GENERIEK IS DIVERS. Sturen op studiesucces in een grootstedelijke context EVALUATIE G5- STUDIESUCCESPROGRAMMA S

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GENERIEK IS DIVERS. Sturen op studiesucces in een grootstedelijke context EVALUATIE G5- STUDIESUCCESPROGRAMMA S 2008-2011"

Transcriptie

1 GENERIEK IS DIVERS Sturen op studiesucces in een grootstedelijke context EVALUATIE G5- STUDIESUCCESPROGRAMMA S O N D E R Z O E K S R A P P O R T A G E WÂTTE ZIJLSTRA HENDRIK ASPER AHLAM AMRANI MARY TUPAN- WENNO M.M.V. MAURICE CRUL EN NAOMI VAN STAPELE UTRECHT, NOVEMBER 2013

2 VOORKANT: STUDENTEN DIE HEBBEN DEELGENOMEN AAN HET PRE ACADEMIC PROGRAM 2013 VAN DE SCHOOL OF LAW VAN DE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM. FOTOGRAFIE: CAREN HUYGELEN VOOR MEER INFORMATIE OVER DEZE RAPPORTAGE: DE G5- EVALUATIE IS UITGEVOERD IN OPDRACHT VAN HET MINISTERIE VAN OCW, SECTOR HO UTRECHT, NOVEMBER 2013 ECHO EXPERTISECENTRUM DIVERSITEITSBELEID WÂTTE ZIJLSTRA, PROJECTLEIDER G5- EVALUATIE: net.nl MARY TUPAN- WENNO, DIRECTEUR: net.nl WEBSITE: net.nl G5- Evaluatie

3 G5- Evaluatie

4 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD: PROF. MAURICE CRUL SAMENVATTING HOOFDCONCLUSIE EN AANBEVELINGEN CONCLUSIES KWANTITATIEVE ANALYSE HBO EN WO KWALITATIEVE OPBRENGSTEN TIEN BELANGRIJKSTE LESSEN DE TOTSTANDKOMING VAN HET G5- PROGRAMMA STUDIESUCCES PERIODE : INTRODUCTIE ONDERZOEK EN ERVARINGEN PERIODE : EXPERIMENTEREN MET INSTRUMENTEN PERIODE : G5- PROGRAMMA STUDIESUCCES DE TOEKOMST: WAT IS WIJS? VERANTWOORDING G5- EVALUATIE TOETSINGSKADER WERKWIJZE ONDERDELEN EVALUATIE KWANTITATIEVE ANALYSE INSTROOM (INSTELLINGSDEBUTANTEN) AAN DE G5- INSTELLINGEN HOGESCHOLEN UNIVERSITEITEN STUDIESUCCES: BEHOUD EN BACHELORRENDEMENT STUDIESUCCES AAN DE G5- HOGESCHOLEN STUDIESUCCES AAN DE G5- UNIVERSITEITEN BESCHRIJVING G5- PROJECTEN INSTELLINGEN INLEIDING INVULLING VIER INTERVENTIENIVEAUS TIEN GOOD PRACTICES OVERZICHT ONDERZOEKSRESULTATEN ERVARINGEN STAKEHOLDERS G5- PROGRAMMA S INSTELLINGEN BESTUURDERS MEDEWERKERS PROGRAMMA S STUDENTVOICE CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN VISIE, LEIDERSCHAP EN BELEID ONDERWIJSKETEN ONDERWIJS EN ORGANISATIE DOCENTEN/STAF BIJLAGEN BIJLAGE 1: GEBRUIKTE AFKORTINGEN BIJLAGE 2: RESPONDENTEN G5- Evaluatie

5 BIJLAGE 3: GEBRUIKTE CHECKLISTS BIJLAGE 4: BRONNENLIJST DESKRESEARCH BIJLAGE 5: TOELICHTING BIJ DE RENDEMENTSTABELLEN G5- Evaluatie

6 VOORWOORD: PROF. MAURICE CRUL In de New York Times stond deze zomer een groot artikel over grote voedselfabrikanten zoals Cambells en Nestle in Amerika. De kop van het artikel was: As demographics and tastes change, food makers follow suit. Door de veranderingen in de bevolkingssamenstelling in Amerika zien de voedselfabrikanten zich genoodzaakt de smaak en ingrediënten van hun voedsel aanbod aan te passen aan de sterk toegenomen Latijns Amerikaanse bevolking. De markt vraagt het en de bedrijven volgen, simpelweg omdat zij anders een te groot aandeel van de markt dreigen te verliezen. De Amerikaanse bedrijven kijken, volgens het artikel, ook kritisch naar de samenstelling van hun personeel. De klant moet zich in het personeel van het bedrijf erkennen. Bedrijven doen dit niet uit idealistisch principes maar simpelweg omdat zij zich op de lange termijn willen handhaven in de markt. Algemeen wordt aangenomen dat naar 2020 toe het aantal studenten in het hoger onderwijs zal verminderen en dat een groter deel van die studenten in de G5 van niet Nederlandse afkomst zal zijn. De hoger onderwijsinstellingen dienen de studenten van niet Nederlandse afkomst dus goed te bedienen willen zij zichzelf duurzaam in de markt zetten. De eerste onderzoeken over allochtone studenten in het hoger onderwijs dateren van zo n twintig jaar geleden. Ik was zelf als AIO vanaf het eerste begin betrokken bij het onderzoek naar allochtone studenten in het hoger onderwijs. In 1993 startte ik een onderzoek naar Turks en Marokkaans Nederlandse studenten. Mijn collega s vroegen mij toen sarcastisch of ik ze, gezien hun geringe aantallen, allemaal zou gaan interviewen. Toen ik in 1995 een bijeenkomst van de Marokkaanse studentenvereniging Eurabia in Rotterdam bezocht waar zo n honderd studenten van Marokkaanse afkomst aanwezig waren haalde ik opgelucht adem. Ze bestonden echt! In de loop van tijd is de netto instroom van allochtone en autochtone jongeren tot en met 24 jaar in het hoger onderwijs steeds sterker naar elkaar gegroeid. Ruim veertig procent van de allochtone jongeren in die leeftijdscategorie stroomt tegenwoordig het hoger onderwijs in (SCP 2011, 117). Op veel hogescholen in de Randstad is in bepaalde studierichtingen ondertussen meer dan de helft van de eerstejaars studenten van niet- Nederlandse afkomst. Op enkele opleidingen op hogescholen geldt dit al voor de hele studentenpopulatie. Het is bovendien zo dat die groep van niet- Nederlandse afkomst steeds diverser wordt. Naast studenten uit de vier klassieke migranten groepen zitten er ook kinderen van vluchtelingen tussen en buitenlandse studenten uit China. Een situatie die ik in een eerdere publicatie duidde met de term superdiversiteit (Crul e.a. 2013). G5- Evaluatie

7 Het hoger onderwijs in de Randstad maakt een verandering mee die te vergelijken is met de veranderingen in het basisonderwijs in de jaren tachtig bij de massale instroom van de eerste golf migrantenkinderen. De reacties uit het hoger onderwijs zijn ook enigszins vergelijkbaar. Er gaat een shock door de organisatie en er wordt in de wandelgangen door sommigen openlijk geklaagd over die nieuwe student. In het hoger beroepsonderwijs geven sommigen openlijk aan dat veel van de allochtone mbo- studenten eigenlijk niet thuis horen op het hbo. Daarmee dwingt de parallel zich op met de reactie in het basisonderwijs uit de jaren tachtig. De basisscholen wezen op de taalproblemen van de leerling en de geringe betrokkenheid van de eerste generatie ouders. De leerling moest veranderen en ook de ouders moesten zich aanpassen aan wat de school van hen aan betrokkenheid vraagt. We weten vijfentwintig jaar later dat niet de leerlingen zijn veranderd maar de onderwijsinstellingen. Er is een nieuwe zorgstructuur ingericht, er veel aandacht voor taal en onderwijs assistenten uit de doelgroepen zijn aangetrokken. En er is ook resultaat. De instroom in het hoger onderwijs groeit gestaag. Het hoger onderwijs in de Randstad zit nog midden in dit veranderingsproces. Het studiesuccesprogramma is een eerste aanzet geweest om een inclusieve leeromgeving te creëren met summerschools, learning communities, extra Nederlandse taalondersteuning, extra begeleiding en coaching door mentoren en studieloopbaanbegeleiders. De schaal waarop deze instrumenten zijn ingezet was door de omvang van de middelen beperkt en omdat instellingen de interventies meestal generiek hebben ingezet is het de vraag of de steun wel altijd bij de studenten terecht is gekomen die dit het meeste nodig hadden. Parallel aan het studiesuccesprogramma is er een nog sterkere beweging geweest richting kwaliteit en selectie. Ingegeven door een aantal incidenten die op indringende wijze de kwaliteit op opleidingen ter discussie stelden zijn aan alle kanten de eisen opgeschroefd. Samen met de dreiging van de langstudeerdersboete heeft dit een beweging in gang gezet naar selectie voor de poort en selectie in het eerste jaar (bindend studie advies). Er kwam ook meer nadruk te liggen op taal, rekenen en studie vaardigheden. Door de kwaliteitsslag kwam steeds nadrukkelijker de ideale student in beeld. Dit is bij uitstek een vrouwelijk havo of vwo student van Nederlandse afkomst uit de midden of hogere klasse. Dit zijn de studenten die goed voorbereid zijn op een academische leeromgeving in een Nederlandse middelbare school. Het zijn de studenten die het minste switchen, het minst uitvallen en het snelst afstuderen. Er is echter een probleem met de ideale student. Zij komen steeds minder voor. Deze studenten vormen een steeds kleiner wordende minderheid. G5- Evaluatie

8 Dit plaatst de hoger onderwijsinstellingen in de Randstad voor een dilemma. Als ze het onderwijs modeleren naar hun ideale student komt het rendement van de instelling onder druk te staan. De groep studenten met een andere vooropleiding en etnische of klasse achtergrond wordt steeds groter en beïnvloedt de uitval- en rendementscijfers steeds sterker. Als het rendement onder deze studenten veel lager is, werkt dit logischer wijs ook sterk door in de algemene uitval- en rendementscijfers van de instelling. En die trend zal zich in de toekomst nog verder doorzetten. Moet kwaliteit dan maar worden opgeofferd aan rendement? Het antwoord is nadrukkelijk nee. Er moet echter wel een omslag in het denken komen. Kwaliteit moet veel nadrukkelijker gekoppeld worden aan gerichte steun aan studenten die om welke reden dan ook (buitenlandse vooropleiding, mbo vooropleiding of de lagere kwaliteit van het voortgezet onderwijs) te weinig zijn voorbereid op de academische eisen. De instellingen hebben hiervoor de eerste stappen gezet maar er moet nog verder worden doorgepakt. Een eerste voorwaarde voor zo n beleid is een goed onderzoekshuis. Het G5 programma heeft hiervoor een belangrijke impuls gegeven. Met specifieke kennis over wie de groepen zijn die uitvallen of voor wie de meeste studievertraging optreedt, kan er gerichte ondersteuning worden geboden. En ook alleen op deze manier kan stigmatisering van bepaalde groepen worden voorkomen. Niet alle allochtone studenten hebben problemen met het academische Nederlands. Dus alleen die dat wel hebben moeten extra ondersteuning krijgen. Steeds meer allochtone studenten zijn zelf niet gemigreerd, maar diegene die wel zelf zijn gemigreerd (bijvoorbeeld veel Antilliaanse studenten) hebben vaak wel een eigen problematiek. Sommige problemen zijn niet specifiek voor allochtone studenten, maar voor alle mbo- studenten. Steeds moet er heel gericht gekeken worden wie we willen aanspreken en hoe. Dat is iets dat steeds meer instellingen zich realiseren. Het belangrijkste vraagstuk van vandaag is niet de toegang van allochtone studenten tot het hoger onderwijs, maar de uitval en het rendement. Dat is op zich heel positief nieuws! Wie had dat twintig jaar geleden durven voorspellen? Het is een enorme prestatie van de onderwijssector en de allochtone studenten zelf. De uitdaging die ons rest is echter bijna even groot. Het gat tussen de allochtone en autochtone leerlingen in uitval en rendement in het hoger onderwijs wordt elk jaar groter. Die trend moet worden gestopt met gerichte interventies op de groepen die vanuit het onderzoekshuis in beeld komen. Het geloof dat goed generiek beleid op maat het gat vanzelf dicht blijkt helaas niet te kloppen. De keuze voor generiek beleid heeft de verschillen wellicht juist vergroot. Dit is ook niet zo heel vreemd. Algemeen bekend is dat studenten die reeds goed functioneren en goed zijn ingebed in de instelling meer profiteren van een betere structuur en begeleiding dan G5- Evaluatie

9 studenten die minder goed functioneren en waarbij de aansluiting al vanaf het begin moeizamer is. Om de verschillen in uitval en rendement duurzaam te verkleinen, moet dus ondersteuning op maat worden gegeven. Dat is wat anders dan een terugkeer naar het oude doelgroepen beleid. Dat werd veel te grofmazig ingezet voor alle allochtone studenten en werkte ook stigmatiserend. Uit een recent rapport op de VU bleek dat niet- westerse allochtone meisjes minder vaak uitvallen en een hoger studierendement hebben dan autochtone jongens. Men moet dus uiterst voorzichtig zijn in het labellen van grote container groepen. Een van de opbrengsten van het G5 studiesuccesprogramma is het inzicht dat de benadering specifieker moet zijn. Dit moet ook omdat de middelen voor een intensieve generieke begeleiding niet voor handen zijn. In het ene geval zal het gaan om extra begeleiding bij de aansluiting voor jongeren met een achtergrond in mbo economie en handel, in het andere geval zijn het vrouwelijke studenten in de zorg die hun vooropleiding op de Nederlandse Antillen hebben gedaan en in een derde geval gaat het om buitenlandse studenten uit China wier Engels onvoldoende is. Het zo specifiek mogelijk identificeren van de problemen is de eerste uitdaging voor de instellingen, om vervolgens adequate ondersteuning te bieden. Het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs hebben ons laten zien dat met gericht beleid en ondersteuning resultaat is te behalen. We zullen over tien tot vijftien jaar constateren dat de hoger onderwijsinstellingen net zoals het basis- en voortgezet onderwijs drastisch zijn veranderd en een juiste balans tussen kwaliteit en specifieke begeleiding hebben gevonden. Het G5 programma droeg de eerste bouwstenen hiervoor aan. G5- Evaluatie

10 1. SAMENVATTING In de Randstad van Nederland verandert de demografische samenstelling van de bevolking in hoog tempo, en ook de studentenpopulaties van de grootstedelijke onderwijsinstellingen veranderen mee. Daarnaast geldt dat het Nederlands hoger onderwijs, met name het onderwijs in de grote steden van de Randstad, in een situatie is beland die zich kenmerkt door groter wordende verschillen in studieprestaties tussen groepen studenten (autochtone studenten versus niet- westerse allochtone studenten, het instellingsbehoud van niet- westerse studenten met een mbo- achtergrond versus studenten met een havo- achtergrond en die van mannelijke studenten in vergelijking met vrouwelijke niet- westerse studenten). Deze ontwikkeling is met name sterk in het hbo. Vergelijkbare trends doen zich ook voor buiten de G5. De gelden die het Ministerie van OCW in het kader van het verminderen van deze verschillen heeft verstrekt aan de G5- hoger onderwijs instellingen in de periode 2008/ /2012 heeft deze ontwikkeling helaas niet kunnen doorbreken. Er zijn wel enkele hoopvolle tekenen. Bij een hbo- instelling die al meer dan een decennium op consistente wijze werkt aan studiesucces met generieke en specifieke maatregelen is het studiesucces de afgelopen jaren niet verslechterd. En bij enkele wo- instellingen die de afgelopen jaren drastische onderwijshervormingen hebben doorgevoerd waarbij de nadruk ligt op structuur, discipline, kleinschaligheid en begeleiding, zijn er verbeteringen zichtbaar in de studieprestaties. Het zijn echter kleine verbeteringen ten opzichte van een sterker toenemende diversiteit van de studentenpopulatie van de tien instellingen. In deze rapportage is verslag gedaan van zowel het kwantitatieve deel als het kwalitatieve deel van de resultaten van de evaluatie. Het gaat om de studiesuccesprogramma s die zijn uitgevoerd met de G5- gelden door de vijf hbo- en vijf wo- instellingen in de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Het kwantitatieve deel is verricht met behulp van data uit het 1cijferHO- bestand dat het ministerie van OCW ter beschikking heeft gesteld voor deze evaluatie. De analyse richt zich voornamelijk op de gaps tussen niet westerse allochtone studenten en autochtone studenten voor wat betreft instroom, instellingsbehoud na een jaar en bachelor rendement. Immers de belangrijkste doelstelling van de G5- gelden is het verkleinen van de gaps tussen beide groepen studenten. Het kwalitatieve deel is uitgevoerd door middel van panels en interviews met de volgende drie groepen: bestuurders van de tien instellingen, medewerkers betrokken bij de uitvoering van de projecten binnen de studiesuccesprogramma s en studenten die op of andere wijze hebben geparticipeerd in deze projecten. G5- Evaluatie

11 Daarnaast zijn verschillende documenten geanalyseerd die de instellingen ter beschikking hebben gesteld voor het inventariseren van good practices. 1.1 HOOFDCONCLUSIE EN AANBEVELINGEN Zoals reeds gemeld in de inleiding van deze samenvatting hebben de extra gelden van het ministerie niet geleid tot het verkleinen van de gaps in studieprestaties van niet- westerse allochtone studenten en autochtone studenten. Zoals blijkt uit de kwantitatieve analyse zijn de meeste gaps eerder groter geworden dan kleiner. Het is echter lastig om een direct verband te leggen tussen de interventies die hebben plaatsgevonden om de gaps te verkleinen en de cijfermatige ontwikkelingen. Dit komt enerzijds omdat zoveel factoren een rol spelen in het studiesuccesvraagstuk wat het aanleveren van wetenschappelijk bewijs bemoeilijkt, anderzijds omdat de periode van de studiesuccesprogramma s relatief kort is geweest. Zoals blijkt uit de evaluatie hebben de gelden daarom te weinig substantiële veranderingen teweeg gebracht binnen de instellingen. Voor de universiteiten geldt bovendien dat de gelden maar voor één jaar zijn verstrekt waardoor de relatie tussen de interventies en het studiesucces zeer moeilijk te bewijzen is. Desalniettemin hebben de gelden wel geleid tot nieuwe bewustwording en inzichten binnen de instellingen. Zij vormen een goede basis voor structurele veranderingen in de toekomst. Om een structurele verandering teweeg te brengen zijn er aanbevelingen geformuleerd op vier thema s, namelijk (1) visie, leiderschap en beleid, (2) de onderwijsketen, (3) onderwijs en organisatie en (4) docenten/staf. Thema Visie, leiderschap en beleid Onderwijsketen Aanbevelingen Ontwikkel een krachtige visie op inclusief onderwijs waarbij diversiteit een uitgangspunt is en geen doel. Niet alleen om redenen van gelijke kansen, maar om redenen van de grootstedelijke context die divers is in combinatie met het te weinig benutten van aanwezig menselijk kapitaal en potentieel in de keten. Maak diversiteit als uitgangspunt ook onderdeel van de kwaliteitscriteria voor de accreditatie. Belangrijk is dat de visie op inclusief onderwijs structureel is en consistent wordt uitgevoerd en is afgestemd op alle niveaus: het ministerie, de bestuurders van de instellingen en het onderwijzend personeel. Visie en leiderschap op alle niveaus is cruciaal voor het oplossen van het studiesuccesvraagstuk. Het studiesuccesvraagstuk vergt een aanpak vanuit de gehele onderwijsketen (primair onderwijs, secundair onderwijs, postsecundair onderwijs). Dit betekent meer samenwerking tussen onderwijsinstellingen en overheden op regionaal niveau. Maar een en ander vereist ook centrale regie vanuit het ministerie en extra middelen om de doorstroom beter te G5- Evaluatie

12 faciliteren, de aansluiting vanuit het mbo naar het hbo te verbeteren en de problematiek van switchers tussen instellingen aan te pakken. De mogelijk selecterende werking van de wet Kwaliteit in verscheidenheid moet goed gemonitord worden om te voorkomen dat deze wet nadelig uitpakt voor ondervertegenwoordigde groepen. Onderwijs en organisatie Docenten/staf Het streven naar een goede mix van specifieke en generieke maatregelen voor instellingen is essentieel. Extra support gericht op specifieke groepen is en blijft noodzakelijk en moet zoveel mogelijk binnen de opleidingen en curricula ontwikkeld en aangeboden worden. Gestreefd moet worden naar een onderwijsklimaat waarin verschillende vormen van support normaal onderdeel zijn van het onderwijsaanbod. Het oplossen van het studiesuccesvraagstuk kan niet zonder de betrokkenheid van docenten. Het streven naar inclusive excellence begint bij de bewustwording over wat teaching and learning betekent voor een instelling in een grootstedelijke context met een grote diversiteit in de studenten populatie. Docenten zullen beter geëquipeerd moeten worden om onderwijs te geven aan diverse studentenpopulaties aangezien de diversiteit eerder toeneem dan afneemt. De opname van deze vaardigheden in het BKO is noodzakelijk, daarnaast vereist dit intensieve trainingen met een intervisieachtig karakter. 1.2 CONCLUSIES KWANTITATIEVE ANALYSE HBO EN WO Nog steeds groeit het aandeel niet- westerse studenten dat instroomt aan de hoger onderwijs instellingen. We zien wel een afname van de groei aan de hbo instellingen. De binnen het hbo bijna algemeen geldende neerwaartse trend in instellingsbehoud en de afname van bachelorrendement geldt zowel voor niet- westerse allochtone studenten als voor autochtone studenten. Niet- westers allochtone studenten blijven landelijk minder vaak behouden dan autochtone studenten, en dit verschil (gap) is toegenomen. Ook is het instellingsbehoud voor niet- westers allochtone studenten hoger binnen de G5 dan daarbuiten. Deze daling geldt bijna voor nagenoeg alle afzonderlijke instellingen. Gemiddeld is het opleidingsbehoud aan de G5- instellingen van niet- westerse studenten afgenomen gedurende de projectperiode. Er wordt meer overgestapt, zowel de instroom vanuit een onafgemaakte opleiding aan een andere instelling als het na één jaar overstappen binnen de instelling is verder gestegen. G5- Evaluatie

13 Het nominale bachelorrendement van niet- westers allochtone studenten is binnen de G5 hogescholen gemiddeld aanzienlijk lager dan dat van autochtone studenten. Het bachelorrendement neemt landelijk voor alle afzonderlijke traditionele groepen structureel af, en ook de gap tussen niet- westers allochtone en autochtone studenten is toegenomen. Het nominaal bachelorrendement van de niet- westerse G5 studenten die in het eerste jaar behouden te zijn gebleven, is gedurende de projectperiode afgenomen tot 33% (autochtone studenten 51%). Bij het bachelorrendement na N+2 jaar is er geen neerwaartse trend. Ook is het verschil in rendement tussen beide groepen kleiner. Niet- westerse studenten die niet uitvallen in het eerste jaar studeren dus vaker langer, maar de achterstand in studiesucces ten opzichte van de autochtone medestudenten (gap) loopt na twee extra studiejaren terug. Mannen vallen vaker uit in het eerste jaar, en als ze behouden blijven is er een lager rendement. Daar waar het rendement voor autochtone mannen en vrouwen toenam was het voor niet- westerse studenten minder of zelfs niet aanwezig. De gap is toegenomen voor de meeste groepen bij de meeste instellingen. Autochtone studenten stromen vaker direct in vanuit de havo. De meerderheid van de niet- westers allochtone studenten stroomt in vanuit het mbo. Met name niet- westerse studenten afkomstig van het mbo blijven minder vaak behouden dan studenten van de havo. Echter, voor zowel autochtone als niet- westers allochtone studenten geldt echter dat het bachelorrendement (studiesucces) van de mbo ers die niet zijn uitgevallen in het eerste jaar hoger is dan van de havisten. Alleen aan de Hogeschool Rotterdam neemt het behoud en het rendement van deze mbo- hbo studenten toe. Aan De Haagse Hogeschool, de Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Inholland, instellingen met relatief veel mbo- studenten (en daar ook in aandeel toenemen) zien we een verslechtering van het studiesucces van deze groep studenten. Overstappers (switchers) vanuit een andere hbo- instelling vallen structureel vaker uit en hebben een lager bachelorrendement dan studenten die niet overstappen. Dit geldt zowel voor niet- westerse als autochtone studenten, maar het verschil is bij de eerste groep het grootst. Ook neemt de gap tussen overstappers en niet- overstappers bij alle instellingen toe. Slechts bij acht van de in totaal vijfentwintig sectoren aan de G5 instellingen (sector- instellingcombinatie) is het behoud van niet- westerse studenten toegenomen (exclusief Taal en Cultuur en Landbouw). Vier van deze acht combinaties (Onderwijs, Techniek, Economie en Gedrag en Maatschapij) waren aan de Hogeschool Rotterdam. Hiernaast nam alleen het behoud van G5- Evaluatie

14 niet- westerse studenten in de Techniek aan De Haagse Hogeschool en Onderwijs aan de Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Inholland toe. Bij de overige sectoren aan de hogescholen is naast de toegenomen uitval tegelijkertijd ook de gap tussen autochtone en niet- westerse studenten vergroot. De verschuivingen in bachelorrendement verschillen sterk per sector per instelling. De instroom aan het wo binnen de G5 is vergelijkbaar met die van hbo, behalve dat de groeiende instroom van niet- westers allochtone studenten in veel gevallen niet is afgevlakt maar gelijk is gebleven. Het aantal niet- westerse studenten met een overige herkomst groeit en is de grootste groep binnen de niet- westerse instroom. Tussen de afzonderlijke universiteiten zijn er grote verschillen in instroomverdelingen: westers vs. niet- westers allochtone instroom overig niet- westers vs. de traditionele niet- westerse groepen vooropleiding: switchers, doorstromers, stapelaars jongere en oudere populatie (eerste en tweede generatie) Er zijn grote verschillen in verandering van studiesucces bij de diverse niet- westers allochtone groepen. Voor de groep overig niet- westers, de grootste groep aan de universiteiten geldt dat zij bij sterke verandering een minder effect hebben, of juist een tegenstelde trend. Ook variëren de ontwikkelingen per universiteit. Het bachelorrendement aan de G5- wo instellingen is lager dan aan de G5- hbo instellingen, maar in tegenstelling tot bij de hogescholen gedurende de projectperiode toegenomen. In de meeste gevallen verbeterde het studiesucces van autochtone studenten sterker dan die van niet- westers allochtone studenten: ondanks de toename nam de gap dan toch toe. De Universiteit Utrecht heeft de sterkste stijging van studiesucces doorgemaakt gedurende de projectperiode, heeft de hoogste rendementen van niet- westerse studenten binnen de G5 en zijn de verschillen in studiesucces (gap) gemiddeld het meeste afgenomen. Opvallend is het verschil in behoud na het eerste jaar in vergelijking met het hbo. Binnen de G5 en landelijk hebben zowel niet- westers allochtone als autochtone studenten aan de universiteiten een hoger opleidings- en instellingsbehoud. Ook is het verschil (gap) tussen beide groepen studenten is aan de universiteiten aanzienlijk kleiner dan aan het hbo. Wel is in tegenstelling tot bij de hogescholen het behoud aan de G5 instellingen lager dan van de niet- G5 instellingen. Vrouwelijke studenten blijven in de meerderheid, wel is dit verschil gedurende de projectperiode licht gedaald. Er blijven verhoudingsgewijs G5- Evaluatie

15 meer vrouwen dan mannen van niet- westers allochtone afkomst instromen, maar ook hier er zijn grote verschillen tussen de instellingen. Het instellingsbehoud na een jaar is onder niet- westers allochtone vrouwen hoger dan bij de mannen, maar het behoud neemt onder alle groepen niet- westerse vrouwelijke studenten af. Voor zowel de niet- westerse mannen als vrouwen is het bachelorrendement aan de universiteiten gedurende de projectperiode toegenomen. In vergelijking met de autochtone studenten is zowel het behoud als het bachelorrendement van de niet- westers allochtone vrouwen lager. Voor de niet- westers allochtone mannen is het verschil in studiesucces (gap) vooral zichtbaar bij het bachelorrendement. Net als aan de hogescholen zijn de autochtone studenten relatief jonger, en stromen vaker direct vanaf de middelbare school in. Onder niet- westers allochtone studenten is er een grotere en groeiende instroom vanuit het hbo licht (hbo- p, hbo- bachelor) maar dit verschilt per instelling. Ook stappen niet- westerse studenten vaker over vanuit een andere opleiding aan een andere wo instelling. Aan het begin van de projectperiode stroomde minder dan de helft van de niet- westerse studenten in met een vwo diploma op zak, en dit aantal is verder afgenomen. Het studiesucces is voor zowel autochtone als niet- westerse studenten het hoogst bij de instroom vanuit het vwo. Echter, met name het behoud en bachelorrendement van niet- westers allochtone doorstromers is lager dan gemiddeld. Het grootste verschil in studiesucces tussen beide groepen is bij de instroom vanuit hbo- p of een buitenlandse vooropleiding. Wat opvalt is dat niet- westers allochtone studenten met een vwo vooropleiding bijna even vaak behouden blijven als de autochtone vwo ers, maar het bachelorrendement van deze groep na N+2 jaar aanzienlijk lager ligt. Er zijn gemiddeld weinig grote verschuivingen in instroom en rendement per sector. Wel is er gedurende de projectperiode een toename van het aantal niet- westers allochtone studenten dat kiest voor Natuur, en een afname bij de sector Gezondheidszorg. In alle sectoren is het behoud en rendement van autochtone studenten hoger dan die van de niet- westers allochtone studenten. Opvallend is de scherpe daling in het behoud van niet- westers allochtone studenten in de sector Recht. Het verschil in bachelorrendement tussen beide groepen is het kleinst in de sector Economie, de gap is daar afgenomen. Van de andere sectoren met een grote instroom niet- westerse studenten is bij de sectoren Natuur en Recht het verschil in bachelorrendement het grootst. Bij Natuur is de gap toegenomen, bij Recht verkleind. Veel verschijnselen binnen de afzonderlijke instellingen binnen en buiten de G5 zijn vergelijkbaar. Maar de context van de universiteiten, zowel qua G5- Evaluatie

16 opleidingen als studentenpopulatie, verschilt dermate dat interventies eigenlijk alleen specifiek binnen deze context kunnen worden beschouwd. 1.3 KWALITATIEVE OPBRENGSTEN Hoewel de studiesuccesprogramma s kwantitatief nog weinig opbrengsten tonen, is er wel sprake van veel kwalitatieve opbrengsten. Zowel bestuurders als medewerkers die betrokken zijn geweest bij de uitvoering van de studiesuccesprogramma s geven aan dat door de ervaringen met de G5- programma s: - er veel meer bewustwording en kennis binnen de instellingen is op het gebied van studiesucces van verschillende groepen studenten; - meer kaders zijn ontwikkeld voor kwaliteitseisen ten aanzien van het (regelmatig) monitoren van studiesucces en de rol van docenten en studenten; - het gesprek over de kwaliteit van onderwijs en (sociale en academische) binding beter wordt gevoerd met de docententeams; - een lange termijn visie op studiesucces en diversiteit noodzakelijk is; - er meer inzicht is ontstaan in de werking van verschillende interventies: een goede mix van zachte en harde maatregelen is noodzakelijk, interventies moeten meer in samenhang ontwikkeld worden (ketenbenadering), de verbinding met het curriculum en de hoofdfase is belangrijk; - een projectaanpak niet voldoende is. Het vraagstuk vraagt om een programmatische, langdurige en consistente aanpak; - docenten meer in de positie gesteld moeten worden om verantwoordelijkheid te nemen in het studiesuccesvraagstuk; - evidence- based werken noodzakelijk is. Verschillende instellingen hebben veel geïnvesteerd in onderzoek en het ontwikkelen van een infrastructuur voor monitoring; - kennisdeling en ontwikkeling in samenwerking met andere instellingen belangrijk is. De vijf hbo- instellingen hebben een G5- onderzoeksgroep ingesteld; - er meer inzicht is in het belang van een succesvolle start van de opleiding. G5- Evaluatie

17 Veel interventies die zijn uitgevoerd in het kader van het G5- programma zijn gericht op het verbeteren van de studiekeuze (netwerkvaardigheden en motivatie) en op sociale en academische integratie. Deze termen zijn ontleend aan de theorie van Vincent Tinto. De term academische integratie heeft te maken met de mate waarin de student zich verbindt met zijn of haar leerproces en de opleiding. Academische integratie is daarom zowel op hbo- als voor wo- instellingen toepasbaar. In de interventies lag het accent op het stimuleren van contacten tussen studenten (sociale integratie) en op contacten met docenten en begeleiders en de eerste ervaringen in het hoger onderwijs (academische integratie) met het uiteindelijke doel om het academische zelfvertrouwen van de studenten te vergroten. De meeste geïnterviewde studenten geven aan dat de interventies waarin zij participeerden als deelnemer of als begeleider van andere studenten op een of andere manier hebben bijgedragen aan hun studiesucces. De meeste studenten geven aan dat de interventies hebben bijgedragen aan het vergroten van hun academische zelfvertrouwen en het vergroten van hun thuisgevoel. De studenten geven aan dat de verschillende vormen van support zeer belangrijk zijn voor hun studiesucces en dat de rol van de docent daarin cruciaal is. De meeste studenten geven aan dat zij vooruitgang boekten op het moment dat zij oprechte aandacht kregen van docenten vanuit een positieve grondhouding. Hiermee bedoelen de studenten dat de docenten hen niet benaderden vanuit deficiënties, maar vanuit hoge verwachtingen. Dat de interventies (nog) niet hebben geleid tot grote veranderingen in het studiesucces op opleidings- of instellingsniveau kan verklaard worden uit het feit dat veel interventies kleinschalig waren. Veel interventies waren relatief onbekend binnen de instellingen, studenten werden weinig doorverwezen en niet alle docenten waren positief over de supportmogelijkheden die zijn gecreëerd dankzij de G5- gelden. Tijdens het medewerkerspanel kwam naar voren dat de vrijblijvende deelname aan interventies in combinatie met de deficiëntie- cultuur die nog veel aanwezig binnen de instellingen mogelijk hebben geleid tot het minder aantrekken van de studenten die deze extra support juist nodig hadden. 1.4 TIEN BELANGRIJKSTE LESSEN In aansluiting op de belangrijkste conclusies zijn uit de evaluatie tien belangrijke lessen naar voren gekomen die zeer cruciaal zijn voor het oplossen van het studiesuccesvraagstuk. G5- Evaluatie

18 1. Generiek is divers, maak diversiteit tot uitgangspunt van generiek beleid. 2. Kies op alle niveaus voor een consistente, lange termijn aanpak voor het oplossen van het studiesuccesvraagstuk. 3. Ontwikkel een onderwijsbeleid waarbij aandacht is voor zowel de student impact als de institutional impact. 4. Stimuleer grootstedelijke (regionale) samenwerking voor het oplossen van de problemen ten aanzien van voorbereiding, toegankelijkheid en studiesucces. 5. Evalueer de gevolgen van het huidige beleid ten aanzien van kwaliteitseisen en matching voor toegang en doorstroming van verschillende groepen studenten. 6. Zorg voor een goede mix van maatregelen gericht op het vergroten van het academisch zelfvertrouwen. 7. Professionaliseer support. 8. Geef docenten een grotere rol in het ondersteunen van het leerproces van studenten. 9. Meer aandacht voor de gevolgen van stereotyping en stereotype threat. 10. Stimuleer evidence- based werken en kennisdeling tussen de G5- instellingen. GENERIEK IS DIVERS, MAAK DIVERSITEIT TOT UITGANGSPUNT VAN GENERIEK BELEID Alle studiesuccesprogramma s kenmerken zich door een generieke aanpak. Dit betekent dat de meeste interventies toegankelijk waren voor alle studenten en niet specifiek voor niet- westerse allochtonen. De belangrijkste reden is dat instellingen niet willen stigmatiseren en groepen studenten niet willen problematiseren. Dit kan hen juist op een achterstand plaatsen. Echter, de realiteit is dat studentenpopulaties divers zijn en dat er verschillen zijn in studieprestaties tussen (groepen) studenten. Door de generieke aanpak zijn de verschillen niet kleiner geworden en zijn de studenten die extra support nodig hadden niet effectief bereikt. Interventies moeten daarom veel gedifferentieerder en doelgerichter worden ingezet op specifieke risicogroepen. Dit is mogelijk wanneer binnen generiek onderwijsbeleid, dat is gericht op studiesucces, de aandacht voor diversiteit centraal staat. Diversiteit is daarbij geen doel op zich, maar een uitgangspunt. Alleen door diversiteit bewust als uitgangspunt te nemen voor het generieke onderwijsbeleid, kan diversiteit de norm worden en zullen alle studenten zich positief aangesproken voelen. Het wordt dan mogelijk om specifiek te zijn zonder de indruk te wekken dat er sprake is van stigmatisering. Diversiteit is hierbij geen keuze, maar een realiteit. G5- Evaluatie

19 KIES OP ALLE NIVEAUS VOOR EEN CONSISTENTE, LANGE TERMIJN AANPAK VOOR HET OPLOSSEN VAN HET STUDIESUCCESVRAAGSTUK Zowel bestuurders als medewerkers geven aan dat het heeft ontbroken aan een stevige visie en een consistente, lange termijn aanpak. Dit is noodzakelijk op alle niveaus: nationaal, regionaal en institutioneel. Het tussentijds stopzetten van de G5- gelden door de veranderende politieke context wordt genoemd als voorbeeld van een niet- consistente aanpak. Voorbeelden uit de Verenigde Staten tonen dat het oplossen van het studiesuccesvraagstuk een lange adem vraagt. ONTWIKKEL EEN ONDERWIJSBELEID WAARBIJ AANDACHT IS VOOR ZOWEL DE STUDENT IMPACT ALS DE INSTITUTIONAL IMPACT Het oplossen van het studiesuccesvraagstuk vraagt niet alleen verandering van de studenten, maar ook van het instituut. Interventies die alleen gericht zijn op het veranderen van studenten zullen geen of weinig impact hebben als ook niet het instituut tegelijkertijd op een of andere manier mee verandert. De interventies die tot nu toe zijn ingezet zijn waren voornamelijk gericht op het veranderen van de studenten en vroegen te weinig verandering van de instituten zelf. STIMULEER GROOTSTEDELIJKE (REGIONALE) SAMENWERKING VOOR HET OPLOSSEN VAN DE PROBLEMEN TEN AANZIEN VAN VOORBEREIDING, TOEGANKELIJKHEID EN STUDIESUCCES Bestuurders, medewerkers en studenten zijn het erover eens dat er veel meer aandacht moet zijn voor een goede voorbereiding van scholieren op studeren binnen het hoger onderwijs. Dit moet al beginnen in het primair onderwijs. Dit betekent dat meer samenwerking nodig is binnen de onderwijsketen. Speciale aandacht moet zijn voor het faciliteren van verschillende routes in plaats van het ontmoedigen daarvan (faciliteren van stapelen). Deze routes zijn namelijk belangrijk voor veel niet- westerse allochtonen die vaker dan autochtone studenten via andere routes het hoger onderwijs binnenkomen. Een ander aandachtspunt is het lage en dalende studiesucces van overstappers binnen het hoger onderwijs (switchers). Deze groep groeit, vooral onder de niet- westerse allochtonen. Ook dit vraagstuk is alleen goed op te lossen door grootstedelijke (regionale) samenwerking. EVALUEER DE GEVOLGEN VAN HET HUIDIGE BELEID TEN AANZIEN VAN KWALITEITSEISEN EN MATCHING VOOR TOEGANG EN DOORSTROMING VAN VERSCHILLENDE GROEPEN STUDENTEN De wet Kwaliteit in Verscheidenheid is door alle instellingen positief ontvangen. Wel worden enkele kritische kanttekeningen geplaatst bij mogelijke consequenties voor de doorstroming. De deur naar selectie is namelijk (voorzichtig) opengezet. De strengere kwaliteitseisen en matchingsmethoden die worden toegepast door de instellingen kunnen G5- Evaluatie

20 nadelig uitpakken voor bepaalde groepen studenten, met name niet- westerse allochtonen. ZORG VOOR EEN GOEDE MIX VAN MAATREGELEN GERICHT OP HET VERGROTEN VAN HET ACADEMISCH ZELFVERTROUWEN Uit de evaluatie blijkt dat bij veel instellingen nog geen goede mix is van maatregelen. Deze meeste interventies waren gericht op support (de zachtere maatregelen) en werden buiten het curriculum om georganiseerd. Veel van deze interventies hadden het doel om deficiënties op te lossen. Sommige instellingen hebben zich juist gericht op de meer hardere maatregelen binnen het curriculum met als doel meer structuur en het stimuleren van discipline. Een mix van deze maatregelen, goed op elkaar afgestemd is noodzakelijk. Met de hardere maatregelen worden alle studenten gestimuleerd om beter te presteren, met support kunnen individuele studenten/groepen studenten beter worden bereikt. PROFESSIONALISEER SUPPORT Veel support is gedreven door deficiëntie- denken en wordt buiten het curriculum aangeboden. Hierdoor is er een grote mate van vrijblijvendheid in deelname. Het blijkt ook dat deze maatregelen bij veel docenten een slecht imago hebben: extra support wordt gezien als soft en pamperen. Het gevolg is dat er te weinig draagvlak is en dat studenten te weinig worden doorverwezen. Om de effectiviteit van deze support te vergroten is het van belang om support beter te positioneren en te professionaliseren. Support moet gezien worden als normaal en noodzakelijk voor alle studenten (de zwakkere en de sterkere) en moet een substantieel onderdeel worden van het curriculum gericht op het vergroten van het academisch zelfvertrouwen van de studenten. GEEF DOCENTEN EEN GROTERE ROL IN HET ONDERSTEUNEN VAN HET LEERPROCES VAN STUDENTEN De studenten die zijn geïnterviewd geven aan dat juist de docent verschil kan maken in hun leerproces en hun studiesucces. De rol van de docenten is onderbelicht in de studiesuccesprogramma s. Dit geven de bestuurders en medewerkers ook aan. Docenten moeten meer in de positie worden gebracht dat zij een actieve rol kunnen spelen ten aanzien van het studiesuccesvraagstuk. Alle instellingen zijn op dit moment op zoek naar manieren om docenten en docententeams hierin te professionaliseren. MEER AANDACHT VOOR DE GEVOLGEN VAN STEREOTYPING EN STEREOTYPE THREAT Tijdens het studiesucces- programma hebben de meeste instellingen ervoor gekozen om specifieke groepen niet aan te spreken om stigmatisering te voorkomen, maar tijdens de interviews en panelgesprekken is niet gebleken G5- Evaluatie

nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit.

nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit. nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit. Onderzoek naar sociale hulpbronnen als studiesuccesfactor voor niet-westerse allochtone studenten in het Nederlandse hoger onderwijs Lunchbijeenkomst

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Mei 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding Op 19 mei 2015 hebben de hogescholen hun strategische agenda #hbo2025: wendbaar & weerbaar1

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs April 2016 Feiten en cijfers 2 Het algemene beeld Start van de studie uitval en wisselaars Tal van inspanningen bij hogescholen

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers April 2017 Inhoud 1 Het algemene beeld 2 2 Start van de studie: uitvallers 4 3 Start van de studie: wisselaars 5 4 Afsluiting van de studie: studiesucces

Nadere informatie

DIVERSITEIT EN TOEGANKELIJKHEID IN HET HOGER ONDERWIJS OP EEN HISTORISCH KRUISPUNT.

DIVERSITEIT EN TOEGANKELIJKHEID IN HET HOGER ONDERWIJS OP EEN HISTORISCH KRUISPUNT. DIVERSITEIT EN TOEGANKELIJKHEID IN HET HOGER ONDERWIJS OP EEN HISTORISCH KRUISPUNT. Prof. Maurice Crul VU-Erasmus ) 1 Sociology / Taskorce diversity: Research Agenda EEN LEZING IN ZES PUBIIEKSVRAGEN. Prof.

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN:

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN: SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN: A. VERKENNING NAAR MAATREGELEN ROND IN- EN DOORSTROOM IN HET BACHELORONDERWIJS B. VERSCHILLEN EN ONTWIKKELINGEN IN

Nadere informatie

Superdiversiteit. Implicaties voor de onderwijspraktijk. Prof. Maurice Crul VU Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam

Superdiversiteit. Implicaties voor de onderwijspraktijk. Prof. Maurice Crul VU Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Superdiversiteit. Implicaties voor de onderwijspraktijk Prof. Maurice Crul VU Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Super-diversiteit Super Fantastisch Super = Complexiteit Waarom is het

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Afgestudeerden en uitvallers 2017 In deze factsheet staan de belangrijkste kengetallen en ontwikkelingen met betrekking tot uitval, studiewissel en studiesucces. Alle cijfers betreffen voltijd hbo-bachelorstudenten

Nadere informatie

Verhoging instroom en rendement niet-westerse allochtone studenten bij de Haagse Hogeschool

Verhoging instroom en rendement niet-westerse allochtone studenten bij de Haagse Hogeschool Voorbeelden uit de hogeschoolpraktijk nr. 1 2009 Verhoging instroom en rendement niet-westerse allochtone studenten bij de Haagse Hogeschool Het aantal niet-westerse allochtonen dat een hbo-opleiding volgt

Nadere informatie

Factsheet Toelatingstoets PABO

Factsheet Toelatingstoets PABO Pabo-opleidingen zitten in de lift De pabo s hebben de afgelopen jaren veel stappen gezet om de kwaliteit verder te versterken, onder meer door de invoering van de toelatingstoetsen. Deze maatregelen betalen

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Doorstroom mbo-hbo en uitval in het hbo. Evidence-based aanbevelingen.

Doorstroom mbo-hbo en uitval in het hbo. Evidence-based aanbevelingen. Doorstroom mbo-hbo en uitval in het hbo. Evidence-based aanbevelingen. Kristof De Witte, Sofie Cabus, Eline Sneyers en Cornel Nessler (Maastricht University) Conferentie 1 juni 2017 Context Europese Horizon

Nadere informatie

Analyse van instroom en rendement in hogescholen in de GS5 en in de overige Nederlandse hogescholen

Analyse van instroom en rendement in hogescholen in de GS5 en in de overige Nederlandse hogescholen Bijlage bij hoofdstuk 2 Analyse van instroom en rendement in hogescholen in de GS en in de overige Nederlandse hogescholen Instroom, uitval- en rendementcijfers In figuur 1 is te zien hoe groot het aandeel

Nadere informatie

Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen

Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen De hoofdlijnen Na een jarenlange daling stabiliseert de totale doorstroom vanuit

Nadere informatie

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR06062016 contactpersoon Daniël Rijckborst datum 06-06-2016 telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen

Nadere informatie

With a little help from my friends

With a little help from my friends With a little help from my friends Een reflectie op de Vlor startnotitie over het diversiteitsbeleid in het Vlaamse hoger onderwijs van vandaag 16 januari 2018 Dr. Rick Wolff, Risbo/Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour In deze bijlage zijn feiten en cijfers opgenomen over het hoger onderwijs die illustratief kunnen zijn voor de discussies in de

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Utrecht

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Utrecht Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Utrecht Utrecht, 24 augustus 2009 In dit convenant worden de principeafspraken van het convenant Meer studiesucces voor allochtone studenten

Nadere informatie

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen Achtergrondinformatie Man 2.0 Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen April 2010 1 Inleiding Het is het Oranje Fonds gebleken dat veel maatschappelijke

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse

Nadere informatie

Uitnodiging. Aanleiding

Uitnodiging. Aanleiding Aanleiding Op 6 juli 2017 heeft de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap de campagne Students-4-Students (S4S) gelanceerd. Met deze campagne geeft de minister invulling aan haar eerdere toezegging

Nadere informatie

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt Hbo als emancipatiemotor Onderzoek met impact Hbo in vogelvlucht #hbocijfers Februari 2018 Hbo als emancipatiemotor 453.354 Ingeschreven studenten in studiejaar

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer

Nadere informatie

Uitval en studiesucces van Avans studenten vergeleken met de landelijke cijfers in 2017

Uitval en studiesucces van Avans studenten vergeleken met de landelijke cijfers in 2017 Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR21062018 contactpersoon Daniël Rijckborst datum 21-06-2018 telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen

Nadere informatie

Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van

Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van de Hogeschool Rotterdam. Mijn presentatie is opgebouwd

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR24052017 contactpersoon Daniël Rijckborst telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen e-mail d.rijckborst@avans.nl

Nadere informatie

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s. Na vijf jaar 38 procent met hbo-diploma Onderwijs... 2 Hbo-rendement tot voor kort dalend... 3 Wo-rendement stijgt... 4 Mbo ers in Onderwijs hoger rendement dan havisten... 6 Vrouwen halen hoger rendement

Nadere informatie

Programma STUDIESUCCES VOOR IEDEREEN!

Programma STUDIESUCCES VOOR IEDEREEN! Programma STUDIESUCCES VOOR IEDEREEN! Meerjarig programma van de Hogeschool Rotterdam in het kader van afspraken met de minister van OC&W ter verbetering van de in-, door- en uitstroom van studenten. Basisnotitie

Nadere informatie

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Rotterdam

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Rotterdam Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Rotterdam Utrecht, 24 augustus 2009 In dit convenant worden de principeafspraken van het convenant Meer studiesucces voor allochtone studenten

Nadere informatie

forum beroepsonderwijs. DEC 6 dilemma s pittige discussies constructieve uitkomsten én hilarische momenten 1 oktober 2015 @THNK

forum beroepsonderwijs. DEC 6 dilemma s pittige discussies constructieve uitkomsten én hilarische momenten 1 oktober 2015 @THNK forum beroepsonderwijs 1 oktober 2015 @THNK Vindt u ook wat van het beroepsonderwijs? Praat mee! De volgende bijeenkomst vindt plaats op: n e x t DEC 3 Terugblik op het eerste Forum op 1 oktober met als

Nadere informatie

Gap Year onderzoek. 1. Uitkomsten Jongeren

Gap Year onderzoek. 1. Uitkomsten Jongeren Samenvatting Gap Year onderzoek Mei 2012 Gap Year onderzoek In april 2012 hebben het Europees Platform en de Nuffic onderzoek gedaan naar de toekomstplannen van leerlingen na hun eindexamen. De focus van

Nadere informatie

Mogen we uit het hokje alsjeblieft?

Mogen we uit het hokje alsjeblieft? 44 ONDERWIJSBLAD ONDERWIJSACHTERSTAND TEKST JOËLLE POORTVLIET BEELD TYPETANK Mogen we uit het hokje alsjeblieft? Meiden met een migratie-achtergrond doen het goed in het onderwijs. Althans, ze halen steeds

Nadere informatie

Instroom en inschrijvingen

Instroom en inschrijvingen Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 30 079 VMBO Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 oktober

Nadere informatie

Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt

Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt In 2014 bleek 82% van de professionals open te staan voor een carrièrestap in

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Studiesucces en uitval 2018 Deze factsheet bevat de belangrijkste ontwikkelingen in het hbo op het gebied van studiesucces, studieduur, uitval en studiewissel van voltijd bachelorstudenten uitgesplitst

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

Achtergrondinformatie

Achtergrondinformatie BIJLAGE 3 Achtergrondinformatie Diplomarendement Daling diplomarendement voltijd hbo-bacheloropleidingen De trend die de Inspectie van het Onderwijs de afgelopen jaren signaleerde in het hbo zet door:

Nadere informatie

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Groei bij gezondheidszorg, aantal studenten in het hbo stabiliseert, aandeel allochtonen blijft groeien, 5% groei in diploma s, aantal Ad-studenten

Nadere informatie

Monitor beleidsmaatregelen 2014. Anja van den Broek

Monitor beleidsmaatregelen 2014. Anja van den Broek Monitor beleidsmaatregelen 2014 Anja van den Broek Maatregelen, vraagstelling en data Beleidsmaatregelen Collegegeldsystematiek tweede studies uit de Wet Versterking besturing inclusief uitzonderingen

Nadere informatie

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO Eind september ging Deloitte met CFO s uit het hoger onderwijs in gesprek over de uitdagingen om de prestatieafspraken te realiseren, ook al is

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Groei bij gezondheidszorg, aantal studenten in het hbo stabiliseert, aandeel allochtonen blijft groeien, 5% groei in diploma s, aantal Ad-studenten

Nadere informatie

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool van Amsterdam

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool van Amsterdam Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool van Amsterdam Utrecht, 24 augustus 2009 In dit convenant worden de principeafspraken van het convenant Meer studiesucces voor allochtone

Nadere informatie

4 Toegankelijkheid optimaliseren

4 Toegankelijkheid optimaliseren 4 Toegankelijkheid optimaliseren Benutten van talent betekent ook dat degenen die na een vooropleiding geschikt zijn voor een opleiding in het hoger onderwijs dit onderwijs ook kunnen volgen. Institutionele

Nadere informatie

Gelijke kansen in het onderwijs

Gelijke kansen in het onderwijs Gelijke kansen in het onderwijs Toegankelijke tekstversie Pagina 1 Inleiding Dit is het dashboard gelijke kansen in het onderwijs. Dit dashboard monitor beschrijft voor verschillende groepen leerlingen

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs

Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs Inleiding In opdracht van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt heeft EIM onderzoek gedaan naar de meerwaarde van diversiteitsbeleid in het onderwijs.

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Veranderen van opleiding Veel hbo-psychologie studenten door naar een wo-opleiding... 2 Havisten in Gedrag & Maatschappij stappen vaker over naar wo... 3 Mbo ers en havisten in psychologie-opleidingen

Nadere informatie

Verbetering aansluiting havo-hbo

Verbetering aansluiting havo-hbo Verbetering aansluiting havo-hbo Inleiding Al langere tijd worden binnen vo, hbo en gemeente gesprekken gevoerd over de verbetering van de overstap van havo naar hbo. Er is veel onderzoek gedaan naar ongediplomeerde

Nadere informatie

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten De Haagse Hogeschool

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten De Haagse Hogeschool Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten De Haagse Hogeschool Utrecht, 24 augustus 2009 In dit convenant worden de principeafspraken van het convenant Meer studiesucces voor allochtone studenten

Nadere informatie

INTRODUCTIE & STUDIESUCCES

INTRODUCTIE & STUDIESUCCES INTRODUCTIE & STUDIESUCCES DEELRAPPORT STUDENT ANALYTICS 201 1 AUGUSTUS 201, V1 INHOUD CONTEXT ONDERZOEK: STUDENT ANALYTICS Dit deelrapport van het project Student Analytics 201 behandelt de relatie tussen

Nadere informatie

Datum 8 februari 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Mohandis (PvdA) over het bericht dat selectie aan de poort allochtonen dupeert

Datum 8 februari 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Mohandis (PvdA) over het bericht dat selectie aan de poort allochtonen dupeert >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs & Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo)

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo) Analyse: mannelijke studenten op de pabo Mannelijke studenten zijn ondervertegenwoordigd op de pabo s. Bovendien vallen relatief meer mannen uit dan vrouwen. In 2009 was ongeveer 13 procent van de gediplomeerde

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

Geneeskundestudenten met risico op studie-uitval en -vertraging: kenmerken en mogelijke interventies

Geneeskundestudenten met risico op studie-uitval en -vertraging: kenmerken en mogelijke interventies Geneeskundestudenten met risico op studie-uitval en -vertraging: kenmerken en mogelijke interventies Karen Stegers-Jager Institute of Medical Education Research Rotterdam (imerr) 5 april16 Het probleem

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Paraprofessionele functies Voor allochtone vrouwen zonder formele kwalificaties worden komende jaren paraprofessionele functies gecreëerd. Deze

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs juni 2008 Meer gedetailleerde informatie kunt u vinden op de website www.hbo-raad.nl, via Feiten en Cijfers. Deze webpagina

Nadere informatie

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013 FACTSHEET Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht Platform Beleidsinformatie Mei 2013 Samenstelling: Pauline Thoolen (OCW/Kennis) Rozemarijn Missler (OCW/Kennis) Erik Fleur (DUO/IP) Arrian Rutten

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs juni 2008 1 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie

Nadere informatie

Aantal instromende studenten tussen 2010 2014 gedaald. Figuur 1: Ontwikkeling instroom lerarenopleidingen 2010 2014. 1

Aantal instromende studenten tussen 2010 2014 gedaald. Figuur 1: Ontwikkeling instroom lerarenopleidingen 2010 2014. 1 Het aantal studenten dat start met een opleiding tot leraar basisonderwijs, leraar speciaal onderwijs of leraar voortgezet onderwijs is tussen en afgenomen. Bij de tweedegraads en eerstegraads hbo-lerarenopleidingen

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen

DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim 20.000 vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen Februari 2019 Surrounded by Talent 2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Instroom en Inschrijvingen

Instroom en Inschrijvingen Instroom en Inschrijvingen Meer instroom van studenten in de sector Techniek... 2 Veel instroom in ontwerp-opleidingen... 3 Meer havisten en minder mbo ers in hbo-bacheloropleidingen... 5 Groeiende instroom

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aantal vooraanmeldingen voor 2 e graads opleiding stijgt, 1 e graads daalt en pabo blijft gelijk juni 2010 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Workshop 3 e nationaal congres Opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning. Kenniswerkplaats Tienplus

Workshop 3 e nationaal congres Opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning. Kenniswerkplaats Tienplus Kenniswerkplaats Tienplus Laagdrempelige ondersteuning aan ouders met tieners in Amsterdam Pauline Naber, Hogeschool INHolland Marjan de Gruijter, Verwey-Jonker Instituut http://www.kenniswerkplaats-tienplus.nl/

Nadere informatie

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO Vrouwen in de bètatechniek Traditioneel kiezen veel meer mannen dan vrouwen voor een bètatechnische opleiding. Toch lijkt hier de afgelopen jaren langzaam verandering in te komen. Deze factsheet geeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012 Nr. 229 BRIEF

Nadere informatie

Studievoortgang en studiesucces in het wo

Studievoortgang en studiesucces in het wo Evidence-based verbeteren Studievoortgang en studiesucces in het wo VSNU Conferentie Studiesucces, 13 juni 2012 Studentenmonitor Toegankelijkheid Determinanten van studiegedrag Studiekeuze Determinanten

Nadere informatie

Het Studiesuccescentrum Koersen op succes 2015-2016

Het Studiesuccescentrum Koersen op succes 2015-2016 Ik wil succesvol studeren! Het Studiesuccescentrum saxion.nl/succesvolstuderen saxion.nl/studysuccessfully Het Studiesuccescentrum (SSC) coacht, ondersteunt en verbindt zodat de student zo succesvol mogelijk

Nadere informatie

De Studiekeuzecheck: voor wie werkt het?

De Studiekeuzecheck: voor wie werkt het? De Studiekeuzecheck: voor wie werkt het? Onderzoek naar SKC bij de Randstad hogescholen Dr. F. Rutger Kappe 17 maart, Utrecht rutger.kappe@inholland.nl Opzet Landelijk overzicht SKC in het hbo Resultaten

Nadere informatie

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. ONDERWIJSVISIE OP HO OFDLIJNEN Geachte collega s, 1 Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. We

Nadere informatie

Interview. Je moet meebewegen, anders prijs je jezelf uit de markt. Maurice Crul KIES KLEUR IN GROEN MAGAZINE NOVEMBER 2014

Interview. Je moet meebewegen, anders prijs je jezelf uit de markt. Maurice Crul KIES KLEUR IN GROEN MAGAZINE NOVEMBER 2014 Je moet meebewegen, anders prijs je jezelf uit de markt Maurice Crul 20 met hoogleraar Maurice Crul Kijk naar de successen Oplossingen uit het verleden werken niet meer, zegt hoogleraar Maurice Crul. Hij

Nadere informatie

Doorstroom mbo-studenten naar lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam: de stand van zaken

Doorstroom mbo-studenten naar lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam: de stand van zaken Doorstroom mbo-studenten naar lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam: de stand van zaken Factsheet september 2009. Contactpersoon: Daphne Hijzen, onderzoeker en lid van de Kenniskring beroepsonderwijs

Nadere informatie

Studeren met een functiebeperking

Studeren met een functiebeperking CIJFERS Studeren met een functiebeperking Gebaseerd op het onderzoek Studeren met een functiebeperking 2012 door ResearchNed/ITS in opdracht van het Ministerie van OCW. 1 De 10 meest voorkomende functiebeperkingen

Nadere informatie

Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selecti

Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selecti Samenvatting Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selectieprocedures zijn over het algemeen prijzig.

Nadere informatie

(ZELF)SELECTIE IN DE LERARENOPLEIDING: PROBLEMEN, INTERVENTIES MECHANISMEN UITKOMSTEN. Jacqueline Kösters Velon 2017

(ZELF)SELECTIE IN DE LERARENOPLEIDING: PROBLEMEN, INTERVENTIES MECHANISMEN UITKOMSTEN. Jacqueline Kösters Velon 2017 (ZELF)SELECTIE IN DE LERARENOPLEIDING: PROBLEMEN, INTERVENTIES MECHANISMEN UITKOMSTEN Jacqueline Kösters Velon 2017 1 Wat: NRO-onderzoek naar de voorspellende waarde van selectie-instrumenten voor de toelating

Nadere informatie

Nominaal = Normaal aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de (mogelijke) invloed op instroom en studiesucces van (subgroepen) studenten

Nominaal = Normaal aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de (mogelijke) invloed op instroom en studiesucces van (subgroepen) studenten Nominaal = Normaal aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de (mogelijke) invloed op instroom en studiesucces van (subgroepen) studenten Dr. Gerard Baars, drs. Paul van Wensveen, ing. Peter Hermus Aanleiding

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Stapelaars in het voortgezet onderwijs

Stapelaars in het voortgezet onderwijs [Geef tekst op] Stapelaars in het voortgezet onderwijs Een analyse van de basisschooladviezen en schooltypen van de stapelaars. Onderzoek, Informatie en Statistiek Onderzoek, Informatie en Statistiek Stapelaars

Nadere informatie

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo) Aantal gediplomeerden aan de lerarenopleidingen in Nederland Ondanks huidige en verwachte lerarentekorten is er geen sprake van een substantiële groei van aantal gediplomeerden aan de verschillende lerarenopleidingen.

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de instroom in het hoger onderwijs

Ontwikkelingen in de instroom in het hoger onderwijs Ontwikkelingen in de instroom in het hoger Sabine Gans Het aantal eerstejaars is de afgelopen vijftien jaar met meer dan de helft toegenomen tot 129 duizend in 29/ 1. Het percentage vrouwen kwam in die

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. mei 2010

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. mei 2010 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs mei 2010 1 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie

Nadere informatie

NOTITIE. De onderstaande figuren geven informatie weer over: Uitval in jaar 1; Het behalen van de propedeuse, in jaar 1 en 2; Het bachelorrendement.

NOTITIE. De onderstaande figuren geven informatie weer over: Uitval in jaar 1; Het behalen van de propedeuse, in jaar 1 en 2; Het bachelorrendement. Leer- en Innovatie Centrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE datum 7 maart 2017 onderwerp Verwante en niet verwante Mbo-instroom van Etienne van Nuland contactpersoon Etienne van Nuland telefoon

Nadere informatie

Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items

Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items Factoren Alle studenten die zich vooraanmelden via Studielink krijgen een online vragenlijst aangeboden via een link die in de aanmeldingsprocedure van Studielink

Nadere informatie

Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017

Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017 Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017 Even voorstellen. Achtergrond Bedrijfskunde (UvA) en postinitieeel managementconsultancy

Nadere informatie

Jeroen Groenewoud. Het rolmodellenproject

Jeroen Groenewoud. Het rolmodellenproject Jeroen Groenewoud Het rolmodellenproject Inhoud presentatie Aanleiding project Theoretische achtergrond Inhoud rolmodellenproject Ervaringen en uitkomsten onderzoek Werving rolmodellen en randvoorwaarden

Nadere informatie

Mbo-doorstroom. Een studie naar de toegankelijkheid van het hoger onderwijs

Mbo-doorstroom. Een studie naar de toegankelijkheid van het hoger onderwijs Mbo-doorstroom Een studie naar de toegankelijkheid van het hoger onderwijs Dit is een uitgave van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden naar: lsvb@lsvb.nl

Nadere informatie

Erratum. In dit artikel zijn helaas enkele onnauwkeurigheden geslopen.

Erratum. In dit artikel zijn helaas enkele onnauwkeurigheden geslopen. Erratum In dit artikel zijn helaas enkele onnauwkeurigheden geslopen. In figuur 1, pagina 19, is de legenda onjuist weergegeven, waardoor de categorieën en verwisseld zijn. De juiste grafiek is hieronder

Nadere informatie