Aan de fractie van Nijmegen Nu Korte Nieuwstraat 6, 6511 PP Nijmegen. 14 november Geachte fractie,

Transcriptie

1 Aan de fractie van Nijmegen Nu Korte Nieuwstraat 6, 6511 PP Nijmegen Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon (024) Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus HG Nijmegen Verzenddatum Datum uw brief 14 november Ons kenmerk L130/ Contactpersoon Peter van Bijsteren Onderwerp binnenmilieu op scholen Aantal bijlagen Direct telefoonnummer Geachte fractie, In antwoord op uw vragen gesteld in uw brief van 16 oktober 2006 over het binnenmilieu op scholen geeft het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen de volgende antwoorden. 1a. Is het College bekend met de resultaten van een onderzoek, verricht in opdracht van het ministerie van VROM, waaruit blijkt dat in 80% van de schoollokalen de lucht 4 keer zo slecht is als de minimumnorm? (en drie keer zo slecht is als in kantoorruimten en twee keer zo slechts als in gevangeniscellen) Het College is, zoals uit de onderstaande beantwoording van uw vragen moge blijken op de hoogte van de problematiek van het binnenmilieu in scholen. Het College deelt uw zorg over deze situatie en zij volgt nadrukkelijk zowel de landelijke ontwikkelingen als de situatie in de Nijmeegse scholen. Het College is met u van mening, dat een gezond schoolklimaat en een actief gezondheidsbeleid van evident belang is voor het welzijn en de ontwikkeling van leerlingen en medewerkers in de Nijmeegse scholen. Het College is daarom voornemens om in het regulier overleg met de schoolbesturen aandacht te vragen voor deze zorgelijke ontwikkeling. Het College is bekend met de verschillende onderzoeken die onder meer door Senternovem en TNO in opdracht van vier ministeries worden uitgevoerd. De (voorlopige) resultaten geven inderdaad aan, dat de luchtkwaliteit in zeer veel onderwijsgebouwen de in het Bouwbesluit en de Nationale Praktijk Richtlijn (NPR-norm 1090; ventilatie van

2 1 schoolgebouwen) gestelde normen overschrijden. Vooralsnog wordt er van uitgegaan, dat de problemen in de onderwijsgebouwen mede worden veroorzaakt door de grotere aantallen gebruikers per m2 in scholen in tegenstelling tot het aantal gebruikers in overige utiliteitsvoorzieningen. Daarnaast speelt de factor menselijk gedrag een rol in het kunnen beheersen van maatregelen om de luchtkwaliteit op een aanvaardbaar niveau te krijgen. Er zijn landelijk initiatieven om gebruik te maken van afleesbare CO2-signaalmeters dan wel van gestuurde systemen waarmee bestaande luchtbehandelingsystemen al dan niet automatisch reageren op afwijkende CO2 niveaus. Het College stelt vast, dat in versneld tempo het besef van deze problematiek is ontwikkeld en dat inmiddels landelijk veel initiatieven zijn en worden ontwikkeld om de schoolbesturen en de scholen als juridisch eigenaar en gebruiker van de scholen te informeren over de aard, de ernst en de mogelijke oplossingen van deze problematiek. 1b. Is het aan het College bekend dat dit wordt veroorzaakt door met name een te hoog CO2 gehalte, waardoor dagelijks leerlingen en 2000 leraren ziek thuis blijven? Het is het College bekend, dat het koolstofdioxidegehalte (CO2 -gehalte) in een aantal scholen in Nederland dermate hoog is, dat er gezondheidsrisico s bestaan. Er wordt inmiddels landelijk van uitgegaan, dat ongeveer een kwart van het ziekteverzuim wordt veroorzaakt door een slecht binnenmilieu in de scholen. 1c. Is het aan het College bekend dat het volgens de GGD aannemelijk is dat kinderen astma oplopen als gevolg van het slechte leefmilieu op scholen? Het College onderschrijft de opvatting van de GGD in die zin, dat zij onderkent dat door de slechte luchtkwaliteit in scholen hoofdpijn, vermoeidheid, sufheid, slijmvliesirritaties en andere infectieziekten kunnen ontstaan. 1d. Is het aan het College bekend dat een slecht binnenmilieu op scholen, de concentratie van leerlingen en derhalve de leerprestaties negatief beïnvloed? Het College kent de uitkomsten van een Deens onderzoek waarin wordt geconcludeerd, dat de snelheid van werken en het concentratievermogen

3 2 toeneemt en het maken van fouten afneemt bij een optimale ventilatie en een temperatuur van 20 graden. Uitgaande van het feit dat schoolbesturen primair verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het binnenmilieu, maar de gemeente verantwoordelijkheid voor haar burgers draagt, is de vraag: 2. Is het College met ons van mening dat er geen reden is om aan te nemen dat het met de kwaliteit van de lucht in Nijmeegse klaslokalen beter gesteld is als in de rest van het land, en derhalve betere ventilatie op scholen een hogere prioriteit in het gemeentelijk onderwijs c.q. gezondheidsbeleid zou moeten hebben? Het College is bekend met het gegeven dat de opbouw van het scholenbestand in Nijmegen in leeftijd, aard, omvang en vormgeving niet afwijkt van de rest van het land en derhalve is er geen reden aan te nemen dat de situatie w.b. het binnenmilieu in de Nijmeegse scholen afwijkt van de landelijke situatie en uitkomsten van onderzoeken. Vooral nu er steeds meer informatie beschikbaar komt over de schadelijke gevolgen van de luchtkwaliteit zullen naar onze overtuiging de verantwoordelijke schoolbesturen een hoge prioriteit geven aan het nemen van verschillende maatregelen. Wij zullen in het voorgenomen overleg in deze daar ook aandacht voor vragen. In acht nemende dat de gemeente via de GGD de mogelijkheid heeft te controleren wat de kwaliteit van het binnenmilieu in scholen is en dat de brochure die de GGD recent over dit specifieke probleem heeft uitgebracht besteed geeft weliswaar nuttige tips bevat, maar in de verte geen afdoende oplossing voor een beter binnenmilieu op scholen bevat, is de vraag: 3. Is het College bereid om met de schoolbesturen in Nijmegen een overleg te starten over de aanpak van dit probleem, waarbij tevens de stand van zaken in kaart gebracht wordt bijvoorbeeld door het laten uitvoeren van inspecties door de GGD? Het College is van mening, dat gelet op de grote diversiteit aan onderwijsgebouwen en de daarmee samenhangende verschillende niveaus van luchtkwaliteit en de verschillende in gebruik zijnde klimaatbeheersingssystemen er vooralsnog geen aanleiding is een gemeentebreed formeel overleg te starten over dit thema. Ook landelijke onderzoeken laten zien dat het beeld van de kwaliteit van het binnenmilieu nogal fragmentarisch is. Dat laat onverlet, dat in een komend overleg met de schoolbesturen in het kader van het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) dit een onderwerp van overleg van

4 3 de gemeente en de schoolbesturen zal worden. Het laten uitvoeren van inspecties en onderzoeken zal naar de mening van het College een basis moeten hebben in het ervaren en of ondervinden van effecten van een verondersteld en een feitelijk slechte luchtkwaliteit. De minister van onderwijs heeft aangekondigd dat de door het ministerie van VROM geïnitieerde lopende GGD pilots zullen worden uitgebreid tot een landelijke aanpak met ventilatie - advies op - maat en over het gebruik van CO2 signaalmeters. Er vanuit gaande dat onvoldoende inzicht in het probleem en te krappe budgetten aandacht voor dit probleem niet in de weg mogen staan en dat de recente doordecentralisatie van middelen en verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting de gemeente niet van elke verantwoordelijkheid ontstaal, is de vraag: 4. Is het College bereid met schoolbesturen in overleg te treden over een aanpak die alle aspecten die een gezond binnenmilieu bevorderen? Bijvoorbeeld door hier aandacht aan te besteden bij checklisten voor groot onderhoud en verbouw of nieuwbouw. Het College is bereid om in overleg met de schoolbesturen de reeds beschikbare en beschikbaar komende kennis en inzichten uit te wisselen. Het College verwijst in de beantwoording van het tweede deel van deze vraag op de inmiddels vele ook digitaal beschikbare informatie met betrekking tot klimaatbeheersing, luchtbehandelingsystemen, energiebesparing, de verschillende ventilatiemogelijkheden en -systemen. Er zijn checklists en handboeken voor aanpassingen in bestaande bouw, bij uitbreiding, nieuwbouw en renovatief onderhoud bij onder meer het door u aangehaalde overheidsagentschap Senternovem beschikbaar. De in de vraagstelling gelegde relatie tot de in 2001 doorgevoerde doordecentralisatie van middelen voor lang-cyclisch onderhoud wordt door het College niet als zodanig gelegd. Het College is wel van mening, dat deze doordecentralisatie door het daarmee in één hand brengen van verantwoordelijkheden een goede basis heeft gelegd voor de relatie tussen investeringen en te behalen voordelen uit die investeringen op het gebied van beheer en exploitatie. In de praktijk blijkt dat gemeenten aanzienlijk verschillen in hun ambitieniveau als het gaat om het verbeteren van het binnenmilieu van scholen. Een voorbeeld van een gemeente met een hoog ambitieniveau is de gemeente Den Haag. Op basis van onderzoeken op scholen zijn actieprogramma s opgesteld en technische interventies gepleegd. Kortom: 5. Is het College bereid tot het ondernemen van actie m.b.t. het binnenmilieu op scholen op korte termijn?

5 4 Het College is bekend met de problematiek van de slechte luchtkwaliteit in schoolgebouwen. Dit probleem doet zich zoals het zich nu laat aanzien met name voor in relatief recent gebouwde voorzieningen waarin de nieuwste technieken en mogelijkheden van mechanische ventilatiesystemen in relatie tot energiebesparende maatregelen worden toegepast. Het College is ook op de hoogte van de landelijke inzet om meer inzicht te verkrijgen in de aard en de omvang van deze problematiek. De verwachting is, dat eind 2006 de resultaten van de lopende onderzoeken bekend zullen zijn. Het College verwijst ook naar de door de rijksoverheid gestarte en inmiddels lopende activiteiten als het gaat om gerichte voorlichting aan docenten over de noodzaak van goede ventilatie en maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van het binnenmilieu. Het College ziet het als haar taak om binnen het reguliere overleg in het kader van het OOGO om met de schoolbesturen te inventariseren in welke mate de bedoelde problematiek in Nijmegen voorkomt en welke maatregelen daarbinnen gewenst zijn. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, mevr. dr. G. ter Horst P. Eringa

6

7