Wie is er aan de beurt?

Transcriptie

1 We s er aan de beurt? Basswoorden: boodschappen doen Wat hoort bj elkaar? het halfje wt, de krant, de peren, de anschtkaarten, de perzken, de postzegels de komkommer, de telefoonkaart, de lpstck, het gehakt, de asprne de broodjes, het tjdschrft, de vleeswaren, de strppenkaart, de wortels, de tandpasta de kalkoen, de taart, de enveloppen, de zeep, de sla Schrft 2 Wat koop je waar? Bjna alles herboven kun je op de markt of n een supermarkt kopen. Waar kun je de bovenstaande dngen ook nog vnden? bj bj bj de n de op het bj de bakker de slager groenteboer boekwnkel postkantoor de drogst A-Z 3 Wat kun je er nog meer kopen? het wasmddel 6 zes

2 Aandacht voor: boodschappen doen 4 En jj? We doet de boodschappen waar en waarom? Vraag het aan een medeleerlng. H We doet bj julle thus de boodschappen? Ik haal/ Mjn vader haalt/... meestal het brood. H Waar kopen julle brood? Wj kopen ons brood meestal n de supermarkt, omdat veel dngen daar goedkoper zjn. k. H Waar kopen julle vleeswaren? Wj kopen onze vleeswaren bj 5 Luster. a) Waar vnden de volgende gesprekken plaats?. k za zb Les zc zd b) Luster nog een keer en schrjf op wat de klanten kopen en hoeveel ze moeten betalen. daloog : daloog 2: dat kopen ze dat moeten ze betalen Schrft 7 zeven

3 Aandacht voor: boodschappen doen 6 Daloog: Op het postkantoor. klant : Momentje, je moet eerst een nummertje trekken. Anders moet je wel heel erg lang wachten! klant 2: O dank u, dat wst k net! Dat zal k dan maar snel doen. O, nummer zesentachtg; nou, dan ben k aan de beurt. klant 2: Goedemddag. Een brefkaart en dre postzegels. En k heb her ook nog een pakje dat naar Amerka moet. Hoeveel moet erop? medewerkster: Sorry jongeman, voor pakjes moet je aan het loket hernaast zjn. klant 2: Jeetje, moet k dan nog een keer wachten? medewerkster: Inderdaad. Boven het loket staat toch preces waar je moet zjn! klant 2: Nou, voorut dan maar. En deze bref, komt de morgen al aan? medewerkster: Ik denk het wel! Was het dat voor jou? klant 2: Ja, dank u. medewerkster: Dat s dan een euro vjfenveertg. 7 Daloog: Bj de kaasboer. 3 2 We s er aan de beurt? Ik. Een stuk belegen Goudse, alstubleft. De s toch n de aanbedng? Nee hoor, er zjn wel enkele andere soorten n de aanbedng. Bjvoorbeeld de oude boerenkaas. Wlt u even proeven? Nou, graag. Goh, de s lekker pttg. Wat kost de? Zeven euro per klo. Prma, doet u maar een pond. Mag het ets meer zjn? Dt stuk weegt vjfhonderdvjftg gram. Ja, dat s goed en een stukje bre. Doet u maar dt stukje her. Dat s wel genoeg voor mj. Anders nog ets? Nee, dank u wel. ons = 00 gram half pond = 250 gram pond = 500 gram anderhalf pond = 750 gram klo = 000 gram 8 acht

4 Aandacht voor: boodschappen doen 8 Daloog: Bj de groenteboer. 4 Zegt u het maar mevrouw! Eens kjken, twee klo appels graag, maar net zo veel van de hele grote. Kjkt u eens, allemaal klentjes. Anders nog ets? We hebben vandaag tomaten en snjbonen n de aanbedng. Nou, doet u dan maar een pond van de snjbonen en ver tomaten. Anders nog ets, mevrouw? Zjn de perzken rjp? Sommge van deze her ljken een beetje hard. Nee hoor, kjkt u maar. Ze zjn heerljk. Goed, dan neem k daar een pond van en dan nog een komkommer. Dat was het? Ja hoor, dat was het. Oké, dat s dan zes euro bj elkaar! Oh jee, heeft u het net klener? Nee, het spjt me. Ik heb helemaal geen klengeld. Even kjken, dan wordt het zo ten, twntg, dertg, en twntg, maakt vjftg en bedankt, hè. Daaag! Tot volgende week! 9 Daloog: Bj de bakker. Wordt u al geholpen, mevrouw? Nee, maar k geloof dat k nu aan de beurt ben. Zegt u het maar, mevrouw. Ver broodjes en een halfje wt, alstubleft. Gesneden, mevrouw? Ja, graag. Anders nog ets? Ja, geeft u maar twee van deze taartpunten en twee ons roomboterkoekjes. Oh, de koekjes dat ljkt me een beetje weng. Doet u toch maar dre ons. Zo, alstubleft. Dat wordt dan zeven euro vjfendertg bj elkaar. Alstubleft. Kjkt u eens. Ik heb het toevallg gepast. Bedankt en tot zens. 0 Schrjf typsche utdrukkngen ut de dalogen op. 5 Let op! enkele enge veel/weng sommge dngen Schrft Les verkoopster/verkoper Zegt u het maar klant Eens kjken 9 negen

5 .k Een stapje verder Wj geven een feestje! Wat hebben we nog allemaal nodg? We neemt wat mee? leerlng : Ik ga naar de bakker en koop stokbrood. leerlng 2: gaat naar de bakker en koopt stokbrood en k ga naar de slager en koop gehakt voor gehaktballetjes. leerlng 3: gaat naar de bakker en koopt stokbrood, gaat naar de slager en koopt gehakt voor gehaktballetjes en k ga naar de supermarkt en haal frsdrank..k 2 Waar zt het n? zakje pot beker fles pakje blkje lterpak tube melk frsdrank vla aardappelen snaasappelsap casss broodjes wasmddel drop jam tandpasta boter tonjn mosterd spa yoghurt mayonase soep koffe chocolademelk honng frtes... H Drop zt n een H Jam koop je n een Meestal zt... 0 ten

6 Een stapje verder 3 Luster. nn Je hoort klanten bj de slager, n een boekwnkel, en bj de drogst. Schrjf de ljst over en vul n. 6. k klant klant 2 Waar zjn ze? Wat kopen ze? Hoeveel betalen ze? Schrft klant 3 4 Zoek samen de verschllen. Partner A: Kjk op deze pagna. Partner B: Kjk op pagna 92. k. Partner A: Je zet her een aantal levensmddelen op de tekenng. Op de tekenng van je partner staan ook levensmddelen, maar net allemaal dezelfde. Probeer door vragen te stellen te weten te komen hoeveel verschllen er zjn. Formuleer vragen op deze maner: H Heb je twee bananen op jouw plaatje? H Ja, nderdaad. / Nee, k heb geen bananen. Heb je? Les 5 Bedenk en speel de scène. Je bent jarg. Overleg met een medeleerlng welke boodschappen er voor het verjaardagsfeestje n hus gehaald moeten worden. Één gaat dan met het boodschappenljstje boodschappen doen, de andere s de wnkeler. k. elf

7 Extra: Herman van Veen 6 Herman van Veen een man, een gebaar, een led Herman van Veen, geboren n Utrecht op 4 maart 945. Zanger en schrjver van ledjes, sprookjes en vertellngen. Groede op als enge jongen n een arbedersgezn. Studeerde vool, zang en muzekpedagoge aan het Utrechts Conservatorum. Maakte n 965 zjn theaterdebuut met het muzkaal clowneske soloprogramma Harlekjn. Rest sndsden de wereld rond. Speelt zjn voorstellngen n ver talen. Zjn eerste bundeltje met verzen en verhalen werd n 969 gepublceerd, het eerste boekje van zjn beroemdste geestesknd Alfred Jodocus Kwak werd n 979 utgegeven en s nmddels n twntg talen vertaald. Van zjn hand verschenen tot op heden 32 cd s, 6 dvd s, een zestgtal boeken en tentallen scenaro s voor onder meer de speelflms Ut elkaar, Nachtvlnder en voor de muzektheatervoorstellng The Frst Lady. meer nformate onder: 7 Luster. 7 Herman van Veen: Bestelled zes ons kaas, een pond radjs en ten vanlle js dre keer tong, vjf kroppen sla, ten repen chocola een tube mayonase en een heel grof brood zesten maggeblokjes en een botervloot een kwart lter slagroom en een flesje vla zeven klo aardappels en een kropje sla kauwgom, befstuk, bloemkool, de neuwe asterx, één pak hagelslag, stlte en verder nx... Schrft 8 Schrjf nu zelf een bestelled. 2 twaalf

8 .k Extra: gezond eten 9 Lees de volgende nformate. TABEL I 4 groepen van voedngsmddelen de we dageljks nodg hebben Noodzakeljke voedngsmddelen: Onmsbaar voor o.a.: GROEP : Brood en aardappelen Zetmeel, ewt, voedngsvezel, (of rjst, macaron, vtamnes en mneralen. peulvruchten). GROEP 2: Groente en frut. Vtamne C en voedngsvezel. GROEP 3: Melk, kaas (of andere Ewtten, vtamnes, kalk en jzer. melkproducten) en vlees, vleeswaren, kp, vs, e of tahoe. GROEP 4: Margarne, halvarne Vetten en vtamnes. of ole. En zorg ervoor dat u dageljks ten mnste /2 lter drnkt! 20 En jj? Eet je gezond? Lees de volgende ljst en vraag het dan aan je buurvrouw/-man. Les TABEL 5 AANBEVOLEN HOEVEELHEDEN VOEDINGSMIDDELEN PER DAG knderen (4-2) teners (2-20) volwassenen brood 3-5 sneetjes 5-8 sneetjes 5-7 sneetjes aardappelen - 4 stuks 4-6 stuks 3-5 stuks ( gram) ( gram) ( gram) groente 2-3 groentelepels 3-4 groentelepels 3-4 groentelepels (00-50 gram) ( gram) ( gram) frut - 2 vruchten 2 vruchten 2 vruchten ( gram) (200 gram) (200 gram) melk en 2-3 glazen 2-3 glazen 2-3 glazen melkproducten ( ml) ( ml) ( ml) kaas /2 - plak - 2 plakken - 2 plakken (0-20 gram) (20-40 gram) (20-40 gram) vlees, vs, kp, e, gram 00 gram 00 gram tahoe en tempé rauw rauw rauw (50-75 gram gaar) (75 gram gaar) (75 gram gaar) vleeswaar /2 - plakje - 2 plakjes - 2 plakjes (0-5 gram) (5-30 gram) (5-30 gram) halvarne 5 gram per 5 gram per 5 gram per op brood sneetje brood sneetje brood sneetje brood margarne voor 5 gram 5 gram 5 gram de beredng vocht /2 lter /2 lter /2 lter 3 derten

9 Anderland Heeft u zch ook wel eens afgevraagd wat het betekent, als de cassère vraagt: Spaart u zegels? Wat voor zegels dt zjn? Geen postzegels, maar spaarzegels. De Nederlandse consument s dol op aanbedngen en voordeeltjes, bjvoorbeeld n de vorm van zegeltjes, armles, krstalzegels, spaarpunten op elk pak koffe, thee of waspoeder. Bj de armles bjvoorbeeld krjg je voor een bepaald besteed bedrag steeds één grats armle. En je begrjpt wel, dat als je dan maar lang genoeg spaart, je oot msschen eens een grats vlegres naar New York kunt maken. Voor een retourtje Londen moet je bjvoorbeeld al 600 armles hebben. Dat komt overeen met msschen wel 500 keer boodschappen doen... Voor de oorlog bestonden er al zegelactes, maar de echte rage begon pas na de tjd. Elk extraatje dat je voor een volle spaarkaart kreeg, was meegenomen. Snds 980 krjg je ook bj het tanken zegeltjes. De kan je dan weer nrulen voor klene dngetjes de egenljk edereen al heeft. De neuwste acte s de bonuskaart waarmee je drect extra kortng op sommge producten aan de kassa kunt krjgen. Maar net edereen doet daaraan mee. Er zjn genoeg mensen de op de vraag of ze zegels of armles sparen steevast antwoorden: Ik wl alleen maar betalen, aan al de spaaractes doe k net mee. En waar haalt u de lekkerste Ar Mles? Natuurljk krjgt u net alleen bj óns uw Ar geneten? U kunt ze nameljk ook voor leuke, Mles. Maar terwjl u lekker uw boodschappen klene, dngen gebruken. Des te meer reden doet, gaat dat sparen bjna vanzelf. En wst dus ook lekker veel Ar Mles bj u dat u nu nog meer van uw Ar Mles kunt s lands grootste leverancer te halen. s Lands grootste krudener bljft op de klentjes letten. 4 veerten

10 Samenvattng Grammatca onbepaalde aantallen enkele enge veel/weng sommge dngen Er zjn wel enkele andere (soorten) n de aanbedng. Maar net zo veel van de hele grote. Sommge van deze perzken ljken een beetje hard. Oh, de koekjes dat ljkt me een beetje weng. Les pronomna...een stuk belegen Goudse... De s toch n de aanbedng Zjn de perzken rjp? Geeft u maar twee van deze taartpunten. Doet u maar dt stukje her. Dat s wel genoeg voor mj. Utdrukkngen Mevrouw/Meneer Dat wst k net. Sorry mevrouw/meneer... Dat zal k maar snel doen. We s er aan de beurt? Hoeveel moet erop? Wordt u al geholpen? Ik geloof dat k nu aan de beurt ben. Zegt u/zeg het maar! Doe/Doet u maar een pondje. De s lekker pttg. Wat kost de/dat? Dat was het, mevrouw/meneer? Geeft u maar twee van... Anders nog ets? Het spjt me. Dat s/wordt dan... (bj elkaar). Ik heb helaas geen klengeld. Heeft u het msschen gepast? Ik heb het toevallg gepast. Heeft u het net klener? 5 vjften