Examenreglement Augustus 2016

Transcriptie

1 Examenreglement Augustus 2016 Vastgesteld door: College van Bestuur Vastgesteld op: 24 juni 2016 Instemming deelnemersraad: 8 juli 2016 Auteur: Dienst Onderwijs Ondersteuning Ontwikkeling Aanscherping cum laude regeling Vastgesteld door: College van Bestuur Vastgesteld op: 11 november 2016 Instemming deelnemersraad: 25 november 2016 Auteur: Dienst Onderwijs Ondersteuning Ontwikkeling

2 Pagina 2

3 Inhoud 1. REGELING VAN HET EXAMEN... 5 Artikel 1.1 Gelegenheid... 5 Artikel 1.2 Begrippen, toepassing en inwerkingtreding van het examenreglement. 5 Artikel 1.3 Examen... 5 Artikel 1.4 Inschrijving (toegang en toelating)... 5 Artikel 1.5 Vrijstellingen... 5 Artikel 1.6 Verzoek tot deelname aan niet-gekoppeld keuzedeel... 6 Artikel 1.7 Aangepaste examinering... 7 Artikel 1.8 Examinering op een hoger niveau ORGANISATIE EN UITVOERING... 8 Artikel 2.1 Inhoud examens... 8 Artikel 2.2 Gang van zaken tijdens examenafname... 8 Artikel 2.3 Onregelmatigheden en/of fraude... 9 Artikel 2.4 Bijzondere omstandigheden... 9 Artikel 2.5 Verzuim... 9 Artikel 2.6 Uitslagregels Artikel 2.7 Herkansingen Artikel 2.8 Diplomering Artikel 2.9 Cum laude regeling Artikel 2.10 Inzage- en bespreekrecht Artikel 2.11 Bewaring Artikel 2.12 Geheimhouding BEZWAAR EN BEROEP Artikel 3.1 Bezwaar Artikel 3.2 Beroep Artikel 3.3 Termijn voor indienen en uitspraak beroep TOT SLOT Artikel 4.1 Onvoorzien BEGRIPPENLIJST Bijlage bij Examenreglement Gilde Opleidingen augustus 2016 Inzage in de centrale examens Pagina 3

4 Woord vooraf Dit examenreglement maakt integraal deel uit van de onderwijs en examenregeling (OER). Het is van toepassing op alle beroepsopleidingen van Gilde Opleidingen 1. Het reglement geldt vanaf In dit reglement wordt in verband met de leesbaarheid vaak over deelnemers gesproken. De regels gelden echter ook voor examendeelnemers. Wanneer er voor een opleiding aanvullende regels van toepassing zijn, zijn deze terug te vinden in de OER van de betreffende opleiding. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als met externe exameninstellingen wordt samengewerkt. In de periode is de landelijke regelgeving m.b.t. rekenen, Nederlands en Engels aan verandering onderhevig. M.b.t. wijzigingen in deze regelgeving geldt voor het voorliggende reglement een voorbehoud. Per 15 november 2007 wordt het toezicht op de examens beroepsonderwijs, namens de staatsecretaris van OCW, uitgeoefend door de Inspectie van het Onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs is gevestigd aan Park Voorn 4, 3544 AC, Utrecht. De Onderwijsinspectie gaat bij het toezicht uit van het vigerende Waarderingskader mbo. Het toezicht vindt plaats op basis van drie standaarden, te weten: o kwaliteitsborging examinering en diplomering; o exameninstrumentarium; o afname en beoordeling. Er bestaat een samenwerking tussen CITAVERDE College, Gilde Opleidingen, Helicon Opleidingen, ROC Ter AA en Summa College met betrekking tot een gemeenschappelijk reglement Commissie van beroep voor de examens. Het huidige reglement van de commissie van beroep voor de examens is per 1 januari 2016 in werking getreden en is terug te vinden op de website van Gilde Opleidingen. 1 Conform Eindexamenbesluit VO, art. 31, heeft Vavo een eigen examenreglement. Pagina 4

5 1. REGELING VAN HET EXAMEN Artikel 1.1 Gelegenheid Het College van Bestuur van Gilde Opleidingen geeft de deelnemer de gelegenheid examen af te leggen, zoals artikel eerste lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs dat aangeeft. Artikel 1.2 Begrippen, toepassing en inwerkingtreding van het examenreglement Bij dit reglement hoort een begrippenlijst die er onderdeel van uit maakt (zie hoofdstuk 5). Dit reglement geldt voor alle beroepsopleidingen van Gilde Opleidingen. Het examenreglement is integraal onderdeel van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van een opleiding. Het reglement treedt in werking op Eerdere examenreglementen voor de beroepsopleidingen vervallen op bovengenoemde datum. Artikel 1.3 Examen Het examen voor het behalen van een kwalificatie bestaat uit één of meer examenonderdelen. Een examenonderdeel kan bestaan uit verschillende exameneenheden. Deelnemers zijn verplicht deel te nemen aan alle examenonderdelen en exameneenheden die zijn opgenomen in de OER van de opleiding, behalve wanneer ze daar vrijstelling voor hebben gekregen van de examencommissie (zie hieronder bij artikel 1.5). In het examenplan in de OER is aangegeven op welke manier examenonderdelen en -eenheden worden afgenomen. Ook staat daarin of, en zo ja welke, onderdelen en/of eenheden in de beroepspraktijk worden afgenomen. Het examen (diploma) is behaald, wanneer aan alle examenverplichtingen en overige vereisten (zoals BPV) is voldaan. Artikel 1.4 Inschrijving (toegang en toelating) De deelnemer is op grond van zijn inschrijving automatisch ingeschreven voor de eerste keer dat een examenonderdeel of -eenheid afgenomen wordt, tenzij de OER anders vermeldt. Iemand die zich als examendeelnemer inschrijft, mag examens afleggen, maar heeft geen recht op het deelnemen aan onderwijsactiviteiten. De sectordirecteur beslist over de toelating mede op basis van de geldende regelgeving. Aan examendeelnemers die binnen twee jaar na afronding van hun opleiding een diploma behalen, worden geen examenkosten in rekening gebracht. Aan deelnemers die alleen een examen afleggen bij Gilde Opleidingen worden door Gilde Opleidingen gemaakte kosten, met een opslag van 15% voor overheadkosten, in rekening gebracht. Voor externe examenkosten wordt standaard een bedrag van 50,- in rekening gebracht, tenzij de werkelijke kosten hoger zijn. In dat geval worden de werkelijke kosten gefactureerd. Artikel 1.5 Vrijstellingen Dit artikel gaat alleen over vrijstelling van examenonderdelen of exameneenheden. Eventuele vrijstellingen van het onderwijsprogramma vallen onder de verantwoordelijkheid van de teammanager van de opleiding. Pagina 5

6 lid 5 lid 6 lid 7 lid 8 lid 9 0 Bij een opleidingsswitch, afstroom naar een opleiding op lager niveau of doorstroom naar een opleiding van een gelijk of hoger niveau binnen Gilde Opleidingen gaan behaalde resultaten van Nederlands, rekenen en (mbo niveau 4) Engels automatisch mee, op voorwaarde dat de niveaus overeenkomen en de geldigheidstermijn niet overschreden is. Het automatisch meenemen van resultaten valt niet onder de vrijstellingsregeling. Deelnemers met een diploma, (ervarings-)certificaat of bewijs van Gilde Opleidingen of een andere onderwijsinstelling kunnen vrijstelling aanvragen voor al eerder behaalde examenonderdelen of voor exameneenheden. Er zijn binnen Gilde Opleidingen geen centrale afspraken gemaakt m.b.t. het verlenen van vrijstellingen voor (beroeps)specifieke examenonderdelen (bijv. kerntaken), of exameneenheden (bijv. werkprocessen) Hierover neemt de examencommissie van de sector een besluit. De examencommissie zal daarbij kijken of de aangeleverde bewijzen afdoende passen bij de huidige opleiding en de erbij horende diploma-eisen. Voor deelnemers die op basis van een eerder in het mbo afgelegd examen vrijstelling vragen voor het onderdeel Nederlandse taal of Engels, kan dat ook afzonderlijk voor het instellingsexamen of het centraal examen. De landelijke regelgeving is hier bindend. Een verzoek voor vrijstelling van de gehele inspanningsverplichting voor Loopbaan en Burgerschap wordt bij aanvang van een opleiding ingediend bij de teammanager. De examencommissie stelt vast of de vrijstelling op de juiste gronden verstrekt wordt. Een verzoek om vrijstelling van een keuzedeel wordt door de examencommissie getoetst aan de eisen van de opleiding waar de deelnemer voor ingeschreven is. Hierbij gelden de volgende regels: o het keuzedeel is gekoppeld aan de kwalificatie waar de (op)volgende opleiding op is gebaseerd, óf o het keuzedeel is niet gekoppeld, er is geen overlap tussen keuzedeel en het kwalificatiedossier van de opleiding van de deelnemer, het keuzedeel is onderdeel van het keuzedelen-pakket van Gilde Opleidingen, de deelnemer heeft een verzoek ingediend om het keuzedeel deel uit te laten maken van zijn opleiding en heeft hier een akkoord op gekregen van de examencommissie, óf o de deelnemer kan bewijs tonen dat hij beschikt over de vereiste bekwaamheden die beschreven zijn in het keuzedeel. De deelnemer vraagt de vrijstelling schriftelijk aan bij de examencommissie van de sector. Bij het vrijstellingsverzoek zijn bewijzen 2 gevoegd, zoals kopieën van diploma of certificaat en van het resultatenoverzicht. De examencommissie besluit op basis van het examenplan van de opleiding in de OER over het al dan niet verlenen van vrijstelling. De examencommissie streeft ernaar, om het besluit binnen 15 schooldagen aan de deelnemer te verstrekken. De verleende vrijstellingen worden opgenomen in het examendossier van de deelnemer. Artikel 1.6 Verzoek tot deelname aan niet-gekoppeld keuzedeel 3 Een deelnemer kan een schriftelijk verzoek indienen bij de examencommissie om deel te mogen nemen aan een keuzedeel dat niet gekoppeld is aan het kwalificatiedossier dat bij de opleiding hoort. 2 Waar de examencommissie dat nodig vindt, betreft het gewaarmerkte bewijzen. 3 M.b.t. een keuzedeel dat niet aangeboden wordt in de eigen opleiding, maar wel elders binnen Gilde Opleidingen wordt aangeboden, worden nadere bepalingen geformuleerd die als addendum aan dit reglement toegevoegd worden. Pagina 6

7 De examencommissie toetst het verzoek op de volgende aspecten: o het keuzedeel wordt aangeboden binnen Gilde Opleidingen; o er is geen overlap tussen het keuzedeel en het kwalificatiedossier van de opleiding; o deelname aan het niet-gekoppelde keuzedeel is organiseerbaar voor de instelling. De examencommissie bericht de deelnemer binnen 15 schooldagen na ontvangst van de aanvraag schriftelijk over het besluit. Wanneer de examencommissie instemt met het volgen van het keuzedeel, wordt dit besluit opgenomen in het examendossier van de deelnemer. Artikel 1.7 lid 5 lid 6 lid 7 lid 8 lid 9 Aangepaste examinering Deelnemers met een beperking kunnen een aangepaste vorm van examinering aanvragen. Nieuwe deelnemers kunnen deze wens kenbaar maken gedurende een eventueel ondersteuningsgesprek bij de aanmelding. De examencommissie van de eigen opleiding neemt een besluit over de aanpassingen in examinering. Een reeds geplaatste deelnemer vraagt de gewenste voorziening of aanpassing ruim voor aanvang van het examenonderdeel of de exameneenheid schriftelijk aan bij de examencommissie. Bij het verzoek zijn bewijzen gevoegd, zoals een attest van een arts of een gewaarmerkte verklaring van een deskundige. De examencommissie laat zich eventueel nog adviseren door deskundigen en neemt vervolgens een besluit over de mate waarin en de wijze waarop de examinering voor de betreffende deelnemer aangepast wordt. Hierbij geldt dat de doelstelling en het niveau van de aangepaste examinering niet anders zijn dan de doelstellingen en het niveau van het oorspronkelijke examenonderdeel of de exameneenheid. De examencommissie streeft ernaar, om het besluit over aangepaste examinering binnen 15 schooldagen aan de deelnemer te verstrekken. Bij beperkingen die bij verschillende examenonderdelen of exameneenheden een rol spelen, zoals dyslexie, vraagt de deelnemer eenmalig aangepaste examinering aan. De examencommissie zorgt ervoor dat de voorzieningen bij andere examenonderdelen/-eenheden waarbij de betreffende beperking een rol speelt toegepast worden. De toekenning van aangepaste examinering wordt, samen met de verklaring van de deskundige (zie ), opgenomen in het examendossier van de deelnemer. Een uitzondering op betreft de deelnemer met ernstige rekenproblemen. Na het volgen van extra rekenonderwijs, is het mogelijk dat deze deelnemer een aangepast rekenexamen (ER-examen) aflegt. Hierin zijn aanpassingen gedaan in zowel de eisen, de hulpmiddelen, als de afnamecondities. De examencommissie van de sector toetst of voldaan is aan de eisen om hieraan deel te mogen nemen, alvorens instemming te verlenen. Voor deelnemers van de entreeopleiding en mbo-2 die niet in staat zijn het rekenen 2F examen te halen, bestaat de mogelijkheid een 2A examen af te leggen. Deelnemers op mbo-2 moeten echter in elk geval één keer het 2F examen afleggen en dat cijfer komt op de resultatenlijst. Voor de entreeopleiding geldt dit niet omdat hier nog geen verplichte centrale examinering plaatsvindt. Artikel 1.8 Examinering op een hoger niveau Een deelnemer kan het generieke examen Nederlandse taal, rekenen of Engels afleggen dat hoort bij een opleiding van een hoger mbo-niveau. Hiervoor is toestemming van de examencommissie nodig. De deelnemer legt dan alle examens af Pagina 7

8 op het hogere niveau. Het is niet mogelijk om een instellingsexamen op een ander niveau af te leggen dan het centraal examen. De uitslagregel van de mbo-opleiding waarvoor de deelnemer is ingeschreven blijft ongewijzigd. 2. ORGANISATIE EN UITVOERING Artikel 2.1 lid 5 Inhoud examens De OER wordt voor het begin van de opleiding aan de deelnemers ter beschikking gesteld. In de OER is het examenplan opgenomen, waarin informatie staat over de inhoud, organisatie en vorm van de examenonderdelen en exameneenheden. M.b.t. examinering van keuzedelen wordt de informatie over de inhoud, organisatie en vorm vóór het begin van het betreffende keuzedeel bekend gemaakt. Deze informatie wordt verstrekt in een aparte bijlage bij de OER. Deelnemers worden uiterlijk 10 schooldagen voor de examendatum geïnformeerd over de exacte tijd, duur en plaats van afname van een examenonderdeel of -eenheid. Deelnemers worden uiterlijk 10 schooldagen voor de examendatum ingelicht over toegestane hulpmiddelen, vereiste legitimatie, vereiste voorbereidingen, de examensituatie en eventueel de inrichting van de examenlocatie. Artikel 2.2 lid 5 lid 6 lid 7 lid 8 lid 9 Gang van zaken tijdens examenafname De examenlocatie voldoet aan de daarvoor gestelde eisen. De deelnemer is tijdig voor het begin van de examenafname aanwezig op de examenlocatie. Wanneer een deelnemer te laat komt, meldt hij zich bij de surveillant/toezichthouder/examinator. In het algemeen geldt het volgende: deelnemers die te laat komen (maar minder dan 30 minuten) mogen wel starten, maar zijn de reeds verstreken tijd kwijt. Wanneer het noodzakelijk is om stipt op tijd te starten, zoals bijvoorbeeld bij een luisterexamen, dan worden de deelnemers daarover vooraf geïnformeerd (zie hierboven art. 2.1 vierde lid). Deelnemers mogen niet binnen 30 minuten na aanvang van de examenafname vertrekken, tenzij de examenafname korter duurt (bijv. bij een mondelinge examenafname). De deelnemer is verplicht een geldig legitimatiebewijs te tonen wanneer daarom gevraagd wordt. Een legitimatiebewijs is een geldig paspoort, een identiteitskaart, een rijbewijs of een vreemdelingendocument. De surveillant/toezichthouder/examinator geeft duidelijk aan wanneer de examenafname begint. Bij de start van de examenafname laat de surveillant/toezichthouder/examinator de deelnemers controleren of zij alle opgaven/opdrachten ontvangen hebben. Betreft het een digitale examenafname, dan checkt de surveillant/toezichthouder/examinator de toegankelijkheid van het exameninstrument voor de deelnemers. De surveillant/toezichthouder/examinator noteert eventuele bijzonderheden op het proces-verbaal van de examenafname. Deelnemers tekenen de presentielijst of (bij Centrale Examens) het inlogprotocol voor aanwezigheid, of de surveillant/toezichthouder/examinator noteert de namen van de aanwezige deelnemers. Pagina 8

9 Artikel 2.3 Artikel 2.4 Onregelmatigheden en/of fraude De examencommissie kan maatregelen treffen tegen deelnemers die met betrekking tot examinering onregelmatigheden en/of fraude plegen of gepleegd hebben. Als onregelmatigheden en/of fraude worden in ieder geval aangemerkt: o het overleggen van valse bescheiden bij een verzoek om vrijstelling; o spieken of de gelegenheid bieden tot spieken; o het samenwerken met andere deelnemers, zonder toestemming vooraf; o het niet opvolgen van instructies van een surveillant/toezichthouder/examinator; o het gebruik van niet toegestane hulpmiddelen zoals rekenmachines, computers, ingeschakelde mobiele telefoons, andere apparaten en gegevensdragers; o het deelnemen aan een examenafname zonder toestemming; o het vóór het examen in het bezit hebben van de exameninstrumenten die niet openbaar zijn; o het zonder toestemming vooraf raadplegen van informatie tijdens een examen; o zich bij het examen uitgeven voor iemand anders; o plagiaat. Hieronder wordt verstaan het overnemen van andermans werk en dat laten doorgaan voor eigen werk; o elke andere handeling ter beoordeling aan de examencommissie. Wanneer onregelmatigheid/fraude wordt vermoed of gesignaleerd, dan wordt dit door de surveillant/toezichthouder/examinator meteen medegedeeld aan de deelnemer. Deze mededeling wordt ook vastgelegd op het proces-verbaal dat bij de examenafname hoort. De deelnemer wordt als dat mogelijk is in staat gesteld om de examenafname voort te zetten. Na afloop van de examenafname wordt de onregelmatigheid/fraude door de surveillant/examinator gerapporteerd aan de secretaris van de examencommissie. Voordat maatregelen worden opgelegd aan de deelnemer die onregelmatigheden/fraude heeft gepleegd, wordt deze binnen 15 schooldagen gehoord door de examencommissie. De deelnemer kan zich daarbij laten bijstaan. De maatregelen die al dan niet in combinatie kunnen worden genomen, zijn: o het ongeldig verklaren van het gemaakte werk/de geleverde prestatie, waarbij de examengelegenheid vervalt; o het opleggen van de verplichting tot overdoen van de examenafname; o verbieden van verdere deelname aan het gehele examen voor de opleiding. Dit betekent dat de opleiding van de deelnemer wordt beëindigd; o overige maatregelen ter beoordeling aan de examencommissie. Bijzondere omstandigheden Wanneer de deelnemer tijdens de examenafname door externe oorzaken wordt gehinderd, meldt hij dit bij de surveillant/toezichthouder/examinator. Deze mededeling wordt door de surveillant/toezichthouder/examinator genoteerd op het procesverbaalformulier. Na afloop van het examen wordt deze bijzondere omstandigheid door de surveillant/toezichthouder/examinator gerapporteerd aan de secretaris van de examencommissie. De examencommissie beoordeelt de omstandigheid en streeft ernaar binnen 15 schooldagen een besluit te nemen over de gevolgen. Artikel 2.5 Verzuim Als een deelnemer niet aan een geplande examenafname kan deelnemen, meldt hij dit voor de aanvang van de examenafname of zo spoedig mogelijk daarna bij de examencommissie, door middel van een schriftelijke verklaring waarop de reden van afwezigheid is vermeld. De examencommissie oordeelt over de geldigheid van de afwezigheid en brengt de deelnemer van deze beslissing schriftelijk op de hoogte. Pagina 9

10 Wanneer de examencommissie vindt dat de deelnemer met geldige reden(en) afwezig is geweest, dan behoudt de deelnemer het recht op het aantal vastgestelde examengelegenheden. Wanneer de examencommissie vindt dat de reden voor afwezigheid ongeldig is, vervalt het recht op die betreffende examengelegenheid. Artikel 2.6 lid 5 lid 6 lid 7 Uitslagregels De examinator geeft voor elk examenonderdeel en/of elke exameneenheid een voorlopige beoordeling in een cijfer of in woorden. Deelnemers die een examenafname bijgewoond hebben en de presentielijst hebben getekend, krijgen in ieder geval het bodemresultaat, dat in cijfers minimaal 1 is en in woorden de laagst mogelijke categorie. Een uitzondering op het eerste lid is van toepassing op examens die door externe instellingen worden beoordeeld, zoals de Centrale Examens. De examencommissie stelt de uitslag van het examenonderdeel/de exameneenheid vast op basis van de regels voor beoordelen en beslissen in de OER van de opleiding. De examencommissie stelt de deelnemer binnen tien schooldagen na beëindiging van de examenafname, of tien schooldagen na formele inzage indien de deelnemer daarvan gebruik gemaakt heeft, in kennis van het definitieve resultaat. Uitzondering op vormen de resultaten van examenonderdelen/-eenheden waarvan de beoordeling door een externe instelling gebeurt. De secretaris van de examencommissie stelt met betrekking tot deze ingekochte examenonderdelen/- eenheden de deelnemer zo spoedig mogelijk na het bekend worden van de uitslag in kennis van het resultaat. De examencommissie draagt zorg voor een bewijsstuk voor de deelnemer, voorzien van het resultaat van de beoordeling van het examenonderdeel/de exameneenheid. Artikel 2.7 Herkansingen Elk examenonderdeel/elke -eenheid wordt één maal geëxamineerd. Voor elk examenonderdeel/elke -eenheid wordt één herkansingsmogelijkheid geboden. Als een deelnemer van oordeel is, dat er voor hem redelijke gronden zijn om aanspraak te maken op een extra herkansingsmogelijkheid dan geldt het volgende: de deelnemer dient binnen tien schooldagen na de bekendmaking van de vastgestelde resultaten van het examenonderdeel/de exameneenheid een beargumenteerd schriftelijk verzoek in bij de examencommissie van de sector. De examencommissie beslist en stelt de deelnemer binnen 10 schooldagen na ontvangst van het verzoek schriftelijk op de hoogte van het besluit. De examencommissie bepaalt het tijdstip van herkansing: dat kan ook vallen in een volgende periode, een volgend semester of studiejaar waarbij gebruik gemaakt kan worden van de overeenkomstige examinering van een ander deelnemerscohort. Na herkansing telt het hoogste cijfer of het beste resultaat. Artikel 2.8 Diplomering Een deelnemer is geslaagd voor het examen wanneer alle examenonderdelen zoals beschreven in de OER zijn behaald, of er vrijstelling voor is verkregen en aan alle verplichtingen is voldaan zoals beschreven in de OER. Met verplichtingen worden bijvoorbeeld de BPV, de examinering van keuzedelen en Loopbaan en Burgerschap bedoeld. Wanneer een deelnemer alle examenonderdelen heeft behaald die deel uitmaken van de in de onderwijsovereenkomst afgesproken opleiding en wanneer ook aan de Pagina 10

11 overige diplomaverplichtingen is voldaan, wordt na vaststelling door de examencommissie namens het bevoegd gezag het diploma uitgereikt. Artikel 2.9 Cum laude regeling Gilde Opleidingen kent voor uitmuntende deelnemers de cum laude regeling. Cum laude betekent dat op het diploma komt te staan dat de deelnemer 'cum laude' ('met lof') geslaagd is voor de opleiding. Deelnemers die in afstuderen komen in aanmerking voor cum laude onder de volgende voorwaarden: a. Aan alle diplomaverplichtingen is voldaan. b. Voor resultaten die meetellen voor de slaag/zakregeling geldt: o Waar gewerkt wordt met cijfers, moet het gemiddelde van de resultaten van examenonderdelen met ten minste 8,0 zijn afgesloten en mag geen cijfer voor een examenonderdeel lager dan 7,0 zijn. Bij de berekening van het gemiddelde wordt geen rekening gehouden met de relatieve zwaarte van de verschillende examenonderdelen. o Wanneer examenresultaten uitgedrukt zijn in bewoordingen (bijv. onvoldoende, voldoende, goed) én cijfers, moeten alle resultaten die uitgedrukt zijn in bewoordingen ten minste goed zijn en de resultaten die uitgedrukt zijn in een cijfer moeten gemiddeld met een 8,0 behaald zijn en er mag geen cijfer voor een examenonderdeel lager dan 7,0 zijn. c. De examencommissie kan in aanvulling op de vorige zin, vastleggen dat een bepaald examenonderdeel met ten minste een 8,0 of 'goed' is afgesloten. Dat wordt dan in de OER van de betreffende opleiding opgenomen. d. Niet meer dan een vierde deel van de resultaten van examenonderdelen is verkregen door middel van vrijstellingen. Voor zover ze voorhanden zijn geldt: de (examen-)resultaten - in cijfers of in woorden - op basis waarvan vrijstelling is verstrekt, tellen mee in de weging voor de cum laude regeling. e. Voor elk examenonderdeel of elke exameneenheid zijn maximaal twee examengelegenheden gebruikt. Wanneer een examengelegenheid ongeldig is verklaard, telt deze niet mee. f. De opleiding is binnen de in de Onderwijsovereenkomst opgenomen termijn afgerond. g. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van het gestelde in lid e en lid f. h. Uitzondering: een deelnemer bij wie gedurende de opleiding examenfraude is vastgesteld, komt niet in aanmerking voor de cum laude regeling. Voor deelnemers die na afstuderen, is de in dat schooljaar geldende cum laude regeling van toepassing. Artikel 2.10 Inzage- en bespreekrecht Een deelnemer die inzage wil hebben in het ingeleverde/verrichte werk en de beoordeling daarvan, stuurt binnen tien schooldagen na de bekendmaking van de resultaten een schriftelijk verzoek aan de examencommissie. De examencommissie nodigt de deelnemer schriftelijk uit voor de inzage en bespreking. Dit gebeurt binnen vijf schooldagen. Onder toezicht mag de deelnemer het werk inzien. In geen geval mag hij zaken overschrijven of aantekeningen maken. Ook mag niet geschreven worden op het gemaakte werk. Als de deelnemer het idee heeft dat de examinator een vergissing heeft gemaakt, kan hij daarover een bezwaar indienen bij de examencommissie. Pagina 11

12 lid 5 Voor de Centrale Examens gelden andere regels over inzage. Deze zijn opgenomen in de bijlage bij dit examenreglement. Wanneer de deelnemer het oneens blijft met de resultaten, kan hij beroep aantekenen (zie hoofdstuk 3). Artikel 2.11 lid 5 Bewaring Alle examengegevens en bewijzen ten aanzien van de diplomavereisten (bijvoorbeeld BPV) van deelnemers worden anderhalf jaar na diplomering bewaard. Het gaat om de documenten die nodig zijn voor de examencommissie om tot een diplomabesluit te komen: examenplan, examenopdrachten, ingevulde beoordelingsformulieren en het gemaakte werk wanneer daar de beoordeling in verwerkt is. Ook eventuele vrijstellingen en de bewijzen daarvoor, alsmede de afspraken over en redenen voor aangepaste examinering horen bij de bewaarplicht van de instelling. Bewaring kan fysiek of digitaal plaatsvinden. Voor de werkstukken of prestaties die vanwege hun aard of omvang niet kunnen worden bewaard, maakt de beoordelaar een beoordelingsrapport op dat in plaats van het werkstuk of de prestatie wordt bewaard. De bewaartermijn van anderhalf jaar gaat in na de einduitslag voor het betreffende diploma. De datum van het diploma is leidend. Na afloop van de bewaartermijn wordt het materiaal vernietigd. De bewaartermijnen genoemd in dit artikel worden verlengd zolang er ten aanzien van het desbetreffende examen of examenonderdelen sprake is van enig geschil. De door de examencommissie ondertekende uitslagenlijst wordt 30 jaar bewaard. Wanneer een uitslagenlijst niet beschikbaar is, worden certificaten, diploma s en cijferlijsten 30 jaar bewaard. Documenten met betrekking tot vrijstelling van examenonderdelen worden 30 jaar bewaard. Artikel 2.12 Geheimhouding Eenieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. Pagina 12

13 3. BEZWAAR EN BEROEP Artikel 3.1 Bezwaar Een (examen)deelnemer kan tegen een beslissing van een examinator c.q. examencommissie binnen vijf schooldagen na inzage en/of bespreking van de beoordeling, schriftelijk bezwaar indienen bij de secretaris van de betreffende examencommissie. Het bezwaar dient in ieder geval te bevatten: 1. datum; 2. naam, adres en woonplaats van de bezwaarmaker; 3. aanduiding tegen welke examinator of examencommissie het bezwaar zich richt; 4. aanduiding waarop het bezwaar betrekking heeft; 5. de gronden waarop het bezwaar berust. Artikel 3.2 Beroep Een (examen)deelnemer kan tegen een beslissing op bezwaar, zoals hierboven genoemd in 3.1, van de betreffende examencommissie schriftelijk in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de Examens.Het beroep bij de Commissie wordt door middel van een met redenen omkleed (schriftelijk) beroepschrift ingesteld binnen 10 werkdagen nadat de beslissing op bezwaar aan de betrokkene bekend is geworden of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn. De (examen)deelnemer stuurt het beroepschrift aan: Helicon Opleidingen, Commissie van Beroep voor de Examens Dhr.ir. J.W.J. Jacobs, secretaris Commissie van Beroep voor de Examens, Postbus 2411, 5202 CK s Hertogenbosch. Het beroepschrift bevat: 1. datum; 2. naam, adres en woonplaats van de appellant; 3. aanduiding van het orgaan tegen wiens beslissing het beroep is gericht; 4. een duidelijke omschrijving van de beslissing waartegen het beroep is gericht, met overlegging van een afschrift indien de beslissing schriftelijk is kenbaar gemaakt, of, indien het beroep is gericht tegen het weigeren van een beslissing, een duidelijke omschrijving van de beslissing die naar het oordeel van de appellant had moeten worden genomen; 5. de gronden waarop het beroep berust; 6. andere relevante documenten. Artikel 3.3 Termijn voor indienen en uitspraak beroep Termijn voor indienen De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt 10 werkdagen. De termijn begint op de dag na de dag waarop de maatregel of beslissing is bekend gemaakt aan de appellant. Termijn uitspraak beroep Binnen 20 werkdagen na de laatste zitting waarop de zaak is behandeld, doet de Commissie een met redenen omklede uitspraak over het beroepschrift. Opmerking: Voor het Reglement Commissie van Beroep voor de Examens verwijzen we naar: Pagina 13

14 4. TOT SLOT Artikel 4.1 Onvoorzien In gevallen waarin dit examenreglement niet voorziet en die ook niet geregeld zijn in de OER, beslist de examencommissie van de sector. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken dan wel afwijkingen toestaan van de bepalingen van dit reglement. Pagina 14

15 5. BEGRIPPENLIJST Beroepspraktijkvorming (BPV) Het verplichte deel van de beroepsopleiding dat in een erkend leerbedrijf plaatsvindt. Om een diploma te kunnen krijgen, moet aan de BPV-voorwaarden zoals beschreven in de OER voldaan zijn. Bevoegd gezag Het College van Bestuur van Stichting Gilde Opleidingen. Certificaat Waardepapier waarop staat dat een deelnemer aan een onderdeel van een kwalificatie heeft voldaan. Cesuur Grens tussen de hoogste score waaraan een onvoldoende wordt toegekend en de laagste score waaraan een voldoende wordt toegekend. College van Bestuur Het College van Bestuur (CvB) is het bestuursorgaan van het ROC en bestaat bij Gilde Opleidingen uit een tweetal leden: een voorzitter en een lid. Het College van Bestuur bestuurt de instelling. Het CvB is belast met alle taken en bevoegdheden die tot het bestuur van de instelling behoren en alle taken en bevoegdheden die de wet neerlegt bij het bevoegd gezag. Commissie van Beroep voor de Examens Commissie die het beroep behandelt dat een examenkandidaat heeft ingediend tegen een uitspraak van de examencommissie. Daarbij wordt vertrouwd op een onafhankelijk oordeel. Het bevoegd gezag heeft de Commissie ingesteld. Cum laude Met lof. Een deelnemer die voldoet aan de voorwaarden zoals verwoord in dit reglement, komt in aanmerking voor de opmerking cum laude op het diploma van de opleiding en toont hiermee aan uitzonderlijk goede examenresultaten behaald te hebben. Deelnemer Een deelnemer is een persoon, die als zodanig is ingeschreven bij Gilde Opleidingen en die gebruik maakt van onderwijs- en examenvoorzieningen. Deelnemersraad De centrale vertegenwoordiging van de deelnemers op de instelling. De deelnemersraad overlegt met het bevoegd gezag over allerlei aangelegenheden die voor deelnemers van belang zijn. Diploma Wettelijk erkend document dat aantoont en vastlegt dat de eigenaar een omschreven kwalificatie voldoende beheerst. Examen Door een daartoe bevoegde instantie ingesteld onderzoek naar kennis, vaardigheden en houding die de examenkandidaat zich op grond van de diploma-eisen moet hebben eigen gemaakt, en de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek aan de hand van de beoordelingscriteria en beslisregels. Een examen kan uit meerdere examenonderdelen en/of -eenheden bestaan. Pagina 15

16 Examenafname Het moment waarop of de tijdsduur waarin (een deel van) het kwalificerende onderzoek naar de kennis, vaardigheden en/of houding van de deelnemer wordt uitgevoerd. Dit levert een kwalificerende beoordeling op. Examencommissie Organisatorische eenheid, ingesteld door het bevoegd gezag, die eindverantwoordelijk is voor de examinering en diplomering binnen de mbo-school. Examendeelnemer Wettelijke term voor een persoon die uitsluitend is ingeschreven voor deelname aan examenactiviteiten. Examendossier Totaal van resultaten van (kwalificerende) examenonderdelen en eenheden, inclusief de onderliggende bewijsstukken en de overige diplomavereisten, op grond waarvan de examencommissie kan besluiten tot diplomering van een deelnemer. Exameneenheid Een onderscheiden deel van een examenonderdeel, bijvoorbeeld een clustering van werkprocessen binnen een kerntaak, die apart geëxamineerd wordt. Examenfraude Opzettelijke beïnvloeding van (onderdelen van) het examenproces of de examenafname met als doel een gunstiger examenresultaat te krijgen. Examengelegenheid Het moment waarop de deelnemer een examen(onderdeel) kan afleggen. Examenonderdeel Wettelijke term voor de diverse (beroeps)specifieke en generieke onderdelen van een examen. Een examenonderdeel komt op de resultatenlijst bij het diploma. Examenplan Plan waarin, per kwalificatie en cohort, alle examenonderdelen en -eenheden staan waaraan een deelnemer moet voldoen, inclusief de bijbehorende beslisregels, alsmede de overige diplomavereisten zoals BPV-verplichting, keuzedeelverplichting en Loopbaan en Burgerschap. Examenresultaat Een uitkomst van een examen, examenonderdeel of -eenheid, dat door de examencommissie officieel is vastgesteld. Examinator Wettelijke term voor een persoon die examens afneemt en beoordeelt. Instelling Een regionaal opleidingencentrum (ROC). Keuzedeel Een mbo-opleiding bestaat uit een kwalificatie en een of meer keuzedelen. Het keuzedeel is een verrijking van de kwalificatie. Hiermee kan de student zijn vakmanschap verbreden of verdiepen. Het keuzedeel is een verplicht onderdeel binnen de mbo-opleiding. De student doet examen voor het keuzedeel maar kan hier (nog) niet op zakken. De minister van OCW heeft wel de intentie om keuzedelen voorwaardelijk te maken voor diplomering. Pagina 16

17 Kwalificerende beoordeling Beoordeling die gericht is op het vaststellen of de deelnemer voldoet aan de kwalificatie- of exameneisen. Het tegengestelde hiervan is de ontwikkelingsgerichte beoordeling. Onderwijs- en examenregeling (OER) Regeling waarin de programmering van de onderwijsactiviteiten, inclusief de examinering, is verantwoord en vastgelegd. Onregelmatigheid Het niet op regelmatige wijze plaatsvinden van de examenafname. In ieder geval wordt hieronder verstaan het tijdens de examenafname onrechtmatig gebruiken van, dan wel beschikken over, niet toegestane hulpmiddelen of informatie, die van invloed kunnen zijn op de prestaties van een of meerdere deelnemers. Schooldagen Alle dagen met uitzondering van de zaterdagen en zondagen, de nationale feestdagen en de door het ROC vastgestelde schoolvakanties en vrije dagen. Slaag-/zakregeling Regeling waarin staat waaraan de kandidaat moet voldoen om te slagen voor het diploma. Surveillant/toezichthouder Persoon die toezicht houdt op de correcte afname van examens. Verzuim Niet benutten van een examengelegenheid. Dit kan met goede redenen zijn (geoorloofd verzuim), of zonder goede redenen (ongeoorloofd verzuim). Vrijstelling Regeling waarin eerder verworven competenties of een vooropleiding van een deelnemer zijn vastgelegd en waaruit blijkt dat de deelnemer niet (opnieuw) aan dit deel van de exameneisen hoeft te voldoen. Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) De Wet van 31 oktober 1995 met betrekking tot educatie en beroepsonderwijs, zoals gepubliceerd in Staatsblad , met inbegrip van alle naderhand aangekondigde wijzigingen. De volledige tekst van de wet is op aanvraag in te zien bij de secretaris van de examencommissie. Pagina 17

18 Bijlage bij Examenreglement Gilde Opleidingen augustus 2016 Inzage in de centrale examens Centrale examens: hoe krijg je zicht op wat je fout hebt gedaan? Er is een aantal manieren om er achter te komen wat voor soort fouten je hebt gemaakt in het centraal examen Nederlands, rekenen of Engels. Deelrapportage Ten eerste kun je van de school een deelrapportage krijgen. Hierin zie je op welke onderdelen je beter en minder goed hebt gescoord. De deelrapportage kun je bespreken met je docent en samen met hem of haar kun je een plan maken om je voor te bereiden op een herkansing. Inzage in je gemaakte werk Er is ook een mogelijkheid om het werk dat je gemaakt hebt in te zien. Je ziet dan welke vragen je fout hebt gemaakt en of de puntentelling klopt. Wat kun je inzien? Wat je bij een inzage te zien krijgt verschilt per vak: Nederlands 2F en 3F en Engels: Voor deze examens zie je: De antwoorden die je hebt gegeven Het juiste antwoord Het aantal punten at je voor de vraag hebt gehaald. Let op! Je ziet de opgave niet. Rekenen 2F en 3F Voor deze examens zie je: De opgave Het antwoord dat je hebt gegeven Het juiste antwoord Het aantal punten dat je voor de vraag hebt gehaald. Rekenen 2A Voor deze examens zie je: Pagina 18

19 De antwoorden die je hebt gegeven Het juiste antwoord Het aantal punten dat je voor de vraag hebt gehaald. Let op! Je ziet de opgave niet. Spelregels bij inzage De centrale examens zijn geheim. Er gelden dus dezelfde soort regels voor de inzage als voor het maken van het examen. Een inzage doe je alleen, dus niet samen met een docent, medestudent of bijvoorbeeld je ouders. Tijdens een inzage mag je niet praten met andere studenten die ook een inzage doen. Je kunt geen vragen stellen over het examen. Je mag het examen niet meenemen en geen aantekeningen maken. Let op! Als je je examenwerk wil inzien moet je dit op tijd melden bij de school, want dit kan slechts gedurende een aantal weken. De exacte termijn weet de school. Klacht over het examen Als je een klacht hebt over de inhoud van het examen, kun je die indienen via Dit is een website van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB). Het examen is niet gemaakt door de school, dus de school kan ook niets aan je klacht doen. Gebruik het voorbeeldexamen Verder kun je nog een keer een voorbeeldexamen maken. Ook hiermee kun je zien welke onderdelen je beter en minder goed beheerst. Een voorbeeldexamen mag je wel bespreken met je docent en je medestudenten. Pagina 19