BACHELORPROEF. Hoe erfgoed uit Herne integreren in de klaspraktijk? Promotor: Alain Vermeire en Karen Van Buggenhout

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BACHELORPROEF. Hoe erfgoed uit Herne integreren in de klaspraktijk? Promotor: Alain Vermeire en Karen Van Buggenhout"

Transcriptie

1 BACHELORPROEF C A M P U S D I R K M A R T E N S K W A L E S T R A A T A A L S T T EL: Onderwijsgroep Professionele Opleidingen Studiegebied Onderwijs Academiejaar Erfgoed in Herne Hoe erfgoed uit Herne integreren in de klaspraktijk? Bachelorproef aangeboden door Rani Van Eeckhoudt tot het behalen van de graad van Bachelor in Onderwijs: Lager Onderwijs Promotor: Alain Vermeire en Karen Van Buggenhout Hogeschool-Universiteit Brussel, Warmoesberg 26, 1000 Brussel Tel: , Fax , KAHO Sint-Lieven, Gebroeders De Smetstraat 1, 9000 Gent Tel , Fax ,

2 Voorwoord Erfgoed wordt bij vele volwassenen en kinderen gezien als een ver-van-mijn-bed-show, terwijl het eigenlijk een begrip is waar we dagelijks, al dan niet onbewust, mee te maken hebben. Ik vind dat er concreet gezien te weinig rond erfgoed wordt gewerkt in de klaspraktijk. De kinderen zijn er vaak wel mee bezig, maar dit zonder dat ze het beseffen. Ze hebben er dus ook helemaal geen idee van wat erfgoed nu juist is. Dit eindwerk schrijven had ik niet gekund zonder de informatie en de tips die ik kreeg van mijn promotor Alain Vermeire, hiervoor wil ik hem dan ook uitvoerig bedanken. Ook de Erfgoedcel van het Pajottenland en Zennevallei, meer bepaald Karen Van Buggenhout bezorgde me ook heel wat tips en educatief materiaal. Aangezien deze Bachelorproef vooral in het teken staat van het erfgoed in Herne ging ik ook langs op de dienst cultuur in het Gemeentehuis van Herne. Hierbij wil ik graag Sarah Copriau bedanken voor het zeer aangename ontvangst en het leerrijke gesprek. Zij bezorgde me ook heel wat materiaal en feiten rond het erfgoed in Herne. Daarnaast wil ik ook graag Silke Van Vreckem bedanken. Als studente journalistiek heeft zij met veel plezier mijn bachelorproef nagelezen. 2

3 Inhoudstabel 1. Inleiding Werkwijze Onderzoeksvraag Opbouw Werkwijze Brainstorm Theoretisch luikje Wat is erfgoed Verschillende soorten erfgoed Materieel erfgoed Roerend erfgoed Onroerend erfgoed Immaterieel erfgoed Wat met cultureel erfgoed UNESCO Erfgoed in Herne Situering Beschrijving Sint-Petrus en Pauluskerk Watermolens Kartuizerklooster Dominicanessenklooster Onroerend erfgoed Erfgoeddag

4 4 In de klaspraktijk Instaples erfgoed Erfgoed van bij ons Kerken en zijn objecten Onze molens Het Kartuizerklooster Sport Kaatsen Excursie doorheen Herne Extra Erfgoeddag op school Besluit Bijlagen Instaples erfgoed Erfgoed van bij ons Kerken en zijn objecten Onze molens Sport Kaatsen Werkbundel Literatuurlijst Handboeken / Brochures / Boeken / Tijdschriften Educaties Websites Foto s

5 1. Inleiding Dit eindwerk gaat over erfgoed. Ik koos voor dit onderwerp, omdat ik doorheen mijn drie jaar studeren nooit met erfgoed in contact kwam op stageplaatsen. Ondanks het feit dat erfgoed momenteel erg in is en dat het wel degelijk in het leerplan wordt vermeld viel het me toch op dat leerkrachten weinig bezig zijn met erfgoed in de klas. Nochtans biedt het ontelbaar veel mogelijkheden om de kinderen warm te maken om aan wereldoriëntatie te doen! Het is ook een middel om de leerlingen in contact te brengen met hun eigen letterlijke leefomgeving, meer bepaald het dorp waarin ze wonen. Ik heb ervoor gekozen om me toe te spitsen op het erfgoed van Herne. Herne is een idyllisch dorpje in het Pajottenland in Vlaams-Brabant. Het dorp is eigenlijk helemaal niet zo groot. Het bestaat uit vier dorpskernen, waarvan de hoofdgemeente Herne zelf en de drie deelgemeentes Herfelingen, Sint-Pieter-Kapelle en Kokejane. Ondanks de geringe omvang van het dorp bevat het een knap staaltje erfgoed, zowel immaterieel als materieel. 5

6 2. Werkwijze Bij het uitwerken van een eindwerk ga je eerst op zoek naar de onderzoeksvraag die je wilt behandelen. Nadien kan je meteen aan de slag met het verzamelen van informatie en het uitschrijven van je werk. 2.1 Onderzoeksvraag De onderzoeksvraag die gekoppeld is aan dit eindwerk is volledig praktijkgericht. In de drie jaar dat ik stage liep in verschillende scholen is me nooit opgevallen dat leerkrachten echt bezig zijn met erfgoed. Niet algemeen, maar ook niet met het erfgoed in hun eigen omgeving. Daarom wordt er een volledig praktisch deel uitgewerkt om te gebruiken in de klas. Hoe erfgoed uit Herne integreren in de klaspraktijk? is de vraag die wordt behandeld. 2.2 Opbouw Deze bachelorproef bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. Binnen het stukje theorie wordt alles in verband met erfgoed uitgelegd. Je vindt hier wat het verschil is tussen immaterieel erfgoed en materieel erfgoed, maar je komt ook te weten wat een erfgoeddag allemaal inhoudt. Heel belangrijk in mijn bachelorproef is ook het praktisch deel. Dit stuk bevat verschillende lesvoorbereidingen die helemaal klaar zijn om meteen te kunnen gebruiken in de klas. De eerste en de tweede les zijn eerder algemeen en vertellen wat erfgoed precies is. In de derde les wordt er meer gericht gekeken naar het erfgoed in Herne en wordt de kerk in kaart gebracht. De vierde les gaat algemeen over molens en nadien wordt toegespitst op de Boesmolen van Herne. De vijfde les gaat over het Kartuizerklooster en in de zesde les gaan de leerlingen de kaatssport uitoefenen. De lessenreeks wordt afgesloten met een excursie doorheen Herne voor de leerlingen uit de derde graad. Achter het theoretisch en praktisch gedeelte vind je nog een aantal korte tips die je kan gebruiken om na de excursie een erfgoeddag op school te organiseren. Deze dag zou hoofdzakelijk worden geleid door de leerlingen van de derde graad, maar is bedoeld om de jongere kinderen wat informatie over te brengen over hun dorp.

7 2.3 Werkwijze Mijn eerste taak was zoveel mogelijk informatie verzamelen. Hiervoor ging ik op zoek in brochures van Herne, boeken in de bibliotheek, de erfgoedtrolley en het internet, maar ik had ook verschillende gesprekken met externe personen. Zo ontmoette ik de verantwoordelijke voor de dienst cultuur, op het gemeentehuis van Herne. Ik had een lang gesprek met Sarah Copriau. Zij vertelde me alles wat ik moest weten over de mooiste plekjes in Herne en het belangrijkste erfgoed. Mijn promotor en ik trokken ook verschillende keren samen naar de Erfgoedcel PajottenlandZennevallei, te Dilbeek. Op 28 december had ik een afspraak met Sarah Copriau, in het gemeentehuis van Herne. Ze was zeer enthousiast om me te ontvangen en vond het geweldig dat ik interesse had in het erfgoed van Herne. Ik werd met open armen ontvangen en ze vertelde uitvoerig. Ik nam het hele gesprek op met een dictafoontje en schreef alles uitgebreid uit onder het stukje Erfgoed in Herne. De informatie die ik verkreeg via Sarah werd verder aangevuld met allerlei verschillende schriftelijke bronnen zoals brochures. Een waaier aan erfgoeduitstappen met de klas in de regio Pajottenland&Zennevallei, Doorgelicht, Wandelgebied Pajottenland Herne en ook het boek Kleine kroniek van het groene kwadrant kwamen goed van pas! Het uitwerken van het praktisch gedeelte vond ik niet gemakkelijk. Ik koos ervoor om eerst een brainstorm te maken, om zo tot vernieuwende ideeën te komen. Ik raadpleegde ook verschillende educatieve websites. De boekentrolley uit de bibliotheek van Gooik, de lesbrief van Villa Futura en de bundel van de erfgoedkrak waren goede hulpmiddelen. 7

8 2.4 Brainstorm Roerend erfgoed Voorstellen van ons erfgoed Cultureel erfgoed Wat is erfgoed? Op ontdekking in ons dorp! Oorlogsgetuigenissen Immaterieel erfgoed Onroerend erfgoed Koffer met oude spullen UNESCO BRAINSTORM ERFGOED Draaiboek? Erfgoededucatie Erfgoeddag Gebouwen Herne Monumenten namaken Kartuizerklooster Oude sporten Dialecten De Kruisweg, Meunier Drievuldigheidsprocessie Dominicanessenklooster Speelgoed, vroeger en nu In de toekomst Maak een klaskrant, erfgoed in ons dorp Waltrudismolen 8

9 3. Theoretisch luikje In het kader van mijn bachelorproef is het belangrijk om niet alleen erfgoed te verwerken in de praktijk, maar ook even stil te staan bij wat erfgoed nu net inhoudt en welke soorten erfgoed er allemaal bestaan. Binnen dit theoretisch luikje vind je heel wat informatie terug, verzameld vanuit verschillende bronnen. Ik raadpleegde hoofdzakelijk de websites van de erfgoedcellen, de website van Faronet en onroerenderfgoed. Het schriftje School- en klaspraktijk en de informatiebrochure Erfgoededucatie in het Vlaamse Onderwijs dat werd uitgegeven door de Vlaamse overheid bevatte ook heel wat nuttige informatie. 3.1 Wat is erfgoed? Erfgoed is een veelbesproken woord in de volksmond, maar weet iedereen wel welke betekenis erachter schuilt? Kunnen we een eenduidend antwoord geven op de vraag Wat is erfgoed?? De Erfgoedcellen en de website van ErfgoedKids definiëren erfgoed als iets cultureel, materieel of immaterieel uit het verleden, gebonden aan een bepaalde streek of cultuur en wordt aanzien als iets belangrijks dat daarom vandaag de dag wordt bewaard, gekoesterd en bestudeerd. Het zijn waardevolle zaken die van generatie op generatie worden overgedragen. In de lesbrief over en voor erfgoedschatten die ik heb aangevraagd bij LECA vzw vind je een wat beknoptere, maar wel bruikbare omschrijving van wat erfgoed is: Sporen uit het verleden die een samenleving de moeite van het bewaren waard vindt. De reden waarom je iets de moeite waard vindt om te bewaren kan voor iedereen verschillen. De ene wilt iets bewaren omdat het erg mooi is, de andere wilt het bewaren omdat het een grote emotionele of financiële waarde heeft. Ook omdat iets heel oud is of omdat het zeldzaam is kan een reden zijn. Vanuit deze laatste definitie kan je zeker starten met het aanbrengen van erfgoed in de lessen, maar hieruit weet je natuurlijk niet welke soorten erfgoed er allemaal bestaan. Daarom licht ik er enkele hieronder even toe. 9

10 3.2 Verschillende soorten erfgoed Zoals je kan lezen in de definitie van de erfgoedcellen behoort er heel wat tot het begrip erfgoed. Gebouwen, monumenten, archeologische vondsten, kunstwerken, historische voorwerpen, foto s, verhalen, tradities, dialecten en nog heel wat meer kunnen allemaal aanzien worden als erfgoed. Om een hier wat duidelijkere kijk op te krijgen heeft men erfgoed onderverdeeld in verschillende soorten. Zo staat geschreven in de scriptie van Bourgeois R. (2010) dat erfgoed wordt ingedeeld in twee grote groepen. Enerzijds heb je het materieel erfgoed met hieronder het roerend en onroerend erfgoed, anderzijds heb je het immaterieel erfgoed. Tastbaar of materieel erfgoed Verplaatsbaar of roerend Voorbeelden: - Schilderij - Beelden - Juwelen - Relikwieën - Munten - Zegels - Meubels - Tapijten - Boeken - Foto s - Films - Muziekinstrumenten - Literatuur - Documenten - Niet-verplaatsbaar of onroerend Voorbeelden: - Historische sites - Historische steden - Monumenten - Molens - Landschappen - Kanalen - (Cultuurbeleid, AFL. 16, oktober 2007, 95, school en samenleving) Niet-tastbaar of immaterieel erfgoed Voorbeelden: - Ambachten - Technieken - Rituelen - Verhalen - Gebruiken - Recepten - Feesten - Talen - Overtuigingen - Liederen - Podiumkunsten - Sporten - Spelen - 10

11 3.2.1 Materieel erfgoed Het materieel erfgoed is één van twee grote pijlers binnen het begrip erfgoed. Materieel erfgoed omvat al het tastbare. Dit kan gaan over zowel roerend als onroerend erfgoed en daarom maak ik hieronder ook nog even deze indeling: Roerend erfgoed Wikipedia (2013) schrijft dat men met roerend erfgoed het erfgoed bedoelt dat letterlijk verplaatsbaar is, in tegenstelling tot onroerend erfgoed. Dit kunnen bijvoorbeeld oude schilderijen zijn, munten van vroeger, unieke muziekinstrumenten, Onroerend erfgoed Onroerend erfgoed is zowel bouwkundig, archeologisch, landschappelijk, heraldisch als maritiem erfgoed Immaterieel erfgoed De erfgoedcel omschrijft immaterieel erfgoed als ontastbare dingen. Immaterieel erfgoed omvat verteltradities en andere uitingen van taal zoals dialecten, volksverhalen, rituelen, festivals. 11

12 3.3 Wat met cultureel erfgoed? Cultureel erfgoed wordt apart behandeld, omdat dit enkel gaat over roerend en immaterieel erfgoed, dat wordt geregeld door de Vlaamse Gemeenschap. Het onroerend-erfgoedbeleid en dus het beleid naar monumenten en dergelijke wordt geregeld op gewestelijk niveau. Dit is ook de reden waarom er zowel een Erfgoeddag als een Openmonumentendag wordt georganiseerd. Binnen de onderzoeksuitwerking van S. Van der Auwera en A. Schramme Erfgoededucatie in het Vlaamse Onderwijs wordt het Vlaamse Erfgoeddecreet aangehaald om het begrip cultureel erfgoed te omschrijven. Zo wordt het begrip in het Vlaamse Erfgoeddecreet (Vlaamse Regering, 7 mei 2004) omschreven als: Onder cultureel erfgoed wordt de brede waaier van het roerend en immaterieel erfgoed verstaan: - Het roerend erfgoed omvat de historische objecten, informatie of andere dynamische of beweeglijke culturele bronnen die mogelijkheden inhouden van gemeenschappelijke betekenissen, bijvoorbeeld binnen en industrieeltechnisch, archeologisch, artistiek, wetenschappelijk, (cultuur)historisch of antropologisch referentiekader. - Het immaterieel erfgoed en de immateriële aspecten van het cultureel erfgoed omvatten de beeldvorming via historische beschrijvingen of andere dynamische of beweeglijke bronnen die mogelijkheden inhouden van gemeenschappelijke betekenissen, bijvoorbeeld allerhande verhalen, geschiedenissen, sporen, verbanden en kleine(re) en grote(re) referentiekaders. In het tijdschrift School- en klaspraktijk werd cultureel erfgoed als volgt omschreven door Ann Callens: Cultureel erfgoed is: - Datgene wat (groepen) mensen op een bepaald moment en op een bepaalde plaats waardevol vinden - Om te bewaren en te beschermen - En vandaag respectvol te integreren in een samenleving - Om aan de volgende generaties door te geven. Ook belangrijk om te vermelden is het feit dat cultuur dynamisch is, steeds in beweging. Zo schreef Joke Schauvliege de visienota Een beleid voor immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen (2010), waarin zij het volgende vermelde: Gebruiken, gewoontes en overtuigingen veranderen in confrontatie met andere gebeurtenissen, zijn aangepast aan de omgeving (onder andere de sociale, ruimtelijke en natuurlijk omgeving) waarin de mens zich bevindt, door contact met andere culturen en veranderingen in de maatschappij of in de samenleving, door een veranderende bevolkingssamenstelling, door nieuwe kennis Daarom is de politiek van vandaag anders dan die in het verleden, verandert religie, evolueren gebruiken en alledaagse gewoontes en krijgen we ook andere kunst en literatuur. De traditie, de gewoonte of hoe we het in het verleden deden werken er in door. Er is een continuüm. 12

13 Wat ze hiermee wilt zeggen is dat cultureel erfgoed voortdurend verandert. Wat de ene dag als cultureel erfgoed wordt gezien, kan de volgende dag al niet meer van betekenis zijn. Zo kan ook iets de ene dag helemaal onbekend zijn en de volgende dag als cultureel erfgoed wordt erkend. 3.4 UNESCO United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization of vertaald ook wel Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur genoemd. UNESCO werd opgericht op 16 november 1945 en heeft haar hoofdkantoor in Parijs. Zij hebben vooral als missie het bijdragen aan de vredesopbouw, armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en interculturele dialoog door onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie. Dit is hoe Unesco zichzelf voorstelt op haar eigen website: In 1945, UNESCO was created in order to respond to the firm belief of nations, forged by two world wars in less than a generation, that political and economic agreements are not enough to build a lasting peace. Peace must be established on the basis of humanity s moral and intellectual solidarity. UNESCO strives to build networks among nations that enable this kind of solidarity, by: Mobilizing for education: so that every child, boy or girl, has access to quality education as a fundamental human right and as a prerequisite for human development. Building intercultural understanding: through protection of heritage and support for cultural diversity. UNESCO created the idea of World Heritage to protect sites of outstanding universal value. Pursuing scientific cooperation: such as early warning systems for tsunamis or trans-boundary water management agreements, to strengthen ties between nations and societies. Protecting freedom of expression: an essential condition for democracy, development and human dignity. Unesco beschikt over een Werelderfgoedlijst die constant wordt aangevuld. Wat wel en niet op de lijst komt te staan wordt beslist door het Werelderfgoedcomité van Unesco. De lijst is zeer uitgebreid en bestaat uit zowel materieel als immaterieel erfgoed. 13

14 3.5 Erfgoed in Herne Nooit gedacht dat Herne zoveel erfgoed kon bezitten! Het barst er van het materieel en immaterieel erfgoed en blijkt een dorpje te zijn met een zeer mooie geschiedenis! Hieronder worden de verschillende elementen in kaart gebracht en aan de hand van verschillende bronnen krijg je een goede beschrijving Situering Legende: - Gele bol: Stomme Kapel - Groene bol: Kartuizerklooster - Blauwe bol: Sint-Petrus en Pauluskerk - Oranje bol: Sint-Waltrudismolen - Rode bol: Boesmolen - Roze lijn: Jaarmarkt Herne 14

15 3.5.2 Beschrijving Sint-Petrus en Pauluskerk Het eerste grote monument dat meteen opvalt in Herne is de Sint-Petrus en Pauluskerk dat zich in een zijstraatje van het dorpsplein bevindt. De kerk werd opgetrokken aan het einde van de 11 de eeuw en het begin van de 12 de eeuw. De muren bestaan uit ijzerzandsteen, zandsteen, kalksteen en vooral leisteen dat afkomstig is uit de steengroeve van Sint-Pieters-Kapelle. De Sint-Pieterskerk dateert van De toren, de middenbeuk, de oude sacristie en het koor werden in 1911 wegens hun uitzonderlijk karakter en als voorbeelden voor de laatgotische stijl beschermd. Het portaal is neoromaans en dateert uit de 20 ste eeuw. Toch is de kerk zelf niet het meesterwerk, maar wel wat je er binnenin vindt! Stap even binnen en bewonder de Kruisweg, een reeks schilderijen van de hand van Constantin Emile Meunier. Niet enkel deze schilderijen zijn er waardevol, maar ook het orgel dat dateert uit 1870 trekt nog steeds veel toeristen! De kerk van Herfelingen heeft ook zijn hoogtepunten. Het orgel werd gebouwd door Stan Arnouts in de renaissance stijl, maar werd later opnieuw nagebouwd. Het orgel is zeer uniek in deze streek. Toeristen gaan deze bezoeken om de speciale en unieke klank te horen. 15

16 Watermolens Naast de verschillende kerken en toebehoren in groot Herne behoren ook de Mark en zijn watermolens tot het erfgoed van Herne. De Mark, een zijrivier van de Dender, stroomt over een afstand van bijna 4km van noord naar zuid doorheen de gemeente. Verscheidene op de Mark gelegen molens getuigen van de intense graanteelt in de Dendervallei. De Sint-Waltrudismolen in de Rendriesstraat wordt ook de Hernemolen, of in de volksmond molen van Looiken, genoemd. Een eerste vermelding van deze molen dateert uit Het was een middeleeuwse banmolen. De laten waren verplicht hier hun graan te malen en een gedeelte ervan af te staan aan hun leenheer. De boesmolen met ijzeren rad in de Boesmolenstraat was reeds in 1219 bekend als Bossemel. Het huis zelf dateer van 1860 en de molen bleef in werking tot 1963! Kartuizerklooster In Herne bevinden zich ook heel wat kloosters en kapellen. Het Kartuizerklooster in de Kapellestraat werd in 1314 gebouwd in opdracht van Walter II, een heer uit Edingen. Het waren zijn executeurs-testamentair, namelijk zijn moeder Marie van Rethel, Gerard van Zottegem, Arnould van Edingen, Jan, abt van Cambron en Willaumes, pastoor van Edingen, die de kartuizers aanzochten om deze wens te helpen realiseren. Het werd ook meermaals aangesproken om nieuwe stichtingen te realiseren. Het werd bewoond door mystici, kunstenaars, geleerden, edelen en monniken. Het is het oudste klooster uit de Nederlanden en was enorm belangrijk voor het culturele leven in de middeleeuwen. Het klooster kreeg meermaals hoog bezoek. In 1362 bezocht Jan van Ruusbroec het Kartuizerklooster, in 1476 waren Margaretha van York en Maria van Bourgondië er en in 1528 kwam zelfs de gravin van Vendôme op bezoek, Maria van Luxemburg. In 1580 werd het door Ninoofse protestanten geplunderd en in brand gestoken. Het nog bestaande gastenkwartier en de tiendenschuur werden begin 18 de eeuw heropgebouwd. Een kaart van de Kartuis in 1760 verraadt dat hier ooit een grote hoogstamboomgaard stond. Het klooster vormde ook het centrum van kopiisten en deed dienst als vertaalcentrum voor andere kloosters. De eerste vertaling van de bijbel uit het Latijn naar het Middelnederlands gebeurde bovendien in dit klooster. Deze vertaling gebeurde door de alomgekende Petrus Naghel in 1360, vandaar de naam van de bibliotheek in Herne. De vertaling van de bijbel is te vinden in de Koninklijke Bibliotheek van Brussel, maar werd helaas wel verspreid. Het Kartuizerklooster is nu enkel langs de buitenkant te bewonderen, want is niet langer in het bezit van de gemeente maar werd privébezit. 16

17 Elke zondag deden de kartuizers een ommegang naar de stomme kapel. Deze werd zo genoemd omdat ze niet mochten praten, ze waren zogezegd doofstom. Dit was de levenswijze van de kartuizers in die tijd. Het boek Hernia werd uitgegeven, hierin vind je elk kapelletje vanuit groot Herne Dominicanessenklooster Naast het Kartuizerklooster bevindt er zich ook het Dominicanessenklooster in Herne. Dit klooster is in bezit van de gemeente zelf. Qua waarde kan het zeker niet concurreren met de waarde van een kerk, want het werd gebombardeerd in de tweede wereldoorlog. In het Dominicanessenklooster worden heel wat vormingen gehouden. Soeur sourire zou hier verbleven hebben als dominicanesse Onroerend erfgoed Tot het onroerend erfgoed van Herne behoren zeker de landelijke gilden en de prachtige uitgestrekte landschappen die te vinden zijn. Deze vind je vooral rond de vele hoeves die Herne kent. Enkele hoeves die Herne kent zijn Hof Cosyns, Hof ten Driesse,Dedobbeleer en het Rozenhof. Elk van deze hoeves kunnen zeker tot het roerend erfgoed worden gerekend. Wat in Herne zeker tot immaterieel erfgoed kan gerekend worden is de DVD die Hernia in 2008 produceerde waarin de laatste getuigen hun belevenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog vertellen als politiek gevangene, soldaat of werkweigeraar. De vijf getuigenissen van Adolf Bombaert, René Deblander, Nestor Demeulder, Georges Snel en Marcel Wittebrood zijn stuk voor stuk aparte verhalen met elk een persoonlijke ziel. Vier van hen zijn reeds overleden. Georges Snel verblijft nu in het rusthuis te Herne. 17

18 Naast deze DVD is de Petrus Naghel bibliotheek ook in het bezit van het boek Kleine kroniek van het groene kwadrant. Dit boek werd uitgegeven naar aanleiding van 800 jaar Herne in In dit boek vind je al de belangrijke gebeurtenissen van Herne binnen al die jaren. Kaatssport is een oude sport die niet alledaags is en op weinig plaatsen nog gekend. Toch is het in Herne een alom gekende sport die nog steeds levende wordt gehouden. De schuttersverenigingen in Herne zijn ook nog steeds populair! Wat het vermelden ook zeker waard zijn, zijn de jaarmarkt en de processie die beiden jaarlijks plaatsvinden. De jaarmarkt van Herne is de grootste van Vlaanderen en trekt heel wat volk uit verschillende hoeken van België. 18

19 3.6 Erfgoeddag 2014 Sinds 2001 wordt jaarlijks de Erfgoeddag georganiseerd, telkens op de eerste zondag na de Paasvakantie. Op zondag 27 april 2014 wordt ook dit jaar opnieuw een Erfgoeddag georganiseerd. Deze editie zal in teken staan van grenzen. Meer bepaald Grenzen: waar trek je die in erfgoedorganisaties?. De grote vragen zijn wat je toont of wat je vertelt aan je publiek, bewust al dan niet onbewust en wat vertel je zeker niet? Op de website van Faronet krijg je volgende uitleg: Grenzen: waar trek je die in erfgoedorganisaties? Wat toon of vertel je, bewust of onbewust, aan het publiek, en wat precies niet? Hoe ga je om met drempels en toegangen, binnen en buiten? En tot waar krijgt het publiek inzage in wat er bij jou voor en achter de schermen gebeurt? Op deze Erfgoeddag kan je tonen hoe grensverleggende ideeën en invloeden uit het buitenland (UNESCO, ICOM )bij jou hun beslag krijgen. Of nog, confronteer het publiek met vragen, kansen en problemen die opduiken wanneer je de grens -letterlijk- oversteekt, met je collectie(s), je werk, je denken en je invloed. Daarnaast is het in 2014 exact vijftig jaar geleden dat de Marokkaanse en Turkse migratie op gang kwam na de bilaterale akkoorden in Bovendien zal het in 2014 veertig jaar geleden zijn dat de Islam als officiële eredienst werd erkend in België. Meteen ook voldoende aanleiding om op zoek te gaan naar islamitisch religieus en cultureel erfgoed in Vlaanderen en Brussel. Grenzeloos is een ruim in te vullen thema. Ook toerisme, jumelages, circus- en kermiserfgoed, cartografie, kolonisatie, smokkel en douane, van postduif tot het internet komen met dit thema in de spotlight te staan. Kortom: een Erfgoeddag zonder grenzen dus! 19

20 4 In de klaspraktijk Hieronder vind je de lesvoorbereidingen die werden gemaakt voor de derde graad van een lagere school. Het erfgoed van Herne werd in verschillende lessen geïntegreerd. 4.1 Instaples erfgoed Voorbereiding Student: Rani Van Eeckhoudt Leerjaar: 3 de graad Klas: 3 BaLo a Aantal leerlingen: / School: / Datum: / Mentor: / Aanvang les en duur: +-75min. Leergebied: WO. Instaples Erfgoed Precieze omschrijving en situering van het lesonderwerp: In deze instaples binnen het thema Erfgoed worden de leerlingen meteen meegenomen in het thema aan de hand van een verhaal. Door middel van oude spullen en spullen waaraan de leerlingen zelf belang hechten komen we tot de definitie van erfgoed. Deze definitie wordt neergeschreven in de werkbundel. Nadien wordt gekeken naar de website van Unesco. De leerlingen maken kennis met de Werelderfgoedlijst en leren het verschil tussen Werelderfgoed en persoonlijk erfgoed. Voorkennis van de leerlingen: Dit is de eerste les binnen het thema Erfgoed. De leerlingen hadden het nog niet eerder over erfgoed. Bronnen: Digitale leerplannen VVKBaO Wereldoriëntatie Eindtermen: De leerlingen: 1.1 kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. 5.9 tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders. Leerplan: 0.1 Kinderen willen meer te weten komen over de wereld in al z n dimensies, hier en elders, vroeger en nu. 0.2 Kinderen uiten hun verwondering over het (on)(be)grijpbare, het goede, het mooie, het mysterieuze, het verrassende in de wereld. 0.4 Kinderen leven waardegericht. 0.5 Kinderen werken samen. 0.6 Kinderen drukken zich zo verstaanbaar mogelijk uit en benoemen waar mogelijk de dingen correct. 0.9 Kinderen kunnen nauwkeurig waarnemen met al hun zintuigen. 3.7 Kinderen vormen zich een eigen mening over allerlei kunstuitingen waarmee ze in contact komen. 4.7 Kinderen kunnen respect en waardering opbrengen Kinderen beseffen dat er naast een heden, ook een verleden en een toekomst zijn. 20

21 Handboek: Auteur, Titel, Plaats, Uitgever, Jaar, Druk: / Andere: Lesbrief over en voor erfgoedschatten, samengesteld door Villa Futura, 2007 Eigen inbreng Bijlagen / Benodigdheden (ingevulde werkbladen, bordschema, ): - Verhaal Een koffer vol geheimen (Zie achteraan in bijlagen) - Foto s Herne (Zie bijlagen) - Volksverhaal Heksen uit Herne (Zie bijlagen) - Werkbundel - Computer, internetaansluiting, beamer Reflectie vooraf: Ik verwacht dat de leerlingen zullen geboeid zijn door het voorgelezen verhaal en meteen nieuwsgierig zullen zijn naar de voorwerpen die in de kist zitten. Door het feit dat ze hun eigen voorwerp mogen voorstellen zullen de leerlingen ook zeer betrokken zijn bij de les. Voor kinderen die het moeilijk hebben met zich te concentreren kan deze vragenronde wel lang duren. Het zal de uitdaging zijn om hen betrokken te houden door hen geregeld een vraag te stellen over het voorwerp in kwestie. Ik vermoed dat de leerlingen geen problemen zullen hebben om persoonlijk erfgoed te onderscheiden van Werelderfgoed. 21

22 Fase 1: Een koffer vol geheimen (timing: 20min.) Doelstelling(en): Interesse opwekken. Respectvol omgaan met oude voorwerpen zoals een spiegeltje, oude foto s, brief, kruisje,... Inhoud: Persoonlijke voorwerpen in de koffer met een grote emotionele waarde bijvoorbeeld oud spiegeltje, oude brief, een oud medaillon, Verhaal: Een koffer vol geheimen. Wat zie je? Waarvoor zou je het gebruiken? Waarom denk je dat oma dit in de koffer heeft gestopt? Zijn deze voorwerpen ook veel geld waard? Is dit voor jou ook een waardevol voorwerp? Waarom wel/niet? Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): De leerlingen zitten allemaal in een grote kring. In het midden van de kring staat een oude koffer. Het verhaal Een koffer vol geheimen wordt voorgelezen. Nadien vertelt de leerkracht dat ze de oude koffer van haar oma heeft meegebracht naar de klas. Enkele voorwerpen worden eruit gehaald. De voorwerpen worden ook doorgegeven in de kring. De kinderen mogen het vasthouden, bekijken, er aan ruiken, Hierbij worden er drie belangrijke vragen gesteld: Wat zie je?, Waarvoor zou je het gebruiken? en Waarom denk je dat oma dit in de koffer heeft gestopt?. De echte antwoorden worden achteraf gegeven door de leerkracht. Media: - Verhaal: Een koffer vol geheimen - Een oude koffer vol voorwerpen Fase 2: Onze eigen spullen (timing: 15min.) Doelstelling(en): Voorstellen van een eigen voorwerp. Verklaren waarom iets belangrijk is. Inhoud: Voorwerpen bespreken (vb. oude knuffel, brief, oorbellen, pop, nintendo, ) Mogelijke vragen: Waarom ben je gehecht aan dat voorwerp? (Gekregen voor een verjaardag, geërfd van overleden oma, ) Van wie heb je het gekregen? Zou je het erg vinden als je dat voorwerp niet meer zou hebben? Je draagt er dus veel zorg voor? Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): De leerlingen kregen als voortaak vandaag iets mee te brengen naar de klas dat voor hen veel waarde heeft. Toen deze taak werd gegeven werd er hen gevraagd wat voor hen écht van belang is. Wat zouden ze nooit willen verliezen? De leerlingen brachten elk een eigen voorwerp mee naar de klas dat voor hen van groot belang is. Elke leerling komt aan bod om te vertellen waarom ze gehecht is aan dat voorwerp. De volgorde waarin de leerlingen aan bod komen is willekeurig. Om beurt mag er een leerling een voorwerp nemen dat niet van hem is en hier worden enkele vragen rond gesteld. Nadien gaat de leerling van wie het voorwerp is vertellen waarom dit zo belangrijk is. Deze leerling kan vooraan in de klas gaan vertellen. 22

23 Media: - Voorwerpen van de leerlingen Fase 3: Wat is erfgoed? (timing: 15min.) Doelstelling(en): Het begrip erfgoed met eigen woorden omschrijven en gepaste voorbeelden geven. Inhoud: Foto s van Herne: vb. Kartuizerklooster, Molen van Nerom, (meerdere mogelijk!) (foto s zie bijlagen) Verhalen die leerlingen vertellen: vb. over hun laatste verjaardagsfeest, Volksverhalen uit Herne: Heksen (meerdere mogelijk op website volksverhalenbank!) (zie bijlagen) Erfgoed: - Iets wat mensen belangrijk vinden om te bewaren. - Iets van vroeger, maar ook van vandaag! De dingen die wij uitkiezen om te bewaren voor in de toekomst, bepaalt wat de mensen later nog over ons zullen weten. - Dingen die we hebben geërfd van vorige generaties. Oefening werkbundel: - Vervolledig de definitie van erfgoed. Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): De leerkracht legt de oude koffer samen met de foto s en de verhalen. Er wordt gevraagd wat deze met elkaar zouden kunnen te maken hebben. De leerlingen zullen mogelijk antwoorden dat het allemaal dingen zijn van vroeger. De leerkracht vertelt dat we hier kunnen spreken over erfgoed. Er zijn vast geen leerlingen die hier al zullen over gehoord hebben. Het begrip erfgoed wordt uitgelegd. De leerlingen nemen hun werkbundel en vullen de definitie aan. Ook kunnen er spullen in de koffer zitten die verwijzen naar bepaalde gebeurtenissen. Bijvoorbeeld een voorwerp waarmee aan sport gedaan wordt of een deegrol waarmee mama heel lekkere taart maakt op een verjaardagsfeestje, Media: - Oude koffer met spullen - Foto s van erfgoed uit Herne, persoonlijke foto s, foto s van oude spullen - Verhalen van de leerlingen, verhalen uit Herne (vb. DVD met oorlogsgetuigenissen), verhalen over een feest, - Werkbundel 23

24 Fase 4: Unesco werelderfgoed (timing: 25min.) Doelstelling(en): Het verschil tussen persoonlijk erfgoed en werelderfgoed kunnen duiden. Inhoud: Vragen: Wie herkent deze hoge toren? (Eifeltoren) Hoe komt het dat we deze toren kennen? (Omdat het belangrijk is) Zou je het medaillon van oma ook op deze website terug vinden? (Nee, want niemand anders weet hierover.) Oefening werkbundel: - Wat is Unesco? - Wat is het verschil tussen persoonlijke erfgoed en Werelderfgoed? - Schrijf bij elke foto of het gaat over persoonlijk erfgoed of werelderfgoed. Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Nadat de persoonlijke spullen in de koffer werden bekeken opent de leerkracht de website van Unesco en toont een foto van de Eifeltoren. De leerkracht vraagt wie deze toren kent. Er zullen vast vele leerlingen zijn die de Eifeltoren herkennen, daarom wordt er nadien gevraagd hoe het komt dat er zoveel onder ons deze kennen. De leerkracht vertelt dat Unesco een organisatie is die zich bezig houdt met het verzamelen van de belangrijkste erfgoedmonumenten in de wereld. De Eifeltoren vind je dus zeker terug op deze website. Nadien vraagt de leerkracht of het medaillon van oma ook op deze website zou staan. De leerlingen verklaren dat niemand anders weet heeft van het medaillon van oma, dus het is iets persoonlijk voor slechts één of enkele personen. Dit noemen we persoonlijk erfgoed. De leerkracht vertelt dat sommige dingen door iedereen belangrijk gevonden worden en overal bekend zijn en daarom komen ze op de lijst van Unesco te staan. Dit noemen we werelderfgoed. Aansluitend wordt een oefening in de werkbundel gemaakt. Als afsluiter van de les wordt de website klassikaal bekeken met de leerlingen. Er zullen vast leerlingen zijn die reeds op reis gingen naar verre landen, dus het kan leuk zijn om deze te bekijken. Misschien herkennen er enkele leerlingen bepaalde monumenten of tradities. Media: - Computer, internetverbinding, beamer - Werkbundel 24

25 4.2 Erfgoed van bij ons Voorbereiding Student: Rani Van Eeckhoudt Leerjaar: 3 de graad Klas: 3 BaLo a Aantal leerlingen: / School: / Datum: / Mentor: / Aanvang les en duur: minuten Leergebied: WO. Erfgoed bij ons Precieze omschrijving en situering van het lesonderwerp: Nadat de leerlingen in een voorgaande les leerden wat erfgoed betekent gaan ze zelfstandig brainstormen over wat in Herne allemaal tot erfgoed zou kunnen behoren. Nadien wordt er in groep bekeken wat ze gemeenschappelijk hadden en wordt er geleerd hoe ze hierover iets kunnen opzoeken en op welke manieren. Dan krijgen de leerlingen, opnieuw in groep, foto s die ze gaan ordenen. De foto s bevatten afbeeldingen over allerlei erfgoed uit Herne. Achteraf wordt in de werkbundel opnieuw naar de foto s gekeken en gaan ze deze linken aan de juiste uitleg. Volksverhalen worden beluisterd en bijpassende vragen worden beantwoord. Aan de hand van de verhalen en enkele voorwerpen leren de leerlingen het verschil tussen materieel en immaterieel erfgoed. Dit wordt ook in de werkbundel ingeoefend. Voorkennis van de leerlingen: De leerlingen maakten reeds kennis met de definitie van erfgoed en leerden het verschil tussen werelderfgoed en persoonlijk erfgoed. Bronnen: Digitale leerplannen VVKBaO Wereldoriëntatie Eindtermen: De leerlingen: 1.1 kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. 3.1* drukken in een niet-conflict geladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit. 3.7* hebben aandacht voor de onuitgesproken regels die de interacties binnen een groep typeren en zijn bereid er rekening mee te houden. 7.1 kunnen op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen. Leerplan: 0.1 Kinderen willen meer te weten komen over de wereld in al z n dimensies, hier en elders, vroeger en nu. 0.5 Kinderen werken samen. 0.6 Kinderen drukken zich zo verstaanbaar mogelijk uit en benoemen waar mogelijk de dingen correct. 0.7 Kinderen kunnen en durven problemen aanpakken. 0.8 Kinderen ontwikkelen tot autonome leerders Kinderen kunnen vragen stellen waarvan de antwoorden onderzoekbaar of opzoekbaar zijn Kinderen kunnen informatiebronnen op een doeltreffende manier hanteren Kinderen kunnen informatie ordenen, rubriceren, classificeren. 25

26 Handboek: Auteur, Titel, Plaats, Uitgever, Jaar, Druk: / Andere: Lesbrief over en voor erfgoedschatten, samengesteld door Villa Futura, 2007 Eigen inbreng Bijlagen / Benodigdheden(ingevulde werkbladen, bordschema, ): - A3bladen - Computer, internetverbinding, beamer - Symbolenkaartjes - Brochures van Herne - Foto s, volksverhalen - Boekentrolley Erfgoed (bibliotheek Gooik) - Werkbundel 26

27 Fase 1: Erfgoed bij ons? (timing: 15min.) Doelstelling(en): De website van Unesco herkennen. Bepaald erfgoed benoemen als werelderfgoed. Opsommen wat erfgoed zou kunnen zijn in hun eigen dorp Herne. Inhoud: Wat zien jullie eigenlijk op deze wereldkaart? Wat staat hier allemaal op aangeduid? Mogelijk antwoord van de leerlingen is dat ze erfgoed zeggen. Is dit gewoon erfgoed, of hadden we er een specifiekere naam aan gegeven? Werelderfgoed. Zou er iets uit Herne ook staan aangeduid op deze kaart, dus op de werelderfgoedlijst? Zouden er in Herne ook geen dingen zijn die belangrijk zijn om te vermelden en die eventueel op de lijst kunnen? Mogelijke woorden van de kinderen, vb. kerk, bibliotheek, klooster, Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Vorige les werd de website van Unesco bekeken. Deze wordt er opnieuw bijgehaald en de leerkracht vraagt wat het kaartje dat ze zien nu weer betekent. Nadien vraagt de leerkracht of er iets uit Herne ook op deze website zou te vinden zijn. De leerkracht vertelt dat hier niks van Herne op te zien is. Zouden er in Herne ook geen dingen zijn die belangrijk zijn om te vermelden en die eventueel op de lijst kunnen? De leerlingen zitten in groepjes van vier of vijf en op elk eilandje ligt een groot A3 blad. De leerlingen denken na over de definitie erfgoed en schrijven op het blad waarvan zij denken dat het tot erfgoed behoort uit Herne. Media: - Computer, internetverbinding, beamer - A3-bladen Fase 2: Verschillende bronnen (timing: 20min.) Doelstelling(en): Opzoeken wat tot erfgoed wordt beschouwd in Herne. Klassikaal informatie vinden over erfgoed in Herne Verschil tussen digitale en niet-digitale bron verwoorden. Inhoud: Wat valt jullie op? (Sommigen hebben dezelfde woorden opgeschreven.) Mogelijk omcirkeld woord = kerk Hoe kunnen we nu iets te weten komen over de gemeenschappelijke dingen? Hoe kunnen we informatie opzoeken over bijvoorbeeld de kerk van Herne? (Vele leerlingen zullen Google antwoorden of algemeen gezien het internet.) Is het internet de enige manier om informatie te vinden? (Leerlingen zullen spontaan de bibliotheek opnoemen) Zijn er dan nog andere manieren? (Vragen stellen aan oma of opa, iemand in de familie) Oefening: Op welke manieren kan je informatie te weten komen? Som een digitale en een niet-digitale bron op. 27

28 Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Wanneer de leerlingen klaar zijn met het brainstormen in groep worden hun grote bladen aan bord gehangen. Klassikaal worden ze bekeken en overlopen. Nadien vraagt de leerkracht of er de leerlingen iets opvalt op de bladen. De gemeenschappelijke woorden worden omcirkeld. Nadien worden verschillende vragen gesteld in verband met het opzoeken van informatie. (Zie inhoud) De kerk van Herne wordt online opgezocht. De kerk van Herne wordt bekeken in een brochure. Het verschil tussen een digitale bron en niet-digitale bron wordt hier verduidelijkt en de oefening in de werkbundel wordt aangevuld. Media: - A3-bladen - Computers, internetverbinding - Verschillende brochures over Herne - Werkbundel Fase 3: Foto s uit ons eigen dorp (timing: 25min.) Doelstelling(en): Afbeeldingen rangschikken naar gelang hun kenmerken. Erfgoed uit Herne ontdekken. Inhoud: Foto s: kerk, kapel, watermolen, foto van een landschap, foto van de jaarmarkt, (meerdere mogelijk!) (zie bijlagen) Mogelijke indeling, vb. Gebouwen Sport Gebeurtenis Voorwerpen Oefening: Welke uitleg past bij welke foto? Werk per twee! Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): In groepjes van vier krijgen de leerlingen foto s waarop typische elementen staan vanuit Herne. Elk groepje krijgt dezelfde foto s. De leerlingen gaan de foto s sorteren en wanneer iedereen klaar is wordt dit klassikaal aan bord besproken. Het onderscheid in kolommen wordt door de leerlingen zelf aangebracht. De leerlingen ontdekken zelf het erfgoed uit Herne. Nadien worden de foto s in de werkbundel bekeken. Bij elke foto hoort een uitleg en de leerlingen gaan per twee de juiste uitleg aan de juiste foto linken. Media: - Foto s van erfgoed in Herne voor elk groepje 28

29 Fase 4: Soorten erfgoed (timing: 35min.) Doelstelling(en): Aandachtig luisteren naar een volksverhaal en hierbij verschillende vragen beantwoorden. Het onderscheidt tussen immaterieel en materieel erfgoed verwoorden. Bepaald erfgoed kunnen benoemen als materieel of immaterieel. Inhoud: Volksverhaal Duivel: - Weet jij waarom de duivel de ziel van het meisje wilde? Volksverhaal Weerwolven: - Volgens het verhaal kan de weerwolf enkel gedood worden door zijn voorhoofd te kwetsen. Als de weerwolf dan sterft keert hij terug in zijn menselijke gedaante. Weet jij waarom men een weerwolf enkel kan laten bloeden op zijn voorhoofd? Volksverhaal Toverheksen: - Heksen probeerden vaak in de buurt van kinderen te komen. Weet jij waarom? - Welke raad gaven ouders aan hun kinderen om zich te beschermen wanneer ze door een heks zouden worden aangeraakt? Oefening: Luister goed naar de verhalen. Beantwoord onderstaande vragen. Foto s 1 tot en met 8 (zie bijlagen) Zowel de verhalen die we net hoorden als de voorwerpen op deze foto s zijn erfgoed. Wat zou het grote verschil zijn? Kan je de voorwerpen op deze foto s vastnemen? Kan je ze zien? Kan je die verhalen die we net gehoord hebben ook vastnemen? Oefening: Schrijf bij onderstaande foto s of het gaat over materieel of immaterieel erfgoed. Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): De fase wordt gestart door het beluisteren van een volksverhaal. De leerlingen uiten hun gevoel hierbij. Bij de verhalen horen verschillende vragen die de leerlingen in hun werkbundel zullen beantwoorden. Na het beluisteren van het fragment en het beantwoorden van de vragen worden enkele foto s bekeken. Het zijn verschillende foto s van tastbare materialen. Verschillende vragen worden gesteld en het verschil tussen materieel en immaterieel erfgoed wordt verduidelijkt. Aansluitend wordt een oefening in de werkbundel gemaakt. De leerlingen mogen opnieuw per twee te werk gaan. De foto s die in de werkbundel worden benoemd zijn foto s van erfgoed uit Herne. Media: - Internet: website Villa Futura, volksverhaal - Computer, boxen - Foto s oude spullen - Werkbundel 29

30 Fase 5: In hoekjes (timing: 25min.) Doelstelling(en): Zelf interessante weetjes ontdekken over erfgoed in Herne door op onderzoek uit te gaan. Inhoud: Hoek computer: Verschillende websites aanbieden: - Herne, Pajottenland, Erfgoedcel Hoek brochures: Beschikbare brochures voor de leerlingen: - Een waaier aan erfgoeduitstappen met de klas in de regio Pajottenland & Zennevallei - Grote en Oude Hoeveroute - Wandelgebied Pajottenland Herne - Doorgelicht - Pajottenland - Boek: kleine kroniek van het groene kwadrant - + erfgoedtrolley uit bibliotheek Gooik Hoek spreker: Hernenaar Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Aan de hand van symbolenkaartjes worden de leerlingen in groepjes van vier verdeeld. Op de mediatafel vooraan in de klas liggen verschillende woordkaartjes. De leerlingen mogen in groep zelf een kaartje uitkiezen. Elk kaartje bevat een woord. Dit woord is iets uit Herne dat als erfgoed wordt aanzien. Elk groepje kiest een hoek uit waarin zij meer te weten zullen komen over dit erfgoed. Door de beperkte tijd zal elk groepje slechts 1 hoek kunnen ontdekken, maar bij extra tijd kan er een doorschuifsysteem voorzien worden. Ook vermelden ze of het gaat over materieel of immaterieel erfgoed en waarom. Media: - Symbolenkaartjes: vb kaartjes met de Boesmolen, Kartuizerklooster, jaarmarkt, (Symbolen gelinkt aan Herne) - Computer, internetaansluiting - Erfgoedtrolley uit bibliotheek Gooik en andere boeken over Herne - Een spreker uit Herne - 30

31 4.3 Kerken en zijn objecten Voorbereiding Student: Rani Van Eeckhoudt Leerjaar: 3 de graad Klas: 3 BaLo a Aantal leerlingen: / School: / Datum: / Mentor: / Aanvang les en duur: minuten Leergebied: WO. Erfgoed van bij ons, Kerken en zijn objecten Precieze omschrijving en situering van het lesonderwerp: De leerlingen geven algemene begrippen over een kerk. Er wordt een brainstorm gemaakt met woorden die van de kinderen komen. Het eerste deel in deze les is eerder algemeen over de kerk en niet specifiek over de kerk van Herne. Hierbij worden hoofdzakelijk oefeningen in de werkbundel verwerkt. Nadien gaan we de kerk van Herne bekijken en vertellen de leerlingen wat ze van deze kerk vinden. De kerk wordt ook gesitueerd op kaart. Voorkennis van de leerlingen: De leerlingen kregen reeds een instaples over wat erfgoed precies is. Bronnen: Digitale leerplannen VVKBaO Wereldoriëntatie Eindtermen: De leerlingen 3.1* drukken in een niet-conflict geladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit. Leerplan: 2.7 Kinderen zien in dat iedereen zijn leven een stuk in handen neemt. 5.3 Kinderen zien in dat vele groepen en volkeren eigen symbolen of kentekens hanteren. Handboek: Auteur, Titel, Plaats, Uitgever, Jaar, Druk: Andere: Website godsdienstles Eigen inbreng Bijlagen / Benodigdheden (ingevulde werkbladen, bordschema, ): - Werkbundel - Computer, internetaansluiting, beamer - Foto Sint-Petrus en Pauluskerk Reflectie vooraf: De eerste drie fasen wordt gesproken over de kerk in het algemeen, omdat de meeste kinderen niet meer vertrouwd zijn met dit element. Ik verwacht dat dit goed zal verlopen, want de leerlingen mogen zelfstandig en op eigen tempo te werk gaan in hun werkbundel. Nadien wordt overgestapt naar de kerk in Herne. Er wordt gesproken over de ervaringen van de kinderen zelf, dit zullen ze vast en zeker appreciëren. Bij het aanduiden op de kaart verwacht ik dat er leerlingen zullen zijn die dit zonder problemen zullen kunnen, maar er zullen ook leerlingen zijn waarbij het iets moeilijker gaat. 31

32 Fase 1: Raadseltje (timing: 5min.) Doelstelling(en): Aan de hand van enkele kenmerken kunnen raden waarover iets gaat. Inhoud: Raadseltje: Vroeger kreeg ik heel veel bezoek, maar het aantal daalt elk jaar. Het is hier steeds fris. Soms ben ik puntig, soms wat gebogen, maar vaak wel heel hoog! Jezus is steeds bij me. Ik ben een knap staaltje erfgoed in Herne. Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): De leerkracht leest een raadseltje voor en de leerlingen raden waarover het gaat. Media: / Fase 2: Brainstorm! (timing: 10min.) Doelstelling(en): Kenmerken van een kerk kunnen opsommen. Inhoud: Woorden van de leerlingen Vb. koud hoog mooi oud Jezus begrafenis geboorte Sint-Petrus en Paulus, Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Aan bord wordt het woord kerk geschreven. De leerlingen mogen om beurten naar voor komen om een woord te schrijven dat zij associëren met de kerk. Doordat er in de vorige les een groepje het woord kerk heeft behandeld in de hoekjes zullen deze leerlingen wel wat meer kunnen opnoemen dan andere leerlingen. Media: / Fase 3: Werkbundel (timing: 25min.) Doelstelling(en): Verschillende symbolen linken aan de katholieke kerk. Eigen ervaring met de katholieke kerk op een respectvolle manier kunnen vertellen. Verklaren waarom het kruis van Jezus kan aanzien worden als materieel erfgoed. Inhoud: Wat denk je? 1. Wat is het eerste waar je aan denkt als je het woord kerk hoort? Maak er ook een tekening bij. 2. Hoeveel kerken zijn er in Herne denk je? Vind je dit veel? Waarom wel/niet? 3. Weet jij waar deze kerken staan? 4. Wat denk jij dat er allemaal in een kerk gebeurt? 5. Wat zou jij willen weten van mensen die naar de kerk gaan? Bedenk enkele vragen voor een mogelijk interview. Wat zie je? 1. Symbolen 2. Voorwerpen (Zie werkbundel voor afbeeldingen) 32

33 Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): De leerlingen nemen hun werkbundel. De eerste vijf vragen onder het titeltje Wat denk je? worden individueel ingevuld. Media: - Werkbundel Fase 4: Sint-Petrus en Paulus kerk (timing: 10min.) Doelstelling(en): De kerk van Herne kunnen beschrijven. Inhoud: Heb je deze kerk al eens eerder gezien? Waar staat deze kerk? Kerk van Herne: Romaans-Gotisch De kerk van Herne bevindt zich op het dorpsplein, recht tegenover het gemeentehuis in het straatje en ongeveer naast de KBC bank. Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Aan bord wordt een grote foto gehangen van de Kerk van Herne. De leerlingen vertellen of ze weten welke kerk dit is en waar ze staat. In de werkbundel wordt op het kaartje aangeduid waar de kerk van Herne zich precies bevindt. Indien er leerlingen zijn die de kerk niet kunnen situeren wordt er via google maps gewerkt. Door google street view op de beamer te tonen kunnen de leerlingen virtueel door het dorp stappen om zo te kijken waar de kerk zich precies bevindt. Aan de hand van de straatnamen die ook op het kaartje staan weergegeven kunnen de leerlingen zichzelf helpen. Media: - Grote foto van Sint-Petrus en Paulus kerk (Zie bijlagen) - Kaartje in de werkbundel - Computer, internetaansluiting, beamer, Google Maps Fase 5: Petrus en Paulus? (timing: 10min.) Doelstelling(en): Verklaren waarom de kerk van Herne twee namen heeft. Inhoud: Wat valt jullie op aan deze naam? Wie van jullie heeft ook twee namen? Waarom kreeg je twee namen? Waarom zouden ze dit bij de kerk ook zo gedaan hebben? Waarom de kerk twee namen kreeg: Oorspronkelijk heette de kerk van Herne Sint-Pieter, maar door de fusionering in 1977 met Sint-Pieters-Kapelle waren er in Herne twee kerken met dezelfde naam. De kerk van Sint-Pieters-Kappele was de oudste en mocht zijn naam behouden. De kerk van Herne kreeg de naam Sint-Petrus, als verwijzing naar Sint-Pieter en Sint-Paulus, enkel en alleen om verwarring te voorkomen. 33

34 Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Bij de foto aan bord wordt nu ook de naam van de kerk geschreven. Verschillende vragen worden gesteld. Media: - Foto van de Sint-Petrus en Paulus kerk (Zie bijlagen) Fase 6: Waarom is dit erfgoed? (timing: 20min.) Doelstelling(en): Verklaren waarom de kerk van Herne behoort tot het materiele erfgoed. Voorwerpen uit de kerk benoemen als erfgoed als deze hierbij horen. Erfgoed dat met de kerk te maken heeft benoemen als materieel of immaterieel erfgoed. Inhoud: Waarom behoort de Sint-Petrus en Paulus kerk tot het erfgoed van Herne? (Mogelijke antwoorden zijn: het is al heel oud, veel mensen vinden het belangrijk, ) Zijn jullie al eens in deze kerk binnen geweest? Vond je het een mooie kerk? Waarom wel/niet? Wat vond je speciaal? Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): De leerlingen leerden net heel wat over de kerk algemeen en over de kerk uit Herne. De leerkracht vraagt waarom dit nu als erfgoed wordt aanzien. De leerlingen krijgen hierbij ook de kans om hun eigen ervaringen met de kerk te vertellen aan de klas. Media: / 34

35 4.4 Onze molens Voorbereiding Student: Rani Van Eeckhoudt Leerjaar: 3 de graad Klas: 3 BaLo a Aantal leerlingen: / School: / Datum: / Mentor: / Aanvang les en duur: minuten Leergebied: WO. Onze molens Precieze omschrijving en situering van het lesonderwerp: In de eerste fase krijgen de leerlingen elk een woordkaartje dat hen verbindt aan een andere leerling om zo een spreekwoord over windmolens te vormen. Nadien wordt dit nogmaals schriftelijk verwerkt in de werkbundel. In de tweede fase wordt het verschil tussen een watermolen en een windmolen duidelijk gemaakt en nadien wordt er vooral toegespitst op de molens uit Herne. De techniek van een watermolen komt aan bod en ook ontdekken de leerlingen hoe het was om molenaar te zijn aan de hand van een leestekst. Voorkennis van de leerlingen: De leerlingen leerden nog niet eerder over de werking van een molen of de ambachten in een molen. Bronnen: Digitale leerplannen VVKBaO Wereldoriëntatie Eindtermen: De leerlingen kunnen 2.1 van technische systemen uit hun omgeving zeggen uit welke materialen of grondstoffen ze gemaakt zijn. 2.8 technische systemen, het technisch proces, hulpmiddelen en keuzen herkennen binnen verschillende toepassingsgebieden van techniek. 4.1 kunnen illustreren dat verschillende vormen van arbeid verschillend toegankelijk zijn voor mannen en vrouwen en verschillend gewaardeerd worden. Leerplan: 1.1 Kinderen zien in dat mensen moeten zorgen voor hun dagelijks bestaan. 1.2 Kinderen zijn in dat mensen arbeid verrichten om in hun levensonderhoud te voorzien. 1.4 Kinderen zijn er zich van bewust dat arbeidsomstandigheden kunnen verschillen. 1.5 Kinderen zien in dat mensen allerlei beroepen uitoefenen en tonen respect voor elk beroep. 6.2 Kinderen kennen verschillende energiebronnen. 6.4 Kinderen zien in dat veel voorwerpen in hun omgeving een aanvulling of verbetering zijn van menselijke functies en maken er functioneel gebruik van Kinderen kunnen in concrete ervaringen stappen van het technisch proces herkennen Kinderen kunnen met techniek omgaan in verschillende toepassingsgebieden. 35

36 Handboek: Auteur, Titel, Plaats, Uitgever, Jaar, Druk: / Andere: Eigen inbreng Brochure over molens, uitgegeven door Erfgoedcel Meetjesland Bijlagen / Benodigdheden (ingevulde werkbladen, bordschema, ): - Woordkaartjes spreekwoorden - Werkbundel (inclusief leestekst) - Foto s molens uit Herne en foto s van windmolens - Computerklas, websites en werkblad reeds klaargezet Reflectie vooraf: Ik verwacht dat de leerlingen de eerste fase zeer leuk zullen vinden en dat dit goed zal verlopen. Er zijn vast en zeker spreekwoorden bij waarvan ze al eens eerder gehoord hebben. Deze werkvorm gebruikte ik ook reeds in andere lessen en verliep steeds zeer goed. Doordat het gedeelte over techniek niet vanzelfsprekend is werd alles op voorhand klaargezet. Zo kunnen de leerlingen meteen van start gaan en moeten ze zelf niks meer openklikken. Ik verwacht dat ze hierbij zeker enthousiast zullen zijn, maar er zal wel moeten worden nagekeken dat de leerlingen ook effectief hun best doen om de antwoorden te vinden. Bij de leestekst verwacht ik geen problemen aangezien deze geschreven is op het niveau van de leerlingen. 36

37 Fase 1: Spreekwoorden (timing: 20min.) Doelstelling(en): Aan de hand van woordkaartjes spreekwoorden vormen. De juiste betekenis aan het juiste spreekwoord koppelen. Inhoud: Kaartjes - Een slag - van de molen hebben. - Niet goed wijs zijn - Wie eerst komt, - eerst maalt. - Degene die het eerste aankomen hebben voorrang. - Dat ligt me als een molensteen - op het hart. - Dat ligt mij zeer zwaar. - Gods molens maalt langzaam, - maar zeker. - De (goddelijke) gerechtigheid doet zich tenslotte toch gelden. - t Is een schone dag, zei de mulder, - en t waaide. - Ieder preekt voor zijn eigen kapel. - Hij werkt als - een molenpaard. - Hij werkt zeer hard. - Niet alle mulders - zijn dieven. - Niet iedereen over dezelfde kam scheren. Oefening Verbind de juiste betekenis met het juiste spreekwoord. Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Elke leerling krijgt een kaartje waarop een deel van een zin staat of een betekenis. Elke leerling moet zijn juiste partner zoeken om zo het spreekwoord te vervolledigen. Nadien moeten ze samen op zoek gaan naar de leerling die de uitleg van hun spreekwoord op het kaartje heeft staan. Dit alles gebeurt in volledige stilte, dat is een uitdaging die de leerlingen erbovenop krijgen. Wanneer ze denken dat ze klaar zijn worden de spreekwoorden klassikaal, groep per groep, gelezen. Wie reeds gelezen heeft mag gaan zitten. De leerlingen krijgen de opdracht hierbij goed te luisteren naar elkaar want nadien nemen ze hun werkbundel om het nogmaals individueel schriftelijk in te vullen. Achteraf wordt aan de leerlingen gevraagd over welk begrip deze spreekwoorden allemaal gingen. Het woord molen komt vooraan op bord te staan. Media: - Woordkaartjes voor de leerlingen - Werkbundel 37

38 Fase 2: Verschillende molens (timing: 15min.) Doelstelling(en): De molens van Herne kunnen benoemen als watermolens. Verschillende soorten molens opnoemen, zoals watermolens, windmolens, Inhoud: Molens uit Herne: - Boesmolen - Hernemolen - Molen van Nerom Wat valt jullie op bij elke molen? (Ze zijn omgeven door water, ze hebben een rad, het zijn watermolens) Andere molens: - Windmolens Oefening: Schrijf bij onderstaande molens of het gaat over een watermolen of een windmolen. Wat is het grote verschil tussen een watermolen en een windmolen? Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Aan bord worden foto s gehangen van de molens uit Herne. De leerkracht vraagt wat hen opvalt. De leerlingen benoemen de molens als watermolens en sommen nog andere soorten molens op die ze kennen. Nu worden aan bord ook prenten gehangen van andere soorten molens. De leerlingen zien in hun werkbundel dezelfde foto s staan. Hierbij gaan ze schrijven of het gaat over een windmolen of een watermolen. Media: - Foto s van watermolens uit Herne (zie bijlagen) - Werkbundel Fase 3: Een molen zoals bij ons (timing: 15min.) Doelstelling(en): Verklaren dat molens vroeger vooral gebruikt werden om meel, olie, verf, enzovoort te vervaardigen of om water op te pompen. Inhoud: Wat is het nut van een water- of windmolen? Boeken: - Molens, geschreven door Lieke Van Duin en Jan Veltkamp - Molens, geschreven door Marian Van Gog - Molens: routes, historie en achtergronden, gids uitgegeven door ANWB - Oefening: Wat was hoofdzakelijk vroeger het nut van de molens? (Een molen is een werktuig met uiteenlopende functies. Hij kan dienen tot het vervaardigen van meel, olie, verf, enzovoort of voor het oppompen van water. ) 38

39 Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Nadat de leerlingen het grote verschil leerden tussen een water- en een windmolen wordt er gevraagd waarvoor molens hoofdzakelijk vroeger dienden. Ik verwacht dat de leerlingen hier moeilijk een antwoord zullen op vinden, dus gaan ze eerst per drie of vier op zoek in allerlei boeken die ter beschikking liggen. De leerlingen krijgen hier 10 minuten de tijd voor. Nadien wordt het juiste antwoord klassikaal in de werkbundel genoteerd, zodat elke leerling exact hetzelfde antwoord heeft. Media: - Verschillende boeken - Werkbundel Fase 4: Techniek van de molen (timing: 35min.) Doelstelling(en): Samenwerken met een klasgenoot aan de computer om tot correcte antwoorden te komen over watermolens. De werking van watermolens in eigen woorden vertellen. Inhoud: Websites die de leerlingen ter beschikking hebben: (Verschillende andere websites mogelijk om meerdere vragen op te stellen.) Oefening: Vul onderstaande vragen in. (Zie werkbundel) Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Voor deze fase gaan de leerlingen naar de computerklas. Deze werd op voorhand gereserveerd door de leerkracht. Al de computers staan reeds klaar op de verschillende correcte websites. De leerlingen werken per twee aan één computer en mogen klikken doorheen de verschillende tabbladen op het internet. Elk tabblad gaat over de techniek van watermolens. De leerlingen zullen verschillende vragen moeten oplossen door op de verschillende websites op zoek te gaan naar de antwoorden. Er wordt niet geschreven in de werkbundel, maar de leerlingen openen het correcte Word-document en gaan hierin hun antwoorden typen. Deze fase gaat niet enkel over de watermolens van Herne, maar ook over andere in het land. Na ongeveer een halfuur gaan de leerlingen hun Word-document opslaan door op de diskette-knop te klikken en de leerkracht kijkt deze achteraf na. De bladen worden dan afgedrukt om aan hun werkbundel te nieten. Terug in de klas vraagt de leerkracht klassikaal wie in eigen woorden kan vertellen hoe een watermolen in zijn werk gaat. EXTRA: Sommige watermolens zijn open voor bezoek. Hier wordt uitleg gegeven over de techniek en de werking. Dit kan heel leuk zijn om te doen met de klas. (Vb van mogelijk bezoekbare molen: Media: - Computerklas - Werkblad in de werkbundel (wordt digitaal geopend) 39

40 Fase 5: Hoe het was om Molenaar te zijn (timing: 25min.) Doelstelling(en): Aan de hand van een leestekst over het leven van de molenaars verschillende vragen kunnen beantwoorden. In eigen woorden kunnen vertellen hoe de molenaars vroeger leefden. Inhoud: Leestekst: Het leven van een molenaar Het oude muldersberoep is op sterven na dood. Sinds de jaren 50 van de 20 ste eeuw is de overheersing door de industriële maalderijen een feit. Voor die tijd behoorden molenaarsfamilies dikwijls tot de betere klasse. Ze waren vaak eigenaar van hun molen en werkten als zelfstandige. Langer geleden, vanaf de middeleeuwen tot op het einde van de 18 de eeuw lag de werksituatie van de molenaar toch wel anders, zeker op het platteland. Daar was de molenaar een eenvoudige pachter, die de molen tijdelijk in pacht kreeg van de eigenaar: het rijke klooster, de abdij, de graaf of de baron. Werken met de molen in weer en wind was een zwaar karwei, terwijl een groot deel van de opbrengst naar de moleneigenaar ging. De molenaar bewerkte vaak noodgedwongen nog een lapje grond of verdiende thuis bij met spinnen of weven. In de steden, waar tientallen molens draaiden, waren de molenaars in gilden georganiseerd en behoorden ze wel tot de beter betaalde middenklasse. Om deze status te bereiken, moest men de ladder van leerling, over knecht tot meester-molenaar opklimmen. Korenmolenaars werden betaald met een scheploon: ze mochten een afgesproken schep van het meel voor zich houden. Vaak gaf de grootte van de schep aanleiding tot discussies: de boer zal altijd wel de indruk gehad hebben dat de zakken meel die hij terug kreeg lichter wogen dan de zakken graan die hij naar de molen gebracht had. De twijfelachtige reputatie van de molenaar werd hierdoor in de hand gewerkt en de molenaar werd in de volksmond voor dief uitgescholden. Werken met de molen om den brode was zowel in de stad als op het platteland ten allen tijde hard labeur. Men was immers afhankelijk van de natuurelementen wind en water. Bij voldoende wind moest men doorwerken, zelfs s nachts of op zondag, om de windstille dagen te compenseren. En ook een watermolen kan maar draaien als er voldoende water opgestuwd is, wat in droogteperiodes niet vanzelfsprekend is. Nachtwerk of malen op een (te) hoge windkracht hoorden erbij, maar schiepen ook grote risico s. een kleine onoplettendheid onder hoge werkdruk kon fataal zijn en zelfs de meest ervaren molenaar overkwam al eens een ongeval. Gelukkig was er meestal ook de molenaarsvrouw, die even behendig met de molenmachine kon werken als haar man. Dat was ook nodig, als de molenaar gaan ketsen was (het ophalen van graan en het terugbrengen van het maalgoed), als hij door ziekte of ongeval arbeidsongeschikt was of als de alcohol hem gevloerd had. Veel molenaarsweduwen slaagden er perfect in om het molenbedrijf na de dood van de molenaar voort te zetten, al dan niet geholpen door knechten of zonen. Vandaag worden de overgebleven molens in werking gebracht door vrijwillige molenaars. Regelmatig worden speciale cursussen georganiseerd om vrijwilligers tot ambachtelijke molenaars op te leiden. Molens zijn immers machines met vele houten onderdelen en die moeten blijven draaien om ze in goede conditie te (be)houden. Oefening: Lees de tekst over het leven van de molenaar en vul onderstaande vragen in. Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Na het bekijken van de techniek van een molen zien de leerlingen in dat niet elke molen kan werken zonder dat er iemand in zit om het te bedienen. Aan de hand van een leestekst komen de leerlingen wat meer te weten over het leven van een molenaar. De tekst wordt in stilte en individueel gelezen, maar de bijhorende vraagjes worden per twee opgelost. Media: - Leestekst - Werkbundel 40

41 Fase 6: Waarom is dit erfgoed? (timing: 10min.) Doelstelling(en): Verklaren waarom de watermolens van Herne behoren tot het materiele erfgoed. Inhoud: Waarom worden de watermolens aanzien als erfgoed? (Mogelijke antwoorden: ze zijn zeer oud, ze zijn mooi, ) Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Nadat de vragen uit vorige fase in de werkbundel klassikaal werden verbeterd vraagt de leerkracht waarom de watermolens van Herne behoren tot het materiele erfgoed. Media: / 41

42 4.5 Het Kartuizerklooster Voorbereiding Student: Rani Van Eeckhoudt Leerjaar: 3 de graad Klas: 3 BaLo a Aantal leerlingen: / School: / Datum: / Mentor: / Aanvang les en duur: minuten Leergebied: WO. Het Kartuizerklooster Precieze omschrijving en situering van het lesonderwerp: De les gaat van start met het bekijken van twee korte filmfragmenten die werden gefilmd op het feest voor het 700-jarig bestaan van het Kartuizerklooster. Nadien wordt het klooster op de eeuwenband geplaatst en een korte oefening wordt reeds ingevuld in de werkbundel. Nadien gaan de leerlingen de geschiedenis van het klooster en de levenswijze van de kartuizers ontdekken aan de hand van een filmfragment uit Die grosse stille en een leestekst. In de werkbundel worden verschillende vragen verwerkt. Voorkennis van de leerlingen: De leerlingen kregen al heel wat lessen over het erfgoed in Herne, maar het Kartuizerklooster kwam nog niet eerder aan bod. Bronnen: Digitale leerplannen VVKBaO Wereldoriëntatie Eindtermen: De leerlingen: 1.1 kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. 3.2 kunnen beschrijven wat ze voelen en wat ze doen in een concrete situatie en kunnen illustreren dat zowel hun gedrag als hun gevoelens situatiegebonden zijn. 3.7* hebben aandacht voor de onuitgesproken regels die de interacties binnen een groep typeren en zijn bereid er rekening mee te houden. 4.8 kunnen illustreren dat verschillende sociale en culturele groepen verschillende waarden en normen bezitten. 5.5 kunnen belangrijke gebeurtenissen of ervaringen uit eigen leven chronologisch ordenen en indelen in periodes. Ze kunnen daarvoor eigen indelingscriteria vinden. Leerplan: 5.6 Kinderen zien in dat samenleven het naleven van allerhande omgangsvormen, leefregels en afspraken veronderstelt en kunnen zich daaraan houden Kinderen zien in dat (groepen van) mensen en instellingen vaan macht en/of gezag uitoefenen Kinderen kunnen in de tijd ordenen en zowel hun eigen als de Europese geschiedenis in perioden indelen Kinderen zien in dat mensen, dieren, planten, objecten, opvattingen, structuren evolueren in de tijd Kinderen zijn nieuwsgierig naar de historische ontwikkeling van planten, dieren, mensen, voorwerpen, systemen, actuele toestanden. 42

43 Handboek: Auteur, Titel, Plaats, Uitgever, Jaar, Druk: / Andere: Eigen inbreng Websites met informatie: Bijlagen / Benodigdheden (ingevulde werkbladen, bordschema, ): - Filmfragmenten feest 700 jaar Kartuizerklooster - Computer, internetverbinding, beamer - Film Die grosse stille - Leestekst + werkbundel Reflectie vooraf: Het feest op de filmpjes zal zeker en vast herkend worden door de leerlingen, omdat de school hier nauw bij betrokken was. Het woord Kartuizerklooster zal snel vallen bij de kinderen zelf. De leerlingen zullen eerst vast en zeker nieuwsgierig zijn bij het bekijken van het filmpje, maar doordat er niet in gesproken wordt zou het best kunnen dat er leerlingen hun aandacht en concentratie zullen verliezen. Een korter filmpje nemen is ook steeds een mogelijkheid, maar dan komt er natuurlijk minder informatie naar voren. Het lezen van de leestekst zal zonder problemen verlopen. Door het aanbieden van woordenboeken kunnen leerlingen steeds zelfstandig werken. 43

44 Fase 1: 700 jaar Kartuizerklooster (timing: 10min.) Doelstelling(en): Aan de hand van twee filmpjes het feest van het 700 jarig bestaan van het Kartuizerklooster herkennen. Inhoud: Filmpje 1: Roofvogel Filmpje 2: Smid aan het werk Herkennen jullie wat wordt getoond op de filmpjes? (Feest, iets uit de middeleeuwen, hier in Herne, ) Wanneer heeft dit plaats gevonden? (schoolfeest) Waarom werd deze dag georganiseerd? (voor het schoolfeest, 700 jaar klooster -> Welke klooster? ) Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Vooraan in de klas worden twee korte filmpjes getoond die werden gemaakt tijdens de kartuizerwandeling op het 700 jarige bestaan van het Kartuizerklooster. De leerlingen uit Herne zullen dit zeker en vast herkennen, want de school werd hier heel nauw bij betrokken. Verschillende vragen worden gesteld om zo te komen tot het 700-jarig bestaan van het Kartuizerklooster. Media: - Computer, internetverbinding, beamer - Filmpjes Fase 2: Op de periodenband (timing: 5min.) Doelstelling(en): Het Kartuizerklooster kunnen plaatsen in de middeleeuwen. Inhoud: Wanneer werd het klooster opgericht als het in jaar bestond? (1314) Welke periode was dit? (Middeleeuwen) Oefening: - Het Kartuizerklooster in Herne werd opgericht in het jaar. - Dit was in de historische periode. Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): De leerlingen haalden zelf het feest aan ter eren van het 700-jarig bestaan van het Kartuizerklooster. Verschillende vragen worden gesteld. Nadien wordt een woordkaartje met Oprichten van Kartuizerklooster op de periodenband in de klas gehangen en worden de antwoorden in het werkbundel geschreven. Media: - Periodenband - Woordkaartje 44

45 Fase 3: Kartuizer klooster, filmfragment (timing: 20min.) Doelstelling(en): Verklaren wat een kartuizerklooster is. De levenswijze van de kartuizers in eigen woorden vertellen. Inhoud: Weten jullie wat een klooster is? (een oud gebouw waarin oude mensen leven, nonnen, zusters, paters) Weten jullie ook wat het woord kartuizer zou kunnen betekenen? (leerlingen denken waarschijnlijk aan een soort klooster, niet aan de mensen) Wat voor een soort klooster zou dit dan kunnen zijn? Zou hier iets speciaals gebeuren? Filmfragment Die grosse stille : (+- 8 minuten) Het fragment toont kort de manier waarop de monniken in het kartuizerklooster Grande Chartreuse leefden. Er wordt haast niets gezegd in de film, dit duidt ook op de levenswijze. Trailer: Oefening: - Wat is de naam van de film? - Waar speelt het zich af? - Hoe noemen we de mensen die er leven? - Wat viel je op aan de klederdracht van de mensen? - Waarom wordt er amper gesproken in de film? - Wat is jouw gevoel hierbij? Zouden jullie op deze manier willen leven? (Nee, want dan moet ik stil zijn; Ja, want dan moet ik geen huiswerk maken, ) Denk je dat je je familie dan nog zou zien of zou je er mogen buiten spelen? (Overgang naar volgende fase) Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Het woord Kartuizerklooster wordt in het groot aan bord geschreven, maar gesplitst in kartuizer en klooster. Enkele vragen worden gesteld door de leerkracht. De leerlingen nemen dan hun werkbundel en bekijken enkele vragen. Nadien wordt een fragment uit de film Die grosse stille bekeken. Bij gebrek aan de DVD kan ook de trailer bekeken worden. De stukken waarbij er eventueel tekst te lezen staat worden vertaald door de leerkracht. Na het bekijken van het filmfragment vullen de leerlingen de vragen zelfstandig in. Achteraf wordt klassikaal verbeterd. De leerkracht vraagt ook hoe de leerlingen het zouden vinden om op die manier te moeten leven. Media: - Computer, DVD of internetverbinding, beamer - Werkbundel 45

46 Fase 3: Geschiedenis (timing: 20min.) Doelstelling(en): In eigen woorden vertellen op welke manier de kartuizers leefden. De geschiedenis van het kartuizerklooster kort kunnen navertellen. In een leestekst over het kartuizerklooster verschillende antwoorden op vragen kunnen opzoeken. Inhoud: Leestekst: De orde der kartuizers is in 1084 gesticht door de heilige Bruno van Keulen. Drie eeuwen nadien verspreidde de orde zich tot in de Nederlanden, met als eerste stichting het klooster te Herne. Het Hernse kartuizerklooster werd opgericht door Wouter II van Edingen. Het is een orde van kluizenaars die toch in gemeenschap willen leven. Hun samenlevingsverbond is een compromis tussen afzondering (kluis) en gemeenschap. Zij verblijven alle dagen in afzondering, behalve op zondag. Er zijn maar weinig mensen die ooit een nog bewoond kartuizerklooster van binnen hebben gezien. De kartuizers hebben immers geen gastenverblijven, zoals benedictijnen of andere monniken die hebben. Je moet dus wel vermoeden een roeping voor het leven als kartuizer te hebben om er enige tijd op proef door te kunnen brengen. De kartuizers hebben de naam de strengst levende monniken van het Westerse kloosterwezen te zijn. Ze zetten nooit een stap buiten hun kloosters en schrijven hun eigen familie maar sporadisch. Dagelijks wordt er veel tijd besteed aan het koorgebed. Enkel op een wekelijkse wandeling en op feestdagen wordt er met elkaar gesproken. Op de andere dagen doen ze slechts een klein gedeelte van het dagelijkse programma samen. De rest van de tijd blijven ze in hun kluis. Het klooster kreeg meermaals hoog bezoek. In 1362 bezocht Jan van Ruusbroec het Kartuizerklooster, in 1476 waren Margaretha van York en Maria van Bourgondië er en in 1528 kwam zelfs de gravin van Vendôme op bezoek, Maria van Luxemburg. In 1580 werd het door Ninoofse protestanten geplunderd en in brand gestoken. Het nog bestaande gastenkwartier en de tiendenschuur werden begin 18 de eeuw heropgebouwd. Een kaart van de Kartuis in 1760 verraadt dat hier ooit een grote hoogstamboomgaard stond. Het klooster vormde ook het centrum van kopiisten en deed dienst als vertaalcentrum voor andere kloosters. De eerste vertaling van de bijbel uit het Latijn naar het Middelnederlands gebeurde bovendien in dit klooster. Deze vertaling gebeurde door de alomgekende Petrus Naghel in 1360, vandaar de naam van de bibliotheek in Herne. De vertaling van de bijbel is te vinden in de Koninklijke Bibliotheek van Brussel, maar werd helaas wel verspreid. Het Kartuizerklooster is nu enkel langs de buitenkant te bewonderen, want is niet langer in het bezit van de gemeente maar werd privébezit. Oefening: - Door wie werd het klooster te Herne opgericht? - Als je weet dat het klooster in jaar bestond, in welk jaar werd het dan opgericht? Waar of niet waar? Verbeter indien nodig. - De bibliotheek van Herne is genoemd naar een persoon die op bezoek kwam in het Kartuizerklooster. - Kartuizers zijn een soort monniken. - Je kan het Kartuizerklooster vandaag de dag bezoeken. - De kartuizers leefden zeer vrij. Ze hadden veel contact met hun familie. 46

47 Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Het antwoord op de vraag Zou je er mogen buiten spelen? zullen de leerlingen vinden in de leestekst die ze in deze fase per twee gaan verwerken. De tekst wordt in stilte gelezen door de leerlingen en nadien gaan ze per twee op zoek naar de antwoorden van enkele vragen. In de tekst zullen vast ook woorden staan die de leerlingen niet meteen begrijpen. Ze krijgen de opdracht deze op te zoeken in het woordenboek. Media: - Leestekst - Werkbundel - Woordenboeken Fase 4: Het Kartuizerklooster de dag van vandaag Erfgoed? (timing: 10min.) Doelstelling(en): Het woord privébezit verklaren en vertellen wat dit betekent voor het Kartuizerklooster. Verwoorden waarom het Kartuizerklooster tot het erfgoed van Herne behoort. Inhoud: Het Kartuizerklooster is nu in privébezit. Wat zou dit precies betekenen? (iemand heeft het gekocht, er wonen mensen in, je mag er niet zomaar binnen, ) Waarom behoort het Kartuizerklooster tot het erfgoed van Herne? (was vroeger altijd heel belangrijk, zeer gekend in het buitenland) Zou het Kartuizerklooster geen plaatsje verdienen op de Unesco website, op de lijst van het Werelderfgoed? Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): De leerlingen lazen in de leestekst dat het Kartuizerklooster nu in privébezit is. De leerkracht haalt deze zin nogmaals aan en vraagt aan de leerlingen wat dit precies betekent. Nadien stelt de leerkracht nog enkele vragen over waarom dit klooster nu precies als erfgoed wordt aanzien. Media: EXTRA: In elke klas zijn er wel leerlingen die graag boeken voor volwassenen lezen, gewoon omdat het hen interesseert en omdat ze zeer goede lezers zijn. In dit geval is het boek Het geheim van de stilte zeker aan te raden! EXTRA: Wat zeer leuk kan zijn om te doen met de klas is het bezoeken van een tentoonstelling of een voorstelling over het leven van de Kartuizers. Zo liep er eens een tentoonstelling getiteld De Kartuizers en hun klooster te Zelem., ter gelegenheid van het negende eeuwfeest van de orde. Zo n tentoonstellingen komen er zeker nog opnieuw! 47

48 4.6 Sport Kaatsen Voorbereiding Student: Rani Van Eeckhoudt Leerjaar: 3 de graad Klas: 3 BaLo a Aantal leerlingen: / School: / Datum: / Mentor: / Aanvang les en duur: 75min. Leergebied: LO. Kaatsen Precieze omschrijving en situering van het lesonderwerp: Binnen de lessenreeks over Herne wordt ook de kaatssport aangehaald, omdat ook dit aanzien wordt als een deeltje erfgoed uit het dorp. De leerlingen maken kennis met de spelregels en het kaatsen wordt hier gespeeld. Wanneer de uitleg over het kaatsen wordt gegeven wordt ook de link gelegd met het standbeeld en erfgoed. Voorkennis van de leerlingen: De leerlingen krijgen voor het spel begint eerst uitleg door een coach van een kaatsteam. Bronnen: Digitale leerplannen VVKBaO Bewegingsopvoeding Eindtermen: De leerlingen: ET 1.18 kunnen eenvoudige spelideeën uitvoeren in eenvoudige bewegingsspelen. ET 1.23 bewegen op aangepaste manier in de vrije natuur. Leerplan: MC 6.18 De leerlingen lopen om ter vlugst om zo snel mogelijk ergens te komen. GVL 2 Veiligheidsvoorschriften, - afspraken en regels naleven. GVL 4 Rust ervaren als tegenpool van actie. (GVL 5 Bewegen in openlucht.) Handboek: Auteur, Titel, Plaats, Uitgever, Jaar, Druk: / Andere: Eigen inbreng Website kaatssport Grimminge: Bijlagen / Benodigdheden (ingevulde werkbladen, bordschema, ): - Instructiekaartje spelregels (extra, zie bijlagen) - Kaatshandschoen - Tennisbal - Handdoek Reflectie vooraf: Aangezien de leerlingen op een kort moment snel de spelregels kregen uitgelegd verwacht ik dat er velen zullen zijn die het niet meteen zullen begrijpen, maar ik vermoed dat dit alles wel snel duidelijk zal worden tijdens het spelen zelf. 48

49 Doelen Leerinhouden Organisatie Materiaal - Luisteren Start: (20min.) Vooraleer het spel van start gaat krijgen de leerlingen eerst uitleg door een echte coach van het kaatsteam uit Herne. Dit vindt plaats op het kaatsplein, rond het standbeeld. De coach begint met te vragen waarom de leerlingen precies op die plaats zitten rond het standbeeld en of ze weten wat er gebeurt op het plein waarop te zitten. Nadien vertelt hij over de kaatssport en legt hij de spelregels uit. Terwijl de coach vertelt hebben de leerlingen hun werkbundel bij zich om enkele vraagjes op te lossen. Leerlingen zitten op het kaatsplein rond het standbeeld. - Werkbundel Vragen in de werkbundel: - Welke sport wordt hier gespeeld? - Wat betekent het standbeeld? - Achteraf: Zou jij deze sport willen beoefenen? Waarom wel/niet? Spelregels: De opslager van de ploeg A bevindt zich in zijn eigen opslagvak en serveert de bal in het opslagvak van ploeg B waar de bal verplicht een stuit moet maken. De speler van ploeg B mag echter niet in zijn eigen opslagvak komen vooraleer de opgeslagen bal daarin gebotst is. Bij een slechte opslag krijgt de opslager een tweede kans. Indien hij ook die mist, gaat het punt naar de tegenstander. De middellijn dienst steeds als een soort van vaste kaats. De ploeg die er kan voor zorgen dat de bal voorbij de middellijn geraakt zonder dat de tegenstander deze kan terugspelen vooraleer de bal tweemaal botst of rolt, maakt een punt. Vandaar dat meestal 3 koordspelers aan de middellijn postvatten. Een bal over het plein slaan levert eveneens een punt op, maar dit is echter niet zo evident doordat met een grote bal en de blote hand wordt gespeeld. De bal is uit wanneer de zijlijnen worden geraakt. Spelers mogen pas het andere kamp betreden nadat de opgeslagen bal in het opslagvak van de tegenstander is gestuit. Het terrein verlaten

50 langs de achterlijn is eveneens niet toegestaan. Langs de zijlijn mag men uiteraard wel het terrein verlaten om een bal te bespelen. Elk team slaat beurtelings op : van zodra een spel afgelopen is, gaat de opslag naar de tegenpartij. Alle spelers in een team slaan eveneens beurtelings op en die beurtrol blijft behouden gedurende de hele wedstrijd. Opslagen mag zowel onder- als bovenhands. - Uithoudingsvermogen - Reactiesnelheid - Fair play - Aandachtig blijven - Snel reageren - Rustig worden Kern: Kaatsen (35min.) De leerlingen worden in twee ploegen verdeeld en het spel gaat meteen van start. De coach helpt de leerlingen en geeft tips. Afsluiter: Napoleon (15min.) De leerlingen gaan allen in een grote kring staan en één leerling wordt Napoleon. Hij stapt rond de kring met een doekje. Wanneer hij stopt tussen twee leerlingen gaan deze twee rond de kring lopen. Als ze elkaar tegenkomen spelen ze vliegensvlug schaar steen papier en lopen ze weer verder. Wie als eerste de handdoek kan bemachtigen mag als volgende rondgaan. Na afloop van het spel gaan de leerlingen allemaal in kleermakerszit zitten met hun hoofd naar beneden en hun ogen gesloten. Wie een tik op de rug voelt mag zich gaan omkleden. Dit gebeurt omdat het een hevige les bewegingsopvoeding was en hiervan worden de leerlingen sneller opnieuw rustig. Tot rust komen is een zeer belangrijke fase in een les LO. Zie instructiefiche - Tennisbal - Kaatshandschoen - Handdoek 50

51 4.7 Excursie doorheen Herne Voorbereiding Student: Rani Van Eeckhoudt Leerjaar: 3 de graad Klas: 3 BaLo a Aantal leerlingen: / School: / Datum: / Mentor: / Aanvang les en duur: minuten (namiddag) Leergebied: WO. Excursie doorheen Herne Precieze omschrijving en situering van het lesonderwerp: In deze les worden de leerlingen op sleeptouw genomen doorheen hun eigen dorp. Waarover tijdens de lessen werd gesproken en wat ze reeds op foto zagen wordt nu realiteit. De leerlingen doorlopen verschillende opdrachten en komen zo nog meer te weten over het erfgoed in eigen dorp. De excursie gaat van start op het dorpsplein en eindigt ook opnieuw hier. De verschillende tussenstops op de weg zijn de Sint-Waltrudismolen, de Boesmolen, de kapel, het Kartuizerklooster, een weide waarin een deel van de jaarmarkt plaatsvindt en de kerk om te eindigen. Voorkennis van de leerlingen: De leerlingen kregen reeds verschillende lessen omtrent het erfgoed in Herne. De kerken en de objecten werden bekeken, net als de watermolens, het Kartuizerklooster en de kaatssport. Bronnen: Digitale leerplannen VVKBaO Wereldoriëntatie Eindtermen: 1.1 De leerlingen kunnen gericht waarnemen met al hun zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. 2.1 De leerlingen kunnen van technische systemen uit hun omgeving zeggen uit welke materialen of grondstoffen ze gemaakt zijn. 3.1* De leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit. 5.9* De leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders. 6.1 De lln. kunnen aan elkaar een te volgen weg tussen twee plaatsen in de eigen gemeente of stad beschrijven. Ze kunnen deze reisweg ook aanduiden op een plattegrond. Leerplan: 0.1 Kinderen willen meer te weten komen over de wereld in al z n dimensies, hier en elders, vroeger en nu. 0.5 Kinderen werken samen. 0.9 Kinderen kunnen nauwkeurig waarnemen met al hun zintuigen Kinderen kunnen informatie ordenen, rubriceren, classificeren Kinderen kunnen verslag uitbrengen over hun bevindingen. 1.2 Kinderen zien in dat mensen arbeid verrichten om in hun levensonderhoud te voorzien. 3.1 Kinderen zijn gevoelig voor en genieten van de muzische expressie in hun omgeving. 3.3 Kinderen merken verschillende schoonheidsaspecten op in hun omgeving. 4.2 Kinderen ontwikkelen vertrouwen in eigen mogelijkheden. 4.7 Kinderen kunnen respect en waardering opbrengen. 4.9 Kinderen kunnen leiding volgen of meewerken. 51

52 4.10 Kinderen kunnen leiding geven Kinderen kunnen hulp vragen en zorg aanvaarden, door op een beleefde manier iets te vragen, dankbaarheid te tonen tegenover ieder die hen helpt, etc. 5.6 Kinderen zien in dat samenleven het naleven van allerhande omgangsvormen, leefregels en afspraken veronderstelt en kunnen zich daaraan houden Kinderen zien in dat mensen, dieren, planten, objecten, opvattingen, structuren evolueren in de tijd Kinderen zijn nieuwsgierig naar de historische ontwikkeling van mensen, voorwerpen, systemen, etc zoals feesten, woning- en andere bouwsels. 9.8 Kinderen kunnen zich vlot in de ruimte oriënteren Kinderen kunnen plaatsen en gebeurtenissen waar ze kennis mee maken vlot op een passende kaart of plattegrond terugvinden Kinderen bewegen zich op een verantwoorde manier en dragen zo bij tot de eigen veiligheid en die van anderen. Nederlands: tb Nadenken over het gebruik van standaardtaal, regionale en sociale taalvariëteiten en in hun omgeving voorkomende talen en daarbij de termen dialect, vreemde taal, Nederlands, en moedertaal gebruiken. Handboek: Auteur, Titel, Plaats, Uitgever, Jaar, Druk: / Andere: Eigen inbreng Brochure Kartuizerwandeling, uitgegeven door gemeente Herne Excursiebundel Wetteren, via Toledo Bijlagen / Benodigdheden (ingevulde werkbladen, bordschema, ): - Infokaartjes voor de leerlingen - Werkbundels - Balpennen - Dik touw voor het touwtrekken - Verf, aangekochte planten Reflectie vooraf: De leerlingen kregen al heel wat les over het erfgoed in Herne en wonen waarschijnlijk allen in de buurt, dus zullen ze vast geen problemen hebben met het terugvinden van bepaalde elementen tijdens de excursie. Doordat de leerlingen vertrouwd zijn met de buurt zou het kunnen dat ze soms voorop gaan lopen, maar let toch steeds 200% op de veiligheid! 52

53 Fase 1: Organisatie (timing: 20min.) Doelstelling(en): Zich verantwoord gedragen buiten de school bij het uitleggen van verschillende opdrachten. Een uitgestippelde weg op voorhand analyseren. Inhoud: Uitleg verschillende opdrachten onderweg (zie volgende fasen) Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): De leerlingen worden in groepjes van drie of vier verdeeld, maar de volledige klas blijft uiteraard wel samen. De klas wordt verdeeld aan de hand van erfgoedkaartjes. Elke leerling krijgt een kaartje waarop een erfgoedmonument uit Herne te zien is. De leerlingen met hetzelfde kaartje vormen een groepje. Onderweg zullen allerlei erfgoedmonumenten bezocht worden en zullen verschillende opdrachten moeten worden uitgevoerd. Elke opdracht wordt mondeling en klassikaal overlopen. (Zie volgende fases) De route die zal worden gevolgd wordt reeds in deze fase bekeken. Nadien krijgen twee leerlingen een routekaartje. Zij zullen de rest van de klas begeleiden bij het volgen van de juiste weg. Nadien krijgen enkele leerlingen een infokaartje. Hierop staat telkens een bepaald erfgoed uit Herne waarbij wat info staat. Het is de bedoeling dat deze leerlingen goed opletten en wanneer ze dit tegenkomen lezen ze hun kaartje luidop voor. Media: - Erfgoedkaarten (symbolen) (kerk, molen, klooster, ) - Bundels voor de leerlingen - Infokaarten - Routeplan 53

54 Fase 2: VERTREKPUNT - PLAATS : Dorpsplein (timing:15min.) Doelstelling(en): Met verschillende zintuigen gericht waarnemen. Inhoud: Waar staan wij hier precies? (in Herne, in het centrum, op het dorpsplein, ) Welke vorm heeft dit dorpsplein? (vierkant) Waarom zou het deze vorm hebben? (compact, alles dicht bij elkaar, naar elkaar gericht) Wat is de functie ervan? (markt) Wat vindt hier plaats op dinsdagvoormiddag? (markt) Welke gebouwen zie je allemaal? (huizen, café, bank, frituur, gemeentehuis) Wat hoor je allemaal? (veel verkeer!, geen natuur, geen vogels e.d.) Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): De leerlingen staan samen met de leerkracht op het dorpsplein. Verschillende vragen worden gesteld. Ondertussen worden de antwoorden genoteerd in de werkbundel. Media: - Werkbundels Fase 3: OPDRACHT, Sint-Waltrusdismolen in de Rendriesstraat (timing: 10min.) Doelstelling(en): De Hernemolen benoemen als watermolen. Kenmerken van een watermolen opsommen. Inhoud: Leerling met infokaartje: De Sint-Waltrudismolen in de Rendriesstraat wordt ook de Hernemolen, of in de volksmond Molen van Looiken, genoemd. Een eerste vermelding van deze molen dateert uit Het was een middeleeuwse banmolen. Dit betekent dat de ondergeschikten verplicht waren hier hun graan te malen en een gedeelte hiervan af te staan aan hun leenheer. Welke soort molen is dit? (watermolen) (Dit wordt ook in de werkbundel genoteerd!) Hoe zie je dit? (kenmerken watermolen) Wie herinnert zich nog hoe men het beroep noemt van de persoon die de molen bedient? Wie weet nog hoe de andere twee watermolens van Herne heten? (Molen van Nerom en Boesmolen) In de werkbundel: Geef een andere naam voor deze molen. Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Bij aankomst aan de Hernemolen leest de leerling met het infokaartje eerst het stukje tekst voor. Nadien stelt de leerkracht enkele vragen. Media: - Infokaartje - Werkbundel 54

55 Fase 4: OPDRACHT, dialecten in de Scherpstraat (timing: 15min.) Doelstelling(en): Het dialect van Herne herkennen. Enkele woorden in het dialect van Herne verklaren in het Standaardnederlands. Inhoud: Woorden/zinnen in het dialect: - Das t prinsepoilsjte (Dat is het bijzonderste) - Zén skup afkosje (Weg gaan) - t keltj (Het is koud) - A eet den afgank (Hij heeft diarree) - A droetj lek ne noan op de kerktoere (Hij verandert constant van gedacht) - Jeirebees (Aardbei) - Kosjen (Kaatsen) - Vitjen (Biggetje) - Meln (Molen) - Maijeur (Burgemeester) - Sosje (Deken) - Jetjes (Erwten) - Jeirn (Herne) - Sjepong (Herenvest) - Joeremét (Jaarmarkt) Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): In de Scherpstraat wonen vele oudere mensen die het dialect van Herne goed onder de knie hebben. De leerlingen krijgen hier een lijst met allerlei woorden in het dialect. Ze mogen in deze straat gaan rondbellen bij de mensen om de betekenis van de woorden te weten te komen. De mensen in deze straat werden op voorhand reeds op de hoogte gebracht van de opdracht. Er wordt enkel gebeld aan de huizen van de mensen die akkoord gingen om te participeren. Media: - Werkbundel Fase 5: OPDRACHT, Boesmolen (timing: 25min.) Doelstelling(en): Aan de hand van verschillende zintuigen indrukken waarnemen en hierbij hun gevoelens uiten. Inhoud: Leerling met infokaartje: Eertijds was de graanwatermolen het bezit van het Kartuizerklooster. In 1219 wordt hij Bossemel genoemd. Dit verwijst naar een molen mel. In 1224 komt de naam Bosmolen voor. In 1228 kocht de abdij van Sint-Aubertus van Kamerijk de molen, maar hij brandde in 1580 af tijdens de godsdienstoorlogen. De molen werd gebouwd in 1753 en bleef in werking tot in Maak het muisstil. Wat horen jullie allemaal? (Geen auto s!, vogels, stromend water, wind, natuurlijke elementen) Wat zien jullie allemaal? (Vogels, insecten, waterrad, huis, ) 55

56 Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Bij aankomst aan de Boesmolen leest de leerling de tekst op het infokaartje voor. Nadien volgt een muzische activiteit. De Boesmolen is omgeven door een heel mooi stuk natuurgebied. Net zoals bij de eerste post gaan de leerlingen eens luisteren naar wat ze allemaal horen. Ook wordt er zeer gericht gekeken naar wat er allemaal te zien valt. Na het luisteren en het kijken gaan de leerlingen verven met planten. Verschillende materialen werden aangekocht en reeds op voorhand klaargezet. De leerlingen maken een schilderij dat hun gevoel uitdrukt bij wat ze hier gehoord en gezien hebben. Media: - Infokaartje - Aangekochte planten - Verschillende kleuren verf - Harde A3 bladen Fase 6: OPDRACHT, weide langs de Ninoofsesteenweg, Jaarmarkt (timing: 10min.) Doelstelling(en): Persoonlijke ervaringen met de jaarmarkt uiten. Samenwerken met klasgenoten om zo een doel te bereiken. Fair play. Inhoud: Wie weet wat er hier één maal per jaar wordt georganiseerd? (kermis, schoolfeest, kartuizerwandeling, jaarmarkt) Wie is er al eens naar de jaarmarkt geweest? Wat kan je er allemaal kopen? Wat kan je er bezichtigen? Welke activiteiten kan je allemaal meedoen? Activiteit: touwtrekken Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): De excursie loopt een stukje langs de drukke Ninoofsesteenweg, maar het is op de weide dat wordt halt gehouden. Aangekomen op de weide worden verschillende vragen aan de leerlingen gesteld. Eén van de activiteiten die zeer populair is op de jaarmarkt is het touwtrekken. De klas wordt in twee groepen verdeeld en de leerlingen gaan drie maal tegen elkaar touwtrekken. De groep die de meeste ronden kon winnen, wint het spel! Media: - Dik touw/koord 56

57 Fase 7: OPDRACHT, Stomme Kapel (timing: 15min.) Doelstelling(en): De Romeinse cijfers op een correcte manier gebruiken. Inhoud: Leerling met infokaartje: De Stomme Kapelle is gelegen in de onmiddellijke omgeving van het kartuizerklooster, meer bepaald langs de veldweg, ook Stomme ommegang genoemd, die de Kapellestraat met de Ninoofsesteenweg verbindt. Deze arduinen staakkapel werd gebouwd met de overblijfselen van het gastenkwartier van het Kartuizerklooster en dateert uit Dit jaartal is ook af te leiden uit het chronogram onder de nis, dat luidt als volgt: GhY Maghet spreckt Voor alle Uwe Dienaeren.. De optelsom brengt ons bij het bouwjaar. Als verklaring van de benaming Stomme Kapel doen meerdere anekdotes de ronde, de een al geloofwaardiger dan de ander Zo zou de naam verwijzen naar het feit dat de monniken van het Kartuizerklooster enkel op maandag een stilzwijgende wandeling werd toegestaan tot aan de kapel. Oefening: Bedenk zelf een zin waarin hoofdletters verklappen in welk jaar je geboren bent! Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Bij aankomst aan de kapel leest de leerling de tekst op het infokaartje voor. Nadien gaan de leerlingen in alle stilte, zoals de Kartuizers het vroeger ook deden, zelf een zin bedenken waarin hoofdletters staan. Het is de bedoeling dat de hoofdletters in hun zin hun geboortejaar aangeven. Media: - Infokaartje - Werkbundel Fase 8: OPDRACHT, Kartuizerklooster(timing: 30min.) Doelstelling(en): Respectvol omgaan met de eigendom van anderen. Op een correcte manier een gids volgen. Inhoud: Leerling met infokaartje: Het Kartuizerklooster van Herne is niet zomaar een herinnering aan de kartuizers die er van 1314 tot 1783 leefden. Het is van onschatbare waarde omdat het klooster van Herne het oudste in de Nederlanden is, en omdat de eerste Bijbelvertaling, van het Latijn naar het Nederlands, er heeft plaatsgevonden. Het Kartuizerklooster van herne kende een bovenlokale uitstraling en aanzien, en vervulde de functie van literair centrum in de Lage Landen. Het klooster bestaat niet meer sinds 1783, het gebouw uiteraard wel, maar de Hernenaars blijven trots op dit unieke erfgoedsymbool dat een essentieel deel is van wat hun gemeente blijvend authentiek maakt. Daarom worden gedurende 2014 de krachten gebundeld om met een waardige herdenking het respect voor dit unieke erfgoed zichtbaar te maken. Oefening: Duid op de plattegrond van het Kartuizerklooster aan wat nu nog steeds overblijft van het oorspronkelijke gebouw. 57

58 Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Aangekomen aan het Kartuizerklooster leest de leerling met het infokaartje over het klooster de tekst luidop voor. Nadien mag een leerling aanbellen aan het Kartuizerklooster. De leerkracht heeft op voorhand geregeld dat er een rondleiding zal plaatsvinden. De eigenaar van het gebouw heeft een lange pij aan zoals de monniken vroeger droegen en zal de leerlingen rondleiden door de verschillende gebouwen van het oorspronkelijke Kartuizerklooster. Media: - Infokaartje - Op voorhand overeenkomst met de eigenaar! Fase 9: OPDRACHT, Kerk (+ EINDE EXCURSIE) (timing: 25min.) Doelstelling(en): Bij verschillende voorwerpen oordelen of het gaat over erfgoed of niet. Materieel erfgoed kunnen onderscheiden van immaterieel erfgoed. Zich respectvol gedragen bij het bezoeken van de kerk. Inhoud: Leerling met infokaartje: Sint-Petrus en Pauluskerk De kerk van Herne werd opgetrokken in de 11 de en begin 12 de eeuw en is sinds 1937 een beschermd monument. De leisteen die gebruikt werd om de kerk te bouwen, is afkomstig uit de steengroeve van deelgemeente Sint-Pieters-Kapelle. De kerk kent romaanse stijl (middenschip en zijbeuk) en scheldegotiek (koor en toren). De kerk bevat tal van bezienswaardigheden waaronder de koorlambrisering, biechtstoel en communiebank; kerkmeesterbanken, lambrisering en biechtstoelen; kalkstenen doopvont met koperen deksel; beelden van Sint-Barbara, Sint-Elooi, Sint-Jan-De-Doper en Sint-Paulus; het pas gerestaureerde en veelzijdige Lonche-orgel en enkele schilderijen onder de toren die afkomstig zijn uit het verderop gelezen Kartuizerklooster. Oefening: - Bekijk onderstaande foto s en ga op zoek naar deze voorwerpen. - Wat is de naam van het voorwerp? - Gaat het hier over erfgoed? Zo ja, is het erfgoed materieel of immaterieel? Didactische werkvorm (leeractiviteit, organisatievorm): Bij aankomst aan de kerk, terug op het dorpsplein, wordt het laatste infokaartje over de Sint-Petrus en Pauluskerk voorgelezen. Dit gebeurt buiten voor de kerk. Nadien nemen de leerlingen hun werkbundel voor de laatste opdracht. Hierbij zijn de leerlingen verschillende foto s staan van voorwerpen die in de kerk voorkomen. Ze gaan op zoek naar deze voorwerpen in de kerk en schrijven er de juiste naam bij. Nadien gaan ze ook vermelden of het hierbij gaat over materiaal erfgoed, immaterieel erfgoed of geen erfgoed. Media: - Infokaartje - Werkbundel 58

59 4.8 Extra Erfgoeddag op school De Erfgoeddag die jaarlijks georganiseerd wordt is een zeer leerrijk initiatief voor jong en oud. Het is iets ideaal om een bezoekje te brengen met de lagere school. Jammer genoeg wordt de Erfgoeddag telkens op een zondag georganiseerd en is het onmogelijk om er als leerkracht met je klas naartoe te gaan. Daarom had ik het idee om een Erfgoeddag op school te organiseren. Hierbij zouden het hoofdzakelijk de leerlingen uit de derde graad zijn die iets voorbereiden voor de hele school en hierbij hun kennis overdragen aan de lagere graden in verband met erfgoed. Deze dag zou het slot zijn van een hele lessenreeks die doorgaat voor de volledige school. Waar? Bij ons op school! Waarom? Naar aanleiding van de erfgoeddag 2014 Wie? De leerlingen van het 5 de en 6 de leerjaar (3 de graad) begeleiden hoofdzakelijk deze dag, maar de informatie gaat uit naar de jongere kinderen. Wat? Toneelstukje De leerlingen uit de derde graad kunnen samen een toneelstuk voorbereiden over het erfgoed in Herne. Dit toneelstuk kan bijvoorbeeld gaan over het leven van de kartuizers in het Kartuizerklooster van vroeger. Ook de ommegang langs de stomme kapel zou perfect kunnen worden in scène gezet. Op deze manier leren de jongere kinderen op een leuke manier iets bij over hoe het vroeger was in hun dorp en hoe de kartuizers door het leven gingen! DVD met oorlogsgetuigenissen In de klas kan een hoekje voorzien worden met computers en hoofdtelefoons waar de leerlingen om beurten een kort fragmentje van de DVD bekijken met de oorlogsgetuigenissen van de mensen uit Herne. Op deze DVD zijn vijf Hernenaren te zien die vertellen over hun eigen belevenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Elk fragmentje duurt hoogstens twee à drie minuten. Nadien kunnen de leerlingen een tekening maken over hun gevoel bij het zien van het fragment of iets tekenen dat ze gezien of gehoord hebben. 59

60 Kaatssport Wat zeker niet mag ontbreken op de erfgoeddag is een spelletje kaatsen op de speelplaats! In competitievorm kunnen verschillende teams het tegen elkaar opnemen om zo uit te komen tot de uiteindelijk winnaar van het tornooi! Rollen omdraaien De leerlingen uit de derde graad kregen net voor deze erfgoeddag een hele lessenreeks over het erfgoed in Herne. Deze leerlingen kunnen nu ook zeker heel wat uitleg geven aan de jongere kinderen. De leerlingen uit de derde graad worden in groepjes verdeeld en kiezen elk een onderwerp. Zij worden de leerkrachten en gaan aan de leerlingen die in hun hoekje langskomen les geven over hun eigen stukje. Domino spelvorm In Herne zijn er ook nog steeds watermolens die tot het erfgoed behoren. Deze werden vroeger gebruikt voor het malen van graan, dus het proces van graan tot brood is zeker van belang om aan te leren aan de leerlingen. Aan de hand van een domino kunnen de leerlingen dit op een leuke manier in groep ontdekken. 60

61 5.Besluit Deze bachelorproef werd geschreven in het kader van de praktijk binnen het lager onderwijs. De onderzoeksvraag was Hoe erfgoed uit Herne integreren in de klaspraktijk? en hier werden verschillende lesvoorbereidingen rond uitgewerkt. Ik ging op zoek in verschillende bronnen, ging op gesprek bij verschillende mensen en trok zelf naar Herne om er het erfgoed op te snuiven. Hierdoor kwam ik tot een mooi eindresultaat en werd mijn onderzoeksvraag beantwoord. De eerste twee lesvoorbereidingen waren eerder algemeen en gingen over de definitie erfgoed, materieel en immaterieel erfgoed en Werelderfgoed. De derde les ging over de Sint-Petrus en Pauluskerk te Herne. De vierde lesvoorbereiding gaat volledig op de watermolens en de vijfde les over het Kartuizerklooster. Omdat deze bachelorproef niet enkel gaat over het materiële erfgoed in Herne werd de zesde les een doe-les. De kaatssport kwam hier aan bod. Als afsluiter van de hele lessenreeks voor de derde graad gingen de kinderen op excursie doorheen hun eigen dorp en leefomgeving. Deze bachelorproef kan een openbaring voor vele leerkrachten zijn en een grote hulp bij het geven van lessen over erfgoed. 61

62 6. Bijlagen In de lesvoorbereidingen komen verschillende werkbladen, foto s, instructiekaartjes voor die nodig zijn om de lessen in de praktijk goed te kunnen uitvoeren. Hier vind je per les de verschillende bijlagen die nodig zijn. De werkbladen die worden gebruikt in de verschillende lessen werden gebundeld in één werkbundel. Deze vind je achteraan de andere bijlagen. 6.1 Instaples erfgoed Bijlage 1: Verhaal Een koffer vol geheimen Toen ik klein was, speelden mijn zus, mijn neefjes, nichtjes en ik elke woensdagnamiddag na school bij mijn oma. We waren allen te samen wel met negen kinderen. Weet je waarom we zo graag bij mijn oma speelden? Mijn oma heeft een fantastisch groot huis met vele kleine kamertjes en hoekjes waar we ons goed konden verstoppen. Op een dag wilde ik mij verstoppen in de kast. Maar wanneer ik de kast opendeed, vond ik een geheimzinnige koffer. Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet de baas en deed de koffer open Er zaten allerlei vreemde spulletjes in. Sommige dingen waren echt geheimzinnig, andere zagen er grappig uit, andere een beetje griezelig. Maar ik kon echt niet raden wat de dingen waren en waarvoor ze dienden. Ik riep mijn zus, neefjes en nichtjes bijeen, en we probeerden te raden wat de dingen waren. We keken naar de kleur, de vorm, het gewicht, wat je ermee kon doen, We speelden het raadspelletje de hele namiddag. Plots hoorden we onder aan de trap mijn oma roepen: Waar blijven jullie? Spelen jullie nog altijd verstoppertje? Een beetje geschrokken probeerden we vlug alle spulletjes terug in de koffer weg te bergen. Maar daar hoorden we oma al de trap op komen. Ze kwam de kamer binnen en zag dat we de spulletjes in de kast hadden gevonden. Ze glimlachte en kwam bij ons zitten. Ah, jullie hebben mijn schatkist gevonden. Wat zijn al die spulletjes oma? Waarvoor dienen ze?, vroeg ik. Willen jullie dat echt weten? Dit is mijn schat. Maar oma, er zitten toch geen juwelen in!?!, zei ik verwonderd. Er zitten alleen rare dingen in. Aha, zei oma, die dingen zijn misschien niet veel geld waard, maar voor mij zijn ze héél belangrijk. Ik zou ze willen bewaren voor later. Ooit geef ik ze aan jullie. 62

63 Bijlage 2: Foto s van Herne, vroeger en nu Bijlage 3: Volksverhaal uit Herne Heksen In Herne woonde een echtpaar wiens kinderen allemaal stierven op de leeftijd van twee of drie maanden. Een meisje uit de buurt werd altijd gevraagd om de doodskist van het gestorven kindje naar het kerkhof te brengen. Op een dag werd dat meisje aangesproken door een vriendin, die zei: Als die oude vrouw nog langer in dat huis komt, dan zal daar geen enkel kind blijven leven. Die vrouw is namelijk een toveres. Het ging om een vrouw met grijze haren, die slecht was gekleed en die geen tanden meer had. Toen de ongelukkige dame uit Herne voor de vierde keer zwanger was, sprak ze tot haar man: Die vrouw komt hier niet meer binnen, want anders zullen al onze kinderen sterven. Men heeft de toveres bij haar eerst volgende bezoek buitengegooid. Het vierde kind is blijven leven. 63

64 6.2 Erfgoed van bij ons Bijlage 1: Foto s erfgoed uit Herne 64

65 Bijlage 2: Foto s oude spullen

66

67

68 6.3 Kerken en zijn objecten Bijlage 1: Sint-Petrus en Pauluskerk 68

69 6.4 Onze molens Bijlage 1: Boesmolen Bijlage 2: Hernemolen / Sint-Waltrudismolen 69

70 Bijlage 3: Molen van Nerom 70

71 6.5 Sport Kaatsen Bijlage 1: Extra informatie / Instructiefiche Het terrein is net als bij het traditionele spel 70m lang, maar met 20m wel een stuk breder. Het rechthoekige speelveld wordt door middel van een middellijn netjes in twee gelijke delen verdeeld. Op elke speelhelft bevindt zich een vierkantig opslagvak van 6 meter op 6 meter. Beide opslagvakken liggen op 12 meter van de middellijn. In geval van jeugdwedstrijden kan uiteraard best gekozen worden om het speelveld te verkleinen in functie van de leeftijdscategorie. Het spel kan gespeeld worden op diverse ondergronden : asfalt, gravel, gras,.... Het meest technische en spectaculaire spel is te spelen op gras. Teams Twee teams met elk vijf veldspelers en een wisselspeler nemen het elkaar op. De meest courante opstelling is met 2 keerders en 3 koordspelers. Materiaal Heel weinig materiaal is nodig om een wedstrijd te spelen. Handschoen zijn in deze discipline immers verboden, dus wordt gewoon met de blote hand of de vuist geslagen. De bal waarmee gespeeld wordt is een volledig afgepelde tennisbal. Spelwijze De opslager van de ploeg A bevindt zich in zijn eigen opslagvak en serveert de bal in het opslagvak van ploeg B waar de bal verplicht een stuit moet maken. De speler van ploeg B mag echter niet in zijn eigen opslagvak komen vooraleer de opgeslagen bal daarin gebotst is. Bij een slechte opslag krijgt de opslager een tweede kans. Indien hij ook die mist, gaat het punt naar de tegenstander. De middellijn dienst steeds als een soort van vaste kaats. De ploeg die er kan voor zorgen dat de bal voorbij de middellijn geraakt zonder dat de tegenstander deze kan terugspelen vooraleer de bal tweemaal botst of rolt, maakt een punt. Vandaar dat meestal 3 koordspelers aan de middellijn postvatten. Een bal over het plein slaan levert eveneens een punt op, maar dit is echter niet zo evident doordat met een grote bal en de blote hand wordt gespeeld. De bal is uit wanneer de zijlijnen worden geraakt. Spelers mogen pas het andere kamp betreden nadat de opgeslagen bal in het opslagvak van de tegenstander is gestuit. Het terrein verlaten langs de achterlijn is eveneens niet toegestaan. Langs de zijlijn mag men uiteraard wel het terrein verlaten om een bal te bespelen. Elk team slaat beurtelings op : van zodra een spel afgelopen is, gaat de opslag naar de tegenpartij. Alle spelers in een team slaan eveneens beurtelings op en die beurtrol blijft behouden gedurende de hele wedstrijd.opslagen mag zowel onder- als bovenhands. Puntentelling Men speelt naar 6 gewonnen spellen, met eenzelfde telling als in het traditionele kaatsen (15, 30, 40, spel). Iedere wedstrijd zijn 3 punten te verdelen. De winnaar gaat met minstens 2 punten naar huis. De verliezer behaalt één punt als hij minstens 3 spellen behaalt. Behaalt de verliezer minder dan 3 spellen, dan gaat het derde punt ook naar de winnaar. In geval van een competitie wordt het klassement opgemaakt op basis van het aantal gewonnen wedstrijden. Indien deze gelijk zijn tussen ploegen, wordt pas naar het puntentotaal gekeken. 71

72 6.6 Werkbundel Deze werkbundel is van:.. Erfgoed in Herne 72

73 Instaples Erfgoed Wat betekent het woordje erfgoed nu precies? Vervolledig de definitie. Erfgoed is - Iets wat mensen vinden om te bewaren. - Iets van., maar ook van vandaag! De dingen die wij uitkiezen om te bewaren voor in de toekomst, bepaalt wat de mensen later nog over ons zullen weten. - Dingen die we hebben. van vorige generaties. Unesco Wat is Unesco? Wat is het verschil tussen persoonlijke erfgoed en Werelderfgoed? Schrijf bij elke foto of het gaat over persoonlijk erfgoed of werelderfgoed. (Meerdere foto s mogelijk!!).. 73

74 Erfgoed van bij ons Op welke manier kan je meer informatie te weten komen over erfgoed uit Herne? Wat is het verschil tussen een digitale bron en een niet-digitale bron? Geef van elk een voorbeeld Erfgoed uit eigen dorp. Bekijk onderstaande foto s en verbind de juiste foto met de juiste uitleg. (Meerdere foto s mogelijk!!) De kaatssport is een spel dat in Herne nog veel wordt uitgeoefend. In andere dorpen is het niet meer gekend. In dit gebouw was er vroeger een echte molenaar aan het werk. Het diende hoofdzakelijk voor het malen van graan. Dit gebouw is het pronkstuk van Herne. Het is van heel ver zichtbaar. Deze kleine kapel was in de tijd van de kartuizers zeer belangrijk. Het was van grote waarde tijdens de Stille Ommegang. 74

75 Elk dorp heeft ook heel wat volksverhalen. Beluister de verhalen en geef antwoord op volgende vragen: Verhaal 1: Duivel - Weet jij waarom de duivel de ziel van het meisje wilde? Verhaal 2: Weerwolven - Volgens het verhaal kan de weerwolf enkel gedood worden door zijn voorhoofd te kwetsen. Als de weerwolf dan sterft, keert hij terug in zijn menselijke gedaante. Weet jij waarom men een weerwolf enkel kan laten bloeden op zijn voorhoofd? o Omdat men op het voorhoofd gedoopt wordt. o Omdat een weerwolf veel te harig is en het voorhoofd de enige kale plek is op zijn lichaam. o Omdat hij zo n groot voorhoofd heeft dat je er niet naast kan slaan. Verhaal 3: Toverheksen - Heksen probeerden vaak in de buurt van kinderen te komen. Weet jij waarom? Welke raad gaven ouders aan hun kinderen om zich te beschermen wanneer ze door een heks zouden worden aangeraakt? o Zeven teentjes knoflook eten. o De heks hoger raken, bijvoorbeeld aan haar hoofd wanneer zij je schouder raakte. o Driemaal de heks ronddraaien zodat ze duizelig zou worden. Wat is het grote verschil tussen materieel en immaterieel erfgoed? Wat kan je dan zeggen over de volksverhalen? 75

76 Bekijk onderstaande foto s. Gaat het hier over materieel of immaterieel erfgoed? Schrijf het juiste antwoord erbij. (Meerdere en verschillende foto s mogelijk!) o Materieel erfgoed o Immaterieel erfgoed o Materieel erfgoed o Immaterieel erfgoed o Materieel erfgoed o Immaterieel erfgoed o Materieel erfgoed o Immaterieel erfgoed 76

77 Kerken en zijn objecten Wat denk je? Wat is het eerste waar je aan denkt als je het woord kerk hoort? Maak er ook een tekening bij Hoeveel kerken zijn er in Herne denk je? Vind je dit veel? Waarom wel/niet? Weet jij waar deze kerken staan?

78 Wat denk jij dat er allemaal in een kerk gebeurt? Wat zou jij willen weten van mensen die naar de kerk gaan? Bedenk enkele vragen voor een mogelijk interview Wat zie je? Symbolen - Zoek op in het woordenboek wat het woord symbool betekent Omcirkel de symbolen die je kent en zet een sterretje bij de symbolen die horen bij de kerk. 78

79 - Dierensymbolen in de kerk! Wist je dat drie van de vier evangelieschrijvers als dier kunnen worden afgebeeld? Dat heeft te maken met hoe zij Jezus in hun bijbelboek beschrijven! Verbind de zinnen met het juiste dier. o Markus laat Jezus als koning zien. o Lukas laat Jezus als offer zien. o Johannes laat Jezus als God zien. - Onderstaande symbolen komen vaak voor in de kerk, ook in de kerk van Herne! Verbind de logo s met het juiste woord en de juiste uitleg. 79

80 Voorwerpen Het belangrijkste voorwerp in de kerk voor de christenen is het kruis. Door Jezus vernedering werd het kruis het symbool van lijden, maar door Jezus opstanding werd het ook het symbool van hoop en leven. - Denk jij dat het kruis ook als erfgoed kan aanzien worden? Waarom wel/niet? Duid op onderstaande kaart aan waar de Sint-Petrus en Pauluskerk zich precies bevindt. 80

81 Onze molens Verbind de spreekwoorden aan de passende uitleg. Een slag van de molen hebben. Wie eerst komt, eerst maalt. Niet iedereen over dezelfde kam scheren. Dat ligt me zeer zwaar. Dat ligt me als een molensteen op het hart. Niet goed wijs zijn. Gods molens maalt langzaam, maar zeker. Ieder preekt voor zijn eigen kapel t Is een schone dag, zei de mulder en t waaide. Hij werkt als een molenpaard. Degene die het eerste aankomen hebben voorrang. De (goddelijke) gerechtigheid doet zich tenslotte toch gelden. Niet alle mulders zijn dieven. Hij werkt zeer hard. Schrijf bij onderstaande molens of het gaat over een watermolen of een windmolen. (Meerdere foto s mogelijk). 81

82 Wat is het grote verschil tussen een watermolen en een windmolen? Wat was hoofdzakelijk vroeger het nut van de molens?

83 Werkblad computerklas: Techniek van een molen Vul onderstaande vragen in. - Waarmee gebeurt het malen van het graan? - Waarvoor dienen een graanzuiveren, een maïsbreker en pletmolen en een cylinderbuil? - Wat is het essentiële verschil tussen het malen met stenen en deze met walsen? - Waarvoor werd het stampkot oorspronkelijk gebruikt? Wat is er nu van geworden? - Wat is het grote verschil tussen een bovenslagmolen en een onderslagmolen? Duid het water aan op de prenten. 83

84 Het leven van een molenaar Lees onderstaande tekst en vul de bijhorende vragen in. Werk per twee. Leestekst: Het oude muldersberoep is op sterven na dood. Sinds de jaren 50 van de 20 ste eeuw is de overheersing door de industriële maalderijen een feit. Voor die tijd behoorden molenaarsfamilies dikwijls tot de betere klasse. Ze waren vaak eigenaar van hun molen en werkten als zelfstandige. Langer geleden, vanaf de middeleeuwen tot op het einde van de 18 de eeuw lag de werksituatie van de molenaar toch wel anders, zeker op het platteland. Daar was de molenaar een eenvoudige pachter, die de molen tijdelijk in pacht kreeg van de eigenaar: het rijke klooster, de abdij, de graaf of de baron. Werken met de molen in weer en wind was een zwaar karwei, terwijl een groot deel van de opbrengst naar de moleneigenaar ging. De molenaar bewerkte vaak noodgedwongen nog een lapje grond of verdiende thuis bij met spinnen of weven. In de steden, waar tientallen molens draaiden, waren de molenaars in gilden georganiseerd en behoorden ze wel tot de beter betaalde middenklasse. Om deze status te bereiken, moest men de ladder van leerling, over knecht tot meester-molenaar opklimmen. Korenmolenaars werden betaald met een scheploon: ze mochten een afgesproken schep van het meel voor zich houden. Vaak gaf de grootte van de schep aanleiding tot discussies: de boer zal altijd wel de indruk gehad hebben dat de zakken meel die hij terug kreeg lichter wogen dan de zakken graan die hij naar de molen gebracht had. De twijfelachtige reputatie van de molenaar werd hierdoor in de hand gewerkt en de molenaar werd in de volksmond voor dief uitgescholden. Werken met de molen om den brode was zowel in de stad als op het platteland ten allen tijde hard labeur. Men was immers afhankelijk van de natuurelementen wind en water. Bij voldoende wind moest men doorwerken, zelfs s nachts of op zondag, om de windstille dagen te compenseren. En ook een watermolen kan maar draaien als er voldoende water opgestuwd is, wat in droogteperiodes niet vanzelfsprekend is. Nachtwerk of malen op een (te) hoge windkracht hoorden erbij, maar schiepen ook grote risico s. een kleine onoplettendheid onder hoge werkdruk kon fataal zijn en zelfs de meest ervaren molenaar overkwam al eens een ongeval. Gelukkig was er meestal ook de molenaarsvrouw, die even behendig met de molenmachine kon werken als haar man. Dat was ook nodig, als de molenaar gaan ketsen was (het ophalen van graan en het terugbrengen van het maalgoed), als hij door ziekte of ongeval arbeidsongeschikt was of als de alcohol hem gevloerd had. Veel molenaarsweduwen slaagden er perfect in om het molenbedrijf na de dood van de molenaar voort te zetten, al dan niet geholpen door knechten of zonen. Vandaag worden de overgebleven molens in werking gebracht door vrijwillige molenaars. Regelmatig worden speciale cursussen georganiseerd om vrijwilligers tot ambachtelijke molenaars op te leiden. Molens zijn immers machines met vele houten onderdelen en die moeten blijven draaien om ze in goede conditie te (be)houden. 84

85 Waar of niet waar? Verbeter indien fout. - Het beroep van molenaar is nog steeds erg in! - Als molenaar verdiende je niet zoveel geld. Vaak hadden deze mensen nog een tweede beroep. - Molenaars waren zeer geliefd bij de andere inwoners in het dorp. - Vrouwen mochten in die tijd niet werken. Vaak zaten zij gewoon aan de haard. Vul onderstaande vragen in. - Wat betekent het woord pachter? Zoek het op in het woordenboek. - Wat betekent het woord scheploon? Zoek het op in de tekst. 85

86 Het Kartuizerklooster Het Kartuizerklooster werd opgericht in het jaar... Dit was in de historische periode:... Filmfragment - Wat is de naam van de film?... - Waar speelt het zich af?... - Hoe noemen we de mensen die er leven?... - Wat viel je op aan de klederdracht van de mensen? Waarom wordt er amper gesproken in de film? Wat is jouw gevoel hierbij?

87 De Kartuizers Leestekst: De orde der kartuizers is in 1084 gesticht door de heilige Bruno van Keulen. Drie eeuwen nadien verspreidde de orde zich tot in de Nederlanden, met als eerste stichting het klooster te Herne. Het Hernse kartuizerklooster werd opgericht door Wouter II van Edingen. Het is een orde van kluizenaars die toch in gemeenschap willen leven. Hun samenlevingsverbond is een compromis tussen afzondering (kluis) en gemeenschap. Zij verblijven alle dagen in afzondering, behalve op zondag. Er zijn maar weinig mensen die ooit een nog bewoond kartuizerklooster van binnen hebben gezien. De kartuizers hebben immers geen gastenverblijven, zoals benedictijnen of andere monniken die hebben. Je moet dus wel vermoeden een roeping voor het leven als kartuizer te hebben om er enige tijd op proef door te kunnen brengen. De kartuizers hebben de naam de strengst levende monniken van het Westerse kloosterwezen te zijn. Ze zetten nooit een stap buiten hun kloosters en schrijven hun eigen familie maar sporadisch. Dagelijks wordt er veel tijd besteed aan het koorgebed. Enkel op een wekelijkse wandeling en op feestdagen wordt er met elkaar gesproken. Op de andere dagen doen ze slechts een klein gedeelte van het dagelijkse programma samen. De rest van de tijd blijven ze in hun kluis. Het klooster kreeg meermaals hoog bezoek. In 1362 bezocht Jan van Ruusbroec het Kartuizerklooster, in 1476 waren Margaretha van York en Maria van Bourgondië er en in 1528 kwam zelfs de gravin van Vendôme op bezoek, Maria van Luxemburg. In 1580 werd het door Ninoofse protestanten geplunderd en in brand gestoken. Het nog bestaande gastenkwartier en de tiendenschuur werden begin 18 de eeuw heropgebouwd. Een kaart van de Kartuis in 1760 verraadt dat hier ooit een grote hoogstamboomgaard stond. Het klooster vormde ook het centrum van kopiisten en deed dienst als vertaalcentrum voor andere kloosters. De eerste vertaling van de bijbel uit het Latijn naar het Middelnederlands gebeurde bovendien in dit klooster. Deze vertaling gebeurde door de alomgekende Petrus Naghel in 1360, vandaar de naam van de bibliotheek in Herne. De vertaling van de bijbel is te vinden in de Koninklijke Bibliotheek van Brussel, maar werd helaas wel verspreid. Het Kartuizerklooster is nu enkel langs de buitenkant te bewonderen, want is niet langer in het bezit van de gemeente maar werd privébezit. 87

88 Beantwoord onderstaande vragen. - Door wie werd het klooster te Herne opgericht?.. - Als je weet dat het klooster in 2014 reeds 700 jaar bestond, in welk jaar werd het dan opgericht?.. Waar of niet waar? Verbeter indien nodig. - De bibliotheek van Herne is genoemd naar een persoon die op bezoek kwam in het Kartuizerklooster... - Kartuizers zijn een soort monniken... - Je kan het Kartuizerklooster vandaag de dag bezoeken... - De kartuizers leefden zeer vrij. Ze hadden veel contact met hun familie... 88

89 Sport in Herne Welke sport wordt hier gespeeld?.. Wat betekent het standbeeld?.... Zou jij deze sport willen beoefenen? Waarom wel/niet?

90 Excursie doorheen Herne Wandelroute 90

91 Vertrekpunt Waar staan wij hier precies? Welke vorm heeft het dorpsplein? Waarom zou het deze vorm hebben? Maak een schets. Wat is de functie van het plein? Wat vindt hier plaats op dinsdagvoormiddag?!! Duid het vertrekpunt aan op het kaartje bij Wandelroute. 91

92 Sint-Waltrudismolen (Rendriesstraat) Geef een andere naam voor deze molen. Welk soort molen is dit? 92

93 Dialecten in de Scherpstraat Geef van onderstaande Hernse woorden het correcte Standaardnederlands! o Das t prinsepoilsjte o Zén skup afkosje o t keltj o A eet den afgank o A droetj lek ne noan op de kerktoere o Jeirebees o Kosjen o Vitjen o Meln o Maijeur o Sosje o Jetjes o Jeirn o Sjepong o Joeremét

94 Duid de Boesmolen aan op het kaartje bij Wandelroute. Jaarmarkt! Stomme Kapel Bedenk zelf een zin waarin hoofdletters verklappen in welk jaar je geboren bent!.. 94

95 Het Kartuizerklooster Het Kartuizerklooster is nu niet langer een klooster, maar is in het privébezit van de eigenaar. Na de rondleiding kregen jullie een heel nieuw gedeelte van het gebouw te zien, maar van het oorspronkelijk gebouw zijn ook nog bepaalde delen overgebleven. Duid op onderstaande plattegrond aan welke delen van het klooster er nog steeds zijn. Weet je ook wat er in deze delen van het klooster gebeurde?

96 Sint-Petrus en Pauluskerk Ga in de kerk op zoek naar onderstaande foto s. Lees de plaatjes die erbij hangen om zo de naam te weten te komen en verwoord ook of het hier gaat over erfgoed of niet. Indien je te maken hebt met erfgoed vermeld je ook of het gaat over materieel of immaterieel erfgoed. (Meerdere foto s mogelijk! ) Naam:. Erfgoed: Foto schilderij De kruisweg Naam:. Erfgoed: Foto altaar Naam:. Foto brandblusapparaat Erfgoed: Naam:. Foto Jezus aan het kruis Erfgoed: Naam:. Erfgoed: Naam:. Erfgoed: Foto schilderij Het laatste avondmaal (Denk aan de gebeurtenis, niet het schilderij zelf!) Foto orgel 96

BACHELORPROEF. Hoe erfgoed uit Herne integreren in de klaspraktijk? Promotor: Alain Vermeire en Karen Van Buggenhout

BACHELORPROEF. Hoe erfgoed uit Herne integreren in de klaspraktijk? Promotor: Alain Vermeire en Karen Van Buggenhout BACHELORPROEF C A M P U S D I R K M A R T E N S K W A L E S T R A A T 154 9 3 2 0 A A L S T T EL: 053-72 71 70 Onderwijsgroep Professionele Opleidingen Studiegebied Onderwijs Academiejaar 2013-2014 Erfgoed

Nadere informatie

Woensdag 6 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Erfgoeddag 11e editie Armoe troef

Woensdag 6 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Erfgoeddag 11e editie Armoe troef Woensdag 6 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Erfgoeddag 11e editie Armoe troef (enkel het gesproken woord telt) Dames en heren, Welkom op de persconferentie

Nadere informatie

LESVOORBEREIDING nr: 18

LESVOORBEREIDING nr: 18 Professionele Bachelor Lager Onderwijs Brusselstraat 48 2018 Antwerpen ( 03 613 14 66 http://praktijkweb.kdg.be LESVOORBEREIDING nr: 18 naam: Peggy Van Rompaey doestage: 2 opleidingsgroep : PBLO school:

Nadere informatie

GENTMOMENTEN. lessenreeks n.a.v. de stadsklassen 21 tot 23 april 2009

GENTMOMENTEN. lessenreeks n.a.v. de stadsklassen 21 tot 23 april 2009 GENTMOMENTEN lessenreeks n.a.v. de stadsklassen 21 tot 23 april 2009 Overzicht van de verschillende Gentmomenten. 1. Pointillisme in de drie hoofdkleuren op zwartwitfoto s van Gent 2. Wat zegt Gent ons

Nadere informatie

BROCHURE KARTUIZERWANDELING

BROCHURE KARTUIZERWANDELING BROCHURE KARTUIZERWANDELING Erfgoeddag Herne 27 april 2014 PRAKTISCH Parkeergelegenheid: Centrum Herne Kaatsplein OPGELET: gevaarlijke oversteekplaats Ninoofsesteenweg! KK = KARTUIZERKLOOSTER PC = PAROCHIAAL

Nadere informatie

Erfwat? Erfgoed! Lerarenhandleiding

Erfwat? Erfgoed! Lerarenhandleiding Erfwat? Erfgoed! Lerarenhandleiding Algemene inleiding Erfgoed staat voor alles wat we overerven van vorige generaties én het bewaren waard vinden. Het is zoveel meer dan duffe archiefstukken en kunstwerken.

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier Lerarenopleiding Thomas More Kempen Campus Turnhout Campus Blairon 800 2300 Turnhout Tel: 014 80 61 01 Fax: 014 80 61 02 Campus Vorselaar Lepelstraat 2 2290 Vorselaar Tel: 014 50 81 60 Fax: 014 50 81 61

Nadere informatie

1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader

1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader 1. Kennis en Inzicht 1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader 1. verduidelijken de begrippen generatie, decennium, eeuw, millenium aan de hand van historische evoluties, vertrekkend

Nadere informatie

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Jaarplan GESCHIEDENIS Algemene doelstellingen Eerder gericht op kennis en inzicht 6 A1 A2 A3 A4 A5 Kunnen hanteren van een vakspecifiek begrippenkader en concepten, nodig om zich van het verleden een wetenschappelijk

Nadere informatie

Erfgoedonderwijs. 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren. 4. Erfgoed in de klas voorbeelden

Erfgoedonderwijs. 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren. 4. Erfgoed in de klas voorbeelden Erfgoedonderwijs 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren 4. Erfgoed in de klas voorbeelden ERFGOED DOEN! Wat is erfgoed? Wat is erfgoed? Definitie Materiële

Nadere informatie

Drents Archief. Het meisje met de hoepel. Groep 2 Thema-overzicht

Drents Archief. Het meisje met de hoepel. Groep 2 Thema-overzicht Drents Archief Het meisje met de hoepel Groep 2 Thema-overzicht Thema-overzicht Het meisje met de hoepel Groep 2 Drents Archief Kern van het thema Een beeld vertelt een verhaal. Om het verhaal te kunnen

Nadere informatie

Het is een wonder! Onderwijsprogramma over de Heilig Bloedprocessie van Boxtel groep 5-6 en groep 7-8 primair onderwijs.

Het is een wonder! Onderwijsprogramma over de Heilig Bloedprocessie van Boxtel groep 5-6 en groep 7-8 primair onderwijs. Het is een wonder! Onderwijsprogramma over de Heilig Bloedprocessie van Boxtel groep 5-6 en groep 7-8 primair onderwijs Beknopte versie 1 Inhoudsopgave Doelgroep... 2 Algemene leerdoelen...2 Opzet van

Nadere informatie

Les 5 : eigen familiegeschiedenis

Les 5 : eigen familiegeschiedenis LES 5 Les 5 : eigen familiegeschiedenis Achtergrondinformatie leerkracht: In deze les zoomen we in op de eigen familiegeschiedenis. Tijdens de eerste les kregen de leerlingen de opdracht zelf informatie

Nadere informatie

Archeologie op school. Handleiding voor de leerkracht

Archeologie op school. Handleiding voor de leerkracht Archeologie op school Handleiding voor de leerkracht 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Aan de slag: verkorte handleiding 4 3. Verantwoording 5 Archeologie en erfgoededucatie 5 Kerndoelen 5 Didactisch concept

Nadere informatie

Thema kinderportretten

Thema kinderportretten Thema kinderportretten Les 3: In dialoog met een kinderportret Lestitel: In dialoog met een kinderportret Leerdomein: spreken, drama, wereldoriëntatie Lesduur: 50 minuten Leerplandoelen Leerplan wereldoriëntatie

Nadere informatie

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Toon Steenssens UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding Vestiging Heverlee Hertogstraat 178, 3001 Heverlee Tel. +32 16 37 56 00 Vakkencombinatie: Aardrijkskunde

Nadere informatie

Over taaie taboes en lastige liefdes

Over taaie taboes en lastige liefdes Seksuele diversiteit graad 3 Lesvoorbereiding Over taaie taboes en lastige liefdes Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print het artikel Huwelijken

Nadere informatie

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Mentor Datum Groep Aantal lln

Mentor Datum Groep Aantal lln Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Rachel van der Pijl P14EhvADT De Springplank. Eindhoven

Nadere informatie

VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS

VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS VAK: GESCHIEDENIS Dit is een vakfiche voor alle studierichtingen 3 de graad bso. Let op: de inhoud van een vakfiche wordt jaarlijks aangepast. Deze vakfiche

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader). De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C

Nadere informatie

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

LESVOORBEREIDING nr: 7

LESVOORBEREIDING nr: 7 Professionele Bachelor Lager Onderwijs Brusselstraat 48 2018 Antwerpen ( 03 613 14 66 http://praktijkweb.kdg.be LESVOORBEREIDING nr: 7 naam: Peggy Van Rompaey & Nikki Graff doestage: 2 opleidingsgroep

Nadere informatie

Timing: 50 min. Graad: 1-2. Leerplandoelen: VVKBAO:

Timing: 50 min. Graad: 1-2. Leerplandoelen: VVKBAO: Graad: 1-2 Timing: 50 min. Leerplandoelen: VVKBAO: WO TE 6.18 Kinderen kunnen met techniek omgaan in verschillende toepassingsgebieden. WO TE 6.18.1 Dat houdt in dat ze technische realisaties uit verschillende

Nadere informatie

primair onderwijs groep 4 en 8 samen Mijn verhaal van Brabant docentenhandleiding

primair onderwijs groep 4 en 8 samen Mijn verhaal van Brabant docentenhandleiding primair onderwijs groep 4 en 8 samen Mijn verhaal van Brabant docentenhandleiding Inhoud Een doorlopende leerlijn erfgoededucatie 3 Leerdoelen 6 Voorbereiding op het museumbezoek 7 De museumles Mijn verhaal

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

INHOUD DE TIJDSWINKEL. groep 3-4 HOE MENSEN IN VERSCHILLENDE TIJDEN LEVEN

INHOUD DE TIJDSWINKEL. groep 3-4 HOE MENSEN IN VERSCHILLENDE TIJDEN LEVEN ERFGOEDEDUCATIE Het zinvol beleven van het erfgoed is een centraal begrip in de didactiek voor erfgoededucatie. Het werken met het erfgoed wordt gestuurd door het stellen van betekenisvolle vragen. De

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP Student: Charlotte De Baere.. Studietrajectbegeleider: Hilde Van Dael Mentor : Kim Van Cutsem FLLLEX: traject 2.2: student met bachelor-

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP Katholieke Hogeschool Leuven Departement Lerarenopleiding Professionele bachelor in onderwijs: lager onderwijs Campus Heverlee Hertogstraat

Nadere informatie

Lesbrief: Feest! Thema: Mens & Dienstverlenen in de Toekomst

Lesbrief: Feest! Thema: Mens & Dienstverlenen in de Toekomst Lesbrief: Feest! Thema: Mens & Dienstverlenen in de Toekomst Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Zoveel culturen zoveel feesten! Overal op de wereld worden er

Nadere informatie

Begeleidende uitleg voor de leerkracht:

Begeleidende uitleg voor de leerkracht: TITEL ACTIVITEI T + beschrijving: Kennismaken met het huis van God 2 e graad In deze les gaan we dieper in op het grondplan van een kerk en bekijken de leerlingen de belangrijkste plaatsen in de kerk.

Nadere informatie

Doe-het-zelfpakket: geschiedenis

Doe-het-zelfpakket: geschiedenis Zelfstandig bezoek groep 3-4 Kunnen de leerlingen de overeenkomsten en verschillen ontdekken met het heden? Wat is er zo bijzonder dat het voor altijd in het museum moet worden bewaard? En wat vinden de

Nadere informatie

Klasbezoek bibliotheek 2de-3de kleuter

Klasbezoek bibliotheek 2de-3de kleuter Klasbezoek bibliotheek 2de-3de kleuter De bib is een bos. In groep volgen we een spoor van blaadjes langs verschillende plaatsen in de bib. We leren het reglement kennen en aan de hand van voorwerpen ontdekken

Nadere informatie

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding In de lesbrieven van het thema Aan het werk hebben jullie

Nadere informatie

Werken met tradities. Uw project voor. Erfgoedspoor: 3. Toelichting. invul-lesmodel. Titel van het project: 1. Leerjaar:

Werken met tradities. Uw project voor. Erfgoedspoor: 3. Toelichting. invul-lesmodel. Titel van het project: 1. Leerjaar: Werken met tradities invul-lesmodel Werken met is een (digitale) serie lesmodellen waarmee erfgoedinstellingen gemakkelijk hun eigen project voor Erfgoedspoor kunnen samenstellen. Op de volgende pagina

Nadere informatie

Regionale infosessie Erfgoeddag 2016 Rituelen

Regionale infosessie Erfgoeddag 2016 Rituelen Regionale infosessie Erfgoeddag 2016 Rituelen Erfgoeddag? Erfgoeddag 2016 Rituelen Van idee naar activiteit Hoe inschrijven? Promotiemateriaal Belangrijke data welkomsritueel Rhoussoul, Foto: Cigdem Yuksel,

Nadere informatie

Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children

Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children Wat is aanvaardbaar? Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children Leeftijd: 6-9 jaar; 9-12 jaar Duur: 60 min. Doelen Kinderen discussiëren over gedrag en houdingen. Wat

Nadere informatie

Liefde, voor iedereen gelijk?

Liefde, voor iedereen gelijk? Seksuele diversiteit graad 2 Lesvoorbereiding Liefde, voor iedereen gelijk? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print de verhalen 'Het geheim van Mirjam'

Nadere informatie

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties voor

Nadere informatie

OPDRACHT 1 Jaarwerk maken over landen

OPDRACHT 1 Jaarwerk maken over landen OPDRACHT 1 Jaarwerk maken over landen Jullie gaan proberen een actueel jaarwerk te maken. Je werkt individueel. De bedoeling is dat je je favoriete reisbestemming vindt. Hieronder vind je alles wat er

Nadere informatie

;k;lk. Les 1 Verschillende soorten nieuws

;k;lk. Les 1 Verschillende soorten nieuws Les 1 Verschillende soorten nieuws Voorbereiding: U kunt zich aanmelden voor de Nieuwsservice op http://www.nieuwsindeklas.nl/mijn-account/bestellingen en kosteloos dagen weekbladen aanvragen. Deze krijgt

Nadere informatie

Stappenplan: een spreekbeurt maken

Stappenplan: een spreekbeurt maken Stappenplan: een spreekbeurt maken 1. Dit weet ik al! Dit wil ik nog te weten komen! Maak op een kladblad een woordspin over het onderwerp. Ik noteer sleutelwoorden Schrijf onder je woordspin vragen die

Nadere informatie

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten. Werkvorm 1 Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten. Stap 2 Vervolgens formuleren ze vragen over wat ze

Nadere informatie

Wie ben jij? HANDLEIDING

Wie ben jij? HANDLEIDING HANDLEIDING Wie ben jij? Korte omschrijving lesactiviteit Iedereen legt vijf vingers op tafel. Om de beurt vertel je iets over jezelf, waarvan je denkt dat het uniek is. Als het inderdaad uniek is, dan

Nadere informatie

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? 1.1 Algemeen

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? 1.1 Algemeen Coöperatief leren 1 Bij MOVO en ICO gaat het niet alleen om het verwerven van kennis over andere culturen maar vooral om het ontwikkelen van overtuigingen, attitudes en vaardigheden. Belangrijk is dus

Nadere informatie

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Evaluatierapport Workshop ADHD Fontys PABO Limburg Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Inhoudsopgave Pag. 1. Inleiding 2 2. Deelnemers/respondenten 2 3. Opzet en inhoud evaluatie 2 4. Resultaten 2

Nadere informatie

Tradities verbonden aan de kerk Kansen en uitdagingen van immaterieel cultureel erfgoed

Tradities verbonden aan de kerk Kansen en uitdagingen van immaterieel cultureel erfgoed Tradities verbonden aan de kerk Kansen en uitdagingen van immaterieel cultureel erfgoed Dinsdag 25 april 2017 Elzenveld Woensdag 26 april 2017 Vormingscentrum Guislain Julie Aerts Wat is immaterieel cultureel

Nadere informatie

De Romeinen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/40999

De Romeinen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/40999 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Wassink 16 January 2013 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/40999 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

De Kunstenaar. Korte lessenserie bij het gelijknamige prentenboek. Doelgroep Groep 6-8. Leerdoelen

De Kunstenaar. Korte lessenserie bij het gelijknamige prentenboek. Doelgroep Groep 6-8. Leerdoelen De Kunstenaar Korte lessenserie bij het gelijknamige prentenboek Doelgroep Groep 6-8 Leerdoelen De leerlingen ontdekken via een spiegelverhaal kernmomenten uit de christelijke traditie en kunnen verwoorden

Nadere informatie

Steekkaart: nummer 1W

Steekkaart: nummer 1W Steekkaart: nummer 1W Onderwerp Kennis maken met de eigen emoties en die van anderen Leeftijd/Doelgroep 1 e leerjaar Leergebied Wereldoriëntatie Tijdsduur 50 minuten Beschrijving In deze les leren de jonge

Nadere informatie

Voedsel onder de loep

Voedsel onder de loep Voeding graad 2 Lesvoorbereiding Voedsel onder de loep Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les Print het krantenartikel 'Voeding kan de aarde redden' 1

Nadere informatie

Lesfiche 2. Rooms-katholieke godsdienst

Lesfiche 2. Rooms-katholieke godsdienst Lesfiche 2 Vakgebied: Rooms-katholieke godsdienst Thema: De advent Omschrijving onderwerp: - De symboliek van de adventskrans wordt herhaald. - Jezus is een licht voor andere mensen. Hoofddoel: Verwoorden

Nadere informatie

Leerplan VVKBaO. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Leerplan VVKBaO. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen 2014 2015 Leerplan VVKBaO Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen THOMAS MORE KEMPEN VORSELAAR INHOUDSOPGAVE 1 Wereldoriëntatie...

Nadere informatie

[DE BASILIEK VAN KOEKELBERG]

[DE BASILIEK VAN KOEKELBERG] 1 e graad secundair onderwijs Naam:... NATIONALE BASILIEK VAN HET HEILIG HART KOEKELBERG [DE BASILIEK VAN KOEKELBERG] Met dit boekje kan je zelfstandig of in groep kennismaken met de basiliek. 2 Hoe ga

Nadere informatie

Lesvoorbereiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Lesvoorbereiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Lesvoorbereiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Naam Stijn Convents Cluster Muzikale opvoeding - Godsdienst Groep 17 Academiejaar Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg

Nadere informatie

DE RODE DRAAD VAN TWENTE

DE RODE DRAAD VAN TWENTE groep ERFGOEDEDUCATIE Het zinvol beleven van het erfgoed is een centraal begrip in de didactiek voor erfgoededucatie. Het werken met het erfgoed wordt gestuurd door het stellen van betekenisvolle vragen.

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS LAGER ONDERWIJS flexibel traject LESONTWERP Naam Ingrid Ghyselinck UC Leuven Limburg Departement Lerarenopleiding Professioneel gerichte bachelor in het onderwijs-

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS LAGER ONDERWIJS

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS LAGER ONDERWIJS + PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS LAGER ONDERWIJS LESONTWERP naam datum indienen (in te vullen door klasmentor) handtekening klasmentor eventuele reden uitstel David Janssens klas DLO FLLLEX 2.1

Nadere informatie

GROEP 5/6. Fresco s in Raalte, Plaskerk

GROEP 5/6. Fresco s in Raalte, Plaskerk GROEP 5/6 Fresco s in Raalte, Plaskerk INHOUD Met de leerlijn komen leerlingen van groep 1 t/m 8 in het basisonderwijs structureel in aanraking met het lokale erfgoed en de bijbehorende verhalen, krijgen

Nadere informatie

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal

Nadere informatie

Tuin van Heden kleuters (4-jarigen en 5-jarigen) Werken met kunst in de kerstperiode

Tuin van Heden kleuters (4-jarigen en 5-jarigen) Werken met kunst in de kerstperiode Tuin van Heden kleuters (4-jarigen en 5-jarigen) Werken met kunst in de kerstperiode Beleving Kleuters worden in hun omgeving overal geconfronteerd met de commerciële uitingen van het kerstfeest: de versierde

Nadere informatie

Letterenhuis. Inspiratie OVERAL! MET ISH AIT HAMOU ALS AMBASSADEUR INSPIRATIE. Workshop voor 3de graad TSO/BSO. Info voor de leerkracht

Letterenhuis. Inspiratie OVERAL! MET ISH AIT HAMOU ALS AMBASSADEUR INSPIRATIE. Workshop voor 3de graad TSO/BSO. Info voor de leerkracht Letterenhuis Inspiratie OVERAL! MET ISH AIT HAMOU ALS AMBASSADEUR INSPIRATIE Workshop voor 3de graad TSO/BSO Info voor de leerkracht Het Letterenhuis Het Letterenhuis bewaart de archieven van schrijvers

Nadere informatie

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen 2014 2015 Leerplan OVSG Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen THOMAS MORE KEMPEN VORSELAAR INHOUDSOPGAVE 1 Wereldoriëntatie...

Nadere informatie

doekaart: Het MuseuM (afspraken)

doekaart: Het MuseuM (afspraken) doekaart: Het MuseuM (afspraken) Een museum is een plek waar kunst bewaard wordt en getoond. Aan de muur hangen schilderijen, in vitrines liggen voorwerpen en op sokkels staan beelden. De kostbare kunstwerken

Nadere informatie

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens. Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Arne Wagemans Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: Aardrijkskunde Geschiedenis Stagebegeleider

Nadere informatie

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers bijlage 6 2 Theorie Aidan Chambers wil met de Vertel eens-aanpak kinderen helpen goed te praten over wat zij hebben gelezen en goed naar elkaar te leren luisteren.

Nadere informatie

Ik geloof dus ik ben?

Ik geloof dus ik ben? Ik geloof dus ik ben? Naar: Bord vol kinderrechten Oh my god (UNICEF België) Leeftijd: 6 tot 9 jaar Duur: 2x 50 min. Doelen De kinderen weten dat er verschillende soorten geloof in de wereld zijn De kinderen

Nadere informatie

Motieven 1: Een wereld

Motieven 1: Een wereld Motieven 1: Een wereld Doelstellingen: Doel eerste subthema Een wereld om vrij te zijn De catechisanten leren inzien dat vrijheid in Bijbelse zin bij het leven van mensen hoort en ze vormen een mening

Nadere informatie

De auto s van de toekomst Handleiding leerkracht

De auto s van de toekomst Handleiding leerkracht De auto s van de toekomst Handleiding leerkracht Aantal lestijden: ± 5 Graad: 2 e Jaar: 1 e en 2 e Gelinkte vakken: aardrijkskunde, biologie, chemie, Nederlands, economie, P.O. 1. Korte inhoud De titel

Nadere informatie

Educatieflyer Stadsmuseum Zoetermeer

Educatieflyer Stadsmuseum Zoetermeer Educatieflyer 2018-2019 Stadsmuseum Zoetermeer Inleiding Met veel plezier bieden wij u het educatie-overzicht Primair Onderwijs van het Stadsmuseum Zoetermeer voor het schooljaar 2018-2019 aan. Een programma

Nadere informatie

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties voor

Nadere informatie

Login eduroam. r0xxxxxx@student.kuleuven.be. (Gebruik je studentennummer en KU Leuven-paswoord)

Login eduroam. r0xxxxxx@student.kuleuven.be. (Gebruik je studentennummer en KU Leuven-paswoord) Login eduroam r0xxxxxx@student.kuleuven.be (Gebruik je studentennummer en KU Leuven-paswoord) Onthaal 2015-2016 BACHELOR GESCHIEDENIS OPBOUW PROGRAMMA/MOTIVATIE Kennismaking Monitoren Charlotte Verrydt

Nadere informatie

Portfolio 2014 / 2015 CKV Voor klas 3

Portfolio 2014 / 2015 CKV Voor klas 3 Portfolio 2014 / 2015 CKV Voor klas 3 Naam: Klas: Inleiding Dit is jouw persoonlijke CKV-portfolio, waarmee je het onderdeel CKV in het derde en vierde leerjaar afrondt. CKV is een wettelijk verplicht

Nadere informatie

STOOM, MACHINES EN ARBEIDERS

STOOM, MACHINES EN ARBEIDERS ERFGOEDEDUCATIE Het zinvol beleven van het erfgoed is een centraal begrip in de didactiek voor erfgoededucatie. Het werken met het erfgoed wordt gestuurd door het stellen van betekenisvolle vragen. De

Nadere informatie

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Zonder dat we het door hebben worden we steeds asocialer. Dit

Nadere informatie

TRAINING LEVENSBESCHOUWELIJK DENKEN EN COMMUNICEREN

TRAINING LEVENSBESCHOUWELIJK DENKEN EN COMMUNICEREN TRAINING LEVENSBESCHOUWELIJK DENKEN EN COMMUNICEREN Doelen De student kan levensbeschouwelijk denken over gewone dingen van het leven. De student wordt zich bewust van zijn eigen levensbeschouwing en kan

Nadere informatie

Steekkaart: nummer 2W

Steekkaart: nummer 2W Steekkaart: nummer 2W Onderwerp Veranderingsverschijnselen bij stoffen vaststellen en vastleggen met het digitaal fototoestel Leeftijd/Doelgroep 2 e leerjaar Leergebied Wereldoriëntatie Tijdsduur 50 minuten

Nadere informatie

Het mysterie van ons bord

Het mysterie van ons bord Voeding graad 1 Het mysterie van ons bord Lesvoorbereiding Print Simon de kleine detective uit. Verzend de mail naar je eigen mailadres en laat deze dan op het smartboard zien (zonder de afzender te laten

Nadere informatie

FRUIT VAN BIJ ONS! LEKKER BEZIG. Kort lesoverzicht

FRUIT VAN BIJ ONS! LEKKER BEZIG.   Kort lesoverzicht ONDERBOUW Kort lesoverzicht Voortaak Fruit meebrengen van thuis Instap 25 Smaakt het zoet of zuur? Fruitproeverij Kern 25 Fruit van bij ons Actieve inoefening Uitbreiding 25 Inheemse of uitheemse fruitsoorten

Nadere informatie

You ve got mail. Nr. Thema Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Leergebied

You ve got mail. Nr. Thema Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Leergebied 3.2 You ve got mail Nr. Thema Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Leergebied 3.2 Taal & Cultuur 6 12 j. Klasgesprek Groepswerk 50 Computers Internetverbinding Nederlands Wereldoriëntatie ICT Leren leren Sociale

Nadere informatie

Perspectief 3 e editie 3 / 4 VMBO Project Doorgeven

Perspectief 3 e editie 3 / 4 VMBO Project Doorgeven Perspectief 3 e editie 3 / 4 VMBO Project Doorgeven 0. Start In dit project ga je aan de slag met verschillende manieren en vormen van doorgeven. Wat heb je zelf van huis uit meegekregen? En wat mogen

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier Lerarenopleiding Thomas More Kempen Campus Turnhout Campus Blairon 800 2300 Turnhout Tel: 014 80 61 01 Fax: 014 80 61 02 Campus Vorselaar Lepelstraat 2 2290 Vorselaar Tel: 014 50 81 60 Fax: 014 50 81 61

Nadere informatie

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud Plannen en evalueren van een activiteit Inhoud Doelgroep Vakgebied Duur Materialen Doelen In deze les moeten de leerlingen in groep een bepaalde activiteit voorbereiden. Dit kan bijvoorbeeld het organiseren

Nadere informatie

Maak zelf geld. Lesvoorbereiding. Verwondering. Kennis

Maak zelf geld. Lesvoorbereiding. Verwondering. Kennis Geld graad 1 Lesvoorbereiding Maak zelf geld Print 1 keer het verhaal Isaura s droom, Toon Isaura's foto op het smartboard Print de Braziliaanse munt, de real uit. Verwondering Lees het verhaal Isaura

Nadere informatie

Je wereld kleurt taal

Je wereld kleurt taal 3.4 Je wereld kleurt taal Nr. Thema Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Leergebied 3.4 Taal & Cultuur 8 12 j. Groepswerk 50 Computers Nederlands Wereldoriëntatie ICT Leren leren Sociale vaardigheden Niet

Nadere informatie

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8 MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8 Inleiding In groep 7 of 8 komen leerlingen vaak voor de tweede keer met hun klas naar het van Abbemuseum. Bij het eerste bezoek, in groep 5 of 6, hebben ze

Nadere informatie

Wie ben jij & wie ben ik? Docentenhandleiding Groep 6 t/m 8

Wie ben jij & wie ben ik? Docentenhandleiding Groep 6 t/m 8 Docentenhandleiding Groep 6 t/m 8 1 Utrecht, 2017 Beste docent(e), Wat leuk dat u met uw groep binnenkort naar Museum Catharijneconvent komt om deel te nemen aan het programma Dit programma speelt zich

Nadere informatie

OPA BOMBARDONS FANFAREKOFFER

OPA BOMBARDONS FANFAREKOFFER Erfgoedcel TERF HANDLEIDING LEERKRACHTEN OPA BOMBARDONS FANFAREKOFFER Bachelorproef: kunst- en cultuureducatie in de kleuterklas Mélanie Deconinck en Lies Vanhoutte Inhoud Inhoud... 1 1. Visie op erfgoededucatie

Nadere informatie

Het is mij een grote eer om u hier vanavond van harte geluk te. mogen wensen met de opname van de Jaarmarkt Houtem op de

Het is mij een grote eer om u hier vanavond van harte geluk te. mogen wensen met de opname van de Jaarmarkt Houtem op de Donderdag 10 november 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Uitreiking Unesco Certificaat voor Houtem Jaarmarkt Geachte burgemeester en schepenen, Geachte

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP Student: Studietrajectbegeleider: FLLLEX: traject 2.2: student met bachelor- of master diploma met beperkte onderwijservaring tweede

Nadere informatie

In de tentoonstelling Kinderstad ontdek je de Brusselse architectuur.

In de tentoonstelling Kinderstad ontdek je de Brusselse architectuur. In de tentoonstelling Kinderstad ontdek je de Brusselse architectuur. De cursisten verkennen de expo door te praten over thema s zoals huizen, het straatbeeld en de stad Brussel vroeger & nu. Je sluit

Nadere informatie

Begeleidende uitleg voor de leerkracht:

Begeleidende uitleg voor de leerkracht: TITEL ACTIVITEI T + beschrijving: Kennismaken met het huis van God 3 e graad In deze les gaan we dieper in op het grondplan van een kerk en bekijken de leerlingen belangrijkste plaatsen in de kerk. Deze

Nadere informatie

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!! Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

eindtermen basisonderwijs

eindtermen basisonderwijs STAM op schoolmaat eindtermen basisonderwijs inhoudstafel 1. inleiding...3 2. leergebied overschrijdende eindtermen...3 2.1. ICT...3 2.2. sociale vaardigheden...3 3. eindtermen leergebieden...4 3.1. muzische

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Grafische sector (beroep: drukker)

Lesvoorbereiding: Grafische sector (beroep: drukker) Lesvoorbereiding: Grafische sector (beroep: drukker) Klas: 3 de graad basisonderwijs Leervak: WO technologie maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren en specifiek over de Grafische sector

Nadere informatie

Mentor Datum Groep Aantal lln

Mentor Datum Groep Aantal lln Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Dilia Couwenberg P14EhvADT t Startblok Eindhoven Mentor

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie