De schoenenkast. De schoenenkast. Verhaalsom. Tipkaart

Transcriptie

1 De schoenenkast Op de Regenboogschool trekken alle kinderen voor de lessen beginnen hun schoenen uit. Die zetten ze dan in de schoenenkast op de gang. Daarna trekken de kinderen hun sloffen aan, die klaar staan in de kast. De kinderen van groep 4a, 14 meisjes en 13 jongens, hebben hun sloffen al aangetrokken. Op de gang staan op de bovenste plank van de kast 6 paar schoenen. Op de middelste plank staan 7 paar schoenen. Op de onderste plank staan 9 paar schoenen. Vandaag zijn er 3 kinderen niet op school, 2 kinderen zijn al wel in de klas maar ze hebben hun sloffen nog niet aangetrokken. Onder de kast staan daarom nog 5 paar sloffen. Hoeveel kinderen zijn er nu in de klas? De schoenenkast Teken de schoenen die op de 3 planken in de kast staan. Teken de sloffen die onder de kast staan. Zet een streep door de sloffen van de kinderen die niet op school zijn. Reken uit hoeveel kinderen er in de klas zijn. 5

2 Melk uitdelen Yanick en Claudia helpen de juf met het uitdelen van de school. Er staan drie dozen met elk 15 pakjes chocolade, en twee dozen met elk 12 pakjes yoghurtdrank. Verder is er nog één doos met 3 pakjes. Yoghurt- Yoghurt- Melk drank drank De kinderen verdelen de pakjes netjes over acht dozen. In elke doos staan dan 9 pakjes. Maar dan komen ze erachter, dat niet elke klas evenveel pakjes nodig heeft. Op de lijst zien ze dat de 4 klassen boven 37 pakjes krijgen. De 4 klassen beneden krijgen 2 pakjes minder. Hoeveel pakjes delen Yanick en Claudia uit? Keuze-uur De kinderen van groep 4b hebben keuze-uur. Ze mogen dan zelf kiezen wat voor werk ze gaan doen. Ze kunnen kiezen uit: lezen in de boekenhoek, werken in de kleine kring, werken aan de kleine groepstafel of werken aan de grote groepstafel. Ook werken er nog twee groepjes op de gang. In de klas werken er 3 keer zoveel kinderen als op de gang. In de boekenhoek zitten 3 kinderen te lezen. Er zitten evenveel kinderen in de kleine kring. De helft van de kinderen van de klas werkt aan de kleine of grote groepstafel. Aan de kleine groepstafel zijn er 4 kinderen werkbladen aan het maken. Aan de grote groepstafel zijn de kinderen aan het rekenen. Er zitten 2 keer zoveel kinderen aan de grote groepstafel als aan de kleine groepstafel. Op de gang werkt een groepje van 4 kinderen met rekendomino. Het tweede groepje, Tim en Sara, bouwt op de gang een knikkerbaan. Hoeveel kinderen zitten er in groep 4b? 6

3 Keuze-uur 1 Hoeveel kinderen zitten er in elk groepje? Vul de vakken in. Reken dan uit hoeveel kinderen er in groep 4b zitten. Boekenhoek Kleine kring Kleine groepstafel Grote groepstafel Keuze-uur Groepje 1 op de gang Lees de zinnen. Zijn ze waar of niet waar? Kleur het goede rondje. In de klas werken de kinderen in de boekenhoek, de kleine kring, en aan 3 groepstafels. In de boekenhoek en in de kleine kring zitten 3 kinderen. Dus samen 6 kinderen. Aan de kleine groepstafel werken 4 kinderen en aan de grote groepstafel werken 8 kinderen. Aan beide groepstafels werken samen 11 kinderen. In de boekenhoek, de kleine kring en aan de beide groepstafels zitten samen 18 kinderen. Op de gang werken 4 kinderen Als er in de klas 3 keer zoveel kinderen aan het werk zijn als op de gang, dan zijn er 6 kinderen op de gang aan het werk. Dagboekjes Groepje 2 op de gang niet waar 2 niet waar 7

4 Op de Regenboogschool zitten 72 kinderen in de 3 groepen 4. De kinderen schrijven elke dag in een dagboekje een verhaal over wat ze meegemaakt hebben. Als ze s morgens de klas binnen komen hebben ze daarvoor 15 minuten de tijd. Daarna gaan de kinderen van groep 4b in de kring zitten. In de kring staan 6 groene stoelen, de andere stoelen zijn rood. Een paar kinderen lezen dan voor wat ze geschreven hebben. Op een lijst houdt de juf bij wie er al voorgelezen heeft. Op de lijst is te zien dat er deze week al 32 verhalen zijn voorgelezen. 11 kinderen hebben al 2 keer voorgelezen. 3 kinderen hebben nog helemaal niet voorgelezen. Alle andere kinderen in de klas hebben 1 keer voorgelezen. Vorige week heeft elke kind 2 keer voorgelezen. In totaal zijn er toen 48 verhalen voorgelezen. Hoeveel kinderen zitten er in groep 4b? Dagboekjes Hieronder zie je 32 blaadjes, voor elk verhaal kinderen hebben al 2 verhalen voorgelezen. Je tekent voor die kinderen steeds een poppetje op 2 blaadjes. Daarna teken je op alle blaadjes die nog over zijn een poppetje. Sommige kinderen hebben nog niet voorgelezen. Teken voor elk van hen een poppetje naast de blaadjes. 8

5 Lesuren Finn uit groep 4a heeft van zijn juf een rooster met vakken gekregen. Elke week heeft hij 4 uur taal, 3 uur lezen, 5 uur rekenen, 3 uur gym, 1 uur muziek, 2 uur tekenen, 2 uur godsdienst, 2 uur Engels en 1 uur keuze-uur. Finn ziet op de tabel, dat hij maandag en dinsdag 5 uur les heeft. Woensdag en donderdag heeft hij 4 uur les. Vrijdag weer 5 uur. Thuis vergelijkt Finn de tabel met de tabel van zijn oudere broer. Die heeft op drie dagen 6 uur les en op de beide andere dagen 7 uur. Hij heeft in een week dus 9 uur meer les dan Finn. Hoeveel uur heeft Finn per week les? Lesuren Vul in, hoe Finns tabel eruit kan zien. Streep eerst de uren door, waarop Finn geen les heeft. Vul dan de schoolvakken in. Let erop, dat elk vak maar 1 keer per dag gegeven wordt. Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag