Verpleegkundige zorgprofielen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verpleegkundige zorgprofielen"

Transcriptie

1 HEALTH.FGOV.BE Verpleegkundige zorgprofielen NRG s op basis van de VG-MZG DG GS Datamanagement 29/09/2014 Versie 2.3 1

2 Inhoud I. Inleiding...3 II. De NRG s bepalen Weging van de scores van de items overeenkomstig het Profi(e)l DI-VG Berekening Ridit NRG s creëren Lijst met NRG s...8 a. NRG s voor de zorgperiodes van 24u...8 b. NRG s voor de korte zorgperiodes c. Criteria voor cleaning die op alle geselecteerde groepen van toepassing zijn Voorstelling van de NRG s Indicatoren betreffende de NRG s a. Hoofdindicator b. Secundaire indicator III. Een NRG toekennen aan een zorgperiode Voorwaarden voor toepassing van een NRG op een zorgperiode Prioritaire NRG s Schema voor het toekennen van een NRG IV. De NRG s wegen Gebruik van de Delphi surveys Een gewicht per NRG toekennen Gewicht per NRG, reeks zorgperiodes van 24u. (2011) Gewicht per NRG, reeks korte zorgperiodes (2011) V. Financiering van de zorgperiodes (BFM 2014) Financieringsgroepen a. Groep CD b. Groep E c. Groep I d. Zorgperiodes die uitgesloten zijn van de financieringsgroepen: e. Intensieve NRG s Berekening van de punten per ziekenhuis en marktaandeel Bijlage A : Weging per zorgitem

3 I. Inleiding De voorgestelde methode om de NRG s te ontwikkelen is gebaseerd op de VG-MZG-gegevens van een volledig jaar (2011 in dit document), en gaat uit van de volgende principes : 1. Elk type verpleegeenheid, bepaald door het prefix van zijn verpleegeenheid en zijn hoofdbedindex, behandelt patiënten die verpleegkundige zorg nodig hebben die specifiek is voor die verpleegeenheid. 2. Bij de transfers van een patiënt tijdens een verblijf (ziekenhuisopname, verblijf in het operatiekwartier, ) is de verpleegkundige zorg specifiek voor het type transfer. De methode is opgebouwd rond 3 grote fases : 1. Het bepalen van zorgprofielen = NRG s. 2. Het toekennen van een NRG aan elke zorgperiode van de VG-MZG. 3. Het wegen van de NRG s met het oog op de financiering. De methode zal op elk nieuw registratiejaar worden toegepast. De (NRG) profielen zullen ieder jaar opnieuw ontwikkeld worden om rekening te houden met de evolutie van de geregistreerde zorg. Schema van het model Selectie van zorgperiodes 1 De NRG s bepalen Delphi Profi(e)l-DI- VG Gemiddelde zorg (AFDRUK) Indicatoren Alle zorgperiodes Delphi Profi(e)l-DI- VG Alle zorgperiodes Gemiddeld gewicht van de zorgperiodes 2 Een NRG toekennen aan elke zorgperiode 3 De NRG s wegen Klassen De termen afdruk, indicatoren, klassen en gemiddeld gewicht worden verderop in het document toegelicht. 3

4 II. De NRG s bepalen De gegevens die werden gebruikt om de methode te ontwikkelen, zijn de VG-MZG gegevens 2011, enkel de klassieke verblijven (Veld A2_HOSPTYPE_FAC=H,F,M,L en N in de MZG database). Enkel de zorgperiodes waarin de verpleegkundige zorg effectief geregistreerd werd, worden in aanmerking genomen. Aangezien de zorg verstrekt tijdens korte zorgperiodes (dagen met transfer tussen verpleegeenheden, opname, ontslag, enz.) verschilt van de zorg verstrekt tijdens ononderbroken zorgperiodes van 24u (volledige verpleegdag op eenzelfde verpleegeenheid) zullen de profielen voor beide types zorgperiodes verschillend zijn. Om de profielen te bepalen selecteert men de zorgperiodes die het meest overeenkomen met het gezochte profiel (=Basisgroep van zorgperiodes) De gemiddelde scores van de verpleegkundige items in elke groep van zorgperiodes bepalen de profielen. De scores die worden gebruikt om de profielen te creëren zijn niet de ruwe scores voor de items (= geregistreerde scores in de VG-MZG). Ze werden eerst gewogen inzake tijd en competentie overeenkomstig de resultaten van de Profi(e)l DI-VG studie, en omgezet in een riditwaarde. Dit gebeurt voor alle zorgperiodes. 1. Weging van de scores van de items overeenkomstig het Profi(e)l DI- VG Dankzij de resultaten van de 2 DELPHI surveys per zorgitem in het kader van de Profi(e)l DI-VG studie ( ) kunnen we de scores van de items wegen in functie van 2 parameters : tijd en minimale competentie vereist om de zorg te realiseren. De stappen in de weging zijn : 1. Categorisering van de scores voor de frequentie-items. 2. Toekenning van de punten tijd aan de 91 coderingsmogelijkheden van de items (via Delphi 1 Tijd per zorgitem), in functie van de score of de scorecategorie. 3. Toekenning van een competentiefactor aan de 91 coderingsmogelijkheden van de items (via Delphi 2 Competentie per zorgitem) De weging van elk item wordt uiteengezet in bijlage A. 2. Berekening Ridit De ridit wordt op alle zorgperiodes berekend, maar wordt in twee kleinere gehelen opgesplitst : de zorgperiodes voor 24u enerzijds en de zorgperiodes van minder dan 24u anderzijds. Die opsplitsing laat toe de NRG s te onderscheiden die op beide types van zorgperiodes zullen worden toegepast. Op basis van de nationale gegevens 2011 creëert men dus 2 sets van afzonderlijke gegevens, namelijk 2 referentiepopulaties. 4

5 Een eerste dataset bevat alle volledige verpleegdagen, zonder transfer van de patiënt naar een andere verpleegeenheid. De dagen van opname, ontslag enz. zijn hier dus niet bij inbegrepen. Het betreft zorgperiodes van 24u. Een tweede dataset bevat alle andere zorgperiodes : dag van opname, ontslag, transfer naar een andere verpleegeenheid enz. Het betreft korte zorgperiodes van minder dan 24u. De ridit wordt per referentiepopulatie, per item (78) berekend, en niet per coderingsmogelijkheid (91). Voor elk item gebruikt men de gewogen scores, geordend volgens toenemende waarde. De items met meerdere coderingsmogelijkheden zijn opgelijst in de tabel hieronder de coderingsmogelijkheden worden gerangschikt op basis van hun gewogen waarde. Item B200 B400 C100 D100 F100 R100 Coderingsmogelijkheden B210, B220, B230, B240, B250 B410, B420, B430, B440 C110, C120 D110, D120, D130 F110, F120 R110, R120, R130 Voorbeeld riditberekening voor het item V600 in de dataset m.b.t. de zorgperiodes van 24u. ZORGITEM SCORE GEWOGEN SCORE FREQUENTIE VAN DE SCORE TIJDENS ZORGPERIODES VAN 24U V600 NIET GESCOORD (0) 0, ,47 V , ,96 V , ,98 RIDITWAARDE De gemiddelde riditwaarde van het item V600 voor alle zorgperiodes van 24u is 0.5. Zelfde berekening in de dataset m.b.t. de korte zorgperiodes : ZORGITEM SCORE GEWOGEN SCORE FREQUENTIE VAN DE SCORE TIJDENS KORTE ZORGPERIODES V600 NIET GESCOORD (0) 0, ,49 V , ,98 V , ,99 RIDITWAARDE De gemiddelde riditwaarde voor alle korte zorgperiodes is 0.5. Als de ridits berekend zijn, worden de scores van de items door hun riditwaarde [ten opzichte van de referentiepopulatie] vervangen in alle zorgperiodes. Die riditwaarden liggen tussen 0 en 1, waarbij het gemiddelde per item voor alle zorgperiodes van elke referentieperiode gelijk is aan

6 3. NRG s creëren Om de NRG s te bepalen selecteert men de zorgperiodes die het meest overeenkomen met het gezochte profiel in de VG-MZG van het beschouwde jaar (Klassieke verblijven, zorgperiodes met minstens 1 geregistreerd zorgitem). Zo creëert men basisgroepen van zorgperiodes. De gemiddelde ridits van de verpleegkundige items in elke groep van zorgperiodes bepalen de NRG s. Die gemiddelde ridits geven de gemiddelde zorg weer die werd verstrekt aan de patiënten in de verschillende groepen. Voor de zorgperiodes van 24u worden de basisgroepen van zorgperiodes gecreëerd op basis van de verschillende types verpleegeenheden. Een type verpleegeenheid wordt gekenmerkt door het prefix van de verpleegeenheid (DIV, INT, BRU, SPE, enz.) en de hoofdbedindex (CI, DI, BR, S1, enz.). Aangezien sommige bedindexen niet volstaan om verschillende profielen te onderscheiden (bv. index M binnen de verpleegeenheid DIV voor de moeders en pasgeborenen) moeten selectiecriteria worden toegevoegd aan de geselecteerde zorgperiodes om die profielen te creëren. Voor de korte zorgperiodes worden de basisgroepen van zorgperiodes in de eerste plaats gecreëerd op basis van specifieke momenten tijdens de verblijven. Andere groepen worden vervolgens gecreëerd op basis van de verschillende types verpleegeenheden, los van deze specifieke momenten. De profielen worden afzonderlijk gecreëerd voor de 2 referentiepopulaties. De lijst met bepaalde profielen wordt in hoofdstuk II.4 gepresenteerd. 6

7 Voorbeeld : NRG in Materniteit Blauw : Gemiddelde riditscores van de items in DIV/M voor de zorgperiodes van 24u voor de moeders Rood : Gemiddelde riditscores van de items in DIV/M voor de zorgperiodes van 24u voor de pasgeborenen Referentiedataset : Zorgperiodes van 24u Gegevens 2011 Gemiddelde score = 0.5. De waarden < 0.5 liggen lager dan het gemiddelde van de referentiepopulatie, de waarden > 0.5 liggen hoger dan het gemiddelde. De 2 curven van de grafiek hierboven geven de gemiddelde zorg weer verstrekt aan een patiënt tijdens een zorgperiode van 24u, op een verpleegeenheid materniteit, al naargelang het gaat om de moeder dan wel de pasgeborene [ten opzichte van de referentiepopulatie]. Beide curven vormen de afdrukken die de NRG s voorstellen. 7

8 4. Lijst met NRG s In de tabellen hieronder zijn de NRG s opgenomen die voor 2011 werden bepaald, samen met de selectiecriteria van de zorgperiodes op basis waarvan ze gecreëerd werden. a. NRG s voor de zorgperiodes van 24u De zorgperiodes van 24u die voldoen aan de criteria van de tabel hieronder worden geselecteerd om de overeenstemmende NRG s te creëren. Het principe van de methode bestaat erin dat voor de zorgperiodes van 24u - elk type verpleegeenheid, bepaald door het prefix van zijn verpleegeenheid en zijn hoofdbedindex, patiënten behandelt die verpleegkundige zorg nodig hebben die specifiek is voor die verpleegeenheid. Criteria van de NRG s voor 24u Prefix verpleegeenheid Hoofdbedindex Bijkomende criteria NRG CI, HI - chirurgische DRG OF [DRG onbekend en verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf] 1 - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar 1 - Chirurgische intensieve zorgen INT DI, HI - niet-chirurgische DRG of onbekend, en geen verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar 2 Niet-chirurgische intensieve zorgen EI Leeftijd bij opname tussen 29 dagen en 18 jaar 3 - Pediatrische intensieve zorgen NI Leeftijd bij opname <= 28 dagen 4 - Neonatale intensieve zorgen BRU BR 5 - Zorgen aan gecompliceerde wonden AR, OB, M, MI Dag van de bevalling (Moeders) 6 - Obstetrische zorg/kraamzorg op de dag van de bevalling (Moeders) DIV M - Minstens 1 gescoord item onder W100, W200, W300 en W400 tijdens het verblijf - EN W100 en W200 niet gescoord tijdens de zorgperiode Kraamzorg (Moeders) MI - Minstens 1 gescoord item onder W100, W200, W300 en W400 tijdens het verblijf 8 - Zorg bij hoogrisicozwangerschappen 1 De items worden verzameld voor de niet-beëindigde verblijven (A2_HOSPTYPE_FAC=N). In dat geval is de DRG niet noodzakelijk beschikbaar. 2 Deze items worden zeer weinig geregistreerd in DIV/M en behalve de dag van de bevalling kunnen ze niet tegelijkertijd met de items van de postnatale follow-up geregistreerd worden. 8

9 Prefix verpleegeenheid Hoofdbedindex Bijkomende criteria NRG M N - EN W400 niet gescoord tijdens de zorgperiode 3 Leeftijd bij opname <= 7 dagen - Leeftijd bij opname <= 28 dagen - EN de zorgperiode telt minstens 1 item onder V200, V300 en V400 met een score die hoger is dan het gemiddelde van de referentiepopulatie 4 (Moeders) 9 - Zorg op de materniteit (Pasgeborenen) 10 - Neonatale zorg E Leeftijd bij opname tussen 29 dagen en 18 jaar 11 - Pediatrische zorg C, CD D, CD - chirurgische DRG OF [DRG onbekend en verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf] - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar - niet-chirurgische DRG of onbekend, en geen verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar 12 - Heelkundige zorg 13 - Geneeskundige zorg (nietchirurgisch) G Leeftijd bij opname >= 60 jaar 14 - Geriatrische zorg SPE L S1 S2 S3 S4 S Zorg aan besmettelijke patiënten 16 - Zorg bij cardio-pulmonaire aandoeningen 17 - Zorg bij locomotorische aandoeningen 18 - Zorg bij neurologische aandoeningen 19 - Palliatieve zorgen 20 - Zorg bij chronische polypathologieën S6 Leeftijd bij opname >= 60 jaar 21 - Zorg bij psychogeriatrische aandoeningen 3 Omgekeerd : W400 wordt zeer weinig geregistreerd in DIV/MI en behalve de dag van de bevalling kan dit niet tegelijkertijd met de items van de prenatale follow-up geregistreerd worden. 4 Profielen 9 en 10 zijn zeer verwant. Door het criterium aangaande het item kunnen ze bij de toekenning van de NRG onderscheiden worden. 9

10 b. NRG s voor de korte zorgperiodes De methode stelt dat op de dagen met transfer de zorg die de patiënten krijgen voornamelijk afhangt van het moment in kwestie (ziekenhuisopname, preoperatieve zorgperiode, enz). De groepen van zorgperiodes worden dus in de eerste plaats gecreëerd op basis van specifieke momenten tijdens de verblijven. Criteria m.b.t. de NRG s voor korte zorgperiodes : specifieke NRG s voor momenten tijdens het verblijf Prefix verpleegeenheid Hoofdbedindex Andere criteria NRG Operatiedag, preoperatieve zorgperiode Operatiedag, postoperatieve zorgperiode 22 - Preoperatieve zorgen 23 - Postoperatieve zorgen OPR Operatiedag 24 - Zorg op recovery Dag van de bevalling (Moeders) 25 - Obstetrische en verloskundige zorg op de dag van de bevalling (Moeders) DIV AR, OB - W100 of W200 gescoord tijdens de zorgperiode - EN W400 niet gescoord tijdens de zorgperiode 26 - Prenatale verloskundige zorg (Moeders) - W100 en W200 niet gescoord tijdens de zorgperiode - EN W400 gescoord tijdens de zorgperiode 27 - Postnatale verloskundige zorg (Moeders) Eerste zorgperiode van het verblijf bij de geboorte (Pasgeborene) 28 - Zorgen bij de geboorte (Pasgeborenen) Eerste zorgperiode van een verblijf anders dan geboorte of bevalling 29 - Zorg bij opname (verblijven anders dan geboorte of bevalling) Laatste zorgperiode van het verblijf bij een overleden patiënt 30 - Zorg bij overlijden Laatste zorgperiode van het verblijf bij de geboorte (Pasgeborene) 31 - Zorg aan de pasgeborene bij ontslag uit het ziekenhuis Laatste zorgperiode van een verblijf anders dan overlijden of geboorte 32 - Zorg bij ontslag uit het ziekenhuis (verblijven anders dan geboorte of overlijden) Vervolgens worden groepen gecreëerd op basis van de verschillende types verpleegeenheden, los van bovenvermelde specifieke momenten, en overeenkomstig dezelfde criteria als deze voor de NRG s van 24u. 10

11 Criteria m.b.t. de NRG s voor korte zorgperiodes : specifieke NRG s voor types verpleegeenheden Uitzondering : De NRG obstetrische zorg/kraamzorg op de dag van de bevalling (NRG 6) wordt niet toegepast op de korte zorgperiodes. Deze wordt vervangen door NRG 25. De kenletters M en MI werden toegevoegd aan NRG 6 om meer geselecteerde zorgperiodes te hebben. Deze groep is immers beperkt aangezien de meeste zorgperiodes op de dag van de bevalling korte zorgperiodes zijn. Prefix verpleegeenheid Hoofdbedindex Bijkomende criteria NRG CI, HI - chirurgische DRG OF [DRG onbekend en verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf] - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar 1 - Chirurgische intensieve zorgen INT DI, HI - niet-chirurgische DRG of onbekend, en geen verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar 2 - Niet chirurgische intensieve zorgen EI Leeftijd bij opname tussen 29 dagen en 18 jaar 3 - Pediatrische intensieve zorgen NI Leeftijd bij opname <= 28 dagen 4 - Neonatale intensieve zorgen BRU BR 5 - Zorgen aan gecompliceerde wonden M - Minstens 1 gescoord item onder W100, W200, W300 en W400 tijdens het verblijf - EN W100 en W200 niet gescoord tijdens de zorgperiode 7 - Kraamzorg (moeders) MI - Minstens 1 gescoord item onder W100, W200, W300 en W400 tijdens het verblijf - EN W400 niet gescoord tijdens de zorgperiode 8 - Zorg bij hoogrisicozwangerschappen (moeders) DIV M Leeftijd bij opname <= 7 dagen 9 - Zorg op de materniteit (pasgeborenen) N - Leeftijd bij opname <= 28 dagen - EN de zorgperiode telt minstens 1 item onder V200, V300 en V400 met een score die hoger is dan het gemiddelde van de referentiepopulatie 10 - Neonatale zorg E Leeftijd bij opname tussen 29 dagen en 18 jaar 11 Pediatrische zorg C, CD - chirurgische DRG OF [DRG onbekend en verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf] - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar 12 Heelkundige zorg 11

12 Prefix verpleegeenheid Hoofdbedindex Bijkomende criteria NRG D, CD - niet-chirurgische DRG of onbekend, en geen verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar 13 - Geneeskundige zorg (niet chirurgisch) G Leeftijd bij opname >= 60 jaar 14 Geriatrische zorg SPE L S1 S2 S3 S4 S Zorg aan besmettelijke patiënten 16 - Zorg bij cardio-pulmonaire aandoeningen 17 - Zorg bij locomotorische aandoeningen 18 - Zorg bij neurologische aandoeningen 19 Palliatieve zorgen 20 - Zorg bij chronische polypathologieën S6 Leeftijd bij opname >= 60 jaar 21 - Zorg bij psychogeriatrische aandoeningen c. Criteria voor cleaning die op alle basisgroepen van zorgperiodes van toepassing zijn Als alle groepen op basis van verschillende criteria gecreëerd zijn, wordt een cleaning van de gegevens uitgevoerd om homogene zorgperiodes voor elke groep te maken. Cleaning per basisgroep van zorgperiodes: Voor de intensieve profielen (NRG 1 t.e.m. 5) moet het aantal geregistreerde items tijdens de zorgperiode minstens gelijk zijn aan percentiel 5 van de basisgroep van zorgperiodes (vóór cleaning). Voor de andere profielen moet het aantal geregistreerde items tijdens de zorgperiode liggen tussen percentiel 5 en percentiel 95 van de basisgroep van zorgperiodes (vóór cleaning). De zorgperiodes die niet overeenstemmen met deze criteria worden uitgesloten van de basisgroepen van zorgperiodes. Bijkomende cleaning voor alle basisgroepen van zorgperiodes: Zorgperiodes met te weinig geregistreerde items bemoeilijken de toekenning van een NRG. Als minimum aantal items dat vereist is om een NRG toe te kennen, stelt men percentiel 5 vast van de 12

13 basisgroep van zorgperiodes van 24u met het laagste percentiel 5. Het betreft de groep/nrg zorg bij locomotorische aandoeningen (zie tabel hierna) waarvan percentiel 5 3 items telt. De zorgperiodes met minder dan 3 items worden uitgesloten van de basisgroepen van zorgperiodes. Percentielen P5 en P95 van het aantal items per zorgperiode in elke groep (vóór cleaning) worden in de tabel hieronder gepresenteerd. Tabel m.b.t. percentielen P5 en P95 van het aantal geregistreerde items per zorgperiode in elke groep, vóór cleaning. In geel, het minimumaantal items dat vereist is om een NRG toe te kennen. Aantal items per zorgperiode Groepen van 24u Kortere zorgperiodes NRG P5 P95 P5 P Chirurgische Intensieve zorgen Niet-chirurgische Intensieve zorgen Pediatrische intensieve zorgen Neonatale intensieve zorgen Zorgen aan gecompliceerde wonden Obstetrische zorg/kraamzorg op de dag van de bevalling (Moeders) Kraamzorg (Moeders) Zorg bij hoogrisicozwangerschappen (Moeders) Zorg op de materniteit (Pasgeborenen) Neonatale zorg Pediatrische zorg Heelkundige zorg Geneeskundige zorg (niet-chirurgisch) Geriatrische zorg Zorg aan besmettelijke patiënten Zorg bij cardio-pulmonaire aandoeningen Zorg bij locomotorische aandoeningen Zorg bij neurologische aandoeningen Palliatieve zorgen Zorg bij chronische polypathologieën Zorg bij psychogeriatrische aandoeningen Preoperatieve zorgen Postoperatieve zorgen Zorg op recovery Obstetrische en verloskundige zorg op de dag van de bevalling (Moeders) Prenatale verloskundige zorg (Moeders) Postnatale verloskundige zorg (Moeders) Zorgen bij de geboorte (Pasgeborenen) Zorg bij opname (Verblijven anders dan geboorte of bevalling)

14 30 - Zorg bij overlijden Zorg aan de pasgeboren bij ontslag uit het ziekenhuis Zorg bij ontslag uit het ziekenhuis (Verblijven anders dan geboorte of overlijden) Voorstelling van de NRG s Een NRG kan grafisch worden voorgesteld door middel van zijn afdruk, zoals aangetoond in het voorbeeld van de profielen materniteit in het vorige hoofdstuk. Deze grafische voorstelling volstaat evenwel niet om de overeenkomst tussen een zorgperiode en een NRG kwantitatief te bepalen. Om die overeenkomst te kwantificeren gebruiken we indicatoren. Het schema hieronder is een samenvatting van de in hoofdstuk 6 aangehaalde begrippen : Indicatoren betreffende de NRG s. 14

15 6. Indicatoren betreffende de NRG s Om een NRG aan een bepaalde zorgperiode te kunnen toekennen moet de overeenkomst van de zorgperiode met de bestaande NRG s gekwantificeerd kunnen worden. Daarvoor wordt een eerste indicator bepaald, de hoofdindicator genoemd die voor elke NRG specifiek is. Die indicator wordt ontwikkeld op basis van de gemiddelde riditwaarden van alle zorgitems binnen een NRG. a. Hoofdindicator Voor elke NRG wordt de hoofdindicator ontwikkeld overeenkomstig de volgende formule: Hoofdindicator van de NRG = Gemiddelde van de gecorrigeerde riditwaarden overeenkomstig de afdruk van de NRG Waarbij de gecorrigeerde riditwaarde = De riditwaarde van het item in de zorgperiode, indien de ridit van de item in de NRG groter of gelijk is aan 0.5 De waarde (1 riditwaarde van het item in de zorgperiode), indien de ridit van de item in de NRG kleiner is dan 0.5 Door de gecorrigeerde waarde kunnen de weinig specifieke items van een profiel in aanmerking worden genomen. Als een zorgperiode een hoge waarde vertoont voor een weinig specifiek item van een NRG, dan daalt de indicator van die NRG, net zoals de indicator daalt indien een specifiek item van een NRG een lage waarde heeft in de zorgperiode. Zo zal, indien een zorgperiode tegelijkertijd hoge waarden vertoont voor de specifieke items maar geen weinig specifieke items heeft voor een bepaalde NRG, de hoofdindicator van die NRG een maximale waarde hebben voor de zorgperiode in kwestie. 15

16 Voorbeeld voor de NRG m.b.t. de geriatrische zorg, in zorgperiodes van 24u : 1 - Afdruk De figuur hieronder geeft de gemiddelde riditwaarden weer van de items voor de zorgperiodes van 24u die geselecteerd werden om de NRG geriatrische zorg te creëren. De riditwaarden liggen tussen 0 en 1. Het gemiddelde van de referentiepopulatie bedraagt

17 2 Hoofdindicator De volgende tabel is een andere voorstelling van de NRG geriatrische zorg. De zorgitems in oranje hebben een riditwaarde > of = aan 0.5 en de items in grijs hebben een riditwaarde < 0.5. Om de indicator voor de geriatrische zorg te ontwikkelen gaat men als volgt te werk : Als de riditwaarde van het zorgitem groter of gelijk is aan 0.5 (oranje), dan telt de riditwaarde van het item als dusdanig in de indicator. Als de riditwaarde van het item kleiner is dan 0.5 (grijs), dan wordt het omgekeerde van de riditwaarde van het item in aanmerking genomen via de formule 1 Ridit. Formule van de hoofdindicator van het profiel geriatrische zorg : Indicator = GEMIDDELDE (Ridit A100, (1 Ridit B100), Ridit B200,,( 1 Ridit Z200), Ridit Z300, Ridit Z400). De formule van de hoofdindicator per NRG wordt dus opgesteld op basis van de ridits van de basisgroepen van zorgperiodes en wordt nadien gehanteerd op elke zorgperiode voor de toekenning van NRG. De indicator in het voorbeeld hierboven zal berekend worden voor alle zorgperiodes van 24u. Hoe hoger de indicator voor een bepaalde zorgperiode, hoe groter de kans dat de zorg gelijk is aan de NRG. 17

18 Voorstelling van de hoofdindicator Hieronder de boxplot (weergave kwartielen) van de hoofdindicator geriatrische zorg, per groep van zorgperiodes die de profielen hebben bepaald (basisgroepen van zorgperiodes). We zien dat de indicator zich aftekent in groep G en de groepen S1 tot S6. Vergelijking met de hoofdindicator van de NRG palliatieve zorg (S4 in de grafen) : 18

19 3 Klassen van de hoofdindicator Om de interpretatie te vergemakkelijken en de vergelijking tussen NRG s mogelijk te maken bepaalt men voor elke NRG specifieke gradaties waarbij men zich baseert op de kwartielen van de indicator binnen de basisgroepen van zorgperiodes die de NRG bepaald hebben. Voorbeeld : De NRG geriatrische zorg (24u) wordt gecreëerd op basis van zorgperiodes van 24u in klassieke hospitalisatie, verpleegeenheid DIV en hoofdbedindex G van patiënten die bij opname minstens 60 jaar oud zijn (groep G genoemd). Voor elk van de zorgperiodes in deze basisgroep wordt de hoofdindicator geriatrische zorg berekend. De waarden van de hoofdindicator worden in de boxplot hieronder weergegeven. De kwartielen van de indicator in groep G bepalen de grenzen voor het creëren van de klassen van de NRG Geriatrische zorg. Klassen van de NRG Geriatrische zorg : Klasse 0: De waarden van de indicator kwartiel 1 (lower quartile) van groep G Klasse 1: De waarden van de indicator > kwartiel 1 en mediaan van groep G Klasse 2: De waarden van de indicator > mediaan en kwartiel 3 (upper quartile) van groep G Klasse 3: De waarden van de indicator > kwartiel 3 van groep G. Klasse 3 Klasse 2 Klasse 1 75th percentile (upper quartile) Median 25th percentile (lower quartile) Klasse 0 Klasse 3: zeer specifiek / Klasse 0: weinig specifiek Voor elke NRG worden de hoofdindicator en de klassen gecreëerd op basis van de basisgroepen van zorgperioden. Alle hoofdindicatoren worden nadien voor alle zorgperiodes berekend en hun waarde wordt in klassen geconverteerd. Het zijn de klassen van de NRG s die men gaat vergelijken. 19

20 Als voor een bepaalde zorgperiode de hoogste klasse uniek is voor één enkele NRG, dan wordt die NRG aan de zorgperiode toegekend. Als meerdere NRG s overeenkomen met de hoogste klasse (bijvoorbeeld : een zorgperiode heeft klasse 2 voor het profiel geriatrische zorg en klasse 2 voor het profiel niet-chirurgische zorg waarbij klasse 2 de hoogste klasse is voor de zorgperiode), dan wordt er een 2 e indicator gebruikt: de secundaire indicator. b. Secundaire indicator Wanneer men alle items van een zorgperiode beschouwt en men kan twee of meerdere NRG s niet onderscheiden op basis van hun klasse, dan worden enkel de meest specifieke items van elk van die NRG s in aanmerking genomen. Men gaat daarvoor opnieuw uit van de afdrukken van alle NRG s en men bepaalt een tweede indicator die enkel rekening houdt met de items die zeer specifiek zijn ten opzichte van de referentiepopulatie, positief dan wel negatief : dit zijn dus de items die het meest verschillen van de referentiepopulatie. Bepalen van de meest specifieke items van een NRG : Voor elk zorgitem berekent men percentielen P25 en P75 van alle NRG s. De percentielen zijn deze van de gemiddelde riditscores per NRG. Meestal zal P75 van een item > zijn dan 0.5 en P25 < dan 0.5. Sommige items evenwel die zeer specifiek zijn voor een type verpleegeenheid (bv. W300), zullen voor de meeste NRG s een riditwaarde < 0.5 hebben. In dat geval zal P75 niet > zijn dan 0.5. Opdat een item positief specifiek zou zijn voor een NRG moet zijn gemiddelde ridit minstens hoger liggen dan het gemiddelde van de referentiepopulatie. En omgekeerd voor de items die negatief specifiek zijn. We verhogen het percentiel met stappen van 5 van P75 naar P95 tot een waarde wordt verkregen die hoger ligt dan 0.5 voor de hoogste referentie. Evenzo voor de laagste referentie we verminderen het percentiel met stappen van 5 van P25 tot P5 tot een waarde wordt verkregen die lager ligt dan 0.5. Die berekening gebeurt per item, zodat de referentiepercentielen tussen zorgitems kunnen verschillen. Binnen elke NRG creëert men de secundaire indicator op basis van de items met een gemiddelde riditwaarde groter dan hun hoogste referentiepercentiel en items met een gemiddelde riditwaarde kleiner dan hun laagste referentiepercentiel. 20

21 Voorbeeld voor de NRG geriatrische zorg, in zorgperiodes van 24u. Deze tabel bevat enkel de meest specifieke items van de NRG in kleur. In deze NRG zijn 14 items positief specifiek (oranje) en 13 items negatief specifiek (grijs). Enkel deze items worden voor de secundaire indicator in aanmerking genomen. Formule van de secundaire indicator: Secundaire indicateur = GEMIDDELDE (Ridit A100, (1-Ridit B100),, (1 Ridit Z200), Ridit Z300). De secundaire indicator wordt voor alle NRG s op dezelfde manier ontwikkeld. In geval de hoofdindicator niet toelaat meerdere NRG s te onderscheiden bepaalt de secundaire indicator met de hoogste waarde de NRG voor de zorgperiode. 21

22 III. Een NRG toekennen aan een zorgperiode Op basis van de hoofd- en secundaire indicatoren kan men aan elke zorgperiode zijn meest verwante NRG toekennen ten opzichte van alle vooraf bepaalde NRG s. De stappen om een NRG aan een zorgperiode toe te kennen werden in de vorige hoofdstukken toegelicht en worden hieronder samengevat: Voor elke zorgperiode : 1 De hoofdindicatoren berekenen van de NRG s die van toepassing zijn en deze in klassen converteren 2 De hoogste klasse bepalen 3 Als de hoogste klasse uniek is voor één enkele NRG, wordt deze als NRG voor de zorgperiode gekozen, zo niet : 4 De secundaire indicatoren berekenen van de NRG s die onderscheiden moeten worden 5 De hoogste secundaire indicator bepaalt de NRG van de zorgperiode Er bestaan bijzondere gevallen die van toepassing zijn op de NRG s. 1. Voorwaarden voor toepassing van een NRG op een zorgperiode Alle NRG s zijn niet van toepassing op alle zorgperiodes. De eerste beperking is de duur van de zorgperiode. Een NRG gecreëerd op basis van zorgperiodes van 24u is enkel van toepassing op zorgperiodes van 24u. Evenzo voor de korte NRG s die enkel op korte zorgperiodes van toepassing zijn. Een tweede beperking betreft het aantal geregistreerde items tijdens de zorgperiode. De NRG s zijn niet van toepassing op de zorgperiodes met minder dan 3 geregistreerde items (zie vorig hoofdstuk). Aan die zorgperiodes zal er geen NRG worden toegekend. Een derde reeks beperkingen is specifiek voor elke NRG. Die beperkingen worden in de tabel op de volgende pagina uiteengezet. De ingevoerde beperkingen verbeteren de nauwkeurigheid van het model ; ze kunnen worden aangepast voor de komende registratiejaren. 22

23 Tabel met de voorwaarden voor toepassing per NRG. Voorwaarden voor toepassing van de NRG op een zorgperiode Leeftijd van de NRG patiënt bij Andere voorwaarden opname 1 - Chirurgische Intensieve zorgen >= 1 jaar 2 - Niet-chirurgische Intensieve zorgen >= 1 jaar 3 - Pediatrische intensieve zorgen <= 18 jaar 4 - Neonatale intensieve zorgen < 1 jaar 5 - Zorgen aan gecompliceerde wonden >= 1 jaar 6 - Obstetrische zorg/kraamzorg op de dag van de bevalling (Moeders) >= 1 jaar 7 - Kraamzorg (Moeders) >= 1 jaar 8 - Zorg bij hoogrisicozwangerschappen (Moeders) >= 1 jaar 9 - Zorg op de materniteit (Pasgeborenen) < 1 jaar 10 - Neonatale zorg < 1 jaar 11 - Pediatrische zorg <= 18 jaar 12 - Heelkundige zorg >= 1 jaar 13 - Geneeskundige zorg (niet-chirurgisch) >= 1 jaar 14 - Geriatrische zorg >= 60 jaar 15 - Zorg aan besmettelijke patiënten >= 1 jaar 16 - Zorg bij cardio-pulmonaire aandoeningen >= 1 jaar 17 - Zorg bij locomotorische aandoeningen >= 1 jaar 18 - Zorg bij neurologische aandoeningen >= 1 jaar 19 - Palliatieve zorgen >= 1 jaar De zorgperiode haalt niet klasse 1 in de andere intensieve profielen (NRG 1 tot 4) 5 Minstens 1 item gescoord onder W100, W200, W300 en W400 tijdens het verblijf De zorgperiode telt minstens 1 item onder V200, V300 en V400 met een score die hoger is dan het gemiddelde van de referentiepopulatie 20 - Zorg bij chronische polypathologieën >= 1 jaar 21 - Zorg bij psychogeriatrische >= 60 jaar aandoeningen 22 - Preoperatieve zorgen Niet de laatste zorgperiode van het verblijf Niet de eerste zorgperiode van het verblijf 23 - Postoperatieve zorgen EN NIET in een verpleegeenheid met het prefix OPR Zorg op recovery 25 - Obstetrische en verloskundige zorg op >= 1 jaar de dag van de bevalling (Moeders) 26 - Prenatale verloskundige zorg Minstens 1 item gescoord onder W100, >= 1 jaar (Moeders) W200, W300 en W400 tijdens het verblijf 27 - Postnatale verloskundige zorg >= 1 jaar (Moeders) 5 Deze NRG is verwant met de NRG voor chirurgische en niet-chirurgische intensieve zorgen maar is minder zwaar. Door dit criterium kan voorrang gegeven worden aan de zwaardere intensieve profielen. 6 Dit NRG is verwant met NRG 24 maar is minder zwaar. Door dit criterium kan vermeden worden dat het wordt toegekend aan periodes op recovery. 23

24 Voorwaarden voor toepassing van de NRG op een zorgperiode Leeftijd van de NRG patiënt bij opname Andere voorwaarden 28 - Zorgen bij de geboorte Niet de laatste zorgperiode van het verblijf < 1 jaar (Pasgeborenen) 29 - Zorg bij opname (Verblijven anders dan geboorte of bevalling) Niet de laatste zorgperiode van het verblijf 30 - Zorg bij overlijden Laatste zorgperiode van het verblijf 31 - Zorg aan de pasgeboren bij ontslag uit het ziekenhuis < 1 jaar Niet de eerste zorgperiode van het verblijf 32 - Zorg bij ontslag uit het ziekenhuis (Verblijven anders dan geboorte of overlijden) Niet de eerste zorgperiode van het verblijf Voor een bepaalde zorgperiode worden enkel de indicatoren van de NRG s berekend die hierop van toepassing zijn in functie van de drie beperkingen (duur, aantal items, specifieke beperkingen). 2. Prioritaire NRG s De nauwkeurigheid van het model wordt ook verbeterd door een prioriteitsregel toe te voegen aan de NRG s die op een bepaalde zorgperiode van toepassing zijn. Met betrekking tot de niet-intensieve NRG s (NRG 6 t.e.m. 32) : Een niet-intensieve NRG wordt als prioritair voor een zorgperiode beschouwd als de hoofdindicator van die NRG minstens gelijk is aan de gemiddelde ridit van de zorgperiode (gemiddelde ridit van alle items van de zorgperiode). Als een zorgperiode met een NRG overeenkomt, dan verwacht men immers dat de hoofdindicator zijn ruwe gemiddelde riditwaarde verbetert. Met betrekking tot de intensieve NRG s (NRG 1 t.e.m. 5): Een intensieve NRG wordt als prioritair voor een zorgperiode beschouwd als de hoofdindicator van die NRG minstens gelijk is aan de minimale waarde van de hoofdindicator in de basisgroep van zorgperiodes die aan de oorsprong ligt van de NRG. Dit criterium is minder streng dan dat van de niet-intensieve NRG s aangezien de testen aangetoond hebben dat een zorgperiode die met geen enkel profiel overeenstemt, vaak zwaarder is in termen van gescoorde zorg. Voor een bepaalde zorgperiode worden de NRG s, die van toepassing zijn en die aan één van de bovenstaande criteria beantwoorden, prioritair vergeleken. Het percentage zorgperiodes waarvoor geen enkele NRG overeenstemt met deze prioriteitscriteria bedraagt minder dan 1% in de database

25 Aangezien die zorgperiodes een atypisch profiel hebben, wordt hun NRG uitsluitend bepaald op basis van de secundaire indicator, namelijk op basis van de meest specifieke items voor elke NRG. De klasse van de NRG wordt dan a posteriori bepaald, zoals samengevat in het schema op de volgende pagina. Het percentage atypische zorgperiodes zou de komende registratiejaren kunnen dalen als er nieuwe zorgprofielen worden toegevoegd. 3. Schema voor het toekennen van een NRG Het eerste schema hieronder vermeldt de stappen die doorgaans gevolgd moeten worden voor het toekennen van een NRG aan een zorgperiode. Het tweede schema licht het specifieke geval toe van de zorgperiodes waarvoor er geen prioritaire NRG bestaat. Het derde schema licht het specifieke geval toe van de zorgperiodes waarvoor de hoogste klasse met meerdere NRG s overeenkomt. Schema 1 : Algemeen Deze stappen moeten voor alle zorgperiodes gevolgd worden. De NRG s bepalen die van toepassing zijn De hoofdindicatoren berekenen Geen prioritaire NRG? De prioritaire NRG s bepalen 2 De indicatoren in klassen converteren Hoogste klasse = NRG Meerdere NRG s met dezelfde hoogste klasse? 3 25

26 Schema 2 : Geen prioritaire NRG Er bestaat geen prioritaire NRG voor de zorgperiode. Dat wil zeggen: - De hoofdindicator van alle intensieve NRG s die voor de zorgperiode berekend zijn, is kleiner dan de minimale waarde van de hoofdindicator in de basisgroep van zorgperiodes die aan de oorsprong ligt van die NRG. - De hoofdindicator van alle niet-intensieve NRG s die voor de zorgperiode berekend zijn, is kleiner dan de gemiddelde riditwaarde van de zorgperiode. In dat geval wordt de NRG uitsluitend bepaald op basis van de secundaire indicator. De klasse van de NRG wordt achteraf bepaald via de hoofdindicator. Geen prioritaire NRG De secundaire indicatoren berekenen van de NRG s die van toepassing zijn Hoogste secundaire indicator = NRG De hoofdindicator van de NRG berekenen en in een klasse converteren Schema 3 : Meerdere NRG s met dezelfde hoogste klasse Na conversie van de hoofdindicatoren in NRG-klassen wordt dezelfde hoogste klasse verkregen voor 2 NRG s of meer. Om de NRG s te onderscheiden gebruikt men de secundaire indicator. Meerdere NRG s met dezelfde hoogste klasse De secundaire indicatoren berekenen van de NRG s ex aequo Hoogste secundaire indicator = NRG 26

27 IV. De NRG s wegen Om de NRG s in de financiering te kunnen gebruiken moet aan elk ervan een relatief gewicht (uitgedrukt in punten) verbonden worden waardoor ze onderling vergeleken en in verschillende groepen ingedeeld kunnen worden die anders gefinancierd moeten worden. 1. Gebruik van de Delphi surveys Men gebruikt opnieuw de resultaten van de Delphi surveys van de PROFI(E)L-DI-VG studie (De Delphi-resultaten worden eveneens gebruikt om de scores van de items te standaardiseren/wegen alvorens de riditwaarden te berekenen, zie vorig hoofdstuk). 2. Een gewicht per NRG toekennen Voor elke zorgperiode berekent men de som van de gewogen scores van alle items die tijdens de zorgperiode gescoord werden. Die waarde komt overeen met het gewicht tijd-competentie van de zorgperiode (uitgedrukt in punten, zie bijlage A voor verdere details per item). Als het gewicht van alle zorgperiodes is bepaald, bepaalt men het gewicht van alle NRG-klassen. Het gewicht per NRG-klasse is gelijk aan het gemiddelde gewicht tijd-competentie van alle zorgperiodes die die NRG-klasse krijgen. Dat gemiddeld gewicht wordt vervolgens opnieuw toegekend aan alle zorgperiodes die die NRGklasse gekregen hebben. Uitzondering : De zorgperiodes met minder dan 3 gescoorde zorgitems krijgen geen NRG toegekend. Hun gewicht is gelijk aan de som van de punten tijd-competentie van de items die tijdens de zorgperiode gescoord werden (maximum 2 items). 3. Gewicht per NRG, reeks zorgperiodes van 24u (2011) 27 KLASSE NRG Chirurgische Intensieve zorgen Niet-chirurgische Intensieve zorgen Pediatrische intensieve zorgen Neonatale intensieve zorgen Zorgen aan gecompliceerde wonden Obstetrische zorg/kraamzorg op de dag van de bevalling (Moeders) Kraamzorg (Moeders) Zorg bij hoogrisicozwangerschappen (Moeders) Zorg op de materniteit (Pasgeborenen) Neonatale zorg

28 KLASSE NRG Pediatrische zorg Heelkundige zorg Geneeskundige zorg (niet-chirurgisch) Geriatrische zorg Zorg aan besmettelijke patiënten Zorg bij cardio-pulmonaire aandoeningen Zorg bij locomotorische aandoeningen Zorg bij neurologische aandoeningen Palliatieve zorgen Zorg bij chronische polypathologieën Zorg bij psychogeriatrische aandoeningen Gewicht per NRG, reeks korte zorgperiodes (2011) KLASSE Korte NRG s Chirurgische Intensieve zorgen Niet-chirurgische Intensieve zorgen Pediatrische intensieve zorgen Neonatale intensieve zorgen Zorgen aan gecompliceerde wonden Kraamzorg (Moeders) Zorg bij hoogrisicozwangerschappen (Moeders) Zorg op de materniteit (Pasgeborenen) Neonatale zorg Pediatrische zorg Heelkundige zorg Geneeskundige zorg (niet-chirurgisch) Geriatrische zorg Zorg aan besmettelijke patiënten Zorg bij cardio-pulmonaire aandoeningen Zorg bij locomotorische aandoeningen Zorg bij neurologische aandoeningen Palliatieve zorgen Zorg bij chronische polypathologieën

29 KLASSE Korte NRG s Zorg bij psychogeriatrische aandoeningen Preoperatieve zorgen Postoperatieve zorgen Zorg op recovery Obstetrische en verloskundige zorg op de dag van de bevalling (Moeders) Prenatale verloskundige zorg (Moeders) Postnatale verloskundige zorg (Moeders) Zorgen bij de geboorte (Pasgeborenen) Zorg bij opname (Verblijven anders dan geboorte of bevalling) Zorg bij overlijden Zorg aan de pasgeboren bij ontslag uit het ziekenhuis Zorg bij ontslag uit het ziekenhuis (Verblijven anders dan geboorte of overlijden) V. Financiering van de zorgperiodes (BFM 2014) 1. Financieringsgroepen De zorgperiodes die in aanmerking worden genomen voor de financiering per NRG worden in 3 groepen onderverdeeld, hoofdzakelijk overeenkomstig de bedindex waar ze plaatsvinden. Die index wordt bepaald op basis van de samenstelling van de verpleegeenheden, de facturering als het een gemengde verpleegeenheid is, en zelfs het specialisme als de facturatiegegevens onvoldoende zijn. a. Groep CD Deze groep omvat de zorgperiodes in bedindex C, D, L, CD. Zijn van deze groep uitgesloten : de zorgperiodes in type verpleegeenheid INT of met een intensieve NRG. b. Groep E Deze groep omvat de zorgperiodes in bedindex E. Zijn van deze groep uitgesloten : de zorgperiodes in type verpleegeenheid INT of met een intensieve NRG. c. Groep I Deze groep omvat de zorgperiodes die plaatsvinden in de verpleegeenheden van het type INT of in bedindex I (CI, DI, EI, HI), evenals de zorgperiodes in bedindex C, D, CD, L, E met een intensieve NRG. 29

30 d. Zorgperiodes die uitgesloten zijn van de financieringsgroepen De volgende zorgperiodes zijn uitgesloten van de financieringsgroepen ook al hebben ze een NRG gekregen: De zorgperiodes in de verpleegeenheden van het type DAY, BRU, OPR De zorgperiodes van MDC 15 (Pasgeborenen) en patiënten die bij opname jonger zijn dan 29 dagen De zorgperiodes van DRG s 540, 541, 542, 560 (Bevallingen) en de verblijven met zorgitems die specifiek zijn voor bevallingen (W100 tot W400) De zorgperiodes die niet voldoen aan de criteria van groepen CD, E, I. Aangezien de methode de daghospitalisaties en de niet-gescoorde zorgperiodes heeft uitgesloten, zijn ook de volgende zorgperiodes van de financieringsgroepen uitgesloten : De niet-gescoorde zorgperiodes De zorgperiodes met A2_HOSPTYPE_FAC=C, D of U De zorgperiodes m.b.t. de verpleegeenheden van het type AKT, DAYMIX, MOB, OUT, TRANS, URG (geen VG-MZG) e. Intensieve NRG s Zoals hierboven toegelicht worden de zorgperiodes m.b.t. bedindexen C, D, CD, L en E met een intensieve NRG in groep I ondergebracht. Aangezien het gewicht van de intensieve NRG s verschilt in functie van de klasse en het type zorgperiode (24u of korter) heeft men een minimumgewicht vastgesteld voor een intensieve NRG-klasse om als intensief te worden beschouwd. Die drempel wordt enkel gebruikt om de zorgperiodes m.b.t. groepen CD en E met een intensieve NRG in groep I onder te brengen. De drempel is vastgesteld op het minimumgewicht van de intensieve NRG s van klasse 1 binnen de zorgperiodes van 24u. Tabel van de intensieve NRG s, reeks zorgperiodes van 24u Gewicht per NRG en per klasse. KLASSE NRG Chirurgische Intensieve zorgen Niet-chirurgische Intensieve zorgen Pediatrische intensieve zorgen Neonatale intensieve zorgen Zorgen aan gecompliceerde wonden

31 In 2011 bedraagt het minimumgewicht van de intensieve NRG s van klasse 1, 107 punten. Alle intensieve NRG-klassen waarvan het gewicht minstens gelijk is aan deze drempel zal als intensief worden beschouwd. De drempel is geel gemarkeerd in de tabel hierboven. De intensieve klassen zijn rood gekleurd. Tabel van de intensieve NRG s, reeks korte zorgperiodes Gewicht per NRG en per klasse. De intensieve klassen zijn rood gekleurd. KLASSE Korte NRG s Chirurgische Intensieve zorgen Niet-chirurgische Intensieve zorgen Pediatrische intensieve zorgen Neonatale intensieve zorgen Zorgen aan gecompliceerde wonden Berekening van de punten per ziekenhuis en marktaandeel De NRG-punten van de zorgperiodes worden opgeteld per financieringsgroep (CD, E, I), per patiënt en dag. De mediaan van de punten per patiëntdag in groep CD wordt vastgelegd als drempel voor het berekenen van de punten. Deze mediaanwaarde wordt afgetrokken van de punten van elke patiëntdag van elk ziekenhuis. De rest punten (ook wel bijkomende punten genoemd) worden vervolgens per financieringsgroep en per ziekenhuis opgeteld. Het marktaandeel van een ziekenhuis is het deel van de restpunten die deze krijgt ten opzichte van het totaal van de restpunten van alle patiëntendagen op nationaal niveau. Men berekent een marktaandeel per ziekenhuis en per financieringsgroep. 31

32 Bijlage A : Weging per zorgitem In de tabel hieronder geven de gele kolommen voor elke score of itemcategorie de gewogen score overeenkomstig de resultaten van de Delphi surveys per item van de Profi(e)l-DI-VG studie. Punten Tijd: 1 punt komt overeen met ongeveer 5 min. Voor de frequentie-items moeten de punten vermenigvuldigd worden met de mediane frequentie van elke categorie. Competentiefactor: Het is het niveau van de hoofdcompetentie dat voor elk item wordt weerhouden (vereiste minimale competentie, modaal niveau). De niveaus gaan van 1 tot 5. Voor elke lijn in de tabel is de gewogen score verkregen op basis van de volgende formule : 1. Voor de frequentie-items: MEDIANE FREQUENTIE (24u of <24u) x PUNTEN TIJD x COMPETENTIEFACTOR GEMIDDELDE COMPETENTIEFACTOR De categorieën m.b.t. de frequentie-items zijn eveneens overgenomen uit de Profi(e)l-DI-VG studie, maar de mediane frequenties in deze categorieën werden herberekend overeenkomstig de gegevens 2011, en dit afzonderlijk voor de zorgperiodes van 24u en de korte zorgperiodes. 2. Voor de andere items : PUNTEN TIJD x COMPETENTIEFACTOR GEMIDDELDE COMPETENTIEFACTOR De gemiddelde competentiefactor over alle 91 scoremogelijkheden bedraagt

33 FREQUENTIE- ITEMS: CATEGORIEGRENZ EN FREQUENTIE-ITEMS: MEDIANE FREQUENTIE IN 2011 ZORGITEM SCORE MIN FREQ MAX FREQ ZORGPERI ODES 24U KORTE ZORGPERI ODES PUNTEN TIJD COMPETENTIE- FACTOR PUNTEN TIJD- COMPETENTIE ZORGPERIODES 24U PUNTEN TIJD- COMPETENTIE KORTE ZORGPERIODES A ,46 5,46 B ,64 3,64 B ,73 2,73 B ,46 5,46 B ,61 0,61 B ,46 5,46 B ,28 7,28 B ,85 4,85 B ,73 2,73 B ,64 3,64 B ,28 7,28 B ,20 14,56 B ,61 0,61 B ,64 3,64 B ,46 5,46 B ,07 6,07 B ,85 4,85 B ,73 2,73 B ,73 2,73 B ,46 5,46 C ,28 7,28 C ,64 3,64 C ,46 5,46 C ,28 7,28 C ,55 4,55 C ,46 5,46 C ,46 5,46 D ,73 2,73 D ,46 5,46 D ,83 11,83 D ,19 8,19 D ,73 2,73 D ,46 5,46 D ,10 9,10 D ,92 10,92 D ,91 0,91 D ,85 4,85 D ,71 9,71 D ,12 19,41 D ,68 43,68 33

34 FREQUENTIE- ITEMS: CATEGORIEGRENZ EN FREQUENTIE-ITEMS: MEDIANE FREQUENTIE IN 2011 ZORGITEM SCORE MIN FREQ MAX FREQ ZORGPERI ODES 24U KORTE ZORGPERI ODES PUNTEN TIJD COMPETENTIE- FACTOR PUNTEN TIJD- COMPETENTIE ZORGPERIODES 24U PUNTEN TIJD- COMPETENTIE KORTE ZORGPERIODES D ,46 5,46 D ,46 5,46 D ,85 4,85 D ,73 2,73 D ,64 3,64 E ,00 0,00 E ,46 5,46 E ,19 8,19 E ,92 10,92 E ,38 13,65 E ,84 19,11 E ,03 27,30 E ,14 46,41 E ,00 0,00 E ,46 5,46 E ,19 8,19 E ,38 13,65 E ,84 21,84 E ,95 40,95 E ,00 0,00 E ,64 3,64 E ,46 5,46 E ,28 7,28 E ,84 21,84 E ,00 0,00 E ,64 3,64 E ,46 5,46 E ,92 9,10 E ,02 18,20 E ,30 25,48 F ,82 1,82 F ,73 2,73 F ,55 4,55 F ,46 5,46 F ,82 1,82 F ,73 2,73 F ,55 4,55 F ,46 5,46 F ,73 2,73 F ,64 3,64 34

35 FREQUENTIE- ITEMS: CATEGORIEGRENZ EN FREQUENTIE-ITEMS: MEDIANE FREQUENTIE IN 2011 ZORGITEM SCORE MIN FREQ MAX FREQ ZORGPERI ODES 24U KORTE ZORGPERI ODES PUNTEN TIJD COMPETENTIE- FACTOR PUNTEN TIJD- COMPETENTIE ZORGPERIODES 24U PUNTEN TIJD- COMPETENTIE KORTE ZORGPERIODES F ,91 0,91 F ,82 1,82 F ,64 3,64 F ,46 5,46 F ,82 1,82 F ,64 3,64 F ,46 5,46 F ,28 7,28 F ,92 10,92 F ,02 16,38 G ,82 1,82 G ,82 1,82 G ,64 3,64 G ,46 5,46 G ,46 5,46 G ,73 2,73 G ,64 3,64 G ,46 5,46 G ,64 3,64 G ,65 13,65 G ,72 19,72 G ,92 37,92 H ,91 0,91 H ,82 1,82 H ,73 2,73 H ,64 3,64 H ,46 4,55 H ,82 1,82 H ,64 3,64 H ,46 5,46 H ,28 7,28 H ,10 9,10 H ,92 10,92 H ,56 14,56 H ,66 21,84 H ,82 1,82 H ,64 3,64 H ,46 5,46 H ,28 7,28 H ,92 9,10 35

DGGS - Gezondheidszorg

DGGS - Gezondheidszorg FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu DGGS - Gezondheidszorg Eurostation Victor Hortaplein 40 bus 10 1060 Brussel EXTERNE PROCEDURE VAN DE GERICHTE STATISTISCHE AUDIT GEGEVENS

Nadere informatie

OPLEIDINGSDAG NRG NEW 26/10/2018

OPLEIDINGSDAG NRG NEW 26/10/2018 OPLEIDINGSDAG NRG NEW 26/10/2018 INLEIDING: WAAROM IS ER NOOD AAN EEN UPDATE VAN HET MODEL? 1) Methodologie NRG OLD 2) Kritiek op NRG OLD 3) Doelstellingen NRG new WAARVOOR DIENEN DE NRG S? «NURSING RELATED

Nadere informatie

Methodologie van de gerichte statistische externe audit van de VG-MZG

Methodologie van de gerichte statistische externe audit van de VG-MZG FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Eurostation Victor Hortaplein 40 bus 10 1060 Brussel EXTERNE PROCEDURE GERICHTE

Nadere informatie

Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006

Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006 1 FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu DG1 Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006 Annelies Ghesquiere,

Nadere informatie

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. VERPLEEGEENHEDEN... 3 2.1. WAT DIENT ER GEREGISTREERD TE WORDEN OP DE DRIE TYPES VERPLEEGEENHEDEN?...3

Nadere informatie

Federale Feedback MVG 1998

Federale Feedback MVG 1998 1 Federale Feedback MVG 1998 1. Introductie Dit document dient als toelichting bij de tabellen en grafieken van de «federale feedback» zoals hij nu beschikbaar is op het internet onder de vorm van HTML

Nadere informatie

BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN INHOUD DAGHOSPITALISATIES

BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN INHOUD DAGHOSPITALISATIES BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN DAGHOSPITALISATIES INHOUD INHOUD...1 1. Domein MEDISCHE GEGEVENS en FACTURATIEGEGEVENS...3 1.1 Daghospitalisaties op verpleegeenheden specifiek voor daghospitalisatie...3

Nadere informatie

MZG Nationale feedback Verpleegkundige gegevens April 2015. Nationale feedback verpleegkundige gegevens : Extern toelichtend document

MZG Nationale feedback Verpleegkundige gegevens April 2015. Nationale feedback verpleegkundige gegevens : Extern toelichtend document Nationale feedback verpleegkundige gegevens : Extern toelichtend document Inhoudstafel 1. ALGEMENE INFORMATIE... 2 1.1. De verpleegkundige gegevens in het MZG-registratiesysteem... 2 1.2. Selectie van

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van. Daghospitalisaties

Bijkomende informatie voor de registratie van. Daghospitalisaties Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisaties Inhoud 1. DOMEIN MEDISCHE GEGEVENS EN FACTURATIEGEGEVENS... 1 1.1. Daghospitalisaties op verpleegeenheden specifiek voor daghospitalisatie...

Nadere informatie

Algemene feedback op basis van MVG 2004

Algemene feedback op basis van MVG 2004 1 FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu DG1 Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement Algemene feedback op basis van MVG 2004 Anne Delvaux, Annelies Ghesquiere

Nadere informatie

De Belgische Ziekenhuisfinanciering. Waar gaan we naartoe met de NRG s?

De Belgische Ziekenhuisfinanciering. Waar gaan we naartoe met de NRG s? 1 De Belgische Ziekenhuisfinanciering. Waar gaan we naartoe met de NRG s? Arabella D Havé Celhoofd Cel Terminologie, Groepering, Classificatie & Audit Datamanagement DG-GS FOD VVVL Interuniversitaire permanente

Nadere informatie

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen Situering Sinds 1 januari 2005 moet ieder Vlaams ziekenhuis een periodieke evaluatie maken van de kwaliteit van de zorgen in het eigen ziekenhuis. Dit staat beschreven in het kwaliteitsdecreet van 17 oktober

Nadere informatie

Onderzoek van de resultaten. Enkele klinische scenario s met behulp van de dynamische feedback tool

Onderzoek van de resultaten. Enkele klinische scenario s met behulp van de dynamische feedback tool Onderzoek van de resultaten Enkele klinische scenario s met behulp van de dynamische feedback tool Klinische scenario s 01 02 03 04 De chirurgische intensieve patient De patient op de ontwaakzaal (RE)

Nadere informatie

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. VERPLEEGEENHEDEN... 3 2.1. WAT DIENT ER GEREGISTREERD TE WORDEN OP DE DRIE TYPES VERPLEEGEENHEDEN?...

Nadere informatie

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens April 2011

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens April 2011 Algemene Informatie Gebruik van de globalisatietabellen De globalisatietabellen werden opgesteld als bijkomend hulpmiddel voor de ziekenhuizen om hun MZG gegevens beter te kunnen controleren en analyseren.

Nadere informatie

3M All rights reserved.

3M All rights reserved. 3M Benchmark Portal maart 2016 De bedoeling van dit document is de grote lijnen van de recente ontwikkelingen tijdens de laatste maanden op te volgen. Contents 3M Benchmark Portal release februari 2016...

Nadere informatie

FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu. Het beeld van de Sp-diensten in de MVG 2000

FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu. Het beeld van de Sp-diensten in de MVG 2000 1 FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu DG1 Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Het beeld van de Sp-diensten in de MVG 2000 Anne Delvaux, Marc Janssens - 04/2004 1. Inleiding

Nadere informatie

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis Structuur van het ziekenhuis Domein 1 Structuur van het ziekenhuis Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE STRUCTUURGEGEVENS...1 1. HOSPITAL (S1): BASISINFORMATIE OVER HET ZIEKENHUIS...4 1.1. NAAM...

Nadere informatie

1. Algemene informatie

1. Algemene informatie Inhoudstabel 1. Algemene informatie... 1 1.1. Het MZG-registratiesysteem...1 1.2. De inhoud van de nationale feedback over de personeelsgegevens...2 1.3 De belangrijkste bestanden en velden die gebruikt

Nadere informatie

Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu

Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu 1 Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen GEZONDHEIDSZORGBELEID FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu Marc Janssens, Anne Delvaux 02/2003 Brochure 10 jaar MVG : 1988-1998 De bedoeling

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 AGRESSIVITEIT 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...

Nadere informatie

Domein 4 Verpleegkundige gegevens

Domein 4 Verpleegkundige gegevens Verpleegkundige gegevens Domein 4 Verpleegkundige gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE VERPLEEGKUNDIGE GEGEVENS... 1 1. ITEMDIVG (N1): VERPLEEGKUNDIGE ITEMS... 4 1.1. NAAM... 4 1.2. INHOUD...

Nadere informatie

Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper

Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper Inhoud 1. e hoofddiagnose van een specialisme... 1 1.1. Algemene regel... 1 1.2. Uitzonderingen... 1 2. e geverifieerde opnamediagnose... 2 2.1. Algemene

Nadere informatie

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis Structuur van het ziekenhuis Domein 1 Structuur van het ziekenhuis Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE STRUCTUURGEGEVENS... 4 1. HOSPITAL (S1): BASISINFORMATIE OVER HET ZIEKENHUIS... 7 1.1. NAAM...

Nadere informatie

2 DECEMBER Koninklijk besluit tot. uitvoering van de wet van 19 juli betreffende de gebundelde financiering

2 DECEMBER Koninklijk besluit tot. uitvoering van de wet van 19 juli betreffende de gebundelde financiering 2 DECEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 19 juli 2018 betreffende de gebundelde financiering van de laagvariabele ziekenhuiszorg BS 18/12/2018 1 Artikel 1. 1. Het globaal prospectief

Nadere informatie

Domein 3 Administratieve gegevens

Domein 3 Administratieve gegevens Administratieve gegevens Domein 3 Administratieve gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE ADMINISTRATIEVE GEGEVENS... 5 1. PATHOSPI (A1): GEGEVENS OVER DE PATIËNT... 8 1.1. NAAM... 8 1.2.

Nadere informatie

I. Analyse van de resultaten van fase 1

I. Analyse van de resultaten van fase 1 Bijlage CGV 2016/396 Analyse van de resultaten voor de toepassing van de referentiebedragen: Berekening 2016 Gegevens 2013 Deze achtste toepassing van de referentiebedragen had betrekking op 113 voor een

Nadere informatie

Feedback financiering op basis van MVG 2005

Feedback financiering op basis van MVG 2005 1 FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu DG1 Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement Feedback financiering op basis van MVG 2005 Anne Delvaux, Marc Janssens,

Nadere informatie

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens Oktober 2011

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens Oktober 2011 Gebruik van de globalisatietabellen Algemene Informatie De globalisatietabellen werden opgesteld als bijkomend hulpmiddel voor de ziekenhuizen om hun MZG gegevens beter te kunnen controleren en analyseren.

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisaties

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisaties Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisaties Inhoud 1. DOMEIN MEDISCHE GEGEVENS EN FACTURATIEGEGEVENS... 3 1.1. Daghospitalisaties op verpleegeenheden specifiek voor daghospitalisatie...

Nadere informatie

INLEIDING INLEIDING. Versie juli 2007 p. I 1

INLEIDING INLEIDING. Versie juli 2007 p. I 1 INLEIDING INLEIDING Versie juli 2007 p. I 1 Registratieverplichting 1. Registratieverplichting 1.1. WETTELIJKE BASIS. De registratie van de Minimale Klinische Gegevens (M.K.G.) werd verplicht door publicatie

Nadere informatie

Coordinatie--Minimale-klinische-gegevens

Coordinatie--Minimale-klinische-gegevens 6 DECEMBER 1994. - Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid

Nadere informatie

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis Structuur van het ziekenhuis Domein 1 Structuur van het ziekenhuis Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE STRUCTUURGEGEVENS... 4 1. HOSPITAL (S1): BASISINFORMATIE OVER HET ZIEKENHUIS... 7 1.1. NAAM...

Nadere informatie

Artikel Art. 2.

Artikel Art. 2. 12 NOVEMBER 2008. KB tot uitvoering van artikel 57, 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de berekeningsregels

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van nietbeëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens doorgestuurd moeten worden

Bijkomende informatie voor de registratie van nietbeëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens doorgestuurd moeten worden Bijkomende informatie voor de registratie van nietbeëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens doorgestuurd moeten worden 1. Over welke verblijven gaat het? Alle verblijven: - die op het

Nadere informatie

Verpleegkundige gegevens MZG Analyse en meta-analyse van (test)gegevens uit een verpleegkundige registratie in verschillende Vlaamse ziekenhuizen

Verpleegkundige gegevens MZG Analyse en meta-analyse van (test)gegevens uit een verpleegkundige registratie in verschillende Vlaamse ziekenhuizen Verpleegkundige gegevens MZG Analyse en meta-analyse van (test)gegevens uit een verpleegkundige registratie in verschillende Vlaamse ziekenhuizen Sinds 1 maart 2008 loopt in alle Belgische ziekenhuizen

Nadere informatie

Handleiding bij de tabellen van de globalisatie

Handleiding bij de tabellen van de globalisatie Handleiding bij de tabellen van de globalisatie Inleiding De tabellen van de globalisatie worden aangemaakt per registratiesemester. De globalisatie is een onderdeel van de controleprocedure. Het is de

Nadere informatie

Feedback financiering op basis van MVG 2006

Feedback financiering op basis van MVG 2006 1 FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu DG1 Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement Feedback financiering op basis van MVG 2006 Anne Delvaux, Marc Janssens,

Nadere informatie

Feedback financiering op basis van MVG's 2000

Feedback financiering op basis van MVG's 2000 1 FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu DG1 Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement Feedback financiering op basis van MVG's 2000 Anne Delvaux, Marc Janssens

Nadere informatie

Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren

Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren 2006-2015 Acute ziekenhuizen Zijn inbegrepen, alle verblijven : - in klassieke hospitalisatie, inclusief de lange verblijven (codes H, F, M, L) ; - in

Nadere informatie

HANDBOEK NRGNEW: Versie maart 2019 Dienst data en beleidsinformatie DGGS V.U. : Dr. Tom Auwers, 40 bus 10, Brussel

HANDBOEK NRGNEW: Versie maart 2019 Dienst data en beleidsinformatie DGGS V.U. : Dr. Tom Auwers, 40 bus 10, Brussel HANDBOEK NRGNEW: Versie maart 2019 Dienst data en beleidsinformatie DGGS V.U. : Dr. Tom Auwers, 40 bus 10, 1060 - Brussel Inhoud Voorwoord... 1 1. Het NRGnew model... 2 1.1 Inleiding... 2 1.2 Opbouw van

Nadere informatie

METHODOLOGIE VAN DE KNIPPERLICHTEN VOOR DE EXTERNE AUDIT VAN DE MVG

METHODOLOGIE VAN DE KNIPPERLICHTEN VOOR DE EXTERNE AUDIT VAN DE MVG MTHOOLOGI VAN KNIPPRLIHTN VOOR XTRN AUIT VAN MVG IR. ANN. LVAUX (STATISTIUS-ANALIST) MINISTRI VAN SOIAL ZAKN, VOLKSGZONHI N LFMILIU. BSTUUR GZONHISZORG, BSTUURSIRTI GZONHISZORGBLI Inleiding e Minimale

Nadere informatie

Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren

Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren 2006-2015 Acute en subacute ziekenhuizen Zijn inbegrepen, alle verblijven : - in klassieke hospitalisatie, inclusief de lange verblijven (codes H, F,

Nadere informatie

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. VERPLEEGEENHEDEN... 3 2.1. WAT DIENT ER GEREGISTREERD TE WORDEN OP DE DRIE TYPES VERPLEEGEENHEDEN?...

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN ONDERVOEDING

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN ONDERVOEDING SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 ONDERVOEDING 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN IN DE PSYCHIATRIE

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN IN DE PSYCHIATRIE SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN IN DE PSYCHIATRIE 1 I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN DE STRUCTUUR INDICATOREN

Nadere informatie

STUDIE (F)050908-CDC-455

STUDIE (F)050908-CDC-455 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.11 Fax : 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS STUDIE

Nadere informatie

Toelichting bij de rapporten van de klinische performantie-indicatoren Algemene en universitaire ziekenhuizen

Toelichting bij de rapporten van de klinische performantie-indicatoren Algemene en universitaire ziekenhuizen VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID Toelichting bij de rapporten van de klinische performantie-indicatoren Algemene en universitaire ziekenhuizen

Nadere informatie

Domein 4 Verpleegkundige gegevens

Domein 4 Verpleegkundige gegevens Verpleegkundige gegevens Domein 4 Verpleegkundige gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE VERPLEEGKUNDIGE GEGEVENS... 2 1. ITEMDIVG (N1): VERPLEEGKUNDIGE ITEMS... 4 1.1. NAAM... 4 1.2. INHOUD...

Nadere informatie

Informatie over de feedbacks en bijkomende analyses op MVG1998, MVG2000 en MVG2003

Informatie over de feedbacks en bijkomende analyses op MVG1998, MVG2000 en MVG2003 DG1 Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Informatie over de feedbacks en bijkomende analyses op MVG1998, MVG2000 en MVG2003 Annelies Ghesquiere, Anne Delvaux 03/2007 2 Inhoudstabel 1. Inleiding 3 2.

Nadere informatie

Domein, bestand, locatie Versie maart 2017 Domein 2: Personeelsgegevens P1 EMPLOPER, 1.2 Inhoud, nieuwe regels vanaf MZG 2017.

Domein, bestand, locatie Versie maart 2017 Domein 2: Personeelsgegevens P1 EMPLOPER, 1.2 Inhoud, nieuwe regels vanaf MZG 2017. Wijzigingen in MZG richtlijnen versie december 2017 ten opzicht van maart 2017 Domein 2: Personeelsgegevens P1 EMPLOPER, 1.2 Inhoud, nieuwe regels vanaf MZG 2017. / Op verschillende plaatsten: vanaf MZG

Nadere informatie

Coordinatie--ZIV--KB uitvoering-art-69-par-1---forfaitaire-honoraria-medische-beeldvorming-peropneming-gehospitaliseerde-patient.

Coordinatie--ZIV--KB uitvoering-art-69-par-1---forfaitaire-honoraria-medische-beeldvorming-peropneming-gehospitaliseerde-patient. 3 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 69, 1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende

Nadere informatie

Handleiding benchmarkrapport MPG

Handleiding benchmarkrapport MPG Handleiding benchmarkrapport MPG Inhoudsopgave 1. Wat is een benchmarkrapport?... 2 2. Wanneer wordt het benchmarkrapport ter beschikking gesteld?... 2 3. Waar kan u het benchmarkrapport raadplegen?...

Nadere informatie

Voorstel van stramien voor de vernieuwde samenstelling van een dossier voor de goedkeuring van een zorgstrategisch plan.

Voorstel van stramien voor de vernieuwde samenstelling van een dossier voor de goedkeuring van een zorgstrategisch plan. Voorstel van stramien voor de vernieuwde samenstelling van een dossier voor de goedkeuring van een zorgstrategisch plan. 1.1 Identificatiegegevens van het ziekenhuis: 1 Naam en administratief adres van

Nadere informatie

Omzendbrief aan - de algemeen directeur - de MZG-verantwoordelijke - de hoofdgeneesheer - het hoofd van het verpleegkundig departement

Omzendbrief aan - de algemeen directeur - de MZG-verantwoordelijke - de hoofdgeneesheer - het hoofd van het verpleegkundig departement Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorvoorzieningen Dienst Datamanagement UW BRIEF VAN UW REF. ONZE REF. DM/MZG_RHM/n.58_08 DATUM 12/12/2008 BIJLAGE(N) 1 Omzendbrief aan - de algemeen directeur

Nadere informatie

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen RAC Vesaliusgebouw Pachecolaan 19/5 1010 Brussel uw brief van uw kenmerk

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie De volgende regel is steeds van toepassing geweest voor alle verblijven (met uitzondering van

Nadere informatie

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013 dr. Brenda Casteleyn dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 2 1. Theorie Met spreiding willen we in één getal uitdrukken hoe verspreid de gegevens zijn: in hoeveel

Nadere informatie

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR FOCUS : TOEKENNINGSDUUR 2013.2 1 De toekenningsduur: een nieuwe variabele van de POD Maatschappelijke Integratie 1. INLEIDING Onderzoek naar toekenningsduur binnen de Belgische bijstand werd eerder door

Nadere informatie

Domein, bestand, locatie Versie juli 2016 Versie maart 2017 Inleiding Finalisatie. Het postadres werd veranderd in het adres

Domein, bestand, locatie Versie juli 2016 Versie maart 2017 Inleiding Finalisatie. Het postadres werd veranderd in het  adres Wijzigingen in MZG richtlijnen versie maart 2017 ten opzicht van juli 2016 Inleiding 2.5.3 Finalisatie. Het postadres werd veranderd in het emailadres Domein 1: Structuurgegevens S3 CAMPUNIT, veld 5 CODE_UNIT,

Nadere informatie

JAARRAPPORT 2010 navigator algemene ziekenhuizen

JAARRAPPORT 2010 navigator algemene ziekenhuizen TOTALE T ZIEKENHUISSTERFTE ZIEKENHUISSTERFTE VAN PATIËNTEN MET EEN STERFTERISICO KLASSE 1 ZIEKENHUISSTERFTE VAN PATIËNTEN MET EEN STERFTERISICO KLASSE 2 TOTALE PREVALENTIE VAN DECUBITUS TOTALE PREVALENTIE

Nadere informatie

jaarverslag 2008 Ziekenhuis 195 Gemaakt op:

jaarverslag 2008 Ziekenhuis 195 Gemaakt op: Ziekenhuis 195 Gemaakt op: 2009-04-14 2-29 Inleiding De cijfers in dit rapport zijn gebaseerd op de records die opgenomen zijn in de landelijke database. Voor 2008 zijn 2083 aangeleverd, waarvan 5 zonder

Nadere informatie

AHV. De aanvullende hospitalisatieverzekering van de VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND VAN BRABANT(VMOBB) ALGEMENE VOORWAARDEN

AHV. De aanvullende hospitalisatieverzekering van de VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND VAN BRABANT(VMOBB) ALGEMENE VOORWAARDEN AHV De aanvullende hospitalisatieverzekering van de VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND VAN BRABANT(VMOBB) ALGEMENE VOORWAARDEN 01/2013 1 1. Definities 1.1. Verzekerde De verzekeringsnemer

Nadere informatie

MZG Globalisatie tabellen Personeelsgegevens Oktober 2011

MZG Globalisatie tabellen Personeelsgegevens Oktober 2011 Gebruik van de globalisatietabellen Algemene Informatie De globalisatietabellen werden opgesteld als bijkomend hulpmiddel voor de ziekenhuizen om hun MZG gegevens beter te kunnen controleren en analyseren.

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde A 1,2

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde A 1,2 Wiskunde A, Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 00 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk juni de scores van de alfabetisch eerste tien, maar bij voorkeur vijftien kandidaten per

Nadere informatie

Nota bij de mededeling van het budget van financiële middelen op 1 januari 2018.

Nota bij de mededeling van het budget van financiële middelen op 1 januari 2018. Nota bij de mededeling van het budget van financiële middelen op 1 januari 2018. Ter inleiding Het doel van deze nota is alle informatie te bieden die nodig is voor een goed begrip van de bedragen die

Nadere informatie

I. Analyse van de resultaten van fase 1

I. Analyse van de resultaten van fase 1 Analyse van de resultaten voor de toepassing van de referentiebedragen: Berekening 2013 Gegevens 2010 Methode 2009 Deze vijfde toepassing van de referentiebedragen had betrekking op 118 voor een totaal

Nadere informatie

Methodologie gebruikt voor de risicoberekening van ICB s. 1. ICB s zonder vaste looptijd en zonder kapitaalbescherming

Methodologie gebruikt voor de risicoberekening van ICB s. 1. ICB s zonder vaste looptijd en zonder kapitaalbescherming Association Belge des Organismes de Placement Collectif Belgische Vereniging van de Instellingen voor Collectieve Belegging Methodologie gebruikt voor de risicoberekening van ICB s Avenue Marnixlaan 28

Nadere informatie

AHV. De aanvullende hospitalisatieverzekering van de VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND VAN BRABANT(VMOBB) ALGEMENE VOORWAARDEN

AHV. De aanvullende hospitalisatieverzekering van de VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND VAN BRABANT(VMOBB) ALGEMENE VOORWAARDEN AHV De aanvullende hospitalisatieverzekering van de VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND VAN BRABANT(VMOBB) ALGEMENE VOORWAARDEN De VMOBB Verzekeringsmaatschappij van Onderlinge Bijstand van

Nadere informatie

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008 Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance juli 2006 - december 2008 Dr. Marie-Laurence Lambert Afdeling Epidemiologie Contact : mllambert@iph.fgov.be

Nadere informatie

APR-DRG (versie 15.0)

APR-DRG (versie 15.0) APR-DRG (versie 15.0) Met de AP-DRG s (All Patient Diagnosis Related Groups) kan de ernst van de aandoening, zoals gedefinieerd door de artsen (de ernst van de pathologie, de prognose, het risico op overlijden,

Nadere informatie

Jaarverslag Ziekenhuis 195. Gemaakt op:

Jaarverslag Ziekenhuis 195. Gemaakt op: Jaarverslag 2015 Ziekenhuis 195 Gemaakt op: 2016-03-22 Inhoud Inleiding... 4 Minimale Data Set (MDS)... 5 Algemeen... 6 Aantal... 7 Her... 8 Herkomst... 9 Opnametype... 9 Leeftijd en Geslacht... 10 Reanimaties...

Nadere informatie

AHV. De aanvullende hospitalisatieverzekering van de VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND VAN BRABANT(VMOBB) ALGEMENE VOORWAARDEN

AHV. De aanvullende hospitalisatieverzekering van de VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND VAN BRABANT(VMOBB) ALGEMENE VOORWAARDEN Aansluitingsnummer : INSZ : Betreft : AHV De aanvullende hospitalisatieverzekering van de VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ VAN ONDERLINGE BIJSTAND VAN BRABANT(VMOBB) ALGEMENE VOORWAARDEN De VMOBB Verzekeringsmaatschappij

Nadere informatie

1 Configuratie : 1.1 Algemene opties:

1 Configuratie : 1.1 Algemene opties: Inhoud Brijvoeders 1 Configuratie :... 2 1.1 Algemene opties:... 2 1.2 Specificatie... 3 1.3 Algemene parameters in Libra 5 (opties -> Categorie Sessie)... 4 1.3.1 Referentienutriënt... 4 1.3.2 Sessie

Nadere informatie

datum Opleiding ZORGMODULE KWS

datum Opleiding ZORGMODULE KWS datum Opleiding ZORGMODULE KWS Doel en inhoud van de opleiding: Alle zorgen digitaal registreren en het patiëntendossier digitaal leren raadplegen. De opleiding bevat: Opstarten KWS Het aanwezigheidsbeeld

Nadere informatie

Syllabus BOB 50 «Stap voor stap» Betaling : Aanmaningscampagnes

Syllabus BOB 50 «Stap voor stap» Betaling : Aanmaningscampagnes Syllabus BOB 50 «Stap voor stap» Betaling : Aanmaningscampagnes INHOUD I. Inleiding... 3 II. Algemene voorstelling... 4 III. Algemene modaliteiten van aanmaningen... 5 IV. Aanmaningscategorieën... 6 a.

Nadere informatie

AANVRAAG TOT OPNAME G - SP-AFDELING

AANVRAAG TOT OPNAME G - SP-AFDELING AANVRAAG TOT OPNAME G - SP-AFDELING Aanvraag G: Aanvraag Sp Chronische Aanvraag Sp Neuro: Aanvraag Sp Cardio - pneumo Om de opname van uw patiënt zo vlot mogelijk te laten verlopen, vragen wij u dit aanvraagdocument

Nadere informatie

Maxi feedback Subacute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Maxi feedback Subacute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Maxi feedback 2015 Subacute ziekenhuizen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu >> Selectie van de verblijven Registratiejaar 2015 - subacute ziekenhuizen Zijn

Nadere informatie

Team Mirror. Handleiding Team Mirror Rapport. Vertrouwelijk document uitgegeven door

Team Mirror. Handleiding Team Mirror Rapport. Vertrouwelijk document uitgegeven door Team Mirror Handleiding Team Mirror Rapport Vertrouwelijk document uitgegeven door www.unicorngroup.be Met deze handleiding geven we je als facilitator de nodige achtergrond om de resultaten van het Team

Nadere informatie

Studie over de implementatie en het gebruik van de Safe Surgery Checklist in het operatiekwartier

Studie over de implementatie en het gebruik van de Safe Surgery Checklist in het operatiekwartier Studie over de implementatie en het gebruik van de Safe Surgery Checklist in het operatiekwartier Individuele feedback Ziekenhuis : AZ Monica Erkenningsnummer : 682 Contactpersoon : Greet.Peeters@azmonica.be

Nadere informatie

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven Selectiecriteria Alle ziekenhuisverblijven weerhouden in deze selectie voldoen aan de algemene criteria die betrekking hebben op woonplaats, leeftijd en geslacht

Nadere informatie

Maxi feedback Alle ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Maxi feedback Alle ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Maxi feedback 2015 Alle ziekenhuizen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu >> Selectie van de verblijven Registratiejaar 2015 - alle ziekenhuizen Zijn inbegrepen,

Nadere informatie

Patiënten (niet-inwoners) in België

Patiënten (niet-inwoners) in België FOD Volksgezondheid SPF Santé Publique Observatorium voor Patiëntenmobiliteit Patiënten (niet-inwoners) in België DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEIDSZORG DGGS Dienst Datamanagement, Databankbeheer Eveline

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl) Wiskunde A (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 20 02 Tijdvak 2 Inzenden scores Uiterlijk op 2 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. wiskunde A1 (nieuwe stijl) wiskunde A (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 20 04 Tijdvak inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma

Nadere informatie

Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens Domein 5 Medische gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE MEDISCHE GEGEVENS...1 1. DIAGNOSE (M1): GEGEVENS OVER DE DIAGNOSES...4 1.1. NAAM...4 1.2. INHOUD...4 1.3. INDELING...4

Nadere informatie

BEOORDELINGSPROCEDURES VOOR HET PROGRAMMA ENERGIE, MILIEU EN DUURZAME ONTWIKKELING DEELPROGRAMMA MILIEU EN DUURZAME ONTWIKKELING

BEOORDELINGSPROCEDURES VOOR HET PROGRAMMA ENERGIE, MILIEU EN DUURZAME ONTWIKKELING DEELPROGRAMMA MILIEU EN DUURZAME ONTWIKKELING BEOORDELINGSPROCEDURES VOOR HET PROGRAMMA ENERGIE, MILIEU EN DUURZAME ONTWIKKELING DEELPROGRAMMA MILIEU EN DUURZAME ONTWIKKELING 1. De beoordelingsprocedure. 1.1 Preregistratie. De voorstellen worden niet

Nadere informatie

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN / Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN Het Verhaal / 2018 deel 2 21/05/2019 Het Verhaal Rapport kwaliteitsindicatoren 2018 deel 2 Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

Nota bij de mededeling van het budget van financiële middelen op 1 januari 2016.

Nota bij de mededeling van het budget van financiële middelen op 1 januari 2016. Nota bij de mededeling van het budget van financiële middelen op 1 januari 2016. Ter inleiding Het doel van deze nota is alle informatie te bieden die nodig is voor een goed begrip van de bedragen die

Nadere informatie

Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens Domein 5 Medische gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE MEDISCHE GEGEVENS... 1 1. DIAGNOSE (M1): GEGEVENS OVER DE DIAGNOSES... 4 1.1. NAAM... 4 1.2. INHOUD... 4 1.3. INDELING...

Nadere informatie

Salaris Indicator Generieke Salarisstudie 2017

Salaris Indicator Generieke Salarisstudie 2017 Salaris Indicator Generieke Salarisstudie 2017 Hudson Belgium Opgemaakt door: [CONSULTANT] T: +32 9 242 54 44 E: HRS.COMPBEN@HUDSON.COM [Datum] INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Voorwerp van de studie... 3

Nadere informatie

HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN

HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN RODE markeringen gaan in voege vanaf 01/07/2010 (blz. 6 en 7) HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN Art. 9. Worden als verloskundige verstrekkingen aangezien : a) wanneer daarvoor de bekwaming van vroedvrouw vereist

Nadere informatie

Interpretatie van de data

Interpretatie van de data Interpretatie van de data De volgende paragraaf geeft verdere uitleg over de interpretatie van de grafieken en tabellen met fictieve data die gebruikt worden in dit document. PROM pre score In Tabel 1

Nadere informatie

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. WOON- EN ZORGHUIS HOF VAN ARENBERG / 2015 deel 2. / 15-mrt-16 ONTWERP

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. WOON- EN ZORGHUIS HOF VAN ARENBERG / 2015 deel 2. / 15-mrt-16 ONTWERP / Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN WOON- EN ZORGHUIS HOF VAN ARENBERG / 15 deel 2 / 15-mrt-16 Rapport kwaliteitsindicatoren 15 deel 2 Dit rapport geeft een overzicht van

Nadere informatie

Technische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving

Technische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving Technische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Geobserveerde vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale

Nadere informatie

Handleiding bij het globalisatierapport MPG Versie 2

Handleiding bij het globalisatierapport MPG Versie 2 Handleiding bij het globalisatierapport MPG Versie 2 Inleiding De tabellen van de globalisatie worden aangemaakt per registratiesemester. De globalisatie is een onderdeel van de controleprocedure. Waar

Nadere informatie

HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN

HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN Deze versie treedt in voege vanaf 01/02/2016 (blz. 14) HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN Art. 9. Worden als verloskundige verstrekkingen aangezien : a) wanneer daarvoor de bekwaming van vroedvrouw vereist is

Nadere informatie

Domein 6 Facturatiegegevens

Domein 6 Facturatiegegevens Facturatiegegevens Domein 6 Facturatiegegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE FACTURATIEGEGEVENS... 1 1. PROCRI30 (F3): GEGEVENS OVER DE VERPLEEGDAGEN... 3 1.1. NAAM... 3 1.2. INHOUD... 3

Nadere informatie

Tutorial NICE Online Monitoren kwaliteit en Analyze tool

Tutorial NICE Online Monitoren kwaliteit en Analyze tool Tutorial NICE Online Monitoren kwaliteit en Analyze tool Inhoudsopgave Starten met NICE Online Indicatorenscherm Analyses Tool Voorbeeld Het aantal en percentage opnamen met SAB in mijn IC per maand in

Nadere informatie