VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE GEWONE ZITTING BEKNOPT VERSLAG. van de plenaire vergadering van

Transcriptie

1 VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE GEWONE ZITTING BEKNOPT VERSLAG van de plenaire vergadering van VRIJDAG 27 APRIL 2001 Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.

2 2 VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE - BEKNOPT VERSLAG INHOUD COMMISSIES SAMENGEVOEGDE INTERPELLATIES van mevrouw Fatiha Saïdi en van de heer Dominiek Lootens-Stael (situatie van de bejaarden in de rusthuizen) tot de heren Eric Tomas en Guy Vanhengel, leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen (Sprekers: mevrouw Fatiha Saïdi, de heer Dominiek Lootens-Stael, mevrouw Françoise Schepmans, de heren Michel Lemaire, Jan Béghin en de heer Eric Tomas, lid van het Verenigd College MONDELINGE VRAAG van de heer Joël Riguelle (vaccinatie tegen meningitis C) en antwoord van de heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College. Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie- Zitting

3 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 27 APRIL Voorzitter : mevrouw Magda De Galan. - De vergadering wordt om uur geopend. INTERPELLATIE VAN MEVROUW FATIHA SAIDI TOT DE HEREN ERIC TOMAS EN GUY VANHEN- GEL, LEDEN VAN HET VERENIGD COLLEGE BEVOEGD VOOR HET BELEID INZAKE BIJ- STAND AAN PERSONEN, betreffende "de situatie van de bejaarden in de rusthuizen" EN TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE VAN DE HEER DOMINIEK LOOTENS-STAEL betreffende "de wantoestanden in de Brusselse privébejaardeninstellingen". Mevrouw Fatiha Saïdi (in het Frans). - Er is een vernietigend rapport gemaakt over de dienstverlening in een rusthuis voor bejaarden met pscychologische en psychiatrische problemen. De bejaarden vertegenwoordigen 25% van de Brusselse bevolking. In de verklaring van onze bicommnautaire assemblee staat dat onder meer via de inspectie van de rusthuizen bijzondere aandacht zal worden geschonken aan een beleid ten gunste van de bejaarden. Hoeveel inspecteurs zijn met de inspectie van de door de GGC erkende rusthuizen belast? Hoe vaak inspecteren zij die? Wat gebeurt er met hun rapporten? Wie ontmoeten ze tijdens hun bezoek? Spreken ze ook met de bewoners? De instelling waarover wij de onrustwekkende informatie ontvingen, was al zes of zeven jaar open en had geen erkenning. Hoe komt het dat een illegaal rusthuis dat al zo lang bestaat nooit is lastig gevallen? Was het rusthuis vroeger erkend? Zo ja, wanneer is die erkenning ingetrokken en waarom is daar geen gevolg aangegeven? Heeft u maatregelen genomen ten aanzien van de gemeentelijke overheid om hem op zijn plichten en verantwoordelijkheden te wijzen? Werden de personen gehoord die verklaarden in dit rusthuis te zijn mishandeld? Is er contact opgenomen met de families en de naaste omgeving van de bewoners van dat rusthuis? Lijkt een sensibiliseringscampagne gericht op de bejaarden en hun naaste omgeving u niet noodzakelijk? Ik weet dat er vorige maand een vergadering moest plaatsvinden met de gemeentelijke overheden en de met het gezondheidsbeleid belaste leden van het bicommunautair college. Daarom zou ik graag vernemen of er een onderkomen is gevonden voor de bejaarden die in het rusthuis verbleven en of na afloop van deze ontmoeting andere, meer algemene maatregelen zijn genomen. Ik weet dat het in de praktijk moeilijk is een ander onderkomen te vinden voor personen uit deze of gene instelling. In dat verband stel ik mij de vraag welke structuren momenteel in nood personen kunnen opvangen die genoodzaakt zijn hun vaste verblijfsplaats te verlaten. (Voorzitter: Mevrouw Marion Lemesre) De heer Dominiek Lootens-Stael.- Ik zal het nu niet hebben over een ander probleem dat de bejaardeninstellingen betreft, namelijk het feit dat de taalwetgeving er niet wordt gerespecteerd en vele bejaarden niet in hun taal kunnen worden geholpen. Ik zal mij beperken tot het onderwerp van deze interpellatie. Vorige maand overleed in een Brusselse privé-bejaardeninstelling een Altzheimerpatiënt die te strak was ingebonden in een dwangbuis. Spijtig genoeg is dit geen alleenstaand geval. Uit een recent rapport van het Brusselse ministerie van Sociale Zaken blijkt dat 57% van de bewoners van privé-bejaardentehuizen zich in 2000 onveilig voelden; 13% maakte gewag van regelrechte mishandeling en 5% zelfs van seksueel misbruik. Eén op twaalf ouderen zeggen het slachtoffer geweest te zijn van diefstal of oplichting. Staatssecretaris Hutchinson vatte het samen als volgt: "Brusselse privé-bejaardenhomes zijn sterfhuizen". Vele problemen zijn een rechtstreeks gevolg van winstbejag. Om te besparen op personeelskosten is er in sommige instellingen s nacht amper één verpleger op 52 inwonenden, wat ook de wettelijke minimumnorm is. Op dit ogenblik wordt veel gedebatteerd over euthanasie en over het recht op menswaardig sterven. We zouden ons ook eens moeten bezighouden met het recht op menswaardig leven. Daarom zijn maatregelen noodzakelijk. In tegenstelling tot het Vlaamse Gewest, bestaat er in het Brussels Gewest geen rusthuisinfofoon, waar bejaarden met hun klachten terecht kunnen. Erkent het collegelid het bestaan van het voornoemde rapport van het ministerie van Sociale Zaken en zo ja, zijn de aangehaalde cijfers juist? Zal het Brussels Gewest een rusthuisinfofoon oprichten en zo ja, wie zal dit organiseren? Welke sancties worden genomen tegen de instellingen die zich schuldig maken aan verwaarlozing, mishandeling en oplichting van bejaarden? Wil het College voor de Brusselse rusthuizen in moeilijkheden een financieel plan opstellen, zoals dit ook in het Vlaamse Gewest gebeurt? Zal het collegelid de wettelijke norm van één nachtverpleger op 52 patiënten bijstellen? Komen er strengere inspecties van de privé-homes en zo ja, wie zal die organiseren? Mevrouw Françoise Schepmans (in het Frans).- De PRL- FDF-fractie deelt de bedenkingen van Mevrouw Saidi : hoe heeft een instelling zolang op dergelijke wijze kunnen werken zonder de aandacht te trekken? Ik zou deze kwestie willen uitbreiden tot de algemene toestand van de rusthuizen en de

4 4 VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE - BEKNOPT VERSLAG moeilijkheden waarmee deze geconfronteerd worden. De overleving op middellange termijn van een steeds groter aantal instellingen lijkt onzeker. Zouden, wat de bicommunautaire sector betreft, de leden belast met de Bijstand aan personen ons kunnen inlichten over de bestaande toestand? Bij een ongewijzigd beleid op gewestelijk en federaal niveau komen er problemen op het stuk van toegankelijkheid, en wel om drie redenen : de vergrijzing van de Brusselse bevolking, de vermindering van het aanbod en de constante groei van de exploitatiekosten inherent aan de strengere erkenningswetgeving ingevolge de publicatie van het koninklijk besluit van 24 juni Alle betrokken actoren vonden dat besluit trouwens ontoepasbaar. Volgens de officiële statistieken van het federale ministerie van Economische Zaken schommelde de gemiddelde stijging van de verblijfskosten exclusief supplementen tussen 1991 en 1999 tussen 15% in de privé-sector en 45% in de VZW s, afhankelijk van de rechtspositie van de instellingen. Men kan vragen stellen bij de evolutie van de prijzen in de gesubsidieerde sectoren met bevoorrechte fiscale regimes. De investeringskredieten voor de RVT s zijn toegenomen maar ze zijn enkel bestemd voor de openbare rusthuizen en de VZW s. Bestaat de mogelijkheid dat de prijzen nog stijgen tengevolge van het sociaal akkoord en van de reconversie van de PVTI s? U had bovendien aangekondigd dat er in overleg met de betrokken executieven, een ontwerp van koninklijk besluit in werking zou treden om bepaalde normen van het besluit van 1999 te versoepelen of de toepassing ervan uit testellen. Hoe staat het daarmee? De heer Michel Lemaire (in het Frans).- De ordonnantie van 17 januari 1992 betrof het concrete geval van een instelling die zogezegd aan een erkenning zou ontsnappen. De PSC had vroeger al opgemerkt dat die formule moeilijk operationeel kon worden gemaakt. De feiten geven ons nu gelijk. De ordonnantie van 1992 legt de burgemeester geen andere verplichtingen op dan dat hij een register dient bij te houden van de op het gemeentelijk grondgebied gelegen erkende instellingen voor bejaarden. Hij is dus alleen bevoegd voor veiligheid, hygiëne en openbare netheid. We hadden het voorstel gedaan voor een "positief register" van alle erkende instellingen in het Brussels Gewest, dat geregeld wordt bijgewerkt en ter beschikking staat van een zo ruim mogelijk publiek, met name van de personen die optreden als bemiddelaar tussen de bejaarden en hun familie, enerzijds, en de rusthuizen en RVT, anderzijds. Zo wordt vermeden dat personen in een structuur terechtkomen die hen niet alle wettelijke waarborgen biedt. De overheden moeten het leven van onze medeburgers vereenvoudigen ondanks onze complexe institutionele werkelijkheid. Zelfs een erkenning, van de GGC of van de CCF, is voor de bejaarde geen waarborg dat hij goed behandeld zal worden. De inspectiediensten moeten nagaan of de wettelijke normen worden nageleefd. Mishandeling kan extreme vormen aannemen, maar vaak gaat het om een opeenstapeling van feiten en handelingen die het leven van de bejaarde pijnlijk of zelfs ondraaglijk maken. Het kan gaan om fysiek of psychologisch geweld, maar ook om materiële en financiële misbruiken, om actieve of passieve verwaarlozing of om ontzegging van privacy. Minstens één persoon op vijf zou met een van die vormen van geweld worden geconfronteerd. Om aan het tekort aan verplegend personeel te verhelpen, heeft de PSC een voorstel van resolutie ingediend waarvan ik hoop dat het binnenkort in commissie zal worden besproken. Er kunnen nog andere acties worden overwogen, zoals de bewustmaking van het grote publiek en het verplegend personeel, meer aandacht en steun voor het publiek en het personeel, een betere behandeling van de klachten van de bejaarden, maar ook de ontwikkeling van gediversifieerde onthaal- en verblijfsinfrastructuur. We wachten hiervoor op ontwerpteksten van de CCF en deze vergadering. Momenteel moet het College nog de laatste hand leggen aan een gemeenschappelijk kaderdecreet. Er moeten eveneens maatregelen worden genomen inzake de dringende sluiting van inrichtingen wegens beheersfouten teneinde brutale verhuizingen te vermijden wanneer de inrichting levensvatbaar is. Wij hebben de mogelijkheid van een tijdelijk vervangingsbeheer geopperd, maar hebben voor dat voorstel geen steun gevonden. De heer Jan Béghin.- De wantoestanden die aan het licht zijn gekomen in enkele Brusselse rusthuizen zijn onaanvaardbaar en onvergeeflijk. Ik oordeel niet over individuele gevallen want ik ken de details er niet van. Mevrouw Saidi heeft gesproken over het rusthuis in Anderlecht dat werd gesloten op bevel van de burgemeester. Zij heeft vragen gesteld over de inspectie en de vraag gesteld hoe zo een piraathuis zo lang kon blijven bestaan. Het ging om een psychiatrisch verzorgingstehuis, een zogenaamde PVT, waar 60 tot 70 personen werden verzorgd. Deze psychiatrische patiënten vereisten geen voortdurende medische monitoring. In Brussel is er een grote nood aan deze vorm van residentiële instellingen. Er zijn 600 PVT-bedden nodig, maar in de realiteit zijn er slechts 140 officiële. Een groei moet ook niet worden verwacht. De reconversienormen laten dit niet toe. Indien deze normen behouden blijven betekent dit dat Brussel wordt gepenaliseerd. Brussel kent een groot aanbod van ambulante initiatieven, maar er is té weinig residentiële opvang. De materie is voornamelijk federaal. De federale ministers, de heer Vandenbroucke en mevrouw Aelvoet, leggen echter de nadruk op de eerstelijnsopvang. Voor Brussel is dat een pijnlijke keuze omdat er meer nood is aan residentiële opvang, met name PVT s. Er is een inhaaloperatie nodig voor Brussel. Indien deze inhaaloperatie er niet komt, zullen we des te meer worden geconfronteerd met piraathuizen. Tenslotte nog een vraag over de inspecteurs. Welke bevoegdheden hebben zij? Hebben zij de macht om zonder politiemacht een verzorginstehuis binnen te raken? De heer Eric Tomas, lid van het Verenigd College (in het Frans).- Ik zal antwoorden op de interpellaties waarvan het College vooraf is ingelicht. De instelling waarnaar mevrouw Saïdi verwijst, is geen rusthuis voor bejaarden, maar een instel-

5 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 27 APRIL ling die zou moet worden gelijkgesteld met een psychiatrisch verzorgingstehuis. De personen die er verblijven, zijn allemaal voormalige psychiatrische patiënten en één ervan zou ouder dan 60 zijn. De inspectiedienst van de GGC werd betrokken bij de opvolging van het dossier. Aangezien die dienst onder de bevoegheden valt van onze collega s die met gezondheid zijn belast, kunnen we niet alle vragen beantwoorden. (Voorzitter: Mevrouw Magda de Galan) Twee beambten zijn belast met de inspectie van de rusthuizen en twee andere houden zich bezig met de instellingen die rusthuisbedden mogen aanbieden en bekend staan als rust- en verzorgingstehuizen. De inspecties vinden minstens eenmaal per jaar plaats en vaker wanneer er zich een probleem voordoet, bij de hernieuwing van erkenningen of wanneer een aanvraag tot afwijking wordt ingediend. (Verder in het Nederlands) Ik weet niet over welk rapport de heer Lootens-Stael spreekt. Het is onjuist dat de senioren geen mogelijkheid hebben om een klacht in te dienen. De gemeenschap heeft een project opgericht, met name Tele-Senior. (Verder in het Frans) De processen-verbaal van inspecties worden aan de beheerders bezorgd en staan ter beschikking van de bevoegde ministers. Gaat het om dossiers voor de verlenging van een erkenning of afwijkingen, dan maken de verslagen deel uit van het dossier dat voor advies wordt voorgelegd aan de Commissie voor bijstand aan personen van de adviesraad voor gezondheid en bijstand aan personen. De inspecteurs worden meestal ontvangen door de directeur van de instelling of het hoofd van de verpleegdienst. Vaak wordt ook contact genomen met de bewoners. Het RIZIV moet ons systematisch meedelen welke rusthuizen vragen of ze in aanmerking kunnen komen voor RIZIVforfaits zonder te zijn erkend. De burgemeesters moeten op de hoogte zijn van de instellingen op het grondgebied van hun gemeente. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie heeft het zogenaamde project "Tele-Senior" gefinancierd. Dat project wordt beheerd door de vzw Infor Homes. Die dienst moest alle klachten over rusthuizen verzamelen, maar dat initiatief was geen succes. Daarom hebben wij besloten om het niet meer te financieren en de middelen van de vzw zelf te verhogen, aangezien is gebleken dat er op het groene nummer voor ouderen en hun omgeving weinig telefoons binnenkwamen. Bij het aanleggen van een dossier voor een erkenning of de verlenging van een erkenning moeten financiële plannen worden gevoegd. Wij hebben geen enkele bevoegdheid op het stuk van het handelsrecht. Wij kunnen dus niet optreden wanneer een rusthuis in financiële moeilijkheden verkeert. Wij zijn van plan om de geldende wetgeving betreffende alle aspecten van de huisvesting van ouderen te herzien, maar voorlopig worden de omkaderingsnormen en de inspectieprocedures niet veranderd. Die normen worden vastgesteld door de federale Minister van Economische Zaken. (Verder in het Nederlands) Ik moet de heer Béghin inderdaad gelijk geven wanneer hij stelt dat er in Brussel een probleem is inzake de capaciteit aan psychiatrische verzorgingstehuisbedden (PVT s). We zitten inderdaad onder de programmanorm en dat er een probleem is qua groei is eveneens duidelijk: er kan enkel één PVT komen in ruil voor 2,5 RVT s. Zolang die reconversienorm zo hoog blijft is er voorlopig geen beterschap mogelijk, temeer daar er op federaal niveau weinig begrip voor de Brusselse situatie kan worden aangetroffen. Mevrouw Fatiha Saïdi (en néerlandais).- Het institutionele geweld waarnaar werd verwezen, beperkt zich helaas niet tot die ene instelling. Wij zijn helemaal niet creatief op sociaal gebied. Er worden niet zelden contact genomen met bewoners. Ik zal de minister ertoe zetten ze te vermeerderen. De heer Dominiek Lootens-Stael.- Minister Tomas verklaart dat hij niet weet naar welk rapport ik heb verwezen in mijn tussenkomst. Het gaat om een rapport vanwege het Brussels ministerie van Sociale Zaken, waarvan sprake is in een artikel in De Morgen van 22 maart. Weet minister Tomas al dan niet van dit rapport af? Bestaat het wel? Zo ja, kan het parlement dit rapport dan eventueel inkijken? De heer Eric Tomas, lid van het Verenigd College.- Ik heb het voormelde rapport niet gekregen : ik wacht er nog altijd op. - De incidenten zijn gesloten. MONDELINGE VRAAG Vaccinatie tegen meningitis C. De heer Joël Riguelle. (in het Frans) - De Hoge Gezondheidsraad heeft de artsen onlangs in een schrijven aangeraden alle ouders een vaccinatie tegen meningitis C voor te stellen omdat het aantal gevallen van meningitis C sterk toeneemt. De voornoemde Hoge Raad wil dat er een studie komt waarbij "epidemiologische en sociaal-economische gegevens worden verzameld zodat de optimale voorwaarden voor het gebruik van een dergelijk vaccin kunnen worden vastgesteld". De systematische vaccinatie wordt echter nu al aangeraden, hoewel ze niet in het basisvaccinatieprogramma voorkomt. Het vaccin kost meer dan Belgische frank, exclusief de geneeskundige verstrekking. Voor gezinnen met lage inkomens vormt dit een probleem.

6 6 VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE - BEKNOPT VERSLAG Daarom komen er, opnieuw volgens de pers, onderhandelingen met de Gemeenschappen in de hoop een betere dekking van de kostprijs te waarborgen. Op 29 maart 2000 verscheen in het Belgisch Staatsblad het protocolakkoord tussen de federale overheid en de Gemeenschappen betreffende voor het vaccin tegen poliomyelitis. Beschikt u over cijfers inzake de aanwezigheid van meningitis C in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Klopt het dat er een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de deelgebieden is gepland voor een vaccin tegen meningitis C? Zo ja, kunt u terzake verduidelijkingen geven? De heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College (in het Frans). - Het vaccinatiebeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ondersteund. In dit domein treden het federale niveau en de Gemeenschappen ook op in Brussel. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie heeft het punt op de agenda van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid geplaatst om tot een consensusbeleid te komen, met name op het Brussels grondgebied. Er is een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de federale staat en de diverse deelgebieden opgericht, die zich over het algemene vaccinatiebeleid moet buigen en prioriteiten moet vaststellen. De incidentie van meningokokkeninfecties wordt van nabij gevolgd door twee instanties van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie: de arts die de meldingen van de gevallen ontvangt en nagaat of de gepaste profylaxismaatregelen zijn genomen en het Centrum voor Gezondheidsobservatie dat de epidemiologische ontwikkeling in de ziekenhuizen en medische schooldiensten volgt. In 1999 en 2000 zijn er in Brussel in totaal 70 gevallen van meningokokkeninfecties geregistreerd. Verhoudingsgewijs steeg het aantal gevallen van meningitis C. Het aantal gevallen van meningitis C ligt ook hoger bij pubers en adolescenten (25% vóór drie jaar, rond de 50% nadien). Tot op heden zijn in het kader van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid twee protocolakkoorden getekend: het akkoord betreffende de verplichte, door de federale overheid gefinancierde vaccinatie tegen poliomyelitis en het akkoord betreffende de vaccinatie tegen hepatitis B waarbij de kosten voor de aanschaf van het vaccin eveneens door de federale overheid worden gedragen. Momenteel wordt over een derde ontwerp van protocolakkoord onderhandeld. Het gaat om de vaccinatie tegen hemophilus influenza die een soort bacteriële meningitis veroorzaakt. Verder wordt onderhandeld over een protocolakkoord betreffende het algemeen beleid inzake vaccinatie van kinderen en jongeren van minder dan 17 jaar. De federale overheid zou de kosten van de vaccins voor zijn rekening nemen, terwijl de deelgebieden voor de bevoorrading van de artsen en de promotiecampagnes zouden zorgen. Het vaccin tegen meningitis C behoort nog niet tot de prioriteiten. Het zou het voorwerp kunnen uitmaken van een protocolakkoord zodra de conclusies van de medische en epidemiologische studies klaar zijn. De Hoge Gezondheidsraad is een federaal orgaan en geen gemeenschapsorgaan. Zijn opdracht bestaat erin adviezen te verstrekken aan de federale regering, die deze aan de deelgebieden dient mee te delen. - De vergadering wordt om uur gesloten. - De Verenigde Vergadering gaat tot nadere bijeenroeping uiteen. BERICHTEN VAN VERHINDERING - VERLOFAAN- VRAGEN Verhinderd : de heer Guy Hance, wegens gezondheidredenen, de heren Lahssaini, Jean-Jacques Boelpaepe, Vincent De Wolf en Paul Galand, belet. - De vergadering van de Raad wordt op uur hervat. WIJZIGINGEN VAN DE SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIES -Bij brief van 26 april 2001, deelt de Ecolo-fractie de volgende wijzigingen mee : COMMISSIE VOOR DE GEZONDHEID -de aanwijzing van de heer Bernard IDE als plaatsvervangend lid van de Commissie voor de Gezondheid, ter vervanging van mevrouw Anne HERSCOVICI. COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZAKEN -de aanwijzing van de heer Bernard IDE als vast lid van de Commissie voor de Sociale Zaken, ter vervanging van mevrouw Anne HERSCOVICI. Aanwezig AANWEZIGHEID IN COMMISSIE Verenigde commissies voor de gezondheid en de sociale zaken Vaste leden 29 maart 2001 Commissie voor de gezondheid Mevr. Françoise Bertieaux. De heer Alain Adriaens, mevr. Dominique Braeckman. Mevr. Isabelle Emmery, de heer Michel Moock. Mevr. Béatrice Fraiteur.

7 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 27 APRIL Plaatsvervanger De heer Rudi Vervoort. Vaste leden Commissie voor de sociale zaken De heer Mohamed Azzouzi. De heer Denis Grimberghs. De heer Jean-Luc Vanraes. Verontschuldigd De heren Jean-Jacques Boelpaepe, Jean-Pierre Cornelissen, Jacques De Grave, mevr. Amina Derbaki Sbai, de heer Philippe Smits, mevr. Anne Herscovici, mevr. Fatiha Saïdi, de heren Paul Galand, Willy Decourty, mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Brigitte Grouwels. Afwezig Mevr. Danielle Caron, de heren Yves de Jonghe d'ardoye d'erp, Serge de Patoul, Vincent De Wolf, mevr. Isabelle Gelas, de heer Dominiek Lootens-Stael. Mevr. Françoise Schepmans, mevr. Bernadette Wynants, mevr. Anne-Sylvie Mouzon, de heer Jos Van Assche. Aanwezig Verenigde commissies voor de gezondheid en de sociale zaken Vaste leden 25 april 2001 Commissie voor de gezondheid Mevr. Françoise Bertieaux, mevr. Isabelle Gelas. Mevr. Dominique Braeckman. De heren Willy Decourty, Michel Moock. Mevr. Béatrice Fraiteur. Verontschuldigd De heer Jean-Pierre Cornelissen, mevr. Amina Derbaki Sbai, mevr. Brigitte Grouwels, de heren Philippe Smits, Jean-Luc Vanraes. Afwezig Mevr. Danielle Caron, de heren Yves de Jonghe d'ardoye d'erp, Serge de Patoul, Vincent De Wolf, Alain Adriaens, Paul Galand, mevr. Isabelle Emmery, de heer Dominiek Lootens-Stael. De heren Jean-Jacques Boelpaepe, Jacques De Grave, mevr. Françoise Schepmans, mevr. Fatiha Saïdi, mevr. Bernadette Wynants, de heer Mohamed Azzouzi, mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Anne-Sylvie Mouzon, de heren Denis Grimberghs, Jos Van Assche.