2 Theorie en achtergronden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2 Theorie en achtergronden"

Transcriptie

1 Samenvatting» Volgens de Self Determination Theory (SDT) hebben cliënten behoefte aan autonomie, competentie en verbinding. Als hun autonomie bedreigd wordt (reactance theory) of als ze het gevoel hebben dat ze niet in staat zijn om te veranderen (self-efficacy), zullen ze de situatie willen houden zoals ze is. Ze kunnen deze opstelling met argumenten omkleden (uitspreken van bezwaren) en komen in verzet als anderen druk op hen willen uitoefenen om toch te veranderen (weerstand). Zij horen zichzelf vertellen waarom ze niet willen of kunnen veranderen en raken daarvan meer overtuigd (zelfperceptietheorie), of ze maken het onderwerp minder belangrijk voor zichzelf (cognitieve dissonantietheorie). Cliënten die zich gewaardeerd en begrepen voelen in het contact met de professional (cliëntgerichte gespreksvoering), worden gestimuleerd om hun eigen redenen en mogelijkheden om te veranderen uit te spreken en daardoor versterken ze hun eigen motivatie (self-efficacy en zelfperceptietheorie). Hoe meer zij over deze wens en de noodzaak om te veranderen spreken, hoe groter de kans op daadwerkelijke gedragsverandering (zelfperceptietheorie). 2.1 Definitie en oorsprong van MG Motiverende gespreksvoering (MG) is een cliënt- en doelgerichte communicatiestijl die de eigen motivatie van cliënten probeert te vergroten door het verkennen en verminderen van hun tegenstrijdige gevoelens (ambivalentie) over verandering, zodat er bij de cliënt een groter commitment ontstaat om verandering te realiseren. Het doel van de verandering kan gedragsverandering zijn, maar het doel kan ook breder zijn, zoals op een andere manier voelen of denken over jezelf of over een situatie. MG is een methode van gesprekken voeren die voortkomt uit de therapeutische praktijk in de verslavingszorg. Miller (1991) ontwikkelde een

2 22 Motiverende gespreksvoering voor sociaalagogisch werk hulpverleningsmethode voor alcoholverslaafden die gebaseerd was op de cliëntgerichte gespreksmethode van Carl Rogers en paste deze counselingmethode aan om haar effectiever te maken. Bij deze hulpverlening is de persoonlijke motivatie voor het bereiken van bepaalde doelen doorslaggevend. Pas als de cliënt actief betrokken is en investeert in zijn eigen verandering, kunnen blijvende resultaten behaald worden. MG is ontstaan uit de behoefte om cliënten beter te kunnen ondersteunen in actieve deelname aan hun eigen hulpverlening. MG komt dus voort uit de hulpverleningspraktijk en biedt een methodiek om gesprekken te voeren. Deze manier van gesprekken voeren bleek goed te werken. Dit werd bevestigd in wetenschappelijke onderzoeken van de afgelopen jaren. Hoewel MG op basis van deze onderzoeken een evidence based gespreksmodel genoemd mag worden, is het tot voor kort vooral een praktijkmodel gebleven zonder een theoretisch vertrekpunt en zonder duidelijke verklaring voor het waarom van de geconstateerde werking. Door de toegenomen aandacht voor MG en de uitbreiding van de toepassing in allerlei werkvelden is ook het denken over de theoretische fundering van MG op gang gekomen. Hoewel de theorievorming rond deze gespreksmethodiek nog in ontwikkeling is, worden onderstaande theorieën in relatie gebracht met motiverende gespreksvoering. 2.2 MG en de cliëntgerichte gespreksmethode De cliëntgerichte gespreksmethode zoals ontwikkeld door Carl Rogers is gebaseerd op een humanistische benadering. Hierbij is het uitgangspunt dat mensen een innerlijke drang hebben om zich te ontwikkelen, waardoor zij uit zichzelf ervaringen zoeken die groei en ontwikkeling ondersteunen. Deze drang kan botsen met de omstandigheden en de omgeving waarin zij verkeren en het resultaat van hun ontwikkeling is daarvan afhankelijk. De wijze waarop je naar jezelf en je omgeving kijkt, is echter geen vaststaand gegeven, maar wordt beïnvloed door de manier waarop je betekenis geeft aan de ervaringen die je opdoet. Hoe je jezelf ziet en waar je jezelf toe in staat acht, is dus een dynamisch proces en blijvend in ontwikkeling. De uitgangspunten van MG (Miller (2005) komen hiermee sterk overeen. Ook MG definieert de cliënt als een actief, op groei gericht wezen met een aangeboren drang tot persoonlijke ontwikkeling en de potentie om deze ontwikkeling te realiseren. MG wordt gezien als een communicatiestijl of counselingstijl die een geïntegreerde ontwikkeling ondersteunt. De taak van de hulpverlener is de eigen innerlijke bron-

3 23 nen van de cliënt uit te lokken en te versterken en zo een natuurlijk en cliënteigen veranderingsproces te faciliteren. Uitgangspunten van de cliëntgerichte gespreksmethode zijn onder andere: authentieke belangstelling, vertrouwen in de mogelijkheden van anderen, zich willen inleven in de ander en een onvoorwaardelijke positieve houding. Het verschil tussen de cliëntgerichte benadering van Rogers en MG is dat de eerste non-directief is: de professional stuurt niet en ondersteunt de cliënt slechts in het onderzoeken en maken van eigen keuzes. MG daarentegen is een doelgerichte methode: de begeleiding of hulpverlening heeft een bepaald doel en de vragen en reacties van de professional ondersteunen dit doel. Dit gebeurt in samenwerking: professional en cliënt werken samen in de richting van een bepaald (verander)doel. Daarbij wordt de autonomie van de cliënt om eigen keuzes te maken ondersteund. 2.3 MG en de zelfdeterminatietheorie Door velen wordt het gedachtegoed van de Self Determination Theory 1 (SDT), de zelfdeterminatietheorie, als een goede fundering gezien van MG. SDT is een theorie over persoonlijkheidsontwikkeling en zelfgemotiveerde gedragsverandering. In deze theorie wordt een definitie gegeven van wat optimale motivatie is en hoe deze bereikt kan worden (of juist ondermijnd). Ook de SDT heeft een humanistische basis 2. Het uitgangspunt is dat mensen beschikken over psychologische basisbehoeften. Deze worden binnen de SDT gedefinieerd als needs, als noodzakelijke basisvoorwaarden die nodig zijn om te functioneren. Er worden drie basisbehoeften gedefinieerd: 1 behoefte aan autonomie ; 2 behoefte aan competentie; 3 behoefte aan verbondenheid. 1 Behoefte aan autonomie De behoefte aan autonomie is de behoefte om je eigen richting in het leven te kunnen bepalen, je eigen doelen te stellen en eigenaar te zijn van je eigen ontwikkeling. Je voelt je autonoom als je het gevoel hebt 1 De Self-Determination Theory is een bundeling van diverse theorieën en is ontwikkeld door E. Deci en R. Ryan. 2 Grondleggers van de humanistische psychologie zijn onder anderen A. Maslow en C. Rogers.

4 24 Motiverende gespreksvoering voor sociaalagogisch werk dat je keuzes kunt maken en dat die keuzes niet afgedwongen of onder druk tot stand komen. Je voelt je autonoom als datgene wat je doet ook hetgeen is dat je zelf gewild hebt. De ontwikkeling van autonomie komt in de tijd vóór de ontwikkeling van de hierna behandelde behoefte aan competentie, want als je weet welke kant je op wilt, dan ben je ook bereid om je vaardigheden hiervoor te ontwikkelen en te leren. Autonomie moet niet verward worden met begrippen zoals onafhankelijkheid, competitie of individualisme. Autonomie kan niet los van of ten koste van anderen ontwikkeld worden. Ze kan juist pas goed ontstaan in relatie en verbondenheid met anderen. Hoe meer autonoom de cliënt zich voelt, hoe gemakkelijker en hechter hij zichzelf verbonden kan voelen met anderen. Hoe minder autonoom hij zichzelf voelt, hoe groter de neiging om defensief gedrag te vertonen, zich af te zetten of zich (psychologisch) terug te trekken. Als hij zich verbonden voelt met anderen en het gevoel heeft dat die anderen zijn welzijn nastreven, zal hij zich makkelijker identificeren met regels en normen die anderen willen overbrengen. Ook zal hij de waarden uit zijn omgeving makkelijker overnemen. Als hij echter geen gevoel van verbondenheid heeft, zal hij dus niet makkelijk iets overnemen, aannemen en eigen maken. De uitdaging voor de professional is om cliënten te begeleiden of advies te geven zonder de autonomie van de ander te ondermijnen (Mark - land, 2005). De rol van de begeleider of hulpverlener is om de cliënt in staat te stellen zijn eigen gedachten, gevoelens en handelen in overeenstemming te brengen met zijn eigen behoeften en wensen. Hierdoor is de cliënt beter in staat om zijn eigen redenen voor gedragsverandering onder woorden te brengen en ernaar te handelen. Ook kan de professional de autonomie van de cliënt ondersteunen door hem te leren omgaan met de invloed die anderen op hem willen uitoefenen. De cliënt kan leren hoe hij invloed van anderen kan toelaten en tegelijkertijd zijn eigen koers kan bepalen. Ook is het voor hem belangrijk om te leren hoeveel en welke invloed van anderen hij toelaat en om zijn eigen grenzen te kunnen bewaken. Het kan voor de cliënt zelfs van belang zijn om te leren hoe hij zichzelf kan afwenden van (slechte invloed van) anderen of bepaalde groepen, als dit nodig zou zijn. 2 Behoefte aan competentie De behoefte aan competentie houdt in dat iemand zich, onder positieve en ondersteunende omstandigheden, capabel genoeg voelt om de

5 25 eigen ontwikkeling vorm te geven, om keuzes te maken en tot actie te komen. Je voelt je competent als je het vertrouwen hebt dat je effecten kunt bewerkstelligen met je gedrag. Als je jezelf competent voelt, wil je de omgeving verkennen en probeer je invloed uit te oefenen op je omgeving. Als je bepaalde vaardigheden nog niet helemaal beheerst, heb je het vertrouwen dat je deze vaardigheden kunt ontwikkelen. Cliënten kunnen worden ondersteund in hun behoefte aan competentie door hen te helpen zich aan te passen aan (veranderende) omstandigheden en door hen te ondersteunen in het ontwikkelen van hun vaardigheden. De cliënt kan gewezen worden op zijn potentieel en de ontwikkeling hiervan kan worden gestimuleerd. 3 3 Behoefte aan verbondenheid De behoefte aan verbondenheid is de behoefte aan hechte en intieme relaties met mensen. Bij deze relaties gaat het om de kwaliteit van de relaties, de mate van onderlinge betrokkenheid, de mate waarin iemand zich gerespecteerd voelt en de mate waarin hijondersteund wordt als dit nodig is. Het is de wens ergens bij te horen of onderdeel uit te maken van een gemeenschap of groep in de eigen omgeving. Als je cliënten ondersteunt in hun ontwikkeling, doe je dit vanuit betrokkenheid bij het welzijn van de ander, vanuit de wens te begrijpen wat de problemen zijn waarmee de ander van doen heeft en welke ondersteuning nodig is. psychologische integratie van basisbehoeften Uitgangspunt van SDT is dat mensen zich onder positieve omstandigheden ontwikkelen in de richting van wat genoemd wordt psychologische integratie. Deze integratie houdt in dat niet slechts voldaan moet worden aan psychologische behoeften, maar dat die verschillende behoeften zich het beste in onderlinge samenhang ontwikkelen. Een bepaald deel van jezelf kun je slechts optimaal ontwikkelen als ook andere delen van jezelf zich mee ontwikkelen. Er is dus sprake van onderlinge afhankelijkheid. Bovendien is geïntegreerde, harmonieuze ontwikkeling van een persoon pas mogelijk als zijn gedrag, overtuigingen en houding overeenkomen met zijn eigen kernwaarden. Integratie van behoeften betekent bijvoorbeeld dat optimale ontwikkeling slechts mogelijk is als je jezelf een doel hebt gesteld dat je belangrijk vindt (autonomie) en je jezelf ook voldoende in staat moet voelen om dit doel te realiseren (competentie). Andersom wil dit zeggen dat 3 Sluit aan bij andere theorieën en verwante concepten zoals optimisme, selfefficacy, locus of control; zie Bandura, 1998 en Rotter, 1966.

6 26 Motiverende gespreksvoering voor sociaalagogisch werk ergens goed in zijn en je daarin competent voelen van weinig betekenis is als het niet ook belangrijk voor je is, als het niet aansluit op iets wat je graag wilt doen en wat past bij de richting die je wilt uitgaan. Een gevoel van competentie kan weer sterk afhankelijk zijn van de mate van verbondenheid. Personen uit je omgeving kunnen de ontwikkeling van je competentie al of niet ondersteunen. Mensen om je heen kunnen echter ook heel bepalend zijn voor je gevoel van autonomie. Je kunt iets doen om liefde en erkenning te krijgen of te behouden van anderen. Hoe meer je dit om die reden doet en hoe meer dit tegen je eigen zin in is, hoe meer dit ten koste gaat van je gevoel van autonomie. vormen van motivatie MG is gericht op het versterken van de eigen motivatie voor verandering. Bij het definiëren van eigen motivatie ligt het voor de hand om in eerste instantie hieronder intrinsieke motivatie te rekenen. Intrinsieke motivatie is motivatie die van binnenuit komt. Deze is het grootst als je iets als je eigen keuze ziet, als je het gevoel hebt dat jij degene bent die de actie in gang gezet heeft. De intrinsieke motivatie wordt bovendien bepaald door het gevoel effectief te zijn in wat je doet en als je daarover ook positieve feedback krijgt uit de omgeving. Daarnaast zijn er vormen van motivatie die ontstaan door invloed van buitenaf. Dit wordt extrinsieke motivatie genoemd. Ook deze vorm van motivatie kan op termijn overgenomen worden en als eigen ervaren worden. De mate waarin deze motivatie als eigen gevoeld wordt, hangt af van de mate van druk die de persoon in kwestie ervaart om iets te doen en de wijze waarop zijn gedrag gestuurd wordt. Sommige vormen van extrinsieke motivatie kunnen wel degelijk deel uitmaken van een begeleidingsproces waarin de eigen motivatie van de cliënt het uitgangspunt is voor de verandering. Ook doelen die de cliënt in eerste instantie als opgedrongen ervaart, kunnen deel gaan uitmaken van de eigen motivatie. Daarvoor is het wel noodzakelijk dat de cliënt zowel het doel zelf als de eigen positie ten opzichte van het doel beter gaat begrijpen. Hierdoor kan de cliënt gaan inzien hoe deze doelen aansluiten bij zaken die wel relevant voor hem blijken te zijn. Doordat de cliënt gaat inzien waarom bepaalde doelen relevant voor hem zijn, kan hij er voor kiezen om deze doelen toch na te gaan streven. Daarmee wordt het aanvankelijk opgedrongen doel uiteindelijk ervaren als eigen, autonome, motivatie. Hoe bepaalde doelen meer of minder kunnen aansluiten bij de eigen motivatie van de cliënt, wordt

7 27 duidelijker door de beschrijving van de verschillende vormen van motivatie hierna. Binnen de SDT worden zes verschillende vormen van motivatie onderscheiden (zie afbeelding 2.1): 1 amotivatie: het ontbreken van motivatie; 2 extrinsiek: externe motivatie; 3 extrinsiek: introjectie van motivatie; 4 extrinsiek: autonome motivatie die voortkomt uit identificatie; 5 extrinsiek: autonome geïntegreerde motivatie; 6 intrinsieke autonome motivatie. Amotivatie Van amotivatie is sprake als mensen het gevoel hebben zelf niets te kunnen veranderen, door een gebrek aan competentie (Deci, 2000), self-efficacy (Bandura, 1998) of vanwege het gevoel dat ze geen enkele invloed kunnen uitoefenen op hun omstandigheden, aangeleerde hulpeloosheid (Seligman, 1975). Externe motivatie Externe motivatie is motivatie die gestuurd wordt door invloeden van buitenaf. Als je extern gemotiveerd wordt, doe je iets omdat er sociale druk op je uitgeoefend wordt, of omdat je hiervoor beloond wordt of juist om een straf te vermijden. Dit is dus een vorm van motivatie die nooit als eigen gezien zal worden. Externe motivatie kan (enig) positief effect hebben op gedrag, maar dit effect duurt kort en er is controle en een toeziend oog van de beoordelaar voor nodig. Op de lange termijn zal het de eigen motivatie niet vergroten. Sterker nog: het blijkt dat de eventuele wel aanwezige eigen motivatie er juist door vermindert. Als je vanuit jezelf voor iets gemotiveerd bent en je wordt er toch voor beloond als je het doet, neemt de motivatie af om het een volgende keer weer te doen. Extern gestuurde motivatie heeft dus tot gevolg dat je inspanning om een bepaald doel te realiseren minder groot zal zijn en dat de kwaliteit van de prestatie minder of zelfs slecht kan zijn (afhankelijk van de mate van druk en de wijze van druk uitoefenen). Introjectie van motivatie Dit is motivatie gebaseerd op het streven naar versterken van je eigenwaarde. Ook bij deze vorm van motivatie is de druk van buiten relatief groot. De motivatie komt voort uit het gevoel te moeten voldoen aan verwachtingen van anderen. Het voldoen aan verwachtingen bepaalt je gevoel van eigenwaarde. Als je ergens in slaagt, ervaar je gevoelens van

8 28 Motiverende gespreksvoering voor sociaalagogisch werk trots en zelfwaardering. Als je echter niet slaagt, ervaar je angst, schuld of schaamte. Doordat je je gevoelens van eigenwaarde laat bepalen door de omgeving, blijf je jezelf afhankelijk voelen van de waardering (goedkeuring, afkeuring) door anderen en blijf je jezelf kwetsbaar voelen. Je blijft de angst voelen dat anderen je op een gegeven moment minder zullen waarderen. Gedrag dat voortkomt uit dit type motivatie, gaat gepaard met gevoelens van spanning en druk. Hieruit kunnen ook innerlijke conflicten ontstaan tussen wat je eigenlijk echt van binnen voelt en wat je jezelf opgelegd hebt en voor je gevoel moet doen. Een voorbeeld van een poging tot gedragsverandering die niet vanuit eigen behoefte ontstaan is en dus niet als een eigen keuze ervaren wordt: een alcoholist die een afkickprogramma volgt vanuit gevoelens van schaamte of schuld ten opzichte van zijn kinderen. Deze poging tot gedragsverandering kan weliswaar in eerste instantie tot actie leiden, maar de motivatie zal op termijn lang niet altijd voldoende zijn om te kunnen volhouden. Motivatie die voortkomt uit identificatie Deze vorm van motivatie wijkt af van de hiervoor genoemde twee vormen doordat er sprake is van een eigen keuzeproces. Deze vorm van motivatie kan dus wel degelijk als eigen ervaren worden. Deze motivatie ontstaat doordat je inziet en accepteert dat bepaald gedrag belangrijk is om bepaalde, door jezelf gewenste, resultaten te kunnen behalen. Tevens heb je het gevoel dat jijzelf degene bent die de verandering in gang zou kunnen zetten 4. Dit wordt autonome motivatie genoemd. Omdat je het zelf belangrijk vindt, ben je ook in staat om de motivatie vast te houden en het gedrag langer vol te houden, ook bij tegenslagen. Het gedrag dat nodig is om een doel te bereiken, hoeft niet prettig te zijn om te doen. Het kan ook onplezierig zijn. Je ervaart echter geen echte druk van anderen en je komt daardoor ook niet in verzet. Uiteindelijk zul je een positief gevoel overhouden als je het gedaan hebt. Twee heel verschillende voorbeelden van gedrag waarbij sprake is van geïdentificeerde motivatie zijn de luiers van je baby verwisselen en belasting betalen. Een voorbeeld binnen de hulpverleningscontext is een tienermoeder die het weliswaar niet prettig vindt dat een hulpverlener zich bemoeit met haar zorg voor de baby, maar deze bemoeizorg wel accepteert omdat ze ziet dat ze dit nodig heeft en dat het goed is voor haarzelf en haar kind. 4 Dit wordt ook wel interne locus of control genoemd.

9 29 Geïntegreerde motivatie Dit is motivatie die in overeenstemming is met alle andere zaken waarmee je je identificeert en die aansluit bij je kernwaarden en overtuigingen. Deze vorm van motivatie is het meest stabiel en is dusdanig sterk, dat je het gedrag dat eruit voortvloeit langere tijd kunt volhouden. Je hebt hierbij het gevoel dat je de gedragsverandering zelf gewild hebt en zelf van belang vindt en dat deze op geen enkele wijze afgedwongen is. Het gedrag dat nodig is om je doel te realiseren, hoef je niet als prettig, interessant of leuk te ervaren om het toch te doen. Net als bij geïdentificeerde motivatie heb je het gevoel dat het startpunt voor de verandering bij jezelf ligt. Het is een vorm van autonome motivatie (niet gestuurd door of afhankelijk van anderen). Een voorbeeld uit de hulpverleningspraktijk is een medewerker met een alcoholprobleem die daarvoor in behandeling wil gaan. Hij heeft hiervoor meerdere redenen. Hij ziet dat dit nodig is voor zijn gezondheid. Hij ziet ook dat het van belang is om op termijn te kunnen blijven functioneren op het werk. Bovendien wil hij zijn relatie met zijn vrouw en kinderen verbeteren door minder te drinken. Intrinsieke motivatie Dit is motivatie voor een activiteit die je leuk vindt om te doen, die je prettig, interessant, stimulerend of uitdagend vindt. Ook het initiatief hiervoor ligt bij jezelf. Als intrinsieke motivatie betekent dat je gemotiveerd bent voor iets wat je leuk of prettig vindt en dat je je niet gedwongen voelt om het te doen, lijkt het voor de hand te liggen dat je niet geholpen hoeft te worden om meer intrinsieke motivatie voor dat doel te ontwikkelen. MG bevordert dus meestal geen intrinsieke motivatie, maar versterkt de geïdentificeerde en geïntegreerde motivatie. internalisatie van extrinsieke veranderingsdoelen Doelen binnen de hulpverlening zijn over het algemeen niet leuk. Het is bijvoorbeeld niet leuk om problematische aspecten in jezelf onder ogen te zien en te veranderen. Desondanks kun je wel de noodzaak voelen om je problemen aan te pakken. MG kan helpen de motivatie die je daarvoor moet opbrengen te versterken. MG ondersteunt hiermee de internalisatie van extrinsieke veranderingsdoelen. Internalisatie betekent dat de cliënt de doelen overneemt en zich uiteindelijk identificeert met de gedragsverandering. De cliënt heeft dan het gevoel dat hij erachter kan staan en het bij hem past. Hij ziet er de waarde voor hem van in en accepteert dat het zo gedaan moet worden. Een

10 30 Motiverende gespreksvoering voor sociaalagogisch werk doelgerichte motivatie amotivatie (hulpeloosheid) externe introjectie geïdentificeerde geïntegreerde intrinsieke motivatie van motivatie motivatie motivatie motivatie gecontroleerde motivatie autonome motivatie extrinsieke motivatie minst zelfbepaald meest zelfbepaald Afbeelding 2.1 De vormen van motivatie volgens de theorie van zelfbepaling van Deci en Ryan (2000). Het continuüm van motivatie loopt van helemaal niet gemotiveerd (amotivatie ) tot volledig intrinsieke motivatie. De uitkomsten van een hulpverleningstraject zijn het minst kansrijk als er sprake is van amotivatie. De kans op succes is dan nog kleiner dan bij gestuurde en van buitenaf gecontroleerde motivatie (Deci, 2000). De kans op succes is het grootst bij autonoom gestuurde, eigen, motivatie (geïdentificeerde, geïntegreerde of intrinsieke motivatie). stap verder is dat hij ook de relatie kan leggen met andere doelen en ontwikkelingen in zijn leven en ze met elkaar kan integreren. MG kan dus heel goed samengaan met het versterken van motivatie voor min of meer gedwongen veranderingen. Doordat de professional die MG toepast de gevoelens van de ander erkent en begrip opbrengt voor de door de cliënt gevoelde weerstand en bezwaren, kan de door de cliënt gevoelde druk afnemen en kan er ruimte ontstaan voor het exploreren van de redenen die er zijn voor de afgedwongen veranderdoelen. Dit proces kan uiteindelijk leiden tot internalisatie. Vooral als samen met de cliënt gezocht wordt naar manieren om meer keuzevrijheid te ervaren. Belangrijk is ook dat de professional in dit proces geen taal hanteert waaruit dwang blijkt. kwantiteit en kwaliteit van de motivatie De kwantiteit en kwaliteit van motivatie zijn beide van belang voor succesvolle gedragsverandering. De kwantiteit van de motivatie heeft te maken met de sterkte van de veranderintentie van de cliënt. De kwaliteit van de motivatie is echter van groter belang. De kwaliteit van motivatie is de belangrijkste focus binnen SDT, maar ook binnen MG. Met de aanvulling vanuit de SDT wordt dit explicieter gemaakt. Het onderscheid tussen de verschillende vormen van motivatie benadrukt het verschil in kwaliteit van motivatie. De kwaliteit is hoger naarmate

11 31 de veranderingsintentie meer eigen gemaakt is (geïnternaliseerd). Dit is van belang om het veranderingsproces te laten slagen, zowel om de verandering te realiseren (de persoon komt in actie) als voor de effecten op het persoonlijk welzijn. Als de kwaliteit van de motivatie hoog is, worden de psychologische basisbehoeften ondersteund en is de motivatie in hoge mate autonoom tot stand gekomen (zelfbepaald). Een voorbeeld uit de hulpverleningspraktijk: een cliënt die zijn vrouw mishandelt als hij te veel gedronken heeft. Deze cliënt kan gemotiveerd zijn om te stoppen met drinken, vanwege schuldgevoelens ten aanzien van zijn vrouw. Als je alleen naar de kwantiteit van de motivatie kijkt, is de veranderingsintentie erg sterk. Als je ook naar kwaliteit kijkt, kan de noodzakelijke gedragsverandering gedoemd zijn te mislukken omdat de motieven daarvoor niet afgestemd zijn op het zelf van de cliënt. Schuldgevoelens zijn een vorm van introjectie van motivatie en gecontroleerde motivatie, dus de motivatie is van een minder hoge kwaliteit. Veranderingsintenties gebaseerd op motivatie die verder van je weg staat (dus van mindere kwaliteit), kunnen op korte termijn wel tot vastberadenheid leiden om de verandering tot stand te brengen. Op de lange termijn verminderen deze intentie en de inzet sterk. Dit in tegenstelling tot geïnternaliseerde veranderingsintenties, waarbij de intentie en inzet langdurig en constant zijn. Intenties (en ook veranderingen) gebaseerd op kwalitatief minder sterke motivatie (zoals op basis van introjectie) kunnen bovendien allerlei ongewenste effecten hebben op het welbevinden: grotere angst, meer stress, somberheid, niet goed omgaan met tegenslagen, minder zelfvertrouwen, grotere kwetsbaarheid, onnadenkendheid, minder goed keuzes kunnen maken, minder plezier beleven aan acties et cetera (Vansteenkiste, 2006). de eigen motivatie om te veranderen versterken De gesprekstechnieken van MG faciliteren de persoonlijke ontwikkeling van cliënten met betrekking tot hun psychologische basisbehoeften en de integratie daarvan. Dat gebeurt op twee manieren. Door de manier waarop de begeleider interacteert met de cliënt in de bijeenkomsten zelf. Dit houdt onder andere in dat de cliënt het gevoel krijgt dat hij zelf gekozen heeft voor hulpverlening en ook voor de doelen die daarin gedefinieerd worden. In het contact voelt de cliënt zich gerespecteerd en er wordt constructief samengewerkt. Daardoor ontstaat verbondenheid tussen hulpverlener en cliënt. De cliënt heeft het gevoel dat wat van hem gevraagd wordt in zijn ver-

12 32 Motiverende gespreksvoering voor sociaalagogisch werk mogen ligt. Een begeleidingsstijl die zo goed mogelijk aansluit bij de psychologische basisbehoeften van de cliënt, is daarmee maximaal ondersteunend voor de internalisatie van extrinsieke doelen. Door cliënten op een zodanige wijze te ondersteunen, dat ook na het contact met de hulpverlener en op langere termijn voldaan wordt aan hun psychologische basisbehoeften, die dan ook met elkaar in samenhang gebracht kunnen worden. hoe ondersteunt mg autonomie? Ondersteuning van autonomie omvat de volgende elementen (Markland, 2005) (Vansteenkiste, 2006). Geen druk uitoefenen. Met de weerstand meerollen. Uitgaan van het perspectief en de kijk op de wereld van de cliënt. Zo veel mogelijk keuzemogelijkheden benoemen binnen de beperkingen van de context. Altijd de client zoveel mogelijk ruimte geven over het wat en hoe van de verandering. SDT voegt daar nog aan toe: uitleg geven bij situaties waarin geen keuze mogelijk is. Geen druk uitoefenen Door het achterwege laten van druk probeert de professional te voorkomen dat gedragsverandering zou ontstaan op basis van een niet-autonome vorm van motivatie. Met de weerstand meerollen Binnen MG wordt onderscheid gemaakt tussen de bezwaren die een cliënt heeft tegen de verandering en de weerstand tegen het door een ander veranderd worden (zie hoofdstuk 8 en 9 voor een uitgebreide beschrijving). Bezwaar en weerstand kunnen een onderdeel zijn van het veranderingsproces waarin de cliënt op een al dan niet adequate wijze uiting geeft aan zijn behoefte aan meer autonomie. Dit vraagt dus om ondersteuning van de professional bij het beter vorm geven van deze behoefte aan autonomie. Daarnaast kan weerstand kan ontstaan door de opstelling van de professional die de behoefte aan autonomie van de cliënt in de weg staat. Dit is weerstand tegen veranderd worden. Voor de professional is dit een signaal om de druk die hij kennelijk uitoefent, weg te nemen en zijn eigen aanpak aan te passen.

13 33 Uitgaan van het perspectief en kijk op de wereld van de cliënt Uitgaan van het perspectief van de cliënt betekent om te beginnen dat je de cliënt helpt om zijn eigen kijk op de zaak onder woorden te brengen. Deze eigen kijk van de cliënt bepaalt het traject op verschillende momenten: bij de agendabepaling voor het gesprek, bij het formuleren van de doelen en bij de uitwerking daarvan. Als de professional goed (empathisch en reflectief ) luistert, voelt de cliënt zich begrepen. Dat brengt hem in een betere positie om zich te realiseren wat voor hem van belang is en om hierin keuzes te maken. Omdat ze wortelen in zijn eigen gedachten- en belangenwereld, passen de doelen en redenen voor verandering bij de eigen kernwaarden en interesses en sluiten ze aan bij de eigen situatie en leefwereld van de cliënt. Maximale keuze binnen gegeven beperkingen In de praktijk van de MW er en SPD er zijn er situaties waarin er extra inspanning gedaan moet worden om de autonomie van de cliënt te ondersteunen. Dit kan te maken hebben met de cliënt zelf of met de situatie waarin de cliënt verkeert. Als hulpverlener heb je te maken met cliënten die meestal niet gewend zijn zelf stil te staan bij wat ze belangrijk vinden en wat ze willen. Cliënten die vaak niet gewend zijn om zelf keuzes te maken en in verwarring zijn over wat nu het belangrijkste doel of aspect is waarop ze zich zouden moeten richten, wat nu prioriteit heeft. Cliënten die bovendien vaak de verwachting hebben dat wat zij doen niet zal lukken of dat het niet uitmaakt wat ze doen. Clienten die bang zijn voor de gevolgen van hun keuzes. Die bovendien de verwachting en wellicht ook de hoop hebben dat de hulpverlener nu juist de expert is en hen de juiste weg zal wijzen. In dit soort situaties is het enerzijds belangrijk om niet terug te schrikken en te concluderen dat eigen automie niet mogelijk is, al kost het misschien wat meer inlevingsvermogen en tijd. Anderzijds is het van belang om rekening te houden met wat bij deze cliënt mogelijk is. Soms hebben cliënten zo weinig ervaring met eigen keuzes maken en verantwoordelijkheid nemen voor eigen gedrag, dat er een geleidelijke overgang naar meer autonomie gecreëerd moet worden. Dan moet naar manieren gezocht worden om houvast te bieden om een overstap naar meer autonomie te maken. Uitleg in situaties waar geen keuze mogelijk is Er zijn situaties waarin geen keuze mogelijk is, of waarin duidelijke grenzen bestaan. Situaties waarin een cliënt iets moet doen wat hij niet zo leuk, saai, of zelfs verschrikkelijk vindt.

14 34 Motiverende gespreksvoering voor sociaalagogisch werk In dat soort situaties, zoals in opgedrongen hulpverlening of grenzen stellen en structuur bieden aan kinderen, gaat het om een balans vinden tussen richting geven en autonomieondersteuning. De negatieve impact die de gedwongen situatie heeft, wordt vooral bepaald door de betekenis die de cliënt eraan geeft. De professional kan het gesprek gebruiken om deze betekenis in positieve zin te beïnvloeden. Het is vaak niet de situatie zelf die de reactie van de cliënt bepaalt, maar de wijze waarop de boodschap gebracht wordt (Koestner, 1984). Je leest hier meer over in hoofdstuk 8 en 9. hoe stimuleert mg verbondenheid? Betrokkenheid met de cliënt wordt binnen MG als volgt vormgeven (Markland et al., 2005): empathie uitdrukken; exploreren van gedachten en zaken die de cliënt bezighouden; begrip tonen voor de positie waarin de cliënt verkeert. Deze elementen in de gesprekstechniek zijn afgeleid van de cliëntgerichte gespreksmethode zoals deze door Rogers geformuleerd is. Een cliënt kan in zijn eigen leefsituatie nauwe relaties met anderen hebben, maar zich in die relaties niet voldoende gehoord, begrepen, geaccepteerd, ondersteund of gewaardeerd voelen. Door de behoefte aan verbondenheid kan de cliënt relaties aangegaan zijn die ten koste gaan van zijn eigen autonomie. Hij heeft moeten inleveren op eigen doelen en wensen om tegemoet te komen aan wensen van anderen. In het contact met de professional is het belangrijk dat de cliënt zich wel veilig en begrepen voelt en dat de kijk van de cliënt het vertrekpunt is bij de hulpverlening. Ook zal hij zelf een manier moeten vinden om goede relaties met anderen te combineren met het volgen van een eigen koers. hoe stimuleert mg competentie? MG ondersteunt competentie door structuur en richting te bieden en door het vertrouwen te versterken dat verandering mogelijk is (Markland et al., 2005). Voorwaarden zijn de volgende. Realistische doelen stellen. Duidelijke en neutrale informatie bieden over de doelen, waardoor de ander heldere en realistische verwachtingen heeft over wat ge-

15 35 dragsverandering voor hem zou kunnen betekenen, zowel wat het gevraagde gedrag betreft als de resultaten die ermee bereikt kunnen worden. Positieve feedback over de voortgang. Ondersteuning van self-efficacy, ofwel waargenomen eigen competentie. Bij het ontwikkelen van competentie is het van belang het vertrouwen van de cliënt te vergroten in zijn mogelijkheden om een gewenste en duidelijk omschreven stap in het veranderingsproces te realiseren. Dit betekent dat je de cliënt geen stappen laat zetten waarbij het vertrouwen gering is dat het gaat lukken. Er is ook een wat algemenere succesverwachting die te maken heeft met zelfvertrouwen. Deze succesverwachting wordt waargenomen eigen competentie genoemd en is een vertaling van self-efficacy (Bandura, 1998;. Voor een hoge self-efficacy hoef je geen zelfvertrouwen te hebben, maar is het voldoende dat je erop vertrouwt dat je een concrete, duidelijk omschreven stap kunt zetten. Self-efficacy is de overtuiging dat je het vermogen hebt om adequaat en efficiënt te handelen in een gegeven situatie. Hoe sterker het gevoel van self-efficacy, hoe groter de motivatie tot handelen. 2.4 MG en self-efficacy De theorie waarvan het concept self-efficacy een onderdeel vormt, wordt de sociaal-cognitieve theorie genoemd. Het woord cognitief benadrukt de rol van de cognitieve beoordeling in gedrag. Wat je denkt en gelooft, bepaalt je gedrag. Daardoor wordt de overtuiging dat iets je zal lukken belangrijker dan het beschikken over bepaalde vaardigheden. Het woord sociaal verwijst naar de dynamische interactie van persoonlijke factoren, gedrag en omgevingsfactoren. De omgeving kan een belangrijke bron zijn van het versterken (en ook verzwakken) van self-efficacy. Een persoon is een product, echter ook een producent van zijn omgeving. Als je zelf besluit andere keuzes te maken, kun je er zelf voor zorgen dat er andere en betere kansen ontstaan, dankzij een kansrijkere omgeving. Volgens Bandura kun je de term succesverwachting onderverdelen in vier aspecten. Uitkomstverwachting : de overtuiging dat het uitvoeren van een bepaalde activiteit daadwerkelijk tot een bepaald resultaat zal leiden.

16 36 Motiverende gespreksvoering voor sociaalagogisch werk Competentieverwachting : de overtuiging dat je in staat bent iets te doen. Deze verwachting is meestal gebaseerd op eerdere succesvolle ervaringen. Bijvoorbeeld: je verwacht dat je een bepaald rapport kunt schrijven. Of: je verwacht dat je duidelijke grenzen kunt stellen bij het naar bed brengen van de kinderen. Of: je verwacht dat je deze maand kunt uitkomen met je maandelijkse inkomsten. Self-efficacy: de algemenere overtuiging dat je als je een bepaald type activiteit goed uitgevoerd hebt, vergelijkbare activiteiten in de toekomst waarschijnlijk ook goed kunt uitvoeren. Bijvoorbeeld: je verwacht dat als je dit rapport goed geschreven hebt, je over het algemeen goed rapporten kunt schrijven. Of: je verwacht dat als je deze keer goed uitgekomen bent met je maandelijkse inkomsten, het de volgende maanden ook zal lukken. Of: je verwacht dat omdat het je gelukt is om de kinderen op een prettige manier op tijd naar bed te krijgen, het de komende tijd ook zal lukken. Zelfvertrouwen : een nog algemenere overtuiging over een vaardigheid die in zeer verschillende situaties goed toegepast kan worden. Bijvoorbeeld: je hebt vertrouwen in je schrijfvaardigheid en het uitvoeren van grote schrijfopdrachten. De totale succesverwachting van een activiteit is de optelsom van de deelverwachtingen. Sterkte van self-efficacy De overtuiging dat je iets kunt, heeft een bepaalde sterkte. Hoe sterker de overtuiging, hoe groter de kans dat je: moeilijke taken als een uitdaging ervaart in plaats van als een bedreiging die je liever uit de weg gaat; jezelf uitdagende doelen stelt; doorzet als het moeilijk wordt; je inspanning vergroot als het mis lijkt te gaan; na terugval of mislukking snel je zelfvertrouwen herstelt en je mislukking toeschrijft aan onvoldoende inspanning en/of te weinig kennis en vaardigheden, waarbij je erop vertrouwt dat je een volgende keer wel over die kennis en vaardigheden kunt beschikken; het gevoel van controle over de situatie hebt en houdt; minder gespannen bent over de situatie. In tegenstelling hiermee zul je bij een lage self-efficacy geneigd zijn om langdurig stil te staan bij je persoonlijke tekortkomingen, de problemen die je zult tegenkomen, de tegenvallende en negatieve resultaten die waarschijnlijk geboekt zullen worden. De nadruk in het denken

17 37 ligt eerder op deze negatieve aspecten dan op het denken over hoe je een positieve uitkomst zou kunnen realiseren. Omdat het tekortschietende gedrag toegeschreven wordt aan onvoldoende geschiktheid (dus een vaststaand gegeven), is er niet veel voor nodig om het geloof in je vermogen om een doel te realiseren te verliezen. Een belangrijk onderscheid is nog het verschil tussen succesvol zijn in het vertonen van het gewenste gedrag en het daadwerkelijk boeken van de bedoelde resultaten. Het resultaat kan afhankelijk zijn van meerdere factoren, niet uitsluitend je eigen gedrag. Dat betekent dat binnen deze benadering iets gelukt is als het gedrag is vertoond, ongeacht het uiteindelijke resultaat. Versterken van self-efficacy Als je de competentie en succesverwachting van je cliënt wilt versterken, is het goed om zijn self-efficacy te laten groeien. Dit doe je door het laten opbouwen van kleine succeservaringen. Het benadrukken en bespreken van die concrete succeservaringen creëert hoop en motivatie om de volgende stap te zetten. De inschatting van self-efficacy is domeinspecifiek. Het heeft betrekking op een specifiek omschreven gedrag in een bepaalde situatie. Het gaat niet uitsluitend om losse vaardigheden (voorbeeld: ik kan een auto besturen), maar ook om wat je denkt te kunnen bewerkstelligen met de vaardigheden (ik kan manoeuvreren in het verkeer). Het is belangrijk om precies te weten welke vaardigheden nodig zijn om een bepaald gedrag te kunnen uitvoeren. Vage, onduidelijke plannen maken het moeilijk om je eigen competentie goed in te schatten, waardoor je te weinig uitdagende of juist te hoog gegrepen doelen kunt stellen. Als je denkt dat een bepaalde actie moeilijker is dan dat deze in realiteit is, kun je je self-efficacy te laag inschatten. Andersom kan ook: je kunt te zelfverzekerd zijn door de benodigde vaardigheden te laag in te schatten. Als je doelen vaststelt, moeten ze dus geconcretiseerd worden en uitgewerkt in een plan van aanpak. Een verkeerde inschatting van de benodigde deelvaardigheden kan leiden tot een mislukte uitvoering, maar ook tot een vermindering van self-efficacy. Je vertrouwen om dit type gedrag te kunnen uitvoeren zal afnemen, met als gevolg dat de volgende poging ook gevaar loopt.

18 38 Motiverende gespreksvoering voor sociaalagogisch werk Hoe kan self-efficacy versterkt worden? Succeservaring. De belangrijkste bron om self-efficacy te versterken, is het opdoen van een concrete succeservaring. Als je ziet dat je met je gedrag succes boekt, zul je ervan overtuigd raken dat je een volgende keer weer in staat zult zijn succes te behalen. Een mislukking vermindert dus de sterkte van self-efficacy, vooral als je gevoel van competentie nog niet stevig verankerd is. Dat wil niet zeggen dat doelen altijd laag gesteld moeten worden. Als je slechts de ervaring hebt dat je op een gemakkelijke manier succes kunt boeken, zal de eerste de beste tegenvaller je uit het evenwicht brengen. Een doel mag best een uitdaging zijn (mits haalbaar). Ervaren dat je problemen kunt overwinnen en ervan kunt leren, maakt dat je de relatie kunt leggen tussen de inspanning die je verricht en het resultaat dat je kunt boeken. Een rolmodel zien handelen. Wanneer je ziet dat anderen succes behalen met bepaald gedrag, zul je ervan overtuigd raken dat jij met dat bepaalde gedrag ook in staat zult zijn succes te behalen of een doel te verwezenlijken. Belangrijk is dat je voldoende overeenkomsten ziet tussen je rolmodel en jezelf. Bevestiging door anderen dat je het vermogen hebt om iets te kunnen doen. Dit houdt ook in dat je resultaten individueel beoordeelt en niet in vergelijking met een norm of in vergelijking met anderen. Succes wordt dus gemeten in termen van zelfverbetering: je bent een stapje verder gekomen dan je de vorige keer was. Verminderen van stress reacties en het positief beïnvloeden van emotionele reacties en interpretaties. Iemand beoordeelt zijn mate van selfefficacy ook op basis van de eigen lichamelijke reacties, zoals stress, vermoeidheid of pijn. Dit speelt vooral een rol als doelen te maken hebben met het fysieke functioneren van mensen. 2.5 MG en de reactantietheorie Reactantie (reactance; weerstand) (Brehm, 1981) is de gedragsmatige reactie van een persoon die zich in de eigen autonomie bedreigd voelt. Het doel is om een gevoel van vrijheid, dat bedreigd wordt, te beschermen of te herwinnen. De persoon reageert met verzet door de boodschap van de ander te negeren of zelfs door het tegendeel te doen van wat de ander van hem wil (boemerangeffect). Het is een normale, menselijke reactie, die ieder mens zal vertonen als hij geconfronteerd wordt met een (onvrijwillige) inperking van zijn vrijheid. De mate waarin het zich voordoet, hangt af van een aantal factoren, waaronder het belang dat de persoon toekent aan de bedreigde vrijheid. Het

19 39 verklaart de weerstand van cliënten die te maken krijgen met anderen die in hun leven willen ingrijpen. Zeker in de gedwongen hulpverlening kan dit verschijnsel voorkomen. In het toepassen van MG wordt hiermee rekening gehouden door de weerstand van de cliënt waar mogelijk te verminderen. Hoewel de professional meestal niets aan de gedwongen situatie kan veranderen, zijn er wel mogelijkheden om de cliënt meer regie te geven over de invulling van een traject en om verdere samenwerking te creëren. 2.6 MG en cognitieve dissonantie MG is vaak in relatie gebracht met de theorie van cognitieve dissonantie (Festinger, 1962). Het ervaren van cognitieve dissonantie kan de aanleiding zijn voor mensen om iets te veranderen. cognitieve dissonantie Mensen willen het gevoel hebben dat hoe zij over iets denken, overeenkomt met de gevoelens die eraan gekoppeld zijn en dat hun gedrag hierop afgestemd is. Hun gedrag is dus een logisch gevolg van hun gedachten en gevoelens. Een situatie waarin deze elementen niet met elkaar overeenstemmen, wordt door iedereen als onaangenaam ervaren. Dit principe wordt cognitieve dissonantie genoemd. Voorbeeld Je vindt het belangrijk om uit de bijstand te komen en weer aan het werk te gaan en krijgt een sollicitatiecursus aangeboden. Deelname aan die cursus vind je heel belangrijk, maar je bent (weer) niet naar de wekelijkse bijeenkomst geweest. Hoe moet je dit voor jezelf rechtbreien? Je kunt je gedachten aanpassen (toch niet zo belangrijk). Je kunt je gevoelens aanpassen (erg moe, of bang, of te nerveus), of toch maar je gedrag (morgen ga ik wel). Cognitieve dissonantie is een onprettig gevoel dat veroorzaakt is doordat je jezelf op twee tegengestelde en conflicterende manieren verhoudt ten opzichte van een onderwerp. Deze onprettige gevoelens veroorzaken een motivatie om de dissonantie te verminderen door een van de elementen aan te passen. Er is dus een kans dat je jouw gedrag aanpast aan je eerdere houding en wel besluit de volgende keer naar de sollicitatietraining te gaan. Mensen zijn echter geneigd om hun eigen keuzes als de juiste te beschouwen (ondanks alle tegenstrijdige informatie die ze hierover eventueel krijgen uit de omgeving). De kans is dus ook heel groot dat je de volgende keer weer niet naar de sollicitatietraining gaat. Omdat je (ondanks je voornemen) niet naar de

20 40 Motiverende gespreksvoering voor sociaalagogisch werk sollicitatietraining gegaan bent, pas je dan maar je houding aan door te denken dat het toch niet zo belangrijk voor je was om te gaan. Je rechtvaardigt hiermee je gedrag. De dissonantie kan ook opgelost worden door de situatie te ontkennen, anderen te beschuldigen en ervan weg te kijken. De cognitievedissonantietheorie verklaart de verandering in houding van mensen als hun gedrag in tegenspraak is met hun oorspronkelijke houding. Dit is vooral het geval als iemand zich zeer bewust is van die oorspronkelijke houding en als hij het ook heel belangrijk vindt om ernaar te handelen. Als je erachter komt of erop gewezen wordt dat wat je nu doet niet in overeenstemming is met hoe je er eerder over dacht en je vindt het wel belangrijk om te handelen naar je oorspronkelijke wensen, is er een kans dat je je gedrag in het vervolg zult aanpassen aan wat je oorspronkelijke wilde. Achter dit onprettige gevoel van dissonantie (omdat je gedrag niet overeenstemt met je gedachten of emoties) schuilt echter vaak een waaier van negatieve emoties. Hoe groter de kloof, hoe meer je erdoor in verlegenheid gebracht wordt, hoe groter het gevoel van schaamte, schuld, boosheid of andere negatieve gevoelens. Ook de zelfdeterminatietheorie (SDT) stelt dat het niet wenselijk is om het verschil tussen het huidige gedrag en iemands oorspronkelijke doelen en waarden te benadrukken. Die spanning tussen ideaal en werkelijkheid kan zich vertalen in zichzelf onder druk zetten om te moeten veranderen. Als je je genoodzaakt voelt om te moeten veranderen, gaat dit gepaard met een negatieve emotie en niet met een positief streven. Moeten veranderen komt dan bijvoorbeeld voort uit je gekwetste gevoel van eigenwaarde en/of uit schaamte en schuldgevoelens over jezelf en je huidige gedrag. In motivatietermen ontstaat daardoor het gevaar op introjectie van motivatie, met alle nadelen van dien. Er ontstaat zo geen autonome vorm van motivatie. Een te grote discrepantie ervaren tussen hoe je nu doet en de situatie waarin je nu verkeert en de doelen en waarden die je eigenlijk nastreeft, moet dus worden voorkomen. discrepantie Het verschil tussen wat je nu doet en wat je eigenlijk van plan was te doen en/of wat je belangrijk vindt om te doen, wordt discrepantie genoemd. De ontdekking van die discrepantie kan de aanleiding zijn voor de verandering van het gedrag. De motor hierachter is de cognitieve dissonantie die je ervaart.

21 41 Een van de doelen in MG is het groter maken van de waargenomen discrepantie. Hieruit ontstaat een prikkel om te veranderen. Die gebruik je in MG vooral als er nog helemaal geen eigen motivatie te onderkennen is voor het veranderingsdoel. Cliënten cognitieve dissonantie laten ervaren, kent echter ook zwaarwegende nadelen, zoals hiervoor is beschreven. Daarom is het belangrijk om de discrepantie niet te groot te maken. Ook is het van groot belang hoe dit gebeurt. Een belangrijk uitgangspunt van motiverende gespreksvoering is het uitlokken van argumenten bij de cliënt over het waarom van de verandering. Echter, als er bij de cliënt te sterk het beeld ontstaat dat zijn huidige gedrag niet in overeenstemming is met zijn bredere doelen en waarden in het leven, loop je het gevaar dat de cliënt zich afsluit en zijn houding gaat aanpassen aan het ongewenste gedrag. Een zuiver technische aanpak van MG, bijvoorbeeld het in kaart brengen van voordelen en nadelen van gedragsverandering, kan bij de cliënt wel het inzicht en het gevoel oproepen dat er een noodzaak is om te veranderen. Dit kan in eerste instantie aanzetten tot gedragsverandering. Als dit echter niet gepaard gaat met het gevoel dat het een eigen en persoonlijke keuze is, zal de gedragsverandering niet doorzetten. In MG wordt daarom benadrukt dat het verkennen van belangrijke doelen en waarden het beste gedaan kan worden op een niet-confronterende, voorzichtige en explorerende wijze. 2.7 MG en de zelfperceptietheorie In de verklaring waarom MG in de praktijk werkt, is in de loop der tijd meer de nadruk komen te liggen op de zelfperceptietheorie in plaats van op de theorie van cognitieve dissonantie. De theorie van cognitieve dissonantie gaat ervan uit dat mensen een duidelijke houding hebben ten aanzien van iets. Vaak is deze eigen houding echter helemaal niet zo duidelijk en is deze niet doordacht en uitgekristalliseerd. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat, in tegenstelling tot de algemene overtuiging, een groot deel van de houdingen die mensen aannemen tamelijk vaag en onduidelijk is en dat men ten aanzien van een groot aantal onderwerpen geen zeer uitgesproken houding inneemt (Bem, 1967; Bem, 1972; DiClemente, 2003). Deze bevindingen zijn de basis van de zelfperceptietheorie van Bem. De zelfperceptietheorie wordt gebruikt als verklarende theorie van het gedrag van mensen als de oorspronkelijke houding tamelijk ambivalent is. Deze theorie gaat ervan uit dat mensen het eigen gedrag (wat ze hardop zeggen en wat ze doen) observeren en daaruit hun houding afleiden. Dit speelt vooral

22 42 Motiverende gespreksvoering voor sociaalagogisch werk als de eigen mening en houding ten opzichte van onderwerpen niet erg uitgesproken is en men onzeker is over wat te denken of te doen (en bovendien het gedrag niet gemanipuleerd wordt door externe beloningen die sterk genoeg zijn om het gedrag te bepalen). Als mensen onzeker zijn en hen wordt gevraagd om een kijk op de situatie, een keuze of een standpunt uit te spreken, dan passen ze hun houding aan aan het standpunt dat zij uitspreken. Zij gaan geloven in het standpunt dat zij uitspreken. Aangezien de meeste mensen niet goed weten wat hun gevoelens zijn en bovendien heel verschillende gevoelens hebben ten opzichte van een gedragsverandering, zijn ze per definitie onzeker (DiClemente, 2003). In deze situatie is het de rol van de begeleider om de cliënt te helpen de argumenten te vinden die pleiten voor de verandering. Als de houding van de cliënt moet verschuiven in de richting van een doel dat aansluit op zijn persoonlijke groei en welzijn, moet hij hiervoor zelf de argumenten aandragen. Voorbeeld Een voorbeeld van hoe de zelfperceptietheorie in de praktijk kan werken, is een project waarin tieners vrijwilligerstaken uitvoerden. Nadat zij dit werk enkele keren uitgevoerd hadden, voelden ze zich meer maatschappelijk betrokken en hun houding ten opzichte van anderen was sociaalvoelender geworden. De verschuiving in hun houding en gevoelens was tot stand gekomen op basis van de eigen waarneming van hun (gewijzigde) gedrag (Brunelle, 2001). Het gegeven dat mensen die eenmaal een kleine stap genomen hebben in de verandering van hun gedrag, meer open staan voor en geneigd zijn om een volgende overeenkomstige stap te zetten, komt ook uit diverse onderzoeken over beïnvloeding. Dit wordt de behoefte aan consistentie genoemd (Cialdini, 2009). Als wij een keuze maken of een standpunt verkondigen, ervaren we de druk in onszelf, maar ook de druk van anderen, om ons in overeenstemming met dit standpunt te gedragen. Een kleine wijziging in het uitspreken van een standpunt of een kleine wijziging in gedrag kan de manier waarop je naar jezelf kijkt, doen wijzigen. Dit is de basis om de volgende keer weer een stap verder in de gewijzigde richting te doen. Dit kan de manier zijn om commitment op te bouwen. In de hulpverleningscontext betekent dit dat in de probleemsituatie waarin mensen verkeren, zij hun gevoelens en capaciteiten afleiden uit hun huidige gedrag. Als dit gedrag onaangepast en tekortschietend is, zullen zij hun problemen toeschrijven aan hun tekortschietende per-

Inhoud. Inleiding 8. Leeswijzer 10

Inhoud. Inleiding 8. Leeswijzer 10 Inhoud Inleiding 8 Leeswijzer 10 1 Motiverende gespreksvoering: een introductie 14 1.1 Wat is motiverende gespreksvoering? 14 1.2 Kenmerken van motivatie 15 1.3 Waarom werkt motiverende gespreksvoering?

Nadere informatie

Let s motivate the patient

Let s motivate the patient LET S MOTIVATE THE PATIENT Melissa.Ooms@Ugent.be Let s motivate the patient 1. Wat is motivatie? 2. Het belang van motivationele gespreksvoering (MG) 3. Theoretische achtergrond 4. Basisprincipes in MG

Nadere informatie

Welkom bij de workshop Fanatiek begonnen. En nu volhouden. Matijs van den Eijnden 13 mei 2019

Welkom bij de workshop Fanatiek begonnen. En nu volhouden. Matijs van den Eijnden 13 mei 2019 Welkom bij de workshop Fanatiek begonnen. En nu volhouden. Matijs van den Eijnden 13 mei 2019 FANATIEK BEGONNEN... en nu volhouden toch? Matijs van den Eijnden Fysiotherapeut / manueel therapeut docent

Nadere informatie

For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn

For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn Dr. Jemima Bidee Ontbijtsessies CJP/BILL, 2014 12-12-2014 pag. 1 Intro 12-12-2014 pag. 2 Intro Koecomfort: technologie, benadering Individuele

Nadere informatie

Het belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking

Het belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Het belang van de relatie Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Hoe zou je in één woord werkalliantie omschrijven bij jongeren met een LVB? Programma en doelen

Nadere informatie

Motiverende gesprekstechnieken. zelf. redzaamheid

Motiverende gesprekstechnieken. zelf. redzaamheid Motiverende gesprekstechnieken zelf redzaamheid Motiverende gesprekstechnieken Wat is motiverende gespreksvoering? Motiverende gespreksvoering is een cliëntgerichte, directieve methode om te bevorderen

Nadere informatie

2 Training of therapie/hulpverlening?

2 Training of therapie/hulpverlening? Bewustwording wordt de sleutel voor veranderen Peter is een zeer opvallende leerling die voortdurend conflicten heeft met medeleerlingen en de schoolleiding. Bij een leerlingbespreking wordt opgemerkt

Nadere informatie

Motivatie door eigenaarschap

Motivatie door eigenaarschap Motivatie door eigenaarschap Piet BUYSE & Maaike VERSTRAETE BaNaBa SchoolONtwikkeling 2 3 4 Denk terug aan een concreet moment waarop jij je helemaal niet gemotiveerd voelde om een activiteit te doen.

Nadere informatie

Van huidige situatie ------------ naar --------------------------------- gewenste situatie

Van huidige situatie ------------ naar --------------------------------- gewenste situatie Doelen stellen NLP is een doelgerichte, praktische en mensvriendelijke techniek. NLP = ervaren, ervaren in denken, voelen en doen. Middels een praktisch toepasbaar model leren we om de eigen hulpmiddelen,

Nadere informatie

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie

Nadere informatie

Utrecht, september 2010 Gerjoke Wilmink directeur Nibud

Utrecht, september 2010 Gerjoke Wilmink directeur Nibud Voorwoord Ongeveer twee jaar geleden publiceerde het Nibud Geld en Gedrag, Budgetbegeleiding voor de beroepspraktijk. Het boek werd enthousiast ontvangen door het werkveld, vooral vanwege de competenties

Nadere informatie

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Bij het begeleiden van leeractiviteiten kun je twee aspecten aan het gedrag van leerkrachten onderscheiden, namelijk het pedagogisch handelen en het didactisch handelen.

Nadere informatie

Motivatie. Even voorstellen 11-11-14. Gedragsverandering bij schulden Waarom en hoe?

Motivatie. Even voorstellen 11-11-14. Gedragsverandering bij schulden Waarom en hoe? Gedragsverandering bij schulden Waarom en hoe? Gejo Duinkerken Motivatie 0 10 Op een schaal van 1 tot 10, hoe belangrijk vindt u het om uw achterstand in te lopen? Even voorstellen Wat is de rol van motivatie

Nadere informatie

Motiverend leidinggeven: invloed op gedrag. 26 november 2014 Frank Goijarts

Motiverend leidinggeven: invloed op gedrag. 26 november 2014 Frank Goijarts Motiverend leidinggeven: invloed op gedrag 26 november 2014 Frank Goijarts Programma Gedragsverandering: wat werkt? Weerstand tegen veranderen Motivatie 3.0 (intrinsiek) Kernpunten Motiverende benadering

Nadere informatie

Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren

Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren Stijn van Merendonk Trainer @stijnvmerendonk Is dit herkenbaar? Miller & Rollnick. De ontwikkelaars Bouwden verder op erfgoed Carl Rogers Zij maakten

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

Toepassing van de fases van gedragsverandering in de praktijk

Toepassing van de fases van gedragsverandering in de praktijk Toepassing van de fases van gedragsverandering in de praktijk Jouw werk bestaat eruit om de klant te begeleiden bij een verandering in zijn financiële gedrag. Daarvoor kun je het model van DiClemente,

Nadere informatie

Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand.

Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand. Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand. Theoretische achtergrond: - Miller en Rollnick De motivering van cliënten en het verminderen van weerstand zijn centrale thema's.

Nadere informatie

www.tma-methode.nl Talentenanalyse annemieke de Kuijper 21 april 2009

www.tma-methode.nl Talentenanalyse annemieke de Kuijper 21 april 2009 annemieke de Kuijper 21 april 2009 Talentenanalyse ceylonpoort 5-25 2037 AA Haarlem T 023-5463747 I www. E webdiscussie@ Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3 2. Betekenis van de scores 3 3. Consistentie 3 4.

Nadere informatie

Motivational Interviewing 14 november DAI Artsen Van ziekte en zorg naar preventie en gezond gedrag.

Motivational Interviewing 14 november DAI Artsen Van ziekte en zorg naar preventie en gezond gedrag. Motivational Interviewing 14 november 2018 DAI Artsen Van ziekte en zorg naar preventie en gezond gedrag Rubik Nazarian www.linkedin.com/in/dai-artsen/ Beinvloedingsstijlen Communicatiestijlen Sturend

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Human Performance Contextscan Persoonlijke rapportage

Human Performance Contextscan Persoonlijke rapportage Human Performance Contextscan Persoonlijke rapportage Bedrijf FlowQ Coach Max Wildschut Cliëntcode 2167 Wachtwoord u295gr Datum 26 oktober 2008 2008 FlowQ www.flowq.nl V-HPC0801 Rapportage 2167 Pagina

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering

Motiverende gespreksvoering Motiverende gespreksvoering Naam Saskia Glorie Student nr. 500643719 SLB-er Yvonne Wijdeven Stageplaats Brijder verslavingszorg Den Helder Stagebegeleider Karin Vos Periode 04 september 2013 01 februari

Nadere informatie

Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren

Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren Stijn van Merendonk Trainer @stijnvmerendonk Visie Visie Definitie Motivational interviewing is: Een gespreksmethodiek die gericht is op het versterken

Nadere informatie

Niet vechten met de klant: Motivationele technieken

Niet vechten met de klant: Motivationele technieken Niet vechten met de klant: Motivationele technieken Theoretisch kader Één van de redenen waarom veranderen niet lukt, is de gemixte gevoelens (ambivalentie) die de klant heeft ten opzichte van dit veranderen.

Nadere informatie

Effectief feedback geven. Mart Calff, medisch psycholoog

Effectief feedback geven. Mart Calff, medisch psycholoog Effectief feedback geven Mart Calff, medisch psycholoog Aanspreken van een collega Een collega aanspreken op ongewenst gedrag is voor de meesten van ons een lastige beslissing. Voordat we besluiten om

Nadere informatie

FEEDBACK GEVEN. Feedback = een concrete uitspraak over het gedrag van een ander, met een specifiek doel voor ogen

FEEDBACK GEVEN. Feedback = een concrete uitspraak over het gedrag van een ander, met een specifiek doel voor ogen FEEDBACK GEVEN Feedback geven is een van de meest directe manieren om gedrag te sturen. Zeker op de korte termijn, maar zeker ook op de langere termijn is feedback heel krachtig. Maar effectief feedback

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleid van Kappio (locaties Seppelin en Gastouderbureau) Voor u ligt het pedagogisch beleid van Kappio (locaties Seppelin en Gastouderbureau). Hierin wordt beschreven

Nadere informatie

Psychiatrisch Centrum Broeders Alexianen Boechout Afdeling 2

Psychiatrisch Centrum Broeders Alexianen Boechout Afdeling 2 Psychiatrisch Centrum Broeders Alexianen Boechout Afdeling 2 De afdeling Drie eenheden: 2G: gesloten opname: 14 bedden 2O: open opname + behandeling bipolaire stoornissen: 14 bedden 2P: behandeling psychose:

Nadere informatie

LES 2: Ontwikkel een mindset voor groei PRESENTATIE 1: Mindset-theorieën

LES 2: Ontwikkel een mindset voor groei PRESENTATIE 1: Mindset-theorieën De eerste presentatie behandelt een aantal theorieën die je helpen een mindset voor groei te ontwikkelen. Dat is essentieel als je effectiever gedrag wilt ontwikkelen. Je gedachten en overtuigingen zijn

Nadere informatie

Motiverende Gespreksvoering

Motiverende Gespreksvoering Motiverende Gespreksvoering CAHAG 2017 Simone van den Hil Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Sponsoring

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! MOTIVATIE? 12/06/2019

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! MOTIVATIE? 12/06/2019 Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen 1 Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 2 MOTIVATIE? 3 3 1 Motivatie in het leven

Nadere informatie

filosofie havo 2018-II

filosofie havo 2018-II Opgave 2 Gevoelswerk 9 maximumscore 2 een uitleg dat Tessa s twijfel toont dat ze zich kritisch tot zichzelf kan verhouden, waarin volgens Korsgaard de waarde van authenticiteit ligt 1 een weergave van

Nadere informatie

Motieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen?

Motieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motieven en persoonlijkheid Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatie psychologen vragen: Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatiepsychologen zoeken naar de motieven, de drijfveren

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 29/11/2017. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 29/11/2017. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 1 MOTIVATIE? 4 Motivatie quotes Case (poll 1)

Nadere informatie

KENNISMAKING. Motiveren kan je leren 23/01/2015. 5 manieren om te beïnvloeden. Wanneer Plaats Doelstelling. Beleid Vooraf Regisseurstoel Anticiperen

KENNISMAKING. Motiveren kan je leren 23/01/2015. 5 manieren om te beïnvloeden. Wanneer Plaats Doelstelling. Beleid Vooraf Regisseurstoel Anticiperen Motiveren kan je leren Marc Tack& NeleDe Laender KENNISMAKING 5 manieren om te beïnvloeden Wanneer Plaats Doelstelling Beleid Vooraf Regisseurstoel Anticiperen Modelling Permanent Gehele theater Gewenste

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

Movisie. Voor een duurzame positieve verandering. Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat

Movisie. Voor een duurzame positieve verandering. Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat Movisie Voor een duurzame positieve verandering Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat Programma Wat is eenzaamheid en vereenzamen? Wat weten we uit onderzoek over wat werkt?

Nadere informatie

1 Aanbevolen artikel

1 Aanbevolen artikel Aanbevolen artikel: 25 november 2013 1 Aanbevolen artikel Ik kan het, ik kan het zélf, ik hoor erbij Over de basisingrediënten voor het (psychologisch) welzijn Een klassieke motivatietheorie toegelicht

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 15/04/2018. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 15/04/2018. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 1 MOTIVATIE? 4 Motivatie quotes Case (poll 1)

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Sara Berger 15 april 2013

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Sara Berger 15 april 2013 TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting Sara Berger 15 april 2013 Minervum 7444 4817 ZG Breda T 0162 51 59 02 I www.mectraining.nl E info@mectraining.nl Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Betekenis

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

Grenzen stellen in de hulpverlening. Bart De Saeger!

Grenzen stellen in de hulpverlening. Bart De Saeger! Grenzen stellen in de hulpverlening Bart De Saeger 10/05/2012 Bart De Saeger Klinisch psycholoog - Gedragstherapeut Wat zijn voor jullie grenzen in jullie dagelijkse hulpverlening? Wat is grenzen stellen?

Nadere informatie

Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl

Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl Introductie Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl 08/03/2018 SANNE NIEMER Onderzoeker kinderen en obesitas VU-projectleider LEFF 2 Waarom lastig om te bespreken? Vrees voor negatieve reacties

Nadere informatie

Hoe motiveer je mensen hun gedrag te veranderen en gezonder te leven? 24/10/2017

Hoe motiveer je mensen hun gedrag te veranderen en gezonder te leven? 24/10/2017 Hoe motiveer je mensen hun gedrag te veranderen en gezonder te leven? 24/10/2017 35.000 keuzes per dag Gezond en ongezond Gezonde en ongezonde keuzes Determinanten van gedrag Denken dat men genoeg beweegt

Nadere informatie

Programma. 1. ADHD bij adolescenten 2. Motiverende gespreksvoering 3. Werken met Zelf Plannen

Programma. 1. ADHD bij adolescenten 2. Motiverende gespreksvoering 3. Werken met Zelf Plannen Programma 1. ADHD bij adolescenten 2. Motiverende gespreksvoering 3. Werken met Zelf Plannen ADHD BIJ ADOLESCENTEN problemen EF/motivatie ADHD gedrag Adolescentie: Middelbare school Minder oudercontrole

Nadere informatie

Een conflict maakt je een ander mens

Een conflict maakt je een ander mens Een conflict maakt je een ander mens Zo doe ik anders nooit Stress vertroebelt ons denken Een conflict gaat meestal gepaard met stress. En stress heeft invloed op de werking van onze hersenen. Onze waarneming

Nadere informatie

Ik-Wijzer Bijlage (voor de begeleider)

Ik-Wijzer Bijlage (voor de begeleider) (voor de begeleider) Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het persoonlijkheidsprofiel van Sander Geleynse... 4 3. De begeleiding... 5 Pagina 2 van 5 1. Inleiding Op 27 januari 2016 heeft Sander Geleynse

Nadere informatie

Motivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat

Motivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat Gwen Weeldenburg test Test Motivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat Onderwijs is gericht op het leren van leerlingen te optimaliseren door het leren te richten en met name te faciliteren Beoordelen

Nadere informatie

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo.

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo. Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo.nl Waarom mensen niet? Dus wat kun je doen? Ze weten niet

Nadere informatie

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal 360 GRADEN FEEDBACK Jouw competenties centraal Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Over gedrag en de... 4 3. Totaalresultaten... 5 4. Overzicht scores per competentie... 7 5. Overschatting-/onderschattinganalyse...

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse Sara Berger

TMA Talentenanalyse Sara Berger TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting 5-2-2018 Sara Berger Inhoudsopgave Inleiding Betekenis van de scores Consistentie Beschrijving van de persoonlijkheid Kwaliteiten en valkuilen overzicht

Nadere informatie

Motivational Interviewing voor de fysiotherapeut

Motivational Interviewing voor de fysiotherapeut Motivational Interviewing voor de fysiotherapeut Hoe krijg ik de patiënt in beweging? Wie ben ik? praktijk voor lichaamsgerichte therapie en coaching info@vanbinnenin beweging.eu En jullie? PROGRAMMA Wat

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld APQ-vragenlijst 28 maart 2018 Bea Voorbeeld Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

De consumerende leerling veroorzaken we zelf

De consumerende leerling veroorzaken we zelf De consumerende leerling veroorzaken we zelf Op naar meer eigenaarschap op middelbare scholen Jeroen Verhaaren Wat kom je doen? Wat wil je na dit uur bereikt hebben, wat is je doel? Op welke manier zou

Nadere informatie

Growth mindset Teamontwikkeling Leerlingen op de catwalk. Delen van leiderschap. Manifestaties

Growth mindset Teamontwikkeling Leerlingen op de catwalk. Delen van leiderschap. Manifestaties Growth mindset Teamontwikkeling Leerlingen op de catwalk Delen van leiderschap Manifestaties Scholen zijn plekken om te leren Didactiek Pedagogiek Lerende houding Growth Mindset Onderzoeksresultaten Al

Nadere informatie

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Familie of naaste zijn van iemand die zichzelf beschadigt kan erg moeilijk zijn. Iemand van wie je houdt doet zichzelf pijn en het lijkt alsof je niks kunt

Nadere informatie

Procesadvisering Bijeenkomst 4

Procesadvisering Bijeenkomst 4 Procesadvisering Bijeenkomst 4 Inhoud Terugblik bijeenkomst 3 Hoofdstuk 4: De beleving van adviseur en geadviseerde Rolopvatting adviseur Cyclus van veranderingen Appriciative inquiry Weerstand bij veranderingen

Nadere informatie

Vivian Broughton. Stilstaan bij trauma. Een heldere uiteenzetting over het ontstaan van trauma en de traumaverwerkingsmethode van Franz Ruppert

Vivian Broughton. Stilstaan bij trauma. Een heldere uiteenzetting over het ontstaan van trauma en de traumaverwerkingsmethode van Franz Ruppert Vivian Broughton Stilstaan bij trauma Een heldere uiteenzetting over het ontstaan van trauma en de traumaverwerkingsmethode van Franz Ruppert Inhoud Voorwoord bij de herziene editie 7 Welkom! 9 Waarom

Nadere informatie

Hoe werkt advies? Ze weten niet wat Ze weten niet waarom Ze weten niet hoe. HersenletselCongres 2014 3 november

Hoe werkt advies? Ze weten niet wat Ze weten niet waarom Ze weten niet hoe. HersenletselCongres 2014 3 november HersenletselCongres 2014 3 november Disclosure belangen sprekers C1 Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Motiveren tot gedragsverandering; wat is lastig en wat kun je als professional doen? (potentiële)

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo APQ-vragenlijst 30 januari 2019 Daan Demo Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid en wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

Stap 6: Wat is de kernovertuiging?

Stap 6: Wat is de kernovertuiging? E-Learning: Hoe krijgen ze me zo gek als leidinggevende? Module 7/9 Stap 6: Wat is de kernovertuiging? De relevante vraag is hier: wat is het ergste wat er kan gebeuren als hij zijn controledrang loslaat?

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: De Beleving uit zich in Gedrag en Vaardigheden

Hoofdstuk 4: De Beleving uit zich in Gedrag en Vaardigheden Hodstuk 4: Voor een geestelijk welbevinden van de wereld is het noodzakelijk dat we leren herkennen op welke manier onze capaciteiten en vaardigheden zijn beïnvloed, waardoor we bepaalde gedragingen onderdrukken

Nadere informatie

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen RV 1 Kinderen hebben vertrouwen in zichzelf. RV1.1 RV1.2 RV1.3 RV1.4 Ontdekken dat iedereen uniek is. Ik heb door dat iedereen

Nadere informatie

Voorbereiding training

Voorbereiding training Natuurlijk heeft succes op de lange termijn te maken met leiderschap en hoe topondernemers zichzelf en hun team weten te inspireren Quote uit: Mijn naam is Karel van Eerd en ik bewijs dat het wel kan!

Nadere informatie

De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer

De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer 1 Een praktijkvoorbeeld De verzorgende helpt de bewoner zich aan te kleden en pakt de deodorant. Bewoner: Ga weg

Nadere informatie

Het White Box model:

Het White Box model: Het White Box model: Een krachtige veranderstrategie die mensen in beweging brengt. Visie, aanpak en trainingsadvies Een waardevol gespreksmodel voor, WMO en Jeugdwet, consulenten om eigen initiatief en

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering. Ellis Baron

Motiverende gespreksvoering. Ellis Baron Motiverende gespreksvoering Ellis Baron Evidence based behandelingen Common factors Shared elements Empathie Therapeutische relatie Optimisme Registreren Cognitieve herstructurering Zelfcontrole training

Nadere informatie

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Motiveren tot gedragsverandering; Wat is lastig en wat kun je doen?

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Motiveren tot gedragsverandering; Wat is lastig en wat kun je doen? Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Motiveren tot gedragsverandering; Wat is lastig en wat kun je doen? Leerlingen met SOLK Effectieve gesprekken met ouders en leerlingen drs. Hilde Jans psycholoog

Nadere informatie

IOD Crayenestersingel 59, 2101 AP Heemstede Tel: 023 5283678 Fax: 023 5474115 info@iod.nl www.iod.nl. Leiding geven aan verandering

IOD Crayenestersingel 59, 2101 AP Heemstede Tel: 023 5283678 Fax: 023 5474115 info@iod.nl www.iod.nl. Leiding geven aan verandering Leiding geven aan verandering Mijn moeder is 85 en rijdt nog auto. Afgelopen jaar kwam ze enkele keren om assistentie vragen, omdat haar auto in het verkeer wat krassen en deuken had opgelopen. Ik besefte

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN

ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN MISSIE WIE IS ZORGBUREAU JOKIJO? JoKiJo is een kleinschalig, betrokken zorgbureau dat hulp richt op de specifieke hulpvraag, wensen en behoeften van iedere

Nadere informatie

Aangaan. Feedback kan maken maar ook breken

Aangaan. Feedback kan maken maar ook breken Op basis van wetenschappelijk onderzoek is psychologe Carol Dweck tot het inzicht gekomen dat niet iemands IQ, vaardigheden en talenten bepalend zijn voor succesvol leven, maar vooral de waarmee mensen

Nadere informatie

Visie (Pedagogisch werkplan)

Visie (Pedagogisch werkplan) Visie (Pedagogisch werkplan) Gastouderopvang De Krummeltjes stelt zich tot doel om een omgeving te bieden waarin kinderen kunnen opgroeien tot zelfstandige en evenwichtige mensen met respect voor anderen

Nadere informatie

Binnen de staf evalueren we onze voortgang en ook in het verpleegkundig overleg zal het een vast agendapunt zijn.

Binnen de staf evalueren we onze voortgang en ook in het verpleegkundig overleg zal het een vast agendapunt zijn. Verslag presentatie Meer regie op je persoonlijke energie Door Mario Bierkens Datum woensdag 1 maart 2017 Persoonlijke noot Terugkijkend op de presentatie van Mario word ik ontzettend blij. Het idee dat

Nadere informatie

MOTIVEREN IN FASEN VAN VERANDERING

MOTIVEREN IN FASEN VAN VERANDERING MOTIVEREN IN FASEN VAN VERANDERING OEFENING OM HET SLACHTOFFER TE MOTEVEREN IN DE VERSCHILLENDE FASEN VAN EEN PROCES VAN VERANDERING. 1 Doel Motivatie is de bereidheid om zich ergens voor in te spannen

Nadere informatie

E-book. De 6 principes van succesvolle gedragsverandering. Mastering Change

E-book. De 6 principes van succesvolle gedragsverandering. Mastering Change E-book De 6 principes van succesvolle gedragsverandering Mastering Change De 6 principes van succesvolle gedragsverandering Door Stefan op de Woerd en Jochem Aubel We hebben allemaal wel eens een poging

Nadere informatie

Inleiding voor de. Veerkracht Versterkende meditatiecursus. veerkrachtmanagement.nl

Inleiding voor de. Veerkracht Versterkende meditatiecursus. veerkrachtmanagement.nl Inleiding voor de Veerkracht Versterkende meditatiecursus veerkrachtmanagement.nl Inleiding In ons Veerkracht programma ontmoeten we vaak mensen die worden geconfronteerd met ingrijpende gebeurtenissen

Nadere informatie

INLEIDING DE KLEINE PRINS MOTIVATIE ZET MENSEN IN BEWEGING

INLEIDING DE KLEINE PRINS MOTIVATIE ZET MENSEN IN BEWEGING (GEEN) GOESTING?! INLEIDING ABC VAN MOTIVATIE LEREN OP SCHOOL, EEN AANGENAME EN BOEIENDE ACTIVITEIT? OPVOEDEN IS ROEKELOZE IMPROVISATIE LATER IS NOG LANG EEN VOL HOOFD DE WEG KWIJT TEN SLOTTE INLEIDING

Nadere informatie

Reflectieverslag motiverende gespreksvoering

Reflectieverslag motiverende gespreksvoering Reflectieverslag motiverende gespreksvoering Opleiding : Masteropleiding Advanced Nursing Practice (MANP) Naam : Renate Agterhof Student nummer : 1002628 E-mailadres : ragterhof@spaarneziekenhuis.nl Datum

Nadere informatie

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld. Betrokkenheid Autonomie Competentie Relatie leerkracht Relatie leerlingen De behoefte aan autonomie De behoefte aan competentie De behoefte aan een goede relatie met de leerkracht De behoefte aan goede

Nadere informatie

LES 2: Ontwikkel een mindset voor groei PRESENTATIE 2: Waar komt een fixed mindset vandaan?

LES 2: Ontwikkel een mindset voor groei PRESENTATIE 2: Waar komt een fixed mindset vandaan? Veel introverten hebben een fixed mindset ontwikkeld ten aanzien van zichtbaarheid en profileren. Ze denken dat het voor hen niet weggelegd is om zich overtuigend te profileren. Deze presentatie gaat in

Nadere informatie

Herstel en Balans. Kanker zet je leven op zijn kop. De rol van de psycholoog. Maria Poppe GZ-psycholoog De Vruchtenburg maart 2010

Herstel en Balans. Kanker zet je leven op zijn kop. De rol van de psycholoog. Maria Poppe GZ-psycholoog De Vruchtenburg maart 2010 Herstel en Balans De rol van de psycholoog Maria Poppe GZ-psycholoog De Vruchtenburg maart 2010 Kanker zet je leven op zijn kop 1 Kanker, gevolgen voor de patiënt Heftige emoties. Verlies van controle

Nadere informatie

Als docent werk je vanuit een positie van autoriteit, als trainer vanuit een positie van gelijkwaardigheid

Als docent werk je vanuit een positie van autoriteit, als trainer vanuit een positie van gelijkwaardigheid JOUW ROL ALS TRAINER Het klinkt misschien overbodig om het te hebben over de rol die je hebt bij het beïnvloeden van het denken en doen van anderen in groepssituaties. Iedereen weet toch wel wat die rol

Nadere informatie

Maak de test INTRODUCTIE. Waar ben je uit jezelf gemotiveerd voor? MOTIVATIE. Noem hier de namen van de leerlingen YOUNGWORKS

Maak de test INTRODUCTIE. Waar ben je uit jezelf gemotiveerd voor? MOTIVATIE. Noem hier de namen van de leerlingen YOUNGWORKS YOUNGWORKS OVER ONS YOUNGWORKS OVER ONS BINNENSTEBUITEN YOUNGWORKS MARK VAN RIJN @markvrijn 3 NOVEMBER 2016 - KSE - ETTEN LEUR YOUNGWORKS OVER ONS Het geheim achter gemotiveerde pubers, enthousiaste leerlingen

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering : De kracht van

Motiverende gespreksvoering : De kracht van Motiverende gespreksvoering : De kracht van leefstijl DAI Artsen Van ziekte en zorg naar preventie en gezond gedrag AIOS-dag: alles over sociale problemen en leefstijl! 23-03-19 Rubik Nazarian @leefstijlleeft

Nadere informatie

Ontdek je managementsupport.nl/event

Ontdek je managementsupport.nl/event e-pocket Ontdek je managementsupport.nl/event Beste talentvolle professional, Bedankt dat je de e-pocket Ontdek je talent hebt gedownload! Met deze e-pocket kun je een eerste stap zetten om je persoonlijke

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Demo Kandidaat 29 augustus 2011

TMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Demo Kandidaat 29 augustus 2011 TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting Demo Kandidaat 29 augustus 2011 Waddenring 24 2993 VE Barendrecht T 0180 848044 I www.priman.nl E info@priman.nl Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3 2. Betekenis

Nadere informatie

Luisteren is geen trucje

Luisteren is geen trucje Luisteren is geen trucje Luisteren is geen vaardigheid, al wordt er wel vaak zo over gesproken. Luisteren is veel meer een kwestie van houding, zelfs van zijn. Dat klinkt je wellicht zweverig in de oren,

Nadere informatie

Krachtvelden 30 januari Daan Demo

Krachtvelden 30 januari Daan Demo Krachtvelden 30 januari 2019 Waar ligt jouw kracht? Weet jij waar je echt goed in bent? Heb jij verborgen kwaliteiten? Hoe zien anderen jou? Als je je kwaliteiten kent, weet je wat je te bieden hebt en

Nadere informatie

Werken met veerkracht bij de Rabobank. BA&O, 22 oktober 2015

Werken met veerkracht bij de Rabobank. BA&O, 22 oktober 2015 Werken met veerkracht bij de Rabobank BA&O, 22 oktober 2015 Veerkracht is nodig De Rabobank is in beweging De klantbediening verandert Er is een sterke focus op beheer Een grote krimp van personeel Dit

Nadere informatie

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 JE ONBEWUSTE PROGRAMMEREN VOOR EEN GEWELDIGE TOEKOMST De meeste mensen weten heel goed wat ze niet willen in hun leven, maar hebben vrijwel geen

Nadere informatie

Adviseur deskundigheidsbevordering, NISB Hoofddocent Instituut Sport en Bewegingsstudies, HAN

Adviseur deskundigheidsbevordering, NISB Hoofddocent Instituut Sport en Bewegingsstudies, HAN Een kennismaking ki met motiverende gesprekvoering Ingrid Broeders Adviseur deskundigheidsbevordering, NISB Hoofddocent Instituut Sport en Bewegingsstudies, HAN 1 Ervaring delen Vertel over een voldoening

Nadere informatie

1 Het sociale ontwikkelingstraject

1 Het sociale ontwikkelingstraject 1 Het sociale ontwikkelingstraject Tijdens de schoolleeftijd valt de nadruk sterk op de cognitieve ontwikkeling. De sociale ontwikkeling is in die periode echter minstens zo belangrijk. Goed leren lezen,

Nadere informatie

Bas Smeets page 1

Bas Smeets  page 1 Bas Smeets www.bsmeets.com page 1 JE ONBEWUSTE PROGRAMMEREN VOOR EEN GEWELDIGE TOEKOMST De meeste mensen weten heel goed wat ze niet willen in hun leven, maar hebben vrijwel geen idee wat hoe hun ideale

Nadere informatie

Studiedag: in de kijker. workshop: de ergotherapeut als coach

Studiedag: in de kijker. workshop: de ergotherapeut als coach Studiedag: in de kijker workshop: de ergotherapeut als coach Opbouw workshop Korte duiding van de theorie ( theorie wordt aangehaald) Kennismaking adhv exploreren Zelf in de ervaring stappen: oefenen op

Nadere informatie