Verticaal V2, V4. Verticaal V1, V3. Horizontaal H

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Verticaal V2, V4. Verticaal V1, V3. Horizontaal H"

Tine van den Berg
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 HANDLEIDING Hartelijk dank voor de aanschaf van de LEO 7 kruislijnlaser. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het instrument gaat gebruiken.

2 Inhoud 1. Werking Veiligheid Eigenschappen Bedieningshandleiding Methode Nauwkeurigheidstest Specificaties Paklijst Onderhoud... 7

1. Functie Dit instrument is voorzien van een halfgeleiderdiode met een golflengte van 635 nm, waardoor de laserstraal uitstekend zichtbaar is.

3 1. Functie Dit instrument is voorzien van een halfgeleiderdiode met een golflengte van 635 nm, waardoor de laserstraal uitstekend zichtbaar is. Het instrument kan twee verticale vlakken, één horizontaal vlak en een schietloodpunt maken. De twee vlakken worden door het instrument naar een wand gezonden. Hierdoor vormen drie laserloodlijnen een schietloodlijn. De uitzendrichtingen van de laserstraal worden als volgt aangeduid: Verticaal V1, V3 Verticaal V2, V4 Horizontaal H

4 2. Veiligheid (1) Ga voorzichtig met het instrument om. (2) Kijk niet direct in de laserstraal. (3) Demonteer de machine niet voor reparatie. Laat reparaties uitsluitend door bevoegde servicecentra uitvoeren. (4) Deze apparatuur met laserstraling voldoet aan de veiligheidsnormen voor zijn klasse. 3. Kenmerk Toetsenbord 2 Verticaal venster 3 Horizontaal venster 4 Onderstel 5 Vloeistofbel voor waterpas stellen 6 Schakelknop 7 Voedingsschakelaar 8 Microknop

5 4. Bedieningshandleiding (1) De horizontale laserstraal wordt uitgezonden zodra het instrument is ingeschakeld. Druk nu nogmaals op toets H en de horizontale laserstraal gaat uit. (2) Druk na het inschakelen van het instrument op de toets V1/V2. De twee verticale laserstralen worden in de V-richting uitgezonden en tegelijkertijd licht het schietloodpunt op. Druk nu nogmaals op de toets V1/V2 en de twee verticale laserstralen gaan uit. (3) Druk op de toets OUTDOOR om de aanpassing van de laserstraal te kiezen. Druk na het inschakelen van het instrument op de toets OUTDOOR. Alle laserstralen van het instrument kunnen nu met de detector buiten worden geplaatst. Druk nogmaals op de toets OUTDOOR om de aanpassing van de laserstraal af te sluiten. (4) Als het instrument onjuist wordt geplaatst of het meer dan ± 2,5 is gekanteld, gaan alle laserstralen uit om aan te geven dat het instrument niet waterpas staat. Draai in dit geval de schroef van de voet onder het onderstel om de kanteling zo aan te passen, dat het instrument weer waterpas komt te staan. 5. Methode (1) Plaats het apparaat op een statief of op een stevig, glad oppervlak en stel het instrument grofweg waterpas. (2) Draai de voedingsschakelaar rechtsom om het instrument te starten. Als het groene indicatielampje op de buitenwand gaat branden, wordt de laserstraal uitgezonden. (3) Draai het instrument om en richt de laserstraal op het doel. (4) Stel met de stelknop de werkrichting af. (5) Draai als de werkzaamheden zijn uitgevoerd de voedingsschakelaar linksom om het instrument uit te schakelen.

6 6. Nauwkeurigheidstest (1) Gebruik twee referentiepunten A en B als basis. De afstand tussen de twee referentiepunten bedraagt 5 m. (2) Laat het instrument open en schakel het naar de kruislijnfunctie. Zet het instrument op een afstand van 0,5 m van referentiepunt A. Richt het kruispunt op referentiepunt A en noteer dit als a1. Richt vervolgens het kruispunt op B en noteer dit als b1. (3) Zet het instrument op een afstand van 0,5 m van referentiepunt B. Herhaal nu stap (2) en noteer a2 en b2. (4) Berekening (a1-a2) - (b1-b2) = e; als de absolute waarde e groter is dan 1, is het instrument te sterk. Neem contact met de verkoper voor reparatie. (5) Zet het instrument op een afstand van 7 m van referentiepunt A en markeer het kruispunt op referentiepunt A. Draai het instrument 90 terug om te zien of de laserlijn voor waterpas stellen op het kruispunt ligt. Neem als de afwijking tussen boven en onder groter is dan ± 0,5 mm contact op met de verkoper voor reparatie. (6) Laat een draad van 5 m waaraan een voorwerp van 0,5 kg is bevestigd langs de muur hangen. Zet het instrument op een afstand van 7 m van de draad. Kijk of de laserlijn en de draad op elkaar liggen. Neem als de afwijking meer is dan ± 0,02 contact op met de verkoper voor reparatie. 7. Specificaties Lijn: 3 horizontale lijn; 4 verticale lijnen; 1 schietloodpunt Nauwkeurigheid ± 1 mm / 5 m Schietloodpunt: ± 1 mm / 1,4 m Bereik van het automatisch waterpas stellen: Ca. ± 2,5 Werkbereik: Ca. 10 m (binnen) Ca. 50 m (met detector) Golflengte van de laser: Laserdiode 635 nm 7 schietloodpunt 650 nm 1 Bedrijfstemperatuur: -10oC - +45oC Voeding: DC 4,5 V (3 droge batterijen AA-formaat) Bedrijfstijd: Ca. 8 uur Afmetingen: Φ120 x 200 mm Gewicht: 1,4 kg

7 8. Standaardonderdelen Code Name Aantal 1 De automatisch waterpas stellende kruislijnlaser 1 2 Laserdoel 1 3 Laserbril 1 4 Droge batterij type AA 3 5 Handleiding 1 9. Onderhoud (1) Ga voorzichtig en met gepaste zorg te werk bij het gebruik van precisie-instrumenten om te voorkomen dat het instrument valt en dat sterke trillingen het instrument beschadigen. (2) Laat bij verplaatsing of transport de vergrendelingsschakelaar van het instrument vergrendeld om de nauwkeurigheid van het instrument niet aan te tasten. (3) Open het instrument niet. Door onprofessioneel handelen kan het instrument beschadigd raken. (4) Reinig het uitzendvenster van de laser regelmatig met een katoenen doek met alcohol. (5) Verwijder als het instrument voor lange tijd niet wordt gebruikt de batterijen en plaats het instrument in een doos.

Vergelijkbare documenten

Automatische lijnlaser. Gebruiksaanwijzing

Automatische lijnlaser. Gebruiksaanwijzing Automatische lijnlaser Gebruiksaanwijzing Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u de laser gaat gebruiken. Waarschuwingen: 1. Nooit direct in de straal kijken 2. De laserstralen nooit op andere richten