YES! GLOBAL ISSUES: CLDCO2

Transcriptie

1 1/1/2013 CHRISTELIJK LYCEUM DELFT YES! GLOBAL ISSUES: CLDCO2 Wat is de luchtkwaliteit van onze school en voldoet deze aan de Europese norm? Door Alma van Oudheusden, Naomi Bartels en Mark Bemelmans

2 Inhoud Voorwoord... 2 Hoofdvraag... 3 Meten is weten... 3 De meetmethode... 3 Meetresultaten:... 4 Conclusie van de metingen... 6 Wat is de norm?... 6 Hoe wordt het probleem ervaren?... 6 De klachten... 7 Het verschil in beleving van het lokaal... 8 Conclusie van de enquêtes... 9 Antwoord op de hoofdvraag...10 Nawoord

3 Voorwoord De resultaten van de vorige meting zijn niet terug te vinden. -Bestuur van de school Deze quote van het bestuur van onze school is misschien niet daadwerkelijk gezegd tijdens de vergadering over het onderwerp luchtkwaliteit, maar het was zeker de conclusie van de vergadering. Dit samen met klachten van leerlingen en docenten zorgt voor een vreemde situatie. Volgens de werknemers en leerlingen heerst er een slechte luchtkwaliteit binnen de school, terwijl het bestuur van de school het enige onderzoek wat helderheid kan brengen is kwijtgeraakt. Dit was de aanleiding voor ons profielwerkstuk. Wij wouden opnieuw onderzoek doen naar de luchtkwaliteit van onze school om zo dit mysterie op te lossen. Met ons onderzoek zijn we ingegaan op de luchtkwaliteit in verschillende lokalen, de Nederlandse en Europese norm voor de luchtkwaliteit binnen educatieve gebouwen en mogelijke oplossingen voor slechte luchtkwaliteit in de lokalen. 2

4 Hoofdvraag Onze hoofdvraag was: Voldoet onze school aan de Europese norm voor de luchtkwaliteit?. Wij willen de luchtkwaliteit in onze school gaan meten in verschillende lokalen, en deze dan gaan vergelijken met de Europese norm. Onze verwachting is dat onze school niet voldoet aan de Europese norm aangezien er vaak klachten over zijn en wij het hier ook mee eens zijn. Naar aanleiding van deze klachten zijn al eerder metingen gedaan, maar de resultaten en het bijbehorende verslag zijn verdwenen, wat een niet al te positieve boodschap geeft. Ook willen we kijken of de leerlingen op school last hebben van de luchtkwaliteit door middel van enquêtes die gehouden worden in het lokaal tijdens de metingen in hetzelfde lokaal. Meten is weten De meetmethode Wij hebben met de ULAB meter gewerkt. De ULAB is een kastje waar je maximaal 4 meters op kan aansluiten en daarna meet de ULAB de dingen afhankelijk van welke meter je erin hebt gestopt voor een zelf gekozen tijd. Wij hebben voor ons onderzoek gewerkt met de CO2 gasmeter, de O2 gas meter, de temperatuurmeter en de luchtvochtigheidsmeter. Deze meters zijn eigenlijk kleine apparaatjes die je aansluit op de ULAB en die hun informatie op ULAB zet zodat het verwerkt kan worden. Daarna moet je alle gegevens op de computer zetten en die maakt er dan grafiekjes van. Dit word gedaan met het programma coach. Dit programma moet je op de computer zetten Wij hebben de metingen gedaan in drie verschillende lokalen. Wij hebben deze lokalen bewust gekozen om te vergelijken hoe de CO2 kan variëren. Hypothese: Wij hebben drie lokalen uitgekozen; 118, 115 en 124. Wij hebben deze lokalen gekozen met de gedachte dat 118 goed was, 124 redelijk en 115 slecht. Ook hebben wij enquêtes afgenomen om te kijken hoe de leerlingen de kwaliteit zelf ervaren en hebben het daarna vergeleken met de metingen. Dit deel word apart behandeld. 3

5 Meetresultaten: LEGENDA Luchtvochtigheid CO2 O2 Temperatuur Dit zijn de resultaten van het redelijke lokaal, 124. De luchtvochtigheid zit ongeveer rond de 75%. Het co2 gehalte is her in vergelijking met de andere metingen redelijk, 1700 ppm, maar in vergelijking met de officiële norm van de NEN 1000 ppm is deze veel te hoog. Het zuurstof gehalte is hier 20% en dat is goed. De temperatuur ligt rond de 20 tot 23 graden Celsius en is ook goed. We verwachtte dat dit lokaal gemiddeld was en dus voldeed het aan onze verwachtingen. 4

6 Dit is het lokaal waar wij de beste verwachtingen van hadden, 118. De luchtvochtigheid zit hier rond de 70%, dit is ook niet bepaald goed. Het CO2-gehalte is hier veel te hoog. Er is een piek met 3100 PPM en dit is het driedubbele van de norm van de NEN. De temperatuur is hier lager dan in de andere twee lokalen en het zuurstof gehalte is zoals in alle andere lokalen 20%. Tot lokaal voldeed dus niet aan onze verwachtingen. Dit is een meting over lokaal 115. het CO2 gehalte is 700 ppm, dit is erg goed en zeker in vergelijking met de andere metingen. De temperatuur is hier 21 graden en dit is goed. Het zuurstofgehalte is 22%, dat is ook goed. De luchtvochtigheid is gemiddeld hier 50% en dit is uitstekend en zelfs bijna het ideale gehalte. Onze verwachtingen van dit lokaal klopten dus niet. 5

7 Conclusie van de metingen Wij hadden de drie lokalen gekozen met een bepaalde verwachting, twee van deze verwachtingen zijn niet uitgekomen. Wij denken dat dit komt omdat de omstandigheden buiten verschilde bij de drie metingen en wij denken dat we niet naar het juiste hebben gekeken om de gevoelskwaliteit van de lucht te bepalen. (zie uitwerking enquête) wij gaan daarom een vervolgonderzoek doen met luchtstromingen en de invloed van de omstandigheden buiten op de gevoelskwaliteit en mogelijk hier een verklaring voor de enquête uit vinden. Wat is de norm? Ook hebben wij zelf gekeken wat wij goed en wat wij slecht vonden en hebben aan de hand daarvan, en aan de hand van de bestaande normen een norm opgesteld. Voor de luchtvochtigheid is er een hele soepele norm van 20% tot 70%. De optimale luchtvochtigheid ligt tussen de 30% en de 50% omdat dan de ziekteverwekkers zich niet makkelijk kunnen verspreiden en dan is de lucht ook al snel schoner. Voor de CO2 is er geen vaste norm, de GGD zegt dat het niet boven de 1200 ppm mag zijn en de NEN zegt dat het niet boven de 1000 ppm mag zijn. Wij vinden zelf dat de NEN de aller beste norm heeft omdat je bij 1200 ppm net op het randje zit om nare symptomen te kunnen krijgen. Verder is de norm voor zuurstof 20%. Deze norm is goed want bij een te hoog of een te laag percentage kunnen er klachten opkomen. Als laatste de norm voor de temperatuur ligt in de winter tussen 19 en de 23 graden en in de zomer tussen de 20 en de 26 graden Celsius. Wij vinden het in de winter goed want 19 graden is niet te koud en 23 graden Celsius niet te warm, maar in de zomer vinden wij 26 graden Celsius iets te hoog en zouden dit liever ook willen zien rond de 23. Dus de norm die wij hebben opgesteld is tussen de 30% en de 50% voor de luchtvochtigheid, Maximaal 1000 ppm CO2, 20% zuurstofgehalte, in de winter tussen de 19 en de 23 graden Celsius en in de zomer tussen de 20 en de 23 graden Celsius. Hoe wordt het probleem ervaren? Tijdens de metingen in een lokaal hebben we ook enquêtes uitgedeeld op momenten s ochtends en s middags in het desbetreffende lokaal. Hierbij keken we naar problemen die veroorzaakt zouden kunnen worden door een slechte luchtkwaliteit, of eventuele acties om de luchtkwaliteit te verbeteren ondernomen werden, of ze last hadden van een hoge temperatuur en/of een benauwd gevoel en of ze last hadden van een rijtje klachten die mogelijk te koppelen zijn aan een slechte luchtkwaliteit. Ook keken we naar hun beleving van het lokaal waar ze in zaten op dat moment zodat we de beleving van de ochtend konden vergelijken met de beleving van de middag zodat we konden zien of dit klopte met de meetresultaten of dat er toch iets anders aan de hand was. Uiteindelijk hebben we besloten om de klachten en het verschil tussen de ochtend en de middag verder uit te werken 6

8 De klachten Zoals al eerder gezegd zijn de volgende klachten mogelijk te koppelen aan een slechte luchtkwaliteit, ook wel sick building syndroom genoemd. Het is lastig om te zeggen of een slechte luchtkwaliteit per definitie aanwezig is als de klachten ook aanwezig zijn, aangezien het gaat over klachten die overal en nergens aan te koppelen zijn. Toch hebben we besloten om hiernaar te kijken omdat het toch een aanwijzing kan zijn voor een slechte luchtkwaliteit. Concentratieverlies Hoofdpijn Vermoeidheid Concentratieverlies en hoofdpijn komen nooit tot redelijk vaak voor. Nooit is het meest gegeven antwoord, maar wordt gevolgd door toch een groot aandeel in de antwoorden soms, vaak en altijd. Dit duidt op een redelijke spreiding van de meningen Vermoeidheid komt nog vaker voor, met vaak als meest gegeven antwoord, gevolgd door nooit en altijd, wat toch weer een redelijke spreiding aangeeft. Ademhalingsproblemen en duizelingen komen minder voor, met soms als meest gegeven antwoord, gevolgd door altijd en nooit. Ook dit geeft weer een spreiding aan. Ademhalingsproblemen Duizelingen 7

9 In de meeste klachten zit één duidelijk antwoord dat het meeste gegeven is, gevolgd door een redelijke spreiding met verschillende antwoorden die even vaak gegeven zijn. Dit geeft aan dat het toch echt over vage klachten gaat, maar dat ze wel degelijk aanwezig zijn en we dus naar de luchtkwaliteit kunnen kijken als mogelijke oorzaak. Het verschil in beleving van het lokaal We hebben de enquêtes twee keer afgenomen op een dag tijdens de metingen in dit lokaal op een moment in de ochtend en een moment in de middag. Uit de verschillende lokalen kwamen verschillende antwoorden, dus ik ga de lokalen apart behandelen. 124 resultaten Het lokaal met neutrale verwachtingen en neutrale De metingen in het lokaal verschilden in de ochtend en in de middag nauwelijks van elkaar, en uit de enquête bleek dat de beleving van dit lokaal in de ochtend en de middag ook nauwelijks van elkaar verschilden. Bij dit lokaal beaamt de enquête dus de metingen. 115 Het lokaal met slechte verwachtingen en goede resultaten Ook de metingen in dit lokaal verschilden in de ochtend en de middag nauwelijks van elkaar, en zijn zelfs stabieler dan de metingen in 124. Opvallend is dat uit de enquête bleek dat de de beleving in het lokaal in de ochtend en in de middag totaal verschillend waren van elkaar. ochtend 115 middag 115 pos neg neutr pos neg neutr In de ochtend is het grootste deel 8

10 van de mensen positief, maar in de middag is het grotendeel opeens negatief, terwijl de meetresultaten aangeven dat er nauwelijks verandering is. 118 resultaten Het lokaal met goede verwachtingen en slechte Deze meting is veel minder stabiel dan de voorgaande metingen, vooral het CO2-gehalte schiet de lucht in, en daalt alleen in de pauzes en tussenuren. Het verschil tussen ochtend en middag is heel groot, en zou dus terug moeten komen in de enquête. Het opvallende hier is dat er juist helemaal geen verschil aanwezig is tussen de ochtend en de middag 118 ochtend 118 middag pos neg neutr pos neg neutr Zowel in de ochtend als in de middag is het grotendeel van de mensen positief over het lokaal. Conclusie van de enquêtes De metingen in de lokalen en de resultaten van de enquêtes spreken elkaar tegen. Dit betekent niet gelijk dat de metingen niet kloppen, want het kan ook zijn dat we niet naar de juiste factoren kijken als het gaat om de beleving van de luchtkwaliteit van onze school. Ook kan het een momentopname zijn waarbij mening en meting elkaar toevallig tegenspreken. Wij willen hierom naar andere factoren gaan kijken en nogmaals een serie metingen uitvoeren, als klein vervolgonderzoek om zo nog meer mogelijke variabelen uit te sluiten. Maar wat wel duidelijk is, is dat er een probleem aanwezig is. 9

11 Antwoord op de hoofdvraag We hebben gemeten op luchtvochtigheid, temperatuur, zuurstof (O 2 ) en koolstofdioxide (CO 2 ). De eerste drie bleven over alle drie de lokalen redelijk stabiel en vrijwel gelijk. Het interessantste om naar te kijken is dus het CO2-gehalte en of deze aan de norm voldoet. Het is niet mogelijk om een antwoord op onze originele hoofdvraag te geven, aangezien er nog geen Europese norm is. In Nederland zelf zijn wel verschillende normen gesteld voor het CO 2 -gehalte in een klaslokaal. In twee van de drie lokalen overschrijdt de luchtkwaliteit de norm redelijk tot zeer erg. Nawoord Dit onderzoek heeft misschien niet het mysterie opgelost, maar het heeft wel degelijk meer inzicht gegeven in deze situatie. Onze metingen hebben redelijk wat aandacht gekregen van zowel de leerlingen als de docenten. We hopen dus dat het hier niet bij blijft en dat er verder onderzocht gaat worden. Ook zouden we graag een duidelijke test willen maken om zo de concentratie van de leerlingen te testen. Ons onderzoek zelf verliep redelijk goed. We kwamen vooral in het begin veel obstakels tegen toen we nog knopen door moesten hakken. Maar uiteindelijk is dit allemaal goed gelukt. Onze metingen sluiten niet aan bij onze enquête. Waarschijnlijk hebben we niet datgene gemeten wat voor het gevoel van een slechte luchtkwaliteit zorgt. Wij starten nog een klein onderzoek naar de luchtstroom in de lokalen om zo een nog duidelijkere start te maken naar een vervolgonderzoek. 10