Herontwerp kwalificatiestructuur. Verzorging: stand van zaken

Transcriptie

1 Herontwerp kwalificatiestructuur Verpleging en Verzorging: stand van zaken Het competentiegericht opleiden en leren wordt langzamerhand bekend bij en zelfs al vaak omarmd door docenten in het middelbaar beroepsonderwijs en door praktijkopleiders en werkbegeleiders in de zorginstellingen. Ook de competentiegerichte kwalificatieprofielen spelen steeds vaker een rol als uitgangspunt of als check-moment bij het vormgeven van competentiegericht onderwijs. Toch lijkt het proces van implementatie, naast de uitdagende en interessante vernieuwingen, ook een traject met vele keuzes en valkuilen te zijn, zo blijkt uit verhalen van betrokkenen. Annelies Bannink (onderwijskundige bij de OVDB) informeert u over de stand van zaken bij de ontwikkeling van de kwalificatieprofielen en de experimenten met competentiegericht opleiden. Annelies Bannink * 1. Inleiding In 2004 hebben het Ministerie van OCW, COLO (koepel van de Kenniscentra Beroepsonderwijs-Bedrijfsleven, KBB s) en de BVE-raad (Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie in het mbo) besloten om het competentiegerichte opleiden in het brede veld van het mbo-onderwijs te realiseren. In dat kader is de OVDB (Kenniscentrum voor leren in de praktijk, voor onder andere de zorgsector), samen met sociale partners in de zorg en BVE-vertegenwoordigers, begonnen met het ontwikkelen van een competentiegerichte kwalificatiestructuur. De competentiegerichte kwalificatieprofielen dienen als basis voor het competentiegerichte opleiden zowel op school als in de beroepspraktijkvorming. Om ervaring te kunnen opdoen met competentiegericht opleiden en tegelijk zicht te krijgen op de herkenbaarheid en bruikbaarheid van de ontwikkelde kwalificatieprofielen is aan ROC s en betrokken leerbedrijven de mogelijkheid geboden om experimenten uit te voeren. Het Procesmanagement Herontwerp MBO (ingesteld door het Ministerie van OCW) stuurt zowel de uitvoering als de evaluatie van deze experimenten aan, tot aan de definitieve invoering per september In maart 2006 zijn de profielen voor de kwalificaties Zorghulp, Helpende Zorg en Welzijn, de Verzorgende en de Mbo-verpleegkundige door het ministerie OCW vastgesteld voor het experimenteerjaar Maar wat is nu de stand van zaken wat betreft de kwalificatieprofielen: is er, in vergelijking met het eindtermendocument Gekwalificeerd voor de toekomst inhoudelijk veel veranderd? Daarnaast: wat is de bedoeling van de experimenten met het competentiegericht opleiden? Op welke manier zijn sociale partners c.q. de leerbedrijven betrokken bij de ontwikkelingen? En welke leerpunten komen er voort uit de experimenten? 2. Competentiegerichte kwalificatieprofielen Zorghulp en Helpende, Na een geruime tijd van voorbereiden worden in 2005 de eerste competentiegerichte kwalificatieprofielen voor de Zorghulp en de Helpende door de OVDB opgeleverd en even later door de Minister vastgesteld. De kwalificatieprofielen Verzorgende en Verpleegkundige kunnen nog niet worden opgeleverd, daarvoor blijkt de voorbereidingstijd te kort. Uitgangspunt voor de nieuwe kwalificatieprofielen Zorghulp en Helpende ( ) zijn de beroepscompetentieprofielen, toen nog door de OVDB ontwikkeld. Omdat de beroepen Zorghulp en Helpende niet revolutionair veranderd zijn, verschilt de inhoud van de kwalificatieprofielen niet veel van Gekwalificeerd voor de toekomst, het eindtermendocument voor de Verpleging en verzorging. Wel is er, op verzoek van sociale partners, een aantal aspecten van het beroep Helpende meer benadrukt. Zo is er meer aandacht voor de ondersteunende/begeleidende/stimulerende werkzaamheden van de Helpende, voor de klantgerichtheid en de houdingsaspecten. De kwalificatie Helpende krijgt twee uitstroomdifferentiaties namelijk de Helpende Zorg en Helpende Welzijn. Vanaf september 2005 bestaat echter ook het kwalificatieprofiel Helpende Breed. Dit 3

2 Foto: Roel Pieper kwalificatieprofiel heeft de OVDB ontwikkeld samen met partners van het domein Sociaal Agogisch Werk. Het omvat zorg- en welzijnsaspecten en voedingstaken, vergelijkbaar met die van de Facilitair medewerker. Het bestaan van deze twee, gelijksoortige, kwalificatieprofielen maakt de toch al ingewikkelde ontwikkeling richting competentiegericht opleiden niet gemakkelijker. Zowel sociale partners als BVE bepleiten de ontwikkeling van één kwalificatieprofiel Helpende, voor zorg én welzijn. Voor het schooljaar is inderdaad een gezamenlijk kwalificatieprofiel Helpende ontwikkeld. ROC s hebben bij het Procesmanagement Herontwerp MBO, voor het schooljaar , experimenten aangevraagd voor de uitvoering van onderwijs voor zowel de kwalificatieprofielen Helpende (V&V) en Helpende Breed (SAW). 4. Kwalificatieprofielen In maart 2006 heeft de OVDB de verbeterde versie van de kwalificatieprofielen Zorghulp en Helpende opgeleverd. Daarnaast ontwikkelde ze een eerste versie van de kwalificatieprofielen voor de Verzorgende en de mboverpleegkundige. Aan de basis hiervan liggen de beroepscompetentieprofielen die NIZW, in opdracht van de sociale partners, ontwikkeld heeft. Kwalificatieprofielen Zorghulp en Helpende Het vernieuwde kwalificatieprofiel van de Zorghulp verschilt weinig van de versie van Voor de kwalificatie Helpende echter heeft de OVDB, zoals eerder vermeld, één gezamenlijk kwalificatieprofiel gerealiseerd: Helpende Zorg en Welzijn. Dit breed opgezette kwalificatieprofiel bestaat uit kerntaken en beroepscompetenties op het gebied van zowel de verzorging als de ondersteuning en begeleiding van cliënten. Verschil met het kwalificatieprofiel Helpende (V&V) is dat er geen uitstroomdifferentiaties zijn geformuleerd en dat de voedingstaken een minder omvangrijk onderdeel uitmaken van de te leren kerntaken en beroepscompetenties. De Helpende V&V is, als de evaluatie van het experiment met de Helpende Zorg en Welzijn positief is, op den duur niet meer van toepassing. Kerntaken Zorghulp 1. Biedt ondersteuning bij wonen en huishouden 2. Biedt ondersteuning bij dagelijkse bezigheden Kerntaken Helpende Zorg en Welzijn 1. Biedt ondersteuning bij persoonlijke zorg/adl 2. Verricht huishoudelijke werkzaamheden 3. Biedt ondersteuning bij het uitvoeren van activiteiten 4. Biedt ondersteuning bij eenvoudige praktische en emotionele problemen 4

3 Kwalificatieprofielen Verzorgende en mbo-verpleegkundige De kwalificatieprofielen voor de Verzorgende en de mbo-verpleegkundige hebben dezelfde opbouw en bestaan uit dezelfde elementen als die van de Zorghulp en de Helpende Zorg en Welzijn. Belangrijk verschil is dat de kwalificatieprofielen Verzorgende en mbo-verpleegkundige wel een aantal uitstroomdifferentiaties kennen. Deze komen overeen met de branches van de verpleging en verzorging zoals bijvoorbeeld de Gehandicaptenzorg en de Geestelijke Gezondheidszorg. Om een indruk te geven van inhoud en omvang van deze kwalificatieprofielen, wordt hieronder per kwalificatieprofiel een overzicht gegeven van kenmerken, kerntaken en uitstroomdifferentiaties. Verzorgende Het nieuwe kwalificatieprofiel Verzorgende heeft de volgende kenmerken: 1. Er bestaat een kerndeel waarbinnen 7 kerntaken (zie kader), 11 kernopgaven en 24 beroepscompetenties zijn geformuleerd ten behoeve van de verzorging van verschillende categorieën zorgvragers, uit te voeren in verschillende zorgcontexten. 2. Er zijn vier uitstroomdifferentiaties geformuleerd, waarbij er geen aparte uitstroom verplegende elementen zoals in Gekwalificeerd voor de toekomst is onderscheiden (zie kader). 3. Alle leerling-verzorgenden leren in het kerndeel 9 verplegende handelingen uit te voeren (waaronder één voorbehouden handeling). Daarnaast leren zij in de uitstroomdifferentiatie nog een viertal verplegende handelingen te verrichten die direct betrekking hebben op de zorgvragers en de -context van deze differentiatie (bijvoorbeeld cliënten in een wooneenheid binnen de gehandicaptenzorg). Hiervoor kunnen zij een keuze maken uit een vastgestelde lijst van 11 verplegende elementen. Leerlingen die de Kraamzorg kiezen als uitstroomdifferentiatie leren geen extra verplegende handelingen. 4. Alle leerlingen die het diploma behaald hebben, krijgen de beschermde opleidingstitel Verzorgende Individuele Gezondheidszorg, behalve die verzorgenden die de uitstroomdifferentiatie Kraamzorg hebben gevolgd. Dit is door het ministerie van VWS in juni 2006 vastgesteld. 5. In het nieuwe kwalificatieprofiel Verzorgende wordt in vergelijking met Gekwalificeerd voor de toekomst meer aandacht besteed aan begeleidende, ondersteunende en stimulerende elementen in de zorg voor zorgvragers. Ook wordt de klantgerichtheid scherper aangezet (aandacht voor de wensen, maar ook de mogelijkheden en de achtergrond van de zorgvrager). Tenslotte wordt de professionaliteit (een deskundige beroepshouding, stellen van grenzen in de zorgverlening, aandacht voor de kwaliteit van de zorg etc.) sterker benadrukt. 6. In het kwalificatieprofiel (in het zg. Verantwoordingsdocument ) wordt slechts een advies gegeven voor de nominale opleidingsduur, dat wil zeggen voor het aantal jaren dat een gemiddelde leerling nodig heeft voor het behalen van het diploma (de nominale studieduur van de opleiding tot Verzorgende is bijvoorbeeld 3 jaar). De studiebelastingsuren (sbu s) worden niet meer genoemd. Ook wordt niet meer aangegeven hoe groot het percentage moet zijn van het binnenschoolse onderwijs respectievelijk de beroepspraktijkvorming buitenschools. ROC s kunnen hierover, binnen het kader van de WEB, afspraken maken met leerbedrijven in de regio. Het onderscheid tussen de beroepsopleidende leerweg en de beroepsbegeleidende leerweg blijft voorlopig bestaan, hoewel in het competentiegerichte opleiden het verschil tussen deze leerwegen steeds kleiner wordt. Kerntaken Verzorgende 1. Biedt ondersteuning bij de persoonlijke basiszorg 2. Biedt ondersteuning bij het wonen en huishouden 3. Biedt ondersteunende begeleiding 4. Geeft voorlichting, advies en instructie 5. Verricht verpleegtechnische handelingen 6. Stemt zorg af en werkt samen 7. Draagt bij aan de organisatie van de zorg, het beheer en het verbeteren van de kwaliteit van de zorgverlening Uitstroomdifferentiaties Verzorgende 1. Verpleeg- en verzorgingshuiszorg en thuiszorg 2. Gehandicaptenzorg 3. Geestelijke gezondheidszorg 4. Kraamzorg Mbo-Verpleegkundige Het kwalificatieprofiel mbo-verpleegkundige heeft de volgende kenmerken: 1. Er bestaat een kerndeel waarbinnen 7 kerntaken (zie kader), 10 kernopgaven en 26 beroepscompetenties zijn geformuleerd ten behoeve van de verpleging en de verzorging van verschillende categorieen zorgvragers, uit te voeren in verschillende zorgcontexten. 2. Er zijn vier uitstroomdifferentiaties geformuleerd (zie kader). 3. Leerlingen die de opleiding tot mbo-verpleegkundige behalen, worden opgenomen in het register van de Wet BIG. Over mogelijke knelpunten die ontstaan door veranderingen in het kwalificatieprofiel in relatie tot de Wet BIG en de toekomstige Europese richtlijnen m.b.t. het verpleegkundige beroep, wordt het Ministerie van VWS geraadpleegd. Zo zijn in het nieuwe kwalificatieprofiel niet de in de Wet BIG vastgestelde uren voor theorie- en BPVonderwijs opgenomen. Daarnaast zijn ook de vakken die de Wet BIG als opleidingeis opvoert niet meer overgenomen in het kwalificatieprofiel. Beide elementen zijn niet compatibel met het concept van competentiegericht onderwijs; toch moet een oplossing worden gezocht voor deze discrepantie tussen wet en onderwijsuitvoering. Het Ministerie van VWS zal naar verwachting voor 1 september 2006 haar standpunt laten weten. 4. Het kwalificatieprofiel mbo-verpleegkun- 5

4 dige brengt in de naamgeving maar ook in de inhoud van de kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties het niveau van de beroepsuitoefening (niveau 4 ten opzichte van niveau 5) duidelijker tot uitdrukking. Overigens zal de OVDB overleg initiëren met de Hbo-raad om tot een duidelijke afstemming te komen van de mbo- en de hbo-verpleegkundigen. 5. In het nieuwe kwalificatieprofiel mbo-verpleegkundige wordt in vergelijking met Gekwalificeerd voor de toekomst meer aandacht besteed aan begeleidende, ondersteunende en stimulerende elementen in de verpleging en verzorging van zorgvragers. Ook worden de klantgerichte houding en de coördinerende taken van de verpleegkundige sterker benadrukt. 6. Zie bij Verzorgende. 3. Experimenteren met competentiegericht opleiden en de kwalificatieprofielen De invoering van het competentiegericht opleiden op basis van de kwalificatieprofielen in het hele mbo is een uitgebreid en complex traject. Enerzijds hebben KBB s tijd nodig om, in samenwerking met sociale partners en BVE kwalificatieprofielen te ontwikkelen. Deze dienen te voldoen aan tal van criteria (bijvoorbeeld herkenbaarheid voor het werkveld, bruikbaarheid in het onderwijs, onderlinge transparantie met het oog op gemakkelijke doorstroming van leerlingen etc.). Anderzijds worden ROC s en opleiders in het werkveld gevraagd om, op basis van de nieuw ontwikkelde kwalificatieprofielen, een slag te maken naar een nieuwe manier van opleiden, waarin het leren/werken van de leerling in de beroepspraktijk uitgangspunt vormt van het onderwijs. Een groot aantal ROC s is daarop in de afgelopen jaren gestart met het ontwikkelen van een visie op competentiegericht opleiden en leren, realiseren van samenwerking met de opleiders in de beroepspraktijkvorming (BPV), werken aan de benodigde deskundigheid en het vertalen van de kwalificatieprofielen naar competentiegerichte opleidingsprogramma s. Vanzelfsprekend dienen zowel de competentiegerichte onderwijsprogramma s als de nieuwe kwalificatieprofielen geëvalueerd te worden. Deze cyclus van ontwikkeling, uitvoering, evaluatie en bijstelling vindt jaarlijks plaats tot aan de definitieve invoering van het competentiegerichte onderwijs per september Kerntaken mbo-verpleegkundige 1. Biedt ondersteuning bij de persoonlijke basiszorg 2. Biedt begeleiding op psycho-somatisch en sociaal gebied 3. Verricht verpleegtechnische handelingen 4. Past preventie toe en geeft voorlichting, advies en instructie 5. Coördineert en organiseert de zorgverlening 6. Draagt bij aan de organisatie en het beheer van de werkeenheid 7. Draagt bij aan het bevorderen van de kwaliteit van de zorgverlening Uitstroomdifferentiaties mbo-verpleegkundige 1. Ziekenhuiszorg 2. Verpleeg- en verzorgingshuiszorg en thuiszorg 3. Gehandicaptenzorg 4. Geestelijke gezondheidszorg Om deze cyclus goed te laten verlopen, heeft het Procesmanagement Herontwerp MBO jaarlijkse experimenten mogelijk gemaakt. ROC s kunnen zich inschrijven voor deelname aan experimenten rond een (of meerdere) kwalificatieprofiel(en). Voor uitvoerige informatie over de experimenten verwijzen we naar de website van het Procesmanagement Herontwerp MBO: De eerste experimenten (de zogenaamde proeftuinen ) zijn uitgevoerd in het schooljaar , onder andere rond het kwalificatieprofiel Arbeidsmarkt Kwalificerende Assistent (AKA). CINOP verrichtte het evaluatie-onderzoek wat resulteerde in de publicatie Een dag zonder leren, is een verloren dag ( s Hertogenbosch, september 2005). Experimenten In het schooljaar hebben, binnen de sector verpleging en verzorging, 13 ROC s zich officieel aangemeld voor de experimenten met de kwalificatieprofielen Zorghulp en Helpende. Hiervan hebben 6 scholen daadwerkelijk experimenten uitgevoerd. Tijdens de experimenteerperiode hebben zij aandacht besteed aan (een van) de volgende thema s: Inrichting en programmering van onderwijsprocessen Beroepspraktijkvorming en regionale samenwerking Doorlopende leerlijnen vmbo-mbo-hbo Toetsing en examinering Kwaliteitszorg en externe verantwoording Ter ondersteuning van de ROC s die binnen de Zorg, Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, experimenten uitvoeren, heeft het Procesmanagement Herontwerp MBO een zestal intervisie-bijeenkomsten, zogenaamde clusterbijeenkomsten, georganiseerd. De eerder genoemde thema s worden hier gezamenlijk verder uitgewerkt, waarbij de vertegenwoordigers van ROC s hun eigen producten kunnen presenteren. Daarnaast worden deskundigen uitgenodigd om hun licht te laten schijnen over één van de thema s. Zo gaf bijvoorbeeld KCE (Kenniscentrum Examinering) informatie over het thema toetsing en examinering in het kader van competentiegericht opleiden; JOB (Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs), vertelde over de ervaringen van leerlingen met competentiegericht opleiden en leren etc. Op de laatste clusterbijeenkomst presenteren de ROC s de producten en instrumenten die zij in dit experimenteerjaar hebben ontwikkeld 6

5 Foto: Roel Pieper aan de andere deelnemende ROC s. Producten die de ROC s hebben opgeleverd zijn onder meer: een model voor een competentiegericht portfolio of voor POP s (Persoonlijk Ontwikkelings Plan), praktijkopdrachten, het Onderwijs- en Examenreglement (OER) en trainingen m.b.t. competentiegericht opleiden voor collega-docenten of praktijkopleiders/werkbegeleiders. De ondersteuning aan de leerbedrijven die betrokken zijn bij de experimenten is langzamerhand ook van de grond gekomen. Consulenten van de OVDB bieden ondersteuning bij de veranderingen die het competentiegerichte opleiden met zich meebrengt voor praktijkopleiders en werkbegeleiders in de leerbedrijven. Steeds vaker nemen ook ROC s de taak op zich om structureel overleg op te bouwen met leerbedrijven, gericht op nadere invulling van het competentiegerichte opleidingsprogramma door het werkveld of in verband met beoordeling en toetsing. Bovendien nemen ROC s soms de deskundigheidsbevordering ter hand van praktijkopleiders/werkbegeleiders m.b.t. competentiegericht opleiden. Evaluatie van de experimenten in relatie tot competentiegericht opleiden In de maanden mei, juni en juli 2006 hebben het CINOP en de OVDB ieder een (op elkaar afgestemd) evaluatie-onderzoek uitgevoerd bij ROC s en leerbedrijven die hebben deelgenomen aan de experimenten. Doel van de evaluatie is enerzijds het weergeven van de voortgang en de inhoudelijke resultaten van de experimenten met competentiegericht opleiden (CINOP). Anderzijds gaat het om het verzamelen van gegevens die van belang zijn voor het verbeteren van de kwalificatieprofielen en de ondersteuning bij het vormgeven van competentiegericht opleiden (OVDB). Hoewel nog geen definitieve gegevens bekend zijn, blijkt uit de clusterbijeenkomsten dat in de huidige experimenten veelal dezelfde kwesties een rol spelen (dan wel een belemmering vormen) als in de proeftuinen het geval was. Voorlopige resultaten van de bevraging van praktijkopleiders in de leerbedrijven wijst erop dat kennis en inzicht in het werkveld landelijk nog niet in dezelfde mate aanwezig zijn. In het algemeen zijn opleidingscoördinatoren/docenten (verder te noemen docenten ) van de ROC s enthousiast over het concept en over de praktijk van het competentiegericht opleiden, hoewel nog vele haken en ogen worden gezien. In eerste instantie lijken leerlingen het competentiegericht opleiden en de individuele leerroutes te waarderen en lijken zij meer gemotiveerd te zijn voor de opleiding. Ook worden de flexibiliteit in het onderwijsprogramma en de nauwere samenwerking met de zorginstellingen als belangrijke winstpunten ervaren; sommige docenten noemen het een verademing ten opzichte van het eindtermenonderwijs en de leerstofgerichte aanpak. Maar natuurlijk leidt de realisatie van juist deze aspecten van competentiegericht opleiden ook tot grote discussies en problemen. Want hoe flexibel kan een onderwijsprogramma worden, gezien de organisatie en het beleid van een ROC? Hoe kan een individuele leerroute van leerlingen worden vormgegeven; wat zijn de grenzen van vraaggestuurd opleiden? In de huidige experimenten lijkt, net als in de proeftuinen, een succesvolle implementatie van competentiegericht opleiden binnen het ROC onder meer afhankelijk te zijn van de mogelijkheden om binnen de school alle docenten in hetzelfde tempo dezelfde kant op te krijgen. In het algemeen blijkt het van belang te zijn dat het management van de school, in haar beleid en interne organisatie, de uitvoering van competentiegericht opleiden goed faciliteert, bijvoorbeeld middels goede informatievoorziening en zonodig deskundigheids-

6 bevordering. Juist deze aspecten zijn, zoals we weten uit de praktijk en literatuur van innovatie-processen, vaak de moeilijkste bij het invoeren van nieuwe initiatieven. Het competentiegericht opleiden en leren veronderstelt en nauwere samenwerking van het ROC met zorginstellingen in de regio. Toch blijkt het vaak lastig om deze samenwerking en ondersteuning vorm te geven. ROC s ervaren de verschillende posities die de school en praktijkinstellingen innemen ten opzichte van het opleiden van leerlingen als belemmerend: voor het ROC is opleiden core-business, voor praktijkinstellingen is dat het primaire proces van de zorgverlening. De voorsprong die het ROC veelal heeft wat betreft het competentiegericht opleiden lijkt tevens tot uitdrukking te komen in de grotere deskundigheid van docenten ten opzichte van die van praktijkopleiders/werkbegeleiders. Veelal is voor de laatstgenoemden een inhaalslag nodig om gezamenlijk verder te kunnen. Ook hebben ROC en praktijkinstellingen soms verschillende wensen m.b.t. afstemmen van BPV-periodes en -organisatie. In alle gevallen kost afstemming en samenwerking tussen ROC en praktijkinstellingen dus veel tijd en energie. Tenslotte is een voortdurend onderwerp van zorg de ontwikkeling van de gezamenlijk te gebruiken instrumenten voor beoordeling en toetsing. Veel ROC s zijn bezig met het ontwikkelen dan wel inkopen van goede competentiegerichte portfolio s en proeven van bekwaamheid. Discussiepunten daarbij vormen het toetsen van theorie/kennis en de eenheid van toetsing, dat wil zeggen: toetst men de kerntaak of onderdelen daarvan? Evaluatie van de experimenten in relatie tot de kwalificatieprofielen De OVDB is in juni 2006 gestart met de evaluatie van het gebruik van de kwalificatieprofielen bij het competentiegericht opleiden door ROC s en betrokken leerbedrijven. Voorlopige resultaten laten zien dat de meeste leerbedrijven nog niet goed op de hoogte zijn van de in s en outs van het competentiegerichte opleiden en de kwalificatieprofielen. Zo weten veel praktijkopleiders in leerbedrijven niet dat hun instelling deelneemt aan een experiment; vaak hebben praktijkopleiders nog geen kennis genomen van de kwalificatieprofielen. Leerbedrijven die wel betrokken zijn bij de experimenten zijn over het algemeen enthousiast over het concept van competentiegericht opleiden, maar vinden de kwalificatieprofielen te omvangrijk en te gecompliceerd om ze goed te kunnen hanteren. Kortom Evaluatie van de dit jaar uitgevoerde experimenten is van belang geweest. De uiteindelijke resultaten zullen naar verwachting verbeterpunten opleveren voor uitvoering van het competentiegerichte onderwijs en de verdere ontwikkeling van de kwalificatieprofielen in het experimenteerjaar Aandachtspunten voor de komende clusterbijeenkomsten zullen op basis van deze evaluatie worden opgesteld. Informatie en producten Informatie over de kwalificatieprofielen Zorghulp en Helpende voor en de kwalificatieprofielen voor alle kwalificaties in de verpleging en verzorging zijn te vinden op de website van de OVDB. Ook staat er per kwalificatie een kort overzicht van de kerntaken en competenties. Voor een goede implementatie van de competentiegerichte kwalificatiestructuur is de OVDB bezig met het ontwikkelen van verschillende ondersteunende producten en diensten. Daarnaast wordt gewerkt aan: verkorte en beter toegankelijke versies van de kwalificatieprofielen, bijvoorbeeld Kwalificatieprofiel Verzorgende in het kort vergelijkingen tussen eindtermendocumenten en kwalificatieprofielen vergelijkingen tussen de kwalificatieprofielen V&V en SAW een handreiking m.b.t. beoordeling en toetsing binnen het competentiegerichte leren een herzien leerplaatsprofiel en erkenningenregeling Deze producten kunnen vanaf half september 2006 besteld worden bij de OVDB of worden gedownload van de website. Experimenten Voor de experimenten met de kwalificaties 1 t/m 4 van de Verpleging en verzorging hebben zich veel scholen bij het Procesmanagement aangemeld. Landelijk zullen voor V&V de volgende experimenten worden uitgevoerd: Zorghulp 19 Helpende Zorg en Welzijn 29 Verzorgende 20 Mbo-verpleegkundige 19 Van september 2006 tot september 2007 zullen er weer clusterbijeenkomsten georganiseerd worden voor opleidingscoördinatoren/docenten van de ROC s die deelnemen aan een experiment. De regie ligt in handen van de bedrijfstakgroep Gezondheid, Dienstverlening en Welzijn (BTG GDW) van de BVE-raad, het Procesmanagement Herontwerp MBO en de OVDB. Literatuur 1. Gekwalificeerd voor de toekomst (Commissie Kwalificatiestructuur, Rijswijk/ Zoetermeer, juni 1996) 2. Een dag zonder leren, is een verloren dag, Onderzoek Proeftuinen (CINOP, s Hertogenbosch, 2005) 3. Competentiegericht leren vormgeven, zo kun je dat doen (CINOP, s Hertogenbosch, 2004) 4. Kwalificatieprofielen Verpleging en Verzorging (OVDB, Bunnik. 2005): zie website klik Competentiegerichte kwalificatiestructuur * Annelies Bannink is onderwijskundig medewerker bij de OVDB 8