REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STUDENTENSTATUUT

Transcriptie

1 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STUDENTENSTATUUT Versie: definitief 1.0 Datum: 15 september 2015 Documentnummer: Intern/2015/9506 Reglement Geschillencommissie Studentenstatuut ((vastgesteld College van Bestuur 15 september 2015) 1

2 REGLEMENT Geschillencommissie Studentenstatuut ROC Leiden Artikel 1: Begripsbepalingen Betrokkene: Bevoegd gezag: College van Bestuur: Commissie: Directeur Onderwijs: Rector: Werkdag: (Onderwijs)instelling: Raad van Toezicht: de student of de medewerker en ieder ander die als zodanig door de Commissie wordt beschouwd. het College van Bestuur van ROC Leiden. het hoogste bestuursorgaan van het ROC Leiden, verantwoordelijk voor het opleidingencentrum als geheel en belast met bestuurlijke bevoegdheden. de Geschillencommissie Studentenstatuut van ROC Leiden. leidinggevende van een cluster van opleidingen van ROC Leiden, die verantwoordelijk is voor het functioneren van het cluster als geheel. de rector van het Boerhaave College, de afdeling Vavo van ROC Leiden een dag waarin binnen of namens de instelling onderwijsactiviteiten plaatsvinden. het Regionaal Opleidingen Centrum Leiden (ROC Leiden). het toezichthoudend orgaan van de Stichting ROC Leiden, Centrum voor Educatie en Beroepsonderwijs in de regio Leiden en Duin- & Bollenstreek. Artikel 2: Instelling en samenstelling van de Commissie 1. De Commissie draagt de naam Geschillencommissie Studentenstatuut, hierna te noemen: de Commissie. 2. De Commissie bestaat uit minimaal drie leden en één of meer plaatsvervangende leden die door het College van Bestuur worden benoemd. De leden en de plaatsvervangende leden kunnen zowel van binnen als van buiten de instelling worden benoemd. 3 De Commissie benoemt uit haar midden een secretaris. 4. De Commissie wijst zelf haar voorzitter aan. 5. Indien een lid van de Commissie op enigerlei wijze betrokken is bij de kwestie, treedt diens plaatsvervanger op 6. In geval van een vacature wordt daarin terstond voorzien. Artikel 3: Rechtspositie 1. Het College van Bestuur ziet erop toe dat de leden en plaatsvervangende leden van de Commissie, voor zover zij werknemers zijn van de instelling, niet in hun rechtspositie noch in hun werksituatie worden benadeeld door hun lidmaatschap van de Commissie. 2. De leden van de Commissie en hun plaatsvervangers zijn uitsluitend verantwoording verschuldigd aan elkaar. Artikel 4: Faciliteiten/ kosten 1. Het College van Bestuur zorgt voor de faciliteiten die de Commissie nodig heeft om haar taak te kunnen uitoefenen. 2. De kosten van de Commissie komen ten laste van het College van Bestuur. Reglement Geschillencommissie Studentenstatuut ((vastgesteld College van Bestuur 15 september 2015) 2

3 Artikel 5: Taken en bevoegdheden van de Commissie 1. a. De Commissie onderzoekt en beoordeelt het beroep dat ieder kan indienen die meent dat door toepassing van het studentenstatuut zijn belangen worden/ zijn geschaad. b. De Commissie is tevens bevoegd kennis te nemen van en een oordeel te geven over zaken die krachtens andere reglementen naar de Commissie worden verwezen. 2. De Commissie is bevoegd kennis te nemen van alle stukken die betrekking hebben op het beroep. De stukken worden per omgaande, doch uiterlijk binnen 3 werkdagen, aan de Commissie beschikbaar gesteld. 3. De Commissie kan zich laten bijstaan door derden. 4. De Commissie is niet bevoegd te oordelen: - met betrekking tot beslissingen en maatregelen van een Examencommissie; - als er sprake is van schending van de persoonlijke levenssfeer dan wel ongewenst intiem gedrag, seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld. Artikel 6: Behandeling van het beroepschrift 1. Een beroep dient schriftelijk en gemotiveerd binnen 10 werkdagen na de uitspraak op bezwaar van de directeur Onderwijs, of de rector (Boerhaave College) bij de Commissie te worden ingediend. 2. De secretaris bevestigt de ontvangst van het beroepschrift aan degene die beroep instelt en zendt de tegenpartij daarvan direct een afschrift. 3. Het beroep wordt door de Commissie in behandeling genomen, tenzij de Commissie het beroep niet ontvankelijk verklaart. 4. De Commissie verklaart het beroep niet ontvankelijk (dat wil zeggen dat de Commissie besluit het beroep niet te behandelen) indien: a. de behandeling van het beroep niet behoort tot de bevoegdheid van de Commissie; b. de indieningstermijn niet in acht is genomen; c. het beroepschrift niet bevat: - naam en adres van degene die beroep instelt ; - de datering; - de definitieve uitspraak op bezwaar van de directeur of rector waartegen in beroep wordt gegaan; - de gronden waarop in beroep wordt gegaan. 5. Indien de termijnoverschrijding niet verwijtbaar is, neemt de Commissie het beroep in behandeling. 6. Indien het beroepschrift niet voldoet aan het gestelde onder lid 4 c van dit artikel, wordt degene die beroep instelt in de gelegenheid gesteld deze onvolkomenheid binnen 5 werkdagen te herstellen. 7. De Commissie verklaart het beroep ongegrond als naar zijn oordeel direct al aannemelijk is dat de student in het ongelijk zal worden gesteld. 8. Een beroep bij de Commissie heeft geen opschortende werking, tenzij uitdrukkelijk anders wordt bepaald door de directeur of rector. Artikel 7: Voorbereiding van de hoorzitting 1. De Commissie kan besluiten tot het houden van een hoorzitting. Zij deelt het besluit hieromtrent schriftelijk aan partijen mede. 2. Indien besloten is tot een hoorzitting bericht de Commissie partijen dat zij in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord, alvorens de Commissie een beslissing neemt. Partijen kunnen zich hierbij door derden laten bijstaan. Partijen dienen hiervan uiterlijk bij aanvang van de hoorzitting melding te maken aan de voorzitter. 3. Indien de Commissie besluit dat een hoorzitting noodzakelijk is bepaalt de Commissie zo spoedig mogelijk de plaats, de datum en het tijdstip waarop de behandeling van het beroep in ter eventuele zitting zal plaatsvinden en zendt daarvan aan de partijen bericht. 4. De Commissie zendt vóór de hoorzitting alle relevante stukken aan partijen Reglement Geschillencommissie Studentenstatuut ((vastgesteld College van Bestuur 15 september 2015) 3

4 Artikel 8: Hoorzitting 1. Indien een hoorzitting plaatsvindt, worden partijen in de gelegenheid gesteld de eigen standpunten toe te lichten. Ook de Commissie zelf kan partijen oproepen om te worden gehoord. Aan de oproep dienen partijen gehoor te geven. 2. De Commissie kan besluiten de hoorzitting op een andere datum en tijdstip voort te zetten. Hierbij kan aan partijen aanvullende informatie worden gevraagd. 3. De voorzitter kan bepalen dat partijen in elkaars aanwezigheid worden gehoord. 4. Voordat de hoorzitting wordt gesloten, deelt de voorzitter mede wanneer uitspraak zal worden gedaan. Artikel 9: Uitspraak 1. De Commissie kan een beroep ongegrond of gegrond verklaren, dan wel niet ontvankelijk verklaren, dan wel niet in behandeling nemen. 2. Een beroep wordt niet in behandeling genomen, indien het niet is vergezeld van de definitieve uitspraak van de directeur of rector, of indien degene die beroep instelt naar het oordeel van de Commissie geen belang (meer) heeft bij het beroep. 3. De Commissie doet binnen 10 werkdagen na ontvangst van het beroep schriftelijk een gemotiveerde uitspraak. Deze termijn kan verlengd worden met ten hoogste 10 werkdagen. De termijn die nodig is om onvolkomenheden in het beroepschrift te herstellen is niet begrepen in de eerder genoemde 10 werkdagen. Tijdens schoolvakanties kunnen de hier genoemde termijnen worden geschorst. Partijen ontvangen van de schorsing bericht van de secretaris. 4. De Commissie stelt bij haar uitspraak zo nodig vast op welke wijze aan degene, die beroep instelt, tegemoet gekomen dient te worden. 5. Het College van Bestuur kan de uitspraak van de Commissie niet-verbindend verklaren en vervangen door een ander besluit, indien deze uitspraak strijdig is met wettelijke bepalingen of zich niet verdraagt met, bij of krachtens de wet aan de Raad van Toezicht of het College van Bestuur opgedragen taken en verantwoordelijkheden. Het College van Bestuur deelt dit binnen 10 werkdagen na ontvangst van de uitspraak met redenen omkleed schriftelijk aan de betrokkenen en de Commissie mee. Artikel 10: Bekendmaking 1. De uitspraak wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend. 2. De uitspraak wordt in afschrift verzonden aan de partijen, de wettelijke vertegenwoordigers van degene die beroep instelt indien hij minderjarig is; aan de directeur Onderwijs; en aan het College van Bestuur. 3. De uitspraak kan aanleiding zijn tot een beleidsadvies. Artikel 11: Voorlopige maatregel, herziening 1. De Commissie kan op een gemotiveerd verzoek van betrokkene een voorlopige maatregel treffen in afwachting van de definitieve uitspraak in de hoofdzaak. Alvorens te beslissen stelt de Commissie de directeur Onderwijs of rector in de gelegenheid te worden gehoord. 2. Herziening van een uitspraak van de Commissie kan op verzoek van elk van beide partijen plaatsvinden op grond van nader gebleken feiten of omstandigheden die, indien deze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden. Artikel 12: Hoger beroep Tegen de uitspraak van de Commissie kan binnen 3 werkdagen hoger beroep worden ingesteld bij het College van Bestuur. Het College van Bestuur kan de uitspraak uitsluitend vervangen door een andere uitspraak indien redenen, genoemd in artikel 9 lid 5, zich voordoen. Reglement Geschillencommissie Studentenstatuut ((vastgesteld College van Bestuur 15 september 2015) 4

5 Artikel 13: Privacybescherming 1. Voor ieder die betrokken is bij de (hoger) beroepsprocedure geldt geheimhouding ten aanzien van al hetgeen in verband met de behandeling van het beroep te zijner kennis komt of waarvan hij het vertrouwelijke karakter had kunnen begrijpen. 2. De in het vorige lid van dit artikel bedoelde geheimhoudingsplicht geldt niet voor degene die ambtshalve of volgens de wet tot mededeling verplicht is. 3. De plicht tot geheimhouding vervalt niet - als betrokkene niet meer als medewerker of student van het ROC Leiden verbonden is; - als betrokkene geen deel meer uitmaakt van de Commissie. Artikel 14: Verslaglegging 1. De Commissie brengt jaarlijks aan het College van Bestuur verslag uit van het aantal en de aard van de behandelde beroepen en de gedane uitspraak. De privacy van de betrokkenen dient hierbij gewaarborgd te zijn. 2. In het verslag kan de Commissie beleidsadviezen geven. 3. Het verslag van de Commissie is niet openbaar. Artikel 15: Vaststelling van dit reglement Dit reglement wordt door het College van Bestuur vastgesteld. Artikel 16: Slotbepaling 1. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het College van Bestuur, gehoord hebbende de Commissie. 2. Dit reglement kan worden aangehaald als het Reglement Geschillencommissie Studentenstatuut. Reglement Geschillencommissie Studentenstatuut ((vastgesteld College van Bestuur 15 september 2015) 5