NOTITIE N06B, UITGANGSPUNTEN KISTDAMGARAGE

Transcriptie

1 blz: 1 NOTITIE N06B, UITGANGSPUNTEN KISTDAMGARAGE d.d d.d wijz A d.d wijz B 1.1 Inleiding In het zuidwestelijk deel van de houthavens komt het nieuwe gebouw Pontsteiger. Het gebouw wordt in het water gebouwd en wordt met het vaste land verbonden door een verbindingsweg met daaronder een 2 laagse parkeergarage. Verder aangeduid als kistdamgarage. Onder de beide torens en laagbouw is een éénlaagse parkeergarage voorzien en plaatselijk een tweelaagse garage. De kistdamgarage sluit aan op deze garage. Figuur 1: Projectlokatie In deze notitie wordt een overzicht gegeven van de constructieve uitgangspunten voor de kistdamgarage. Het doel van dit document is om de uitgangspunten en de randvoorwaarden van de constructie van de kistdamgarage en de daarop werkende belastingen vast te leggen voor de verdere uitwerking van het project. Tevens heeft dit document tot doel om de uitgangspunten van de constructieve uitwerking voortijdig vast te stellen samen met bouw- en woningtoezicht.

2 blz: Beschrijving hoofdraagconstructie Het uitgangspunt voor het constructieve ontwerp is een volledig in het werk gestorte betonconstructie met een enkele rij kolommen in het midden. De bouwkuip wordt met een tijdelijke damwand uitgevoerd. Voor het paalsysteem worden prefab palen toegepast voor de drukpalen en gewi ankers of prefab palen voor de trekpalen. In onderstaande doorsnede zijn de gehanteerde afmetingen van de constructie gegeven. Kolommen rond 600 h.o.h. 5,3 m Balk onder dek: bxh =1,6 mx0,9 m Kolommen rond 600 h.o.h. 5,3 m drukpalen prefab Trekankers (gewi/prefab) 6 paals poer Trekankers (gewi/prefab) drukpalen prefab Figuur 2: Doorsnede constructieprincipe met constructieafmetingen De horizontale stabiliteit van de garage wordt verzorgd door het raamwerk van betonwanden en betonvloeren in combinatie met de aanwezige horizontale actieve gronddruk aan beide zijden van de garage. De aanwezige kopwand aan landzijde werkt mee in het stabiliteitssysteem en draag belasting af naar de palen.

3 blz: Ondergrond Ter plaatse van de bouwlocatie worden een tweetal draagkrachtige lagen gevonden. Op circa 20 m - NAP wordt een draagkrachtige zandlaag gevonden. Hierop zal de laagbouw en kelder gefundeerd worden. Draagvermogens tot ca kn zijn hier haalbaar. De opbouw van de ondergrond is op de volgende bladzijde weergegeven middels sondering 104. De overige sonderingen laten een soortgelijke opbouw zien. Er kan van een vrij homogeen beeld van de ondergrond gesproken worden. Het ontwerp van de fundering van de kistdamgarage is gebaseerd op de beschikbare sonderingen van het pontsteigergebouw. Na uitvoering van het grondonderzoek van de kistdamgarage zal dit geverifieerd worden. Figuur 3: overzicht gemaakte sonderingen

4 blz: 4 2 e zandlaag 3 e zandlaag Figuur 4: sondering 104

5 blz: 5 2. Algemene uitgangspunten 2.1 Normen en richtlijnen De uitwerking het project vindt plaats aan de hand van de Eurocode. Van toepassing is het bouwbesluit Van toepassing zijnde voorschriften ( Eurocode ) Allen inclusief Nationale Bijlagen NEN-EN 1990 Grondslagen van het constructief ontwerp NEN-EN 1991 Belastingen op constructies NEN-EN 1992 Betonconstructies NEN-EN 1993 Staalconstructies NEN-EN 1994 Staal-betonconstructies NEN-EN 1995 houtconstructies NEN-EN 1996 Constructies van metselwerk NEN-EN 1997 Geotechnisch ontwerp 2.2 Veiligheidsklassen Het gebouw wordt valt in ontwerplevensduurklasse 3 met een ontwerplevensduur van 50 jaar. (dit is conform het raakvlakkendocument en afgestemd op het aansluitende Pontsteigergebouw) Met betrekking tot de toegepaste veiligheidsklassen kunnen de volgende punten worden opgesteld: De gehele constructie valt in gevolgklasse CC3 conform NEN-EN Grondslagen van het constructief ontwerp; De verkeersbelastingen op het dek van de parkeergarage zijn conform NEN-EN C1:2011 Eurocode 1: Belastingen op constructies deel 2 Verkeersbelastingen op bruggen; 2.3 Milieuklassen De volgende milieuklassen zijn van toepassing: buitenzijde kelder, begane grondvloer: XS3, XF4 vloeren op nivo -1 en -2: XC3, XD1 onderzijde begane grondvloer: XC3 constructieve binnen-elementen: XC1 2.4 Materiaaleigenschappen De standaarden en eigenschappen van alle toegepaste materialen betreffen: prefab beton: C55/67 in-situ gestort beton: C30/37 wapening: B500 constructiestaal: S355 De volgende waarden voor de soortelijke gewichten dienen aangehouden te worden: beton: 25,0 kn/m³ staal: 78,5 kn/m³ metselwerk: 20,0 kn/m³ bestrating: 20,0 kn/m³ asfalt: 23,0 kn/m³ zand nat: 20,0 kn/m³ zand droog: 18,0 kn/m³ water: 10,0 kn/m³ natuursteen: 25,0 kn/m³ afwerklagen: 20,0 kn/m 3

6 blz: Maaiveldhoogtes De hoogte van het maaiveld ter plaatse van het pontsteigergebouw ligt op 1,75 m + NAP en verloopt naar land toe. Dit betreft de bovenzijde van de afwerking op het grondpakket op het dek van de garage. Waar de kistdamgarage begint is het nivo 2,0 m+ NAP en loopt op tot 2,4 m+ NAP ter plaatse van het land. Aan weerszijde van de kistdamgarage zal de bodem na gereedkomen garage aangevuld worden tot de in figuur 5 aangegeven nivo s. Figuur 5: Theoretisch bodemprofiel conform uitvraag 2.6 Grondwaterstand en waterstand IJ In figuur 6 is informatie over het waterpeil van het IJ gegeven. Het gemiddelde waterpeil bedraagt 0,4 m - NAP. Figuur 6: waterstand IJ periode eind juli 2014 Surinamekade

7 blz: 7 Uit meerjarige data van het waterpeil blijkt dat er beperkte fluctuatie is van het waterpeil. Aan de oostzijde van het IJ zijn waterstanden van 0,1 m + NAP opgetreden in de afgelopen 10 jaar. 2.7 Belastingcombinaties Het gehele gebouw is ingedeeld in CC3. De volgende belastingcombinaties zijn van toepassing. Gebruikte belastingcombinaties STR/GEO overheersen de belasting formule EC permanent overheersende belasting overige belasting ξ γ G G + γ Q;1 Ψ 0 Ψ 1 Ψ 2 Q 1 + Σ γ Q;i Ψ 0;i Ψ 2;i Q i ULS G ongunstig 2 verd.ext. 6.10a 1,50 G + 1,65 Ψ0 Q1 + Σ 1,65 Ψ0;i Qi max max 2 verd.ext. 6.10b 1,3 G + 1,65 Q1 + Σ 1,65 Ψ0;i Qi G gunstig min excl Qvloer min w ind overh. 6.10b 1,3 G + 1,65 Qw + Σ 1,65 Ψ0;i Qi 0,9 G 0,9 G - 1,65 Qw 6.10a 0,9 G 1,65 Ψ0 Q1 + Σ 1,65 Ψ0;i Qi min incl Qvloer min 6.10b 0,9 G + 1,65 Q1 + Σ 1,65 Ψ0;i Qi Bijzonder 6.10b 0,9 G - 1,65 Qw + Σ 1,65 Ψ0;i Qi w ind overh. 6.11b G + Ψ1 Qw + Σ Ψ2;i Qi brand max overig overh. 6.11b G + Ψ2 Q1 + Σ Ψ2;i Qi SLS karakteristiek = 6.14b G + Q1 + Σ Ψ0;i Qi 2 verd.ext. 6.15b G + Ψ1 Q1 + Σ Ψ2;i Qi frequent max w ind overh. 6.15b G + Ψ1 Qw + Σ Ψ2;i Qi quasi-blijvend = 6.16b G + Ψ2 Q1 + Σ Ψ2;i Qi factor ξ is reeds in de factoren verwerkt

8 blz: Belastingen Alle belastingen die op het gebouw werken worden hieronder behandeld Veranderlijke vloerbelastingen - Parkeergarage/bergingen 2,0 kn/m 2 - Trappenhuizen 3,0 kn/m Permanente vloerbelastingen - Gronddekking + afwerking op kelderdek van 1,2 m 25 kn/m Verkeer en algemeen toegankelijk maaiveld en parkeergarage De verkeersbelastingen op maaiveld worden conform NEN-EN Verkeersbelastingen op bruggen bepaald. Uitgangspunt is een maximaal voertuiggewicht van 45 ton. Deze klasse is geschikt voor vuilniswagens, verhuiswagens en hulpdiensten. Figuur 7: Toepassing belastingmodel 1, conform Eurocode Figuur 8: Maaiveld ontwerp (2 e nota van inlichtingen)

9 blz: 9 De vloer op maaiveld wordt berekend en getoetst volgens belastingmodel 1 van NEN-EN (2011), artikel 4.3. Gezien de functie van het toekomstige gebied zullen er geen of weinig zware vrachtwagens te verwachten zijn op het dek van de parkeergarages. Om deze reden zijn de reductiefactoren α Qi en α qi voor belastingmodel 1 vastgesteld op 0,88, conform tabel NB.1 van NEN- EN /NB. De aangehouden belastingen in de garages zijn conform de onderstaande Tabel NB van EN Voor deze parkeergarages geldt type F, dus een gelijkmatig verdeelde belasting van 2,0 kn/m IJsbelasting Eén van de bijzondere belastinggevallen die beschouwd zal worden is de belasting ten gevolge van ijs bij bevriezing van het IJ Overige belastingen Piet Kramerbrug De Kistdamgarage dient bestand te zijn tegen de belastingen volgend uit de toekomstig te realiseren Piet Kramerbrug aan de westzijde van de Pontsteiger, rekeninghoudend met de volgende uitgangspunten: - Overspanning overgangsplaat brug-pontsteiger 5,0 m; - Breedte brugdek 10,0 m binnen maat leuning; kn/m' (veranderlijke belasting, representatieve belasting, verticaal); - 50 kn/m' (eigen gewicht, representatieve belasting, verticaal); - 20kN/m' (representatieve belasting, horizontaal). Bomen Er wordt rekening gehouden met een nog nader te bepalen belasting ten gevolge van de bomen. 2.9 Brandwerendheid Als uitgangspunt voor het constructief ontwerp van het gebouw wordt een brandwerendheid van 90 minuten aangehouden. Hierop mag een reductie van 30 minuten worden toegepast in verband met de aanwezigheid van de sprinkler. De betonconstructie wordt op 60 minuten gedimensioneerd.

10 blz: 10 Fundering A) Palen kistdamgarage prefab palen 350x350 totaal aantal palen 818 stuks 491 trek veldpalen 350x350 onder trek max 362 kn trek inheinivo 23,5 m- met paalkopwapening 8r12 of 5r palen 350x350 onder wanden en kolommen op druk belast 1500 kn inheinivo 22 m- NAP (op basis van advies Crux Pontsteiger, d.d voor de drukpalen en crux, d.d voor de trekpalen) Als variant op het toepassen van trekpalen onder de vloervelden wordt onderzocht of gewi ankers een goed alternatief zijn. Deze ankers zijn goed in staat om de permanente trek op deze ankers op te kunnen nemen. B) Uitgangspunten funderingsconstructie Ter plaatse van poeren Uitgaande van de variant waarbij een kolomafstand van 5,3 m h.o.h. wordt toegepast dient ter plaatse van de middenrij kolommen per kolom een zes-paalspoer te worden toegepast. Dit uitgaande van palen 350x350, geheid tot ca. 22m NAP. Gebaseerd op de sonderingen van het naastgelegen pontsteigergebouw wordt hierbij een paaldraagvermogen bereikt van 1500 kn.. Figuur 9: uitgangspunten funderingspoeren middenrij Ter plaatse van de keldervloer In de vloer moet de wapening volledig verankerd zijn tot boven in de vloer. Tot en met staven rond 16 is dit uitvoerbaar door de stekken tot boven het bovennet om te buigen. Vanaf dat knikpunt geldt de verankeringslengte. Bestaande palen Onder de garage zijn bestaande palen aanwezig. De insteek is om die zoveel mogelijk te laten zitten en na inmeting het palenplan en de constructie hierop aan te passen. De bestaande palen zijn indicatief toegevoegd op het VO palenplan. Zie figuur 10. Er zullen enkele lokaties zijn waar een verplaatsing van de palen mogelijk tot een oneconomische aanpassing van de constructie leidt. De mogelijkheid is er dan om bestaande palen te trekken met behulp van een casing. Na de inmeting van de bestaande palen wordt bepaald welke voorzieningen getroffen moeten worden. Op basis van de huidige beschikbare gegevens lijkt dit slechts op een enkele plaats (onder de poeren) aan de orde.

11 blz: 11 Figuur 10: Indicatief palenplan inclusief bestaande palen huidige Pontsteiger

12 blz: 12 Materialen en wapeningshoeveelheid Onderdeel Wapeningshoeveelheid Betonkwaliteit Begane grond (dek) 185* kg/m 3 C30/37 Vloer ** kg/m 3 C30/37 Kelderwanden 140 ** kg/m 3 C30/37 Kolommen 350 kg/m 3 C55/67 Poeren (6p) 180 kg/m 3 C30/37 Balk dek 150 kg/m 3 C30/37 Balk kg/m 3 C30/37 Overige wanden 80 kg/m 3 C30/37 Vloer ** kg/m 3 C30/37 Tabel 1: Uitgangspunten wapeningshoeveelheden * Wapening betreft: bovenwapening, onderwapening inclusief verdeelwapening en beugelwapening, Exclusief hulpwapening, knipverleizen suppoerten etc.. Een kleine opslag (5%) is gerekend voor de laslengten. Het grootste deel van de wapening (boven en onder r25-100) zal als staven met één lange lengte aangevoerd worden. Lassen komen dan alleen in de verdeelwapening en het (lichte) bovennet. ** Opgave voor de vloeren -1, -2 en wanden is inclusief een toeslag van 30% in verband met toepassing van netten, maar exclusief knipverliezen, supporten en overig hulpstaal. Pontaanlanding en steiger oostzijde De constructie voor het gedeelte waar de pont aanmeert en voor de steiger aan de oostzijde is de opzet voor de constructie een damwand met daarbinnen een grondaanvulling en bestrating. De grondaanvulling zal een horizontale belasting geven op de constructie. De grootte hiervan volgt uit een nog op te stellen geotechnische berekening waarbij ook de afmeerbelasting van de pont wordt meegenomen. Pontaanlanding wordt uitgevoerd als een kistdam met stalen damwanden met daarbinnen een grondpakket. Figuur 11: Ter plaatse van pontaanlanding wordt een kistdam gerealiseerd

13 blz: 13 Aansluiting kistdamgarage op pontsteigergarage Figuur 12: Vloerdetail -2 t.p.v. aansluiting met kistdamgarage Om zettingsverschillen tussen de pontsteigergarage en kistdamgarage zoveel mogelijk te beperken wordt de paalfundering in de dezelfde dragende laag gefundeerd. Het dilatatieprofiel zal het verschil in zettingen moeten kunnen volgen om de waterdichtheid te garanderen.