!f0,_lgemeen rn3eheers(çomite

Transcriptie

1 !f0,_lgemeen rn3eheers(çomite VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de wet van 30 december 1992 Jan Jacobsplein, Brussel Tel.: Fax : ABC ADVIES 2010/07 Brussel, 09 december 2010 VOORLOPIG 1 ADVIES 2010/07 1 Onder voorbehoud van de beslissingen in het werknemersstelsel

2 Inhoudstafel Inhoudstafel... 2 L Inleiding... 3 IL De berekeningswijze van de financiële enveloppe voor de welvaartsaanpassingen in A. De minimale financiële enveloppe... 4 II. B. De meer- of minkosten van de vorige adviezen... 4 II.C. De beschikbare financiële enveloppe IJL De financiële enveloppe A. III. B. III. C. De minimale financiële enveloppe... 6 Meer- en minkosten van vorige adviezen Beschikbare financiële enveloppe voor de periode IV. Contextfactoren... 8 IV. A. De economische perspectieven IV.B. Budgettaire vooruitzichten en op lange termijn... 8 IV.C. Inconsistenties in de wet:... 8 Kinderbijslag... 9 Welvaartsaanpassingen en de uitgaven voor gerelateerde dossiers... 9 Enveloppe volgens theoretische parameters... 9 V. Voorstellen tot aanwending van de financiële enveloppe voor voor het stelsel der zelfstandigen VI. Conclusie BIJLAGE 1- Minimalefinanciële enveloppe BIJLAGE 2 -MAATREGELEN ZELFSTANDIGEN WELVAART

3 I. Inleiding In de artikelen 5 en 6 van de wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact werd een structureel mechanisme ingeschreven voor een algemene welvaartsaanpassing van alle of sommige uitkeringen van de sociale zekerheid der zelfstandigen 2 Overeenkomstig dit mechanisme moet de regering om de twee jaar een algemene beslissing nemen over de omvang en de verdeling van de toegekende financiële enveloppe voor de welvaartsaanpassing van alle of sommige uitkeringen die de volgende twee jaar zal worden toegepast. Die beslissing van de regering dient te worden voorafgegaan door een gezamenlijk advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) en het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen (ABC), zowel over de hoegrootheid als over de verdeling van de financiële middelen. Bij ontstentenis van een advies of als de regering van dat advies afwijkt, moet de regering een met redenen omkleed voorstel uitbrengen waarover opnieuw het advies van de Raden wordt gevraagd. Vanaf moeten eventuele meerkosten van beslissingen met betrekking tot de voorgaande tweejaarlijkse periode ten laste genomen worden (cf. artikel 5, 6 van de wet). Aangaande de methode werd in het vorige advies 2009/02 gesteld dat het bepalen van de beschikbare enveloppe, waarbij rekening gehouden wordt met de meerkost van vorige adviezen, berekeningstechnisch voor problemen zou zorgen in de toekomst. Daarom werd aan het Federaal Planbureau gevraagd om voor de toekomst de verschillende berekeningsmethodes die in het genoemd advies werden voorgesteld, te verfijnen om op een adequate manier rekening te kunnen houden met de meerkost van vroegere afgesproken en uitgevoerde maatregelen. 2 Vanaf 2008 werd ingevolge artikel 73 bis van genoemde wet een gelijkaardig mechanisme ingeschreven voor de sociale bijstand. 3

4 11. De berekeningswijze van de financiële enveloppe voor de welvaartsaanpassingen in A. De minimale financiële enveloppe De wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005 preciseert in artikel 6 dat voor het stelsel van de zelfstandigen de welvaartsenveloppe vanaf 2008 minimaal overeenstemt met "de som van volgende geraamde uitgaven in alle takken van de sociale zekerheid der zelfstandigen 3 : een jaarlijkse welvaartsaanpassing met 0,5% van alle inkomensvervangende uitkeringen in de sociale zekerheid, met uitzondering van de forfaitaire uitkeringen; een jaarlijkse welvaartsaanpassing met 1% van alle forfaitaire uitkeringen; een jaarlijkse verhoging met 1,25% van de loongrenzen voor de berekening van de nieuwe inkomensvervangende maatregelen." Om die enveloppe te berekenen heeft het ABC aan de parastatalen en het federaal Planbureau precieze berekeningen gevraagd over het budget dat met bovengenoemde parameters overeenstemt. De enveloppe voor 2011 is gelijk aan de kostprijs van het hierboven vermelde scenario, berekend op inwerkingtreding op 1 januari De enveloppe 2012 is gelijk aan de geëvolueerde kostprijs daarvan in , en de kostprijs van nieuwe overeenkomstige maatregelen berekend op inwerkingtreding op 1 januari Per parastatale werd op die manier voor de periode een cumulatieve enveloppe berekend (zie punt 3.1 en bijlage 1 ). 11. B. De meer- of minkosten van de vorige adviezen De wet stelt in art. 5 6 dat vanaf 2010 ook de eventuele meerkosten veroorzaakt door de beslissingen m.b.t. de voorgaande tweejaarlijkse periode ten laste van de enveloppe moeten worden genomen. De 'meerkost' verwijst naar het "kostprijsverschil" van deze beslissingen ten opzichte van het beleidsscenario waarin jaarlijks welvaartsaanpassingen zouden zijn toegekend volgens de hierboven vermelde parameters ( cf. percentages van 0,5% - 1% - 1,25% ). Naast de meerkost in uitvoering van het advies 2009/02 voor de periode is destijds ook overeengekomen om de meerkost van het advies 2006/08 voor de periode ten laste te nemen van de enveloppe Deze meerkosten kunnen evenwel pas vanaf 2008 worden berekend aangezien de wetgever pas vanaf dan de modaliteiten voor de minimale financiële enveloppe heeft vastgelegd. 3 Onder de forfaitaire uitkeringen vallen ook de minimumuitkeringen maar niet de maximumuitkeringen. De bedragen van de maximumuitkeringen staan in tegenstelling tot de bedragen van de minimumuitkeringen van de sociale zekerheid niet in de wet ingeschreven, maar volgen uit de toepassing van de bij wet vastgelegde inkomensgrenzen in de berekening van het uitkenngsbedrag. Voor maximumuitkeringen geldt derhalve een parameter van 0,5%, terwijl voor minimumuitkeringen een parameter van 1% geldt. Een verhoging van een inkomensgrens geldt enkel voor de "nieuwe" uitkeringen. 4 Enerzijds hebben sommige gerechtigden, die oorspronkelijk de regeling genoten de regeling ondertussen al verlaten (overlijden, werkhervatting, enz.). Anderzijds, In het geval van forfaits, de minima, en de berekeningsplafonds, treden er nieuwe gerechtigden op die eveneens van de welvaartsaanpassing kunnen ~enieten. Cf. de notulen ( L.B.-W.A./10-01) van de vergadering van de gemengde subcommissie 'Welvaartsvastheid" van 19 maart

5 De enveloppe 2007 voor het sociaal statuut der zelfstandigen werd immers reeds eerder vastgelegd op de bijzondere ministerraad te Gembloux van januari Wel omvatten de meerkosten de overloopeffecten van de maatregelen die in de loop van 2007 in werking traden. Deze maatregelen vielen immers maar gedeeltelijk ten laste van de enveloppe De bijkomende kosten verbonden aan de toepassing gedurende een volledig jaar kwamen ten laste van de enveloppe Het Federaal Planbureau is gevraagd om in samenwerking met de parastatalen, en rekening houdend met hun berekeningen van de minimale financiêle enveloppe, een methode te ontwikkelen waarbij zou nagegaan worden welke marge er overblijft voor de periode na verrekening van eventuele meerkosten van de genomen maatregelen sinds 2007 (cf. punt 3.2). H.C. De beschikbare financiële enveloppe De beschikbare financiêle enveloppe wordt vervolgens bekomen door van de minimale financiêle enveloppe de meerkosten in van de uitvoering van de adviezen 2006/08 en 2009/02 af te trekken. Met dit correctiemechanisme blijven de uitgaven binnen de minimaal beschikbare marges gecreêerd door de jaarlijkse toepassing van de percentages 0,5% - 1% -1,25% vanaf 2008, d.i. het jaar vanaf wanneer de wettelijke modaliteiten voor de berekening van de minimale enveloppe gelden. 5

6 111. De financiële enveloppe 111. A. De minimale financiële enveloppe Op basis van de gegevens van de parastatalen werd de minimale financiële enveloppe berekend (zie Tabel1; voor een gedetailleerd overzicht zie bijlage 1). Tabel1: minimale financiële enveloppe - zelfstandigenregeling (index 112,72) RVP (pensioenen) RIZIV (ziekte, invaliditeit, moederschap) Kinderbijslag Faillissement TOTAAL Hierbij dient opgemerkt dat de ramingen van het RIZIV, de kinderbijslag en de faillissementsverzekering geactualiseerd zijn in het kader van de begratingsramingen voor het jaar 2011 alsook de mee~arenramingen voor 2012 tot en met De bedragen zijn uitgedrukt in vaste prijzen aan spilindex 112,72 die in augustus 2010 overschreden is (basis 2004 = 1 00). Tijdens de werkzaamheden van het ABC hebben de parastatalen die berekeningen ook stelselmatig geverifieerd en verbeterd in. samenspraak met het federaal Planbureau. Voor het stelsel van de zelfstandigen zou de jaarlijkse enveloppe 31,82 miljoen euro in 2011 en 64,85 miljoen euro in 2012 bedragen. Het ABC merkt op dat deze berekening ook de bedragen voor de kinderbijslag omvat, hoewel dit budget uitsluitend gebruikt wordt om inkomensvervangende uitkeringen te verhogen. Het ABC vraagt zich daarom af of er met deze kinderbijslagbedragen van 4,19 miljoen euro in 2011 en 8,42 miljoen euro in 2012 rekening moet gehouden worden voor het vastleggen van de minimale financiële enveloppe B. Meer- en minkosten van vorige adviezen Het Federaal Planbureau is gevraagd een raming te maken van de meer- of minkosten veroorzaakt door de uitvoering van de maatregelen in de adviezen 2006/08 en 2008/02. Deze raming maakt deel uit van de actualisering van de working paper, uitgebracht in maart 2008 over de welvaartsbinding van de sociale zekerheidsuitkeringen waarin onder meer ook de evolutie van de inkomsten en de hoogte van de uitkeringen wordt vergeleken 6 6 Fasquelle, N., Fesljens, M.J., en Scholtus, 8. (maart 2008), Welvaartsbinding van de sociale zekerheidsuitkeringen: een overzicht van recente ontwikkelingen. Federaal Planbureau, Working Paper, nr Deze actualisering werd gepresenteerd door het federaal Planbureau in document LB-WA/ van de gemengde subcommissie Welvaart van de NAR-CRB. Voor het stelsel van de zelfstandigen is deze paper nog verder geactualiseerd na overleg tussen de RVP en het Planbureau. 6

7 Voor de zelfstandigenregeling komen de meerkosten in 2011 neer op 12,66 miljoen euro en 12,64 miljoen euro in 2012 (zie Tabel2). Tabel 2: Meerkost van de maatregelen Welvaart' zelfstandigen ) In miljoen euro Index (2004=100) 108,34 110,51 110,51 112,72 112,72 A. Maatregelen zelfstandigen in , incl. overfooq_ ,01 61,73 97,98 100,51 101,23 B. Jaarlijkse welvaartsaanpassing volgens parameters Generatiepact 26,62 54,96 85,70 87,85 88,59 C. Meerkost (+) of Minkost (-) (=A-B) +4,39 +&,n +12,28 +12,66 +12, C. Beschikbare financiële enveloppe voor de periode Door van de minimale financiële enveloppe de meerkosten in van de adviezen 2006/08 en 2009/02 af te trekken wordt de beschikbare financiële enveloppe verkregen. Tabel 3: De beschikbare financiële enveloppe voor welvaartsaanpassingen in (in miljoen euro aan index 112,72) Zelfstandigen 19,16 52,21 7

8 IV. Contextfactoren Artikel 5 2 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact bepaalt dat dit advies rekening moet houden met de ontwikkeling van de beroepsinkomsten der zelfstandigen en de noodzaak tot een duurzaam financieel evenwicht in de sociale zekerheid der zelfstandigen. Daarbij moet ook aandacht worden besteed aan de economische groei, de kost van de vergrijzing, de verhouding tussen het aantal uitkeringstrekkers en het aantal actieven, en de zorg om geen nieuwe inactiviteitsvallen te scheppen of bestaande te versterken". Het ABC meent dat het overwegen van deze contextfactoren nodig is om een advies uit te brengen dat kadert in de wet betreffende het generatiepact IV. A. De economische perspectieven Het economisch herstel na het uitbreken van de crisis in het najaar 2008, is volgens de verschillende internationale instellingen (o.a. IMF 7 ) opnieuw aan het vertragen. Bovendien blijft het herstel vandaag nog moeilijk door diverse neerwaartse risico's (o.a. herstel van de eurozone, solvabiliteit van het Europees bancair systeem,... ). Daarom is het ABC van oordeel dat de economische situatie nog niet voldoende hersteld is. IV.B. Budgettaire vooruitzichten en op lange termijn In september 2010 zijn de vooruitzichten voor 2011 positief, maar er is een duidelijke daling merkbaar in vergelijking met de vooruitzichten opgemaakt in juni Op middellange termijn wordt het sociaal statuut deficitair. Volgens de vooruitzichten, opgemaakt in juni 2010 worden de mali voor de meerjarenramingen 2012, 2013 en 2014 respectievelijk geraamd op 227, 256 en 266 miljoen euro (zonder extra bijdrage van de federale Staat en in de veronderstelling dat begrotingsdoelstelling van de geneeskundige verzorging zou opgebruikt worden). Volgens deze vooruitzichten, blijft er op middellange termijn een structureel deficit. Ook beginnen de pensioenuitgaven zwaarder te wegen. Het ABC merkt op dat volgens de Studiecommissie voor de vergrijzing de kost van de vergrijzing op lange termijn oploopt tot 6,3% van het BBP tussen 2009 en 2060 (8,5% als met rekening houdt met 2008 en het verlies in het BBP ) 8 Deze oefening is gemaakt met relatief optimistische hypothesen. Gelet op deze precaire situatie in de begroting meent het ABC dat het aangewezen is de uitgaven in het kader van de welvaartsaanpassingen te matigen. IV.C. Inconsistenties in de wet: Het mechanisme van structurele welvaartsaanpassingen bevat bepaalde inconsistenties die gecorrigeerd moeten worden, zoals het federaal Planbureau onderlijnt in zijn voorlopige nota 'Welvaartsbinding van de sociale uitkeringen" van oktober 2010 : 7 Zie IMF, World Economie Outlook, oktober Hoge Raad van Financiên, Studiecommissie voor de Vergrijzing, Jaarlijks verslag. Juni

9 Kinderbijslag Inzake kinderbijslag wijst het ABC er op dat deze bedragen gebruikt worden om de enveloppe te berekenen, terwijl deze bedragen aangewend worden om inkomensvervangende uitkeringen te verhogen. Welvaartsaanpassingen en de uitgaven voor gerelateerde dossiers Het ABC wijst er op dat op korte termijn andere gerelateerde dossiers de uitgaven in het sociaal statuut kunnen doen stijgen. Zo moet bijvoorbeeld een budgettaire marge voorzien worden voor de gevolgen van beslissingen die op een ander niveau kunnen genomen worden (Cf. de Belgische regering, het Europees niveau,... ). Enveloppe volgens theoretische parameters De wet betreffende de welvaartsaanpassing gaat ervan uit dat voor de berekening van de te besteden enveloppe, de reële lonen met 1, 75% per jaar evolueren. Dit cijfer is geraamd op basis van observaties gedurende de laatste 50 jaar. De evolutie van de productiviteitsteename van de laatste 26 jaar (+1,50%) en de verwachtingen op middellange termijn (+1, 1%) leiden tot een bepaalde bezorgdheid over die hypothese van 1,75% Joonstijging op lange termijn die in het sociaal beleidsscenario gebruikt wordf. Het generatiepact gebruikt de daaruit voortvloeiende parameters (1,25%, 1%, en 0,5%) ongeacht de actuele Joonstijging 10 Het ABC meent daarom dat de paramaters onvoldoende aangepast zijn aan de recente ontwikkelingen en vooruitzichten op middellange termijn. 9 Hoge Raad van Financiên, Studiecommissie voor de Vergrijzing, Jaarlijks verslag, Juni 2008, p Zie hetzelfde jaarlijks verslag van juni 2008, p

10 V. Voorstellen tot aanwending van de financiële enveloppe voor voor het stelsel der zelfstandigen Het ABC stelt vast dat een meerkost sinds 2007 ten laste genomen moet worden van de enveloppe. Ook wenst het Comité te wijzen op de moeilijke situatie waarin ons land zich bevindt, Het Comité meent dat rekening moet gehouden worden met de economische vooruitzichten en de precaire toestand van de begroting, en wijst tenslotte op bepaalde inconsistenties in de wet op het Generatiepact, die nopen tot voorzichtigheid. Dit standpunt wordt gedeeld door de werkgeversorganisaties (VBO, UNIZO, UCM, UNISOC en Agrofront). Daarom is het Comité van oordeel dat moet gewaakt worden over verantwoorde welvaartsaanpassingen om de budgettaire situatie van het land niet te verzwaren. Het stelt daarom voor om de beschikbare financiële enveloppe niet in haar totaliteit aan te wenden. In de huidige stand van zaken wenst het een voorlopig advies uit te brengen, waarbij afhankelijk van nog te nemen beslissingen in het werknemersstelsel nog preciseringen of bijsturingen mogelijk zijn. Het ABC stelt voor om de beschikbare middelen aan te wenden voor de meest behartigenswaardige gevallen. Aangezien het minimumpensioen van de zelfstandigen nog steeds niet hetzelfde niveau van de werknemers bereikt heeft, stelt het ABC voor om de minimumpensioenen te verhogen met 1%. Het Comité meent bovendien dat een verhoging van de IGO moet vermeden worden zolang er nog perverse 11 effecten met de pensioenminima mogelijk zijn (zie het verslag 201 0/02 van het ABC - Verslag aan de regering betreffende de begroting 2011 en de mee~arenramingen ). Het ABC stelt ook voor om in de lijn van vorige adviezen de pensioenen die vijf jaar geleden zijn ingegaan te verhogen met 1% en de verhoging van de cohorte van 15 jaar op te schorten aangezien deze reeds een verhoging verkregen heeft. Voorts wenst het Comité ook een gedeelte van de enveloppe aan te wenden voor behartigenswaardige gevallen door de invoering van een forfaitair supplement voor langdurig invalide zelfstandigen, met en zonder stopzetting van activiteit (>5 jaar), en het verhogen van de tussenkomst voor hulp door derden met 3 euro. Tenslotte wijst het ABC er op dat bepaalde uitkeringen gekoppeld zijn aan de verhoging van de minima. Een verhoging van de minimumpensioenen (zelfstandigen en werknemers) zal implicaties hebben voor de andere sectoren van het sociaal statuut (zie Tabel4): 11 De IGO - een bijstandspensioen - wordt immers toegekend als de inkomsten van de aanvrager een bepaald bedrag niet overschrijden. Om die inkomsten te berekenen, wordt 90% van het werkelijk betaalde bedrag van het rustpensioen in aanmerking genomen. Dat betekent dat sommige personen die een minimumpensioen zelfstandige genieten ook nog steeds van de IGO kunnen genieten. In de praktijk zal een verhoging van het minimumpensioen zelfstandigen daardoor slechts weinig impact hebben voor sommige rechthebbenden, aangezien deze verhoging via een systeem van communicerende vaten opgeheven wordt door een daling van het bedrag van de IGO 10

11 Tabe 4: re I at1e. mm1mumpens1oen en an d ere sec t oren van ht e soc1aa "ltatt s u u Toename/afname F aillissementsverzekering Minimumpensioen zelfstandigen Arbeidsongeschiktheid Invaliditeit zonder stopzetting ' Minimumpensioen werknemers ---i-+ Invaliditeit met stopzetting ' ' ' Overzicht van de maatregelen 12 : Pensioenen: Verhoging van de minimumpensioenen op 1 september 2011 met 1% Verhoging van de pensioenen die 5 jaar geleden ingegaan zijn met 1% op 1/9/2011 (pensioen ingegaan in 2006); Opschorting van de verhoging van de pensioenen die 15 jaar geleden ingegaan (pensioenen ingegaan in 1996); Arbeidsongeschiktheid - invaliditeit: Verhoging van de forfaitaire uitkering arbeidsongeschiktheid met 1% op 1/09/2011; Verhoging van de forfaitaire uitkering invaliditeit zonder stopzetting van activiteit met 1% op 1/09/2011; Verhoging van de forfaitaire uitkering invaliditeit met stopzetting van activiteit met 1% op 1/09/2011; de invoering van een forfaitair supplement voor langdurig invalide zelfstandigen (>5 jaar) van 150 euro in mei 2011; Verhoging van de tegemoetkoming voor hulp van derden(+ 3 euro) op 1/9/2011 F aillissementsverzekering: Een verhoging van de forfaitaire uitkering in geval van faillissement met 1% op 1/9/ Zie tabel in bijlage 2 voor een overzicht van de maatregelen met de geraamde kostprijs. IJ

12 Vl. Conclusie In de lijn van zijn voorgaande adviezen inzake welvaartsaanpassingen heeft het Comité in het kader van dit voorlopig advies een reeks maatregelen voorgesteld om de vervangingsuilkeringen van de zelfstandigen te verbeteren. Rekening houdende met de huidige economische situatie en de noodzaak om de situatie van het land niet te verergeren in deze periode van crisis, heeft het Comité zich bewust beperkt tot voorstellen om de situatie van de meest behartigenswaardige gevallen te verbeteren. Het ABC heeft eveneens een verhoging van het minimumpensioen van de zelfstandige voorgesteld, wetende dat: het minimumpensioen voor zelfstandigen nog steeds lager ligt dan het minimumpensioen van de werknemers, en een verhoging van de IGO moet vermeden worden zolang er nog perverse effecten met de pensioenminima mogelijk zijn (Cf. Verslag 201 0/02). Het Comité wenst eveneens de verhoging voor de pensioenen die vijf jaar geleden zijn ingegaan te behouden, maar beperkt tot een verhoging van 1 %. Tenslotte heeft het ook rekening gehouden met het effect dat de verhoging van bepaalde uitkeringen heeft op andere uitkeringen. Om te eindigen wenst het Comité de verschillende personen en instellingen te bedanken die deelgenomen hebben aan zijn werkzaamheden, in het bijzonder het federaal Planbureau, de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, de Nationale Arbeidsraad, de Rijksdienst voor Pensioenen, de dienst uitkeringen van het RIZIV, de cel actuariaat van de DG Zelfstandigen, en de dienst financiën, pensioenen en vertaling van het RSVZ. Namens het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, op 9 december 2010: Secretaris Anne VANDERSTAPPEN, Voorzitter 12

13 BIJLAGE 1- Minimale financiële enveloppe PENSIOENEN INDEX 112,72 enveloppe welvaart lnkomensverv. Uitk +0,5% (incl. Maximumuitk.) Forfaits en minima +1% Plafonds voor nieuw intreders +1,25% lnkomensverv. Uitk +0,5% (incl. Maximumuitk.) Forfaits en minima +1% Plafonds voor nieuw intreders +1,25% Subtotaal Ziekte en invaliditeit Forfaits en minima +1% Forfaits en minima +1% Subtotaal Kinderbijslag Forfaits en minima +1% Forfaits en minima +1% Subtotaal Faillissementsverzekering Forfaits en minima +1% Forfaits en minima +1% Subtotaal "RSVZ" -subtotaa I (ki nderbijslag+faillissement) TOTAAL

14 BIJLAGE 2- MAATREGELEN ZELFSTANDIGEN WELVAART Voorstellen zelfstandigen Kost in euro accenten op bepaalde forfaits invaliditeit en 1% index 112,72 stijging minima Pensioenen 2011 l;j Minima+ 1% % pensioen 5 jaar % pensioen 15 jaar 0 0 Totaal pensioenen Prim. AO I invaliditeit Prim. AO Forfait: + 1% lnv. Zonder stop Forfait: +1% lnv. Met stop Forfait:+ 1 % Jaarlijks aanvullende uitkering in geval van langdurige invaliditeit (>5j) : 76,5 euro, Jaarlijks aanvullende uitkering in geval van langdurige invaliditeit (>5j):+ 73,5 euro, Hulp van derden (augmentation de 3 ) Totaal Prim. AOnnvaliditeit Faillissementsverzekering 11. Faillissement: + 1% Totaal faillissement Algemeen totaal OPGELET : deze bedragen zijn voorlopig 13 Deze maatregelen zouden ingaan op 1 september 2011, met uitzondering van de aanvullende uitkering in geval van langdurige invaliditeit, dat in de maand mei zou betaald worden.i