.o.v. bijzondere landschappen Gemeentelijk grondeigendom Kansen voor windturbines Bedreigingen voor windturbines Nabijheid van woningen en bedrijven Mogelijke opstellingen Geluid en slagschaduwhinder Externe veiligheid Knooppunt Oudenrijn Toekomstige ontwikkelingen Ligging t.o.v. bijzondere landschappen Gemeentelijk grondeigendom Kansen voor ontwikkelingen Bedreigingen voor ontwikkelingen Nabijheid van woningen en bedrijven Mogelijke opstellingen Geluid en slagschaduwhinder Externe veiligheid Galecopperbrug Toekomstige ontwikkelingen Pagina 2 van 85
3 6.2 Ligging t.o.v. bijzondere landschappen Gemeentelijk grondeigendom Kansen voor windenergie Bedreigingen voor windenergie Nabijheid van woningen en bedrijven Mogelijke opstellingen Geluid en slagschaduwhinder Externe veiligheid Haarzuilens Toekomstige ontwikkelingen Ligging t.o.v. bijzondere landschappen Gemeentelijk grondeigendom Kansen voor windenergie Bedreigingen voor windenergie Nabijheid van woningen en bedrijven De Uithof Toekomstige ontwikkelingen Ligging t.o.v. bijzondere landschappen Gemeentelijk grondeigendom Kansen voor windenergie Bedreigingen voor windenergie Nabijheid van woningen en bedrijven Financiële haalbaarheid Inleiding Resultaten Rijnenburg Lage Weide Knooppunt Oudenrijn Galecopperbrug Conclusies totalen per locatie CO 2 reductie Elektriciteitsproductie CO 2 reductie Conclusies Algemene conclusies Conclusies per locatie Rijnenburg Lage Weide Knooppunt Oudenrijn Galecopperbrug Haarzuilens De Uithof Bijlage 1 Landschappelijke waarden en natuurwaarden Bijlage 2 Uitleg per landschapstype Bijlage 3 Geluidgevoelige objecten Bijlage 4 Programmatisch effect van mogelijke opstellingen van windturbines in Rijnenburg Bijlage 6 Financiële kentallen Bijlage 6 Notitie: Planologische procedure Bijlage 7 Notitie: Ontwikkel en beheerstrategie Pagina 3 van 85
4 1 Inleiding 1.1 Achtergrond De ambitie van de gemeente Utrecht is om CO 2 neutraal te zijn in In juli 2007 is deze ambitie door het college van B&W vastgesteld in de nota 'Utrecht creëert Nieuwe Energie' met een bijbehorend werkprogramma. Hiermee kiest Utrecht voor een stadsbreed energie en klimaatprogramma op de belangrijkste thema s van de stad: Wonen, Werken en Mobiliteit. Voor elk thema zijn activiteiten benoemd, zo is er in 2008 gestart met het inventariseren van de duurzame energiekansen voor de stad. Aan de orde komen de kansen voor windenergie, zonneenergie, biomassa (inclusief vergroenen van de NUON centrale door (bij)stook biobrandstoffen) en energie uit afval. 1 Ook het CO2 neutraal maken van de eigen gemeentelijke organisatie voor 2012 is in dit kader een belangrijk project. Op verzoek van het college van B&W zijn in 2008 via een 'quick scan' methode de mogelijkheden voor windenergie binnen de gemeentegrenzen in kaart gebracht. Dit resulteerde in september 2008 in het rapport 'Locatieonderzoek Windenergie gemeente Utrecht'. Dit rapport gaf aan dat er technische mogelijkheden voor windenergie zijn in een zestal gebieden zoals weergegeven in figuur 1. Haarzuilens Lage Weide De Uithof Knooppunt Oudenrijn Rijnenburg Galecopperbrug Figuur 1: Mogelijke windenergiegebieden volgens het onderzoek 'Locatieonderzoek Windenergie gemeente Utrecht'. 1 Utrecht creëert Nieuwe Energie werkprogramma Pagina 4 van 85
5 Het onderzoek uit 2008 had als uitgangspunt dat er via een 'snelle methode' gezocht werd naar gebieden die binnen de wet en regelgeving technisch mogelijk zijn. Hierin is gezocht naar gebieden waar lijnopstellingen mogelijk zijn met voldoende afstand van woningen (400 meter, bij windturbines met 100 m ashoogte) en langs infrastructuur. Het gaat om opstellingen van grote windturbines met een ashoogte van 75 tot 100 meter. Er is geen rekening gehouden met landschap, toekomstige ontwikkelingen, financiële haalbaarheid, ruimtelijk beleid en visuele impact. 1.2 Doelstelling Dit rapport moet als onderlegger dienen voor een Collegeadvies waarin staat of er voor windenergie kansrijke gebieden zijn. De mogelijkheden in de gebieden uit de quick scan van 2008 zijn nader onderzocht en er zijn mogelijke opstellingen voor windturbines gemaakt. Doel van dit haalbaarheidsonderzoek is inzicht bieden in: 1. de kansen en mogelijkheden voor windenergie in de zes gebieden uit de quick scan; 2. economische opbrengst, bijdrage aan klimaatambitie, landschappelijke impact, aansluiting op ruimtelijke plannen en ontwikkelingen in het gebied, geluid en slagschaduwhinder en externe veiligheid; 3. de rol die de gemeente ten behoeve van de bouw van de windturbines kan innemen; 4. planologische procedure en procedure rond vergunningaanvraag windenergie, inclusief mogelijke opstellingen. 1.3 Methode Het onderzoek uit 2008 naar de mogelijkheden voor windenergie uitgaande van de situatie op dat moment. Om een duidelijk beeld te krijgen van toekomstige ontwikkelingen in de zes kansrijke gebieden, en of windenergie hiermee samen kan gaan, zijn allereerst interviews gehouden met de betreffende gebiedsmanagers en andere betrokkenen. Naast de toekomstige ontwikkelingen zijn ook de onderwerpen huidig gebruik, kansen en belemmeringen, bestemmingsplan, natuurwaarden, nabijheid van omwonenden en mogelijke interesse in financiële participatie besproken. De opgedane kennis uit deze interviews is verwerkt in dit rapport. Waardevolle landschappen Er is een inventarisatie gemaakt van alle waardevolle landschappen die in en om de zes gebieden liggen. Bepaald is wat de afstand is tussen de zoekgebieden voor windenergie en de waardevolle landschappen. Voor de gebieden die specifieke kernkwaliteiten toegekend hebben gekregen, is gekeken of de plaatsing van windturbines in die gebieden hier een negatieve impact op kan hebben. Eigendomssituaties Per gebied is bekeken welke grond in eigendom van de gemeente Utrecht is. Per gebied zijn kaarten gemaakt welke zijn weergegeven in de hoofdstukken. De eigendomssituatie is belangrijk voor de rol die de gemeente kan innemen bij eventuele ontwikkeling van windenergie, zie bijlage 8. Mogelijke opstellingen Voor vier van de zes locaties zijn op basis van de inventarisatie van toekomstige ontwikkelingen, normen rondom geluid, schaduw en externe veiligheid, mogelijke cluster en lijnopstellingen ingetekend. Deze voorbeeldopstellingen zijn alleen uitgewerkt om een meer algemene uitspraak te kunnen doen over de mogelijkheden en de haalbaarheid van windenergie in die gebieden. We laten in dit rapport de contouren zien waarbinnen een dergelijk voorbeeldopstelling mogelijk zou zijn. Uit kostenoverwegingen is de haalbaarheid van die mogelijke opstellingen voor de twee op het eerste gezicht minst kansrijke gebieden (Haarzuilens en De Uithof) niet verder uitgewerkt. Voor de overige Pagina 5 van 85
6 vier gebieden is met name gekeken of windturbines van verschillende hoogtes (financieel) haalbaar zijn en ook welke CO2 reductie met een opstelling behaald zou kunnen worden. Ook is een uitgebreidere analyse uitgevoerd op basis van geluid en slagschaduwhinder en externe veiligheid. Naast een aantal mogelijke lijnopstellingen is voor Lage Weide ook een clusteropstelling uitgewerkt die gedeeltelijk op grondgebied van de gemeente gerealiseerd zou kunnen worden. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 zijn de belangrijkste normen en richtlijnen gegeven waaraan voldaan moet worden bij het plaatsen van windturbines. In de hoofdstukken 3 t/m 8 wordt elk gebied doorgelicht op de mogelijkheden voor de plaatsing van windturbines. Eerst is gekeken of windenergie samengaat met de toekomstige ontwikkelingen in de gebieden, vervolgens is het landschap dat zich in en om de gebieden bevindt geanalyseerd. Tevens is er gekeken naar de eigendomsituatie in de gebieden en de nabijheid van omwonenden en bedrijven. Voor de gebieden waar uit de analyse van ruimtelijke ontwikkelingen en ligging ten opzichte van (beschermde) landschappen blijkt dat het realiseren van windturbines zou kunnen passen bij de aard en ligging van het gebied, is in deze hoofdstukken een uitgebreidere analyse beschreven op basis van mogelijke opstellingen, geluid en slagschaduwhinder en externe veiligheid. In de hoofdstukken 9 en 10 wordt de economische haalbaarheid en mogelijke CO 2 vermindering van de verschillende opstellingen beschreven. Hoofdstuk 11 geeft de eindconclusie van deze haalbaarheidstudie, evenals een conclusie per gebied. Om als gemeente inzicht te krijgen in de procedure en voor en nadelen van een eigen actieve of passieve rol is een tweetal losse notities opgesteld met informatie over de te volgen planologische procedures en mogelijke beheer en ontwikkelstrategiën voor de gemeente Utrecht. Deze zijn opgenomen in de bijlagen 7 en 8. Pagina 6 van 85
7 2. Normen en Richtlijnen 2.1 Geluidhinder WindNormCurve Geluid veroorzaakt door windturbines (of andere installaties) mag geen ontoelaatbare hinder veroorzaken. Daarvoor zijn normen opgesteld die gekoppeld zijn aan de windsnelheid. Dit betekent dat bij een lage windsnelheid (40 db(a) bij windkracht 1) minder geluid is toegestaan dan bij een hoge windsnelheid (50 db(a) bij windkracht 12). Dit hangt samen met de aanname dat bij hogere windsnelheden meer omgevingsgeluid aanwezig is waar het geluid van een windmolen bij wegvalt. Deze zogenaamde WindNormCurve (WNC) kan onder voorwaarden worden toegepast. De voorwaarden zijn beschreven in de Algemene Maatregel van Bestuur met de naam Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Barim) ook wel Activiteitenbesluit (voorheen: Besluit Voorzieningen en Installaties Milieubeheer ). De WNC doet recht aan het feit dat de geluidproductie van windturbines toeneemt met toenemende windsnelheid, terwijl tegelijkertijd het achtergrondgeluid als gevolg van het ruisen van de wind ook toeneemt. De WNC is tot stand gekomen door middel van een groot aantal geluidmetingen uitgevoerd in de praktijk. In onderstaand figuur is de WNC 40 weergegeven zoals in de AMvB staat gepubliceerd. De berekende immissiewaarden mogen bij geen enkele windsnelheid boven de WNC 40 liggen WNC Windsnelheid op 10 m hoogte (m/s) Figuur 2: WNC 40 overgenomen uit de AMvB De praktijk leert dat op een afstand van 4 keer de ashoogte (dat is 400 meter bij een windturbine met 100 m ashoogte) de WNC 40 norm voor geluidsgevoelige objecten (lees: woningen) niet wordt overschreden. Aan de as van een windturbine zitten de wieken vast. De totale hoogte van een windturbine wordt dus bepaald door de hoogte van de as (100 m) plus de lengte van de rotorbladen (45 m) samen. Pagina 7 van 85
8 2.1.2 Ruimtelijke inpassing Windturbines worden niet beoordeeld op grond van de Wet geluidhinder. Voor de ruimtelijke inpassing van windturbines eist de Wet Ruimtelijke Ordening echter wel dat bij de afweging ook naar geluidhinder wordt gekeken met het oog op het belang van een goed woonmilieu. In de (concept) aanpassing van het Activiteitenbesluit (Wet milieubeheer) is een grenswaarde van 47 db L den 2 voor windturbinegeluid vastgelegd en een L night 3 van 41 db. Deze grenswaarde kan bij de ruimtelijke inpassing worden gezien als een bovengrens waaraan in ieder geval moet worden voldaan. Deze grenswaarde voor windturbines komt overeen met de genoemde regeling voor windmolens (WindNormCurve). Een L den van 47 db kan wat betreft hinderbeleving worden vergeleken met de maximale grenswaarde voor geluidsbronnen die onder de werking van de Wet geluidhinder vallen, zoals weg en railverkeerslawaai. De in dit haalbaarheidonderzoek gehanteerde afstand van 4 keer de ashoogte (400 meter) komt overeen met de grenswaarde van 47 db en geeft daarmee voor geluidhinder de maximale ruimte aan die beschikbaar is voor windmolenlocaties. De aan te houden afstanden hangen ook af van de bestaande 'geluidarme technieken' voor windturbines, zoals het toepassen van kartelranden op de rotorbladen. Deze technieken zijn nog steeds in ontwikkeling. Wanneer besloten wordt met een locatie door te gaan moet in een vervolgstudie nader onderzoek plaatsvinden aangaande de geluidsnorm en de opstelling en hoogte die daarmee mogelijk is. Voor woningen op een industrieterrein kent het Activiteitenbesluit geen ruimere grenswaarden (bij gezoneerd industrieterrein) of een 5 db ruimere grenswaarde (overige industrieterreinen). Het college zal een bestuurlijke afweging moeten maken aangaande de bescherming tegen geluidhinder van deze woningen. 2.2 Slagschaduwhinder Slagschaduw van een windturbine is de bewegende schaduw van de draaiende wieken. Als slagschaduw op het raam ( het lichtdoorlatend deel van de gevel ) van een woning valt, kan dat als hinderlijk worden ervaren. Het afwisselen van schaduw en licht met een frequentie tussen de 2,5 en 14 Hz wordt als hinderlijk ervaren. Moderne windturbines hebben een maximale omwentelingssnelheid van zo n 20 tot 30 toeren per minuut. Uitgaande van windturbines met 3 wieken, leidt dat tot een maximaal aantal bladpassages van 90 per minuut, ofwel een frequentie van 1,5 Hz. Met andere woorden: de passeerfrequentie van de wieken van een windturbine valt niet in het als hinderlijk ervaren interval. In het Activiteitenbesluit staat een richtlijn vermeld voor welke duur en frequentie het optreden van slagschaduw is toegestaan. Gesteld wordt dat het niet toegestaan is om gemiddeld op meer dan 17 dagen per jaar meer dan 20 minuten per dag slagschaduw te veroorzaken op de plaats van een raam, en op niet meer dan 64 dagen op de totale gevel. Dit geldt bovendien alleen als de afstand tot de windturbine minder is dan 12 maal de rotordiameter. Wanneer deze richtwaarden worden 2 De L den is een gewogen gemiddelde van de drie etmaalperioden (dag, avond, nacht) waarin een straffactor van 5 db voor de avondperiode en van 10 db voor de nachtperiode is opgenomen. Hiermee wordt de extra hindergevoeligheid voor deze perioden in rekening gebracht. 3 De L night (nachtgeluidsbelastingsindicator), het over alle nachtperioden van een jaar gemiddelde geluidniveau Pagina 8 van 85
9 overschreden, dan is er sprake van overlast en moet slagschaduw voorkomen worden middels een stilstandvoorziening. Bovenstaande voorwaarden kunnen vertaald worden in een limietnorm van maximaal 340 minuten (afgerond 6 uur) schaduw per jaar. Om overlast te voorkomen kan een stilstandvoorziening op de windturbine(s) worden aangebracht zoals vermeld in het Activiteitenbesluit. Deze zorgt ervoor dat bij overlast ten gevolge van schaduw de windturbine wordt uitgeschakeld. De voorziening wordt per schaduwgevoelige woning op de turbine aangebracht en vooraf ingeregeld, aangezien het gaat om specifieke momenten die van te voren bepaald kunnen worden afhankelijk van de zonnestand. Daarnaast wordt gemeten of er daadwerkelijk voldoende zon (en dus slagschaduw) is op die momenten. 2.3 Externe veiligheid Bij de toetsing van windturbines op veiligheidsaspecten wordt gebruik gemaakt van verschillende (wettelijke) kaders. In mei 2004 is het 'Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen' (BEVI) in werking getreden. Hiermee zijn de risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd. Windturbines vallen niet onder de categorieën van inrichtingen waarop het BEVI zich richt. In opdracht van SenterNovem is daarom het 'Handboek Risicozonering Windturbines' opgesteld, deze geeft richtlijnen om de risico s rond windturbines op een vergelijkbare wijze als in het BEVI te toetsen. De risicocriteria in dit handboek zijn geen wet, maar dienen slechts als richtlijn voor het bepalen van het risico van plaatsing van windturbines op een specifieke locatie. In aanvulling op het externe veiligheidsbeleid dat algemeen van toepassing is, hanteren Rijkswaterstaat en ProRail eigen risicocriteria voor windturbines welke zijn opgenomen in de documenten 'Beleidsregel voor het plaatsen van windturbines op, in of over Rijkswaterstaatwerken' en 'Windturbines langs auto, spoor, en vaarwegen Beoordeling van veiligheidsrisico s'. In 2010 zal een nieuwe AMvB Windturbines in werking treden waarin nieuwe normen voor veiligheid en windturbines staan gegeven. Voor kwetsbare objecten (zie hieronder) verandert de norm niet. Voor beperkt kwetsbare objecten zoals bedrijfsgebouwen is een kleinere afstand toegestaan: de 10 5 norm die neerkomt op een afstand van de wieklengte (45 50 meter) Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Het BEVI stelt dat voor bebouwing zowel het Plaatsgebonden Risico (PR) als Groepsrisico voor inrichtingen (GR I ) van toepassing is. Voor nieuwe situaties geldt voor kwetsbare objecten een grenswaarde van PR = 10 6 en voor beperkt kwetsbare objecten een richtwaarde van PR = Dit wil zeggen dat kwetsbare objecten buiten de 10 6 contour moeten liggen, en beperkt kwetsbare objecten in principe ook buiten de 10 6 contour dienen te liggen. In de nieuwe AMvB zal voor beperkt kwetsbare objecten een grenswaarde van PR = 10 5 gaan gelden. Het BEVI (en de nieuwe AMvB) maakt het volgende onderscheid tussen kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten. Welke deze kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten zijn, staat vermeld in het BEVI Handboek Risicozonering Windturbines Het Handboek Risicozonering windturbines geeft een methode voor de normering van risico s in relatie tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, zoals opgesteld in het BEVI. Deze normering is een ingewikkelde en tijdrovende analyse, daarom zijn er in het handboek met conservatieve uitgangspunten generieke conclusies afgeleid voor wat betreft trefkansen van personen en objecten. Pagina 9 van 85
10 Dit resulteert in de volgende risicocontouren: Vermogen windturbine in kw contour (m) contour (m) Figuur 3: Generieke afstanden risicocontouren rond windturbines Beleidsregel voor plaatsing op, in of over Rijkswaterstaatwerken Rijkswaterstaat heeft beleidsregels geformuleerd voor de verkeersveiligheid rond windturbines. De beleidsregels voor verkeersveiligheid zijn vooral op het risico van rotorbladbreuk gebaseerd. Om de consequenties van bladbreuk te minimaliseren heeft Rijkswaterstaat daarom voorkeursafstand tot verkeersvoorzieningen, zowel voor de scheepvaart als voor het wegverkeer, geformuleerd. Voor de windturbines zijn de volgende voorkeursafstanden van belang: Langs rijkswegen wordt plaatsing van windturbines toegestaan bij een afstand van ten minste 30m uit de rand van de verharding. Indien de rotordiameter groter dan 60m is, dan moet deze afstand ten minste de halve diameter zijn. Langs kanalen, rivieren en havens wordt plaatsing van windturbines toegestaan bij een afstand van ten minste 50m uit de rand van de vaarweg. Plaatsing van windturbines wordt niet toegestaan in de kernzone van de primaire waterkering. Onder 'kernzone' wordt verstaan: het eigenlijke dijk, duin of damlichaam, zijnde de primaire waterkering als bedoeld in de Wet op de waterkering. Indien er niet voldaan wordt aan de voorkeursafstanden zoals ze zijn opgenomen in deze beleidsregel, dan wordt plaatsing van windturbines slechts toegestaan als uit een aanvullend onderzoek blijkt dat er geen onaanvaardbaar verhoogd veiligheidsrisico bestaat. Het document 'Windturbines langs auto, spoor, en vaarwegen Beoordeling van veiligheidsrisico s' is de handleiding om deze veiligheidsrisico s te beoordelen Interne veiligheid Buiten de bovengenoemde eisen en richtlijnen voor externe veiligheid moeten windturbines ook voldoen aan eisen voor interne veiligheid. Bij interne veiligheid gaat het om voorzieningen in en aan de windturbines zelf, die de kans op onveilige situaties zoals brand, elektrocutie en afwerpen van ijsafzetting, zo klein mogelijk maken. Dergelijke interne veiligheidsvoorzieningen gelden voor elk type turbine in elke willekeurige opstelling. Deze veiligheidsvoorzieningen zijn samengevat in twee geobjectiveerde eisenpakketen: NVN 'Windturbines, voorschriften voor typecertificatie, technische eisen'. IEC 'Wind Turbine Safety and Design '. Alleen gecertificeerde windturbines voorzien van een geldig typecertificaat conform (een van) de hierboven genoemde normen komen in Nederland in aanmerking voor een bouw en milieuvergunning Gas en hoogspanningleidingen Vanwege externe veiligheid en transportzekerheid moet er rond hoogspanning en gasleidingen een afstand gehandhaafd worden. Voor hoogspanningsleidingen geldt dat er zich een minimale afstand van 5 meter tussen de wiek en de leiding moet bevinden. Pagina 10 van 85
11 Voor gasleidingen hanteert de Gasunie een high impact zone waarbuiten geen negatieve invloed van een windturbine te verwachten is. Deze high impact zone heeft een diameter van ashoogte + 1/3 wieklengte. Dit is echter geen harde belemmering. In overleg met de Gasunie en afhankelijk van een locatiespecifieke risicoanalyse zijn kleinere afstanden vergunbaar. Pagina 11 van 85
12 3. Rijnenburg 3.1 Toekomstige ontwikkelingen Rijnenburg is het gebied ten zuiden van de Rijksweg A12 en ten westen van de Rijksweg A2. Momenteel is het een agrarisch gebied met verspreid liggende boerderijen. Ten tijde van het locatieonderzoek in 2008 waren er dan ook veel technische mogelijkheden voor de plaatsing van een groot aantal windturbines. Inmiddels is er een plan ontwikkeld voor woningen en 90 hectare bedrijvigheid. De plankaart is op hoofdlijnen opgesteld in het kader van de structuurvisie (die naar verwachting in 2010 door het college wordt vastgesteld). Op deze kaart, zie het figuur hieronder is de stedenbouwkundige opbouw van het gebied te zien. Figuur 4: Plankaart van Rijnenburg uit het concept structuurvisie. Pagina 12 van 85
13 Voor Rijnenburg zijn er hoge ambities als het gaat om duurzame energie. Het moet een energieneutrale wijk worden die zelfs duurzame energie produceert voor nòg eens een vergelijkbare wijk. Voor het behalen van deze ambities wordt gekeken naar zonne energie, warmte koude opslag (WKO), bio energie (kringloop) en windenergie. Voor Reijerscop (het groene vlak in het westen van het plan) gaat de provincie Utrecht een inpassingplan maken. Dit gebeurt vanuit WILG: Wet inpassing landelijk gebied. Er komen fietspaden en ecologische routes en voorlopig geen agrarische versterking. In de concept structuurvisie 4 is de mogelijkheid van windturbines opgenomen in de klimaatwal langs de A12. Het gaat hier om een 12 meter hoge geluidswal met zonnepanelen, zie het figuur hieronder. Figuur 5: Zijprofiel van randweg met bedrijven en klimaatwand In de structuurvisie wordt ook plaatsing van windturbines langs de A2 als optie genoemd. Hier moet dan wel rekening gehouden worden met de woningen in Nieuwegein langs de A2. Grote windturbines zullen door de gewenste afstand tot woningen verder van de snelweg geplaatst worden en hebben daardoor een groter programmatisch effect, zie bijlage 4. De kleinere windturbines (masthoogte van 75 meter) kunnen dichter bij de snelweg geplaatst worden; ter hoogte van de bedrijven gelegen in de geluidswal, zie figuur 37 in bijlage 4. 4 Wonen in het landschap; concept structuurvisie Rijnenburg, 8 september Pagina 13 van 85
14 3.2 Ligging t.o.v. bijzondere landschappen In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van landschappelijke en natuurwaarden waaraan de gebieden getoetst zijn. Hieronder staat het gebied Rijnenburg weergegeven met de verschillende gebieden met een landschappelijke waarde in de nabijheid. Nationaal landschap Het Groene Hart Natuurschoonwet landgoederen Ecologische Nationaal landschap Hoofdstructuur Het Groene (EHS) Hart Belvedere en stiltegebied Figuur 6: Landschappen in en rond Rijnenburg Zoals in bovenstaande figuur te zien is, ligt in het plangebied zelf geen van de, in bijlage 1 aangegeven, bijzondere landschappen. Wel grenst het aan de zuid en westkant direct aan het nationale landschap Het Groene Hart. Verder bevinden zich ten zuiden van het plangebied een gebied dat is aangewezen als Belvedere en Stiltegebied (±3.500 meter van de mogelijke opstelling langs de A12) en enkele gebieden behorende tot de EHS (±2.500 meter) en ten noorden ligt een gebiedje behorende tot het 'Natuurschoon Landgoederen' (±2.000 meter). Het gedeelte van het Groene Hart waarop het gebied aansluit is het Hollands Utrechts veenweidegebied. De belangrijkste kenmerken van dit gebied zijn een grote mate van openheid, een strokenverkaveling met een hoog percentage water en het veenweidenkarakter. Doordat Rijnenburg zich niet in, maar net buiten het gebied bevindt is er geen negatieve uitwerking van eventuele windturbines op deze kernkwaliteiten. Wel zullen de windturbines vanwege het open karakter vanuit het aangrenzende gebied goed zichtbaar zijn. Pagina 14 van 85
15 3.3 Gemeentelijk grondeigendom De gemeente Utrecht bezit nauwelijks grond in Rijnenburg. Een opstelling van windturbines op grond in eigendom van de gemeente is hier dus niet mogelijk. De eigendomssituatie is belangrijk voor de rol die de gemeente kan innemen bij eventuele ontwikkeling van windenergie, zie bijlage Kansen voor windturbines De ambities op het gebied van duurzame energie zijn in Rijnenburg zeer hoog. In het kader van het bestemmingsplan zullen drie scenario s uitgewerkt worden om deze ambities vorm te geven: zon, biomassa (kringloop) en wind. De verwachting is dat een combinatie van alle technieken nodig is om de hoge ambities te kunnen halen. De eerste stap is gezet door plaatsing van windturbines op te nemen in de structuurvisie: 'In Rijnenburg zijn zonne energie en windenergie de meest logische duurzame energiebronnen. Daarnaast is warmte koude opslag met warmtepompen een goede aanvulling. De ligging van Rijnenburg is geschikt voor het toepassen van windenergie. Aan de randen (met name langs de A12) zijn goede mogelijkheden voor windturbines.' 3.5 Bedreigingen voor windturbines Hoge windturbines (100 m ashoogte) kunnen een grote financiële impact op het plan hebben. Woningen moeten immers op behoorlijke afstanden geplaatst worden, en voor bedrijven gelden beperkingen. De verplichte afstanden tot woningen is 4 x de ashoogte, dat is 400 meter. De afstand tot bedrijven moet minstens 45 meter zijn, zodat er geen overdraai is. Waar de woningen exact komen is nog niet bekend, wel zijn er al gebieden aangewezen waar bedrijven, woningen of een combinatie van deze twee moeten komen. In bijlage 4 staan in de plankaart mogelijke opstellingen van windturbines ingetekend langs de A12 en A2 met bijbehorende contouren waarbinnen geen woningen of bedrijven mogen staan. De windturbines langs de A2 moeten op een afstand staan van 4 keer de ashoogte van de woningen aan de oostkant van de A2. Hierdoor kunnen ze niet allemaal direct langs de snelweg ingetekend worden. Slechts 4 windturbines met 100m as (of 10 kleine) zouden ter plaatse van de opgehoogde wal kunnen worden gerealiseerd vanwege de nabijheid van woningen in Nieuwegein. Zoals in de structuurvisie te zien is, staan de windturbines langs de A12 ingetekend in de klimaatwand. Een vereiste voor de plaatsing van windturbines langs een Rijksweg is dat er geen overdraai over de weg plaatsvindt. Voor een moderne windturbine van 3 MW resulteert dit in een vereiste afstand tot de weg van minimaal 45 meter. De klimaatwand heeft het grootste effect wanneer deze zo dicht mogelijk bij de snelweg wordt geplaatst. Wanneer 45 meter een te grote afstand blijkt, kan wellicht gekozen worden voor een kleinere windturbine (900 kw, 75 meter ashoogte) met een wieklengte van 27 meter. 3.6 Nabijheid van woningen en bedrijven Bij de uitvoering van de plannen moeten de omwonenden en gevestigde bedrijven betrokken worden. Om de toekomstige inwoners van Rijnenburg te laten profiteren van de windturbines kan wellicht als voorwaarde voor een bouwvergunning gesteld worden dat de elektriciteit van de windturbines onder gunstige condities afgenomen kan worden door toekomstige bewoners. Door van het begin af aan duidelijk te maken dat de windturbines energie opwekken ten behoeve van de wijk Rijnenburg worden de windturbines als het ware eigendom van de toekomstige inwoners. Een eventueel financieel voordeel in de vorm van goedkope groene stroom voor de inwoners kan het draagvlak verder vergroten. Pagina 15 van 85
16 3.7 Mogelijke opstellingen Om een idee te hebben van de visuele impact op naastgelegen gebieden van eventuele windturbines zijn voor Rijnenburg een aantal opstellingen uitgewerkt: Rijnenburg 1 Mogelijkheid voor 21 MW 7 x 3MW windturbines. Ashoogte: 100 m. Wieklengte: 45 m. Figuur 7: Blauw: gebied voor mogelijke opstelling 'Rijnenburg 1'. Rijnenburg 2 Mogelijkheid voor 11,7 MW 13 x 900 kw windturbines. Ashoogte: 75 m. Wieklengte: 27 m. Figuur 8: Blauw: Mogelijke opstellingsvlakken 'Rijnenburg 2' voor 11 x 900 kw windturbines. Mogelijkheden langs de A2 In de structuurvisie wordt ook de mogelijkheid genoemd voor plaatsing van windturbines langs de A2. Hier moet dan wel rekening gehouden worden met de woningen in Nieuwegein aan de overkant van de A2. Grote windturbines zullen door de noodzakelijke afstand tot woningen verder van de snelweg geplaatst moeten worden en hebben daardoor een groter programmatisch effect, zie bijlage 4. De kleinere windturbines (masthoogte van 75 meter) kunnen dichter bij de snelweg geplaatst worden; ter hoogte van de bedrijven gelegen in de geluidswal, zie figuur 42 in bijlage 4. Pagina 16 van 85
17 3.8 Geluid en slagschaduwhinder Geluid zal een belangrijke rol spelen voor de haalbaarheid van windturbines in het plangebied. Binnen een straal van 400 meter (100 m. ashoogte) of 300 meter (75 m. ashoogte) mogen zich geen geluidsgevoelige objecten bevinden (lees: woningen). Deze zone zou wat kleiner gemaakt kunnen worden als er hele stille turbines geplaatst worden. Akoestisch onderzoek op basis van de 47 L(den) zal moeten uitwijzen hoever deze contour precies komt te liggen. In bijlage 3 wordt een overzicht van alle geluidgevoelige objecten gegeven. In bijlage 4 staan verschillende cirkels in het plan weergegeven waarbinnen zich bij realisatie van windturbines in principe geen woningen, bedrijven en snelwegen mogen bevinden. Woningen binnen de cirkel van 4 keer de ashoogte komen alleen voor in het geval van opstelling Rijnenburg 1 (figuur 7) ter hoogte van de twee meest westelijke windturbines. Ook bevindt zich bij die mogelijke opstelling een woning net ten noorden aan de A12 bij Strijkviertel waar mogelijk teveel geluid zal zijn. Akoestisch onderzoek zal moeten uitwijzen of dit het geval is. Indien er woningen zijn waar niet voldaan wordt aan de norm is het alleen mogelijk om een windmolen te realiseren indien de eigenaar met deze plaatsing akkoord gaat. Gelet op de afstand tot de meest nabij gelegen woningen in Rijnenburg zal vanwege mogelijke slagschaduwhinder een stilstandvoorziening noodzakelijk zijn. Aanvullend onderzoek zal moeten uitwijzen om hoeveel uren slagschaduw het jaarlijks zal gaan. De praktijk leert dat een stilstandvoorziening niet zo ingrijpend zal zijn dat de financiële exploitatie in gevaar komt, wanneer er al voldoende afstand tot woningen is vanwege de geluidsnorm. 3.9 Externe veiligheid In bijlage 4 staat het programmatische effect als gevolg van de externe veiligheidsnorm weergegeven. De rode lijnen geven de risicocontouren. De 10 6 contour is bepaald op basis van conservatieve aannames. Wanneer de eventuele opstelling bekend is (type windturbines, aantal, hoogte), kan op basis van een kwantitatieve risicoanalyse de exacte ligging van de 10 6 contour bepaald worden. Wanneer er zich bedrijven vestigen die onder het BEVI vallen, zal in de risicoanalyse die het bedrijf moet uitvoeren voor de milieuvergunning, de externe werking van de eventuele windturbines moeten worden meegenomen. Zolang de windturbines niet over de wegverharding draaien ('overdraai') op de A12, wordt er voldaan aan de eisen van Rijkswaterstaat en wordt er op dit vlak geen belemmering verwacht. Overdraai is alleen toegestaan als er in overleg met Rijkswaterstaat een risicoanalyse wordt uitgevoerd waaruit blijkt dat de risico s niet te groot zijn. Pagina 17 van 85
18 4. Lage Weide 4.1 Toekomstige ontwikkelingen Lage Weide is een industrieterrein waar naast lichte industrie ook categorie 4 en 5 bedrijven aanwezig zijn. Het grootste gedeelte van het terrein is/blijft in gebruik voor (zware) industrie zonder bestemming voor kantoren. De zwaardere industrie is gelegen rond de havens en ten zuiden van het Amsterdam Rijnkanaal. Het noordelijke deel van Lage Weide wordt gekenmerkt door een clustering van MKB bedrijven. Lage Weide kent drie vervoersmodaliteiten: water, weg en spoor. Momenteel loopt er een onderzoek naar de marktpotentie en benutting van deze verschillende vervoersmodaliteiten. De uitkomsten, die voor het eind van het jaar verwacht worden, worden verwerkt in het bestemmingsplan. Mogelijk komt er een weg parallel aan het spoor, zie de figuur hieronder. Let op: de lijn in deze figuur is heel schematisch en niet gebaseerd op plantekeningen (deze zijn nog niet beschikbaar). Ten noorden van de Cartesiusweg worden de mogelijkheden voor woningbouw onderzocht. Locatie waar de modaliteiten samenkomen Hier komt na verwachting een weg parallel aan het spoor. Eventueel woningbouw Figuur 9: Luchtfoto van Lage Weide Pagina 18 van 85
19 4.2 Ligging t.o.v. bijzondere landschappen In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van landschappelijke waarden en natuurwaarden waaraan de gebieden getoetst zijn. Hieronder staat het gebied Lage Weide weergegeven met de verschillende gebieden met een landschappelijke waarde in de nabijheid. Zoals in de figuur te zien is, ligt er in het plangebied zelf geen van de, in bijlage 1 aangegeven, landschappen. Wel loopt er een zichtlijn op de Dom door het zuidelijk deel van Lage Weide. Ten noorden van Lage Weide ligt het nationale landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie (± 800 meter van dichtstbijzijnde windturbine volgens de mogelijke opstellingen uit hoofdstuk 8) welke ook is opgenomen in de (voorlopige) Unescolijst en enkele gebieden behorende tot de EHS (± 800 meter van dichtstbijzijnde mogelijke windturbine). De kernkwaliteiten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn: Samenhangend systeem van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen. Groen en overwegend rustig karakter. Openheid. Doordat de eventuele windturbines op een redelijke afstand van het Belvedèregebied en Nationaal Landschap 'Nieuwe Hollandse Waterlinie' geprojecteerd zijn, zal er geen directe negatieve impact op de kernkwaliteiten plaatsvinden. De openheid van het landschap zelf blijft in stand. Voor de omliggende landschappen wordt geen directe negatieve externe werking verwacht van windturbines. Het gebied wordt wel doorkruist door een zichtlijn op de Dom vanuit kasteel Haarzuilens. Uitgezocht moet worden of deze zichtlijn nog van betekenis is na de recente ontwikkelingen in Leidsche Rijn. Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Nationaal landschap en Belvedere gebied; Nieuwe Hollandse Waterlinie Zichtlijn op de Dom Figuur 10: Landschappen in en rond Lage Weide Pagina 19 van 85
20 4.3 Gemeentelijk grondeigendom De gemeente bezit een aantal percelen in Lage Weide. Buiten de infrastructuur bezit de gemeente voldoende grond om een aantal windturbines (in een onregelmatige opstelling) te kunnen plaatsen, het gaat dan om maximaal 6 windturbines, zie ook hoofdstuk 9. De eigendomssituatie is belangrijk voor de rol die de gemeente kan innemen bij eventuele ontwikkeling van windenergie, zie bijlage Kansen voor windturbines Windturbines kunnen een positief effect hebben op het imago van het industriegebied. De ondernemers worstelen met het imago van Lage Weide. Gemeente Utrecht kiest, voor het behalen van de doelstelling om in 2030 CO 2 neutraal te zijn, een wijkgerichte aanpak. Wijk West, waar Lage Weide onderdeel van uitmaakt, is uitgekozen als eerste wijk om deze doelstelling te halen. Het toepassen van windenergie op Lage Weide kan ervoor zorgen dat deze doelstelling (deels) behaald wordt. 4.5 Bedreigingen voor windturbines Windturbines op bedrijventerreinen beperken, tot op zekere hoogte, het grondgebruik in de directe omgeving. Zo mag er geen bebouwing onder de wieken van een windturbine zijn en mogen de windturbines geen onacceptabele verhoging teweegbrengen in de faalkansen van aanwezige installaties. Er dient rekening gehouden te worden met de mogelijke wensen van bedrijven t.a.v. toekomstige uitbreidingen. Toekomstige woningbouw ten oosten van de Cartesiusweg en omgeving heeft als resultaat dat er minder ruimte overblijft (vanwege geluidshinder) voor windturbines. De exacte plannen moeten uitsluitsel geven over welke ruimte er eventueel overblijft voor windturbines. 4.6 Nabijheid van woningen en bedrijven Bij de uitvoering van de plannen moeten de omwonenden en gevestigde bedrijven betrokken worden. Bewoners van de wijk Zuilen hebben eerder aangegeven geluid en geuroverlast te hebben van Lage Weide. Eventuele windturbines vormen een extra geluidsbron en hebben een grote visuele impact. Bij eventuele plaatsing moet voldaan worden aan de geldende geluidsnorm en omwonenden moeten inbreng hebben bij de planvorming. Verder is het van belang dat eventuele windturbines in afstemming met de ondernemers ontwikkeld worden. Via de overkoepelende industrievereniging (ILW) kunnen zij benaderd worden om een eerste peiling te doen van de interesse om aan de ontwikkeling deel te nemen / bij de planvorming betrokken te zijn. De overkoepelende vereniging voor de MKB bedrijven op het noordelijke gebied van Lage Weide is 'Fopmo'. 4.7 Mogelijke opstellingen Om een idee te hebben van de visuele impact op naastgelegen gebieden van eventuele windturbines zijn een aantal opstellingen uitgewerkt. Voor Lage Weide zijn de volgende opstellingen uitgewerkt: Optie 1: Lage Weide 1 39 MW 13 x 3MW windturbines in clusteropstelling. Ashoogte: 100 m. Wieklengte: 45 m. Pagina 20 van 85
21 Optie 2: Lage Weide 2 24 MW 8 x 3MW windturbines in twee lijnopstellingen. Ashoogte: 100 m. Wieklengte: 45 m. Figuur 11: Blauw: zoekgebied voor twee mogelijke opstellingsvarianten Lage Weide. 4.8 Geluid en slagschaduwhinder In figuur 11 uit paragraaf 4.7 staan rode lijnen getrokken op een afstand van 400 meter van aanwezige woningen. Beide opstellingen zijn zo gelegen dat ze ruim buiten de contouren van de woningen in Zuilen en Leidsche Rijn staan. De stippellijn geeft de zone aan van 400 meter van eventuele toekomstige woningenbouw ten oosten van het Amsterdam Rijnkanaal. In de minimaal mogelijke opstelling, Lage Weide 1, staat één windturbine binnen een straal van 400 meter van een woning (behorend tot gezoneerd bedrijventerrein). Deze woning is aanwezig op het bedrijventerrein zelf. Ook bevindt de windturbine zich op een afstand van ± 380 meter van eventuele toekomstige woningen. In de maximaal mogelijke clusteropstelling vallen 2 windturbines binnen de straal van 400 meter van een rij woningen (± 18 woningen) aanwezig op Lage Weide. Deze woningen behoren niet tot het gezoneerd industrieterrein. Binnen de cirkels van 4 keer ashoogte zal naar verwachting de geluidsnorm voor geluidsgevoelige objecten overschreden worden. Akoestisch onderzoek op basis van de geluidsnorm 47 L(den) zal moeten uitwijzen hoe ver deze contour precies komt te liggen. Voor de woningen die zich op het gezoneerde industrieterrein bevinden gelden geen geluidsgrenswaarden, en is plaatsing dus mogelijk. Daarnaast zijn op Lage Weide volgens de gemeentelijke bestanden nog circa 25 verspreid liggende woonadressen aanwezig, waarvan niet gecontroleerd is of deze op dit moment bewoond worden. Pagina 21 van 85
22 Gelet op de afstand tot de meest nabij gelegen woningen in Lage Weide zal bij eventuele plaatsing van turbines waarschijnlijk geen stilstandvoorziening vanwege slagschaduwhinder noodzakelijk zijn. 4.9 Externe veiligheid Bij de mogelijke opstellingen in Lage Weide is geen sprake van kwetsbare objecten binnen de 10 6 contour. Met betrekking tot externe veiligheid zijn er twee belangrijke aandachtspunten voor Lage Weide: Er mogen zich geen beperkt kwetsbare objecten bevinden binnen de 10 5 contour. Dit betekent dat er geen overdraai mag plaatsvinden bij bedrijfsgebouwen. Voor bedrijven die BEVI onderhevig zijn, moet door middel van een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) vastgesteld worden of er geen onacceptabele verhoging van risico s plaatsvindt. Pagina 22 van 85
23 5. Knooppunt Oudenrijn 5.1 Toekomstige ontwikkelingen Op dit moment is bedrijventerrein Oudenrijn in gebruik als bedrijventerrein voor de zwaarste categorie bedrijven, zoals wasserijen. Aan de rand van het bedrijventerrein staan voornamelijk kantoren. Het meest westelijke deel is het nieuwst. Er wordt nog steeds grond uitgegeven. Het blauwe vlak (Strijkviertel, figuur 12) is nog niet ingevuld en er zijn ook nog geen concrete plannen voor. De bestemming op dit gebied is bedrijventerrein. De parallelweg (C.H. Letschertweg) zal verbreed worden van tweebaans naar vierbaans. In het vlak 'Rijnvliet' zijn 900 woningen gepland. Papendorp is grotendeels bebouwd en vormgegeven. Op dit bedrijventerrein zijn slechts een aantal percelen nog niet uitgegeven. Figuur 12: Plankaart van knooppunt Oudenrijn 5.2 Ligging t.o.v. bijzondere landschappen Hieronder staat het gebied Oudenrijn weergegeven met de verschillende gebieden met een landschappelijke waarde (voor toelichting zie bijlage 1) in de nabijheid. Ten oosten bevindt zich het nationale landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie welke ook is opgenomen in de (voorlopige) Unescolijst (±3.000 meter van dichtstbijzijnde eventuele windturbine). Pagina 23 van 85
24 De kernkwaliteiten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn: Samenhangend systeem van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen. Groen en overwegend rustig karakter. Openheid. Doordat de locatie zich niet in het nationale landschap bevindt, zal er bij eventuele plaatsing van turbines geen directe negatieve impact op de kernkwaliteiten zijn. De openheid van het landschap zelf blijft in stand. Verder bevindt zich ten noorden een gebiedje behorend tot het 'Natuurschoon Landgoederen'. Voor de omliggende landschappen wordt geen negatieve externe werking verwacht van windturbines. Doordat het gebied direct naast de gebieden Rijnenburg en Galecopperbrug ligt, is het landschappelijk en technisch gezien noodzakelijk om eventuele toekomstige plannen goed op elkaar aan te laten sluiten. Windturbines moeten op een afstand van circa 4 keer de ashoogte van elkaar staan zodat ze niet de wind uit elkaars wieken nemen. Indien op Rijnenburg grote windturbines met 100 meter ashoogte geplaatst worden, dan is er voor Oudenrijn en Strijkviertel geen plaats meer voor windturbines. Er kunnen wel kleinere windturbines geplaatst worden aan beide zijden van de A12 indien dat op een 'zig zag' wijze gebeurt, waarbij beurtelings een turbine ten noorden en ten zuiden van de rijksweg geplaatst wordt, zie opstelling Rijnenburg 2 in figuur 8. Natuurschoonwet landgoederen Zichtlijn op de Dom Unesco Nationaal landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie Figuur 13: Landschappen in en rond knooppunt Oudenrijn Pagina 24 van 85
25 5.3 Gemeentelijk grondeigendom De gemeente bezit alleen grond langs de Letschertweg, en ook langs de wegen op het bedrijventerrein. Het gebied waar eventuele plaatsing van windturbines mogelijk is, de strook ten noorden van de A12 en het knooppunt, is niet in bezit van de gemeente. 5.4 Kansen voor ontwikkelingen Aan de locatie op Strijkviertel is nog geen concrete invulling gegeven. Dit biedt de kans om windturbines meteen in een uiteindelijk plan te integreren. Door windturbines van begin af aan mee te nemen in de plannen wordt de slaagkans voor plaatsing substantieel verhoogd. Het knooppunt blijft naar verwachting ongewijzigd. Deze locatie biedt mogelijkheden voor grote windturbines die het knooppunt extra kunnen markeren. De ligging ten opzichte van woningen en bedrijven is gunstig voor de plaatsing van windturbines. 5.5 Bedreigingen voor ontwikkelingen Papendorp is bijna volledig uitontwikkeld. De groenstrook langs de A12 en A2 is erg smal voor de realisatie van windenergie en bevat bovendien de hoofdleiding ten behoeve van de watervoorziening van Amsterdam. Dit maakt inpassing van windturbines op Papendorp onmogelijk. Windturbines ten noorden van de A12, in de strook tussen de snelweg en de C.H. Letschertweg, zullen over de C.H. Letschertweg draaien doordat deze wordt verbreed. Windturbines met een kleinere wieklengte (± 35 meter) zijn financieel moeilijker rendabel te exploiteren op deze locatie. Overdraai maakt plaatsing niet helemaal onmogelijk, maar een aanvullende risicoanalyse zal moeten uitwijzen of de risico s niet te groot zijn. De belangrijkste parameters in zo'n risicoanalyse zijn het aantal passanten op de weg en eventuele gevaarlijke stoffen die hier vervoerd worden. 5.6 Nabijheid van woningen en bedrijven Bij de uitvoering van de plannen moeten de omwonenden en gevestigde bedrijven betrokken moeten. Nieuw te plaatsen windturbines vormen een geluidsbron en hebben een grote visuele impact op de woningen in De Meern Zuid en Leidsche Rijn. Bij eventuele plaatsing moet voldaan worden aan de geldende geluidsnorm en omwonenden moeten inbreng hebben bij de planvorming. Verder is het van belang dat eventuele windturbines in afstemming met de ondernemers ontwikkeld worden. Via de overkoepelende bedrijventerreinvereniging kunnen zij benaderd worden om een eerste peiling te doen van de interesse om aan de ontwikkeling deel te nemen / bij de planvorming betrokken te zijn. 5.7 Mogelijke opstellingen Om een idee te hebben van de visuele impact van eventuele windturbines op naastgelegen gebieden is een aantal opstellingen uitgewerkt. Voor Knooppunt Oudenrijn is er een mogelijke opstelling voor 3 windturbines diagonaal over het knooppunt. Deze is visueel alleen wenselijk wanneer er verder geen opstelling gerealiseerd wordt bij Rijnenburg. Pagina 25 van 85
26 Knooppunt Oudenrijn 9 MW 3 x 3MW windturbines. Ashoogte: 100 m. Wieklengte: 45 m. Figuur 14: Blauw: gebied voor mogelijke opstelling Oudenrijn. Pagina 26 van 85
27 5.8 Geluid en slagschaduwhinder Uit de locatiestudie van 2008 waren alleen de bestaande woningen in het gebied van Rijnenburg een mogelijke belemmering. De woningen direct langs de A12 zullen naar verwachting verdwijnen en dus geen belemmering meer vormen. Met de toekomstige woningen moet wel rekening gehouden worden. Het programmatische effect op Rijnenburg zal kleiner zijn dan weergegeven in bijlage 4, omdat de eventuele windturbines op een grotere afstand staan. Op Papendorp bevinden zich wel woningen die windturbines op Papendorp kunnen belemmeren. Uit paragraaf 5.5 is al gebleken dat er geen ruimte voor windturbines op Papendorp is, waardoor dit niet verder onderzocht hoeft te worden. 5.9 Externe veiligheid Bij de opstellingen op knooppunt Oudenrijn is geen sprake van kwetsbare objecten binnen de 10 6 contour. Met betrekking tot externe veiligheid zijn er drie belangrijke aandachtspunten voor Knooppunt Oudenrijn: Er mogen zich geen beperkt kwetsbare objecten bevinden binnen de 10 5 contour. Dit betekent dat er geen overdraai mag plaatsvinden bij bedrijfsgebouwen. Voor bedrijven die BEVI onderhevig zijn moet door middel van een kwantitatieve risicoanalyse bepaald worden of er geen onacceptabele verhoging van risico s plaatsvindt. Voor de locatie langs een Rijksweg is het van belang dat er geen overdraai plaatsvindt. Overdraai is alleen toegestaan als er in overleg met Rijkswaterstaat een risicoanalyse wordt uitgevoerd waaruit blijkt dat de risico s niet te groot zijn. Pagina 27 van 85
28 6. Galecopperbrug 6.1 Toekomstige ontwikkelingen In het locatieonderzoek uit 2008 is de mogelijkheid geschetst voor 3 windturbines gelegen in de lussen van afritten 16 en 17 van de A12. De middelste ligt op het bedrijfsterrein van Rijkswaterstaat. Ten noorden van de A12 en ten oosten van het kanaal bevindt zich de woonboulevard. Ten westen van het water bevindt zich het bedrijventerrein Papendorp. In de directe nabijheid zijn geen activiteiten met gevaarlijke stoffen bekend. Het dichtstbijzijnde terrein met gevaarlijke stoffen ligt ten zuiden van het Rijkswaterstaatterrein en betreft een benzineoverslag (Van der Sluis). Er zijn veel verschillende plannen in de nabijheid van het gebied. Deze staan hieronder beschreven Figuur 15: Toekomstige ontwikkelingen Galecopperbrug 1. IKEA zal aan de achterkant uitbreiden. 2. Er zal een weg komen van IKEA naar het Rijkswaterstaatkantoor. De exacte ligging is nog niet bekend, maar de kans is groot dat deze ter plaatse van eventuele turbine 2 komt. Ook is ter sprake gekomen dat ten behoeve van deze weg het wenselijk kan zijn om afrit 17 (optie turbine 3) hiervoor aan te passen. 3. De A12 zal opgeknapt en verbreed worden. De plannen zijn om deze verbreding zoveel mogelijk binnen de bestaande structuur te realiseren, dus via een effectiever gebruik van het wegoppervlak. 4. Tevens zijn er plannen voor het herinrichten van de strook langs het Amsterdam Rijnkanaal. Er zal waarschijnlijk een fietsroute komen. 5. Het Bastion Hotel heeft plannen om uit te breiden. Pagina 28 van 85
29 Voor de lange termijn zijn er ambities om het gebied verder te verstedelijken. In de visie voor de periode is er de ambitie om ook woningbouw in het gebied in te passen. 6.2 Ligging t.o.v. bijzondere landschappen In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van landschappelijke waarden en natuurwaarden waaraan de gebieden getoetst zijn. Hieronder staat het gebied Galecopperbrug weergegeven met de verschillende gebieden met een landschappelijke waarde in de nabijheid. Ten oosten bevindt zich het nationale landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie welke ook is opgenomen in de (voorlopige) Unescolijst (±800 meter van dichtstbijzijnde mogelijke windturbine). De kernkwaliteiten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn: Samenhangend systeem van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen. Groen en overwegend rustig karakter. Openheid. Doordat de locatie zich op redelijke afstand van het nationale landschap bevindt, zal naar verwachting geen negatieve impact op de kernkwaliteiten plaatsvinden. De openheid van het landschap zelf blijft in stand. Doordat het gebied direct naast en in het verlengde van de gebieden Oudenrijn en Rijnenburg ligt, is het landschappelijk gezien noodzakelijk om eventuele toekomstige plannen goed op elkaar aan te sluiten. Unesco Nationaal landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie Figuur 16: Landschappen in en rond de Galecopperbrug Pagina 29 van 85
30 6.3 Gemeentelijk grondeigendom De gemeente bezit geen grond bezit op de locaties waar windturbines geplaatst zouden kunnen worden. De grond waar plaatsing mogelijk is, is allemaal in eigendom van Rijkswaterstaat. 6.4 Kansen voor windenergie De windturbines kunnen een positieve impuls aan het gebied geven; ze maken het gebied herkenbaar, geven een duurzame uitstraling en de baten kunnen terugvloeien in het gebied of de omgeving, zoals Kanaleneiland. 6.5 Bedreigingen voor windenergie Dit gebied bevindt zich van alle zoekgebieden het dichts bij stedelijk gebied. De ambities om het gebied verder te ontwikkelen kunnen belemmerd worden door plaatsing van windturbines. Er zal dan een cirkel rond de turbines van ongeveer 400 meter vrijgehouden moeten worden van toekomstige woningen. Plaatsing van windturbines kan eventueel van tijdelijke aard zijn. Belangrijk aandachtspunt hier is wel dat een periode van 20 jaar noodzakelijk is voor een financieel rendabele exploitatie (zie hoofdstuk 9) en dat het juridisch moeilijk is om een tijdelijke plaatsing te realiseren. De toekomstige weg van IKEA naar Rijkswaterstaat kan ertoe leiden dat er te weinig plaats is voor de middelste windturbine die is ingetekend. Ook kan de aanleg van de weg ertoe leiden dat afrit 17 heringericht wordt waardoor de ingetekende oostelijke turbine ook in het gedrang kan komen. De exacte ligging van de nieuwe weg is op dit moment niet bekend. Het is niet bekend of Rijkswaterstaat positief zal staan tegenover eventuele windturbines en of ze aan een opstelling willen meewerken. De grond is eigendom van Rijkswaterstaat en zij zijn dus een cruciale partij in een eventueel plan. 6.6 Nabijheid van woningen en bedrijven Bij de eventuele uitvoering van de plannen moeten de omwonenden en gevestigde bedrijven betrokken worden. Rijkswaterstaat heeft recent het hoofdkantoor gerenoveerd en dit kantoor is goed zichtbaar vanaf de snelweg. Eventuele windturbines zullen het zicht op dit gebouw vanaf de rijksweg sterk verminderen. Daarentegen kunnen eventuele windturbines het hoofdkantoor CO 2 neutraal maken. Medewerking van Rijkswaterstaat is essentieel, omdat zij de grond bezitten van alle drie locaties. 6.7 Mogelijke opstellingen Om een idee te hebben van de visuele impact op naastgelegen gebieden van eventuele windturbines zijn twee mogelijke lijnopstellingen uitgewerkt. Als er in Rijnenburg inderdaad windturbines geplaatst worden, is het visueel gezien wenselijk dat bij de Galecopperbrug dezelfde windturbines geplaatst worden. Daarom zijn de effecten op basis van twee typen windturbines uitgewerkt: Galecopperbrug 1 9 MW 3 x 3MW windturbines. Ashoogte: 100 m. Wieklengte: 45 m. Galecopperbrug 2 2,7 MW 3 x 900 kw windturbines. Ashoogte 75 m. Wieklengte 27 m. Pagina 30 van 85
31 Figuur 17: Blauw gebied: gebied mogelijke opstellingen voor Galecopperbrug. 6.8 Geluid en slagschaduwhinder Voor de Galecopperbrug bleek uit de locatiestudie van 2008 dat er geen belemmeringen zijn voor woningen. Zoals beschreven in paragraaf 6.1 is er een langetermijnvisie waarin staat dat het gebied na 2020 multifunctioneel ontwikkeld zou kunnen worden, ook met woningbouw. Deze visie en eventuele windturbines zijn mogelijk niet met elkaar te combineren. 6.9 Externe veiligheid Bij een eventuele opstelling rondom de Galecopperbrug is geen sprake van kwetsbare objecten binnen de 10 6 contour. Voor externe veiligheid zijn er drie belangrijke aandachtspunten voor de Galecopperbrug: Er mogen zich geen beperkt kwetsbare objecten bevinden binnen de 10 5 contour. Dit betekent dat er geen overdraai mag plaatsvinden bij bedrijfsgebouwen. Voor bedrijven die BEVI onderhevig zijn, moet door middel van een kwantitatieve risicoanalyse bepaald worden dat er geen onacceptabele verhoging van risico s plaatsvindt. Langs een Rijksweg is het van belang dat er geen overdraai plaatsvindt. Overdraai is alleen toegestaan als er in overleg met Rijkswaterstaat een risicoanalyse wordt uitgevoerd waaruit blijkt dat de risico s niet te groot zijn. Pagina 31 van 85
32 7. Haarzuilens 7.1 Toekomstige ontwikkelingen Het zoekgebied heeft een agrarische functie. Haarzuilens wordt omringd door verschillende gebieden met bijzondere natuurwaarden. Ten noorden van de het gebied ligt Polder Kortrijk, welke samen met Haarzuilens zelf tot het Nationaal Landschap Het Groene Hart behoort. Ten westen en ten zuiden van het gebied ligt bos en natuur, een eendenkooi en kasteel Haarzuilens. Ten oosten ligt woonwijk Maarssenbroek. In het gebied leven veel vleermuizen. Zo n 8 à 9 van de 12 in Nederland voorkomende soorten zijn aanwezig (o.a. rosse vleermuis, grootoor vleermuis, watervleermuis). Op dit moment wordt het bestemmingsplan Haarzuilens gemaakt. Het gaat in 2010 in de inspraak. Hiervoor is een landinrichtingsplan gemaakt zoals weergegeven in onderstaande figuur. In het figuur staan een aantal relevante plannen aangegeven. Eendenkooi Fiets /wandelpad Parkeerplaatsen Figuur 18: Landinrichtsplan Haarzuilens 7.2 Ligging t.o.v. bijzondere landschappen Haarzuilens ligt in zijn geheel in het nationale landschap Het Groene Hart. De eendenkooi en het bos in het gebied, behoren tot de ecologische hoofdstructuur. Het direct aangrenzende gebied ten noorden is aangewezen als snelwegpanorama en ten noordoosten en westen van het gebied bevinden zich Belvedère gebieden. Verder is het landgoed om kasteel Haarzuilens aangewezen als 'Natuurschoonwet landgoed' en behoort het tot de ecologische hoofdstructuur. De mogelijke windturbineopstelling uit de quick scan was zo getekend dat hij voor een deel parallel loopt aan de A2 en vervolgens richting het westen afbuigt parallel aan de gemeentegrens. Landschappelijk gezien zal dit niet een optimaal beeld geven. Een opstelling alleen langs de A2 kan maximaal bestaan uit 3 windturbines, waarvan er twee heel dicht bij EHS gebieden zullen staan. Pagina 32 van 85
33 Stiltegebied Snelwegpanorama Belvedere gebied Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Natuurschoonwet landgoederen Zichtlijn op de Dom Nationaal landschap Het Groene Hart Figuur 19: Landschappen in en rond het gebied Haarzuilens. Pagina 33 van 85
34 7.3 Gemeentelijk grondeigendom De gemeente bezit geen grond in het plangebied. 7.4 Kansen voor windenergie Vanuit het oogpunt van voldoende afstand tot woningen zijn er kansen om een aantal windturbines te plaatsen. 7.5 Bedreigingen voor windenergie Het gebied en zijn omgeving bevat veel ecologische waarden, waarvan vooral de aanwezigheid van een groot aantal vleermuizen voor windturbines een belangrijk obstakel kan zijn. Voordat er tot plaatsing van windturbines overgegaan kan worden, zal onderzocht moeten worden of de invloed van de turbines op deze ecologische waarden acceptabel is. De locatie Haarzuilens is bedoeld om zijn bezoekers een gevoel te geven dat zij zich in een historisch gebied bevinden. Moderne windturbines passen niet in die visie. Ook is het de vraag of in de nadere uitwerking van de ruimtelijke ontwikkelingen binnen de verschillende kernkwaliteiten van het Groene Hart, door de provincie de mogelijkheid van windmolens opgenomen zal worden. 7.6 Nabijheid van woningen en bedrijven Bij de uitvoering van de plannen moeten de omwonenden en gevestigde bedrijven betrokken worden. Onlangs is in Haarzuilens de geluidsdruk toegenomen vanwege het plaatsen van een geluidscherm langs de A2 aan de kant van Maarssenbroek. Eventuele windturbines vormen een extra geluidsbron en hebben een grote visuele impact op Haarzuilens en Maarssen. Pagina 34 van 85
35 8. De Uithof 8.1 Toekomstige ontwikkelingen Het zoekgebied staat op onderstaand figuur weergegeven. De locatie voor potentiële windturbines staat aangegeven met het blauw gearceerd gebied. Helikopterplatform Figuur 20: Luchtfoto van het gebied De Uithof. Plaatsingsmogelijkheden windenergie in blauw gebied. In de directe nabijheid is een aantal activiteiten met gevaarlijke stoffen bekend (verschillende sciencebedrijfen, laboratoria, TNO, etc.). Verder aandachtspunt is de aanwezigheid van de landingsplek van de traumahelikopter. Er zijn geen vastgestelde vliegroutes voor de traumahelikopter. Het helikopterplatform in het groen (weiland) is weliswaar tijdelijk, maar er is nog geen zicht op wanneer dit platform verdwijnt en waarheen het dan wordt verplaatst. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of plaatsing van windturbines samengaat met de aanwezigheid van de landingsplaats van de traumahelikopter. Er zijn veel verschillende plannen in de nabijheid van de locaties, deze staan hieronder beschreven en aangewezen in een plankaart uit de Visie de Uithof, Pagina 35 van 85
36 Figuur 21: Plankaart uit de Visie De Uithof, 2007 waarin ontwikkelingen staan aangegeven. 1. Ter plaatse van 1 zal een transferium komen. 2. Verschillende sciencebedrijven ( m 2 ), waar tevens gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen, zullen zich vestigen. 3. De A27 zal verbreed worden. Hier zijn nog geen exacte plannen en tekeningen van bekend. 4. Er komen meer sportvelden bij. 5. De woningbouw zal verder uitgebreid worden. Belangrijk punt is dat alle plannen recht moeten blijven doen aan de cultuurhistorische waarden zoals de tankgrachten (6) en groene verbindingszones (7). 8.2 Ligging t.o.v. bijzondere landschappen De Uithof maakt in zijn geheel onderdeel uit van het Belvedèregebied en Nationaal Landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie. De Uithof wordt omringd door gebieden behorende tot de ecologische hoofdstructuur. De eventuele windturbines lopen parallel aan zichtlijnen op de Dom. Ook staat de Nieuwe Hollandse Waterlinie op de (voorlopige) Unesco lijst. Pagina 36 van 85
37 Unesco Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Zichtlijn op de Dom Belvedere gebied en Nationaal landschap; Nieuwe Hollandse Waterlinie Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Figuur 22: Landschappen in en rond het gebied De Uithof. 8.3 Gemeentelijk grondeigendom De gemeente bezit geen grond (buiten infrastructuur) in het plangebied. De eigendomssituatie is belangrijk voor de rol die de gemeente kan innemen bij eventuele ontwikkeling van windenergie, zie ook bijlage Kansen voor windenergie Windturbines passen goed bij het imago van de Universiteit Utrecht en haar streven om in het gebied eigen duurzame stroom op te wekken. Er zijn al eerder plannen geweest om een baken in de Uithof te plaatsen ter markering van de ligging van de universiteit. Windturbines zouden deze rol ook op zich kunnen nemen. 8.5 Bedreigingen voor windenergie Belemmeringen worden verwacht vanwege toekomstplannen waarbij ook een aantal bedrijven met gevaarlijke stoffen in de buurt van de potentiële turbinelocaties komen. Een windturbine nabij de afrit van de rijksweg uit figuur 20 is niet mogelijk door gebrek aan ruimte door de aanleg van het transferium. Het gebied ten oosten van de bebouwing wil men vrij houden van bebouwing dus in het Pagina 37 van 85
38 gebied oostelijk van de afrit lijkt een windturbine ook lastig realiseerbaar. Een eventuele opstelling van 3 windturbines is dus het wellicht maximaal mogelijke op deze locatie. De vliegroute voor de traumahelikopter zal niet wijken voor windturbines. Indien de risico s voor de traumahelicopter te groot worden geacht is plaatsing van windturbines niet mogelijk. 8.6 Nabijheid van woningen en bedrijven Bij de uitvoering van de plannen moeten de omwonenden en gevestigde bedrijven betrokken worden. Bewoners van de wijk Rijnsweerd hebben eerder aangegeven tegen de komst van hoogbouw te zijn (Galgenwaard, Fortisgebouw). Bij een eventuele planvorming moeten omwonenden (ook uit de Biltzuid) betrokken worden bij de planvorming. Pagina 38 van 85
39 9. Financiële haalbaarheid 9.1 Inleiding Voor de vier gebieden waar in eerste instantie de meeste kansen liggen voor windenergie is een globale financiële berekening uitgevoerd om te kunnen inschatten of windenergie in deze gebieden vanuit marktoogpunt rendabel kan zijn. De kosten en baten van windenergie zijn van een aantal variabelen afhankelijk. Als eerste zijn er de investeringskosten en de winsten voortkomend uit het leveren van elektriciteit en subsidie daarop. Investeerders en projectontwikkelaars rekenen meestal met een vast rendement dat ze minimaal op investeringen willen hebben. In onderstaande berekeningen is uitgegaan van de huidige eisen (januari 2010) die banken en projectontwikkelaars aan een windenergie project stellen. Hiervoor is een aantal banken, investeerders en projectontwikkelaars benaderd. De belangrijkste eisen zijn: Inbreng eigen vermogen is 20%. Rendement op eigen vermogen in 20 jaar is minimaal 8%. De berekeningen zijn gemaakt op basis van de opstellingen uit hoofdstuk 3, 4, 5 en 6 en de aannames en kentallen uit bijlage 6. Belangrijk: voor alle uitkomsten geldt dat het schattingen betreft. 9.2 Resultaten De aannames en kentallen zijn verwerkt in een financieel rekenmodel waarin alle kosten en baten worden meegerekend. De netto baten worden in onderstaande figuren gegeven, één keer voor werkelijke baten en één keer gecorrigeerd naar de netto actuele waarde Rijnenburg Hieronder staan de geschatte jaarlijkse nettowinsten van de twee mogelijke opstellingen op Rijnenburg over een periode van 20 jaar. Het gaat om de variant 'Rijnenburg 1', de dubbele rijopstelling van 900 kw windturbines (75 m ashoogte), en de variant 'Rijnenburg 2', een lijnopstelling van 7 grote windturbines van 3MW (100 m ashoogte). Figuur 23: Netto baten en netto actuele waarde van de mogelijke opstellingen Rijnenburg 1 en 2. In bovenstaand figuur is te zien dat de investering wordt terugverdiend in de eerste 15 jaar. In jaar 16 is de investering volledig afbetaald en ondanks dat de SDE (subsidie duurzame energie van het rijk) Pagina 39 van 85
40 hier stopt, stijgen de netto winsten substantieel. Onderstaand figuur geeft de totale netto winst van het project over 20 jaar, de totale investering en de netto winst. Rijnenburg 1 (7 x 3 MW = 21 MW) Rijnenburg 2 (13 x 900 kw = 11,7 MW) Gemiddelde kwh kosten 5,31 ct 6,66 ct Gemiddelde kwh baten 8,32 ct 9,30 ct Geschatte netto winst per kwh 3,01 ct 2,75 ct MWh productie Totale geschatte nettowinst Inbreng eigen vermogen Totale investering Rendement op eigen vermogen 11,2 % 7,8% Figuur 24: Financiële kenmerken van de mogelijke opstellingen op Rijnenburg Lage Weide Hieronder staan de geschatte jaarlijkse nettowinsten van de twee mogelijke opstellingen op Lage Weide over een periode van 20 jaar. Het gaat om de opstelling 'Lage Weide 1' van 8 grote windturbines van 3 MW (waarvan 2 op grondgebied van gemeente Utrecht) en 'Lage Weide 2' een clusteropstelling van 13 grote windturbines van 3MW (waarvan 6 op grondgebied van de gemeente). Te zien is dat beide opstellingen een nettowinst opleveren in 20 jaar die hoger is dan de investering. De mogelijke opstellingen lijken op het eerste oog dus rendabel vanuit marktoogpunt. Figuur 25: Netto baten en netto actuele waarde van de mogelijke opstellingen op Lage Weide. Lage Weide 1 (13 x 3 MW = 39 MW) Lage Weide 2 (8 x 3 MW 24 MW) Gemiddelde kwh kosten 5,74 ct 5,74 ct Gemiddelde kwh baten 9,34 ct 9,34 ct Geschatte netto winst per kwh 3,60 ct 3,60 ct MWh productie Totale geschatte nettowinst Inbreng eigen vermogen Totale investering Rendement op eigen vermogen 10,1 % 10,1 % Figuur 26: Financiële kenmerken van de mogelijke opstellingen op Lage Weide Knooppunt Oudenrijn Hieronder staan de geschatte jaarlijkse nettowinsten van de mogelijke opstelling op Knooppunt Oudenrijn over een periode van 20 jaar. Het gaat om de opstelling van 3 grote windturbines van Pagina 40 van 85
41 3MW. Te zien is dat de opstelling een nettowinst oplevert in 20 jaar die hoger is dan de investering. Het project lijkt op het eerste oog dus rendabel vanuit marktoogpunt. Figuur 27: Netto baten en netto actuele waarde van de mogelijke opstelling op Knooppunt Oudenrijn. Knooppunt Oudenrijn (3 x 3 MW = 9 MW) Gemiddelde kwh kosten 5,74 ct Gemiddelde kwh baten 9,34 ct Geschatte netto winst per kwh 3,60 ct MWh productie Totale geschatte nettowinst Inbreng eigen vermogen Totale investering Rendement op eigen vermogen 10,1 % Figuur 28: Financiële kenmerken van de mogelijke opstellingen op Knooppunt Oudenrijn Galecopperbrug Hieronder staan de jaarlijkse netto winsten van de twee mogelijke opstellingen op de Galecopperbrug over een periode van 20 jaar. Het gaat om de opstelling van kleinere 900 kw windturbines (75 m ashoogte) en een lijnopstelling van 3 grote windturbines van 3MW (100 m ashoogte). Te zien is dat beide opstellingen vanwege een laag windaanbod een lagere nettowinst opleveren in 20 jaar dan de investering. Het project met windturbines van 900 kw lijkt op het eerste oog dus niet rendabel vanuit marktoogpunt. Figuur 29: Netto baten en netto actuele waarde van de mogelijke opstelling bij de Galecopperbrug. Pagina 41 van 85
42 Galecopperbrug (3 x 3 MW = 9 MW) Galecopperbrug (3 x 0.9 MW = 2.7 MW) Gemiddelde kwh kosten 6,23 ct 7,58 ct Gemiddelde kwh baten 9,50 ct 10,00 ct Geschatte netto winst/kwh 3,27 ct 2,14 ct MWh productie Totale geschatte nettowinst Inbreng eigen vermogen Totale investering Rendement op eigen vermogen 9,0 % 5,5 % Figuur 30: Financiële kenmerken van de mogelijke opstellingen bij de Galecopperbrug/A Conclusies totalen per locatie Of een project financieel haalbaar is hangt van veel aspecten af. Voorgaande paragrafen laten zien dat alle projecten over 20 jaar een nettowinst opleveren. De berekeningen zijn uitgevoerd uitgaande van 20% eigen vermogen dat wordt geïnvesteerd. Wanneer de berekeningen laten zien dat er op dit eigen vermogen een rendement van 8% of hoger wordt behaald, beschouwen wij dit project als financieel haalbaar. Onderstaande tabel laat zien dat de projecten met 3MW windturbines met een ashoogte van 100 meter financieel haalbaar zijn en de projecten met kleinere windturbines niet: Opstelling Rendement op eigen vermogen Rijnenburg 1 (7 x 3 MW = 21 MW) 11,2 % Rijnenburg 2 (13 x 900 kw = 11.7 MW) 7,8 % Lage Weide 1 (13 x 3 MW = 39 MW) 10,1 % Lage Weide 2 (8 x 3 MW = 24 MW) 10,1 % Knooppunt Oudenrijn (3 x 3 MW = 9 MW) 10,1 % Galecopperbrug (3 x 3 MW = 9 MW) 9,0 % Galecopperbrug (3 x 0.9 MW = 2.7 MW) 5,5 % Figuur 31: Figuur 38: Conclusies per gebied en mogelijke opstelling Uithof en Haarzuilens Voor de locaties de Uithof en Haarzuilens zijn geen uitgebreide financiële berekeningen uitgevoerd. Wel kunnen we een eerste indicatie geven. Op de Uithof is het windaanbod 0,5 m/s lager dan op de Galecopperbrug, dat resulteert in 20% minder opbrengst. Dit resulteert in een rendement op eigen vermogen van 6,3% uitgaande van 3MW windturbines met een ashoogte van 100 meter. Haarzuilens is wat betreft windaanbod vergelijkbaar met Rijnenburg (7,5 m/s) waardoor met 3MW windturbines (100 meter ashoogte) ook een rendement van 11,2% behaald kan worden. Pagina 42 van 85
43 10. CO 2 reductie 10.1 Elektriciteitsproductie In onderstaande tabellen is de jaarlijkse elektriciteitsproductie per windturbine van de verschillende opstellingsvarianten weergegeven. Uitgaande van een jaarlijks gemiddeld elektriciteitsverbruik van 3400 kwh per huishouden, produceren de windturbines voldoende energie voor de hieronder weergegeven aantallen huishoudens. Utrecht heeft in totaal huishoudens (2008). Opstelling MWh 1 Elektriciteit voor aantal huishoudens 2 Rijnenburg 1 Vestas V90 (21 MW) Rijnenburg 2 DirectWind 900 (11,7 MW) Lage Weide 1 Vestas V90 (39 MW) Lage Weide 2 Vestas V90 (24 MW) Oudenrijn Vestas V90 (9 MW) Galecopperbrug DirectWind 900 (2,7 MW) Galecopperbrug Vestas V90 (9 MW) Figuur 32: Elektriciteitsproductie per windturbineopstelling. 1 Totaal over een levensduur van 20 jaar. 2 Uitgaande van een verbruik van kwh per jaar (bron: SenterNovem) 10.2 CO 2 reductie In Nederland wordt er per geproduceerde kwh gemiddeld 0,566 kg CO 2 uitgestoten. Plaatsing van windturbines op de 4 potentiële locaties zou per opstelling de volgende jaarlijkse reductie opleveren: Figuur 33: Jaarlijkse C0 2 reductie per mogelijke opstelling. Pagina 43 van 85
Geluid. De norm: 47 db L den
Geluid De norm: 47 db L den Elk windenergieproject moet voldoen aan de wettelijke norm: 47 db L den bij alle geluidsgevoelige objecten in de buurt. Dit is de maximaal toegestane gemiddelde jaarlijkse geluidsdruk
Nadere informatieAnalyse ruimtelijke mogelijkheden
Analyse ruimtelijke mogelijkheden Voor de plaatsing van 135,5 MW in zuidelijk deel van zoekgebied Provincie Drenthe Opdrachtgever Analyse ruimtelijke mogelijkheden Voor de plaatsing van 135,5 MW in zuidelijk
Nadere informatieWindpark Nieuwegein. Slagschaduwstudie
Windpark Nieuwegein Slagschaduwstudie Windpark Nieuwegein Slagschaduwstudie Door: Bram Konneman Datum: 31 December 2012 Projectnummer: WIENL12093 Ecofys 2012 in opdracht van: Eneco Wind B.V. ECOFYS Netherlands
Nadere informatieSamenvatting en conclusies haalbaarheidsonderzoek windenergie Project: Haalbaarheidsonderzoek windenergie - fase 1
Samenvatting en conclusies haalbaarheidsonderzoek windenergie Project: Haalbaarheidsonderzoek windenergie - fase 1 1. Opdracht Bij de begrotingsbehandeling van 2008 hebben de fracties van Groenlinks en
Nadere informatieNotitie risicozonering windturbines
Notitie risicozonering windturbines Nieuwegein, 12 augustus 2008 Kenmerk : V068281aaB1.mhr Project : Ontwikkeling Windpark Tolhuislanden Locatie : Zwolle Betreft : Risicozonering windturbines 1. Inleiding
Nadere informatieEntiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept
Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: 09-11-2016 Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept 1 INHOUD blz. 1. Inleiding... 3 2. Windturbine Krabbegors algemeen...
Nadere informatieWindturbines en slagschaduw Deventer
Titel Windturbines en slagschaduw Deventer Datum 25 juni 2012 Auteurs: Steven Velthuijsen en Jeroen Dooper 1.1 Principe en richtlijnen Slagschaduw van een windturbine is de bewegende schaduw van de draaiende
Nadere informatieMogelijkheden windenergie langs A67 Gemeente Peel en Maas jan Windpark Groote Molenbeek
Mogelijkheden windenergie langs A67 Gemeente Peel en Maas jan 2019 1 Ontwikkelingen & studies waarom windenergie 2 Nederland op de 27 e plaats 3 Energietransitie en trends Energietransitie = een beleidsplan
Nadere informatieFederatieplan Windenergie Wind werkt voor Flevoland
Federatieplan Windenergie Wind werkt voor Flevoland Lelystad, juli 2014 Het plan Het Federatieplan Windenergie bestaat uit onderlinge afspraken tussen bewoners, grondeigenaren en windmoleneigenaren in
Nadere informatieWindinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep 5 10 januari 2018 Sikkens Experience Center, Sassenheim
Windinitiatief AkzoNobel Bijeenkomst klankbordgroep 5 10 januari 2018 Sikkens Experience Center, Sassenheim Agenda 1. Opening, notulen 2. Beantwoording vragen 3. Participatie 4. Communicatie 5. Volgend
Nadere informatieKwantitatieve Risico Analyse
Kwantitatieve Risico Analyse T.b.v de plaatsing van twee windturbines in Deventer Opdrachtgever Hoofdstuk: Inhoudsopgave Kwantitatieve Risico Analyse T.b.v de plaatsing van twee windturbines in Deventer
Nadere informatieBIJLAGE 1: TOELICHTING BELEMMERINGENKAART OMGEVINGSVISIE
BIJLAGE 1: TOELICHTING BELEMMERINGENKAART OMGEVINGSVISIE Gebieden waar windenergie mogelijk is In deze gebieden ziet de provincie op voorhand geen belemmeringen voor de ontwikkeling van windenergie en
Nadere informatieWindenergie Lage Weide.
Windenergie Lage Weide. Het project/plan De Gemeente Utrecht wil op het industriepark Lage Weide de realisatie van een windpark door energie-u ruimtelijk mogelijk maken. Het park krijgt een capaciteit
Nadere informatieTholen. QRA hogedruk aardgas buisleidingen. In opdracht van de provincie Zeeland
Tholen QRA hogedruk aardgas buisleidingen In opdracht van de provincie Zeeland Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: Kees Aarts Datum: 2012 Consequentieonderzoek Bevb, QRA Tholen 2 Inhoudsopgave 1 ALGEMENE
Nadere informatieExterne veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald
Externe veiligheidsparagraaf Bestemmingsplan Skoatterwald Toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik,
Nadere informatiewindenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is.
... Datum: Pagina: 1 van 15 INHOUDSOPGAVE...... 1 Inleiding 3 2 Uitgangspunten 4 2.1 Afstand tot woningen 4 2.2 Ontwerp Ruimtelijk Plan van de Structuurvisie Hoeksche Waard 4 2.3 Nota
Nadere informatieKapelle. QRA hogedruk aardgas buisleidingen. In opdracht van de provincie Zeeland
Kapelle QRA hogedruk aardgas buisleidingen In opdracht van de provincie Zeeland Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: Kees Aarts Datum: 2012 Consequentieonderzoek Bevb, QRA Kapelle 2 Inhoudsopgave 1
Nadere informatieMEMO. IJsvorming op windturbines
MEMO Prepared: Ms.Sc. Valentijn van Gastel 15.04.2013 Reviewed: Filename 20130516_MEM_LW_Aanvullende vragen QRA_v3 Pages 7 Version Author Date Remarks/Change 1.0 VGa 15.04.2013 Eerste opzet 2.0 BSc 16.04.2013
Nadere informatieQuickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel
Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel projectnr. 201716 revisie 00 november 2009 Auteur ing. S. M. O. Krutzen Opdrachtgever Gemeente Capelle aan den IJssel Afdeling Stedelijke Ontwikkeling Postbus
Nadere informatieFotoverslag Gesprek 1 Stadsgesprek Duurzame energie Rijnenburg
Fotoverslag Gesprek 1 Stadsgesprek Duurzame energie Rijnenburg In dit document geven we de foto s weer van gesprek 1, in de volgorde zoals die zijn opgehangen. De tekst die er bij staat is een weergave
Nadere informatieRapportage quickscan externe veiligheid
BIJLAGE 7 Rapportage quickscan externe veiligheid revisie D0 februari 2008 Auteur ing. A. A. Zoethout drs. M. de Jonge Opdrachtgever Dhr. S. Weidenaar It Rak 1 8406 EX TIJNJE datum vrijgave beschrijving
Nadere informatieQRA hogedruk aardgas buisleidingen
Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: CVG Datum: 29-2-2011 QRA hogedruk aardgas buisleidingen Ten behoeve van bestemmingsplan buitengebied zuid Gemeente Bergen op zoom Inhoudsopgave 1 Algemene rapportgegevens
Nadere informatieBeleidsnotitie. Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek
Beleidsnotitie Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek Aanleiding De afgelopen periode is de interesse voor kleine windturbines in Nederland toegenomen. Verwacht wordt dat de komende jaren
Nadere informatieWindinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep oktober 2017
Windinitiatief AkzoNobel Bijeenkomst klankbordgroep - 2 25 oktober 2017 Agenda 1. Opening, notulen, procesparticipatie 2. Beantwoording vragen 3. Fase afgerond en procedures 4. Tijdspad 5. Volgend overleg
Nadere informatiePassantenrisico VKA. Windpark Battenoord. Opdrachtgever
Passantenrisico VKA Windpark Battenoord Opdrachtgever Passantenrisico VKA Windpark Battenoord 22 februari 2017 Auteurs Drs. Ing. Jeroen Dooper Hans Kerkvliet MSc. Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat 56 3521
Nadere informatieWaarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies
Waarom dit windpark? Inzet op energiebesparing en hernieuwbare energie 2020: 14% hernieuwbare energie 2023: 16% hernieuwbare energie Energieakkoord 2020: 6.000 Megawatt (MW) aan windenergie op land in
Nadere informatie4. Toetsingskader kleinschalige windturbines
4. Toetsingskader kleinschalige windturbines In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het toetsingskader. In het toetsingskader zijn de criteria opgenomen voor de plaatsing van een kleinschalige windturbine.
Nadere informatieVormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen
Vormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen Bij deze vormvrije mer-beoordeling wordt gebruik gemaakt van de selectiecriteria als bedoeld in bijlage III behorende bij de EEG-richtlijn milieu-effectbeoordeling.
Nadere informatieDe wind in de zeilen voor Dilbeek
De wind in de zeilen voor Dilbeek Op zoek naar geschikte locaties voor windturbines in Dilbeek aan de hand van het Windplan Vlaanderen en de Vlaamse Omzendbrief Windenergie Waarom windenergie? Op zoek
Nadere informatieROM INTEGRAAL ADVIES. Gemeente Stichtse Vecht. T.a.v. ROM integraal advies Bisonspoor P2 en P3 Maarssen; Integraal adviesverzoek bestemmingsplan
ROM INTEGRAAL ADVIES Aan T.a.v. Onderwerp Gemeente Stichtse Vecht Adviseur ROM Telefoon 088-022 50 00 Datum 7 juni 2018 ROM integraal advies Bisonspoor P2 en P3 Maarssen; Integraal adviesverzoek bestemmingsplan
Nadere informatieGeluid vanwege voornemen windturbines bij Tata Steel
Notitie / Memo Aan: Suzan Tack Van: Gideon Konings Datum: 26 april 2016 Kopie: Frank van Hout Ons kenmerk: T&PN001F02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning
Nadere informatieWindenergielocaties in Ridderkerk
Windenergielocaties in Ridderkerk Analyse van ruimtelijke en milieutechnische kansen en belemmeringen van windenergielocaties in Ridderkerk Opdrachtgever: Gemeente Ridderkerk 21 augustus 2012 Inhoudsopgave
Nadere informatieONTWERPBESLUIT HOGERE WAARDE VOOR DE TEN HOOGSTE TOELAATBARE GELUIDSBELASTING WET GELUIDHINDER
ONTWERPBESLUIT HOGERE WAARDE VOOR DE TEN HOOGSTE TOELAATBARE GELUIDSBELASTING WET GELUIDHINDER 1 Ambtshalve besluit Voor het plangebied Dorst-West (verder: plangebied) is gelijktijdig met dit ontwerpbesluit
Nadere informatieBELEIDSNOTITIE PLAATSEN KLEINE WINDTURBINES.
BELEIDSNOTITIE PLAATSEN KLEINE WINDTURBINES. Toetsingskaders kleine windturbines (kwt). Eén van de mogelijkheden om duurzame energie op te wekken is het plaatsen van kleine winturbines. Deze technologie
Nadere informatieInventarisatie van locaties voor grootschalige zonne-energiesystemen
Inventarisatie van locaties voor grootschalige zonne-energiesystemen Gemeente Utrecht Maart 2016 1. Inleiding 1.1 Zonne-energie voor Utrecht In het coalitieakkoord is de ambitie opgenomen dat er in 2020
Nadere informatiePlanMER Gemeente Emmen
PlanMER Gemeente Emmen Studie externe veiligheid windenergie ECOFYS Netherlands B.V. Kanaalweg 15G 3526 KL Utrecht T +31 (0)30 662-3300 F +31 (0)30 662-3301 E info@ecofys.com I www.ecofys.com PlanMER Gemeente
Nadere informatieHaalbaarheid Duurzame energie
Haalbaarheid Duurzame energie Wijk bij Duurstede Imagine the result Agenda Vraagstelling Inventarisatie Resultaten Conclusies Hoofdvraag 1. Welke bijdrage kunnen de verschillende vormen van duurzame energie
Nadere informatieRisicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F
Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F Heijmans Vastgoed b.v. Maart 2012 Concept Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F dossier : BA8595 registratienummer
Nadere informatieDutch HealthTec Academy te Utrecht
Dutch HealthTec Academy te Utrecht Externe veiligheid Opdrachtgever : Kroon Group Kenmerk : R037339abA1.mhr Datum : 5 februari 2010 Auteur : mw. M.I. Huizer MSc dhr. ing. I.T.G.M. Martens Inhoudsopgave
Nadere informatieQRA hogedruk aardgas buisleidingen
Auteur: C. van Gils Collegiale toets: L. Jansen Datum: 24-07-2012 QRA hogedruk aardgas buisleidingen Ten behoeve van bestemmingsplan Fort - Zeekant Gemeente Bergen op zoom Inhoudsopgave 1 Algemene rapportgegevens
Nadere informatie1 - Drentse Mondenweg 2 - Nieuw Buinen Zuid 3 - Nieuw Buinen Noord. 7 - Gieterveen zuid 8 - N33 9 - Annerveensekanaal
Windenergie Drenthe 53 1 - Drentse Mondenweg 2 - Nieuw Buinen Zuid 3 - Nieuw Buinen Noord 4 - N374 Stadskanaal Noord 5 - N374 Stadskanaal zuid 6 - Stadskanaal west 7 - Gieterveen zuid 8 - N33 9 - Annerveensekanaal
Nadere informatieProactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht
Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Inhoudsopgave Regels Bookmark not defined. 3 Error! Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Algemene regels Artikel
Nadere informatieSamenvatting van het onderzoek naar geluid en slagschaduw windmolens Beekbergsebroek. Auteurs samenvatting: dea en De Wolff Nederland Windenergie
Samenvatting van het onderzoek naar geluid en slagschaduw windmolens Beekbergsebroek. Onderzoek is uitgevoerd door Pondera Consult. Auteurs samenvatting: dea en De Wolff Nederland Windenergie Aanleiding
Nadere informatieFormaat windmolens en effecten
Formaat windmolens en effecten In de berekeningen voor geluid en slagschaduw is uitgegaan van windmolens met een ashoogte van 155 meter en een diameter van 150 meter. Dat komt neer op een totale hoogte
Nadere informatieWindpark Avri Onderzoek slagschaduw
Windpark Avri Onderzoek slagschaduw Winvast december 2015 Definitief rapport BD5519 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. PLANNING & STRATEGY Chopinlaan 12 Postbus 8064 9702 KB Groningen +31 88 348 53 00 Telefoon
Nadere informatieB&W voorstel. Openbaar (nadat omwonenden geïnformeerd zijn omtrent besluitvorming) Steller : Damen Tel.
B&W voorstel Steller : Damen Tel. : 6155623 Portefeuille : Logister e-mail. : m.damen@shertogenbosch.nl B&W : 7 september 2016 Agenda nr. : 18 Reg.nr. : 5861802 Openbaar : Openbaar (nadat omwonenden geïnformeerd
Nadere informatieExterne Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept
Externe Veiligheid Bedrijventerrein Laarberg Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen december 2013 concept Externe Veiligheid Bedrijventerrein Laarberg Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen
Nadere informatieOntwerp wijziging PRVS
Model bekendmaking regeling provinciale staten 1 8 Ontwerp wijziging PRVS Ontwerp besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van [..], tot wijziging van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie
Nadere informatieIn Nederland worden twee maten gehanteerd voor externe veiligheidsrisico's:
NOTITIE : NUMMER : P17-0742 ONDERWERP : Quickscan externe veiligheid en notitie bedrijven en milieuzonering DATUM : 20 maart 2018 OPGESTELD DOOR : C. Rodoe, M. van Driel 1 Inleiding 1.1 Inleiding De voorgenomen
Nadere informatieSCAN EXTERNE VEILIGHEID WINDPARK WESTEINDE. Alisios BV. Definitief januari 2015
714034 26 januari 2015 SCAN EXTERNE VEILIGHEID WINDPARK WESTEINDE Alisios BV Definitief INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 1 1.1 Locatie 2 1.2 Windturbinetype 3 2 Risicoafstanden 4 2.1 Omvallen van de mast door
Nadere informatieRBMII-berekeningen weg en spoor t.b.v. bp Bedrijventerrein Duurkenakker
RBMII-berekeningen weg en spoor t.b.v. bp Bedrijventerrein Duurkenakker 1. Inleiding De gemeente Menterwolde heeft het Steunpunt gevraagd om risicoberekeningen uit te voeren ten behoeve van het bestemmingsplan
Nadere informatieRisico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen
Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5
Nadere informatiedatum: 6 maart 2014 auteurs: Drs. Ing. Jeroen Dooper, Teun Lamers MSc., Steven Velthuijsen MSc.
Externe veiligheidsanalyse t.b.v. vormvrije m.e.r.-beoordeling en inpassingsplan Windpark Bijvanck datum: 6 maart 2014 auteurs: Drs. Ing. Jeroen Dooper, Teun Lamers MSc., Steven Velthuijsen MSc. 1 Beleid
Nadere informatieExterne veiligheidsrisico's
29 juni 2012 Dossiernummer Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen bestemmingsplan IJburg 29-06-2012 S.M. Musch Cruquiusweg 5 Postbus 922 1019 AT Amsterdam 1000 AX Amsterdam 020-254 38 26
Nadere informatieReimerswaal. QRA hogedruk aardgas buisleidingen. Consequentieonderzoek Bevb Opdrachtgever: provincie Zeeland
Reimerswaal QRA hogedruk aardgas buisleidingen Consequentieonderzoek Bevb Opdrachtgever: provincie Zeeland Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: Kees Aarts Datum: April 2012 Consequentieonderzoek Bevb,
Nadere informatiememo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)
memo aan: van: Green Real Estate BV Bas Hermsen c.c.: datum: 12 juni 2015 betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) 1. Aanleiding De ontwikkeling in het plangebied voorziet
Nadere informatie2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december
2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december 2018 1 Onderwerpen 1. N.a.v. bijeenkomst 1, stand van zaken en planning 2. Toelichting milieu effecten windturbines 3. Toelichting normen 4. Keuzeproces voorkeursalternatief
Nadere informatieOverzicht onderzoeken
Overzicht onderzoeken Activiteit Windenergie Communicatieplan maken Afspraken tussen overheden maken (convenant, regionale afspraken, e.d.) Gemeentelijk windbeleidsplan opstellen Toelichting Het opstellen
Nadere informatieScanopy Ruimtelijke Ordening en applicatiebeheer T.a.v. de heer V. de Haan Antonius Matthaeuslaan 53 3515 AP Utrecht
Scanopy Ruimtelijke Ordening en applicatiebeheer T.a.v. de heer V. de Haan Antonius Matthaeuslaan 53 3515 AP Utrecht datum: uw brief van: uw kenmerk: ons kenmerk: ons projectnummer: onderwerp: 21 februari
Nadere informatiePresentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen
Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen 1 Doelstelling Dordrecht 2015 Routekaart Duurzaamheidsdoelstellingen 2010-2015: Doelstelling 2015 Duurzame energie 132 TJ
Nadere informatieONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN. De heer G. van de Ligt. Definitief december 2015
715075 18 december 2015 ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN De heer G. van de Ligt Definitief Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon
Nadere informatieToelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam
Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam HOOFDSTUK 1 Inleiding De gemeente Werkendam heeft in december 2009 het ontwerpbestemmingsplan Zonering industrieterreinen in procedure
Nadere informatieQRA hogedruk aardgas buisleidingen
QRA hogedruk aardgas buisleidingen Gemeente Bergen op Zoom Bestemmingsplan stationsgebied Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: Kees Aarts Datum: 31-1-2012 CAROLA Rekenpakket 1.0.0.51 Parameterbestand
Nadere informatieB.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013
20130319B.R01 IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein datum: 10 oktober 2013 milieu geluid bouwadvies brandveiligheid ruimtelijke ordening beleidsadvies 20130319B.R01
Nadere informatieWindpark Westeinde. Notitie ten behoeve van de Omgevingsvergunning beperkte milieutoets
Windpark Westeinde Notitie ten behoeve van de Omgevingsvergunning beperkte milieutoets Alisios, s Gravenhage, 1 februari 2016 1. Inleiding Het voornemen bestaat uit het vervangen van een bestaand windpark.
Nadere informatieOpdrachtgever Bouwfonds Ontwikkeling BV, Regio Midden De Brand 30 Amersfoort Contactpersoon Dhr. B. Evers
Opdrachtgever Bouwfonds Ontwikkeling BV, Regio Midden De Brand 30 Amersfoort Contactpersoon Dhr. B. Evers CSO Adviesbureau Contactpersonen Dhr. E, Schurink drs. A.M.M. (Wiet) Baggen Quick Scan externe
Nadere informatieDorpsweg 24 e.o. Zijderveld EXTERNE VEILIGHEID Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV definitief
EXTERNE VEILIGHEID Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV definitief Opdrachtgever : Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV. Projectnummer : 2009380 Status : definitief Rapport : DAB Akkoord : DWD Datum
Nadere informatiePartiële herziening zone industrielawaai Molendijk-Industrieweg. ontwerpbestemmingsplan. rboi. 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening
Sliedrecht Partiële herziening zone industrielawaai Molendijk-Industrieweg ontwerpbestemmingsplan rboi 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening an Sliedrecht Partiële herziening zone industrielawaai Molendijk-Industrieweg
Nadere informatieWindpark Geefsweer. Kwantitatieve risicoanalyse alternatieven projectmer. Auteurs Hans Kerkvliet MSc. Drs. Ing. Jeroen Dooper
Auteurs Hans Kerkvliet MSc. Drs. Ing. Jeroen Dooper Opdrachtgever Millenergy VOF Windpark Geefsweer Kwantitatieve risicoanalyse alternatieven projectmer Windpark Geefsweer Kwantitatieve Risicoanalyse alternatieven
Nadere informatieOpdrachtgever: Contactpersoon: Uitgevoerd door: Contactpersoon: Datum: Rapportnummer: P
Opdrachtgever: Buro SRO Contactpersoon: De heer J. van Nuland Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09
Nadere informatieGeluid vanwege voornemen windturbines bij Tata Steel
Notitie / Memo Aan: Suzan Tack Van: Gideon Konings Datum: 3 mei 2016 Kopie: Frank van Hout Ons kenmerk: T&PN002F02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp:
Nadere informatieInventarisatie risico s externe veiligheid in Afrikahaven
20 december 2012 Inventarisatie risico s externe veiligheid in Afrikahaven Versie 1.4 Y.E. Moulijn-Oonk, S. Musch en Cruquiusweg 5 Postbus 922 1019 AT Amsterdam 1000 AX Amsterdam 020-254 38 25 y.moulijn@dmb.amsterdam.nl
Nadere informatieVragen van de heer D.J. van der Sluijs (PVV) over Windturbines, hogedruk gasleidingen en veiligheid
Vragen nr. 83 Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 28 oktober 2014 Vragen van de heer D.J. van der Sluijs (PVV) over Windturbines, hogedruk gasleidingen en veiligheid De voorzitter
Nadere informatie: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk
RAPPORT betreffende een quickscan externe veiligheid Zuiddijk (ong.) te Graft-De Rijp Datum : 5 juli 2011 Kenmerk : 1105D234/DBI/rap5 Contactpersoon : De heer D.D.C.A. Bijl Auteur : Ing. J.P. Goossen Vrijgave
Nadere informatieExterne Veiligheid ontwikkeling Amefa-terrein Apeldoorn
Notitie Contactpersoon George Rutten Datum 18 februari 2009 Kenmerk N003-4615698RTG-srb-V01-NL Externe Veiligheid ontwikkeling Amefa-terrein Apeldoorn 1 Inleiding In opdracht van BAM Woningbouw heeft Tauw
Nadere informatieQUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID
MEMO Dossier : BC5930-102-105 Project : bestemmingsplan Cruiquiusgebied Amsterdam Betreft : quickscan externe veiligheid Ons kenmerk : MD-AF20131715/ISEE Datum : 13 december 2013 Status : definitief Classificatie
Nadere informatieSlagschaduw: de bewegende schaduw van draaiende wieken
Slagschaduw: de bewegende schaduw van draaiende wieken e werkbijeenkomst Energielandschap Rijnenburg en Reijerscop Wat beïnvloedt slagschaduw? Feiten over slagschaduw Beperken van slagschaduw Slagschaduwcontouren
Nadere informatieWindpark Kloosterlanden
Windpark Kloosterlanden Ruimte- en milieuaspecten Opdrachtgever Windpark Kloosterlanden Ruimte- en milieuaspecten 25-11-2010 Auteurs Drs. Geert Bosch Drs. Foreno van der Hulst Drs. Peter Gill Drs. Ing.
Nadere informatieMotivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind
899922/943613 Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind Dit memo bevat de motivering voor het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen ex artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht
Nadere informatieRisico-inventarisatie Boekels Ven
Risico-inventarisatie Boekels Ven Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe
Nadere informatieExterne veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen
Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen Bestemmingsplan Petroleumhaven Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen Bestemmingsplan Petroleumhaven 25-9-2013 Herikerbergweg 290 1101
Nadere informatieExterne Veiligheid 023 -terrein te Haarlem
Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Notitie: Externe Veiligheid 023 -terrein te Haarlem Opdrachtgever : bbn adviseurs t.a.v. ir. N.J. Bruschke Datum : 21 april 2008 Auteur : ing. A.J.H.
Nadere informatieExterne veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam
Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg
Nadere informatieMotivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder
Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder Dit memo bevat de motivering voor het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen ex artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht voor het
Nadere informatieEXTERNE VEILIGHEID AARDGASLEIDING DE LIESBOSCH EN LAAGRAVEN RAPPORTAGE
EXTERNE VEILIGHEID AARDGASLEIDING DE LIESBOSCH EN LAAGRAVEN RAPPORTAGE GEMEENTE NIEUWEGEIN 21 oktober 2011 075799535:A 141223.000601.0200 Inhoud 1 Inleiding 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Leeswijzer 2 2 Uitgangspunten
Nadere informatieAgendapunt 5 Opinienota
Agendapunt 5 Opinienota Registratie nr. : 076-2017 Opsteller : Gertjan Leeuw Vergaderdatum: 19 december 2017 Datum voorstel : 31 augustus 2017 Afdeling : Ontwikkeling en Dienstverlening Portefeuillehouder
Nadere informatieRisicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen Randweg Zundert
Risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen projectnr. 196747 revisie 00 december 2010 Opdrachtgever Gemeente Zundert datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave December 2010 Menno de
Nadere informatieOpstelling Windpark Krammer (VKA uit het MER)
Opstelling Windpark Krammer (VKA uit het MER) N Windpark Krammer W Z O Het grootste burgerinitiatief van Nederland. Coöperatie Zeeuwind Coöperatie Deltawind Zeeland samenwerking Goeree-Overflakkee leden
Nadere informatieOchtend deel: Plattegrond 1
Ochtend deel: Plattegrond 1 Buiten het zoekgebied zonnecellen ten noord van de A12 op de geluidswal Dan in het zoekgebied de volgende ideeën: Lange strook aan de zuidzijde van de A12 Zonnevelden ten westen
Nadere informatieProces locatiekeuze Asielzoekerscentrum gemeente Meppel
Proces locatiekeuze Asielzoekerscentrum gemeente Meppel Inleiding Het proces om tot een locatiekeuze voor de vestiging van een asielzoekerscentrum (AZC) te komen is precair. In dit document wordt verder
Nadere informatieVormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug
Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente
Nadere informatieMilieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72. Datum: 29 januari 2015
Opdrachtgever: PlanROS Contactpersoon: Dhr. S. Peters Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 ing.
Nadere informatieAkoestisch onderzoek. Blauwe Steen, Beers. Gemeente Cuijk. Plannaam 1
Akoestisch onderzoek Blauwe Steen, Beers Gemeente Cuijk 1 Gegevens over het plan: : Blauwe Steen, Beers Datum: 23 augustus 2017 Projectnummer Buro SRO: 06.90.05 Gegevens projectbetrokkenen: Opdrachtgever:
Nadere informatieNOTITIE. : Van der Wiel Planontwikkeling dhr. G.J. Kooistra
NOTITIE Aan Van Betreft Projectnummer : Van der Wiel Planontwikkeling dhr. G.J. Kooistra : E.M.G. Ludema : Geluid Studentenhuisvesting Cartesiusweg te Utrecht : EN02168 Documentnummer : 130443 Datum :
Nadere informatieBIJLAGE 14 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES
BIJLAGE 14 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES 1 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES Inleiding Om de risico s voor scheepvaart in windturbineparken (recreatievaart
Nadere informatieInleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden.
Notitie / Memo Aan: Suzan Tack, Erik Zigterman Van: Peter Winkelman Datum: 24 juni 2016 Kopie: Ons kenmerk: I&BBE3280N003D02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Industry & Buildings
Nadere informatieTECHNISCHE HAALBAARHEID WINDENERGIE Een eerste verkenning van windenergie in de Ondernemingspolder
TECHNISCHE HAALBAARHEID WINDENERGIE Een eerste verkenning van windenergie in de Ondernemingspolder 1 Doel 1. Het informeren van raadsleden over de beschikbare milieuruimte voor de plaatsing van windturbines
Nadere informatieAchtergrond en doel presentatie
Achtergrond en doel presentatie Achtergrond Uitnodiging van de raad; Nuon heeft reeds wind turbines in de Hoofdplaatpolder; Nuon ziet mogelijkheden voor het op termijn vervanging van de huidige turbines
Nadere informatieAkoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Bestemmingsplan Twee woningen Tulpstraat. 22 juni 2015
Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Bestemmingsplan Twee woningen Tulpstraat 22 juni 2015 Projectgegevens Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Bestemmingsplan Twee woningen Tulpstraat Moordrecht,
Nadere informatieRijne Energie bij u in de buurt. Informatieavond Nieuwegein Inge Verhoef 9 mei 2017
Rijne Energie bij u in de buurt Informatieavond Nieuwegein Inge Verhoef 9 mei 2017 Urgentie Er is iets aan de hand met het klimaat. De energietransitie vraagt veel van ons Besparing, windmolens, zonne-energie,
Nadere informatie