Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid"

Transcriptie

1 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten Een verkenning van de indirecte effecten van goederenvervoerprojecten Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

2 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten Een verkenning van de indirecte effecten van goederenvervoerprojecten Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid augustus 2008 Johan Visser Joost Kolkman Sytze Rienstra

3 Meer weten over mobiliteit. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) maakt analyses van mobiliteit die doorwerken in het beleid. Als zelfstandig instituut binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (VenW) maakt het KiM strategische verkenningen en beleidsanalyses. Het KiM richt zich op alle vormen van mobiliteit. 2008, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) Tekst: Johan Visser, Joost Kolkman, Sytze Rienstra Verzorging omslag: 2D3D, Den Haag/Arnhem Verzorging binnenwerk: SSO Repro Ministerie van Verkeer en Waterstaat ISBN: Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Jan van Nassaustraat BS Den Haag Postbus EX Den Haag Telefoon : Fax : Website : info@kimnet.nl 2 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

4 Inhoudsopgave Samenvatting 5 Voorwoord 9 1. Inleiding Aanleiding Centrale vraag- en doelstelling van het onderzoek Aanpak Leeswijzer De economische betekenis van het goederenvervoer Inleiding Werkgelegenheid en toegevoegde waarde Transport en logistiek Zeevaart en zeehavens Luchtvaart en luchthavens Aandeel in de export Ondersteunend aan andere sectoren De discussie over indirecte effecten Inleiding Percepties Kennisontwikkeling Communicatie Conclusies Doorwerking effecten van infrastructuurprojecten Inleiding Een korte introductie in de MKBA-wereld De goederenvervoerketen Conclusies Economische effecten in de MKBA Inleiding Vanuit het perspectief van de belanghebbende ondernemer Vanuit het perspectief van bestuurders Wat als effecten niet worden meegenomen in een MKBA? Conclusies Omvang van de additionele indirecte effecten Inleiding Literatuurverkenning Voorwaarden en omstandigheden Samenvattende conclusies Aanbevelingen 45 3 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

5 7.1 Discussie niet afgerond Black box: bepaling van effecten Herkenbaarheid Omvang van de indirecte effecten 46 Summary 47 Literatuur 51 Bijlage A Gesprekken 55 Bijlage B Definities en begrippen MKBA 57 B.1 Definities 57 B.2 De kosten-batenposten in een MKBA 59 Bijlage C Sectoren in het goederenvervoer 61 C.1 Sectoren in het goederenvervoer 61 C.2 Goederenvervoer over de weg 61 C.3 Binnenvaart 62 C.4 Spoorvervoer 62 C.5 Buisleiding 63 C.6 Luchtvaart en luchthavens 64 C.7 Zeevervoer en zeehavens 66 4 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

6 Samenvatting Uitbreidingen en verbeteringen van infrastructuur beïnvloeden door kortere of betrouwbaardere reistijden de dienstverlening en de kostenstructuur van een transportbedrijf (zoals een wegvervoerder, binnenvaartrederij of spoorvervoerder). Dit leidt tot winststijging voor de betreffende bedrijven of kunnen in de vorm van bijvoorbeeld goedkoper en sneller transport als baten worden doorgegeven aan andere bedrijven. De invloed van het goederenvervoer op de overige sectoren in de economie die zo ontstaat, de zogeheten indirecte effecten, vormt een belangrijk onderwerp in de discussie over de kosten en baten van nieuwe infrastructuuruitbreidingen. Voorbeelden zijn de discussies omtrent de Betuweroute en de Tweede Maasvlakte. Op verzoek van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (VenW) heeft het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) studie verricht naar de wijze waarop indirecte effecten van goederenvervoerprojecten in kosten-batenanalyses worden meegenomen. Het doel van dit project was om met betrekking tot het goederenvervoer de werelden van de deskundigen, de verschillende belanghebbenden en beleidsmakers dichter bij elkaar te brengen in de discussie over de indirecte effecten van infrastructuurprojecten. De onderzoeksvraag die in deze studie centraal stond luidt: in hoeverre is er een discrepantie tussen de perceptie van de belanghebbenden en deskundigen op het gebied van kosten-batenanalyse ten aanzien van indirecte effecten van goederenvervoerprojecten en de wijze waarop deze effecten in een kosten-batenanalyse worden meegenomen? Om de discussie in beeld te brengen zijn interviews gehouden met MKBA-deskundigen (maatschappelijke kosten-batenanalyse), beleidsambtenaren en belanghebbenden op het terrein van het goederenvervoer. Uit de gesprekken blijkt dat bij de evaluatie van projecten met behulp van een kosten-batenanalyse het voor de belanghebbenden lastig is de economische betekenis van een project zoals zij die zien en herkennen terug te vinden in een MKBA. Hiervoor zijn drie hoofdoorzaken aan te wijzen, namelijk: Black box. Een maatschappelijke kosten-batenanalyse wordt vaak als een black box ervaren: het is onduidelijk hoe uit de input de output wordt bepaald. Herkenbaarheid van de resultaten. De batenposten in een MKBA sluiten vaak niet aan bij het verwachtingspatroon van de belanghebbenden. Omvang van de indirecte effecten. Bij grote projecten worden door de belanghebbenden aanzienlijke economische indirecte effecten verwacht, terwijl in de praktijk van de MKBA deze batenpost lastig te bepalen is en uiteindelijk over het algemeen bescheiden van omvang is. 5 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

7 Deze punten voeden de discussie die bestaat tussen belanghebbenden en de experts op het gebied van de kosten-batenanalyses in sterke mate. In deze verkenning zijn ze vervolgens uitgewerkt. Is een MKBA een Black box? De directe betekenis van goederenvervoer voor de economie wordt doorgaans uitgedrukt in de omvang van de toegevoegde waarde van de sectoren in het goederenvervoer zelf, de werkgelegenheid in de betreffende sectoren en het aandeel in de export. De gegevens worden door het CBS verzameld en regelmatig gebruikt in diverse economische monitors en rapportages over de verschillende vervoersmodaliteiten en zee- en luchthavens om de stand van zaken voor het betreffende jaar weer te geven. In een maatschappelijke kosten-batenanalyse van een infrastructuurproject gaat het om voor een project de veranderingen zichtbaar te maken in termen van effecten op de welvaart in Nederland als geheel over een langere periode. Deze effecten reiken verder dan die voor de transportsector en omvatten ook bijvoorbeeld de effecten op het milieu. Effecten worden zoveel mogelijk in geld gewaardeerd om deze op te kunnen tellen. Om dit te kunnen wordt zoveel als mogelijk geredeneerd in termen van markten. Om effecten niet dubbel te tellen en op nationaal niveau vast te stellen worden deze in een MKBA voor een goederenvervoerproject eerst op de transportmarkt gemeten. Vervolgens wordt nagegaan of, en hoe ze worden doorgegeven naar andere markten (productmarkten, arbeidsmarkt, grondmarkt en kapitaalmarkt) en of daar additionele effecten ontstaan. Dit onderscheid in markten en het bepalen of effecten worden doorgegeven of additioneel zijn op andere markten is belangrijk voor het onderscheid in directe en (additionele) indirecte effecten. Alleen het additionele deel van de indirecte effecten wordt bij de directe effecten opgeteld in het kosten-batensaldo. Daarnaast telt de verdeling van kosten en baten tussen Nederland en het buitenland mee. Het kenmerkende bij het goederenvervoer is dat er een keten van effecten ontstaat op diverse markten (transportmarkt, logistieke markt, productmarkt en zo verder). Hierdoor zijn er in principe meerdere aangrijpingspunten voor additionele effecten. De doorwerking van effecten is in het goederenvervoer in potentie groot. De (deel-)markten in het goederenvervoer werken immers goed want er is veel concurrentie. Het gevolg is dat kostenbesparingen via de logistieke markten doorgegeven worden naar de productmarkten. De consequentie hiervan is wel dat de MKBA geen of slechts in omvang bescheiden additionele effecten presenteert op de betreffende markten. De bepaling van de effecten op de logistieke markt vraagt daarbij aandacht. Goederenvervoer en logistiek zijn dusdanig met elkaar verweven, dat er nauwelijks gesproken kan worden van verschillende markten. Niet alleen conceptueel zijn deze lastig te scheiden, ook empirisch (d.w.z. qua meten van de effecten) zijn deze moeilijk uit elkaar te halen. Dit wordt opgelost door transport en logistiek als één markt te beschouwen. De consequentie is wel dat bij de meting en 6 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

8 waardering van de directe effecten (dus op de transportmarkt) aandacht moet zijn voor de logistieke effecten. De meeste effecten worden al deels opgenomen in de bestaande kengetallen die reistijdwinsten en dergelijke waarderen. Het is van belang bij de in gang gezette studie naar nieuwe tijdwaarderingen het effect op de logistiek goed mee te nemen in de vraagstelling. Als er bijzondere logistieke effecten te verwachten zijn, is het raadzaam om aan de hand van specifieke rekenmodellen, deze apart mee te nemen. Herkenbaarheid De resultaten van een MKBA sluiten vaak onvoldoende aan bij het verwachtingspatroon van belanghebbenden. Begrippen als omzetstijging, werkgelegenheid, economische uitstraling, versterking concurrentiepositie of verbetering van het vestigingsklimaat spelen in de discussie over grote infrastructuurprojecten een grote rol. Ze worden geassocieerd met de indirecte effecten. Deze economische aspecten zijn echter niet of slechts deels herkenbaar in de resultaten van een maatschappelijke kosten-batenanalyse. Om de resultaten van een kosten-batenanalyse beter te begrijpen is een overzicht opgesteld dat weergeeft of, en hoe economische ambities en aspecten als effect in een maatschappelijke kosten-batenanalyse worden opgenomen. Dit is vervolgens toegelicht in de vorm van een essay (zie Rienstra en Visser, 2008). Daarnaast bevelen we het volgende aan: 1. Beschrijf in een MKBA-rapportage de gehele keten aan effecten, zoals hiervoor beschreven en geef aan hoe deze werkt. Doe dit zoveel mogelijk vanuit het perspectief van de lezer/doelgroep van de MKBA. Dit zijn veelal geen gespecialiseerde economen, maar stakeholders, beleidsmakers en besluitvormers. 2. Pas de suggesties toe uit de aanvulling op de OEI-leidraad (Overzicht Effecten Infrastructuur) Heldere Presentatie. Benoem in een MKBA altijd de indirecte en andere beleidsmatig relevante effecten in ieder geval kwalitatief en besteed ook in de rapportage er substantieel aandacht aan. Leg daarbij ook altijd de relatie met de directe effecten en hoe deze via een keten doorwerken in de economie. 3. Betrek belanghebbenden en niet-oei-deskundigen bij de totstandkoming van de MKBA, communiceer tussen- en eindresultaten. 4. Als dit gewenst is kunnen indirecte effecten (inclusief doorwerking) in kaart worden gebracht conform de OEI-leidraad. De afweging tussen de extra inspanning en de extra informatie moet goed gemaakt worden. Omvang additionele indirecte effecten De omvang van de additionele indirecte effecten is een belangrijk discussiepunt. De verkenning van de literatuur laat zien dat er weinig studies te vinden zijn waarin additionele welvaartseffecten van goederenvervoerprojecten zijn gekwantificeerd. Studies die er zijn, baseren zich op analyses met behulp van rekenmodellen. Deze studies geven een uiteenlopend beeld, afhankelijk van specifieke 7 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

9 omgevingsfactoren (zie onder andere Bröcker e.a., 2004). Er wordt in Nederland als indicatie gebruikt dat de additionele indirecte effecten meestal ergens tussen de nul en dertig procent van de directe effecten zullen liggen. Het overgrote deel van de onderzochte literatuur komt tot de conclusie dat er additionele indirecte effecten zijn, maar ook dat deze - specifieke omstandigheden daargelaten - beperkt in omvang zijn vergeleken met de directe effecten. Dit komt door de hoge mate van concurrentie in de transportsector en de sectoren waaraan geleverd wordt. De directe kostenbesparing als gevolg van een transportproject volstaat over het algemeen als redelijk goede schatter voor de welvaartsbaten. Er zijn echter indicaties voor additionele welvaartseffecten bij het goederenvervoer. De volgende projectenomstandigheden vormen een indicatie dat er additionele indirecte effecten zijn te verwachten: 1. Als er sprake is van grote effecten op de bereikbaarheid. 2. Als de infrastructuur regio s verbindt met een sterk afwijkende economische ontwikkeling of structuur. 3. Als in combinatie met infrastructuurprojecten eveneens gebiedsontwikkeling plaatsvindt en daarbij een groter scala aan effecten ontstaan dan bij de realisatie van de projecten afzonderlijk. 4. Als markten met een relatief hoge winstmarge door een betere bereikbaarheid worden opengebroken. 5. Als er extra activiteiten worden aangetrokken uit het buitenland. In de meeste gevallen kan echter, rekening houdend met algemene imperfecties in productmarkten, zoals onderzocht in het Verenigd Koninkrijk, een vast opslagpercentage worden gehanteerd (TNO, 2008). Het Verenigd Koninkrijk hanteert een opslagpercentage van tien procent op de directe effecten. We doen de volgende aanbevelingen: 1. Per project dient vooraf bekeken te worden of de genoemde omstandigheden zich voordoen. 2. Indien een of meerdere hierboven genoemde omstandigheden bij een infrastructuurproject van toepassing zijn, dan is het mogelijk dat er additionele indirecte effecten voor het goederenvervoer optreden. In die gevallen is uitgebreider onderzoek nodig om de omvang van de indirecte effecten te kunnen bepalen. 3. Vervolgens dient de afweging gemaakt te worden tussen het nut van de extra informatie en de tijd/inspanning/kosten van het onderzoeken. 4. Voor de overige situaties, waarin geen omvangrijke additionele effecten te verwachten zijn, kan een vast opslagpercentage worden gehanteerd. Nader onderzoek moet uitwijzen wat voor de Nederlandse situatie de meest geschikte opslagfactor is. 5. Ex-postonderzoek kan mogelijk meer inzicht geven in de (additionele) indirecte effecten. Dit voorkomt een aantal nadelen van het voorspellen van indirecte effecten op basis van modellen met veel aannames. 8 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

10 Voorwoord De invloed van goederenvervoerprojecten op de economie, de zogeheten indirecte effecten, vormt een belangrijk onderwerp in de discussie over de kosten en baten van infrastructuuruitbreidingen. Voorbeelden zijn de discussies omtrent de Betuweroute en de Tweede Maasvlakte. Vaak lopen verwachtingen over en resultaten van onderzoek uiteen. Het document dat voor u ligt, gaat in op deze kloof tussen de economische betekenis van goederenvervoerprojecten zoals die wordt beleefd door de belanghebbenden en de wijze waarop deze wordt meegenomen in de kosten-batenanalyse van nieuwe infrastructuur. Het is mijn overtuiging dat het helder en overzichtelijk presenteren van de doorwerking van kostenbesparingen in de rest van de economie helpt om de discussie rond indirecte effecten een stap verder te brengen. Carl Koopmans Directeur KiM 9 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

11 10 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

12 1. Inleiding Aanleiding Uitbreidingen van en verbeteringen aan infrastructuur beïnvloeden door kortere of betrouwbaardere reistijden de dienstverlening en de kostenstructuur van een transportbedrijf (zoals een wegvervoerder, binnenvaartrederij of spoorvervoerder). De hieruit voortkomende baten in de vorm van bijvoorbeeld goedkoper en sneller transport kunnen worden doorgegeven aan andere bedrijven en sectoren. Bij de kwantificering van deze effecten wordt in de praktijk onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte effecten. Deze indirecte economische effecten worden ook wel aangeduid als uitstralingseffecten of strategische effecten. Ondanks de aandacht voor de indirecte effecten in de OEI-leidraad (Overzicht Effecten Infrastructuur) 1 bestaat bij veel belanghebbenden in het goederenvervoer onzekerheid over de omvang, aard en wijze van kwantificering van deze effecten. Daar waar deze worden meegenomen in maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA) van projecten, blijkt de omvang voor de belanghebbenden vaak tegen te vallen. Belanghebbenden van een project verschillen daarover vaak van mening met economen die een MKBA uitvoeren. Bij het goederenvervoer kijken de belanghebbenden naar de betekenis van een project voor de economie, met name waar het kan gaan om de ontwikkeling van de (wereld)economie en de wijze waarop Nederland daarvan kan meeprofiteren. Dit brede perspectief zien ze niet terug in MKBA s van infrastructuurprojecten. Een van de kernpunten in de discussie is de vraag in hoeverre de indirecte effecten, zoals die in een maatschappelijke kostenbatenanalyse worden meegenomen voldoende de bredere effecten op de economie weergeven. 1.2 Centrale vraag- en doelstelling van het onderzoek Op verzoek van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (VenW) heeft het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) studie verricht naar de wijze waarop indirecte effecten van goederenvervoerprojecten in kosten-batenanalyses worden meegenomen. Het doel van dit project was om met betrekking tot het goederenvervoer de werelden van de MKBA-deskundigen en de verschillende belanghebbenden en 1 De OEI-leidraad (zie Eijgenraam et al., 2000) is de leidraad voor de beoordeling van projecten op het gebied van fysieke infrastructuur (transport, water) en projecten waar fysieke infrastructuur een substantieel onderdeel van uitmaakt (zoals integrale gebiedsontwikkeling). 11 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

13 beleidsmakers dichter bij elkaar te brengen in de discussie over de indirecte effecten van infrastructuurprojecten. De onderzoeksvraag die in deze studie centraal stond luidt: in hoeverre is er een discrepantie tussen de perceptie van de belanghebbenden en deskundigen op het gebied van kosten-batenanalyse ten aanzien van indirecte effecten van goederenvervoerprojecten en de wijze waarop deze effecten in een kosten-batenanalyse worden meegenomen? De volgende vragen komen daarbij aan de orde: waar ligt de oorzaak en wat kan men er aan doen?. Door inzicht te bieden in de indirecte effecten van het goederenvervoer helpen we de lezer in de discussie over de indirecte effecten. Daarnaast ondersteunen we degenen die betrokken zijn bij de voorbereiding en uitvoering van een maatschappelijke kosten-batenanalyse in een project waarin goederenvervoer een rol speelt. We bieden handreikingen om te bepalen of bij een dergelijk project indirecte effecten relevant zijn, en dus het onderzoeken waard kunnen zijn. Op deze wijze hopen we de werelden van de OEI-experts en de verschillende belanghebbenden dichter bij elkaar te kunnen brengen. 1.3 Aanpak Om de discussie in beeld te brengen zijn interviews gehouden onder MKBA-deskundigen, beleidsambtenaren en belanghebbenden op het terrein van het goederenvervoer. Vervolgens zijn de interviewresultaten geanalyseerd. Deze issueanalyse geeft een overzicht van de discussiepunten tussen de belanghebbenden en experts. Belanghebbenden en experts Bij de belanghebbenden gaat het om personen uit het bedrijfsleven, zoals vertegenwoordigers van vervoers- of brancheorganisaties in het wegvervoer, spoorvervoer, binnenvaart, zeehavens en luchthavens. Ook bestuurders bij diverse overheidsorganisaties kunnen als belanghebbenden worden gezien. Sommige belanghebbenden hebben veel expertise op het terrein van kosten-batenanalyses, anderen minder. Met experts wordt hier bedoeld de medewerkers van planbureaus, consultants en universiteiten die ruime expertise hebben op het terrein van kosten-batenanalyses, maar verder geen belang hebben bij de uitvoering van een project. Vervolgens zijn de vervolgstappen bepaald. Voor de belanghebbenden bleek het belangrijk om vanuit hun perspectief duidelijk te beschrijven hoe de te verwachten (indirecte) effecten van een project worden meegenomen in een maatschappelijke kosten-batenanalyse. Het gaat om een beschrijving vanuit de belevingswereld van bestuurders (incl. beleidsmedewerkers) en het bedrijfsleven. Deze zijn immers de directe belanghebbenden bij goederenvervoerprojecten. Hiervoor is aan de hand van de interviewresultaten en literatuur het perspectief van de belanghebbenden in kaart gebracht. Het gaat om 12 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

14 effecten van een project op de concurrentiepositie, het vestigingsklimaat en dergelijke. Vervolgens is een schema opgesteld waarin wordt weergegeven hoe typen effecten worden meegenomen in een MKBA. Ten slotte heeft TNO Bouw en Ondergrond in opdracht van het KiM de aard en de factoren die van invloed zijn op de omvang van indirecte effecten van het goederenvervoer onderzocht. Door diverse oorzaken kunnen effecten in het goederenvervoer ontstaan, bijvoorbeeld infrastructuuraanleg, voertuiginnovaties, regelgeving en dergelijke (zie Wortelboer en Van der Linde, 2004). In deze studie beperken we ons tot de effecten als gevolg van een infrastructuurproject. Daar speelt de discussie over indirecte effecten het sterkst. Deze situatie is tegelijk representatief voor andere typen veranderingen in het goederenvervoer. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat kort in op de economische betekenis van het goederenvervoer, uitgedrukt in toegevoegde waarde en werkgelegenheid. Hoofdstuk 3 beschrijft de discussie over de indirecte effecten van goederenvervoerprojecten. De mogelijke oorzaken van deze discussie worden onderzocht. In hoofdstuk 4 wordt de doorwerking van infrastructuurprojecten op het goederenvervoer doorgelicht en wordt nagegaan hoe effecten worden meegenomen in een maatschappelijke kosten-batenanalyse. In hoofdstuk 5 wordt geïllustreerd hoe economische aspecten worden meegenomen in een maatschappelijke kosten-batenanalyse. Dit wordt voor twee perspectieven uitgewerkt, namelijk die van de doorsnee ondernemer en die van de doorsnee bestuurder. Hoofdstuk 6 gaat in op de omvang van de indirecte effecten voor het goederenvervoer. Hoofdstuk 7 bevat de conclusies en aanbevelingen. In de bijlagen zijn een overzicht opgenomen van de belangrijkste begrippen in een maatschappelijke kosten-batenanalyse en een toelichting op de verschillende sectoren in het goederenvervoer. 13 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

15 14 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

16 2. De economische betekenis van het goederenvervoer Inleiding Goederenvervoer is een onlosmakelijk onderdeel van onze economie. Het vervoer van goederen is een belangrijke voorwaarde voor het functioneren van economische activiteiten, zoals productie en handel, zodat zij goederen kunnen transporteren naar locaties waar deze nodig zijn. De vraag naar goederenvervoer is dan ook een afgeleide vraag, en komt voort uit de behoefte aan grondstoffen, halffabricaten en eindproducten elders in de economie. Door de groeiende behoefte aan het vervoer van goederen in Nederland en daarbuiten is het goederenvervoer uitgegroeid tot omvangrijke economische sectoren. Dit hoofdstuk gaat, als introductie, kort in op de economische betekenis van het goederenvervoer. Dit gebeurt op basis van de resultaten van eerdere studies naar de toegevoegde waarde en werkgelegenheid in deze sector. 2.2 Werkgelegenheid en toegevoegde waarde Goederenvervoer wordt doorgaans ingedeeld naar modaliteit: wegvervoer, binnenvaart, spoorvervoer, buisleiding, luchtvaart en luchthavens, zeevaart en zeehavens. Een beschrijving van deze sectoren is in bijlage C te vinden. Logistieke activiteiten, zoals opslag, orderverwerking en planning, zijn sterk verweven met transport en worden daarom ook tot goederenvervoer gerekend. Daarnaast wordt goederentransport ook uitgevoerd door productie- en handelsbedrijven zelf ( eigenvervoer ). De economische betekenis van het goederenvervoer wordt doorgaans uitgedrukt in de directe toegevoegde waarde van de sectoren zelf, en de economische relaties met de toeleveranciers (achterwaarts) en de afnemers van transportdiensten (voorwaarts). Bij het in beeld brengen van de economische betekenis van de diverse sectoren spelen afbakeningsproblemen en ontbreken cijfers. Desondanks kunnen op basis van diverse bronnen de toegevoegde waarde en werkgelegenheid van diverse vervoerssectoren in beeld worden gebracht. Deze kunnen echter niet bij elkaar worden opgeteld. Er is sprake van overlap waardoor een grote kans bestaat op dubbeltelling Transport en logistiek Het CBS presenteert de toegevoegde waarde van het vervoer, te onderscheiden naar verschillende sectoren, waaronder vervoer over 15 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

17 land, over water en door de lucht. Een nadeel van deze cijfers is dat het geen uitsplitsing betreft naar modaliteit en dat het inclusief personenvervoer en telecommunicatie is Tabel 2.1 Toegevoegde waarde en werkgelegenheid van vervoer, opslag en communicatie, 2006 Bron: CBS, Statline Toegevoegde waarde Werkgelegenheid Vervoer, opslag en 33,7 mld communicatie, w.o. Vervoer over land 10,7 mld Vervoer over water 1,8 mld Vervoer door de lucht 2,2 mld Dienstverlening t.b.v. vervoer 7,1 mld Post en telecommunicatie 12,0 mld NB: Betreft voorlopige cijfers van 2006 en inclusief personenvervoer en telecommunicatie Een uitsplitsing naar modaliteit is lastiger. Voor het goederenvervoer over de weg komen Kuipers et al. (2005) tot een toegevoegde waarde voor 2003 van 12,5 miljard euro. Dit betreft wegvervoer, inclusief post, koeriersdiensten en eigen vervoer. De toegevoegde waarde van de binnenvaart in 2005 bedroeg 704 miljoen euro (Policy Research Corporation, 2007) Zeevaart en zeehavens De havenmonitor (RebelGroup Advisory/Buck Consultants International, 2006a) houdt de toegevoegde waarde en werkgelegenheid bij van de Nederlandse zeehavens (zie tabel 2.2). Hierbij moet worden opgemerkt dat alle activiteiten die in de zeehaven plaatsvinden worden meegenomen, waaronder zeehavengebonden industrie. De toeleverende bedrijvigheid is apart meegenomen Tabel 2.2 Toegevoegde waarde en werkgelegenheid van de Nederlandse zeehavens in 2005 Bron: RebelGroup Advisory/Buck Consultants International, 2006b Toegevoegde waarde Werkgelegenheid Zeehavens - direct 21,3 mld indirect (alleen toeleverend) 10,3 mld De Stichting Nederland Maritiem Land (2006) heeft het maritieme cluster in kaart gebracht. Het betreft zeevaart, havens maar ook offshore, binnenvaart, waterbouw en dergelijke (zie tabel 2.3) Tabel 2.3 Toegevoegde waarde en werkgelegenheid van het maritieme cluster in 2005 Bron: Policy Research Corporation (Stichting Nederland Maritiem Land, 2006) Toegevoegde waarde Werkgelegenheid Maritieme cluster - direct 10,0 mld indirect (toeleverend) 3,3 mld Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

18 Luchtvaart en luchthavens De activiteiten op de luchthavens in de luchtvaart hebben grotendeels betrekking op het vervoer van passagiers. In het onderzoek van Ecorys en Districon (2005) is de toegevoegde waarde bepaald van de luchtvracht Tabel 2.4 Toegevoegde waarde en werkgelegenheid in de luchtvracht in 2003 Bron: Ecorys/Districon, 2005 Toegevoegde waarde Werkgelegenheid Schiphol, luchtvracht - direct 0,8 mld indirect (toeleverend) 0,7 mld Aandeel in de export In de beleidsdiscussie in Nederland komt het goederenvervoer als sector in beeld als het gaat om de export van vervoersdiensten (over zee, door de lucht, over de weg, per spoor, per pijpleiding en via de binnenvaart). Immers ondernemend Nederland heeft baat bij de export van diensten. Ongeveer zestig procent van de toegevoegde waarde van de transportsector is export (zie Groot en Möhlmann, 2008). Ter vergelijking, het gemiddelde voor alle sectoren is dertig procent. 2.4 Ondersteunend aan andere sectoren Naast een directe economische betekenis heeft het goederenvervoer ook een ondersteunende rol voor andere sectoren in de economie. Het maakt voor de beleidsdiscussie volgens Wortelboer en Van der Linde (2004) veel uit welke invalshoek men kiest: transport als producerende sector (meso) of transport als noodzakelijke voorwaarde voor andere economische activiteiten (macro). In de betekenis als noodzakelijke voorwaarde gaat het om de (indirecte) bijdrage aan de prestaties van andere economische sectoren als handel en productie. Deze ondersteunende rol bestaat bijvoorbeeld uit de aanvoer van de benodigde grondstoffen, energie en een grote consumentenmarkt bereikbaar maken voor de eindproducten van een producent of handelaar. Voor de consument is het van belang dat de producten zo goedkoop mogelijk en op tijd in de schappen liggen. Voor de economie als geheel, lees de overige sectoren, is daarnaast van belang dat het vervoer zo efficiënt mogelijk plaatsvindt en bijdraagt aan een sterke concurrentiepositie op buitenlandse markten. Uit dit oogpunt wordt ook vanuit de andere sectoren belang gehecht aan verbetering van de infrastructuur, met name als het gaat om internationale verbindingen. De betekenis van het goederenvervoer voor deze sectoren is een belangrijk onderdeel in de discussie over de indirecte effecten. 17 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

19 18 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

20 3. De discussie over indirecte effecten Inleiding De discussie over de indirecte effecten speelt bij grote investeringsprojecten waarvoor een maatschappelijke kosten-batenanalyse wordt opgesteld. Bij het goederenvervoer gaat het om projecten zoals de Betuweroute, de Tweede Maasvlakte of de zeesluis bij IJmuiden. Belanghebbenden van een project verschillen vaak van mening over de aard en omvang van effecten met economen die een MKBA uitvoeren. In 2000 heeft het kabinet de leidraad OEI (Overzicht Effecten Infrastructuur) laten ontwikkelen voor maatschappelijke kosten-batenanalyses bij infrastructuurprojecten. Sinds de introductie van de OEI-leidraad (toen nog OEEI) is vooruitgang geboekt in de maatschappelijke onderbouwing van infrastructuurprojecten. Bij de evaluatie van een nieuw project volgens de OEI-leidraad, geldt het uitgangspunt dat via een consistent (boekhoudkundige) en wetenschappelijk onderbouwde wijze de bijdrage aan de nationale welvaart inzichtelijk gemaakt moet worden. Om deze reden wordt de voorkeur gegeven aan de maatschappelijke kosten-batenanalyse als evaluatiemethode. De meer eenduidige terminologie en de kanalisering van de discussies over methoden, heeft geleid tot een meer open en gestructureerde discussie tussen wetenschappers dan vóór de OEI-leidraad het geval was (Buck Consultants International, 2002). Discussies over aard en omvang van de effecten van infrastructuurprojecten behoren echter nog niet tot het verleden. De in de volgende box vrij algemene en globale weergave van de discussie gaat in grote lijnen ook op voor de situatie in Nederland. Echter, in deze discussie is meer aan de hand. Uit interviews met belanghebbenden blijkt dat de discussie verschillende aspecten betreft. Box: de maatschappelijke discussie rondom infrastructuurverbeteringen Het Department for Transport (DfT) in het Verenigd Koninkrijk geeft in het SACTRA-rapport (Standing Advisory Committee for Trunk Road Assessment) (2006) de maatschappelijke discussie als volgt weer: Het bedrijfsleven stelt dat een efficiënt vervoernetwerk vitaal is voor een sterke economie - lokaal, regionaal en nationaal - door toegang te bieden tot arbeid, leveranciers en klanten. Continu is investeren nodig om het bestaande netwerk te verbeteren. Zij argumenteren dat transportverbeteringen bedrijven helpen hun bedrijfsvoering te reorganiseren. Dit leidt tot significante baten, en wel veel groter dan die in MKBA s worden meegenomen. 19 Goederenvervoer en de discussie over indirecte effecten

Samenvatting ... 7 Samenvatting

Samenvatting ... 7 Samenvatting Samenvatting... In rapporten en beleidsnotities wordt veelvuldig genoemd dat de aanwezigheid van een grote luchthaven én een grote zeehaven in één land of regio, voor de economie een bijzondere meerwaarde

Nadere informatie

Samenvatting. Bereikbaarheid en concurrentiekracht - KiM 5

Samenvatting. Bereikbaarheid en concurrentiekracht - KiM 5 Samenvatting Verbeteringen in de bereikbaarheid kunnen bijdragen aan de concurrentiekracht van een regio of een land, doordat reistijd- en betrouwbaarheidsverbeteringen een direct effect hebben op de productiviteit

Nadere informatie

Met beide benen op de grond: De toepassing van OEI in de luchtvaart

Met beide benen op de grond: De toepassing van OEI in de luchtvaart Met beide benen op de grond: De toepassing van OEI in de luchtvaart Airneth Lunchseminar Den Haag, 13 november 2008 Prof.dr. Carl Koopmans Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) Inhoud 1. OEI 2.

Nadere informatie

Synergie tussen MIRT projecten: synergie in de directe en indirecte effecten

Synergie tussen MIRT projecten: synergie in de directe en indirecte effecten 3 - van den Burghweg 1 2628 CS Delft Postbus 5044 2600 GA Delft T (088) 798 2 222 F (088) 798 2 999 dvsloket@rws.nl http://www.rijkswaterstaat.nl/ dvs Synergie tussen MIRT projecten: synergie in de directe

Nadere informatie

De invloed van een goederenvervoerproject op de economie. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

De invloed van een goederenvervoerproject op de economie. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid De invloed van een goederenvervoerproject op de economie Hoe wordt dit meegenomen in een kosten-batenanalyse? Wat is de invloed van een goederenvervoerproject op de economie? Hoe komt het dat een project

Nadere informatie

Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC)

Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) notitie Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Johan Visser April 2011 Pagina 1 van 9 scenario s en gevoeligheidsanalyse

Nadere informatie

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Sytze Rienstra en Jan van Donkelaar, 15 januari 2010 Er is de laatste tijd bij de beoordeling van projecten voor de binnenvaart veel discussie over

Nadere informatie

Second opinion op de beleidsdoorlichting van Artikel 17 Luchtvaart

Second opinion op de beleidsdoorlichting van Artikel 17 Luchtvaart Second opinion op de beleidsdoorlichting van Artikel 17 Luchtvaart Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Maarten de Lange 1 Inhoud Inleiding... 3 Vragen die in de second opinion beantwoord worden... 4

Nadere informatie

Module: Ontbrekende schakel in netwerk

Module: Ontbrekende schakel in netwerk Module: Ontbrekende schakel in netwerk Invullen In de onderstaande tabel staat een toelichting op de in te vullen gegevens. Onderdeel Invoervariabelen Investeringen Meerkosten beheer- en onderhoud Reductie

Nadere informatie

Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC)

Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) notitie Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Johan Visser April 2011 Pagina 1 van 9 Samenvatting Het Kennisinstituut

Nadere informatie

Module: Aanpassing kruispunt

Module: Aanpassing kruispunt Module: Aanpassing kruispunt Invullen van de tool In de onderstaande tabel staat een toelichting op de in te vullen gegevens. Onderdeel Invoervariabelen Meerkosten beheer- en onderhoud Reductie reistijd

Nadere informatie

Samenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten

Samenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten Samenvatting................. In juli 2008 heeft de Europese Commissie een strategie uitgebracht om de externe kosten in de vervoersmodaliteiten te internaliseren. 1 Op korte termijn wil de Europese Commissie

Nadere informatie

Nut & noodzaak MIRT-projecten. Review van het gebruik van economische scenario s bij doorrekening van MIRT-projecten

Nut & noodzaak MIRT-projecten. Review van het gebruik van economische scenario s bij doorrekening van MIRT-projecten Nut & noodzaak MIRT-projecten Review van het gebruik van economische scenario s bij doorrekening van MIRT-projecten Overzicht Korte introductie CE Delft Achtergrond Aanleiding en doel van het onderzoek

Nadere informatie

Impactmeting: een 10 stappenplan

Impactmeting: een 10 stappenplan Impactmeting: een 10 stappenplan Stap 1: De probleemanalyse De eerste stap in een impactmeting omvat het formuleren van de zogenaamde probleemanalyse welke tot stand komt door antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

Second opinion op de beleidsdoorlichting van het begrotingsartikel 18. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Maarten Kansen

Second opinion op de beleidsdoorlichting van het begrotingsartikel 18. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Maarten Kansen Second opinion op de beleidsdoorlichting van het begrotingsartikel 18 Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Maarten Kansen Oktober 2016 Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) maakt analyses

Nadere informatie

Worden niet-geprijsde effecten evenwichtig meegenomen?

Worden niet-geprijsde effecten evenwichtig meegenomen? Natuur in MKBA s Worden niet-geprijsde effecten evenwichtig meegenomen? 22-11-2012, Vincent Linderhof, Arianne de Blaeij, Janneke Vader (LEI), Carl Koopmans (SEO/VU) en Piet Rietveld (VU) Natuur Reistijd

Nadere informatie

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven CPB Notitie Datum : 6 juli 2006 Aan : Ministerie van Economische Zaken Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven 1 Inleiding Op 5 juli 2006 heeft SEO, in opdracht van

Nadere informatie

Macro-economie van offshore wind-energie

Macro-economie van offshore wind-energie Macro-economie van offshore wind-energie Windkracht14 World Trade Center, Rotterdam 22/01/2014 David de Jager Stelling > De (potentiële) economische waarde van de Nederlandse toeleverende economische sectoren

Nadere informatie

Wegen gebouwd op achterhaalde groeiscenario s auteur: Huib van Essen, CE Delft

Wegen gebouwd op achterhaalde groeiscenario s auteur: Huib van Essen, CE Delft Wegen gebouwd op achterhaalde groeiscenario s auteur: Huib van Essen, CE Delft De meeste plannen voor nieuwe of bredere snelwegen waarvan de uitvoering de komende jaren gepland staat, zijn onderbouwd met

Nadere informatie

Instructiedocument Casus Factsheet

Instructiedocument Casus Factsheet Instructiedocument Casus Factsheet Samengesteld op basis van verkenningen binnen het programma Sggv, 2009-2012. Dit geanonimiseerde document is in licentie gegeven op basis van een Creative Commons Licentie.

Nadere informatie

Samenvatting. De relaties tussen de zeevaart en de maritieme cluster zijn op basis van deze twee vormen van clustering verder uitgewerkt.

Samenvatting. De relaties tussen de zeevaart en de maritieme cluster zijn op basis van deze twee vormen van clustering verder uitgewerkt. Samenvatting De Nederlandse zeevaartsector is sterk internationaal georiënteerd maar tegelijkertijd van belang voor andere Nederlandse maritieme sectoren. Dit heeft niet alleen te maken met de aankopen

Nadere informatie

Zoete Baten. Het economisch belang van Spaarwater. Prof.dr. Carl Koopmans SEO Economisch Onderzoek. Spaarwater Eindsymposium Leeuwarden 12 maart 2019

Zoete Baten. Het economisch belang van Spaarwater. Prof.dr. Carl Koopmans SEO Economisch Onderzoek. Spaarwater Eindsymposium Leeuwarden 12 maart 2019 Zoete Baten Het economisch belang van Spaarwater Spaarwater Eindsymposium Leeuwarden 12 maart 2019 Prof.dr. Carl Koopmans SEO Economisch Onderzoek Amsterdam www.seo.nl Roetersstraat 29 1018 WB Amsterdam

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige Beleidsdoorlichting Luchtvaart Verslag onafhankelijke deskundige In opdracht van: Decisio BV 17 augustus 2017 Aanleiding In de offerte-uitvraag voor het uitvoeren van de Beleidsdoorlichting Luchtvaart

Nadere informatie

Samenvatting ... 7 Samenvatting

Samenvatting ... 7 Samenvatting Samenvatting... Concurrentie Zeehavens beconcurreren elkaar om lading en omzet. In beginsel is dat vanuit economisch perspectief een gezond uitgangspunt. Concurrentie leidt in goed werkende markten tot

Nadere informatie

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018 Toelichting ISO 14001 Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018 SCCM heeft een instrument ontwikkeld waarmee u goed inzicht krijgt in de milieuprestaties van uw organisatie, de ISO 14001 Milieuprestatiemeting.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1

Samenvatting. Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1 Samenvatting Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1 Uitvoering onderzoek: KokxDeVoogd, Houten Ewout Bückmann Eric Dorscheidt Michiel Hes november 2017 Dit is een uitgave van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 IX Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het

Nadere informatie

Advies van de commissie van economische deskundigen over de CPB studie Economisch optimale waterveiligheid in het IJsselmeergebied *

Advies van de commissie van economische deskundigen over de CPB studie Economisch optimale waterveiligheid in het IJsselmeergebied * Advies van de commissie van economische deskundigen over de CPB studie Economisch optimale waterveiligheid in het IJsselmeergebied * Amsterdam, januari 2014 In opdracht van Ministerie van Infrastructuur

Nadere informatie

Leven van de Lucht: OEI en de kunst van het niet dubbel tellen J. Oosterhaven, 19 juni 2007

Leven van de Lucht: OEI en de kunst van het niet dubbel tellen J. Oosterhaven, 19 juni 2007 Leven van de Lucht: OEI en de kunst van het niet dubbel tellen J. Oosterhaven, 19 juni 2007 Over: Dubbel tellen van werkgelegenheidseffecten Het verschil tussen van gemiddeld en marginaal Indirecte effecten

Nadere informatie

Aan: Rijkswaterstaat WVL Steunpunt Economische Expertise (SEE), Aan: a Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Aan: Rijkswaterstaat WVL Steunpunt Economische Expertise (SEE), Aan: a Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid CPB Notitie Aan: Rijkswaterstaat WVL Steunpunt Economische Expertise (SEE), Aan: a Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Datum: 28 oktober 2015 Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG. Geachte mevrouw Arib,

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG. Geachte mevrouw Arib, Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070-342 43 44 E voorlichting@rekenkamer.nl W www.rekenkamer.nl D A T U M 20 december

Nadere informatie

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth Stappenplan Social Return on Investment Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth 1 1. Inleiding Het succesvol implementeren van ehealth is complex en vraagt investeringen van verschillende

Nadere informatie

Minder logistieke zorgen én efficiëntere zorg

Minder logistieke zorgen én efficiëntere zorg Minder logistieke zorgen én efficiëntere zorg De logistieke scan van CB ontdekt het verbeterpotentieel van uw goederenlogistiek Een efficiëntere logistiek levert (soms onverwacht) belangrijke bijdragen

Nadere informatie

Een juiste interpretatie van een calculatie hangt af van de onderliggende gegevens. 1 Gebruikt u in de calculatie de bruto of de netto grondstofprijs?

Een juiste interpretatie van een calculatie hangt af van de onderliggende gegevens. 1 Gebruikt u in de calculatie de bruto of de netto grondstofprijs? Artikel 5 Opslagmethodiek; de techniek verder uitgewerkt. In het vorige artikel hebben we een start gemaakt met een technische uitleg van de techniek van de opslagcalculatie. Als het goed is hebt u voor

Nadere informatie

Van eindbeeld naar tussenfase Anders Betalen voor Mobiliteit

Van eindbeeld naar tussenfase Anders Betalen voor Mobiliteit Van eindbeeld naar tussenfase Anders Betalen voor Mobiliteit Methodologie voor verkeerskundige effecten van een kilometerprijs voor alleen het hoofdwegennet in 2011 Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Nadere informatie

Workshop Leertuin Maritieme Economie. 23 november 2016

Workshop Leertuin Maritieme Economie. 23 november 2016 Workshop Leertuin Maritieme Economie 23 november 2016 Facts en figures (Maritime Delta regio) Potentieel AV 2025 Maritieme maakindustrie 4.690 fte (bron: ETM regio AV) Facts en figures (Maritime Delta

Nadere informatie

Minder regeldruk Waarom merken ondernemers het niet?

Minder regeldruk Waarom merken ondernemers het niet? Minder regeldruk Waarom merken ondernemers het niet? Esmeralda Vergeer 8 juli 2015 Verschillende betekenissen Teveel overheidsbemoeienis Papierwerk Administratieve lasten Slechte dienstverlening Kastje-naar-de-muur

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Verdeling van Effecten Infrastructuurprojecten

Verdeling van Effecten Infrastructuurprojecten Verdeling van Effecten Infrastructuurprojecten Aanvulling op de Leidraad OEI Aanvulling op de Leidraad OEI december 2004 Verdeling van Effecten Infrastructuurprojecten Aanvulling op de Leidraad OEI Aanvulling

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

Maatschappelijke Kosten- Batenanalyses

Maatschappelijke Kosten- Batenanalyses Maatschappelijke Kosten- Batenanalyses Wat kun en moet je ermee? Imagine the result Agenda Introductie Thermometers, informatie en beslissingen Theoretische achtergrond MKBA Stappen in toepassing MKBA

Nadere informatie

SCHATTING BBO OPBRENGSTEN

SCHATTING BBO OPBRENGSTEN SCHATTING BBO OPBRENGSTEN 1. Opbrengsten BBO aan overheidsinkomsten Voordat wordt ingegaan op de opbrengsten die de BBO aan Lands kas zal bijdragen, wordt stilgestaan bij het gegeven dat het BBO-stelsel

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zeeland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zeeland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Zeeland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

Shaking up the Cost Benefit Analysis process. Issues and directions for improvement when assessing integrated spatial transport plans through a cost

Shaking up the Cost Benefit Analysis process. Issues and directions for improvement when assessing integrated spatial transport plans through a cost Shaking up the Cost Benefit Analysis process. Issues and directions for improvement when assessing integrated spatial transport plans through a cost benefit analysis E. Beukers Samenvatting Het maatschappelijke

Nadere informatie

Strategische welvaartseffecten kanaalzone Gent-Terneuzen, een second opinion

Strategische welvaartseffecten kanaalzone Gent-Terneuzen, een second opinion December 2008 Strategische welvaartseffecten kanaalzone Gent-Terneuzen, een second opinion 1 Inleiding In het kader van het verkennende onderzoeksprogramma van de projectgroep KGT2008 heeft TNO in samenwerking

Nadere informatie

Bereikbaarheid, MKBA en bekostiging

Bereikbaarheid, MKBA en bekostiging Bereikbaarheid, MKBA en bekostiging De MKBA is meer dan alleen maar een instrument om subsidie op te halen Dag van de lightrail, 28 Januari 2015 Barry Ubbels www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Weser-Ems. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Weser-Ems. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Weser-Ems Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Groningen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Groningen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Groningen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Trier. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Trier. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Trier Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Oost-Vlaanderen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Oost-Vlaanderen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Oost-Vlaanderen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

Economische impact Bèta College & Delta Academy

Economische impact Bèta College & Delta Academy Economische impact Bèta College & Delta Academy Onderzoek naar de jaarlijkse economische impact van de komst van het Bèta College en de uitbreiding van de Delta Academy op de Zeeuwse economie drs. Sven

Nadere informatie

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers Prognose 2020 Door Alexander Otgaar, RHV Erasmus Universiteit Rotterdam Diverse studies zijn in het verleden uitgevoerd met als doel om de economische bijdrage van Rotterdam the Hague Airport (hierna aan

Nadere informatie

Evidence-based policy: over de relatie tussen zeevaart en andere maritieme sectoren

Evidence-based policy: over de relatie tussen zeevaart en andere maritieme sectoren Evidence-based policy: over de relatie tussen zeevaart en andere maritieme sectoren P.M. Wortelboer-van Donselaar Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Pauline.wortelboer@minienm.nl J.G.S.N. Visser Kennisinstituut

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Noord-Holland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj BUSINESS CASE: Versie Naam opdrachtgever Naam opsteller Datum: dd-mm-jj Voor akkoord: Datum: LET OP: De bedragen in deze business case zijn schattingen op grond van de nu beschikbare kennis en feiten.

Nadere informatie

6. Project management

6. Project management 6. Project management Studentenversie Inleiding 1. Het proces van project management 2. Risico management "Project management gaat over het stellen van duidelijke doelen en het managen van tijd, materiaal,

Nadere informatie

De latente vraag in het wegverkeer

De latente vraag in het wegverkeer De latente vraag in het wegverkeer Han van der Loop, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM, kennislijn 1 en 2, 5 juni 2014 Vraagstuk * Veel gehoord bij wegverbreding of nieuwe wegen: Roept extra autogebruik

Nadere informatie

Evalueren van beleid. Research voor Beleid (Panteia Groep) Auteur: Christel Scholten

Evalueren van beleid. Research voor Beleid (Panteia Groep) Auteur: Christel Scholten Evalueren van beleid Research voor Beleid (Panteia Groep) Auteur: Christel Scholten Datum: 14 april 2008 Research voor Beleid - Sociaal wetenschappelijk beleidsonderzoek - Zorg en Welzijn, Arbeidsmarkt,

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Köln. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Köln. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Köln Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Drenthe. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Drenthe. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Drenthe Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

Leidt webwinkelen tot meer mobiliteit? Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Leidt webwinkelen tot meer mobiliteit? Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Quickscan naar de betekenis van internetwinkelen voor de mobiliteit Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Johan Visser Jan Francke Juni 2013 Analyses van mobiliteit en mobiliteitsbeleid dat is waar het

Nadere informatie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Bijeenkomst afstudeerbegeleiders 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Doel deel II bijeenkomst vandaag Afstudeerbegeleiders zijn geinformeerd over inhoud Medmec jaar vier (scriptievaardigheden) Afstudeerbegeleiders

Nadere informatie

Eisen aan een maatschappelijke kosten-batenanalyse

Eisen aan een maatschappelijke kosten-batenanalyse Eisen aan een maatschappelijke kosten-batenanalyse Prof.dr. Carl Koopmans (SEO Economisch Onderzoek en Vrije Universiteit) en Rogier Lieshout Msc. (SEO Economisch Onderzoek, Airneth) 16 januari 2014 Inleiding

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Liège. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Liège. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Liège Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Gelderland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Gelderland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Gelderland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Rapport Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Drie afbakeningen van het MKB Oscar Lemmers Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Er waren geen

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Utrecht. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Utrecht. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Utrecht Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Overijssel. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Overijssel. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Overijssel Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Brabant. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Brabant. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Noord-Brabant Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

Voorbeeld adviesrapport MedValue

Voorbeeld adviesrapport MedValue Voorbeeld adviesrapport MedValue (de werkelijke naam van de innovatie en het ziektebeeld zijn verwijderd omdat anders bedrijfsgevoelige informatie van de klant openbaar wordt) Dit onafhankelijke advies

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Friesland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Friesland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Friesland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone

MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone Den Haag, 3 november 2014 Niels Hoefsloot Ruben Abma Inhoud presentatie 1. Onderzoeksmethode en uitgangspunten 2. Directe effecten 3. Indirecte/externe effecten

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zuid-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zuid-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Zuid-Holland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Limburg (NL) Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Limburg (NL) Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Limburg (NL) Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig.

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig. Paper 1 Ontwerpplan Criterium Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Excellent Probleembeschrijving Paper maakt niet duidelijk welk probleem (welke wens) centraal staat en om welke reden. Paper beschrijft

Nadere informatie

Datum 03 juli 2014 Betreft Beantwoording vragen over regeldruk in de kappersbranche en andere bedrijven in de ambachtseconomie

Datum 03 juli 2014 Betreft Beantwoording vragen over regeldruk in de kappersbranche en andere bedrijven in de ambachtseconomie > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Antwerpen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Antwerpen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Antwerpen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management Extern MVO-management MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 Duurzame ontwikkeling... 4 1.1 Duurzame

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Saxionstudent.nl Blok1

Saxionstudent.nl Blok1 Samenvatting eindopdracht Trends en ontwikkelingen op consumentenniveau Macro In dit eind rapport hebben we de navigatiesystemen markt in kaart gebracht. In de macro, meso en micro omgevingen hebben we

Nadere informatie

Inhoudelijke punten van de structuurvisie

Inhoudelijke punten van de structuurvisie VERSLAG Onderwerp: Zeehaven Dordrecht Afdeling: Infrastruktuurontwikkeling ARCADIS Infra BV Lichtenauerlaan 100 Postbus 4205 3006 AE Rotterdam Tel 010 253 22 22 Fax 010 456 72 50 www.arcadis.nl Plaats/datum

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Flevoland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Flevoland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Flevoland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

Schaal- en synergie-effecten bij de spoedeisende hulp

Schaal- en synergie-effecten bij de spoedeisende hulp Schaal- en synergie-effecten bij de spoedeisende hulp Een literatuur- en empirisch onderzoek naar de kostenstructuur van de spoedeisende hulp Centrum voor Innovaties en Publieke Sector Efficiëntie Studies,

Nadere informatie

Update Quick Scan economische effecten gebiedsontwikkeling Kollum Buitenpost

Update Quick Scan economische effecten gebiedsontwikkeling Kollum Buitenpost Update Quick Scan economische effecten gebiedsontwikkeling Kollum Buitenpost Opdrachtgever: Wind Vastgoedontwikkeling b.v. ECORYS Nederland BV Emirto Rienhart Manfred Wienhoven Rotterdam, 04 november 2010

Nadere informatie

Beleving en waardering van infra en gebied

Beleving en waardering van infra en gebied faculteit ruimtelijke wetenschappen planning 1 17-11-2017 1 Beleving en waardering van infra en gebied Prof. Dr. Jos Arts Anne Marel Hilbers, MSc. 2 Achtergrond Drie ontwikkelingen: 1.Infrastructuurprojecten

Nadere informatie

Fair Value Business Valuation. Specialist in Ondernemingswaardering

Fair Value Business Valuation. Specialist in Ondernemingswaardering Fair Value Business Valuation Specialist in Ondernemingswaardering PROFIEL Fair Value Business Valuation heeft zich, als één van de weinige bureaus in Nederland, uitsluitend toegelegd op het specialisme

Nadere informatie

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Sociale wijkzorgteams Den Haag Sociale wijkzorgteams Den Haag Onderzoek naar voorwaarden voor doeltreffend en doelmatig functioneren De rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de sociale wijkzorgteams in Den Haag. Daarbij is gekeken

Nadere informatie

Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor Second opinion

Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor Second opinion Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor Second opinion Jan Francke Jan Anne Annema oktober 2007 Second opinion ProRail studie Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor...............................................................................

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

Eerste Hulp Bij MKBA

Eerste Hulp Bij MKBA Eerste Hulp Bij MKBA Niek Mouter (www.mkba-informatie.nl). Maart 2013 Eerste hulp bij MKBA zet beknopt de belangrijkste informatie over de MKBA op een rij. Onder andere de voordelen en de beperkingen van

Nadere informatie

De economie van de luchtvaart; waarde voor Eindhoven? Presentatie BVM 2 25 augustus 2018, Knegsel Dr Walter J.J. Manshanden

De economie van de luchtvaart; waarde voor Eindhoven? Presentatie BVM 2 25 augustus 2018, Knegsel Dr Walter J.J. Manshanden De economie van de luchtvaart; waarde voor Eindhoven? Presentatie BVM 2 25 augustus 2018, Knegsel Dr Walter J.J. Manshanden Ontwikkeling aantal passagiers, 2008-16 Landen EU > 50 miljoen pax in 2016 Aantal

Nadere informatie

QUICK SCAN KWALITEITSZORG VRIJWILLIGERS ORGANISATIES (ZELFEVALUATIE)

QUICK SCAN KWALITEITSZORG VRIJWILLIGERS ORGANISATIES (ZELFEVALUATIE) vrijwilligers info juni 2003 QUICK SCAN KWALITEITSZORG VRIJWILLIGERS ORGANISATIES (ZELFEVALUATIE) informatie voor deelnemende organisaties Inleiding Vrijwilligersorganisaties zijn organisaties in beweging.

Nadere informatie

Praktijkinstructie Bedrijfseconomische beroepsvorming - financiering 3 (CBA10.3/CREBO:50142)

Praktijkinstructie Bedrijfseconomische beroepsvorming - financiering 3 (CBA10.3/CREBO:50142) instructie Bedrijfseconomische beroepsvorming - financiering 3 (CBA10.3/CREBO:50142) pi.cba10.3.v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd,

Nadere informatie

Businesscase: titel. Businesscase. Titel. Auteur: Versie: Datum: Pagina 1 van 5

Businesscase: titel. Businesscase. Titel. Auteur: Versie: Datum: Pagina 1 van 5 Businesscase Titel Pagina 1 van 5 Versie historie Versie Auteur Datum Omschrijving Akkoord Naam Rol Voor akkoord: Eigenaar businesscase Pagina 2 van 5 Management samenvatting Beschrijf de managementsamenvatting

Nadere informatie

MKBA basiscursus. Ervaringen met de cursus uit het kennis en leerprogramma van de ontwikkelagenda MKBA

MKBA basiscursus. Ervaringen met de cursus uit het kennis en leerprogramma van de ontwikkelagenda MKBA MKBA basiscursus Ervaringen met de cursus uit het kennis en leerprogramma van de ontwikkelagenda MKBA Amersfoort, 2 oktober 2013 Niels Hoefsloot Doelen Ontwikkelagenda MKBA werken aan de MKBA werken met

Nadere informatie

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Welke percepties leven er bij werknemers en studenten omtrent de logistieke sector? Lynn De Bock en Valerie Smid trachten in hun gezamenlijke masterproef

Nadere informatie