Vergrijzing en Participatieverhoging
|
|
- Bruno van der Zee
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Vergrijzing en Participatieverhoging D.A. van der Gun Bachelorscriptie (5 ects) Dr. K. Vermeylen 28 juni 2008 Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde Studierichting Algemene Economie, Variant Economie
2 1 Inhoud 1. Inleiding 2 2. Demografische veranderingen De vergrijzing De ontgroening Nederland in Europees perspectief 3 3. Grijze druk Financiële gevolgen Oplossingsrichtingen 5 4. Arbeidsparticipatie in Nederland Ouderen Vrouwen Allochtonen 9 5. Participatieverhoging als oplossing Aanbod van arbeid Vraag naar arbeid Conclusie 11 Bibliografie 12
3 2 1. Inleiding De komende 30 jaar kampt Nederland met een sterk vergrijzende bevolking. Het aantal ouderen neemt fors toe, terwijl de beroepsgeschikte bevolking in grootte afneemt. Aangezien de overheidspensioenen worden gefinancierd op basis van het omslagprincipe, heeft deze demografische ontwikkeling gevolgen voor de houdbaarheid van het Nederlandse AOW-stelsel. In deze scriptie wordt enerzijds bekeken hoe groot deze financiële gevolgen precies zijn en anderzijds worden verschillende oplossingsrichtingen beschouwd. Vervolgens wordt beoordeeld in hoeverre een verhoging van de participatiegraad onder Nederlandse inwoners kan bijdragen aan een verbetering van de houdbaarheid van de publieke financiën. Hoofdstuk 2 biedt een beschrijving van de demografische veranderingen. Daarna geeft hoofdstuk 3 een uiteenzetting van de vergrijzingproblematiek, alsmede een opsomming van enkele mogelijke maatregelen. De huidige stand van zaken met betrekking tot arbeidsdeelname in Nederland wordt behandeld in hoofdstuk 4 en daarop aansluitend volgt in hoofdstuk 5 een advies ter bevordering van de arbeidsparticipatie. De conclusie wordt geformuleerd in hoofdstuk Demografische veranderingen 2.1 De vergrijzing Nederland vergrijst. De komende jaren zal het aandeel van 65-plussers in de Nederlandse samenleving sterk gaan stijgen. Deze vergrijzing van de bevolking heeft twee belangrijke oorzaken. Ten eerste speelt de grote naoorlogse geboortegolf een significante rol in de huidige Nederlandse bevolkingsopbouw. Tussen 1945 en 1970 kende Nederland, vergeleken met de periodes daarvoor en daarna, een relatief hoog geboortecijfer met gemiddeld 3 kinderen per gezin (Knook, 2008, p. 67). Deze kinderen van toen maken nu deel uit van de zogenaamde babyboomgeneratie en bereiken tussen 2010 en 2035 de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar. Dit leidt dan ook tot een explosieve toename van het aantal grijzen in diezelfde periode. Ten tweede levert de gestegen levensverwachting een belangrijke bijdrage aan de toename van het aantal 65-plussers. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laten zien dat Nederlanders steeds ouder worden. Waar de gemiddelde levensverwachting in 1950 nog 72 jaar was, is deze levensverwachting bij geboorte inmiddels gestegen tot 80 jaar in Na het in 1950 bereiken van de 65-jarige leeftijd, leefde de gemiddelde Nederlander nog 15 jaar. De huidige levensverwachting op 65-jarige leeftijd ligt met 19 levensjaren vier jaar boven dat gemiddelde van halverwege de vorige eeuw (Statline, 2008). Deze twee effecten tezamen leiden ertoe dat het aantal ouderen bijna zal gaan verdubbelen de komende 30 jaar. De meest recente bevolkingsprognose van het CBS voorspelt een piek van 4,2 miljoen 65-plussers in het jaar Vergeleken met
4 3 het huidige aantal van 2,4 miljoen ouderen kan dit dan ook oprecht een forse toename genoemd worden. 2.2 De ontgroening Naast de in de voorgaande paragraaf beschreven stijging van het aantal ouderen, heeft Nederland ook te kampen met het verschijnsel van de zogenaamde ontgroening van de samenleving. Wanneer men spreekt over ontgroening, wordt een daling van het aantal jongeren ten opzichte van de totale bevolking bedoeld. Het aandeel 0-19-jarigen neemt inderdaad af in Nederland. In 2008 is dit percentage gezakt tot ongeveer 24 procent (3,9 miljoen). In 1964 lag dit percentage nog rond de 38 procent. Met 4,7 miljoen jongeren kende 1972 het hoogste absolute aantal 0-19-jarigen in de Nederlandse geschiedenis (Statline, 2008). Deze ontgroening is te wijten aan het feit dat het geboortecijfer al jaren onder de zogenaamde vervangingswaarde ligt van gemiddeld 2,1 kind per vrouw. Sinds 1972 is dit onafgebroken het geval in Nederland. Het huidige geboortecijfer is met 1,73 nog steeds te laag om het aantal inwoners constant te houden. Knook (2008, p. 68) verwacht de komende jaren weliswaar een lichte stijging, maar geeft tegelijkertijd aan dat de vervangingswaarde volgens de prognoses buiten bereik zal blijven. Aangezien het aantal ouderen sterk blijft stijgen en het aantal jongeren licht blijft dalen de komende jaren, zal de ontgroening zijn hoogtepunt bereiken in Bij een totale bevolkingsomvang van 17 miljoen zijn er dan 3,6 miljoen inwoners in de leeftijdsklasse 0-19 jaar. Dit staat gelijk aan een percentage van ongeveer 21 procent. 2.3 Nederland in Europees perspectief De stijging van het aandeel ouderen in de totale bevolking van een land vloeit voort uit economische groei, verbetering van de gezondheidszorg en veranderde sociale omstandigheden (EC, 2006a, p. 5). Dit verschijnsel doet zich dan ook niet alleen in Nederland voor, maar is door heel Europa zichtbaar. Nederland ondergaat weliswaar significante demografische veranderingen, maar deze veranderingen zijn op dit moment desalniettemin van een kleinere orde dan dat van het gemiddelde in de Europese Unie (EU-25). Het gemiddeld Europees geboortecijfer zal bijvoorbeeld volgens de prognoses van Eurostat de komende 50 jaren constant blijven met ongeveer 1,5 kind per vrouw. Dit geboortecijfer ligt nog verder verwijderd van de vervangingswaarde (2,1) dan met 1,7 het geval is in Nederland. Uitschieters zijn Frankrijk en Letland met huidige geboortecijfers van respectievelijk 2,0 en 1,35 (Eurostat, 2008). Tegelijkertijd neemt overal in Europa de levensverwachting toe. Momenteel ligt Nederland precies op het Europees gemiddelde van 79 jaar. In 2050 zal de Europese levensverwachting volgens de voorspellingen zijn gestegen tot 86 jaar voor vrouwen en 81 jaar voor mannen (EC, 2006a, p. 14). Nederlandse mannen worden dan ook ongeveer 81 jaar oud, terwijl de Nederlandse vrouwen met 84 jaar enigszins achterblijven bij de gestegen levensverwachting onder vrouwelijke Europeanen (Statline, 2008). Het huidige aandeel 65-plussers in de totale bevolking ligt in Nederland met 15 procent onder het Europese cijfer van 17 procent. Extreme waarden zijn te vinden
5 4 in Turkije met 7 procent en Italië met 20 procent ouderen onder de inwoners (Eurostat, 2008). Er zijn twee verklaringen voor het feit dat de vergrijzing in Nederland achterloopt op de rest van Europa. Enerzijds is daar de afremmende werking van de ruim 1 miljoen jonge immigranten die Nederland er sinds 1975 bij heeft gekregen. Anderzijds kende Nederland een langere naoorlogse geboortegolf en is de groep babyboomers relatief groter in Europees perspectief (Knook, 2008, p. 57). Vanaf 2010 bereikt deze groep de leeftijd van 65 jaar en komt de vergrijzing pas echt op gang. Nederland zal daarna steeds sneller vergrijzen en in 2038 verkeren in een situatie waarin één op de vier inwoners ouder is dan 65 jaar (Statline, 2008). 3. Grijze druk 3.1 Financiële gevolgen Het aantal 65-plussers stijgt van 2,4 miljoen in 2008 naar 4,2 miljoen in het jaar In dit zelfde tijdsbestek krimpt het aantal jarigen van 10 naar ongeveer 9 miljoen (Statline). Deze demografische veranderingen hebben een zeer sterke verhoging van de zogenaamde grijze druk tot gevolg (zie figuur 1). Deze grijze druk wordt berekend door de ratio te nemen van het aantal 65-plussers ten opzichte van de totale potentiële beroepsbevolking (20 tot 65 jaar). Momenteel ligt de grijze druk in Nederland nog op 24 procent, maar deze zal de komende jaren snel verhogen totdat in 2038 een hoogtepunt wordt bereikt met ongeveer 47 procent (Statline, 2008). Op één procentpunt na betekent dit een verdubbeling van de grijze druk in slechts dertig jaar. Figuur 1: Grijze druk in Nederland (Ministerie van Financiën, 2005, p. 21) De verhoging van de grijze druk heeft gevolgen voor de houdbaarheid van de publieke financiën. Enerzijds veroorzaakt de krimpende potentiële beroepsbevolking zowel een daling van de premieopbrengsten alsook een daling van de belastingopbrengsten. Anderzijds leidt de toename van het aantal gepensioneerden
6 5 tot een stijging van de overheidsuitgaven aan wettelijke pensioenen en zorg. Deze uitgaven zijn in het cyclisch neutrale jaar 2011 nog gelijk aan 21,7 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP), maar zullen in 2040 met ruim zes procentpunt zijn gestegen tot 28,6 procent van het BBP (Ewijk, 2006, p. 81). Zonder beleidswijzigingen leidt dit vanaf 2022 tot een structureel overheidstekort op de primaire balans (zie figuur 2). De pensioenen worden in Nederland gefinancierd op basis van het omslagstelsel. Dit vraagt om gelijkheid tussen opbrengsten en kosten. De toekomstige ontwikkelingen hebben daarom tot gevolg dat de houdbaarheid van het Nederlandse AOW-stelsel in het geding komt. Figuur 2: Prognose van de primaire balans (% BBP) bij ongewijzigd beleid 1 (Ewijk, 2006, p. 43) 3.2 Oplossingsrichtingen Een vereenvoudigde weergave van de balans binnen het Nederlandse AOW-stelsel wordt gegeven door vergelijking 1. In deze vergelijking staat (N b /N w ) voor de dependency ratio. Dit is de ratio van het aantal gepensioneerden (N b ) ten opzichte van het aantal actieve werknemers (N w ). Daarnaast vormt (B/w) de zogenaamde replacement ratio. Dit is de verhouding van het gemiddeld pensioen per gepensioneerde inwoner (B) ten opzichte van het gemiddeld loon per werkende (w). Vermenigvuldiging van deze twee ratio s levert vervolgens de belastingvoet t. Vergelijking 1: t = (N b /N w ) x (B/w) (Rosen, 2005, p. 206) Dit stelsel wordt uit evenwicht gebracht door de toename van het aantal 65-plussers en daarmee ook een stijging van de dependency ratio. De waarde van deze ratio is nog hoger dan die van de grijze druk uit de voorgaande paragraaf. Oorzaak hiervan is dat bij de grijze druk de gehele potentiële beroepsbevolking wordt betrokken, terwijl het hier bij N w slechts gaat om het aantal inwoners dat daadwerkelijk een baan 1 Ps(0) = Primair surplus in het cyclisch neutrale startpunt Ps(t) = Lange-termijn stabilisatieniveau van het primair surplus. a(t) = Afwijking ten opzichte van het primair surplus in 2011.
7 6 heeft. Deze vergelijking toont niet alleen de verstoring van het evenwicht, maar laat tegelijkertijd ook verschillende oplossingsrichtingen zien met het oog op het behouden van de balans binnen de financiering van het Nederlandse AOW-stelsel. Een eerste voor de hand liggende mogelijkheid is om de replacement ratio te verlagen door te korten op de hoogte van de AOW-uitkeringen (B ). Dit betekent immers een forse kostendaling voor de overheid. Dit is echter niet haalbaar gezien het feit dat een aanzienlijk deel van de gepensioneerden van hun AOW-uitkering afhankelijk is om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien (Knook, 2008, p. 131). Een vermogensafhankelijke AOW zou in dat licht een oplossing kunnen bieden, maar het is zeer de vraag of de verschillende politieke partijen bereid zijn hun handen te branden aan een dergelijke maatregel. Ten tweede kan een verbetering van de financieringsgrondslag worden bereikt met hogere AOW-premies (t ). Enerzijds door een verhoging van het huidige tarief van 17,9 procent, anderzijds door afschaffing van de huidige premievrijstelling voor 65-plussers. Bij deze fiscalisering van de AOW moeten ook zij, naast de 65-minners, dan premie afdragen over hun (aanvullend) pensioen (Goudswaard, 2002, p. 3). Ook deze maatregelen roepen maatschappelijke weerstand op. Bovendien heeft een hogere belastingdruk een negatief effect op de economische groei van Nederland (Knook, 2008, p. 131). Een derde beleidsoptie is de aanpak van dependency ratio zelf, die ten gevolge van de vergrijzing sterk dreigt te gaan stijgen. Dit zou bijvoorbeeld bereikt kunnen worden door de pensioengerechtigde leeftijd te verhogen. Achterliggende gedachte hiervan is dat dit leidt tot een toename van het aantal premieafdragende werknemers en tot een afname van het aantal AOW-gerechtigden (N b ). Allereerst zal het effect hiervan gering zijn aangezien de netto arbeidsparticipatie onder jarigen slechts 20,8 procent bedroeg in 2006 (Statline). Tevens wordt dit voorstel negatief ontvangen door zowel werknemers als werkgevers (Ekamper en Henkens, 2006, p. 59). Een beleid gericht op verhoging van de arbeidsparticipatie in deze leeftijdscategorie, evenals in andere geledingen van de Nederlandse bevolking, heeft een positieve uitwerking op de dependency ratio. De beoogde toename van het aantal werkenden (N w ) beperkt immers het negatief budgettair effect dat door de vergrijzing wordt veroorzaakt. Bij een dergelijk beleid kan worden gedacht aan ouderen die momenteel worden gediscrimineerd door werkgevers, aan allochtonen die hinder ondervinden van hun opleidingsachterstand en aan vrouwen die op basis van kostenoverwegingen niet participeren op de arbeidsmarkt. In de volgende hoofdstukken wordt de huidige Nederlandse situatie met betrekking tot arbeidsparticipatie in nader detail behandeld. 4. Arbeidsparticipatie in Nederland 4.1 Ouderen De arbeidsparticipatie onder jarigen was volgens het CBS in 2006 gelijk aan ongeveer 42 procent 2 van de potentiële beroepsbevolking in deze leeftijdscategorie. 2 Alleen personen met een betaalde baan van minimaal 12 uur per week zijn meegeteld. (nationale definitie)
8 7 Aangezien er binnen deze groep ouderen duidelijke verschillen zijn met betrekking tot arbeidsdeelname, is het echter beter deze op te splitsen in twee klassen. In het jaar 2006 participeerde 58 procent van de inwoners tussen de 55 en 60 jaar op de arbeidsmarkt, terwijl de groep jarigen slechts een percentage kende van ongeveer 21 procent (Statline, 2008). Desalniettemin wordt bij (internationale) analyses meestal de brede klasse gehanteerd. Zo ook door de Europese Commissie bij het vaststellen van haar doelen met betrekking tot de participatiegraad in Europa. In 2001 werd afgesproken om een verhoging van de gemiddelde Europese arbeidsdeelname onder jarigen na te streven. Dit is de zogenaamde Stockholm doelstelling en beoogt een participatiegraad van 50 procent 3 onder ouderen in het jaar 2010 (EC, 2006b, p.28). In figuur 3 wordt deze doelstelling aangegeven met de rode horizontale lijn. Figuur 3: Percentage jarigen met een betaalde baan van minimaal 1 uur per week in 2007 (per land). (Eurostat, 2008) In figuur 3 is te zien dat Nederland vorig jaar al voldeed aan de hierboven genoemde Stockholm doelstelling. Vergeleken met de 24 andere Europese landen neemt Nederland, met 51 procent, echter een vrij mediane positie in. De gemiddelde arbeidsdeelname in Europa was in 2007 ongeveer 45 procent. Grote landen als Italië en Frankrijk zijn negatieve uitschieters met een arbeidsparticipatie van respectievelijk 34 en 38 procent. Daarnaast zijn er een aanzienlijk aantal landen die een grotere arbeidsdeelname onder ouderen kennen dan Nederland. Met name de Scandinavische landen vallen in positieve zin op. In Noorwegen heeft bijvoorbeeld 69 procent van de jarigen een betaalde baan van minimaal één uur per week. In Zweden is de arbeidsparticipatie zelfs 70 procent onder ouderen. 3 Iedereen die minimaal 1 uur per week betaald werk verricht, telt mee. (internationale definitie)
9 8 4.2 Vrouwen In het jaar 2006 participeerde, bij gebruik van de nationale definitie, 56 procent van de Nederlandse vrouwen op de arbeidsmarkt (Statline, 2008). Dit percentage ligt beneden de doelstelling die de Europese Commissie in 2000 heeft geformuleerd met het oog op verbetering van de houdbaarheid van de verschillende Europese pensioenstelsels. In dat jaar werd in Lissabon afgesproken om te streven naar een arbeidsdeelname van 60 procent onder vrouwen (15 tot 65 jaar oud) in het jaar 2010 (EC, 2006b, p.28). Dit streefpercentage is overigens gebaseerd op de internationale definitie van arbeidsparticipatie. In figuur 4 is om die reden te zien dat Nederland in 2007, volgens de Europese Comissie, met 69 procent reeds voldeed aan de Lissabon doelstelling. Dit in tegenstelling tot het Europees gemiddelde van ongeveer 59 procent. Net als in het geval van ouderenparticipatie presteren de verschillende Scandinavische landen, zij het in mindere mate, beter dan Nederland qua arbeidsdeelname van vrouwen. Met 74 procent ligt de Noorse participatie 5 procentpunten boven het percentage onder Nederlandse vrouwen. Met een dergelijke maatstaf scoren Nederlandse vrouwen weliswaar goed op het gebied van arbeidsdeelname, maar wanneer de premieopbrengsten bij de beoordeling wordt betrokken is het resultaat minder rooskleurig. Een groot gedeelte van de vrouwen werkt namelijk in deeltijd en dat leidt, bij een vast AOW-tarief van 17,9 procent, tot lagere premieopbrengsten dan bij een voltijdbaan. Nederland kent met 75 procent zelfs het hoogste percentage deeltijdwerk van Europa, waar gemiddeld 33 procent van de participerende vrouwen minder dan 35 uur per week werkt (Eurostat, 2008). Cijfers van het CBS over 2006 laten daarnaast zien dat in Nederland één op de vijf werkzame vrouwen een werkweek had die zelfs minder dan twintig uur besloeg (Statline, 2008). Figuur 4: Percentage vrouwen met een betaalde baan van minimaal 1 uur per week in 2007 (per land). (Eurostat, 2008)
10 9 4.3 Allochtonen Ten behoeve van de houdbaarheid van het Nederlandse AOW-stelsel biedt ook een verbetering van de arbeidsparticipatie onder allochtonen een kans. Ten eerste omdat deze groep inwoners een belangrijk aandeel heeft in de Nederlandse beroepsgeschikte bevolking, namelijk achttien procent in het jaar Ten tweede omdat de huidige arbeidsdeelname van allochtonen significant lager ligt dan die van autochtonen (Statline, 2008). Figuur 5 laat dit verschil duidelijk zien. De gemiddelde netto arbeidsparticipatie van allochtonen ligt met 55 procent ongeveer 12 procentpunten beneden het percentage van 67 procent onder autochtonen. Analoog aan het beeld onder autochtonen bevindt ook de arbeidsdeelname van allochtone vrouwen zich op een lager niveau dan dat van allochtone mannen. Autochtone mannen kennen met 76 procent een hogere participatiegraad dan die onder mannen van allochtone afkomst (62 procent). Onder vrouwen is het verschil iets kleiner met 11 procentpunten. Met 47 procent participeren vrouwen van allochtone afkomst minder op de arbeidsmarkt dan autochtone vrouwen met een participatiegraad van 58 procent (Statline, 2008). Figuur 5: Netto arbeidsparticipatie (%) in Nederland in het jaar 2006, op basis van cijfers van het CBS (2008). 5. Participatieverhoging als oplossing 5.1 Aanbod van arbeid Ten behoeve van de houdbaarheid van het Nederlandse AOW-stelsel is het van belang om zowel de kwantiteit als de kwaliteit van het arbeidsaanbod te bevorderen. Bij een succesvolle bevordering leidt dat immers, via toenemende premieopbrengsten, tot een verbetering van de balans tussen uitgaven en inkomsten.
11 10 Een kwantitatieve verbetering van het aanbod van arbeid is mogelijk te bereiken via een meer toegankelijke kinderopvang. Hierbij kan worden gedacht aan een verdere subsidiëring van de opvang van kinderen. Een dergelijke subsidie verhoogt onder vrouwen de geneigdheid om te participeren op de arbeidsmarkt, doordat de hoge marginale kosten van (meer) werken op deze manier gedeeltelijk gecompenseerd worden (Ewijk, 2000, p. 87). Hiervoor lijkt ook de situatie in de (Scandinavische) landen met een hoge arbeidsparticipatie te pleiten. Deze landen kennen een breed aanbod van kinderopvang alsook een hoge arbeidsdeelname van vrouwen. Ewijk (2000, p. 87) waarschuwt wel voor een eventuele omgekeerde causaliteit. Veel opvang van kinderen zou immers ook het gevolg kunnen zijn van een hoge participatiegraad. Een kwalitatieve verbetering van het aanbod van arbeid kan worden bereikt door een beleid dat gericht is op verhoging van het opleidingsniveau onder allochtonen. Deze achterstand is namelijk de belangrijkste reden dat de arbeidsdeelname van allochtone jongeren achterblijft bij die van hun autochtone leeftijdsgenoten (SER, 2007, p. 24). Cijfers van het CBS laten zien dat de werkloosheid onder Nederlanders van allochtone afkomst meer dan twee maal zo hoo g is als onder autochtonen (Statline, 2008). Het aanpakken van het hoge aantal schoolverlaters is een manier om de startkwalificatie van allochtone jongeren te verbeteren. De Sociaal Economische Raad (SER) pleit daarom voor een intensievere begeleiding van allochtonen bij zowel de keuze van de te volgen opleiding als tijdens het daadwerkelijke leertraject. Daarnaast is een toename van het aantal (geschikte) stageplaatsen voor allochtone jongeren noodzakelijk. In het verlengde daarvan adviseert de SER het kabinet om sollicitatietraining als verplicht onderdeel toe te voegen aan het lesprogramma (SER, 2007, pp ). 5.2 Vraag naar arbeid Zoals wel vaker wordt gezegd, moet het bereiken van een oplossing van meer dan één kant komen. In het geval van het nastreven van een hogere arbeidsparticipatie van ouderen in Nederland is dan ook niet alleen een vergroting van het arbeidsaanbod van belang, maar zeer zeker ook de situatie met betrekking tot de vraag naar arbeid. De vraag naar oudere werknemers is laag en veel werkgevers hebben een negatief beeld van 55-plussers. Met het oog op een hogere participatiegraad zijn verbeteringen van de arbeidsvraag en het arbeidsaanbod van gelijkwaardig belang. Bekende maatregelen ter stimulering van de arbeidsparticipatie onder ouderen, zoals bijvoorbeeld de uitkleding van de Vrijwillige Vervroegde Uittreding (VUT), zijn met name gericht op het aanbod van arbeid. Onderzoek van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) toont echter aan dat werkgevers zeer terughoudend zijn ten aanzien van het aannemen van ouderen (Ekamper en Henkens, 2006, p.58). Uit ditzelfde onderzoek blijkt dat driekwart van de werkgevers een hogere leeftijd associeert met stijgende arbeidskosten zonder dat dit gepaard gaat met een stijging van de arbeidsproductiviteit. Andere vaak gehoorde vooroordelen zijn een hoger (ziekte)verzuim en een beperkte veranderingsgezindheid onder ouderen (Ekamper en Henkens, 2006, p. 58). Knook (2008, pp ) houdt daarom een pleidooi ten faveure van de oudere werknemer. Mede met het oog op de toekomstige krapte op de arbeidsmarkt pleit hij voor een leeftijdsbewust personeelsbeleid. Enerzijds blijken ouderen
12 11 helemaal niet vaker ziek te zijn dan jongere collega s en anderzijds bezitten oudere werknemers waardevolle kwaliteiten zoals kennis en ervaring. Weliswaar blijkt dat ouderen minder vaardig in het verwerken van informatie zijn, maar zij weten dit tegelijkertijd te compenseren door middel van inzet en ervaring. Een onbevooroordeeld personeelsbeleid dat zich richt op uitdagende functies en bovendien op levenslang bijleren voor werknemers van alle leeftijden, leidt ertoe dat de oudere werknemer, voor de werkgevers, niet per definitie minder aantrekkelijk is dan de 55-minner (Knook, 2008, pp ). Vanuit de vraagzijde schept dit vervolgens de mogelijkheden voor een verhoging van de arbeidsparticipatie van ouderen in Nederland. Conclusie De combinatie van vergrijzing en ontgroening leidt er toe dat de grijze druk in Nederland de komende decennia een zeer sterke stijging kent. In het jaar 2038 zal deze druk zijn toegenomen tot ongeveer 47 procent. Dit betekent dat er dan slechts twee potentiële premie-afdragers tegenover één pensioengerechtigde staan. Bij ongewijzigd beleid ontstaat vanaf 2022 een structureel overheidstekort en komt de houdbaarheid van het Nederlandse AOW-stelsel in het geding. Het huidige niveau van arbeidsparticipatie in verschillende geledingen van de bevolking biedt een kans ter verbetering van deze houdbaarheid. Een hogere participatie betekent voor de overheid immers een stijging van de premieopbrengsten. Momenteel participeert meer dan de helft van de 55-plussers niet op de arbeidsmarkt. In Europees perspectief presteert Nederland daarmee nauwelijks beter dan gemiddeld. Daarnaast laat ook de arbeidsdeelname van zowel vrouwen als allochtonen te wensen over. Ten behoeve van een verhoging van de arbeidsparticipatie onder ouderen is een onbevooroordeelde visie van werkgevers, alsook een toereikend onderhoud van het arbeidsvermogen, zeer gewenst. Een verdere subsidiëring van de kinderopvang kan, naar goed voorbeeld van de Scandinavische landen, niet alleen bijdragen aan een verhoging van de arbeidsdeelname van vrouwen, maar ook leiden tot een toename van het gemiddeld aantal arbeidsuren per week. Een beleid dat zich richt op een verbetering van zowel het opleidingsniveau van allochtonen als op de aansluiting van leren naar werken, is van groot belang om de arbeidsdeelname van allochtonen te bevorderen.
13 12 Bibliografie Ekamper, P., en Henkens, K. (2006). Vergrijzing: kansen en knelpunten op de arbeidsmarkt. DEMOS, 22, (6), European Commission (2006a). The demographic future of Europe; from challenge to opportunity. Luxembourg: European Commission. European Commission (2006b). Employment in Europe Luxembourg: European Commission. Eurostat (2008). European Comission ( 31 mei. Ewijk, C. van, e.a. (2000). Ageing in the Netherlands. Den Haag: Sdu Uitgevers. Ewijk, C. van, e.a. (2006). Ageing and the sustainability of Dutch public finances. Den Haag: Centraal Planbureau. Goudswaard, K.P. (2002). Naar een houdbaar sociaal stelsel. Openbare Uitgaven, 34, (2), Knook, D. (2008). Het Methusalem-mysterie; Vergrijzing: zegen of bedreiging?. Amsterdam: Prometheus. Ministerie van Financiën (2005). Miljoenennota Rosen, H.S. (2005). Public Finance. New York: McGraw-Hill. SER (2007). Niet de afkomst maar de toekomst; Naar een verbetering van de arbeidsmarktpositie van allochtone jongeren. Den Haag: Sociaal-Economische Raad. Statline (2008). Centraal Bureau voor de Statistiek ( NL/menu/cijfers/default.htm), 31 mei.
Beroepsbevolking 2005
Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel
Nadere informatieDemografie van de Nederlandse beroepsbevolking
Betaling én vervanging van vergrijzende arbeidspopulatie worden een probleem Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Peter Ekamper, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) Op
Nadere informatiesolidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?
Bijdrage prof. dr. Kees Goudswaard / 49 Financiering van de AOW: solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Deze vraag staat centraal in de bij drage van bijzonder hoogleraar Sociale zekerheid prof.
Nadere informatieArbeidsaanbod naar sociaaldemografische kenmerken
CPB Memorandum Sector : Arbeidsmarkt en Welvaartsstaat Afdeling/Project : Arbeid Samensteller(s) : Rob Euwals, Daniël van Vuuren, Adri den Ouden, Janneke Rijn Nummer : 171 Datum : 12 december 26 Arbeidsaanbod
Nadere informatieCBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen
CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.
Nadere informatieArtikelen. Naar een arbeidsdeelname van 80 procent in 2016
Artikelen Naar een arbeidsdeelname van 8 procent in 216 Boukje Janssen en Martijn Souren Om de vergrijzing betaalbaar te houden en krapte op de arbeidsmarkt te voorkomen, heeft het kabinet zich tot doel
Nadere informatieCBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt
CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het
Nadere informatieVergrijzing, verkleuring en individualisering. Voor wie verstandig handelt!
Vergrijzing, verkleuring en individualisering Trendsamenvatting Naam Definitie Scope Conclusies Invloed Impact Bronnen Vergrijzing, verkleuring en individualisering De wereldbevolking neemt toe, waarbij
Nadere informatieOverzichtsrapport SER Gelderland
Overzichtsrapport SER Gelderland Bevolking en participatie In opdracht van SER Gelderland September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl
Nadere informatieMeer ouderen langer werkzaam
Meer ouderen langer werkzaam Koos Arts (Centraal Bureau voor de Statistiek) Ferdy Otten (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vooral door de instroom van jongere generaties alsmaar meer werkende vrouwen
Nadere informatieJong en oud op de arbeidsmarkt,
Jong en oud op de arbeidsmarkt, 2007-2011 Gerda Gringhuis en Ben Dankmeyer 1. Inleiding De gemiddelde leeftijd van de bevolking neemt toe. De vergrijzing zorg er voor dat meer mensen aanspraak maken op
Nadere informatieNiet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald
7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van
Nadere informatieSamenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken
Nadere informatie2 Ontwikkelingen. 2.1 Grijze en groene druk
2 Ontwikkelingen Nederland vergrijst en ontgroent. Ook in arbeidsorganisaties zal de gemiddelde leeftijd van medewerkers steeds meer omhoog gaan. Oudere medewerkers zullen een steeds groter deel van het
Nadere informatieNeimed Krimpbericht. Potentiële beroepsbevolking Limburg MEI 2014
MEI 214 Neimed Krimpbericht Potentiële beroepsbevolking Voor de ontwikkeling van het aanbod van arbeidskrachten is de potentiële beroepsbevolking van belang. Deze leeftijdsgroep daalt in al sinds 1995.
Nadere informatiex Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande
Nadere informatieDoorwerken na 65 jaar
CvA-notitie februari 2008 Doorwerken na 65 jaar De levensverwachting en het gemiddelde aantal gezonde jaren na het bereiken van de 65-jarige leeftijd is toegenomen. Een groeiende groep ouderen heeft behoefte
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-073 13 december 2012 9.30 uur Potentiële beroepsbevolking blijft straks op peil dankzij 65-plussers Geen langdurige krimp potentiële beroepsbevolking
Nadere informatieProcentuele ontwikkeling bevolking
Jongeren op de arbeidsmarkt: feiten en cijfers In deze publicatie leest u over relevante demografische ontwikkelingen met betrekking tot jongeren op de arbeidsmarkt. Hoe zal de (beroeps)bevolking zich
Nadere informatie6. Vergrijzing in Noord-Nederland
6. Vergrijzing in Noord-Nederland De komende jaren zal de gemiddelde leeftijd van de Nederlandse bevolking sterk stijgen. Er worden minder kinderen geboren dan vroeger en onder invloed van stijgende welvaart
Nadere informatieAgeing Tomorrow, Innovation Today*
Public Sector Ageing Tomorrow, Innovation Today* Point of view Januari 2009 *connectedthinking 1 PricewaterhouseCoopers verleent sectorspecifieke diensten op de gebieden Assurance, Tax & HRS en Advisory.
Nadere informatieArbeidsparticipatie van oudere werknemers. Studienamiddag Ageing at work
Arbeidsparticipatie van oudere werknemers Studienamiddag Ageing at work Leuven, 28 oktober 2009 Dr. Rob Gründemann, Senior Onderzoeker/Adviseur TNO Arbeid Lector Hogeschool Utrecht (Nederland) Opzet van
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Tempo vergrijzing loopt op
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-083 17 december 2010 9.30 uur Tempo vergrijzing loopt op Komende 5 jaar half miljoen 65-plussers erbij Babyboomers leven jaren langer dan vooroorlogse
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1424 Vragen van het lid
Nadere informatie2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd
2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd Mensen moeten steeds de keuze maken tussen werken en vrije tijd: 1. Werken * Je ontvangt loon in ruil voor je arbeid; * Langer werken geeft meer loon (en dus kun
Nadere informatie8. Werken en werkloos zijn
8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,
Nadere informatieArtikelen. Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur. Ingrid Beckers en Hans Langenberg
Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur Ingrid Beckers en Hans Langenberg De arbeidsdeelname in Nederland is de afgelopen 25 toegenomen. Dit komt vooral doordat meer vrouwen zijn gaan werken. Zij doen
Nadere informatieVergrijzing; de noodzaak van verandering
Vergrijzing; de noodzaak van verandering Peter Kooiman CPB Vergrijzing 2006 2020 2040 Leeftijdsgroep 0-4,0 3,8 3,8 20-64 10,0 9,8 9,2 65+ 2,3 3,2 4,0 Totaal 16,4 16,8 17,0 Grijze druk Aantal 65+ gedeeld
Nadere informatie14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking
14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS In deze bijlage worden Nederlandse cijfers op het terrein van arbeidsmarkt en sociale zekerheid vergeleken met die van een groot aantal Europese landen, de USA en
Nadere informatieDe toekomstige arbeidsmarkt in een vergrijzende Europese Unie: het effect van meer deeltijdwerk op het arbeidsvolume
De toekomstige arbeidsmarkt in een vergrijzende Europese Unie: het effect van meer deeltijdwerk op het arbeidsvolume Ekamper, P. 2007. Qualitative scenario study of the European labour force. Research
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-085 18 december 2008 9.30 uur Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038 Nog 1 miljoen inwoners erbij, inwonertal zal harder groeien dan eerder gedacht
Nadere informatieFacts & Figures uitwerking Pensioenakkoord
Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord Waarom langer doorwerken? De levensverwachting stijgt Elke generatie leeft langer dan de vorige. Dat is al langer bekend, maar de stijging van de levensverwachting
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatie4. Werkloosheid in historisch perspectief
4. Werkloosheid in historisch perspectief Werkloosheid is het verschil tussen het aanbod van arbeid en de vraag naar arbeid. Het arbeidsaanbod in Noord-Nederland hangt samen met de mate waarin de inwoners
Nadere informatieWerken of vrije tijd?
Samenvatting door Sophie 612 woorden 28 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1 Werken of vrije tijd? Je moet keuzes maken tussen vrije tijd en werken/ geld verdienen. Veel mensen werken
Nadere informatiePensioenaanspraken in beeld
Pensioenaanspraken in beeld Deel 1: aanspraken naar geslacht en burgerlijke staat Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije vandegrift bouwen minder pensioen op via een werkgever dan mannen.
Nadere informatieCBS-berichten: Verschuivingen in het arbeidspotentieel van ouderen
CBS-berichten: Verschuivingen in het arbeidspotentieel van ouderen Ferdy Otten en Clemens Siermann* Inleiding In de afgelopen jaren zijn tal van beleidsmaatregelen genomen om de arbeidsparticipatie van
Nadere informatieDe arbeidsmarkt: crisistijd en trends
De arbeidsmarkt: crisistijd en trends 06 Werkzame beroepsbevolking krimpt tijdens crisis Arbeidsmarkt reageert vertraagd op conjunctuur Krimp vooral onder mannen en jongeren Daling flexwerkers snel voorbij
Nadere informatieFORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,
FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, @ FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, september 29 Samenvatting De werkloosheid onder de 1 tot 2 jarige Nederlanders is in het 2 e kwartaal van 29 met
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 482 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan
Nadere informatieDemografische ontwikkeling Gemeente Opmeer
Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O Research
Nadere informatieWerkloosheid Redenen om niet actief te
Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking
Nadere informatie2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieVUT-fondsen kalven af
132 VUT-fondsen kalven af Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Paff Publicatiedatum CBS-website: 03-07-2013 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer
Nadere informatieArbeidsdeelname van paren
Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen
Nadere informatieDe inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken
Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling
Nadere informatiedem Nieuwe EU-lidstaten vergrijzen het sterkst ROB VAN DER ERF inhoud
dem s Jaargang 24 Augustus 8 ISSN 169-1473 Een uitgave van het s Interdisciplinair Demografisch Instituut Bulletin over Bevolking en Samenleving 7 inhoud 1 Nieuwe EU-lidstaten vergrijzen het sterkst 5
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieWerkende ouderen in België en Nederland de cijfers
Werkende ouderen in België en Nederland de cijfers Peter Ekamper De komende decennia wordt Europa geconfronteerd met een onvermijdelijke veroudering van de bevolking. In de landen van de Europese Unie
Nadere informatieDemografische ontwikkeling Gemeente Koggenland
Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatieVrouwen op de arbeidsmarkt
op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna
Nadere informatieUitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking
Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze
Nadere informatiePEARL: uitkomsten van de regionale bevolkings- en allochtonenprognose 2005 2025 voor provincies
PEARL: uitkomsten van de regionale bevolkings- en allochtonenprognose 225 voor provincies Andries de Jong 1) In 26 hebben het Ruimtelijk Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek voor het eerst
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012 Nr. 229 BRIEF
Nadere informatieAlleenstaande moeders op de arbeidsmarkt
s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging
Nadere informatieBevolkingsprognose 2002 2050: anderhalf miljoen inwoners erbij
Bevolkingsprognose 22 25: anderhalf miljoen inwoners erbij Andries de Jong Volgens de nieuwe bevolkingsprognose van het CBS zal het inwonertal van Nederland toenemen van de huidige 16,2 miljoen naar 17,7
Nadere informatieOuders op de arbeidsmarkt
Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk
Nadere informatie1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt
1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse
Nadere informatieBevolkingsprognose Deventer 2015
Bevolkingsprognose Deventer 2015 Aantallen en samenstelling van bevolking en huishoudens Augustus 2015 augustus 2015 Uitgave : team Kennis en Verkenning Naam : John Stam Telefoonnummer : 0570 693298 Mail
Nadere informatieToekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop
VLUGSCHRIFT Bevolkingsprognose gemeente Groningen - Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop Inleiding De omvang en samenstelling van de bevolking van de gemeente Groningen
Nadere informatieEinde in zicht voor de VUT
Einde in zicht voor de VUT 11 0 Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Pfaff Publicatiedatum CBS-website: 1 september 2011 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** =
Nadere informatieDemografische ontwikkeling Gemeente Stede Broec
Demografische ontwikkeling Gemeente Stede Broec Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners
Nadere informatieFacts & Figures uitwerking Pensioenakkoord
Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord Waarom langer doorwerken? De levensverwachting stijgt Elke generatie leeft langer dan de vorige. Dat is al langer bekend, maar de stijging van de levensverwachting
Nadere informatieWerkende ouderen in België en Nederland de cijfers
Werkende ouderen in België en Nederland de cijfers Peter Ekamper De komende decennia wordt Europa geconfronteerd met een onvermijdelijke veroudering van de bevolking. In de landen van de Europese Unie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 710 Vragen van het lid
Nadere informatiefluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012
Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen
Nadere informatieDemografische ontwikkeling Gemeente Opmeer
Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1
Nadere informatieDemografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 2011-2025
Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O Research
Nadere informatieCBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970
CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970
Nadere informatieDemografische ontwikkeling Gemeente Medemblik
Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners
Nadere informatieLanger werken voor het pensioen
Langer werken voor het pensioen Casper van Ewijk CPB Universiteit van Amsterdam Rotterdam, 20 mei 2005 Oudedag in discussie Nederland verwelkomt de 2,5 miljoenste AOW-er en het aantal zal stijgen tot 4,5
Nadere informatieGroei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,
Nadere informatiePersbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-27 7 februari 2002 9.30 uur Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig De reeks van jaren met een gunstige arbeidsmarkt is in 2001 voortgezet. De groei van de
Nadere informatie5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief
5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking
Nadere informatieDe pensioenleeftijd in beweging
Verschenen: 'De pensioenleeftijd in beweging', Jaarverslag Stichting Instituut Gak, blz. 5-8. De pensioenleeftijd in beweging Kees Goudswaard Wereldwijd worden stelsels van sociale zekerheid en pensioenen
Nadere informatieCPB Memorandum. Arbeidsaanbod op middellange termijn
CPB Memorandum Hoofdafdeling(en) : Modellen, Arbeid, en Inkomen Afdeling(en) : Arbeid Samensteller(s) : Barthold Kuipers 1 Nummer : 2 Datum : 29 maart 2001 Arbeidsaanbod op middellange termijn 1 Deze notitie
Nadere informatieDe vergrijzing komt, de VUT gaat
0n08 08 De vergrijzing komt, de VUT gaat John Gebraad en Feny Pfaff Publicatiedatum CBS-website 28 augustus 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim
Nadere informatie1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.
1 1)Waaruit bestaat de vraag op de arbeidsmarkt? 2)Noem een ander woord voor werkgelegenheid. 3)Wie vragen arbeid? 4)Met welk woord wordt het aanbod van arbeid ook aangeduid? 5)Geef de omschrijving van
Nadere informatiePeople. Europa telt niet de meeste inwoners, maar heeft. wel de hoogste bevolkingsdichtheid van alle regio s
People Europa telt niet de meeste inwoners, maar heeft wel de hoogste bevolkingsdichtheid van alle regio s in de wereld. De gemiddelde Europeaan wordt steeds ouder en krijgt steeds minder kinderen. Veel
Nadere informatieDaling omvang VUT-fondsen in 20060a
7 Daling omvang VUT-fondsen in 6a Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Pfaff Publicatiedatum CBS-website: 18 juli 8 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim
Nadere informatieDemografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen
Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O
Nadere informatieVeranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders
Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er
Nadere informatieDatum 16 augustus 2018 Betreft Antwoorden op Kamervragen van het lid Van Dijk (PvdA) over een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieDEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013
DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013 1 De arbeidsmarkt wordt krapper: alle talent is nodig Evolutie van de vervangingsgraad (verhouding 15-24-jarigen
Nadere informatieVUT-fondsen op weg naar het einde
Webartikel 2014 VUT-fondsen op weg naar het einde Drs. J.L. Gebraad mw. T.R. Pfaff 05-03-2013 gepubliceerd op cbs.nl CBS VUT-fondsen op weg naar het einde 3 Inhoud 1. Minder VUT-fondsen in 2012 5 2. Kortlopende
Nadere informatieHelp, ik heb personeel
Help, ik heb personeel nodig! Inleiding 1 1.1 Een handboek, is dat nodig? Iedere arbeidsorganisatie heeft in mindere of meerdere mate personeel nodig. Dat gaat meestal niet vanzelf; u moet er genoeg moeite
Nadere informatieEindexamen vwo economie I
Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing
Nadere informatieArtikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst
Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk
Nadere informatieMinder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt
Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis
Nadere informatieHet Nederlandse groeirecept raakt uitgewerkt
157 Het Nederlandse groeirecept raakt uitgewerkt M. A. Allers* Samenvatting De afgelopen 25 jaar is de Nederlandse economie vooral gegroeid doordat meer mensen zijn gaan werken. Deze extensieve economische
Nadere informatieMag ik dan nooit meer stoppen met werken?
Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? 67 vragen over aow-vragen en uw pensioen (Uit AD van 1-11-2016) De AOW-leeftijd gaat in 2022 met drie maanden omhoog voor iedereen die na 1954 geboren is. Reden
Nadere informatieArbeidsmarktontwikkelingen 2016
- Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna
Nadere informatieCBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren
CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren Het aantal mensen met een baan is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 6 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren hadden vaker werk. De beroepsbevolking
Nadere informatieDemografische ontwikkeling Gemeente Andijk
Demografische ontwikkeling Gemeente Andijk Andijk Opm eer Medem blik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners
Nadere informatieNieuw rapport Europese Commissie: onze pensioenen zijn wél betaalbaar
Nieuw rapport Europese Commissie: onze pensioenen zijn wél betaalbaar Studiedienst PVDA Kim De Witte 1 Meer actieven in verhouding tot niet-actieven tot 2040... 2 1.1 Demografische versus economische afhankelijkheidsratio...
Nadere informatie