Montage- en onderhoudsvoorschriften. HC DV dakventilatoren

Transcriptie

1 Montage- en onderhoudsvoorschriften RZAAM INN UU F ATIE OV D

2

3 Inhoudsopgave Onderwerp Pagina 1. Revisie index 1 2. Over deze gebruiksaanwijzing Gebruiksaanwijzing 4 4. Veiligheid Productbeschrijving Transport en opslag Installatie Elektrische aansluiting Inbedrijfstelling Onderhoud Storingen Service, reserve-onderdelen en accessoires EC-Conformiteitsverklaring Revisie index Revisie: Datum: Tabel 1.1: Revisie index HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0 1

4 2. Over deze gebruiksaanwijzing 2.1 Geldigheid 2.2 Doelgroep Deze gebruiksinstructies zijn een integraal onderdeel van de dakventilator. HC DV is niet aansprakelijk voor primaire schade of secundaire schade veroorzaakt door het negeren van deze gebruiksinstructies. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig. Bewaar de gebruiksaanwijzing gedurende de gehele levenscyclus van de dakventilator. Zorg dat de gebruiksaanwijzing constant beschikbaar is voor het personeel. Draag de gebruiksaanwijzing over aan latere eigenaars van de dakventilator. Voeg aanvullende informatie van de fabrikant toe aan de gebruiksaanwijzing. Deze gebruiksaanwijzing is alleen van toepassing op de dakventilatoren weergegeven op pagina 8 / 9. Deze gebruiksaanwijzing is enkel bedoeld voor gekwalificeerde professionals opgeleid voor installatie, inbedrijfstelling, onderhoud en ontmanteling van dakventilatoren. 2.3 Andere documenten die van toepassing zijn Aanvullend op het lezen van deze instructies, moet ook kennis worden genomen van de volgende documenten en specificaties van de dakventilator: - IEC 60364/ - DIN VDE DIN EN DIN EN ISO DIN EN ISO ; -2 - DIN EN ISO Typeplaatje - Technische catalogus 2.4 Symbolen en Markeringen Gebruik van waarschuwingssignalen Signaalwoord Symbool, oorzaak en gevolgen van gevaar Stappen vereist om gevaar te voorkomen. 2 HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0

5 2. Over deze gebruiksaanwijzing Niveau van gevaar bij signalen Tabel 2.1: niveau van gevaren bij signalen Symbool / Niveau van gevaar Waarschijnlijke oorzaak Gevolgen na negeren Dreigend gevaar Defect of ernstige schade DANGER WARNING Potentieel gevaar Potentieel gevaar Potentieel gevaar Defect of ernstige schade Kleine schade Schade aan eigendommen Opmerkingen Opmerking Opmerkingen geven aanwijzingen voor een makkelijkere of veiligere manier van werken. Stappen vereist voor makkelijker of veiliger werk Overige symbolen en markeringen Symbool O Betekenis Vereist voor bewerking Bewerking van 1 stap Bewerking met meerdere stappen Bullet Point (primaire lijst) - Bullet Point (secundaire lijst) Dikgedrukt Nadrukkelijke informatie Tabel 2.2: overige symbolen en markeringen HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0 3

6 3. Gebruiksaanwijzing 3.1 Operationele gegevens / Maximale waarden Gevaar op letsel Houden aan technische specificaties en toelaatbare grenzen. Voor technische specificaties moet verwezen worden naar het typeplaatje, technisch datablad en de technische catalogus. De dakventilatoren zijn geschikt voor het afvoeren van stofvrije lucht en andere niet-bijtende gassen of dampen. Toegestane temperaturen Tabel 3.1: maximale waarderingen RGA 31 Assortiment Toegestane temperatuur Maximale omgevingstemperatuur op aandrijfmotor -20 C tot +40 C RDA C tot +40 C 1) RDA 31 / C tot +40 C 1) FDA 31 RVM F1 RDM 31/32-20 C tot +40 C -20 C tot +40 C -20 C tot +120 C 1) = per model kunnen de temperaturen afwijken. Zie volledige lijst Dakventilatoren. +40 C Voorbeelden van incorrect gebruik door: - Afvoer van lucht, gassen of dampen met zeer hoge of lage temperaturen. - Afvoer van bijtende stoffen. - Afvoer van lucht met veel stof. - Afvoer van een mogelijk explosieve lucht, gas of damp. Ongeoorloofde bewerkingen: - Geen bewerking uitvoeren boven de aangegeven omwentelingen per minuut (zie typeplaatje / informatieblad). - Geen bewerking uitvoeren bij omwentelingen per minuut met verhoogde trillingen (resonantie). - Geen bewerking uitvoeren bij omwentelingen per minuut die vallen buiten het toegestane aantal aangegeven in de grafiek. - Geen bewerking uitvoeren als de ventilator vervuild is. Voorkom dynamische belasting van de waaier. Geen frequente schommelingen van luchtweerstand! 4 HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0

7 4. Veiligheid 4.1 Productveiligheid De ventilatoren bieden een hoge graad van operationele veiligheid en voldoen aan de kwaliteitsstandaarden. Deze kwaliteitsstandaard wordt gegarandeerd door het kwaliteitsmanagementsysteem EN ISO Voordat de ventilatoren de fabriek verlaten, worden ze geïnspecteerd en voorzien van een keurmerk. Ondanks dit keurmerk, kan een werkende ventilator van Nicotra Gebhardt gevaarlijk zijn. Het risico op letsel of dood bij de gebruiker bestaat. Gebruik dakventilatoren alleen in perfect werkende staat en waarvoor deze bedoeld zijn. Met inachtneming van de veiligheidsinstructies, het bewust zijn van gevaren, zelfs na het lezen van de veiligheidsinstructies. Zorg voor onmiddellijk herstel of reparatie van eventuele fouten die gevaar kunnen veroorzaken. DANGER De dakventilatoren worden geleverd zonder beschermrooster aan de intrede. Als er door de wijze van montage gevaar kan ontstaan waardoor contact met de waaier mogelijk is, dan dient aan de aanzuigzijde een beschermrooster volgens DIN EN ISO (verkrijgbaar als accessoire) te worden gemonteerd. Alleen dan kan de dakventilator inbedrijf worden gesteld. 4.2 Veiligheidsinstructies De dakventilator mag alleen in werking worden gebracht als voldaan is aan onderstaande instructies: - Gebruiksaanwijzing. - Waarschuwings- en informatiesignalen op de dakventilator. - Elke andere gebruiksaanwijzing en installatie-instructie die betrekking heeft op het apparaat. - Overige eisen en voorwaarden die betrekking hebben op het apparaat. - Toepasselijke nationale regelgeving, met name die betrekking heeft op gezondheid, veiligheid en ongevallenpreventie. 4.3 Veiligheidsvoorzieningen Gebruik passende veiligheidsvoorzieningen om contact met de draaiende onderdelen te voorkomen (assen, waaier etc.). Na installatie (en voor elektrische aansluiting) direct de veiligheidsvoorzieningen hermonteren indien deze zijn verwijderd gedurende de installatie. De geschiktheid van veiligheidsvoorzieningen op de ventilator moet meegenomen worden in het volledige veiligheidsconcept van de installatie. HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0 5

8 4. Veiligheid 4.4 Professionele medewerkers Installatie van dakventilatoren mag enkel uitgevoerd worden door geschoolde professionals, rekeninghoudend met deze gebruiksaanwijzing en toepasselijke regelgeving. Elektrische aansluitingen mogen enkel uitgevoerd worden door gekwalificeerde elektriciens. 4.5 Persoonlijke beschermingsmiddelen Zorg ervoor dat personeelsleden persoonlijke beschermingsmiddelen dragen. Onderstaand wordt de beschermende kleding specifiek omschreven. 4.6 Specifieke gevaren Geluidsniveau Zware ladingen Het normale geluidsniveau van de ventilator is geregistreerd in het technische overzicht, hier moet naar behoren rekening mee worden gehouden. Draag gehoorbeschermers wanneer er in de buurt van of op de ventilator gewerkt wordt. Het hoge gewicht van de dakventilator en zijn toebehoren brengen de volgende risico s met zich mee tijdens het transport en de installatie: - Risico om vast te komen zitten, verpletterd of gesneden te worden tijdens bewegende of vallende machines. - Gevaar van vallende onderdelen. Ga niet onder zwevende ladingen staan. Draag een harde helm, veiligheids- en handschoenen Draaiende assen en waaiers Objecten die vallen en waar de as en waaier draaien, kunnen elke richting opvliegen en serieus letsel veroorzaken. Kledingstukken en haar kunnen vast komen te zitten in een draaiende waaier of as. Verwijder geen veiligheidsvoorzieningen tijdens een bewerking. Draag geen loszittende kleding wanneer er in de buurt van een draaiende as en waaier wordt gewerkt. Draag een veiligheidsbril Hete oppervlakken Er bestaat een risico op (blijvende) brandwonden bij het in contact komen met hete oppervlakken tijdens een bewerking. Raak de motor niet aan tijdens een bewerking. Wacht tot de motor is afgekoeld als de dakventilator is gestopt. Draag beschermende handschoenen. 6 HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0

9 4. Veiligheid 4.7 Structurele wijzigingen, reserveonderdelen Opmerking Ongeoorloofde structurele wijzigingen mogen niet toegepast worden op de dakventilator zonder toestemming van HC DV. HC DV is niet aansprakelijk voor elke vorm van schade als gevolg van ongeoorloofde structurele wijzigingen. Er mag enkel gebruik worden gemaakt van geldige Nicotra Gebhardt reserveonderdelen, geleverd door HC DV. 4.8 Installatie en onderhoud Onderstaande stappen moeten gevolgd worden voor het werken aan de dakventilator: - Schakel de machine uit en neem maatregelen om te voorkomen dat de ventilator per ongeluk weer aanspringt. - Geef de volgende boodschap weer op een bord: Ventilator niet aanzetten! Momenteel bezig met werkzaamheden 4.9 Symbolen op de dakventilator Afhankelijk van het model, zijn het typeplaatje en de pijl die de draairichting aangeeft op de behuizing of op de steunbeugel geplaatst voor een duidelijke zichtbaarheid. Typeplaatje Pijl die de draairichting aangeeft Klembord schakeldiagram Vastgezet op de klemmenkast of geplakt op de motorbeugel. VOORBEELD HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0 7

10 5. Productbeschrijving 5.1 Algemene informatie met betrekking tot dakventilatoren DANGER Alle dakventilatoren worden gereed voor aansluiting geleverd en zijn beschermt door middel van een veiligheidsrooster aan de buitenzijde conform DIN EN ISO Binnenzijde veiligheidsroosters worden niet standaard geleverd. Bestaat er door de wijze van montage gevaar dat contact met de waaier mogelijk is, dan dient aan de aanzuigzijde een beschermingsrooster volgens DIN EN ISO (verkrijgbaar als accessoire) te worden gemonteerd. 5.2 Dakventilatoren met ingebouwde motor RGA 31 Ergovent Radiaal dakventilator met horizontale uitblaas, geïntegreerde motor, kap vervaardigd uit weerbestendig kunststof, dragende structuur uitgevoerd in verzinkt plaatstaal. Het beschermrooster aan de buitenzijde is conform DIN EN ISO FDA 31 Radiaal dakventilator uitgerust met doeltreffende geluiddemping, verticale uitblaas, geïntegreerde motor, behuizing en structuur vervaardigd uit verzinkt plaatstaal. Het beschermrooster aan de buitenzijde is conform DIN EN ISO RDA 21 Genovent Radiaal dakventilator met geïntegreerde motor, horizontale uitblaas, vervaardigd uit verzinkt plaatstaal. Het beschermrooster aan de buitenzijde is conform DIN EN ISO RDA 31 Genovent Radiaal dakventilator met geïntegreerde motor, verticale uitblaas, behuizing uitgevoerd in aluminium en structuur in verzinkt plaatstaal. Buitenkleppen openen en sluiten automatisch. Ten behoeve van onderhoud kan de dakventilator worden opengeklapt. Het beschermrooster aan de buitenzijde is conform DIN EN ISO RDA 32 Genovent Overeenkomstig model RDA 31 Genovent, echter voorzien van een hoge behuizing met extra geluidsdempende isolatie. 8 HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0

11 5. Productbeschrijving 5.3 Dakventilatoren met IEC motor RVM F1 Centrifugaal dakventilator, verticale uitblaas, voorzien van standaard IEC motor. V-behuizing en structuur vervaardigd uit gegalvaniseerd plaatstaal. Het beschermrooster aan de buitenzijde is conform DIN EN ISO RDM 31 Genovent Radiaal dakventilator met verticale uitblaas, voorzien van standaard IEC motor buiten de luchtstroom voor extra luchtkoeling. Behuizing vervaardigd uit aluminium, structuur vervaardigd uit verzinkt plaatstaal RDM 32 Genovent Overeenkomstig model RDM 31 Genovent, echter binnenbehuizing voorzien van geluiddempende isolatie. 5.4 Bescherming van de motor Modellen RGA / RDA / FDA De motor die toegepast wordt in de modellen RGA / RDA / FDA is uitgevoerd met thermische contacten. Met een eenfasige motor oplopend tot maximaal 2.5A. De thermische contacten zijn intern verbonden aaneengeschakeld met de wikkeling. De motor wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de ingestelde maximumtemperatuur is bereikt en wordt weer ingeschakeld als de ventilator is afgekoeld. In alle andere motoren wordt de wikkelingstemperatuur waargenomen door warmteverbindingen in combinatie met een beveiligingsunit van de motor of een montageschakelaar Modellen RDM / RVM De motor die toegepast wordt in de modellen RDM / RVM is uitgevoerd met standaard PTC thermistoren. In combinatie met een luchtunit beschermen deze PTC thermistoren de motor tegen overbelasting. De motoren die toegepast worden bij de toerentalregelbare ventilatoren zijn uitgevoerd met thermische contacten. Werkend in combinatie met een motorbeschermingsunit (accessoire) of een montageschakelaar. Hierdoor wordt de motor uitgeschakeld door de thermische verbindingen als de toegestane maximumtemperatuur wordt overschreden. HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0 9

12 6. Transport en opslag 6.1 Verpakking Dakventilatoren zijn verpakt in stevige kartonnen dozen of houten kratten, afhankelijk van de grootte en het gewicht. Instructies met betrekking tot het verwijderen van de onderdelen die tijdens het transport de ventilator op zijn plek houden (type RDA / RDM) zijn bij de dakventilor bijgevoegd. 6.2 Symbolen op de verpakking Tabel 6.1: symbolen op de verpakking Symbool Betekenis Voorzichtig mee omgaan Drooghouden Bovenkant 6.3 Transport van de dakventilator Gevaar of letsel door vallende componenten! WARNING Gebruik geteste en geschikte laadapparatuur. Deze is weergegeven op het typeplaatje of het informatieblad. Til de dakventilator enkel bij het basisframe en/of de hijsogen op. Beveilig de lading. Ga niet onder zwevende ladingen staan. De behuizing kan worden beschadigd door het optillen! De dakventilatoren die onderstaand zijn weergegeven moeten altijd aan de hijsogen opgetild worden, waarbij gebruik gemaakt wordt van een tilmechanisme met afstandstukken (zie afbeelding 6.1). Tilmechanisme en afstandstukken zijn van toepassing op de dakventilatoren typen RVM F en RVM F Selecteer de transportwijze afhankelijk van het gewicht en de afmeting van de ventilator. 2. Til de ventilator op bij de voorgeschreven tilpunten (zie verpakking). 3. Beveilig de lading door bv. spanbanden of andere banden om schuiven te voorkomen. 4. Vervoer de ventilator met zorg en probeer schade door botsingen te voorkomen. Figuur 6.1: afstandstukken 6.4 Opslag van de dakventilator Gevaar voor corrosie! Bewaar de ventilator in zijn bestaande verpakking; afhankelijk van de omstandigheden waarin de ventilator wordt opgeslagen, dient deze bescherming verder te worden aangevuld. De opslagplaats moet een goed geventileerde ruimte zijn met een normale temperatuur, verder dient de ruimte droog en stofvrij te zijn. De luchtvochtigheid mag niet hoger zijn dan 70%. Maximaal toegestane opslagtemperatuur: -20 C tot + 40 C. 10 HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0

13 7. Installatie 7.1 Veiligheidsvoorschriften voor installatie Bekijk de veiligheidsinstructies en preventieve maatregelen in hoofdstuk 4 alsmede de bijbehorende, relevante wettelijke maatregelen. 7.2 Gereedmaken voor installatie De plaats van installatie van de dakventilator dient te voldoen aan de eisen omtrent de toegestane omgevingstemperatuur en de omgeving. De ondersteuningsconstructie moet sterk genoeg zijn voor de belasting. Bij horizontale installatie dient het bevestingsvlak zo vlak mogelijk te zijn. Ventilatoren mogen tot maximaal 20 hellend gemonteerd worden. Opmerking In het geval van onderstaande ventilatoren, moeten de twee tegenover elkaar liggende uitblaasopeningen in een rechte hoek ten opzichte van de dakhelling geplaatst worden: RDA 21 / RDA 31 / RDA 32 / RDM 31 / RDM 32. Figuur 7.1: installatiehoek 1. Pak de dakventilator voorzichtig uit. 2. Verwijder de transportbeveiligingen zoals op de bijgevoegde instructies is weergegeven (RDA / RDM tot installatiegrootte 4556). 3. Verwijder alle verpakkingen en verwerk deze correct. 7.3 Installatie van veiligheidsvoorzieningen Opmerking Het veiligheidsrooster van de ventilator is conform DIN EN ISO De uitvoerder van het systeem is verantwoordelijk voor de volledige naleving van DIN EN ISO Bevestig beveiliging bij open inlaatopeningen (DIN EN ISO 13857). 2. Installeer veiligheidsvoorzieningen zodat ze voorkomen dat er objecten invallen of er ingezogen worden. 3. Wees er zeker van dat alle veiligheidsvoorzieningen geïnstalleerd zijn. HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie

14 7. Installatie 7.4 Uitvoering van installatie FDA 31 De dakventilatoren zijn bedoeld om op een dakopstand te worden geïnstalleerd. Het bevestigingsframe heeft een breed voetstuk. Om de ventilator op de dakopstand te bevestigen is het bevestigingsframe voorzien van 4 boorgaten. Toegang tot de bevestigingsgaten RGA 31 Geen verwijdering van onderdelen vereist. RDA 21 RDA 31 RDM 31/32 - RDA 32 RVM F1 Verwijder buitenpanelen (5) Verwijder de kap (7) en het beschermrooster (8) A Gebhardt ZBS dakfundament (accessoire) of KDO (kunststof dakopstand) 1 Afdichtband (geleverd met ZBS dakfundament) of compriband (bij toepassing KDO) B Wandfundament (reeds aanwezig) 2 Afdichtingsproduct (reeds aanwezig) 3 Opvulring (reeds aanwezig) 1 Plaats de dichtingsband (1) en de dichtingstape (2) op de voet voor een luchtdichte afwerking. 2 Plaats de dakventilator compleet met montageplaat op de voet (A en B). 3 Voer vervolgens de verbindingskabel in, maar maak geen verbinding. 4 Monteer kunststof dichtingsringen (4) onder de slotbouten. 5 Gelijktijdig schroeven vastdraaien. 6 Waaier met de hand ronddraaien, om er zeker van te zijn dat deze zonder wrijving draait. 7 Indien nodig, zijpanelen weer aanbrengen op de ventilator. Opmerking Gebruik flexibele verbindingen voor de kanaalaansluiting. Op de aansluitingen van de ventilatoren mogen geen krachten of trillingen worden uitgeoefend. De stabiliteit van de ventilator moet worden gecontroleerd. Kromtrekking belemmert een goede werking van de waaier en kan fatale schade veroorzaken! Voorkom het ongelijk aandraaien van de basisschroeven. Houdt de dakventilator tijdens installatie te allen tijde stabiel. 12 HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0

15 8. Elektrische aansluiting 8.1 Veiligheidsinstructies voor elektrische aansluiting Pas op! Gevaar op elektrische schokken! DANGER Bekijk de veiligheidsinstructies en preventieve maatregelen in hoofdstuk 4 alsmede de bijbehorende, relevante wettelijke maatregelen. EN Het aansluiten van de motor Opmerking Opmerking Alle dakventilatoren worden aansluitklaar geleverd. De klemmenkast of de veiligheidschakelaar bevindt zich onder het deksel van de behuizing (behalve bij de explosieveilige uitvoeringen). Het aansluitschema is te vinden in de klemmenkast. Het is de verantwoordelijkheid van de klant om ervoor te zorgen dat het systeem in zijn geheel voldoet aan de geldende EMC-normen en -eisen en richtlijnen. Frequentieregelaar RGA / FDA / RVM / RDA type dakventilatoren mogen alleen worden bediend met behulp van een sinusvormig filter, aangesloten op alle polen tusen de frequentie-omvormer en de motor. Standaard du/dt filters op de omvormer zijn niet toegestaan. Afzonderlijke EMC beschermingsmaatregelen kunnen vereist zijn in combinatie met schakelopties en frequentieregelaars. Stroom, spanning en de frequentie van de netvoeding moeten gecontroleerd en moeten overeenstemmen met het typeplaatje van zowel de ventilator als de motor. Ster-driehoek of softstart voor motoren met een nominaal vermogen > 4kW. Inspectieschakelaar aanwezig indien van toepassing. Frequentie-omvormer met sinusvormig filter zijn aanwezig voor de modellen: RGA / FDA / RVM / RDA. HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie

16 8. Elektrische aansluiting 8.2 Het aansluiten van de motor (vervolg) 1 Kap 2 Kabelbuis 3 Klemmenkast 4 Inspectieknop (optioneel) 5 Zijpaneel 6 Buitendeel 7 Behuizing 8 Buitenrooster Figuur 8.1: algemeen diagram van dakventilatoren 1. Verwijder kap (1) Ontmantel buitenrooster (RVM) (8). Monteer de werkschakelaar, indien van toepassing. Neem maatregelen om het plotseling starten van de ventilator te voorkomen. 2. Verwijder zijpanelen bij de volgende modellen: 2.1 Type FDA: verwijder buitendeel en til voorzichtig op. 2.2 Type RDA / RDM: verwijder zijpaneel (5). 2.3 Type RVM: verwijder behuizing (7) en verhoog of til voorzichtig omhoog. 3. Laat de aansluitkabel door de kabelbuis lopen in het onderstel (2) naar de klemmenkast (2) of werkschakelaar (4). 4. Bij de RDA / RDM modellen de hoofdkabels los neerleggen zodat ze gemakkelijk terug kunnen lopen naar de centrale sectie. 5. In de nabijheid van de waaier moet de kabel op de slingerarm bevestigd worden met behulp van kabelbandjes (RDA / RDM), en plaats de kabel op de beveiliging en/of steunbeugel. met kabelbandjes. 6. Plaats het buitendeel terug (FDA) of de buitenpanelen (RDA / RDM). 7. Sluit de motor aan zoals op het aansluitschema is beschreven. 8. Plaats kap (1). 9. Wees er zeker van dat alle elektrische apparaten veilig zijn aangesloten. 10. Verbind de motoren met een nominaal vermogen van meer dan 4kW met een ster-driehoek of softstart. 14 HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0

17 8. Elektrische aansluiting 8.3 Test uitvoeren DANGER Gevaar op letsel door draaiende waaier! Beweeg nooit richting de waaier als de ventilator open is Koppel de motor los van het elektriciteitsnet. Neem maatregelen om te voorkomen dat de dakventilator per ongeluk wordt ingeschakeld. Controleer of de dakventilator vrij is van gereedschap, onderdelen etc. Sluit alle inspectie-openingen. Laat de dakventilator draaien en kijk of deze dezelfde richting indraait als de pijl weergeeft. Indien de draairichting niet klopt, moeten de polen worden omgekeerd (volg hierbij de veiligheidsvoorschriften). Zodra de nominale snelheid bereikt is, controleer het huidige verbruik en vergelijk dit met het nominale verbruik weergegeven op het typeplaatje. Als er zich continue overbelasting voordoet, schakel de dakventilator dan direct uit. Controleer of de dakventilator soepel en stil draait. Controleer of er zich geen ongewone trillingen voordoen. Controleer de motor op abnormale geluiden. HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie

18 9. Inbedrijfstelling De motoren zijn ontwikkeld voor permanente werking S1. Als de motor meer dan driemaal per minuut moet opstarten, dient HC DV te bevestigen of de motor wel geschikt is. 9.1 Het inbedrijfstellen van de dakventilator DANGER Risco op verwonding door draaiende delen en warme oppervlakten! Zorg ervoor dat alle veiligheidsvoorzieningen aangesloten zijn. Wees er zeker van dat de waaier bevestigd is conform DIN EN ISO 13857! Onjuist, sinusvormig filter kan materiële schade veroorzaken. RGA/FDA/RVM/RDA-type dakventilatoren met frequentieregelaars mogen enkel operationeel worden gesteld indien er een geschikt filter aanwezig is op alle polen. Materiële schade kan veroorzaakt worden door overbelasting door buitensporige wijze van starten. Er moet voldaan worden aan de grenzen die gesteld zijn door de desbetreffende energiemaatschappij. Te volgen stappen: 1. Controleer de werkende volgorde van alle aangesloten instrumenten. 2. Zet de dakventilator in werking. 16 HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0

19 10. Onderhoud 10.1 Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud Bekijk de veiligheidsinstructies en preventieve maatregelen in hoofdstuk 4 alsmede de bijbehorende, relevante wettelijke maatregelen. Volg de richtlijnen van de motor, de leverancier en de specifieke instructies opgesteld door de fabrikant met betrekking tot schakelaars en controle-eenheden Voorbereiding op onderhoud Koppel de motor los van het elektriciteitsnet. Dakventilatoren uitgevoerd met een werkschakelaar moeten uitgeschakeld worden. Neem maatregelen om te voorkomen dat de dakventilator per ongeluk wordt ingeschakeld. Wacht tot de waaier is gestopt. Wacht tot alle hete oppervlakten zijn afgekoeld. Verwijder alle residuen / restonderdelen van de ventilator Openmaken van de RDA / RDM dakventilator (met uitzondering van formaat 9090) DANGER Risico op verwonding door de dakventilator indien deze plotseling terugvalt in de oorspronkelijke positie! Neem maatregelen om ervoor te zrogen dat de dakventilator niet terugvalt. Openmaken Verwijder de zijpanelen. Verwijder de schroeven (1). Maak het centrale deel open (2). Zet het centrale deel vast aan beide kanten door schroeven te gebruiken (1) in het daarvoor bedoelde gat (3). Sluiten (na onderhoud) Zet de dakventilator schuin overeind (maak de schroeven los). Verwijder de schroeven bevestigd in (2) en laat de dakventilator voorzichtig zakken in zijn oorspronkelijke positie. Zet de dakventilator vast met de slotbouten (1) Figuur 10.1: mechanisme voor openmaken HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie

20 10. Onderhoud 10.4 Periodiek onderhoud Om de veiligheid op peil te houden wordt geadviseerd om aan de ventilator meerdere malen onderhoud te plegen. Dit onderhoud mag enkel uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel of een professionele onderhoudsfirma. - Het onderhoud van de dakventilator dient gedocumenteerd te worden. - De mate van onderhoud wordt per situatie beoordeeld. - Aanbevelingen van onderhoud en inspectie zijn gebaseerd op de VDMA Onderhoud preparatie afgerond. Dakventilator opengemaakt en vastgezet (RDA / RDM). Hogedrukspuiten kunnen schade veroorzaken aan eigendommen! Gebruik geen hogedrukspuit of stoomreinigers voor het schoonmaken. Onderhoudsaanbevelingen voor dakventilatoren. Test uitvoeren indien van toepassing (zie hoofdstuk 8.3). Document met onderhoudsmomenten is doorgenomen. Als de staat van de ventilator geen voorgeschreven actie van reparatie heeft, moet de ventilator direct uitgeschakeld worden en indien nodig vervangen worden als dit wordt aanbevolen. 18 HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0

21 11. Storingen Als er gedurende een bewerking storingen plaatsvinden die niet bij onderhoud gerepareerd kunnen worden, dient er contact opgenomen te worden met de Service Afdeling van HC DV. De dakventilator kan worden beschadigd door het uitvoeren van onjuiste bewerkingen! Schakel de dakventilator direct uit als toegestane grenzen worden overschreden of als zich onregelmatigheden voordoen. HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie

22 12. Service, reserveonderdelen en accessoires 12.1 Contactinformatie Service Afdeling HC DV HC DV Dakventilatoren Tielenstraat RC Waalwijk Nederland Telefoon: +31 (0) Fax: +31 (0) Mail: Website: Het bestellen van reserveonderdelen 12.3 Accessoires Gebruik alleen geschikte reserveonderdelen van Nicotra Gebhardt die zijn weergegeven in de reserveronderdelenlijst, geleverd door HC DV. Het gebruiken van reserveonderdelen van andere fabrikanten kan de veiligheid van de installatie tekortdoen. De eisen voor CE conformiteit (zie hoofdstuk 13) zijn niet langer geldig indien reserveonderdelen van andere fabrikanten zijn toegepast. HC DV is niet verantwoordelijk voor primaire of secundaire schade die wordt veroorzaakt door het toepassen van reserveonderdelen van andere fabrikanten. Voor het bestellen van reserveonderdelen kunt u contact opnemen met de Service Afdeling van HC DV. HC DV heeft een uitgebreid assortiment met accessoires die zeer efficiënt werken op de ventilatoren. Accessoires zijn optioneel en moeten in elk geval apart besteld worden. Reserveonderdelen kunnen via onze Service Afdeling besteld worden. Accessoires zijn voorzien van aparte installatie-instructies. 20 HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie 1.0

23 13. EC-conformiteitsverklaring EC-conformiteitsverklaring Met de EG-machinerichtlijn to EC (2006/42/EC) EC-laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC) Hierbij verklaren wij dat hieronder vermelde machines op basis van het ontwerp en de contructie de door ons daarvan in de handel gebrachte uitvoering beantwoordt aan de desbetreffende eisen in verband met veiligheid en gezondheid opgenomen in de hierna vermelde Europese richtlijnen. In geval aan de machines veranderingen worden aangebracht, die niet met ons werden overeengekomen, is deze verklaring niet langer geldig. Benaming: Dakventilator Machinetypen: Bouwjaar/Type: Desbetreffende Europese richtlijnen: RGA / RDA / RDM / FDA / RVM Zie typeplaatje EC-machinerichtlijn (2006/42/EC) EG-laagspanningsrichtlijn (2006/95/EEC) Toegepaste geharmoniseerde normen, in het bijzonder: DIN EN ISO DIN EN ISO DIN EN ISO EN Voor de volledige lijst met toegepaste normen en technische specificaties, zie de documentatie van de fabrikant. Waalwijk, 1 januari 2015 COO Harold de Baar HC Groep, divisie HC DV Tielenstraat RC Waalwijk T: +31 (0) F: +31 (0) E: hcdv-info@hcgroep.com W: HC DV Dakventilatoren: montage- en onderhoudsvoorschriften - versie

24 TAKING THE NEXT STEP HCPVE Parking Ventilation Equipment Contactgegevens HC DV Dakventilatoren: Tielenstraat 19, 5145 RC Waalwijk T F WWW. HCGROEP. COM