Tekst SDU Publicatie pagina 1 van 7

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tekst SDU Publicatie pagina 1 van 7"

Transcriptie

1 Tekst SDU Publicatie pagina 1 van 7 JA Kantonrechter Rechtbank Oost-Brabant zp Eindhoven, , , ECLI:NL:RBOBR:201 4:6522 Deelgeschil, Werkgeversaansprakelijkheid, Geen bewuste roekeloosheid, Zorgplicht werkgever Publicatie JA 2015 af]. 1 Publicatiedatum 05 febrtiari 2015 College Uitspraakdatum 31 oktober 2014 Rolnummer Rechter(s) Partijen Kantonrechter Rechtbank Oost-Brabani zp Eindhoven / UN ECLI:NL:RBOBR:2014:6522 mr. Roeterdink [Werknemer] te [woonplaats], verzoeker, gernachtigde: mr. T.G.M. Gersjes. tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [werkgeverj Nederland BV te [vestigingsplaats], verweerster, gemachtigde: rnr. M.J.P.M. van de Westerlo. Noot Trefwoorden Regelgeving» Samenvatting Partijen zullen hierna worden genoemd [werknemer] en [werkgever]. rnr. V. Oskarn Deel esch i 1, Werkoeversaansprakeli jkheid Geen bewuste roekeloosheid. Zorgp licht werkgever. BW Boek BW Boek BWl3oek7-611 BW Boek 7-65$ Rv- 1019w Rv- 1019aa Werknemer (medewerker houtzagerij) verlaat na overwerk in de avonduren het bedrijfsterrein samen met een collega. Kierbij klimmen zij over het stalen hek (2.30 meter hoog en met metalen punten) aangezien de toegangspoort al op slot zit en zij bij het verlaten van het bedrijfspand de sleutel niet hebben gevraagd van de (hiertoe aangestelde) sleutelhouder. Voor het hek geplaatste prullenbak (ca. 75 cm hoog) gebruiken ze als opstapje, zonder welk opstapje het hek te hoog zou zijn geweest om overheen te klimmen. Werknemer blijft met ringvinger hangen aan metalen punt en verliest zijn vinger, waarna gedeeltelijk arbeidsongeschikt. Werknemer spreekt werkgever aan ex art. 7:658 BW (en gevaarzelling (art. 6:173 jo. 6:162 BW)) en op grond van goed werkgeverschap (art. 7:611 BW). In deelgeschil wordt de uansprakelijkheidsvraag (voor de werknemer positief) beantwoord. Ruime uitleg van het begrip in de uitoefening van de werkzaamheden. Geoordeeld wordt dat de zorgplicht van de werkgever zich uitstrekt over de directe werkomgeving en nauw verband houdt met de zeggenschap van de werkgever over de werkplek. Bij invulling van de zorgplicht acht de rechter van belang dat deze sitliatie zich vaker oordeed, het waarschuwen van de sleutelhouder meer tijd in beslag nam, de werkgever van deze praktijk 01) de hoogte was, het een ervaringsfeit is dat werknemers na het overwerk zo snel mogelijk naar huis willen, de aste prullenbak een opstapje vormde om het hek over te klimmen. Aldus oordeelt de rechter dat de werkgever ten tijde van het ongeval haar bedrijfsterrein niet zodanig had ingericht als rede1jkerwijs nodig was om te voorkomen dat een werknemer bij het verlaten van het terrein schade lijdt. Geen sprake van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Enige matiging van de kosten ex art. lol9aa Rv.» Uitspraak http :// ?srcfrrn=bas

2 t...; rc d.) verlaten via de uitgang naar de parkeerplaats. Het bedrijfsterrein en de parkeerplaats zijn directe nabijheid van de poort, een paal met een metalen prullenbak (totale hoogte en. 75 cm.) bovenzijde eveneens voorzien van scherpe stalen punten. Op het bedrijfsterrein was. in de houtzagerij. gescheiden door een stalen hek van ongeveer 2.30 meter hoog met spijlen en aan de bovenzijde scherpe stalen punten. In het hek bevindt zich een toegangspoort van dezelfde hoogte, aan de heeft hij samen met zijn collega [R.] omstreeks uur het bedrijfsterrein van [werkgever] Op 20 juni 2013 heeft hij vanaf ongeveer uur overgewerkt. Toen hij daarmee klaar was 2.1. [Werknemer] is vanaf 1 september 2011 in dienst bij [werkgever] als medewerker 2. De feiten 1. Het verloop van de procedure ?srcfrm=bas medewerkers wel degelijk geïnstrueerd omtrent het verlaten van het terrein en heeft zij alle noodzakelijke maatregelen ter voorkoming van schade heeft getroffen. Zij heeft haar van bewust roekeloos gedrag van [\%erknerner]. Haar kan geen verwijt worden gemaakt, omdat uitoefening van het werk, maar nadat het werk was beëindigd. Voorts is de schade het gevolg 3.3. [Werkgever] voert gemotiveerd verweer. Zij voert aan dat de schade niet is geleden in de overschreden, zodat zij ook op die grond aansprakelijk is voor de schade. Tot slot heeft [werkgever] de norm van het goed werkgeverschap (art. 7:611 BW) daar, in de wetenschap dat deze gebruikt werd om over het hek te klimmen, heeft laten staan. met art. 6:162 3W), doordat zij de prullenbak/container heeft gesitueerd bij het hek en deze [Werkgever] heeft zich subsidiair schuldig gemaakt aan gevaarzetting (art. 6:173 in verbinding Inventarisatie en lvaluatie (Rl&E) van [werkgever]. [Werkgever] heeft onvoldoende neerzetten. [werkgever] bekend dat medewerkers regelmatig over de poort/het hek klommen. lr is geen [werkgever] daarvoor aansprakelijk is op grond van art 7:658 3W. [Werkgever] had ter gebleken, eenvoudig was. Zij had immers op die plaats geen afvalcontainer/prullenbak moeten waarschuwings- of verbocisbord op het hek geplaatst. Hij is ook niet bekend met een Risico maatregelen getroffen ter voorkoming van de schade die zich nu heeft gemaniïbsteerd, zodat voorkoming van schade maatregelen kunnen en moeten treffen hetgeen, zo is na het ongeval hij nooit gekregen. Ook is hem nooit verboden over het hek/de poort te klimmen. Het was bij om uur nog open was. Specifieke instructies met betrekking tot de sleutelprocedure heeft de poort voor hen te openen; zij gingen ervan uit dat de pooti nog wel open zou zijn omdat deze Bij het verlaten van het bedrijfsterrein hebben [R.] en hij niet aan de sleutelhouder gevraagd om 3.2. [Werknemer] heeft daartoe het volgende aangevoerd. immateriële schade. Tevens verzoekt [werknemer] de kantonrechter de kosten van de procedure aansprakelijk is voor de door [werknemerj ten gevolge van het ongeval geleden materiële en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voor recht te verklaren dat [werkgever] te begroten en [werkgever] te veroordelen in deze kosten [Werknemer] verzoekt de kantonrechter bij wijze van deelgeschil ex artikel 1019w-lOl9cc 3. Het geschil Arbeidsomstandighedenwet is overtreden. brief van 19 december 2013 heeft bericht dat haar niet gebleken is dat de 1-let ongeval is door [werkgever] gemeld aan de Inspectie SZW (hierna: arbeidsinspectie) die bij Zonder gebruikmaking van de prullenbak is het niet mogelijk over het hek te klimmen. letsel opgelopen en is hij (deels) arbeidsongeschikt geworden. dat de ringvinger van zijn rechterhand volledig is afgescheurd. In het ziekenhuis bleek dat de naar beneden sprong, met een ring blijven haken aan een van de stalen punten, met als gevolg hand steun gezocht op de bovenkant van het hek en is, toen hij zich naar beneden liet vallen of prullenbak over het hek danwel de poort geklommen. Nadat [R.] over het hekwerk was geklommen, klom [werknemer] over de poort of het hek. [Werknemer] heeft daarbij met zijn vinger niet behouden kon worden. Als gevolg daarvan heeft [werknemer] blijvend lichamelijk geplaatst. Omdat de poort gesloten was, zijn [werknemerj en [R.] met gebruikmaking van de Tekst SDU Publicatie pagina 2 van 7

3 Tekst SDU Publicatie pagina 3 van 7 sleutelhouders aangewezen die in het bedrij1pand aanwezig zijn en, ingeval van een gesloten poort, medewerkers in- en uitlaten. Gelet op de constructie (ongeveer 2.30 meter hoog en met metalen punten) en het doel van het hek/de poort (het buiten houden van ongewenst bezoek), hoefue zij er niet op bedacht te zijn dat werknemers over het hek zouden klimmen. 1-let hek is juist enkele jaren geleden vervangen en verhoogd; aanvankelijk was het een hekwerk van gaas, aan de bovenzijde voorzien van een ronde metalen pijp. Dit gazen hekwerk is vervangen door het huidige, hogere hekwerk, voorzien van spijlen en aan de bovenzijde voorzien van scherpe punten. Zij betwist uitdrukkelijk dat zij wist dat er over het hek/de poort geklommen werd. Dat haar geen verwijt kan worden gemaakt blijkt ook uit de conclusie van de arbeidsinspectie. Tot slot verzet zij zich tegen de declaratie van de gemachtigde van [werknemer]. 4. De beoordeling Is de schade in de uitoefening van het werk opgetreden? 4.1. De eerste vraag is kennelijk de mening toegedaan dat dit niet het geval was nu [werknemer] en zijn collega hun werkzaamheden ten tijde van het ongeval hadden beëindigd en op weg waren naar huis. Het begrip in de uitoefening van zijn werkzaamheden, zoals opgenomen in artikel 7:658 BW, dient volgens vaste rechtspraak echter ruim te worden uitgelegd in die zin, dat de zorgplicht van de werkgever zich uitstrekt over de directe werkomgeving en nauw verband houdt met de zeggenschap van de werkgever over de werkplek. [noot: II In het onderhavige geval heeft de schade zich voorgedaan op het terrein van [werkgever] terwijl haar medewerker, [werknemer], bezig was het terrein te verlaten. 1-loewel [werknemer] niet aan het werk was, is voldoende vast komen te staan dat de schade is opgetreden in de uitoefening van het werk als bedoeld in art. 7:658 lid 2 BW dan wel in voldoende verband staat tot de uitoefening van de werkzaamheden. of het ongeval is gebeurd in de uitoefening van het werk. [Werkgever] is Aansprakelijkheid op grond van artikel 7:658 BW? 4.2. [Werknemer] baseert zijn vordering primair op 7:658 BW. Op grond van het bepaalde in lid 1 van dit artikel is de werkgever verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden, alsmede voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerw ijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Ingevolge lid 2 van dit artikel is de werkgever jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij de in lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen bewuste roekeloosheid van de werknemer. Met artikel 7:658 BW is niet beoogd een absolute waarborg te scheppen voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van ongevallen die hem bij de uitoefening van zijn functie kunnen overkomen. ait of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of 4.3. [Werkgever] verweert zich tegen de bovenomschreven aansprakelijkheid met de stellingen dat er sprake is van opzet/bewuste roekeloosheid aan de zijde van [werknemer] en dat zij haar zorgplicht als werkgever als bedoeld in lid 1 van dit artikel is nagekomen. Volgens vaste rechtspraak is het daarbij aan de werkgever, dus aan [werkgever], om voldoende feiten en omstandigheden te stellen en zo nodig te bewijzen die deze conclusies rechtvaardigen Voor het aannemen van opzet van [werknemer] heeft [werkgever] onvoldoende gesteld. Niet gesteld is immers dat de wil van [werknemer] was gericht op het veroorzaken van enige schade. Van bewuste roekeloosheid aan de zijde van [werknemer] is naar het oordeel van de kantonrechter evenmin gebleken. Daarvan is pas sprake, indien de werknemer zich tijdens het verrichten van zijn onmiddel]ijk aan het ongeval voorafgaande gedraging van het roekeloos karakter van die gedraging daadwerkelijk bewust is geweest [noot:2]. [Werkgever] heeft onvoldoende feiten of omstandigheden gesteld, waaruit blijkt dat [werknemer] zich daadwerkelijk bewust is geweest van het roekeloze karakter het klimmen over het hek. De enkele omstandigheden, dat het ging om een hoog hek met scherpe stalen punten en dat [R.] [werknemer] nog heeft gewaarschuwd dat hij moest oppassen voor zijn broek bij het klimmen over de poort. zijn daartoe onvoldoende, Daaruit volgt immers nog niet dat [werknemer], toen hij over het hek klom, zich van het roekeloze karakter van zijn handelen an ?srcfrmbas

4 aansprakelijk is, geldt als gezegd waarborg te scheppen voor de bescherming tegen gevaar. De werkgever dient die maatregelen als uitgangspunt dat dit artikel niet beoogt een absolute Bij de beantwoording van de vraag of de werkgever op de voet van artikel 7:658 BW de weg van de werkgever om te stellen en zo nodig te bewijzen dat hij zijn verplichtingen als 7:658, eerste lid BW omschreven zorgplicht. Ingevolge het tweede lid van dat artikel liet het op 4.5. Vervolgens dient te worden beoordeeld of [werkgever] heeft voldaan aan haar in artikel daadwerkelijk bewust was. Aan bewijsievering, door [werkgever] overigens slechts in heel algemene zin aangeboden, komt de kantonrechter daarom niet toe. bedoeld in lid 1 van dat artikel is nagekomen ?srcfrrnbas niet zodanig had ingericht als redelijkerwijs nodig was om te voorkomen dat een werknemer bij Een en ander leidt tot de slotsom dat [werkgever] ten tijde van het ongeval haar bedrijfsterrein vaststaat is het zonder gebruikmaking van de prullenbak niet mogelijk over het hek/de poort te klimmen. gebruikmaking van de onderhavige prullenbak, overheen te klimmen. Naar tussen partijen haar bedrijfsterrein had gesitueerd (in de directe nabijheid van de poort) diende zij, in staan, zich door de constructie van het hek niet zou laten weerhouden om daar, met te houden met de mogelijkheid dat een werknemer die voor een gesloten pooit zou komen te aanmerking genomen het eerder genoemde tijdsbeslag en ervaringslèit, redelijkerwijs rekening Gelet op de plaats waar [werkgever] ten tijde van het voorval de onderhavige prullenbak op incident aan [R.] was gegeven. sleutelbeleid, doet daaraan onvoldoende af, evenmin als de waarschuwing die na het eerdere inclusief [werknemer] geïnstrueerd waren over, althans bekend waren met het geldende Gelet op deze feiten en omstandigheden diende [werkgever] er redelijkerwijs rekening mee te houden dat een werknemer, indien hij na het verrichten van overwerk voor een gesloten poort komt te staan, niet de moeite neemt alsnog de sleutelhouder te 4aarschuwen, gezien het verrichten van overwerk in het algemeen zo snel mogelijk huiswaarts zal willen gaan. De door [werkgever] gestelde doch door [werknemer] betwiste omstandigheid. dat alle werknemers tijdsbeslag dat daarmee gemoeid kan zijn en het ervaringsfeit dat een werknemer na het voorgedaan waarbij [R.] over de poort was geklommen. Tot slot is door [werkgever] niet weersproken dat zich reeds een eerder incident had geplaatst. van de poort een vaste prullenbak op een metalen paal met een totale hoogte van ca. 75 cm. was Voorts staat vast, dat ten tijde van het voorval op het bedrijfsterrein en in de directe nabijheid een en ander is door [werkgever] niet voldoende gemotiveerd weersproken. [Werknemer] heeft deze stellingen herhaald bij gelegenheid van de mondelinge behandeling en de werknemer terug gaan naar de bedrijfshal en aldaar op zoek gaan naar de sleutelhouder die alvorens zich naar de poort te begeven. Indien men dan toch voor een gesloten poort komt moet Hiermee kan in totaal ongeveer 10 minuten gemoeid zijn. bedrijfsterrein open was en/of dat een werknemer vergeet eerst naar de sleutelhouder te gaan vervolgens met de betreffende werknemer moet meelopen naar het hek om de poort te openen. dat het regelmatig is voorgekomen dat de pooil ook s avonds bij het verlaten van het 4.7. Uit de schriftelijke verklaringen van [werknemer] en [R.1 (prod. 3 bij verzoekschrift) blijkt. voldaan. Dat oordeel steunt op de volgende overwegingen. de werknemer schade lijdt. Aan die zorgplicht is naar het oordeel van de kantonrechter niet [werkgeverj rustende zorgplicht meebrengt dat zij haar bedrijfsterrein, en dus ook de omheining daarvan, zodanig dient in te richten als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat 4.6. In het licht van voormelde maatstaf kan allereerst worden vastgesteld, dat de op nemen veiligheidsmaatregelen. [noot:3] de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben en de mate van bezwaarlijkheid van de te te nemen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Wat van de werkgever mag worden verwacht, hangt al van de omstandigheden van het geval. In dat kader is onder meer van belang met welke mate van waarschijnlijkheid de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht, de hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen (kunnen) ontstaan, Tekst SDU Publicatie pagina 4 van 7

5 Tekst $DU Publicatie pagina 5 van 7 het verlaten van het terrein schade lijdt. [Werkgever] is daarom aansprakelijk voor de gevolgen van het [werknemer] overkomen ongeval De gevraagde verklaring voor recht, dat [werkgever] toerekenbaar tekort is geschoten jegens [werknemer] op grond van artikel 7:658 3W, kan worden gegeven. Kosten procedure 4.9. Tot slot resteert de verzochte kostenbegroting. [Werknemer] heeft verzocht deze kosten te begroten op een bedrag van 2.882,69 (inclusief btw, kantoorkosten en griflierecht). Deze begroting is gebaseerd op een uurtarief van 265,= en acht uren werktijd alsmede 1,5 uur reistijd (tegen 50% van het tarief). [Werkgeveri heeft verweer gevoerd tegen het gehanteerde uurtariet het aantal uren en de kantoorkosten. Zij acht drie uren redelijk. Als kantoorkosten acht zij een percentage van 5% redelijk Artikel aa Rv. bepaalt dat de rechter in de beschikking de kosten begroot die gemoeid zijn met de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt en dat de rechter daarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking neemt. Daarbij geldt een dubbele redeljkheidstoets: het dient redelijk te zijn dat deze kosten zijn gemaakt en de hoogte van deze kosten dient eveneens redelijk te zijn (MvT, Kamerstukken 11, , , nr. 3, p. 18) Gelet op de omvang en het belang van deze zaak acht de kantonrechter zes uren ter voorbereiding van de zaak, waaronder begrepen het opstellen van het verzoekschrift, liet overleggen met cliënt en voorbereiding van de mondelinge behandeling redelijk. De reistijd van de gemachtigde van [werknemer] wordt, nti hij op loopafstand van het gerechtsgebouw te Eindhoven kantoor hoitdl beperkt tot een halfuur (tegen 50% van liet gebruikelijke uurtarief). 1-let uurtarief wordt vastgesteld op 235, exclusief btw en inclusief kantoorkosten. Vermeerderd met het verschuldigcle griftierecht (C 77,j worden de totale kosten dan begroot op C 2.422, De beslissing De kantonrechter: verklaart voor recht, dat [werkgever] aansprakelijk is voor de materiële en immateriële schade van [werknemer] ten gevolge van het toerekenbaar tekortschieten van [werkgever]; begroot de kosten als bedoeld in art aa Rv. op een bedrag van 2.422,89 en veroordeelt [werkgever] tot betaling van die kosten aan [werknemer].» Noot 1. Inleiding Bij de bespreking van dit deelgeschil zal ik een aantal deelondenverpen aanstippen. In de eerste plaats sta ik stil bij de vraag of de onderhavige situatie, waarbij het ongeval weliswaar plaatsvond op het bedrijfsterrein, namelijk binnen (ofjuister: op) de toegangspoort van het bedrijf in kwestie doch de feitelijke werkzaamheden wel ten einde waren gekomen, zich kwalitïceert als een ongeval in de uitoefening van de werkzaamheden ex art. 7:658 BW, dan wel als woon-werkverkeer en hiermee niet langs de band van art. 7:658 3W of art. 7:611 BW dient te worden beoordeeld. Vervolgens bespreek ik de inhoudelijke toetsing van de rechter waar het de beoordeling van de zorgplicht betreft. Ik sluit af met enige opmerkingen over het beroep van de werkgever op opzet/bewuste roekeloosheid van cle werknemer. 2. In de uitoefening van de werkzaamheden? De werknemer in kwestie bevond zich ten tijde van liet ongeval strikt genomen nog op het bedrijfsterrein. De vraag doet zich echter voor of dit voldoende is om aan te nemen dat de schade heeft plaatsgevonden in de uitoefening van de werkzaamheden. Feitelijk, en hierover twisten partijen ook niet, waren de werkzaamheden immers afgerond en was de betrokken werknemer op weg naar huis. Aangezien de toegangspoort al in het slot was gedraaid, en de betreffende werknemers geen zin meer hadden om terug te lopen voor de sleutel(bewaarder), maakten zij de (onverstandige) keuze om over liet hek heen te klimmen. De rechter lost deze vraag op (r.o. 4. 1) door aan te geven dat dit begrip overeenkomstig vaste rechtspraak ruim dient te worden uitgelegd in die zin, dat de zorgplicht van de werkgever zich tutstrekt over de directe ?srcfrm=bas

6 ondanks benadert hoewel en dient heeft waar ten en zich is en Tekst SDU Publicatie pagina 6 van 7 werkomgevmg en nauw verband houdt met de zeggenschap van de werkgever over de werkplek. Hiertoe verwijst de kantonrechter onder meer naar HR 30 november 2011 (Knoppen/NCM, «JA» 2008/3 1, m.nt. E. Van Orsouw en J. Potharst, waar de 1 toge Raad inderdaad voorop stelt dat dit vereiste ruim dient te worden uitgelegd (doch in de onderhavige kwestie wel sprake was van woon-werkverkeer). Hoewel de zorgplicht en het vereiste dat de schade door de werknemer is geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden rtiim moet worden uitgelegd, geldt dat ongevallen die zich hebben voorgedaan op (de) weg van werknemers van huis naar werk of andersom niet onder de reikwijdte van art. 7:658 BW vallen. Zie bijvoorbeeld HR 12 januari 2001, NJ 2001, 253 (Vonk/Van der Hoeven), HR 9augustus2002, iv] 2004, 235 (Dc Bont/Otukiiallen), alsmede het door de kantonrechter aangehaalde arrest KnoppenfNCM. Wanneer niet aan de vereisten van art. 7:658 BW is voldaan, kan een werkgever toch aansprakelijk zijn jegens de werknemer voor diens schade en wel op grond van redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 BW), alsmede de verplichting uit hoofde van goed werkgeverschap (art. 7:611 13W), zoals uiteengezet door T. Hartlief, Vergoeding van urbeidsgerelateerde schade anno 2013, A V&S april 2013, afi. 2, p Hierbij is de alelopen jaren in de genoemde jurisprudentie aan de orde gesteld of woon-werkverkeer al dan niet als (voldoende) werkgerelateerd dient te worden aangemerkt om onder het bereik van art. 7:611 13W te vallen. Algemene lijn in de jurisprudentie is dat ongevallen tijdens privéverkeer, waaronder het woon-werkverkeer valt, buiten de verantwoordelijkheid van de werkgever vallen, zoals volgt uit het arrest Gündogdü/frans Mulder Fastfood (1-IR 19 december 2008, «JA» 2009/21. m.nt. A.R. Flouweling). Een uitzondering op de regel dat woon-werkverkeer in beginsel dient te worden aangemerkt als privéverkeer, doet zich voor als het woon-werkverkeer van een werknemer kan worden gekwalificeerd als vervoer dat op één lijn is te stellen met vervoer dat plaatsvindt krachtens de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst en in het kader van de voor de werkgever uit te voeren werkzaamheden. Of daarvan sprake is, dient te worden beoordeeld aan de hand van de specifieke omstandigheden van het geval ( Vonk Van der Hoc ven, Dc Bont/Oudenallcn, Knoppcn/NCM). In de onderhavige kwestie laat de kantonrechter zich niet (expliciet) uit over de vraag of sprake is van woon-werkverkeer. Onduidelijk is of de werkgever hij wel heeft betwist dat de schade is geleden in de uitoelëning van het werk nu het werk was beëindigd hier in haar verweer op heeft beroepen. De omstandigheid dat het de werkgever in kwestie is die de zeggenschap heeti over de inrichting (en hiermee de veiligheid) van het bedrijfsterrein en het de werkgever is die eerdere klimincidenten besloten de prullenbak te laten staan bij de toegangspoort, lijkt niet expliciet benoemd grondslag te liggen aan de beslissing de beoordeling onder het bereik van art. 7:658 BW te laten vallen. Hoewel dit niet onlogisch lijkt en valt te passen in de lijn van de jurisprudentie, was een andere beslissing ook denkbaar geweest. Hierbij wijs ik bijvoorbeeld op een recent arrest van het Hof Amsterdam van 26 augustus 2014 (ECLI:NL:GHAMS:20l4:3540). Een werknemer reed met motor de bedrijfsparkeergarage in, waarbij onverwachts de garagedeur omlaag kwam en de werknemer gewond raakte. Het hof oordeelde. anders dan de kantonrechter in de onderhavige zaak, dat aldaar nog geen sprake was van het uitoefenen van de werkzaamheden, doch het inrijden in de parkeergarage diende te gelden als woon-werkverkeer. Aansprakelijkheid werd niet aangenomen. Het is mijns inziens de vraag ofde beide (feitelijke) situaties daadwerkelijk zoveel van elkaar verschillen dat dit een afwijkende juridische kwalificatie rechtvaardigt. In beide gevallen begaf men zich immers op weg naar huis, respectievelijk werk, en bevond men zich (nog) niet op de openbare weg. 3. Voldaan aan de zorgplicht? Waar het de inhoudelijke beoordeling van de zorgplicht van de werkgever betreft, merk ik het volgende op. Hoewel de kantonrechter expliciet aangeeft (r.o. 4.5) dat de werkgeversaansprakelijkheid ex uit 7:658 BW niet beoogt een absolute waarborg te scheppen voor de bescherming tegen gevaar hiermee dus een schuldaansprakelijkheid en geen risicoaansprakelijkheid is, de onderhavige beoordeling een risicoaunsprakelijkheid wat mij betreft we] heel dicht. Weliswaar geeft de kantonrechter aan dat de zorgplicht de vraag wat van een werkgever mag worden verwacht te worden ingevuld aan de hand van alle omstandigheden van het geval, doch vervolgens worden de door de werkgever aangevoerde omstandigheden tamelijk snel terzijde geschoven. Aardig in lijn met de toenemende tendens hiertoe (HR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3519) te zien dat de kantonrechter ook bij de beoordeling van een werkgeversaansprakelijkheid de kelderluikcriteria 44?srcfrrn=bas

7 meer naar bij had met alsnog de wanneer te bij achteraf op Tekst SDU Publicatie pagina 7 van 7 van stal haalt(r.o. 4.5). Dit valt wat mij betreft toe te juichen, want juist met deze criteria heeft men meer instrumenten in handen om de noodzakelijkheid en realiteit van wellicht te vergen aanvullende maatregelen te toetsen. Dit voorkomt een (te) theoretische toetsing die (te) snel tot (werkgevers)aansprakelijkheid leidt, waarbij het in voorkomende gevallen voor een werkgever welhaast onmogelijk zal blijken te zijn zodanige maatregelen te treffen dat wordt geoordeeld dat aan de zorgplicht ex art. 7:658 BW is voldaan. In de onderhavige situatie pakt deze toets aan de kelderluikcriteria echter anders uit. Met name de oordeel van de kantonrechter verwachten onvoorzichtigheid (men wil snel naar huis en zal dus de sleutel niet gaan halen maar de snelste route kiezen), hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen kunnen ontstaan (welke kans hier tamelijk groot lijkt), alsmede de mate van bezwaarlijkheid van de te nemen maatregelen (verwijderen/verplaatsen prullenbak die als opstapje dient) leiden tot aansprakelijkheid. De verweren van de werkgever dat de werknemers geïnstrueerd zijn bij gesloten poort de sleutel te halen, hiertoe sleutelhouders zijn aangewezen, zij er niet op bedacht behoefde te zijn dat de werknemers over dit verhoogde hek zouden klimmen, worden terzijde geschoven. Dit blijkbaar vooral op basis van de vaste praktijk waarover de betrokken werknemer(s) schriftelijk en tijdens de mondelinge behandeling hebben verklaard. Hier de werkgever zich niet in dergelijke feiten kon vinden de werkgever er wellicht verstandig aan gedaan deze stellingen meer gemotiveerd te betwisten en hierbij tevens aan te voeren dat nu hiermee juist de voor de beoordeling relevante feiten niet vaststaan onderhavige kwestie zich niet leent voor behandeling in deelgeschil. In het overzichtsartikel van L.C. Hogeling, Bewijsvoering in deelgeschilprocedures, TvP 2014, 2, p , worden de grenzen hiertoe geïnventariseerd. Bewijsievering door middel van een voorlopig getuigenverhoor had voldoende betwisting in de rede gelegen. 4. Opzetlbewuste roekeloosheid? Dan beroept de werkgever zich nog op opzet/bewuste roekeloosheid. Een dergelijk verweer lijkt gebreke van hiertoe concreet aan te voeren (en te bewijzen) stellingen voorhand kansloos. Uit vaste rechtspraak volgt immers dat van bewuste roekeloosheid eerst sprake is wanneer de werknemer zich, tijdens het verrichten van zijn onmiddellijk aan het ongeval voorafgaande gedraging, van het roekeloos karakter van die gedraging daadwerkelijk bewust is geweest (1-IR 20 september NY 1997, 198 (Potlemans/Hoondert), [IR 11 september 1998, NJ (run der Wie//Philips) en IIR 1 februari RvdW 2008, 176 (Maasman/Ak:o). De werkgever had beter haar pijlen (meer) kunnen richten op betwisting van toepasselijkheid van art. 7:658 BW onder verwijzing naar bovengenoemde discussie woon-werkverkeer, dit teneinde beoordeling langs de band van art. 6:162 BW (gevaarzetting) of (desnoods) 7:611 BW een beroep te kunnen doen op de reguliere eigen schuld van betrokkene. Dat het onverstandig is om over een dergelijk hoog hek (met punten) te klimmen, lijkt evident. Naast het nu gerealiseerde gevaar, is bovendien een algemeen valgevaar of verstuik/verstapgevaar bij het neerkomen evident, eerdere waarschuwingen waren gegeven evenals andersluidende instructies. Dit lijkt mij voldoende om een (fors) gedeelte eigen schuld ex art. 6:101 BW in te vullen. mr. V. Oskam, advocaat bij Van Traa Advocaten te Rotterdam» Voetnoten [1] Zie: zoeken in uitspraken ; ECLI:NL:HR: l999:ad2996; LCLI:NL:HR:2007:BB [21 Zie: ECLI:NL:FIR: 1996:ZC2142; ECL1:L:tIR: 1998:ZC2702; ECLI:NL:G1 ISI [E:2014: [3] Zie: ECLI:NL:KR:2005:AU ?srcfrrn=bas

52 «JA» Werkgeversaansprakelijkheid

52 «JA» Werkgeversaansprakelijkheid 52 «JA» Werkgeversaansprakelijkheid 52 Gerechtshof 's-hertogenbosch 8 december 2015, nr. 200.168.392/01, ECLI:NL:GHSHE:2015:5156 (mr. Smeenk-van der Weijden, mr. Venner-Lijten, mr. Rousseau) Noot mr. V.

Nadere informatie

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS De heeft in december 2008 wederom drie interessante arresten gewezen inzake werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersletsel

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691. beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in

Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691. beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691 beschikking RECHTBANK ROTTERDAM Sector kanton Locatie Rotterdam zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-2969 uitspraak: 21

Nadere informatie

De Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd.

De Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd. Hoge Raad, 9 augustus 2002 Samenvatting Een bouwvakker, De Bont, reed in zijn eigen auto van huis in Oosterhout, naar de werkplek in Deventer. Een paar collega s reden mee. Door een fout van De Bont sloeg

Nadere informatie

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes Arbeidsomstandigheden Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes De afvalbranche Wijzigingen per 1 juli 2015 > 60 miljoen ton afval per jaar +/- 15.000 werknemers Relatief hoog aantal

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:6240

ECLI:NL:RBROT:2015:6240 ECLI:NL:RBROT:2015:6240 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 08-05-2015 Datum publicatie 28-08-2015 Zaaknummer 3260279 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:4523

ECLI:NL:RBAMS:2016:4523 ECLI:NL:RBAMS:2016:4523 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 14-07-2016 Datum publicatie 19-07-2016 Zaaknummer EA VERZ 16-542 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Symposium Omkering van bewijslast 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Wettelijk vermoeden en omkering van de bewijslast Daan Asser 1 1. Feiten en recht Rechtsfeit is het feit of het

Nadere informatie

JAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564

JAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564 Informatie 2012 afl. 2 Gerechtshof Amsterdam 27 december 2011 200.065.076/01 LJN BU9564 mr. Kingma mr. Smit mr. Van der Kwaak Appellant te (...), appellant, advocaat: mr. W.A. van Veen te Utrecht, tegen

Nadere informatie

www.avansplus.nl Welkom

www.avansplus.nl Welkom Welkom Tot 1 oktober 2006 kon werknemer niet instemmen met einde dienstverband zonder verlies WW-rechten. Heeft geleid tot pro-forma praktijk. Vanaf 1 oktober 2006 is deze mogelijkheid er wel. Voorwaarde

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:4759

ECLI:NL:RBMNE:2014:4759 ECLI:NL:RBMNE:2014:4759 Instantie Datum uitspraak 25-06-2014 Datum publicatie 08-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 2978081 AE VERZ 14-87 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:4991

ECLI:NL:RBNHO:2016:4991 ECLI:NL:RBNHO:2016:4991 Instantie Datum uitspraak 20-06-2016 Datum publicatie 04-07-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 4983481 / OA VERZ 16-101 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] en [VERZEKERAAR] genoemd worden.

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] en [VERZEKERAAR] genoemd worden. beschikking RECHTBANK ROTTERDAM Team handel zaaknummer / rekestnummer: C/10/423356 / HA RK 13-304 Beschikking van in de zaak van [BETROKKENE], wonende te Rotterdam, verzoeker, advocaat mr. P. Meijer, tegen'

Nadere informatie

Rechtbank Amsterdam 15 april 2009; voetganger struikelt over uitstekend putdeksel.

Rechtbank Amsterdam 15 april 2009; voetganger struikelt over uitstekend putdeksel. Rechtbank Amsterdam 15 april 2009; voetganger struikelt over uitstekend putdeksel. Benadeelde komt ten val over een putdeksel dat drie centimeter boven het gewone trottoirniveau uitsteekt en loopt letsel

Nadere informatie

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden.

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden. Rechtbank Amsterdam, 06 juni 2012; de hondenbezitter is aansprakelijk voor de letselschade van een vrouw die tijdens het uitlaten van de hond ten valt komt doordat de hond plotseling hard aan de lijn trok.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen

Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen Congres Veiligheid & Toezicht 10 november 2014 Aansprakelijkheid bij Arbeidsongevallen Mr. E.H. de Joode Inleiding Veiligheid & Toezicht Op de werkvloer Ondergeschiktheid werknemer Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-299 (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 februari 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 Instantie Datum uitspraak 05-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5474399 \ CV EXPL 16-8870 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 Instantie Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 18-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3818581 UC EXPL 15-1353

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405 ECLI:NL:RBZWB:2013:11405 Instantie Datum uitspraak 30-10-2013 Datum publicatie 12-09-2014 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer 02/264757 / HA ZA 13-397 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-003 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 11 juli 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4975

ECLI:NL:RBMNE:2016:4975 ECLI:NL:RBMNE:2016:4975 Instantie Datum uitspraak 14-09-2016 Datum publicatie 07-10-2016 Zaaknummer 4293728 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Arbeidsrecht

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-521 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A. Blom, secretaris) Klacht ontvangen op : 2 januari 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Hoge Raad, 12 januari 2001

Hoge Raad, 12 januari 2001 Hoge Raad, 12 januari 2001 Samenvatting Vier bouwvakkers rijden in een busje van de werkgever van Didam naar Amsterdam om werkzaamheden te verrichten aan de Amsterdam Arena. Het busje wordt bij toerbeurt

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBAMS:2016:199 ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht

Nadere informatie

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND 60004 DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND heeft het volgende overwogen en beslist omtrent het op 21 februari 2013 binnengekomen verzoek van de besloten vennootschap SCHIJF BOUW B.V., gevestigd te

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO VONNIS IN KORT GEDING

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO VONNIS IN KORT GEDING in de zaak van: M.V-R, wonende in Curaçao, eiseres, gemachtigde: mr. R.A.P.H. Pols, --tegen-- GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO VONNIS IN KORT GEDING De openbare rechtspersoon HET LAND CURACAO, gevestigd

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting Inboedelverzekering. Uitleg van verzekeringsvoorwaarden.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014

Nadere informatie

schikking AFSCHRIFT RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Handelsrecht Middelburg zaaknummer / rekestnummer: C/02/308975 / HA RK 15-232

schikking AFSCHRIFT RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Handelsrecht Middelburg zaaknummer / rekestnummer: C/02/308975 / HA RK 15-232 schikking AFSCHRIFT RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Handelsrecht Middelburg zaaknummer / rekestnummer: C/02/308975 / HA RK 15-232 Beschikking van 15 maart 2016 in de zaak van [VERZOEKER], wonende te Terneuzen,

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen tussenkomst De Belastingdienst heeft, in samenwerking met

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

1.2 [naam creditcardmaatschappij] heeft een op 4 februari 2016 door de Commissie van Beroep ontvangen verweerschrift ingediend.

1.2 [naam creditcardmaatschappij] heeft een op 4 februari 2016 door de Commissie van Beroep ontvangen verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-020 d.d. 22 juli 2016 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. W.J.J. Los, mr. A. Smeeing-van Hees, drs. P.H.M. Kuijs en mr. A. Bus, leden, en mr. G.A. van de Watering, secretaris)

Nadere informatie

de coöperatie coöperatieve Rabobank Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest, gevestigd te Leiden, hierna te noemen Aangeslotene.

de coöperatie coöperatieve Rabobank Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest, gevestigd te Leiden, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-221 d.d. 12 juli 2013 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. A.P. Luitingh, leden, en mevrouw mr. M. Nijland, secretaris)

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-160 d.d. 22 mei 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, prof. mr. M.L.Hendrikse en mr. E.M. Dil-Stork, leden, en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 23062017 Datum publicatie 26062017 Zaaknummer C/08/201386 / KG ZA 17141 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-247 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-855 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 23 mei 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Zaaknummer 302487 CV EXPL 10-8041 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3495

ECLI:NL:GHDHA:2016:3495 ECLI:NL:GHDHA:2016:3495 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 08-03-2017 Zaaknummer 200.179.055 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND 60005 DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND heeft het volgende overwogen en beslist omtrent het op 21 februari 2013 binnengekomen verzoek van de besloten vennootschap SCHIJF BOUW B.V., gevestigd te

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-343 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Klacht ontvangen op : 19 oktober 2017 Ingediend door :

Nadere informatie

de naamloze vennootschap Interbank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap Interbank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-420 d.d. 28 november 2014 (mr. R.J. Paris, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. W.H.G.A. Filott mpf, leden en mr. E.C. Aarts, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-287 d.d. 28 juli 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, drs. W. Dullemond en mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap R. EN D. B.V., hierna te noemen aanneemster, M. V., hierna te noemen: opdrachtgeefster,

ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap R. EN D. B.V., hierna te noemen aanneemster, M. V., hierna te noemen: opdrachtgeefster, No. 29.632 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap R. EN D. B.V., hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s gemachtigde: mr. P.J.A. Vis, werkzaam bij Actio

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-372 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:25827, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:25827, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2013:573 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-07-2013 Datum publicatie 31-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201211994/1/A3 Eerste

Nadere informatie

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg

WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN. Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg WERKGEVERSAANSPRAKLIJKHEID ARBEIDSONGEVALLEN Bronneberg Advocaten heet u welkom. Mr. H.F.A. Bronneberg Artikel 7:658 en 7:611 BW risico of schuldaansprakelijkheid?; de wet laat de zorgplicht voor de veiligheid

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-184 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 20 juni 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Beschikking van de meervoudige kamer in de rechtbank Almelo op het verzoek van:

Beschikking van de meervoudige kamer in de rechtbank Almelo op het verzoek van: Beschikking RECHTBANK ALMELO Sector civiel recht zaaknummer: 128288 / HA RK 12-36 datum beschikking: 18 juli 2012 (Im) Beschikking van de meervoudige kamer in de rechtbank Almelo op het verzoek van: Bertha

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965 ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965 Instantie Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 02-04-2013 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/12/85391 / HA RK 12-110 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:3179

ECLI:NL:RBAMS:2017:3179 ECLI:NL:RBAMS:2017:3179 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 10-04-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Zaaknummer EA VERZ 17-179 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

mr. A. Rutten-Roos, mr. A. Bus, mr. C.A. Joustra, mr. F.J.H. Mijnssen en mr. F. Peijster.

mr. A. Rutten-Roos, mr. A. Bus, mr. C.A. Joustra, mr. F.J.H. Mijnssen en mr. F. Peijster. GCHB 2011-389 Uitspraak van 18 april 2011 "Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Verzekerde is tijdens zijn werk van een muurtje gestapt, uit zijn evenwicht geraakt en gevallen. Sindsdien lijdt hij aan rugklachten

Nadere informatie

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Agenda Inleiding Bewijs Causaliteit Praktische aanpak Deskundigen Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder.

Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder. Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder. ANWB en verkeersslachtoffers Naast de inzet voor meer verkeersveiligheid is de ANWB ook betrokken bij de afwikkeling

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 Instantie Datum uitspraak 27-07-2016 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer 16 _ 1047 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:146

ECLI:NL:GHSHE:2017:146 ECLI:NL:GHSHE:2017:146 Instantie Datum uitspraak 19012017 Datum publicatie 20012017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch 200.181.917_01 Personen en

Nadere informatie

Aansprakelijkheid Scholen

Aansprakelijkheid Scholen Aansprakelijkheid Scholen Mr. B.M. (Brechtje) Paijmans KBS Advocaten / Universiteit Utrecht 12 januari 2011 1 www.kbsadvocaten.nl NRC Handelsblad 11 maart 2006 2 Schade op school: aansprakelijke partijen

Nadere informatie

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 12 maart 2012.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 12 maart 2012. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-157 d.d. 21 mei 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. B.C. de Vries, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:rbobr:2016:1526 Instantie Rechtbank Oost Brabant Datum uitspraak 09 03 2016 Datum publicatie 04 04 2016 Zaaknummer

Nadere informatie

Webinar Arbeidsrecht Jurisprudentie (procesrecht) Academie voor de Rechtspraktijk mr. P.J. Jansen 6 maart 2015

Webinar Arbeidsrecht Jurisprudentie (procesrecht) Academie voor de Rechtspraktijk mr. P.J. Jansen 6 maart 2015 Webinar Arbeidsrecht Jurisprudentie (procesrecht) Academie voor de Rechtspraktijk mr. P.J. Jansen 6 maart 2015 Bewijslastverdeling o.s.v. (I) Hof Arnhem-Leeuwarden 1 april 2014, ECLI:NL: HARL:2014:2600:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBROT:2016:3340 ECLI:NL:RBROT:2016:3340 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20042016 Datum publicatie 03052016 Zaaknummer 4878125 VV EXPL 1612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 03-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3947956 MC EXPL 15-2480

Nadere informatie

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlage(n); het verweerschrift van Rechtshulpverlener; de repliek van Consument.

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlage(n); het verweerschrift van Rechtshulpverlener; de repliek van Consument. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-716 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en mr. B.F. Keulen, leden en mr.dr.drs. H.M.B. Brouwer, secretaris) Klacht

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:661

ECLI:NL:RBLIM:2016:661 ECLI:NL:RBLIM:2016:661 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer 4683113/AZ/15341 27012016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Verzekeraar.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Verzekeraar. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-310 d.d. 27 oktober 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Rechtsbijstandverzekering,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109 ECLI:NL:RBOVE:2016:5109 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-11-2016 Datum publicatie 23-12-2016 Zaaknummer 5405642 VV EXPL 16-70 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie