Veelgestelde vraag over sanitair warm water (SWW) en Ecodesign in EPW

Transcriptie

1 1 Veelgestelde vraag over sanitair warm water (SWW) en Ecodesign in EPW Inhoudstafel INHOUDSTAFEL VRAAG ANTWOORD Vooraf Verschillende systemen Ingave in de EPB-software... 4

2 2 1. Vraag Wat wordt precies bedoeld met vallend onder de Ecodesignverordening nr.... in over het rendement van de opwekking van sanitair warm water in de bijlage EPW (bijlage V bij het Energiebesluit)? 2. Antwoord 2.1 Vooraf De uitleg in deze FAQ slaat alleen op deel en de manier waarop systemen voor de opwekking van sanitair warm water worden behandeld bij de berekening volgens de EPB- regelgeving. De beoordeling van het rendement van deze systemen gebeurt: ofwel aan de hand van productgegevens die vastgesteld zijn volgens de methode van Verordeningen 811 tot 814 voor de systemen die vallen onder Ecodesign voor SWW (of, bij gebrek aan voldoende gegevens, aan de hand van een zeer nadelige waarde bij ontstentenis); ofwel aan de hand van vaste waarden voor de systemen die niet onder deze Verordeningen vallen. Projecten waarvoor in 2016 een stedenbouwkundige vergunning werd aangevraagd, worden met enige flexibiliteit behandeld om ze niet te benadelen tijdens hun uitvoering (zie einde van het document). Projecten met aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning in 2017 moeten deze FAQ strikt volgen. 2.2 Verschillende systemen A) Systemen die vallen onder de Ecodesignverordeningen De volgende definitie is hier van toepassing: Het verwarmingstoestel is rechtstreeks aangesloten op een bron van drinkwater of sanitair water en verwarmt het water via een interne warmtewisselaar of een geïntegreerd vat. Het toestel bevindt zich niet in één van de volgende situaties: o in de handel gebracht vóór ; o brandstof hoofdzakelijk van biomassa afkomstig; o vaste brandstof; o warmtekrachtkoppeling met een elektrisch vermogen > 50 kw; o verwarmingstoestel met apart vat of met externe warmtewisselaar; (In die gevallen is niet het verwarmingstoestel, maar het vat of het secundaire circuit van de warmtewisselaar rechtstreeks aangesloten op een bron van drinkwater of sanitair water. Dat geldt ook zelfs als de Ecodesigngegevens beschikbaar zijn.) o collectieve verbrandingstoestellen (d.w.z. die meerdere EPB-eenheden verwarmt) met een thermisch vermogen > 70 kw en/of een opslagvolume van > 500 l. (Dat geldt ook zelfs als de Ecodesigngegevens beschikbaar zijn.

3 3 De beoordeling van systemen die vallen onder Ecodesign gebeurt op basis van gegevens uit de Ecodesignverordeningen: energie-efficiëntie η wh, het opgegeven capaciteitsprofiel en eventueel de energie-efficiëntieklasse en het warmhoudverlies van het warmwatervat. B) Systemen die niet vallen onder de voormelde Verordeningen Alle andere installaties vallen in deze categorie. De beoordeling van hun rendement gebeurt op basis van vaste waarden. Voor verbrandingstoestellen: De vaste waarde zonder opslag is 0,50. De vaste waarde met opslag is 0,45. Collectieve systemen met een thermisch vermogen > 70 kw en/of een opslagvolume van > 500 L: tabel [32] gebruiken: Type warmwatertank Zonder warmwatertank Indirect verwarmde warmwatertank(s) (1) Direct verwarmde warmwatertank(s) (2) Isolatiedikte x rond warmwatertank(s) in mm mm x 10 mm x < 20 mm 0 mm x < 10 mm 0 mm x Type ketel Niet-condenserende ketel 0,75 0,67 0,60 0,37 0,50 Condenserende ketel 0,85 0,76 0,68 0,42 (1) met gebruik van een tussenmedium (2) door middel van verbranding in het toestel zelf Voor de andere technologieën: tabel [31] gebruiken:

4 4 2.3 Invoer in de EPB-software Met versies 7.5.x en 8.0.x van de EPB-software kunnen niet alle hierboven beschreven situaties ingevoerd worden. Vanaf de versie 8.5.x zal dit probleem opgelost zijn. Bij de systemen onder A) moet NEE worden geantwoord op de vraag In de handel gebracht voor ?. In de software hebben de volgende vragen betrekking op de Ecodesigngegevens. Specifiek voor warmtepompen (WP): Voor dossiers met vergunningsaanvraagdatum in 2016 moet het formalisme preferent/nietpreferent worden gebruikt voor een WP met geïntegreerde elektrische weerstand: o Voor de WP moet u NEE antwoorden op de vraag In de handel gebracht voor ? en hier de efficiëntiewaarde η wh ingeven. Op de vraag WP uitgerust met elektrische weerstand? moet JA worden geantwoord. o Voor de weerstand: aangezien de kenmerken ervan niet gekend zullen zijn, moet op de vraag In de handel gebracht voor ? met JA worden geantwoord. De weerstand krijgt dan de vaste rendementswaarde van 75% toegekend (of 70 % in geval van opslag). Voor dossiers met vergunningsaanvraagdatum vanaf 1 januari 2017 is het mogelijk om de WP met geïntegreerde elektrische weerstand te beschouwen als één toestel (waardoor u geen pref/npref moet gebruiken), maar alleen als de elektrische weerstand werd meegenomen in de berekening van de energie-efficiëntie η wh van de WP. o In dat geval moet u de vraag In de handel gebracht voor ? met NEE beantwoorden en de efficiëntiewaarde η wh ingeven. Op de vraag WP uitgerust met elektrische weerstand? moet NEE worden geantwoord, zodat het 2de toestel niet verschijnt. o Deze situatie moet duidelijk worden vermeld in het vak Opmerking bij het systeem voor sanitair water :

5 5 Vermeld dat de elektrische weerstand werd meegenomen in de berekening van de energie-efficiëntie. Als dat niet het geval is, of als u niet kan oordelen of de elektrische weerstand bij de test werd ingecalculeerd, moet u de werkwijze van 2016 volgen. Bij de systemen onder B) zijn verschillende situaties mogelijk: 1. In de handel gebracht voor Brandstof hoofdzakelijk van biomassa afkomstig. 3. Vaste brandstof. 4. Warmtekrachtkoppeling met een elektrisch vermogen > 50 kw. 5. Verwarmingstoestel met apart vat of met externe warmtewisselaar. In die gevallen is niet het verwarmingstoestel, maar het vat of het secundaire circuit van de warmtewisselaar rechtstreeks aangesloten op een bron van drinkwater of sanitair water. 6. Collectieve verbrandingstoestellen (d.w.z. die meerdere EPB-eenheden verwarmt) met een thermisch vermogen > 70 kw en/of een opslagvolume van > 500 l. De gevallen 1 tot en met 4 zijn al voorzien in de software en zullen automatisch vaste waarden opleveren. In de gevallen 5 en 6: In versie 7.5.x en 8.0.x van de software antwoordt u JA op de vraag In de handel gebracht voor ?, ook al is dat niet het geval. In functie van de vraag of het om een collectieve installatie gaat en van het vermogen en/of het opslagvolume, leveren de vragen van de software vervolgens de overeenkomstige vaste waarden op. In het vak Opmerking over het systeem van sanitair water moet u vermelden dat u bij de invoer een omweg heeft gebruikt: o Ingeven: Omweg: Verwarmingstoestel met afzonderlijk vat of met externe warmtewisselaar in geval 5 ; o Ingeven: Omweg: Collectieve stookinstallatie in geval 6. In een situatie die zowel onder geval 5 als 6 valt, vermeldt u Omweg: Collectieve stookinstallatie. Vanaf versie 8.5.x zal u deze systemen kunnen aangeven zoals het hoort. Op dezelfde vraag zal u dan NEE antwoorden. In de nieuwe software zal het verbeterde

6 6 programmeerscherm nieuwe vragen voorzien, waardoor die situaties correct kunnen worden beoordeeld. Let op! Zoals hierboven vermeld, is het in geval 5 en 6 toegestaan om af te wijken van wat eerder werd vermeld voor projecten met aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning in Het is toegestaan de Ecodesignwaarde van η wh te gebruiken, die overeenstemt met het daadwerkelijk gebruikte verwarmingstoestel (geval 6) of die de combinatie weergeeft van een specifiek verwarmingstoestel met een apart vat of met een bepaalde externe warmtewisselaar (geval 5 of combinatie van 5 en 6, indien de fabrikant die waarde opgeeft op basis van een aanvullende laboratoriumtest). De onder A) beschreven procedure moet hierbij worden gevolgd. Deze situatie moet duidelijk worden vermeld in het vak Opmerking bij het systeem voor sanitair water : Ingeven: Afwijking: Gebruik van Ecodesigngegevens: Verwarmingstoestel met afzonderlijk vat of met externe warmtewisselaar in geval 5 ; Ingeven: Afwijking: Gebruik van Ecodesigngegevens: Collectieve stookinstallatie in geval 6. In een situatie die zowel onder geval 5 als 6 valt, vermeldt u Afwijking: Gebruik van Ecodesigngegevens: Collectieve stookinstallatie. Dossiers van 2016 die al met dit type van gegevens rekening hielden bij het opstellen van de startverklaring, worden op die manier niet benadeeld. Projecten met aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning in 2017 vallen niet onder deze afwijking en moeten deze FAQ strikt volgen.