Aansprakelijkheid arbodienst
|
|
- Rebecca Verstraeten
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Aansprakelijkheid arbodienst Aansprakelijkheid arbodienst voor verlengde loondoorbetalingsverplichting van werkgever als gevolg van een loonsanctie door het UWV? Tijdstip waarop integratie tweede spoor moet aanvangen in geval van een werknemer die voor 40 uur bij de eigen werkgever werk op therapeutische basis verricht waaraan geen loonwaarde toegekend kan worden. Regeling beleidsregels beoordelingskader poortwachter van 3 december 2002 (Stcrt 2002, 326 en Stcrt 2006,224).Informatieplicht bij wisseling door werkgever van Arbodienst. Uitspraak vonnis RECHTBANK MIDDEN NEDERLAND Sector handel en kanton Handelskamer zaaknummer / rolnummer: / HSt Vonnis van 24 april 2013 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres] B.V. gevestigd te [vestigingsplaats], eiseres, advocaat mr. M.P. Poelman, tegen 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ACHMEA VITALE B.V., gevestigd te Zeist, gedaagde, advocaat mr. F.A.M. Knüppe, en 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 365 B.V., gevestigd te Utrecht, gedaagde, advocaat mr. H. Dammingh. Partijen zullen hierna [eiseres], Achmea en 365 genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit : - de brief van mr. Poelman van 26 september 2012 met de producties 21 t/m 25; - het proces verbaal van de comparitie van partijen van 11 oktober vervolgens hebben partijen vonnis gevraagd. 2. De feiten
2 2.1. Tussen Achmea en [eiseres] bestond vanaf 1 januari 2007 tot 1 januari 2010 een overeenkomst (WerkAttentpolis) op grond waarvan Achmea als opdrachtnemer ARBO-diensten verleende aan [eiseres] en Achmea bij Interpolis als verzekeraar verzekerd was tegen het risico van loondoorbetaling bij ziekte. Deze overeenkomst is per 1 januari 2010 door [eiseres] opgezegd [eiseres] heeft per 1 januari 2010 met ArboNed B.V., de rechtsvoorganger van 365, een overeenkomst (Overeenkomst Zorgmanagement Aegon-ArboNed) gesloten op grond waarvan ArboNed B.V., en later 365, Arbodiensten hebben verleend aan [eiseres] De heer [A], verder: [A], was in dienst bij [eiseres] als technisch directeur. [eiseres] is een bedrijf dat zich bezig houdt met reparatie en onderhoud van vrachtwagens. Bij [eiseres] zijn 9 monteurs, een administratief medewerkster en een technisch directeur in dienst. [A] is op 27 januari 2009 arbeidsongeschikt geworden Het UWV heeft op 24 november 2010 besloten dat [eiseres] ten aanzien van [A] niet heeft voldaan aan haar re-integratieverplichting en dat [eiseres] tot 24 januari 2012 het loon aan Van [A] dient door te betalen. In het arbeidsdeskundigrapport dat aan het besluit van het UWV ten grondslag ligt staat, voor zover relevant: Zijn de inspanningen van de werkgever voldoende geweest? Nee, want de werknemer is niet structureel werkzaam geweest in werk dat aansluit bij de resterende functionele mogelijkheden c.q. er is geen sprake van structurele werkhervatting met een loonwaarde van tenminste 65% van het oorspronkelijke loon. Het starten van een spoor 2-traject heeft pas op 14 september 2010 gestalte gekregen, terwijl na een jaar ziekte bleek dat de werknemer slechts ander werk verrichte zonder loonwaarde en er op dat moment desondanks geen spoor 2-traject werd ingezet. De inspanningen zijn derhalve onvoldoende geweest Bij brief van 13 januari 2011 heeft de raadsman van [eiseres] Achmea aansprakelijk gesteld voor de schade die zij lijdt als gevolg van de haar opgelegde verlengde loondoorbetalingsverplichting en voor de kosten die verband houden met het aantekenen van bezwaar tegen de loonsanctie wegens niet nakoming van haar verplichting tot verzuimbegeleiding, in het bijzonder het nalaten om re-integratie 2de spoor te adviseren en te initiëren en het te lang wachten met het doorsturen van het dossier aan Bij brief van 29 maart 2011 heeft de raadsman van [eiseres] (de rechtsvoorganger van) 365 hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schade die zij lijdt, bestaande uit de salariskosten van EUR 3.935,93 per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en de autokosten en de kosten van de bezwaarprocedure en de kosten van rechtsbijstand wegens niet nakoming, in het bijzonder het aannemen van een te afwachtende houding en het te lang wachten met het inzetten van re-integratie 2de spoor Het UWV heeft op 5 oktober 2011 besloten dat [eiseres] de tekortkoming in haar reintegratieverplichting jegens [A] heeft hersteld en dat de periode van de loonsanctie wordt verkort tot 16 november Het UWV WERKbedrijf heeft op verzoek van [eiseres] toestemming verleend om de arbeidsovereenkomst met [A] op te zeggen tot uiterlijk 22 maart 2012 omdat binnen een termijn van 26 weken geen herstel van [A] voor eigen of passend werk te verwachten is. 3. De vordering van [eiseres] 3.1. [eiseres] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad de hoofdelijke veroordeling van Achmea en 365 tot betaling van EUR ,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2012 en de hoofdelijke veroordeling van Achmea en 365 in de proceskosten Achmea en 365 hebben afzonderlijk gemotiveerd verweer gevoerd waarvan de inhoud, voor zover relevant, bij de beoordeling aan de orde zal komen. Zij hebben beiden geconcludeerd tot afwijzing van
3 de vordering van [eiseres] en de veroordeling van [eiseres] in de proceskosten. 4. De beoordeling van de aansprakelijkheid van Achmea 4.1. De kern van het verwijt dat [eiseres] aan Achmea maakt is dat zij verzuimd heeft om reeds in het eerste ziektejaar van [A] de re-integratie 2de spoor op te starten toen duidelijk was dat terugkeer van [A] in de eigen of een passende functie niet (meer) mogelijk was. Die duidelijkheid was er volgens [eiseres] in oktober/november In het bijzonder stelt [eiseres] dat van Achmea als redelijk bekwaam handelende Arbo-dienst in oktober/november 2009 verwacht mocht worden de re-integratie 2de spoor te adviseren omdat: [A] de re-integratie 1ste spoor niet aankon, de werkzaamheden die [A] verrichtte beperkt waren tot klusjes die niet of nauwelijks verband hielden met zijn kerntaken, er geen duidelijk aanwijsbare redenen waren voor het slecht verlopen van de re-integratie en gelet op de beperkte omvang van het bedrijf van [eiseres] er geen passende functie voor [A] beschikbaar was. Tevens maakt [eiseres] aan Achmea het verwijt dat zij het dossier betreffende [A], en in het bijzonder het nog te bespreken rapport van HSK, niet tijdig, althans pas in februari 2010 aan 365 ter beschikking heeft gesteld als gevolg waarvan zij niet zorg gedragen heeft voor de continuïteit in de verzuimbegeleiding van [A] Achmea stelt dat bij ziekte het primaire uitgangspunt is dat de werknemer bij de werkgever reintegreert in de eigen dan wel een passende functie en dat in het eerste jaar van ziekte re-integratie 2de spoor niet eerder aan de orde komt dan nadat gebleken is dat re-integratie in de eigen of passende arbeid bij de werkgever niet (meer) tot de mogelijkheden behoort. De kern van haar betwisting is dat het in de periode dat zij voor de verzuimbegeleiding van [A] verantwoordelijk was, dat is de periode vanaf de eerste ziektedag van [A] (27 januari 2009) tot de dag waartegen [eiseres] de overeenkomst met Achmea heeft opgezegd (1 januari 2010), het niet duidelijk is geworden dat [A] niet meer zou kunnen terugkeren in zijn eigen of een passende functie bij [eiseres] Gelet op de stellingen van partijen is niet in geschil dat van een redelijk bekwame Arbodienst verwacht mag worden dat zij de werkgever het aanvangen van re-integratie 2de spoor adviseert, en die re-integratie 2de spoor ook initieert, zodra duidelijk is dat re-integratie 1ste spoor in de eigen of een passende functie bij de werkgever niet (meer) tot de mogelijkheid behoort. De rechtbank acht dit uitgangspunt ook juist omdat het ook is verwoord in de Beleidsregels beoordelingskader Poortwachter van 3 december 2002 (Stcrt nr 326, laatstelijk gewijzigd op 17 oktober 2006, Stcrt 2006 nr. 224): Hervattingmogelijkheden bij een andere werkgever komen pas aan de orde als hervatting in eigen of passend werk binnen het bedrijf niet meer mogelijk is. Deze volgorde van prioriteiten vloeit voort uit het feit dat hervatting in het eigen bedrijf, liefst in eigen werk, het meest duurzaam en succesvol blijkt. Dit uitgangspunt brengt met zich dat voor de aansprakelijkheid van Achmea beslissend of en zo ja wanneer het haar duidelijk had moeten zijn dat re-integratie 1ste spoor niet (meer) mogelijk was. [eiseres] stelt dat dat in oktober/november 2009 het geval was. Achmea betwist dat en stelt dat pas eind 2009 zich aftekende dat re-integratie bij [eiseres] niet meer mogelijk was Voor de beantwoording van de vraag of het Achmea reeds in oktober/november 2009 duidelijk had moeten zijn dat re-integratie 1ste spoor niet meer mogelijk is, acht de rechtbank de volgende vaststaande feiten van belang. Op 16 april 2009 is door [A] en [eiseres] een plan van aanpak WIA ondertekend. Dat plan vermeldt als einddoel van de re-integratie de werkhervatting door [A] in de eigen functie. Ten aanzien van de in dat kader te nemen stappen vermeldt het plan van aanpak: Vooralsnog zijn er geen arbeidsmogelijkheden. Vooralsnog ga ik ervan uit dat de belastbaarheid van dhr [A] geleidelijk zal toenemen en dat hij op termijn weer volledig in zijn eigen werk zal kunnen terugkeren. Concrete stappen in werkhervatting kan ik nu nog niet aangeven. Ik adviseer vooralsnog een maandelijks evaluatiegesprek met de bedrijfsarts. Naar aanleiding van een spreekuurbezoek van [A] aan de bedrijfsarts, de heer [B], adviseert [B] namens Achmea aan [eiseres]: Het gaat steeds beter met dhr [A]. (...) Ik verwacht dat de belastbaarheid van dhr [A] nog verder zal verbeteren. Dhr [A] werkt momenteel 5 halve dagen per week in aangepast eigen werk. Ik heb met dhr
4 [A] de volgende afspraken m.b.t. de re-inegratie gemaakt: (...). De afspraak met [A] hield in dat hij geleidelijk, te beginnen per 6 juli 2009 gaat proberen uit te breiden naar 5 uur per dag met als doel dat hij in week 37 probeert weer volgens contracturen te gaan werken in aangepast werk Eind september werkte [A] voor 40 uur in aangepast werk. Omdat dat dat werk niet of nauwelijks tot zijn eigen functie behoorde, vlotte de re-integratie van [A] in de eigen functie niet. Om die reden adviseerde de bedrijfsarts om een neuropsychologisch belastbaarheidsonderzoek bij [A] te laten doen. De consulent van Achmea schrijft [eiseres] op 8 oktober 2009: Dhr [A] hoopt op termijn weer volledig zijn werk te kunnen doen. U als werkgever betwijfelt echter of dit wel haalbaar is, met andere woorden of dhr [A] in de toekomst het eigen werk nog wel (aan) zal kunnen. Ik adviseer u om een psychologisch belastbaarheidsonderzoek te laten verrichten. Dhr [A] gaat hiermee accoord en ik zal proberen om dit in gang te zetten. Daarnaast adviseer ik dhr [A] om te proberen de komende weken wat taken in het eigen werk op te pakken onder supervisie. Middels beide acties kunnen we duidelijk krijgen in hoeverre terugkeer in het eigen werk nog haalbaar is. Dat onderzoek is in opdracht van de bedrijfsarts verricht door HSKgroep te Breda, verder: HSK. In het rapport van HSK staat als reden voor de aanvraag vermeld: De werkgever twijfelt of betrokkene zijn oude werkzaamheden nog aan kan. Daarop sluit de vraagstelling aan HSK aan: Beschikt betrokkene over voldoende cognitieve capaciteit om de functie van manager aan te kunnen?. De beantwoording van deze vraag is van belang voor de mogelijkheden van [A] om te re-integreren in de eigen functie HSK concludeert in haar rapportage van 12 november 2009 dat er bij [A] sprake is van beperkingen. HSK beantwoordt de haar voorgelegde vraag aldus: Bovenstaande beperkingen kunnen van invloed zijn op de geconstateerde problemen in de werksituatie. (...) In het werk van betrokkene kan dit resulteren in een overhaaste werkwijze en gebrek aan overzicht. Waarschijnlijk compenseert betrokkene dit door hard te werken Nadat het HSK-rapport door de bedrijfsarts en [A] ontvangen is heeft op 17 december 2009 een driegesprek plaatsgevonden waaraan [A], [eiseres] en de bedrijfsarts deelnamen. De bedrijfsarts had een functiemogelijkhedenlijst opgesteld en heeft in dat gesprek geadviseerd een arbeidsdeskundig onderzoek te laten doen om de mogelijkheden te onderzoeken voor het eventueel opstarten van het 2de spoor Op grond van de feiten zoals in 4.4 t/m 4.7 weergegeven is de stelling van [eiseres] dat het Achmea reeds in oktober/november, althans in ieder geval na kennisname van het rapport van HSK, duidelijk had moeten zijn de re-integratie 1ste spoor niet meer mogelijk was, onjuist. [eiseres] gaat kennelijk van de veronderstelling uit dat die duidelijkheid reeds voortvloeit uit haar oordeel dat re-integratie 1ste spoor niet mogelijk was. Haar stelling dat zij voortdurend aan Achmea heeft laten weten dat [A] zijn werk in het geheel niet meer kon verrichten moet ook in dat kader begrepen worden. Met deze veronderstelling miskent [eiseres] dat Achmea zich bij het door haar te voeren verzuimbeleid niet alleen moet laten leiden door de opvatting van de werkgever, maar evenzeer daarbij rekening dient te houden met de opvatting van de werknemer en mogelijkheden die de bedrijfsarts bij [A] aanwezig achtte. Juist omdat de werknemer in oktober 2009 daadwerkelijk bij [eiseres] werkzaam was gedurende een aanzienlijk aantal uur per week en (overeenkomstig het doel van het plan van aanpak) tegenover Achmea de hoop had uitgesproken zijn werkzaamheden volledig te kunnen hervatten, stond in oktober 2009 nog geenszins vast dat re-integratie 1ste spoor niet meer mogelijk was. Gegeven de mening van [eiseres] en het feit dat [A] nog niet of nauwelijks werkzaamheden van zijn functie verrichtte, is het alleszins begrijpelijk dat Achmea nader onderzoek door HSK wilde laten doen naar de mogelijkheden van [A] om zijn functie te hervatten. Evenmin stond na het gereedkomen van de rapportage van HSK vast dat re-integratie 1ste spoor niet (meer) mogelijk was. HSK concludeert immers dat de bij [A] geconstateerde beperkingen de problemen op het werk kunnen verklaren. Daarbij komt dat de beoordeling van de mogelijkheden van [A] om te
5 re-integreren in het 1ste spoor niet alleen afhankelijk was van de rapportage van HSK maar ook van de mogelijkheden van [A] om onder supervisie wat taken in het eigen werk op te pakken. Omdat deze bevindingen op 17 december 2009 door de bedrijfsarts met [A] en [eiseres] besproken zijn, en door [eiseres] niet betwist is dat in dat gesprek de bedrijfsarts mede met het oog op de reintegratie 2de spoor een arbeidsdeskundig onderzoek naar de benutbare mogelijkheden van [A] heeft geadviseerd, is niet gebleken van een te laat adviseren en/of het te laat opstarten van re-integratie 2de spoor. Voor de beoordeling van het mogelijk te laat opstaren van re-integratie 2de spoor is de periode na 1 januari 2010 voor Achmea niet relevant omdat [eiseres] met ingang van die datum de overeenkomst met Achmea had opgezegd De tweede grondslag van de door [eiseres] gestelde aansprakelijkheid van Achmea betreft de stelling van [eiseres] dat Achmea niet tijdig het dossier aan 365 heeft overgedragen als gevolg waarvan 365 pas eind juli 2010 (en dus te laat) re-integratie 2de spoor heeft kunnen opstarten. [eiseres] heeft haar stelling aldus feitelijk onderbouwd dat Achmea (pas) in februari 2010 een deel van het medisch dossier van [A] aan 365 heeft gegeven en dat het HSK-rapport ontbrak. Het HSK-rapport is volgens [eiseres] pas eind juli 2010 door 365 van [A] gekregen. Ter staving van haar stellingen heeft [eiseres] een verslag van 4 oktober 2010 van de bedrijfsarts van 365 in het geding gebracht waarin staat dat op 18 februari 2010 door 365 informatie van Achmea ontvangen is en dat het HSK rapport op 22 juli 2010 ontvangen is. Achmea heeft betwist het (medisch) dossier te laat aan 365 gezonden te hebben. Zij heeft die betwisting nader feitelijk onderbouwd door aan te voeren dat zij in januari 2010 het dossier van [A], inclusief het rapport van HSK, aan 365 heeft gezonden. Voor het geval 365 het HSK-rapport niet tijdig ontvangen mocht hebben, ontgaat Achmea de relevantie van dat verwijt omdat [A] het rapport ook heeft en 365 het rapport bij hem of anders bij HSK had kunnen opvragen Wanneer Achmea het HSK-rapport aan 365 heeft gestuurd is niet komen vast te staan. Ook indien aangenomen wordt dat het HSK-rapport niet door Achmea aan 365 ter beschikking is gesteld en het dossier niet eerder dan omstreeks 18 februari 2010 door Achmea aan 365 ter beschikking is gesteld, levert dat nog geen aansprakelijkheid van Achmea jegens [eiseres] op. Omdat [eiseres] de overeenkomst met Achmea heeft opgezegd, rustte op haar de verantwoordelijkheid om er voor te zorgen dat het dossier, waarvan [eiseres] zelf ook een groot deel ter beschikking moet hebben gehad, bij 365 terecht komt. Het gaat in het algemeen te ver om te stellen dat een opdrachtnemer (in dit geval Achmea) na beëindiging van de opdracht een zelfstandige verantwoordelijkheid heeft voor de continuïteit van de dienstverlening door een opvolgend opdrachtnemer die met zich brengt dat zij, Achmea, binnen bepaalde termijn het dossier aan de opvolgend opdrachtnemer, in dit geval 365, ter beschikking dient te stellen. Evenmin blijkt dat Achmea en [eiseres] over de termijn van overhandiging van het dossier aan 365 een specifieke afspraak hebben gemaakt. Dit betekent dat van aansprakelijkheid als gevolg van de te late overhandiging eerst dan sprake kan zijn in geval van bijzondere omstandigheden die met zich brengen dat 365 voor het kunnen aanvangen van de Arbodienstverlening afhankelijk was van de overdracht van het dossier door Achmea en Achmea dat wist of behoorde te weten. Dergelijke bijzondere omstandigheden zijn door [eiseres] niet gesteld en evenmin uit de door haar gestelde feiten gebleken Op grond van bovenstaande overwegingen komt de rechtbank tot het oordeel dat Achmea noch ten aanzien van het opstarten van re-integratie 2de spoor noch ten aanzien van het tijdstip van overhandiging van het dossier jegens [eiseres] tekort geschoten is in de nakoming van haar verplichtingen. 5. De beoordeling van de aansprakelijkheid van De kern van de aansprakelijkheidsstelling door [eiseres] van 365 betreft het verwijt dat 365 ten aanzien van de re-integratie van [A] na 1 januari 2010 een (veel) te afwachtende en passieve houding heeft aangenomen in afwachting van het dossier van Achmea zonder daar zelf achteraan te zitten en
6 zelfstandig een aanvang te maken met de verzuimbegeleiding als gevolg waarvan de re-integratie 2de spoor veel te laat is aangevangen met de loonsanctie tot gevolg heeft betwist dat zij een afwachtende en passieve houding heeft aangenomen als gevolg waarvan de re-integratie 2de spoor te laat is opgestart. Dat zij actief gehandeld heeft blijkt naar haar mening uit het feit dat zij reeds op 8 februari 2010 aangestuurd heeft op een arbeidsdeskundig onderzoek en dat de uitvoering van dat onderzoek door de opstelling van [eiseres] ernstige vertraging heeft opgelopen. Ondanks het late moment waarop 365 het dossier van Achmea ontving, heeft 365 de verzuimbegeleiding direct opgestart. Voorts wijst 365 ten aanzien van de overhandiging van het dossier door Achmea op de eigen verantwoordelijkheid van [eiseres] voor de juiste informatieverstrekking aan 365 en op hetgeen dat daarover in artikel 9 sub a van de algemene voorwaarden is bepaald Voor de beantwoording van de vraag of 365 te lang heeft gewacht met het inzetten van reintegratie 2de spoor acht de rechtbank de Beleidsregels beoordelingskader Poortwachter van 3 december 2002 (Stcrt nr 326, laatstelijk gewijzigd op 17 oktober 2006, Stcrt 2006 nr. 224) van belang. In die beleidsregels staat onder meer: Aan het eind van het eerste ziektejaar is een speciaal evaluatiemoment ingebouwd. Doel daarvan is dat werkgever en werknemer terug blikken op de re-integratie-activiteiten in het eerste ziektejaar en expliciet de vraag onder ogen zien of de re-integratie nog op de goede koers zit. Zo nodig kunnen zij de gevolgde re-integratiekoers voor de komende periode bijstellen. Hoewel het plan van aanpak periodiek moet worden geëvalueerd, heeft de eerstejaarsevaluatie een extra dimensie. Dit omdat de uitkomst moet worden vastgelegd in het te zijner tijd op te stellen re-integratieverslag. Met name tijdens deze eerstejaarsevaluatie kunnen basale keuzes worden gemaakt, bijvoorbeeld wat betreft re-integratieinspanningen in het eigen bedrijf of bij een andere werkgever. Mocht bijvoorbeeld blijken dat de reintegratie in het eigen bedrijf nog geen resultaten heeft opgeleverd, dan mag worden verwacht dat werkgever en werknemer dan naast de wellicht nog lopende activiteiten voor re-integratie in het eigen bedrijf tevens voorbereidingen starten met het oog op re-integratie bij een andere werkgever. Re-integratie-activiteiten met het oog op werk bij een andere werkgever kunnen slechts achterwege blijven als er nog concreet perspectief bestaat op hervatting in het eigen bedrijf Voorts is voor de beoordeling van de activiteiten van 365 neemt de rechtbank de volgende feiten tot uitgangspunt: Het eerste ziektejaar van [A] eindigt op 27 januari Op 25 januari 2010 vindt een eerste periodieke evaluatie plaats. [A] brengt dan een spreekuurbezoek aan de bedrijfsarts van ArboNed. In het verslag staat te lezen: Met name het onderzoek wat door HSK is uitgevoerd is cruciaal in de verdere advisering. (...). Zodra het oude dossier beschikbaar is kan verder geadviseerd worden over het reïntegratiedoel (al dan niet terugkeer in het eigen werk) en over de zin van nader onderzoek op grond van eventuele blijvende beperkingen. Zodra het dossier beschikbaar is verstuurt betrokkene dit naar de arbodienst De eerste jaarsevaluatie van 11 februari 2012 vermeldt: ArboNed heeft het medisch dossier bij Achmea opgevraagd. Heden had ik daarover als bedrijfsarts nog niet de beschikking. Bedrijfsarts zal de gevraagde functionele mogelijkhedenlijst, waarin belastbaarheidsbeperkingen vermeld worden, beschikbaar stellen zodra opgevraagde informatie bekend is In het verslag van het spreekuur van 22 maart 2010 staat: Advies. (...) Arbeidsdeskundig onderzoek laten doen: gelet op de aanhoudende beperkingen van betrokkene is aan te bevelen een arbeidsdeskundig onderzoek door een arbeidsdeskundige te laten verrichten. Hierbij worden de mogelijkheden en beperkingen met betrekking tot het verrichten van aangepaste werkzaamheden nauwkeurig in kaart gebracht (...) Op 25 juni 2010 is het Arbeidsdeskundig Reïntegratie Onderzoek gereed. De conclusie luidt als
7 volgt: De werknemer is niet geschikt voor het eigen werk in de volledige omvang. Het eigen werk is in onvoldoende mate passend te maken. Er zijn geen re-integratiemogelijkheden bij de eigen werkgever aanwezig die kunnen leiden tot een loonwaarde van >65%. De haalbaarheid voor passende arbeid op de reguliere arbeidsmarkt is afhankelijk van de ontwikkelingen in de belastbaarheid. Aanbevolen wordt een oriëntatie op arbeidsmarkt mogelijkheden via een erkend re-integratiebedrijf in te zetten (keurmerk Blik op Werk) In het verslag van het spreekuur van 29 juli 2010 staat: De bedrijfsarts heeft deze week een rapport neuropsychologisch onderzoek HSK dd nov 2009 ontvangen van dhr [C], bedrijfsadviseur van de werkgever. (...) Betrokkene gaat door met huidig aangepast werk naar mogelijkheden. Betrokkenen beseft dat de werkgever deze mogelijkheden niet structureel heeft, reden waarom een bemiddeling 2e spoor (zoeken naar werk elders) is gestart Uit deze feiten blijkt dat de arbeidsdeskundige van 365 op 25 juni 2010 adviseert om re-integratie 2de spoor in te zetten omdat op basis van zijn arbeidsdeskundig onderzoek blijkt de re-integratie 1ste spoor gericht op hervatting in de eigen of een passende functie bij [eiseres] niet mogelijk is. De vraag die thans beantwoord dient te worden is of 365, zoals [eiseres] stelt, eerder re-integratie 2de spoor had moeten adviseren en (doen) aanvangen Voor het antwoord op deze vraag neemt de rechtbank het onder 5.3 geciteerde deel van de Regeling beleidsregels beoordelingskader poortwachter tot uitgangspunt. In de regeling is duidelijk bepaald dat bij de eerstejaarsevaluatie de re-integratie-activiteiten van het eerste jaar geëvalueerd dienen te worden en dat, als daarbij blijkt dat de re-integratie in het eigen bedrijf nog geen resultaten heeft opgeleverd, mag worden verwacht dat werkgever en werknemer dan naast de wellicht nog lopende activiteiten voor re-integratie in het eigen bedrijf tevens voorbereidingen starten met het oog op re-integratie bij een andere werkgever. Re-integratie-activiteiten met het oog op werk bij een andere werkgever kunnen slechts achterwege blijven als er nog concreet perspectief bestaat op hervatting in het eigen bedrijf Gelet op dit toetsingskader diende bij de eerstejaarsevaluatie een evaluatie plaats te vinden van de re-integratie-activiteiten van het afgelopen jaar. Om die evaluatie goed te kunnen maken, was het voor 365 noodzakelijk om informatie te hebben over de activiteiten gedurende het eerste jaar van ziekte van [A]. Juist vanwege deze noodzaak diende 365 bij Achmea actief informatie in te winnen over de re-integratie-activiteiten in het eerste ziektejaar van [A]. Dat 365 deze actieve houding in voldoende mate heeft gehad, blijkt niet uit de eerste jaarsevaluatie. Daaruit blijkt namelijk niet meer dan dat 365 het dossier bij Achmea heeft opgevraagd en dat de bedrijfsarts bij de evaluatie daarover nog niet de beschikking had. Het enkele opvragen van het dossier is onvoldoende. De bedrijfsarts had ook zonder de beschikking te hebben over het dossier bij de bedrijfsarts van Achmea kunnen nagaan wat de resultaten waren van de re-integratie-activiteiten in het eerste jaar en welke gegevens van belang zijn voor de beoordeling van het perspectief op hervatting van [A] bij [eiseres]. De bedrijfsarts heeft dat niet gedaan. Evenmin heeft de bedrijfsarts met HSK contact opgenomen terwijl reeds in zijn rapportage van 25 januari 2010 staat dat kennisname daarvan cruciaal is voor verdere advisering. Daarmee heeft hij zich, en met hem 365, te weinig actief getoond om een goede evaluatie te maken van het eerste jaar. 365 kan zich niet achter artikel 9 van haar algemene voorwaarden verschuilen waarin is bepaald dat de werkgever ([eiseres]) verplicht is om alle informatie te verschaffen die 365 nodig heeft voor het deugdelijk uitvoeren van de overeengekomen diensten. Die verplichting van [eiseres] doet aan de eigen verantwoordelijkheid van 365 voor een deugdelijke eerstejaarsevaluatie niet af Los van de te passieve houding die 365 zich heeft aangemeten in het kader van de eerstejaarsevaluatie mocht van 365 verwacht worden dat zij naar aanleiding van de eerstejaarsevaluatie voorbereidingen voor re-integratie 2de spoor trof. In de Regeling beleidsregels beoordelingskader poortwachter staat duidelijk dat die voorbereidingen alleen dan achterwege gelaten kunnen worden indien er een concreet perspectief is op hervatting bij de eigen werkgever. Uit de
8 eerstejaarsevaluatie blijkt niet dat 365 een concreet perspectief aanwezig achtte van [A] op hervatting bij [eiseres]. Dat een dergelijk concreet perspectief niet aanwezig was blijkt uit het feit dat de werkzaamheden die [A] bij [eiseres] deed geen enkele loonwaarde hadden. Vanwege het uitblijven van dat concrete perspectief hadden [A] en [eiseres] voorbereidingen moeten treffen voor re-integratie 2de spoor. 365 heeft ter nakoming van die verplichting door [eiseres] geen initiatief getoond en evenmin [eiseres] dienaangaande geadviseerd heeft er voor gekozen om eerst arbeidsdeskundig onderzoek te laten doen op de werkplek van [A] om een antwoord te krijgen op de vraag of re-integratie bij [eiseres] mogelijk is. De keuze doet echter aan de verplichting van [eiseres] om naar aanleiding van de eerstejaarsevaluatie de reintegratie tweede spoor te starten niet af. Bovendien staat het arbeidsdeskundig onderzoek bij [eiseres] op geen enkele wijze in de weg aan het aanvangen van re-integratie 2de spoor. Dit betekent dat de kritiek die 365 heeft op de door [eiseres] veroorzaakte vertraging bij de totstandkoming van het arbeidsdeskundig onderzoek, geen hout snijdt heeft niet als een redelijk handelend Arbodienst gehandeld door te verzuimen om reeds bij de eerstejaarsevaluatie een aanvang te maken met de re-integratie 2de spoor van [A], althans om [eiseres] daartoe duidelijk te adviseren. 365 mag als professionele Arbodienst bekend worden verondersteld met de Regeling beleidsregels beoordelingskader poortwachter. Tevens mag zij verondersteld worden te weten dat het UWV bij de beoordeling van de re-integratie-activiteiten van [eiseres], acht slaat op de aanvang van de re-integratie 2de spoor. 365 heeft eerst op 25 juni 2010 de start van re-integratie 2de spoor aanbevolen. Dit is 5 maanden na de eerstejaarsevaluatie en daarmee veel te laat. Zij weet, althans behoort te weten dat het te laat starten van (het voorbereiden van) reintegratie 2de spoor voor het UWV aanleiding is om een loonsanctie op te leggen. Omdat het UWV bij beslissing van 24 november 2010 een loonsanctie aan [eiseres] heeft opgelegd vanwege het te laat starten van re-integratie 2de spoor, is de loonsanctie en de daaruit voortvloeiende schade van [eiseres], in redelijkheid toe te rekenen aan het tekortschieten van is dus jegens [eiseres] aansprakelijk voor de uit de loonsanctie voorvloeiende schade Ter afwering van haar aansprakelijkheid heeft 365 zich beroepen op het feit dat [eiseres] na gelaten heeft om bezwaar te maken en beroep in te stellen, tegen de beslissing van het UWV van 24 november Dit verweer lijkt feitelijke grondslag lijkt te missen omdat het UWV bij beslissing van 5 oktober 2011 heeft geoordeeld dat [eiseres] de tekortkomingen in de reintegratie heeft hersteld en de loondoorbetalingsperiode heeft verkort tot 16 november Ook indien aangenomen wordt dat van bezwaar geen sprake is geweest, dan kan dat 365 niet baten. Van 365 had verwacht mogen worden dat zij haar verweer op dit punt feitelijk zou onderbouwen met beslissingen op bezwaar en/of na ingesteld beroep in soortgelijke zaken waaruit blijkt dat het instellen van bezwaar en beroep tegen de loonsanctie door [eiseres] kansrijk was. 365 heeft echter die feitelijke onderbouwing van de kans van slagen van een eventueel bezwaar en beroep achterwege gelaten. Door dat na te laten heeft 365 haar verweer op dit punt onvoldoende feitelijk onderbouwd, zodat die verder geen beoordeling meer behoeft heeft voor de omvang van haar aansprakelijkheid een beroep gedaan op artikel 14 van de overeenkomst met [eiseres]. In dat artikel is bepaald dat haar aansprakelijkheid beperkt is tot een bedrag van ten hoogste EUR ,00 dan wel het bedrag dat met de opdracht is gemoeid, met dien verstande dat bij duurovereenkomsten de totale aansprakelijkheid beperkt zal zijn tot de door de opdrachtgever te bepalen (de rechtbank leest: betalen) vergoeding over een periode van ten hoogste drie maanden direct voorafgaand aan het plaatsvinden van de schadeveroorzakende gebeurtenis. Omdat 365 over 2010 EUR 818,99 aan [eiseres] heeft gedeclareerd, bedraagt de omvang van haar aansprakelijkheid EUR 818,99. [eiseres] heeft aangevoerd dat 365 geen beroep kan doen op artikel 14 omdat de tekst daarvan onduiidelijk is en, voorzover de tekst wel voldoende duidelijk geacht wordt, er sprake is van grove schuld aan de zijde van Ondanks de in artikel 14 van de overeenkomst voorkomende spellingsfout, is de inhoud daarvan voldoende duidelijk. Bij een duurovereenkomst als de onderhavige is de aansprakelijkheid van 365 beperkt tot de vergoeding die [eiseres] aan 365 voor haar diensten dient te betalen over een periode van 3 maanden. Door [eiseres] is niet betwist dat toepassing van deze exoneratiebeperking neer zou
9 komen op een aansprakelijkheid van 365 voor een bedrag van EUR 818,99. Het beroep dat [eiseres] heeft gedaan op de grove schuld van 365 verstaat de rechtbank als een beroep op artikel 6:248 lid 2 BW. Daarin is bepaald dat een contractueel beding niet van toepassing is voor zover dat in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid onaanvaardbaar is. Voor exoneratiebedingen, zoals artikel 14 van de overeenkomst, geldt in het algemeen dat een dergelijk beding buiten toepassing blijft indien de schade te wijten is aan bewuste roekeloosheid Voor de beoordeling van het beroep van [eiseres] zijn alle omstandigheden van belang. De fout die 365 heeft gemaakt is ernstig te noemen. Van 365 als professionele Arbo-dienst mag worden verwacht dat zij op de hoogte is van het toetsingskader van het UWV. Tevens mag worden verwacht dat zij haar re-integratiediensten zo verleend dat het risico op een loonsanctie zo gering mogelijk is. 365 heeft niet aan deze vanzelfsprekende verwachting voldaan door op het opschudmoment geen aanvang te maken met (het voorbereiden van) re-integratie 2de spoor terwijl van een concreet perspectief van [A] op hervatting bij [eiseres] geen sprake was en een dergelijk perspectief evenmin door 365 was vastgesteld. Voort heeft de bedrijfsarts verzuimd om met de bedrijfsarts van Achmea contact op te nemen om bij hem informatie in te winnen over de kansen op re-integratie 1ste spoor. Eveneens onjuist is dat 365 eerst de uitslag van het arbeidskundig onderzoek heeft afgewacht naar de re-integratiemogelijkheden van [A] bij [eiseres]. Voorts acht de rechtbank van belang dat 365 vrij eenvoudig er voor had kunnen zorgen dat de reintegratieactiviteiten van [eiseres] de toets van het UWV zouden hebben kunnen doorstaan. 365 heeft ook geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit volgt dat geen aanvang met re-integratie 2de spoor gemaakt kon worden. Tevens is relevant dat de voor 365 kenbare schade van [eiseres] in zeer schril contrast staat met het bedrag waarvoor zij zich maximaal aansprakelijk acht terwijl 365 geen bijzonder belang heeft aangedragen voor (handhaving van) artikel 14 van de overeenkomst. Gelet op al deze omstandigheden is het beroep van 365 op artikel 14 van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar Ten aanzien van de schade is tussen partijen niet in geschil dat de salariskosten die [eiseres] vanaf 27 januari 2011 tot 17 november 2012 ten behoeve van [A] heeft gemaakt voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de omvang van die salariskosten verschillen partijen van mening. 365 betwist dat de salariskosten in totaal EUR ,00 bedragen. Zij heeft aangegeven dat de salarisstroken ontbreken en dat de loondoorbetalingsverplichting beperkt is tot 70% van het voor [A] geldende loon. Gelet op de betwisting van 365 zal [eiseres] in de gelegenheid gesteld worden om de salarisstroken over de periode januari 2011 tot en met november 2011 in het geding te brengen [eiseres] heeft aangevoerd dat zij EUR 1.844,00 aan autokosten heeft gemaakt. 365 heeft betwist dat er sprake is van schade die voor vergoeding in aanmerking komt. Terzake van de autokosten is niet komen vast te staan dat er sprake is van schade die redelijkerwijs toegerekend dient te worden aan de loonsanctie. [eiseres] heeft niet gesteld en evenmin feitelijk toegelicht dat zij de autokosten niet zou hebben gehad indien haar geen loonsanctie was opgelegd. Dit betekent dat op dit punt de schade onvoldoende feitelijk onderbouwd is [eiseres] heeft aangevoerd dat zij voor EUR 1.550,00 aan externe kosten heeft gemaakt in verband met het maken van bezwaar tegen de loonsanctie. 365 heeft deze kosten betwist omdat naar haar mening geen bezwaar is gemaakt. Dat [eiseres] bezwaar tegen de loonsanctie heeft gemaakt, blijkt uit de beslissing van 5 oktober 2011 van het UWV waarin het UWV oordeelt dat [eiseres] de tekortkomingen in de re-integratie heeft hersteld en dat de loondoorbetalingsperiode wordt verkort tot 16 november De kosten van EUR 1.550,00 zijn echter door [eiseres] niet voldoende aangetoond. Zij heeft een factuur van [C] van 28 december 2010 in het geding gebracht. Omdat deze kosten reeds voor de aanvang van de dienstverlening door 365 zijn gemaakt, kunnen die niet het gevolg zijn geweest van een tekortschieten van 365. Dit betekent dat ook dit deel van de vordering als onvoldoende feitelijk onderbouwd zal worden afgewezen [eiseres] heeft gesteld dat zij voor EUR ,00 aan interne kosten heeft gemaakt voor de
10 begeleiding van de werkzaamheden van [A] vanaf eind januari Die begeleiding zou zijn gegeven door [eiseres] en dagelijks 3 uur hebben gekost. 365 heeft aangegeven dat deze begeleiding helemaal niet nodig was omdat [eiseres] vanaf begin 2011 geen verplichting had om [A] in te zetten in haar bedrijf. Door [eiseres] is niet aangetoond dat deze kosten redelijkerwijs toegerekend kunnen worden aan de loonsanctie. Juist omdat de loonsanctie gegrond is op het te laat inzetten van re-integratie 2de spoor in het tweede ziektejaar, is zonder uitleg, die [eiseres] niet gegeven heeft, niet goed te begrijpen waarom zij in het derde ziektejaar van [A] door is gegaan met het maken van kosten voor de re-integratie 1ste spoor. Een verplichting daartoe had [eiseres] niet en volgde evenmin uit de loonsanctie. Dit betekent dat deze kosten niet als schade voor vergoeding in aanmerking komen. 6. De beslissing De rechtbank, verwijst de zaak van [eiseres] tegen 365 naar de rol van 22 mei 2013 voor het nemen van een akte aan de zijde van [eiseres] over de loonkosten betreffende [A] gedurende de periode januari tot en met november 2011 waarop vervolgens 356 bij antwoordakte mag reageren; houdt de verdere beoordeling van beide zaken aan. Dit vonnis is gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe en is in het openbaar uitgesproken op 24 april 2013.
RAR2013/115 RAR2(M3/115. RECHIBANICIVUDDEN-NEDERLAND 24 april 2013, nr. 321585 /12-566 HSt (Mr. H.M.M. Steenberghe)
RAR2013/115 van de arbeidsovereenkomst heeft voorgesteld, doch dat werknemer dat aanbod heeft afgeslagen en daarop niet is teruggekomen. Gelet op hetgeen het hof onder 53 heeft overwogen over het door
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2014:3241
ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 05062014 Datum publicatie 16062014 Zaaknummer C/08/156166 / KG ZA 14182 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2016:218
ECLI:NL:CRVB:2016:218 Instantie Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 21-01-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/4909 WIA Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieSancties bij tekortschietende re-integratieverplichtingen
Sancties bij tekortschietende re-integratieverplichtingen van werkgever mr. J.M. (Annemarie) Lammers-Sigterman advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799
ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-06-2009 Datum publicatie 05-06-2009 Zaaknummer 256615 / HA ZA 08-21443 juni 2009 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieUitgangspunt: re-integratie is een zaak van werkgever en werknemer samen en dient in overleg plaats te vinden
RE-INTEGRATIE 1 e : Verplichtingen werkgever 2 e : Verplichtingen werknemer Uitgangspunt: re-integratie is een zaak van werkgever en werknemer samen en dient in overleg plaats te vinden 1 e : - bij contract
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2014:7769
ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:4384
ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 28-10-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 2277457 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:3542
ECLI:NL:RBLIM:2017:3542 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 18-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 5832513 CV EXPL 17-2712 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2014:2274
ECLI:NL:CRVB:2014:2274 Instantie Datum uitspraak 25062014 Datum publicatie 08072014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 132295 WIA Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieUWV Werkgeverscongressen
UWV Werkgeverscongressen 2018 Loonsancties: Voorkomen is beter dan. Vergewis je van de van toepassing zijnde wet en regelgeving! - WIA Artikel 25. Reïntegratieverplichtingen en verplichte loondoorbetaling
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2711
ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 Instantie Datum uitspraak 05-07-2016 Datum publicatie 08-07-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.183.368_01
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2014:8414
ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieVerder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.
Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen te Heerlen (UWV) bij het vaststellen van de belastbaarheid
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2008:BG2357
ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-10-2008 Datum publicatie 03-11-2008 Zaaknummer 285436 / HA ZA 07-1418 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatie3.8 RE-INTEGRATIEVERPLICHTINGEN VAN WERKGEVER EN WERKNEMER
aanspraak op loon wanneer de werknemer erop heeft mogen vertrouwen dat de bedongen arbeid stilzwijgend is gewijzigd. Daarvoor is echter van belang dat is vastgesteld dat de werknemer blijvend ongeschikt
Nadere informatieDAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-059 d.d. 23 februari 2015 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en C.E. Polak, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:199
ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2004:AO3027
ECLI:NL:RBUTR:2004:AO3027 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 05-02-2004 Datum publicatie 05-02-2004 Zaaknummer 171736/KG ZA 03-1244 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatievonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus 2014 1. De procedure Sector civiel recht
I vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht zaaknummer I rolnummer: Cl131539507 I HA ZA 13-406 Vonnis van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:
Nadere informatieUitgangspunten beoordeling Poortwachtertoets Uittreksel uit de RIV-toets maart 2011
Uitgangspunten beoordeling Poortwachtertoets Uittreksel uit de RIV-toets maart 2011 Redelijkheid Van werkgever en werknemer wordt verwacht dat zij al het mogelijke doen met het oog op de re-integratie.
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:2309
ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2012:5272
ECLI:NL:RBHAA:2012:5272 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 23-11-2012 Datum publicatie 16-07-2013 Zaaknummer HAA 11/6372 Rechtsgebieden Socialezekerheidsrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieDe Loonsanctie. mr. Hayat Barrahmun. 27 maart 2014
De Loonsanctie mr. Hayat Barrahmun 27 maart 2014 1 Eerste en tweede ziektejaar Re-integratie; Bedongen arbeid; Passende arbeid. 2 Vangnet-regeling/no-risk polis (I) Tegemoetkoming loondoorbetalingsplicht
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-262 d.d. 17 september 2012 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff,
Nadere informatievonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018
vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: 6507316\CV EXPL 17-3909 Vonnis van 17 april 2018 in de zaak van de vennootschap onder firma X, gevestigd en kantoorhoudende
Nadere informatieWet Verbetering Poortwachter. Henriette Sterken
Wet Verbetering Poortwachter Henriette Sterken Werkwijzer Poortwachter 2017 Nationale Ombudsman Werknemers Verzekeraars Werkgevers Branches/ sectoren Arbodiensten SZW/ Rechtspraak 3 Nieuwe kansen UWV Werkgevers
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2007:BB1240
ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 266642 / HA ZA 06-2184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2012:BX2999
ECLI:NL:RBASS:2012:BX2999 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 10-07-2012 Datum publicatie 30-07-2012 Zaaknummer 337492 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:665
ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:4885
ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10052017 Datum publicatie 12052017 Zaaknummer C/09/504538 / HA ZA 16112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ondernemingsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:7158
ECLI:NL:RBGEL:2016:7158 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 14-06-2017 Zaaknummer C/05/300860 / HZ ZA 16-175 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieHoe voorkom ik een loonsanctie WELKOM. Henriëtte Sterken Werkgeversrelaties UWV
Hoe voorkom ik een loonsanctie WELKOM Henriëtte Sterken Werkgeversrelaties UWV 1 Re-integratieverslag Het eerste spoor Deskundigenoordelen Het tweede spoor Loonsanctie WIA beoordeling Het re-integratieverslag
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2011:BR4744
ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 75196 / HA ZA 10-466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieRe-integratieverplichting zieke ex-werknemers
Re-integratieverplichting zieke ex-werknemers Op 1 januari 2013 is de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) ingevoerd. Eén van de uitgangspunten van deze wet is dat
Nadere informatieDe belangrijkste valkuilen bij de re-integratie
C.A. (Cynthia) Chudaska Rccm register casemanager Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procedure
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-270 d.d. 1 oktober 2012 (mr. J. Wortel, voorzitter, de heer H. Mik RA en de heer G.J.P. Okkema, leden en mevrouw mr. I.M.M. Vermeer, secretaris)
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2009:BI9844
ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20-05-2009 Datum publicatie 25-06-2009 Zaaknummer 315275 / HA ZA 08-2278 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:5675
ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 03-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3947956 MC EXPL 15-2480
Nadere informatieDelta Lloyd Schadeverzekering N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-122 d.d. 23 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatie1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, C., hierna te noemen aanneemster,
Essentie: opdrachtgevers niet-ontvankelijk nu vervaltermijn van vijf jaar meer dan vijf jaar is verlopen. Geen beroep op redelijkheid en billijkheid omdat aanneemster na verloop van de vervaltermijn aansprakelijkheid
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2014:7733
ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieJJuridische aspecten arbeidsongeschiktheid / arbeidsconflict
JJuridische aspecten arbeidsongeschiktheid / arbeidsconflict. Ziekmelding na een arbeidsconflict En dan? ARBODIENST STECR WERKWIJZER ARBEIDSCONFLICTEN Deze werkwijzer wordt gebruikt voor de beoordeling
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351
ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieTIJDPAD RE-INTEGRATIEMODEL
TIJDPAD RE-INTEGRATIEMODEL Eerste ziektedag De leidinggevende geeft de ziekmelding door aan de PSA (personeels- en salarisadministratie) en de PSA registreert de ziekmelding in Sapiens. Meldt zich op de
Nadere informatieEJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA
EJEA 16101 ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank MiddenNederland Datum uitspraak17062016 Datum publicatie04072016 Zaaknummer414169/KG ZA 16314 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 214 d.d. 6 september 2011 (prof. mr. C.E. du Perron, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Lijfrenteverzekering, informatieplicht.
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2017:2672
ECLI:NL:CRVB:2017:2672 Instantie Datum uitspraak 02-08-2017 Datum publicatie 03-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4206 WIA Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766
ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatiehttp://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...
Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over UWV te Nijmegen. Datum: 28 augustus 2013. Rapportnummer: 2013/108
Rapport Rapport over een klacht over UWV te Nijmegen Datum: 28 augustus 2013 Rapportnummer: 2013/108 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het deskundigenoordeel van 26 december 2011 op onzorgvuldige wijze
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:4468
ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2006:AX9306
ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 26-06-2006 Zaaknummer 709062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatieDubbel U - Verzuimreglement
Dubbel U - Verzuimreglement Inleiding In dit verzuimprotocol zijn de regels vastgelegd die gelden voor werknemers van Dubbel U die de werkzaamheden niet kunnen verrichten in verband met ziekte (hierna
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2011:BU7634
ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 21-11-2011 Datum publicatie 22-12-2011 Zaaknummer 762448 CV Expl. 11-6301 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219
ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 27-08-2009 Zaaknummer 259421 / HA ZA 08-2534 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2007:BB8676
ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-11-2007 Datum publicatie 26-11-2007 Zaaknummer 37277 HA ZA 03-51 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieter zake van een geschil tussen 1. A. P., 2. T. P., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s,
Nr. 30.858 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A. P., 2. T. P., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. A.J.B. van Walsem, advocaat te Amersfoort, en de
Nadere informatieECLI:NL:RBALM:2008:BG1652
ECLI:NL:RBALM:2008:BG1652 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 23-10-2008 Datum publicatie 27-10-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 07 / 1344 WIA BI1 A Bestuursrecht
Nadere informatie: ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen de Bank
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-289 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, drs. W. Dullemond, mr. R.J. Paris, leden en mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris) Klacht
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3834
ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2016:484
ECLI:NL:CRVB:2016:484 Instantie Datum uitspraak 11-02-2016 Datum publicatie 19-02-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/5646
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758
ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieVonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van
Gemeente Haarlemmermeer Baan Kleef Aan DomJur 2008-432 Rechtbank Haarlem Zaak-/rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 en 151565 / KG ZA 08-641 Datum: 22 december 2008 Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer
Nadere informatieRapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/335
Rapport Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/335 2 Klacht Verzoeker, een werkgever, klaagt erover dat het UWV Rotterdam: - hem naar aanleiding van een door een van zijn werknemers aangevraagd deskundigenoordeel
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2006:AY8841
ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatiePeriode Protocol Actie
34 Verzuimprotocol Periode Protocol Actie Dag 1 Na 1 e dag ZIEKMELDING De werknemer meldt zich zo snel mogelijk op de eerste dag van ziekte bij zijn of haar leidinggevende ziek. De leidinggevende zorgt
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2006:AV7336
ECLI:NL:RBHAA:2006:AV7336 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 03-03-2006 Datum publicatie 28-03-2006 Zaaknummer 301091 VV EXPL 06-37 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROE:2009:BK8295
ECLI:NL:RBROE:2009:BK8295 Instantie Rechtbank Roermond Datum uitspraak 19-11-2009 Datum publicatie 05-01-2010 Zaaknummer AWB 09 / 153 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:364
ECLI:NL:RBDHA:2017:364 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-01-2017 Datum publicatie 17-01-2017 Zaaknummer 5138951 RL EXPL 16-16760 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieNierpatiënten Vereniging Nederland. Biedt perspectief!
Nierpatiënten Vereniging Nederland Biedt perspectief! PROCEDURE Wet verbetering poortwachter Week 1: ziekmelding bij werkgever en arbodienstverlening. Week 6: probleemanalyse bedrijfsarts (evaluatie/bijstelling
Nadere informatieHonderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster
Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont
Nadere informatieR A A D V O O R G E S C H I L L E N
Nummer D17025 R A A D V O O R G E S C H I L L E N van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants heeft bij wijze van bindend advies de volgende uitspraak gedaan in zake het geschil tussen: X en:
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BV3534
ECLI:NL:RBUTR:2011:BV3534 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 28-12-2011 Datum publicatie 09-02-2012 Zaaknummer 287601 / HA ZA 10-1263 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieEigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen
Regelingen en voorzieningen CODE 1.3.4.93 Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen bronnen Antwoord staatssecretaris SZW d.d. 27.4.2011 op Kamervragen, Vergaderjaar 2010-2011, 2354 Een aantal
Nadere informatieECLI:NL:RBLEE:2007:BB5165
ECLI:NL:RBLEE:2007:BB5165 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 09-10-2007 Zaaknummer 215830 /\CV EXPL 07-474 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-790 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 januari 2018 Ingediend door : Consument
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:1301
ECLI:NL:RBLIM:2017:1301 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15022017 Datum publicatie 16022017 Zaaknummer 5299499 cv expl 168008 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2006:AY4703
ECLI:NL:RBALK:2006:AY4703 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 06-03-2006 Datum publicatie 20-07-2006 Zaaknummer 197257 CV EXPL 05-3435 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieMEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,
Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.
Nadere informatieVerzuimprotocol Adopsa Payroll
Verzuimprotocol Adopsa Payroll 1. Ziekmelding De medewerker meldt zich op de eerste dag van ziekte telefonisch vóór 10.00 uur ziek bij zowel Adopsa Payroll als bij zijn opdrachtgever. Wanneer een medewerker
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel
Nadere informatieRECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND. Afdeling civielrecht Zittingsplaats Lelystad. zaaknummer / rolnummer: C/16/369978 / HL ZA 14-173
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling civielrecht Zittingsplaats Lelystad zaaknummer / rolnummer: C/16/369978 / HL ZA 14-173 Vonnis van 25 februari 2015 in de zaak van maatschap [naam maatschap], gevestigd
Nadere informatie1.2 De Verzekeraar heeft op het beroepschrift gereageerd bij brief van 2 mei 2014.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-028 d.d. 23 september 2014 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. F.P. Peijster en mr. J.B.B.M. Wuisman, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Nadere informatieJubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-340 d.d. 12 december 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris) Samenvatting Consument heeft met ingang van
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:3340
ECLI:NL:RBROT:2016:3340 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20042016 Datum publicatie 03052016 Zaaknummer 4878125 VV EXPL 1612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht
Nadere informatieDe Loonsanctie. Hayat Barrahmun Anouk Cordang. Roermond, 19 juni 2013
De Loonsanctie Hayat Barrahmun Anouk Cordang Roermond, 19 juni 2013 1 Eerste en tweede ziektejaar Re-integratie Bedongen arbeid; Passende arbeid; 2 Re-integratiedossier Probleemanalyse, in de 6 de ziekteweek;
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen
104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2011:BP3927
ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:3845
ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatieSamenvatting. Consument, tegen. Arag SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-322 d.d. 8 september 2014 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars, leden en mr. I.M.L. Venker) Samenvatting
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Zaaknummer 302487 CV EXPL 10-8041 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieZiekte en verzuim in de praktijk. Het kader. Wet Verbetering Poortwachter 1. Breda, 24 maart 2009
Ziekte en verzuim in de praktijk Breda, 24 maart 2009 Het kader Wet Verbetering Poortwachter Beleidsregels beoordelingskader poortwachter (UWV) Burgerlijk wetboek Wet Verbetering Poortwachter 1 Ziekmelding
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2008:BE0039
ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 30-07-2008 Datum publicatie 13-08-2008 Zaaknummer 60993/HA ZA 08-23 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:5266
ECLI:NL:RBAMS:2017:5266 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-07-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Zaaknummer 5566036 CV EXPL 16-35180 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:7740
ECLI:NL:RBROT:2015:7740 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15092015 Datum publicatie 02112015 Zaaknummer C/10/482640 / KG ZA 15882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2017:1041
ECLI:NL:CRVB:2017:1041 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 16-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4468 ZW Socialezekerheidsrecht
Nadere informatie