Decent Work in de prostitutiebranche en de schoonmaakbranche? Een vergelijkend onderzoek naar de arbeidsomstandigheden in beide branches

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Decent Work in de prostitutiebranche en de schoonmaakbranche? Een vergelijkend onderzoek naar de arbeidsomstandigheden in beide branches"

Transcriptie

1 Decent Work in de prostitutiebranche en de schoonmaakbranche? Een vergelijkend onderzoek naar de arbeidsomstandigheden in beide branches Naam: Ramla Malyar (236733) Scriptiebegeleidster: mr. S. Montebovi Master: Sociaal Recht en Sociale Politiek Datum: 10 september

2 Voorwoord Alvorens ik aan dit onderzoek was begonnen voor mijn masterscriptie, had ik me niet eerder verdiept in het onderwerp prostitutie. Tijdens het eerste gesprek over mijn scriptie hoorde ik het onderwerp prostitutie vallen in het kader van de Decent Work Agenda en was vastberaden geen onderzoek te doen naar de prostitutiebranche. Ook ik zie het als een buitengewone branche en vraag me af wat het met de samenleving zou doen als deze branche geaccepteerd zou worden en gezien zou worden als ieder ander werk. Uit nieuwsgierigheid was ik toch veel gaan lezen over de prostitutiebranche, want hoe kun je nu Decent Work en prostitutie in een onderzoek plaatsen? Is dat niet tegenstrijdig, decent en prostitutie? Na veel gelezen te hebben ben ik tot de conclusie gekomen dat ook deze groep werkers recht hebben op bescherming van hun arbeidsrechtelijke positie. Zo besloot ik alsnog een onderzoek te doen naar de arbeidsomstandigheden in de prostitutiebranche omdat ik het een uitdaging vond. Met dank aan mijn scriptiebegeleidster mevrouw Montebovi voor het vergelijkend onderwerp de schoonmaakbranche. Mijn mening over het werk binnen de prostitutiebranche liet het onderzoek onverlet. Wel is er gedurende het onderzoek een mening gegeven over het prostitutiebeleid en de arbeidsomstandigheden binnen deze branche. Dit geldt ook voor de schoonmaakbranche. Het onderzoek is niet altijd gemakkelijk geweest omdat het vrij pittig is om goede informatie te vinden over de prostitutiebranche, maar het is uiteindelijk een plezierige uitdaging geweest om dit onderzoek te doen. Plezierig omdat het onderwerp mij nieuwsgierig maakte. Overvloedig dank aan mijn scriptiebegeleidster mevrouw Montebovi voor haar hulp, steun en feedback. Ook wil ik mijn ouders, zusje en broertje bedanken voor hun steun gedurende het onderzoek. Eindhoven, september 2013 Ramla Malyar 2

3 Inhoudsopgave Hoofdstukken Pagina s 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling Hoofd- en deelvragen Onderzoeksmethode Afbakening van het onderzoek 7 2 Wat houdt de Decent Work Agenda in? Internationale Arbeidsorganisatie Tripartisme Belangrijkste IAO instanties IAO-verklaring betreffende de fundamentele principes en rechten op het werk Decent Work Agenda Decent Work Het creëren van banen Het garanderen van rechten op het werk De uitbreiding van de sociale bescherming Het bevorderen van sociale dialoog Decent Work Country Programmes 13 3 Het normstellend kader van de Decent Work Agenda en enkele belangrijke IAO-verdragen Het statuut van de IAO Wat zijn internationale arbeidsnormen? Doorwerking IAO-normen in Nederland Verdragen Verdrag 29 Gedwongen Arbeid Prioriteitsverdrag 81 Arbeidinspectie in de Industrie en de Handel Verdrag 106 De Wekelijkse Rusttijd in de Handel en op Kantoren Verdrag 155 Arbeidsveiligheid, Gezondheid en Arbeidsmilieu Aanbevelingen 23 4 Decent Work Agenda in Nederland Bekendheid Decent Work Agenda in het nationaal stelsel Gewoon Goed Werk FNV Draagwijdte Gewoon Goed Werk Gewoon Goed Werk internationaal Gewoon Goed Werk in de praktijk Nederlandse inbreng 28 3

4 5 Prostitutiebranche in Nederland Het Nederlands prostitutiebeleid De Prostitutiewet Prostitutie en het arbeidsrecht Arbeidsomstandigheden prostituees Mensenhandel/uitbuiting Decent Work in de prostitutiebranche? 35 6 Schoonmaakbranche in Nederland Werken in de schoonmaakbranche Arbeidsomstandigheden in de schoonmaakbranche Decent Work in de schoonmaakbranche? 41 7 Vergelijking arbeidsomstandigheden prostitutiebranche en schoonmaakbranche Overeenkomsten Verschillen 47 8 Conclusie en aanbevelingen 51 Literatuurlijst 59 4

5 Hoofdstuk 1 Inleiding Werk staat centraal in het welzijn van de mensheid. Naast dat het zorgt voor een inkomen om te kunnen overleven in het dagelijks leven maakt het een weg vrij voor bredere sociale en economische vooruitgang, en versterking van personen, hun gezinnen en gemeenschappen. Door de globalisering en migratie vinden er vele problemen en verschuivingen plaats binnen de wereld van de arbeid. Vanwege deze ontwikkelingen wordt de aandacht voor de kwaliteit en kwantiteit van arbeid steeds belangrijker. Een ieder heeft recht op arbeid en tevens recht op Decent Work. De Internationale Arbeidsorganisatie heeft om deze redenen een Decent Work Agenda opgezet, waarover meer in hoofdstuk 2. In dit hoofdstuk worden de details van het onderzoek besproken. In paragraaf 1.1 wordt de aanleiding van het onderzoek beschreven. Paragraaf 1.2 gaat in op de doelstelling. In paragraaf 1.3 worden de hoofd- en deelvragen van dit onderzoek uiteengezet. Paragraaf 1.4 bespreekt de onderzoeksmethode en tot slot zal in paragraaf 1.5 de afbakening van het onderzoek besproken worden. 1.1 Aanleiding Decent Work vloeit voort uit de Decent Work Agenda en is een uitgangspunt van de Internationale Arbeidsorganisatie (verder te noemen: IAO). De Decent Work Agenda gaat ervan uit dat iedereen ter wereld het recht heeft om te werken in vrijheid, gelijkheid, veiligheid en menselijke waardigheid. 1 Volgens FNV Bondgenoten werken er in Nederland veel mensen met een laag salaris en onder onzekere, slechte omstandigheden. 2 Zo wordt momenteel bijvoorbeeld veel gesproken over uitbuiting van buitenlandse werknemers, inruilen van het vast personeel voor flexwerkers en het huishoudelijk personeel dat een zwakke arbeidsrechtelijke positie heeft. Kijkend naar de artikelen over deze onderwerpen kom je artikelen tegen over een prostituee die is vermoord door een collega in Groningen begin dit jaar. Verder onderzoek naar informatie over de arbeidsrechtelijke positie van prostituees laat al gauw blijken dat er niet veel te vinden is hierover. Veel vragen komen naar boven gericht op de arbeidsomstandigheden, rechten, vrijheid en veiligheid van deze groep. De prostitutiebranche mag dan wel een buitengewone branche zijn maar ook prostituees hebben het recht om te werken in vrijheid, gelijkheid, veiligheid en menselijke waardigheid. Prostitutie is nu eenmaal legaal in Nederland. 1.2 Doelstelling Weten wat voor invloed de Decent Work Agenda heeft op de prostitutiebranche en schoonmaakbranche in Nederland, en hoe beide branches ervoor staan op het

6 gebied van de arbeidsomstandigheden vanuit het nationaal en Decent Work perspectief. 1.3 Hoofd- en deelvragen De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt: Wat voor invloed heeft de Decent Work Agenda op de prostitutiebranche en schoonmaakbranche in Nederland en hoe staan beide branches ervoor, op het gebied van arbeidsomstandigheden, vanuit het nationaal en Decent Work perspectief? De centrale onderzoeksvraag zal worden beantwoord door middel van een aantal deelvragen die worden verwerkt in de verschillende hoofdstukken van het onderzoek. Deze deelvragen zijn: - Wat houdt de Decent Work Agenda in? - Geeft de Decent Work Agenda normen aan waarmee de arbeidsomstandigheden, veiligheid en arbeidsrechtelijke positie van arbeiders is te beoordelen en bestuderen? - Als deze normen er zijn, werken deze door in Nederland? Zo ja, heeft Nederland deze normen geimplementeerd? - Hoe wordt de Decent Work Agenda in de praktijk in Nederland toegepast? - Hoe ziet het Nederlands prostitutiebeleid eruit? - Wat voor arbeidsrechtelijke positie hebben de prostituees? - Wat voor arbeidsomstandigheden hebben prostituees? - Is er sprake van Decent Work in de prostitutiebranche? - Wat voor arbeidsrechtelijke positie hebben de schoonmakers? - Wat voor arbeidsomstandigheden hebben de schoonmakers? - Is er sprake van Decent Work in de schoonmaakbranche? - Wat zijn de overeenkomsten en verschillen in de prostitutiebranche en schoonmaakbranche kijkend naar de arbeidsomstandigheden binnen beide branches? 1.4 Onderzoeksmethode Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag is gekozen voor een literatuuronderzoek. Door middel van boeken, rapporten, websites, artikelen en regelgeving zullen de deelvragen beantwoord worden om uiteindelijk een antwoord te kunnen geven op de centrale onderzoeksvraag. Over de schoonmaakbranche en de prostitutiebranche zijn onderzoeksrapporten uitgebracht betreft de arbeidsomstandigheden. Door de onderzoekers Wagenaar, Altink en Amesberger is in samenwerking met Platform 31 het onderzoeksrapport Complexiteit en uitdagingen van prostitutiebeleid: internationaal vergelijkend onderzoek naar prostitutiebeleid in Nederland en 6

7 Oostenrijk 3 uitgebracht in juli Platform 31 is de kennisorganisatie voor stad en regio. De organisatie begeleidt en ondersteunt experimenten met het doel tot vernieuwingen te komen die echt werken in de praktijk. Ook voert de organisatie onderzoeken uit. Vanaf 2008 zijn ruim 50 onderzoeken van start gegaan binnen de thema s bestuur, economie en innovatie, onderwijs en arbeidsmarkt, veiligheid, welzijn en integratie en wonen. Daarnaast ontwikkelt en verzorgt Platform 31 in samenwerking met partners uit de praktijk en wetenschap kennisactiviteiten over de actuele ruimtelijke, economische en sociale vraagstukken. Door middel van nationale en internationale oriëntatie worden de taken uitgevoerd. 4 Voor het onderzoek naar het prostitutiebeleid in Nederland en Oostenrijk heeft Platform 31 in samenwerking met de onderzoekers door middel van observatie en interviews informatie verzameld. Wat betreft de schoonmaakbranche, heeft de Inspectie SZW Het eindrapportschoonmaakinterventies uitgebracht in juli In drie delen van het land is in juni 2009 een Schoonmaak Interventieteam opgericht, gevolgd door een vierde team in mei Deze hebben in bepaalde deelsectoren controles uitgevoerd binnen de schoonmaakbedrijven. 5 Deze rapporten spelen een grote rol in de vergelijking van beide branches vanuit het nationaal en Decent Work perspectief. 1.5 Afbakening van het onderzoek Het onderzoek is toegespitst op het arbeidsrecht. Maar niet het arbeidsrecht in zijn geheel. De Decent Work Agenda betreft voornamelijk de arbeidsomstandigheden van arbeiders. Het feit dat er veel ophef is over de arbeidsomstandigheden in de schoonmaakbranche en de prostitutiebranche, is dit onderzoek gericht op de arbeidsrechtelijke positie en de arbeidsomstandigheden van prostituees/schoonmakers in het kader van de Decent Work Agenda. 3 Hendrik Wagenaar e.a., Complexiteit en uitdagingen van prostitutiebeleid: internationaal vergelijkend onderzoek naar prostitutiebeleid in Nederland en Oostenrijk, Platform zoeken naar eindrapport schoonmaakinterventieteams 2013, p. 3. 7

8 Hoofdstuk 2 Wat houdt de Decent Work Agenda in? De 87 ste Conferentie van de IAO in 1999 is een cruciaal moment in de geschiedenis voor de werkende mensen over de hele wereld. De Chileen Juan Somavia (de toenmalige Directeur-Generaal, verder te noemen: Somavia) heeft in zijn jaarlijks rapport aan de Conferentie het begrip Decent Work geïntroduceerd en de universele promotie van Decent Work tot doelstelling van de IAO gemaakt. Het primaire doel van de IAO in het kader van dit rapport is: het bevorderen van de kansen voor vrouwen en mannen voor het verkrijgen van waardig en productief werk, onder voorbehoud van vrijheid, rechtvaardigheid, veiligheid en menselijke waardigheid. 6 Decent Work is daarmee het handelsmerk van de IAO geworden. 7 Somavia bewees tijdens hetzelfde congres dat Decent Work niet een inhoudsloos begrip is en kwam met de Decent Work Agenda. Daarmee werd het begrip bestempeld als de centrale missie voor de IAO in de komende jaren. 8 In de volgende paragrafen zal allereerst een schets worden gegeven over de rol van de IAO in het sociaal recht in het kader van de Decent Work Agenda (paragraaf 1.1), hierna zal de IAO-verklaring betreffende de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk besproken worden (paragraaf 1.2) en in paragraaf 1.3 wordt de Decent Work Agenda onder de loep genomen. 2.1 Internationale Arbeidsorganisatie De IAO is een van de gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties (verder te noemen: VN) en werd opgericht in 1919 als onderdeel van het Verdrag van Versailles, die de eerste wereldoorlog eindigde, om te overtuigen dat universele en duurzame vrede kan worden bereikt gebaseerd op sociale rechtvaardigheid. 9 Om sociale rechtvaardigheid te bereiken heeft de organisatie vier hoofddoelstellingen geformuleerd, namelijk: het bevorderen van de fundamentele rechten van werknemers wereldwijd, het creëren van grotere mogelijkheden voor mannen en vrouwen om passend werk en inkomen te verwerven (werkgelegenheid), het vergroten van de dekking en effectiviteit van sociale bescherming voor iedereen (sociale bescherming) en het versterken van tripartisme en sociale dialoog. Tevens neemt de IAO verdragen en aanbevelingen aan om deze doelstellingen in meer concrete normen vast te leggen. Daarover wordt tripartiet onderhandeld tijdens de jaarlijkse internationale conferentie in Genève in juni. Voordat verdragen van de IAO bindend kunnen worden, moeten deze door de lidstaten worden geratificeerd Ministerie SZW, Decent Work op de Agenda: Nederland en de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie, Den haag: Ministerie SZW 2008, p Ministerie SZW 2008, p SER, Verklaring; Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, Den Haag: SER 2008, p

9 Tripartisme De tripartite IAO is samengesteld uit regeringsvertegenwoordigers van de 185 lidstaten van de IAO en voor ieder land één lid namens de nationale werkgeversorganisaties en één lid namens de werknemersorganisaties. Zo nemen bijvoorbeeld de vertegenwoordigers van de FNV deel aan de jaarlijkse conferentie van de IAO in Genève, als lid van de Nederlandse delegatie. Binnen de VN neemt de IAO een unieke plaats in omdat werkgevers- en werknemers er onafhankelijk van hun regeringen stemgerechtigd zijn. 11 De IAO heeft tot doel om ervoor te zorgen dat het de behoeften van werkende vrouwen en mannen dient door het samenbrengen van regeringen, werkgevers en werknemers om samen arbeidsnormen te stellen, beleid te ontwikkelen en programma s uit te werken. Ze moedigen deze tripartite werkvorm aan door het bevorderen van een sociale dialoog tussen de vakbonden en de werkgevers voor het uitvoeren van een nationaal beleid inzake sociale en economische kwesties Belangrijkste IAO instanties De werkzaamheden van de IAO worden door middel van de drie belangrijkste instanties uitgevoerd. De Internationale Arbeidsconferentie (algemene vergadering), de Raad van Beheer en het Internationaal Arbeidsbureau (secretariaat). Deze bestaan uit vertegenwoordigers van regeringen, werkgevers en werknemers. 13 De internationale arbeidsnormen en het algemeen beleid van de IAO worden vastgesteld door de Internationale Arbeidsconferentie, die jaarlijks bijeenkomt. Vaak een Internationaal Parlement van Arbeid genoemd, is de conferentie voor de bespreking van de belangrijke sociale en arbeidsrechtelijke vragen. De Raad van Beheer is het uitvoerend orgaan van de IAO en komt drie keer per jaar bijeen in Genève. De Raad neemt besluiten over het IAO beleid en stelt het programma en de begroting vast. Deze worden vervolgens aan de conferentie ter goedkeuring voorgelegd. De secretariaat, het operationele hoofdkwartier, het onderzoekscentrum en de uitgeverij zijn gevestigd in het Internationaal Arbeidsbureau in Genève IAO-verklaring betreffende de fundamentele principes en rechten op het werk De Internationale Arbeidsconferentie heeft in 1998 in een verklaring vastgelegd dat een aantal sociale grondbeginselen en rechten in verband met arbeid gelden als fundamentele arbeidsnormen en daarmee universeel gelding hebben; de Verklaring betreffende de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk (Declaration on Fundamental Principles and Rights at Work). 15 Met deze SER 2008, p

10 verklaring biedt de ILO een sociaalrechtelijk kader voor een rechtvaardige globalisering, dat zich tevens gemakkelijker kan laten vertalen in andere organen van de VN en hun juridische instrumenten. Bovendien geeft de verklaring meer bekendheid aan het normstellende werk van de ILO. 16 De fundamentele principes en rechten op het werk betreffen de volgende universele grondbeginselen: de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op vrije onderhandelingen (IAO-verdragen 87 en 98), het uitbannen van alle vormen van dwangarbeid (IAO-verdragen 29 en 105), het effectief afschaffen van kinderarbeid (IAO-verdragen 138 en 182) en het uitbannen van discriminatie in beroep en beroepsuitoefening (IAO-verdragen 100 en 111). De IAO-verklaring legt met name vast dat naleving van de fundamentele arbeidsnormen van essentieel belang is. De naleving van de verklaring is primair gericht op overheden. Aan deze beginselen zijn ook de lidstaten van de IAO gebonden die de desbetreffende IAO-verdragen, waarin deze beginselen zijn uitgewerkt, niet hebben geratificeerd. 17 De lidstaten die deze verdragen niet hebben geratificeerd worden geachte jaarlijks te rapporteren op welke wijze zij deze beginselen toepassen. Daarnaast brengt de Directeur-Generaal van de IAO ieder jaar voor de Internationale Arbeidsconferentie een Global Report uit dat ziet op de naleving van een van de vier universele grondbeginselen. 18 De verdragen die uitvloeien uit de universele grondbeginselen moeten door de lidstaten worden geratificeerd en geimplementeerd. Het is belangrijk dat het fundamentele karakter van de arbeidsnormen door alle betrokken partijen, waaronder multinationale ondernemingen (mno s), zich bij de vormgeving van hun sociaal beleid laten leiden door deze arbeidsnormen. Dit zal moeten gebeuren binnen het kader van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving Decent Work Agenda Het begrip Decent Work is bestempeld als het handelsmerk van de IAO, zoals hierboven besproken, maar wat houdt dit begrip precies in? Dit zal besproken worden in paragraaf Zo heeft de Directeur-Generaal dit begrip inhoud gegeven in 1999 door een agenda voor de werkgemeenschap te ontwikkelen, de Decent Work Agenda. Het biedt naast een interne reorganisatie rondom de vier strategische doelstellingen ondersteuning door middel van rechtstreekse assistentie aan lidstaten middels de geïntegreerde Decent Work Country Programmes (wordt verder besproken in paragraaf ). 20 De Decent Work 16 Ministerie SZW 2008, p SER 2008, p Ministerie SZW 2008, P Sociaal-Economische Raad 2008, p Ministerie SZW 2008, p

11 Agenda wordt in de praktijk bereikt door de tenuitvoerlegging van de vier doelstellingen van de IAO, met geslachtsgelijkheid als hoofddoelstelling. Deze doelstellingen vloeien voort uit het primaire doel van de IAO, zoals hierboven reeds is besproken. De vier doelstellingen zijn het creëren van banen, het garanderen van rechten op het werk, de uitbreiding van de sociale bescherming en de bevordering van sociale dialoog. 21 Deze doelstellingen worden besproken in de paragrafen 2.3.2, 2.3.3, en Decent Work Volgens van der Heijden wordt het begrip Decent Work omschreven als: Werk dat productief is en uitgeoefend wordt in omstandigheden van vrijheid, gelijkheid, veiligheid en menselijke waardigheid. 22 Daartegenover is in het rapport van Somavia tijdens het 87 ste conferentie het begrip Decent Work omschreven als: productief werk waarin rechten worden beschermd met een gepast inkomen en adequate sociale bescherming. Het betekent ook voldoende werk, in de zin dat een ieder volledige toegang moet hebben tot de mogelijkheden om een inkomen te verdienen. Het begrip karakteriseert de weg naar economische en sociale ontwikkeling, een weg waarin werkgelegenheid, inkomen en sociale bescherming kunnen worden bereikt zonder afbreuk te doen aan de werknemersrechten en sociale normen. 23 Uit het rapport van 1999 alleen al blijkt dat Decent Work veel meer inhoudt dan de vertaling fatsoenlijk werk. Om deze reden wordt in deze scriptie gebruik gemaakt van de gebruikelijke Engelse woorden Decent Work in relatie tot de Decent Work Agenda Het creëren van banen De eerste doelstelling is gericht op het creëren van banen. Armoede, toenemende inkomensongelijkheid en de langzame groei van de werkgelegenheid, verergerd door de economische crisis en de globalisering, zorgen voor kritische beperkingen voor de economische en sociale vooruitgang. Het stimuleren en verbeteren van de werkgelegenheid en de kwaliteit van de werkgelegenheid is globaal een centrale uitdaging geworden. Met globale werkloosheid op een historisch hoog niveau, is er nooit een grotere behoefte geweest voor Ministerie SZW 2008, p Rapport van de Directeur-Generaal van de IAO voor de 87 ste Conferentie: Decent Work, Wenen

12 werkgelegenheid. 24 Binnen deze doelstelling streeft de IAO naar een beleid dat helpt bij het creëren en onderhouden van Decent Work en inkomen. Dit beleid wordt geformuleerd in de Global Employment Agenda, uitgewerkt door de vertegenwoordigers van de regeringen, werkgevers en werknemers van de aangesloten landen Het garanderen van rechten op het werk De tweede doelstelling is het garanderen van rechten op het werk. Het bereiken van dit doel in een globaliserende economie vereist actie op internationaal niveau. De wereldgemeenschap reageert op deze uitdaging door het ontwikkelen van internationale juridische instrumenten inzake handel, economie, milieu, mensenrechten en arbeid. Voor deze doelstelling heeft de IAO een wettelijk kader tot stand gebracht door de uitwerking en bevordering van internationale arbeidsnormen die ervoor zorgen dat economische groei en ontwikkeling gepaard gaan met de creatie van Decent Work. Het unieke tripartiete structuur van de IAO zorgt ervoor dat deze normen worden ondersteund door de overheid, werkgevers en werknemers De uitbreiding van de sociale bescherming Als derde doelstelling heeft de IAO de uitbreiding van de sociale bescherming. Sociale bescherming definieert de kern van het werk van de IAO. Sinds haar oprichting in 1919 heeft de IAO haar lidstaten hulpmiddelen verstrekt en hulp verleend, gericht op het verbeteren en uitbreiden van de sociale bescherming voor alle groepen in de samenleving en tevens gericht op het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. De toegang tot adequate sociale bescherming wordt door de internationale arbeidsnormen en de VN erkend als een grondrecht. 27 Voor de drie belangrijke dimensies van de sociale bescherming heeft de IAO drie hoofddoelstellingen uiteengezet, namelijk: de uitbreiding van de dekking en de doeltreffendheid van de stelsels van sociale zekerheid; de bevordering van de sociale bescherming gericht op loon, werktijden, gezondheid en fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden (essentieel voor decent work); en werken door middel van specifieke programma s en activiteiten ter bescherming van de kwetsbare groepen werknemers zoals migranten en hun gezinnen en werknemers in de informele economie Het bevorderen van sociale dialoog De vierde doelstelling is gericht op het bevorderen van sociale dialoog. Sociale dialoog speelt een cruciale rol bij de verwezenlijking van de IAO doelstelling; het

13 bevorderen van kansen voor vrouwen en mannen om waardig en productief werk uit te oefenen waarbij rekening wordt gehouden met vrijheid, gelijkheid, veiligheid en menselijke waardigheid. Sociale dialoog omvat alle soorten onderhandelingen, overleg en uitwisseling van informatie tussen en onder vertegenwoordigers van regeringen, werkgevers en werknemers over kwesties van gemeenschappelijk belang. 29 Deze aanpak zorgt voor goede arbeidsverhoudingen tussen regeringen, werkgevers- en werknemersorganisaties en ook voor goede arbeidswetgeving om te voldoen aan de veranderende economie en sociale behoeften van de mensen. Succesvolle sociale dialoog zorgt voor het oplossen van belangrijke economische en sociale problemen, het bevorderen van een goed bestuur en sociale en industriële stabiliteit. 30 Hoe sociale dialoog werkt varieert van land tot land en van regio tot regio. Zo kan het bestaan als een tripartiet proces met de overheid als officiële partij of het kan bestaan uit bilaterale relaties tussen arbeid en management, met of zonder indirecte overheidsbemoeienis. Tevens kan de dialoog informeel of geïnstitutionaliseerd zijn en is meestal een combinatie van beide. De sociale dialoog kan plaatsvinden op nationaal, regionaal of op ondernemingsniveau Decent Work Country Programmes De Decent Work Country Programmes (verder te noemen: DWCPs) zijn opgericht als het belangrijkste middel van de IAO om steun te verlenen aan landen. 32 De DWCPs zijn een weerslag van de aanpak van de IAO en de VN als geheel. Het doel is om de DWCPs een belangrijk onderdeel te laten zijn van de activiteiten van de VN in een specifiek land via de United Nations Development Assistance Frameworks (UNDAE). Hiermee zorgt de IAO voor een verhoging van de effectiviteit van haar programma door de Decent Work Agenda rechtstreeks te implementeren in een breder VN-kader. Ze vormen sinds 2006 het voornaamste kader van de diensten die de IAO aan individuele lidstaten verstrekt. In deze DWCP s bundelen de verschillende onderdelen van de IAO hun krachten om op die wijze een geïntegreerde oplossing te bieden die recht doet aan de individuele omstandigheden van een bepaald land. 33 DWCPs hebben twee fundamentele doelstellingen; ze bevorderen decent work als een essentieel onderdeel van het nationaal beleid. Tegelijkertijd, organiseren zij IAO kennis, instrumenten, belangenbehartiging en tripartiete samenwerking Ministerie SZW 2008, p

14 Hoofdstuk 3 Het normstellend kader van de Decent Work Agenda en enkele belangrijke IAO-verdragen In het vorige hoofdstuk is naar voren gekomen dat de normsteller de IAO is. De IAO heeft namelijk naast een toezichthoudende functie ook een regelgevende functie in het kader van de Decent Work. Door middel van deze regelgevende functie is een normstellend kader opgezet waarmee de IAO haar doelstellingen probeert te halen en waarmee de IAO arbeidsnormen oplegt aan de aansluitende landen. In paragraaf 3.1 zal de Constitution of the International Labour Organisation besproken worden waarin de bevoegdheden van de IAO zijn opgenomen en eventuele andere functionele regels. In paragraaf 3.2 wordt het normstellend kader van de IAO nader besproken. De belangrijkste verdragen zullen uiteen gezet worden. Tot slot zal in paragraaf 3.3 het instrument van de IAO in de vorm van een aanbeveling besproken worden. 3.1 Het Statuut van de IAO De IAO is opgericht bij de Constitution of the International Labour Organisation (verder te noemen: Statuut). Het Statuut van de IAO is grotendeels functioneel van aard, in de zin dat de bevoegdheden, de onderlinge verhoudingen van de organen van de organisatie en de werkwijze er in zijn geregeld. Ook de verplichtingen van de lidstaten zijn er in opgenomen. 34 Voor het bereiken van de doelen van de IAO is één van de belangrijkste functies van de IAO de regelgevende functie. In artikel 19 lid 1 van het Statuut 35 is aangegeven dat de Internationale Arbeidsconferentie zich uitspreekt voor het aannemen van voorstellen die betrekking hebben op een punt van de agenda. De Conferentie dient dan te bepalen of deze voorstellen de vorm zullen krijgen van een internationaal verdrag of een aanbeveling; wanneer het behandelde onderwerp niet geschikt wordt geacht voor een verdrag. 36 Hieruit kan men opmaken dat de regelgevende functie van de IAO in de vorm van verdragen en aanbevelingen tot stand wordt gebracht. De arbeidsnormen zijn dan ook in verdragen en aanbevelingen opgenomen Wat zijn internationale arbeidsnormen? Sinds 1919 hebben de IAO actoren (regering, werkgevers en werknemers) een systeem met internationale arbeidsnormen opgesteld en deze beschrijven fundamentele principes en rechten op het werk. Deze normen zijn opgenomen in ofwel conventies (zijn legaal bindende internationale verdragen die door de lidstaten kunnen worden geratificeerd), ofwel aanbevelingen (die dienen als niet-bindende richtsnoeren). In veel gevallen stelt een verdrag de basis principes vast die geïmplementeerd moeten worden door de lidstaten die het verdrag 34 Ministerie SZW 2008, p Het Statuut van de IAO 1919 (<wetten.overheid.nl>; te vinden onder statuut internationale arbeidsorganisatie). 14

15 hebben geratificeerd, terwijl een aanbeveling een aanvulling is op het verdrag door het verstrekken van meer gedetailleerde richtlijnen over hoe een verdrag toegepast moet worden. Aanbevelingen kunnen ook niet gekoppeld zijn aan een verdrag. 37 In het volgende hoofdstuk zullen de internationale arbeidsnormen verder besproken worden in het kader van het normstellend kader van de Decent Work Agenda. Internationale arbeidsnormen zijn primair instrumenten voor overheden die, in overleg met werkgevers en werknemers, op zoek zijn naar het ontwerp en de uitvoering van het arbeidsrecht en het sociaal beleid in overeenstemming met de internationaal aanvaarde normen. Voor veel lidstaten begint dit proces met het nemen van een beslissing om een IAO-verdrag te ratificeren. Voordat een land overweegt een verdrag te ratificeren gaan ze vaak door een periode van onderzoeken en, indien nodig, herziening van hun wetgeving en beleid om de naleving van het instrument te bereiken dat het land wenst te ratificeren. Sommige landen kiezen ervoor een verdrag niet te ratificeren, maar hun wetgeving aan te passen aan dat verdrag. Deze lidstaten gebruiken IAO-normen als model voor het opstellen van hun wetgeving en politiek. Weer andere landen ratificeren IAO-verdragen vrij snel en werken dan aan hun nationale wetgeving om deze in één lijn te krijgen met het geratificeerde verdrag. De toezichthoudende organen van de IAO kunnen deze lidstaten begeleiden in dit proces Doorwerking IAO-normen in Nederland Dat Nederland een gematigd monistisch systeem heeft is te vinden in de artikelen 93 jo. 94 van de Grondwet. Artikel 93 van de Grondwet geeft aan: bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties, die naar haar inhoud een ieder kunnen verbinden, hebben verbindende kracht nadat zij zijn bekendgemaakt. In dit artikel wordt gesproken over bepalingen die rechtstreekse werking hebben waar iedereen zich aan moet houden, zonder tussenkomst van de nationale rechter. De verbindende kracht gaat pas in wanneer deze bepalingen bekend zijn gemaakt. Artikel 94 Grondwet geeft aan: Binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften vinden geen toepassing, indien deze toepassing niet verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties. Dit artikel geeft aan dat wanneer nationale

16 bepalingen in strijd zijn met internationale bepalingen, de internationale bepalingen voorrang hebben. Waarom wordt gesproken van een gematigd monistisch stelsel? Bij strijdigheid tussen het internationaal recht en een Nederlandse wettelijke bepaling mag de Nederlandse rechter de Nederlandse bepaling niet van toepassing verklaren als de bepaling(en) van het internationale recht rechtstreekse werking hebben. 39 De IAO-verdragen richten zich tot de nationale overheid en verplichten overheden om een beleid te voeren in de voorgeschreven richting. Als regel zijn zij niet geformuleerd in de vorm van individuele rechten waardoor implementatiewetgeving nodig is om deze verdragen te laten doorwerken in de nationale rechtsorde en rechtstreekse aanspraken van burgers op te leveren Verdragen De IAO heeft tot op de dag van vandaag 189 verdragen aangenomen, die gezamenlijk het gehele terrein van arbeid en sociale zekerheid bestrijken. Deze verdragen kan men zien als een internationaal wetboek van arbeid, waaruit de lidstaten kunnen kiezen welke verplichtingen ze aangaan. De verdragen van de IAO zijn juridisch bindende instrumenten die verplichtingen scheppen voor de lidstaten om de verdragen te ratificeren en hebben niet het karakter gekregen van een verbintenis tussen staten. Vanwege de globalisering van de wereldhandel koos de IAO ervoor om selectiever te zijn in de opstelling van nieuwe verdragen; om alleen die instrumenten op te stellen die een toegevoegde waarde voor de internationale samenleving hebben. 41 Momenteel heeft de IAO acht kernverdragen (fundamentele verdragen) welke zijn ontstaan vanuit de fundamentele principes en rechten op het werk. Deze verdragen zijn al eerder benoemd in paragraaf 2.2. In het boek Decent Work op de Agenda (van der Heijden) zijn de door Nederland geratificeerde IAOverdragen onderverdeeld in acht categorieën welke weer onderverdeeld zijn in subcategorieën. De onderverdeling ziet er als volgt uit: - Categorie 1 Fundamentele arbeidsverdragen; - Categorie 2 Prioriteitsverdragen (verdragen 81, 129, 144 en 122); - Categorie 3 Verdragen betreft de vrijheid van vakvereniging en collectief onderhandelen (verdragen 135, 141, 151 en 154); - Categorie 4 Verdragen gericht op de arbeidsmarkt (verdragen 142, 150, 159, 160, 88 en 97); - Categorie 5 Verdragen betreft de sociale zekerheid (verdragen 102, 19, 103, 121 en 128); 39 Kooijmans, P.H., Internationaal publiekrecht in vogelvlucht, Deventer: Kluwer, 2002, p Ministerie SZW 2008, p Ministerie SZW 2008, p

17 - Categorie 6 Verdragen betreft de arbeidsvoorwaarden (verdragen 95, 131, 14, 90, 106, 94, 101, 140, 156, 175 en 177); - Categorie 7 Verdragen betreft de arbeidsomstandigheden (verdragen 13, 115, 162, 62, 152, 155 en 174); - Categorie 8 Maritieme verdragen (verdragen 22, 23, 27, 114, 146, 147, 180, 9, 145, 16, 73, 113, 68, 92, 126, 133, 69, 74, 8, 70 en 71). Deze verdragen zijn grotendeels geïmplementeerd in de nationale wetgeving zoals in het Wetboek Van Strafrecht, Arbeidstijdenwet en Arbeidsomstandighedenwet. Tevens is een deel van de elementen van de verdragen reeds opgenomen in bijvoorbeeld de Grondwet voordat het IAOverdrag werd opgesteld. In de volgende subparagrafen worden vier IAO-verdragen die belangrijk zijn in het kader van dit onderzoek onder de loep genomen, namelijk Verdrag 29 Gedwongen Arbeid (subparagraaf ), Prioriteitsverdrag 81 Arbeidsinspectie (subparagraaf ), Verdrag 106 De Wekelijkse Rusttijd in de Handel en op Kantoren (subparagraaf ) en Verdrag 155 Arbeidsveiligheid, Gezondheid en Arbeidsmilieu (subparagraaf ) Verdrag 29 Gedwongen Arbeid Dit Verdrag is door Nederland geratificeerd op 31 maart Artikel 1 van dit Verdrag geeft al meteen een verplichting aan om gedwongen arbeid in al zijn vormen op de kortst mogelijke termijn af te schaffen. Maar wat wordt verstaan onder gedwongen arbeid? Ook dit is opgenomen in hetzelfde artikel en geeft aan dat onder gedwongen arbeid wordt verstaan elke arbeid of dienst, die van een persoon wordt gevorderd onder bedreiging met één of andere straf en waarvoor bedoelde persoon zich niet vrijwillig heeft aangehouden. De artikelen 2 tot en met 12 bevatten voorschriften wanneer er niet wordt gesproken van gedwongen arbeid. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer elke arbeid of dienst gevorderd wordt op basis van wetten op de verplichte militaire dienst en aangewend wordt voor werken die een zuiver militair karakter dragen (artikel 2 sub a). Daarnaast bevat het Verdrag voorschriften gericht op arbeidsvoorwaarden, zoals arbeidsduur (artikel 13), beloning (artikel 14), regelingen bij ongeval of ziekte, eisen betreffende de gezondheid, in het bijzonder bij verplaatsing naar andere streken en bij verrichting van arbeid waaraan men niet gewend is (artikel 16). Tevens zijn de artikelen 23 en 24 van het Verdrag gericht op de verplichting van de overheid een volledige en duidelijke regeling af te kondigen als gebruik wordt gemaakt van gedwongen arbeid. Deze regeling moet bekend worden gemaakt aan de personen die de gedwongen arbeid moeten uitoefenen. Overigens moet het verplicht stellen van gedwongen arbeid in strijd met de 42 KB 27 april 1933, Stb

18 wettelijke voorzieningen strafbaar worden gesteld. De strafbaarstelling moet doeltreffend en nauwkeurig toegepast worden (artikel 25). 43 Implementatie in Nederland Gedwongen arbeid is een prominent verbod in Nederland en is opgenomen in artikel 19 lid 3 van de Grondwet. Hierin staat aangegeven dat iedere Nederlander op vrije keuze van arbeid wordt erkend, behoudens de beperkingen bij of krachtens de wet gesteld. Uit deze bepaling is op te maken dat uitzonderingen mogelijk zijn bij of krachtens de wet gesteld. Zo zijn in Nederland enkele wetten die een uitzondering hebben gemaakt op dit verbod. Een aantal wetten staat gedwongen arbeid toe in noodsituaties waaronder de wet van 18 juni 1953 (Stb. 305) betreffende regeling inzake de inkwartiering en het onderhoud van militairen en de transporten en leverantieën voor de legers en verdedigingswerken (de inkwartieringswet). Bovendien zijn er velerlei voorschriften in het Wetboek van Strafrecht die dwangarbeid strafbaar kunnen stellen, zoals mensenhandel in artikel 273f, slavenhandel in artikel 274, opzettelijke vrijheidsberoving in artikel 282, gijzeling in artikel 282a en bepalingen als bedreiging en intimidatie in de artikelen 285 en 285a Prioriteitsverdrag 81 Arbeidsinspectie in de Industrie en de Handel Dit Verdrag is geratificeerd door Nederland op 15 september In Nederland overlijden jaarlijks honderden werknemers als gevolg van onveilig of ongezond werk. Hierdoor is het van belang dat nationale overheden niet alleen beschermende wet- en regelgeving hebben, maar ook effectief toezicht hebben op de handhaving van deze regelgeving door middel van een inspectie mechanisme. Dit belang vormt het hart van het Prioriteitsverdrag 81. Tevens, het feit dat de IAO dit Verdrag, naast de acht fundamentele verdragen, tot één van de vier prioritaire verdragen heeft aangewezen geeft aan welk belang de IAO hecht aan een effectieve inspectie. 46 De artikelen 1 en 2 van het verdrag hebben de verplichting een inspectie in te stellen voor industriële inrichtingen. Deze inspectie moet van toepassing zijn op alle inrichtingen, ten aanzien waarvan het toezicht op naleving van wettelijke bepalingen over arbeidsomstandigheden en bescherming van werknemers in hun werk aan inspecteurs van de arbeid is opgedragen. In de artikelen 3 tot en met 21 van het Verdrag zijn de taken van de inspectie in de industrie opgenomen Ministerie SZW 2008, p Ministerie SZW 2008, p Stb. J Dr. Jan Popma, Inkrimping Arbeidsinspectie in strijd met ILO Verdrag 81, ARBAC 201, p Ministerie SZW 2008, p

19 De taken van de inspectie zijn op grond van het Verdrag gericht op de handhaving van wettelijke bepalingen met betrekking tot het loon (artikel 3 lid 1). Het accent ligt primair op de handhaving van wettelijke bepalingen omtrent veiligheid en gezondheid op het werk en arbeidstijden. Het IAO-Verdrag stelt onder meer eisen aan het aantal inspecteurs (artikel 10), en aan de deskundigheid (artikel 9) en onafhankelijkheid van de inspecteurs; in het bijzonder met betrekking tot veranderingen in de regering en oneigenlijke externe invloeden (artikel 6). Tevens moet de inspectie beschikken over voldoende lokale kantoren, welke toegankelijk dienen te zijn voor alle betrokkenen (artikel 11). Uit artikel 13 van het Verdrag volgt dat de aangesloten lidstaten ervoor zorg dienen te dragen dat in de nationale wetgeving bepalingen komen betreffende de algemene bevoegdheden van de inspecteurs, zoals recht op binnentreding, recht op een onderzoek in te stellen, recht om monsters te nemen (artikel 12) en bijzondere handhavingsbevoegdheden (direct ingrijpen bij gevaarlijke situaties; artikel 13). 48 Implementatie in Nederland In Nederland is de Inspectie SZW (voorheen de Arbeidsinspectie) de instantie die primair toezicht houdt op de wetgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden en bescherming van werknemers als bedoeld in artikel 3 van het Verdrag, op grond van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie De belangrijkste wetgeving met betrekking tot de toezichthoudende taak van de Arbeidsinspectie zijn: de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit, de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving, het Besluit risico s zware ongevallen, de Arbeidstijdenwet, het Arbeidstijdenbesluit, de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag, de Wet op de Allocatie van Arbeidskrachten Door Intermediairs en de Wet Arbeid Vreemdelingen. De Inspectie SZW heeft diverse toezichtactiviteiten om de naleving van wet- en regelgeving in stand te houden door werkgevers en werknemers. Deze toezichtactiviteiten omvat preventie (waaronder voorlichting), signalering en risicoanalyse, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving en repressieve handhaving. 49 Dit wordt bevordert door het uitvoeren van controles, het opsporen van strafbare feiten en het opleggen van maatregelen en boetes. Voor het uitoefenen van deze taken heeft de Inspectie SZW diverse instrumenten zoals het stilleggen van het werk, het opleggen van boetes en bestuursdwang op het gebied van arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen. Ook behandelt de 48 Dr. Jan Popma, Inkrimping Arbeidsinspectie in strijd met ILO Verdrag 81, ARBAC 2011, p

20 Inspectie SZW klachten van werknemers omtrent de naleving van wet- en regelgeving en doet zij onderzoek naar gemelde bedrijfsongevallen Verdrag 106 De Wekelijkse Rusttijd in de Handel en op Kantoren Dit Verdrag is door Nederland geratificeerd op 2 mei De werkingssfeer van het Verdrag is opgenomen in de artikelen 2 tot en met 5. Op grond van artikel 2 is het Verdrag, globaal gezien, van toepassing op alle personen met inbegrip van leerlingen, die in dienst zijn van (handels)ondernemingen, instellingen en administratieve diensten waarin de werknemers voornamelijk kantoorwerk verrichten met inbegrip van de kantoren van vrije beroepsbeoefenaren. Andere bedrijven kunnen ook onder de werkingssfeer van dit Verdrag vallen op grond van de artikelen 3 tot en met 5, of uitgezonderd worden van de bepalingen van het Verdrag (artikel 5), deze zullen verder niet besproken worden. 51 In de artikelen 6 tot en met 12 zijn verplichtingen opgenomen zoals het recht van een werknemer, die onder de werkingssfeer van dit Verdrag valt, op een ononderbroken wekelijkse rusttijd van minimaal 24 uur. Deze rusttijd moet, voor zover mogelijk, aan alle belanghebbenden in een bedrijf tegelijkertijd worden gegeven en moet zoveel mogelijk samenvallen met de dag die volgens de tradities of gebruiken van het land als rustdag is erkend. Voorts zijn de verplichtingen in deze artikelen gericht op speciale regelingen voor de wekelijkse rusttijd (artikel 6), voorwaarden voor een tijdelijke of gedeeltelijke vrijstelling kan worden gegeven (artikel 8), het verbod van inkomstenvermindering voor de werknemers (artikel 9) en het nemen van passende maatregelen voor een juiste toepassing van de voorschriften betreffende de wekelijkse rusttijd (artikel 10). 52 Implementatie in Nederland Het uitgangspunt van de Nederlandse wetgeving gebaseerd op het Verdrag is dat er een wekelijkse rustdag is en dat die in beginsel op de zondag valt, waarop arbeid verboden is. Dit geldt ook voor de werknemers die vanwege hun godsdienst of levensbeschouwing op een andere dag dan een zondag een wekelijkse rustdag vieren. Op grond van artikel 7 van het Verdrag is er een mogelijkheid voor uitzonderingen op twee aspecten van artikel 2 van het Verdrag. Hier heeft Nederland gebruik van gemaakt. Het eerste aspect betreft de rustperiode per zeven dagen. Het is mogelijk om de rust per zeven dagen op te schorten, zodat in een periode van veertien dagen een rust van 72 uur genoten wordt. Deze periode mag gesplitst worden in twee perioden van minimaal 32 uur (artikel 5:5 lid 2 Arbeidstijdenwet). Het tweede aspect betreft het werken op zondag (de gebruikelijke wekelijkse rustdag in de industrie). Dit is onder 50 Ministerie SZW 2008, p Trb. 1964, Trb. 1964,

21 bepaalde voorwaarden toegestaan, namelijk wanneer dit voortvloeit uit de aard van de arbeid en overeengekomen is bij het aangaan van het arbeidscontract. Ook bedrijfsomstandigheden kunnen zondagsarbeid gewenst maken, maar in dat geval moet er zowel overeenstemming zijn met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging als met de individuele werknemer (artikel 5:6 Arbeidstijdenwet). 53 De verplichtingen van het Verdrag zijn derhalve nader uitgewerkt in de Arbeidstijdenwet Verdrag 155 Arbeidsveiligheid, Gezondheid en Arbeidsmilieu Dit Verdrag is door Nederland geratificeerd op 22 mei De bepalingen van het Verdrag zijn onderverdeeld in vier delen. Met deel I de werkingssfeer, deel II de beginselen van nationaal beleid, deel III de op nationaal niveau te treffen maatregelen en deel IV de maatregelen die op het niveau van de onderneming genomen moeten worden. 54 De bepalingen van het Verdrag zijn in beginsel van toepassing op alle takken economische bedrijvigheid (artikel 1, eerste lid). Onder de werkingssfeer van het Verdrag vallen alle werknemers in loondienst met inbegrip van werknemers die bij de overheid werkzaam zijn (artikel 2 lid 1 jo. artikel 3a). De zelfstandige werknemers zijn hiervan uitgezonderd. In enkele gevallen kunnen bepaalde bedrijfstakken of beperkte categorieën werknemers geheel of gedeeltelijk uitgezonderd worden van de verdragsbepalingen (artikel 1 lid 2 resp. artikel 2 lid 2). Hiervoor is voorafgaand overleg met de werkgeversen werknemersorganisaties vereist. 55 In artikel 3 van het Verdrag is opgenomen wat moet worden verstaan onder de begrippen takken van economische bedrijvigheid, werknemers, arbeidsplaats, voorschriften en gezondheid. 56 De kern van het Verdrag wordt gevormd door een algemene verplichting voor de regeringen van de lidstaten om in overleg met werkgevers en werknemers te komen tot het formuleren en het uitvoeren van een nationaal beleid terzake van arbeidsveiligheid, gezondheid en het arbeidsmilieu (artikel 4). 57 Doel van het beleid is het voorkomen van ongevallen en schade aan de gezondheid tijdens het werk door gevaren in het arbeidsmilieu tot een minimum te beperken. 58 Er wordt niet verder ingegaan op de inhoud van dit Verdrag maar voornamelijk op de implementatie van dit verdrag. Hierover wordt in de volgende subparagraaf meer aandacht geschonken. Implementatie in Nederland Het Verdrag 155 is verder uitgewerkt in de nationale wetgeving. De belangrijkste wetgeving is de Arbeidsomstandighedenwet (kaderwet) en vormt de basis van 53 Ministerie SZW 2008, p Trb. 1982, Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken, , , nr Ministerie SZW 2008, p Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken, , , nr Ministerie SZW 2008, p

22 de arbowetgeving. De wet is nader uitgewerkt in het Arbeidsomstandighedenbesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling. 59 De verschillende Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving en de 45 Arboinformatiebladen (Al- bladen) bevatten informatie over de wijze waarop de arbeidsomstandighedenwetgeving nageleefd kan worden. 60 De Arbeidsomstandighedenwet is van toepassing op degene die krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling gehouden is tot het verrichten van arbeid (artikel 1 sub a º1 Arbowet), zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid. Afgeweken of aanvullende regels kunnen worden gesteld voor bepaalde categorieën werknemers. In Nederland is dit op beperkte schaal gebeurd voor werknemers in de burgerlijke openbare dienst, het burger- en militair personeel werkzaam bij het Ministerie van Defensie, werknemers in de onderwijsinrichtingen, in de vervoerssector en in de justitie-inrichtingen. De algemene verplichting in deze wet houdt in dat de werkgever zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers in het kader van de arbeid verbonden aspecten en daartoe een beleid voert dat is gericht op een zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden. De werkgever legt voor de werknemer vast welke risico s de arbeid voor de werknemers met zich meebrengt. Door middel van een plan van aanpak en een risico-inventarisatie en evaluatie (artikel 5 en artikel 5 lid 3 Arbowet) worden deze risico s aan de werknemer bekendgemaakt. De werknemers behoren ingelicht te worden door de werkgever over de te verrichten werkzaamheden, de risico s die eraan verbonden zijn en de maatregelen die erop gericht zijn deze risico s te voorkomen of te beperken (artikel 8 Arbowet). Handelt de werkgever in strijd met deze wet? Dan kan hij een boete opgelegd krijgen (artikel 32 jo. 34 Arbowet). In het geval van schade zal overtreding van de wet leiden tot privaatrechtelijke aansprakelijkheid jegens de werknemer op grond van artikel 7:658 Burgerlijk Wetboek. Evenzeer kan sprake zijn van een misdrijf wanneer de werkgever in strijd handelt met de Arbeidsomstandighedenwet en hierdoor levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van één of meer werknemers ontstaat of te verwachten is en de werkgever dit weet of redelijkerwijs moet weten. 61 Het Arbeidsomstandighedenbesluit is gebaseerd op de Arbeidsomstandighedenwet en geeft nadere regels over de feitelijke arbeidsomstandigheden. Dit besluit heeft bepalingen in het kader van de inrichting van arbeidsplaatsen, arbeid waarbij gevaarlijke stoffen en biologische agentia gebruikt worden, fysieke belasting van werknemers, de omstandigheden waarin gewerkt wordt (temperatuur, verlichting en lawaai), eisen aan de Ministerie SZW 2008, p Ministerie SZW 2008, p. 200 en Arbeidsomstandighedenwet 18 maart

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK Toelichting In het onderstaande zijn de afzonderlijke elementen van het normatieve kader integraal opgenomen en worden ze nader toegelicht en beschreven. Daarbij wordt aandacht besteed aan de volgende

Nadere informatie

ING ENVIRONMENTAL APPROACH

ING ENVIRONMENTAL APPROACH ING ENVIRONMENTAL APPROACH Mensenrechten op de werkplek 3 De uitgangspunten 4 Vrijheid van organisatie en het recht op collectieve onderhandeling 5 TABLE OF CONTENTS Dwangarbeid 6 Kinderarbeid 7 Discriminatie

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 475 Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

Verklaring omtrent de sociale rechten en de industriële betrekkingen bij LEONI

Verklaring omtrent de sociale rechten en de industriële betrekkingen bij LEONI Verklaring omtrent de sociale rechten en de industriële betrekkingen bij LEONI Preambule LEONI legt aan de hand van deze verklaring de principiële sociale rechten en beginselen vast. Deze vormen de basis

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 165/23

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 165/23 8.6.2001 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 165/23 RECTIFICATIES Rectificatie van de briefwisseling tussen de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de Internationale Arbeidsorganisatie

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van maandag 5 oktober

A D V I E S Nr Zitting van maandag 5 oktober A D V I E S Nr. 1.959 ------------------------------- Zitting van maandag 5 oktober 2015 --------------------------------------------------- Vragenlijst voor een evaluatie van de Verklaring van de IAO

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 15.6.2006 COM(2006) 288 definitief 2003/0103 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de

Nadere informatie

RAPPORT Nr

RAPPORT Nr RAPPORT Nr. 96 ------------------------ IAO Rapport over het tijdvak 1 juni 2013-31 mei 2016, uitgebracht door de Belgische regering overeenkomstig de bepalingen van artikel 22 van het Statuut van de Internationale

Nadere informatie

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER Wij zijn ervan overtuigd dat bedrijven alleen succesvol kunnen zijn in maatschappijen waarin mensenrechten beschermd en gerespecteerd worden. Wij erkennen

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 17 december

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 17 december A D V I E S Nr. 1.879 ------------------------------ Zitting van dinsdag 17 december 2013 ----------------------------------------------------- IAO 103e zitting van de Internationale Arbeidsconferentie

Nadere informatie

Ethische Code van Compass Group

Ethische Code van Compass Group van Compass Group Versie 1.2 Compass Group & UN Global Compact Als wereldleider in onze branche moeten we de allerhoogste eisen stellen aan de kwaliteit van de diensten die we leveren en aan de professionele

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 18 december

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 18 december A D V I E S Nr. 1.828 -------------------------------- Zitting van dinsdag 18 december 2012 ------------------------------------------------------ IAO Voorlegging, aan het Parlement, van de instrumenten

Nadere informatie

Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie

Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie 1 De Arbeidsinspectie in het kort De Arbeidsinspectie (AI) maakt deel uit van het ministerie van Sociale Zaken en

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET Stuk 1811 (2002-2003) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2002-2003 22 juli 2003 ONTWERP VAN DECREET houdende instemming met het verdrag nr. 179 betreffende de werving van en arbeidsbemiddeling voor zeevarenden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 29 427 ILO-verdragen Nr. 69 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT:

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 6 maart 2006, Directie Arbeidsomstandigheden, nr. ARBO/A&V/2006/14012 houdende/tot

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2013 COM(2013) 152 final 2013/0085 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd om in het belang van de Europese Unie het verdrag

Nadere informatie

De rol van de International Arbeidsorganisatie in de XXI ste eeuw

De rol van de International Arbeidsorganisatie in de XXI ste eeuw De rol van de International Arbeidsorganisatie in de XXI ste eeuw Rudi Delarue Directeur Internationaal Arbeidsbureau voor de EU en de Benelux landen Presentatie voor de Alumnidag vande KU Leuven 09-03-2012

Nadere informatie

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, 09-07-1948 (vertaling: nl) Verdrag No. 87 betreffende de vrijheid tot

Nadere informatie

R A P P O R T Nr

R A P P O R T Nr R A P P O R T Nr. 95 ------------------------------- IAO Rapport uitgebracht ter aanvulling van de rapporten uitgebracht door de Belgische regering overeenkomstig de bepalingen van artikel 19 van het Statuut

Nadere informatie

VERDRAG BETREFFENDE PARTICULIERE BUREAUS VOOR ARBEIDSBEMIDDELING

VERDRAG BETREFFENDE PARTICULIERE BUREAUS VOOR ARBEIDSBEMIDDELING VERTALING VERDRAG BETREFFENDE PARTICULIERE BUREAUS VOOR ARBEIDSBEMIDDELING (Verdrag Nr. 181 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar vijfentachtigste zitting; Genève, 19 juni 1997)

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 22 mei

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 22 mei A D V I E S Nr. 2.086 ------------------------------ Zitting van dinsdag 22 mei 2018 ----------------------------------------------- IAO - Voorlegging aan het parlement van de aanbeveling nr. 205 betreffende

Nadere informatie

De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie,

De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie, 140 12 C. VERTALING Verdrag betreffende de rol van beroepskeuzevoorlichting en beroepsopleiding bij de ontwikkeling van menselijke hulpbronnen De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie,

Nadere informatie

Verdrag nr. 181 betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling (B.S., 28 oktober 2004)

Verdrag nr. 181 betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling (B.S., 28 oktober 2004) 19-06-1997 Verdrag nr. 181 betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling (B.S., 28 oktober 2004) Bekrachtiging, verbindend verklaring: Goedgekeurd bij art. 2 Decr. Vl. Parl. 17 juli 2000 (B.S.,

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 oktober 2001

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 oktober 2001 A D V I E S Nr. 1.373 -------------------------------- Zitting van dinsdag 16 oktober 2001 IAO - 90ste zitting van de Internationale Arbeidsconferentie (juni 2002) - Rapport VII (1) - Intrekking van twintig

Nadere informatie

Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte

Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte Bijlage: Transponeringstabel Artikel Richtlijn 14/67/EU Bepaling in implementatieregeling of in bestaande regelgeving en toelichting indien niet geïmplementeerd of uit zijn aard geen implementatie behoeft

Nadere informatie

Wat doet de Inspectie SZW?

Wat doet de Inspectie SZW? Wat doet de Inspectie SZW? De Inspectie SZW werkt samen aan eerlijk, gezond en veilig werk en bestaanszekerheid voor iedereen 2 Wat doet de Inspectie SZW? 1 Organisatie Meer effect met één Inspectie SZW

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden Frank Rijshouwer Hogere Veiligheidskundige 20 juni 2006 1 Arbowetgeving Arbeidsomstandighedenwet Arbeidsomstandighedenbesluit Arbeidsomstandighedenregeling Arbo-

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.445 ----------------------------- Zitting van dinsdag 15 juli 2003 -----------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.445 ----------------------------- Zitting van dinsdag 15 juli 2003 ----------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.445 ----------------------------- Zitting van dinsdag 15 juli 2003 ----------------------------------------- IAO - 92e zitting van de Internationale Arbeidsconferentie (juni 2004) - Rapport

Nadere informatie

Wet arbeid Vreemdelingen

Wet arbeid Vreemdelingen Wav C22 C22 Wet arbeid Vreemdelingen Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen, Stb. 1994,959. Inwerkingtreding 1 september 1995. PARAGRAAF I Begripsbepalingen Artikel 1

Nadere informatie

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken 32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 16 juni

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 16 juni A D V I E S Nr. 1.521 ----------------------------- Zitting van donderdag 16 juni 2005 --------------------------------------------- IAO - Voorlegging aan het Parlement van de instrumenten aangenomen door

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 16 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

Heeft u een klacht? Meld het bij de Arbeidsinspectie

Heeft u een klacht? Meld het bij de Arbeidsinspectie Heeft u een klacht? Meld het bij de Arbeidsinspectie Heeft u een klacht? 1 Heeft u een klacht? Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontwikkelt beleid op het terrein van arbeid en inkomen.

Nadere informatie

VERKLARING VAN RENAULT INZAKE FUNDAMENTELE ARBEIDSRECHTEN

VERKLARING VAN RENAULT INZAKE FUNDAMENTELE ARBEIDSRECHTEN VERKLARING VAN RENAULT INZAKE FUNDAMENTELE ARBEIDSRECHTEN De groei- en concurrentiestrategie van RENAULT is gebaseerd op vakmanschap, kwaliteit en aantrekkelijkheid van producten, tevredenheid van klanten,

Nadere informatie

Staten-Generaal. s-gravenhage, 26 januari De goedkeuring wordt voor Nederland en Aruba gevraagd.

Staten-Generaal. s-gravenhage, 26 januari De goedkeuring wordt voor Nederland en Aruba gevraagd. Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 162 26 988 (R1645) Voornemen tot opzegging van het Verdrag betreffende de wekelijkse rusttijd in de handel en op kantoren (Verdrag nr. 106, aangenomen door

Nadere informatie

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde HC 5A, 11-12-2017, Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde In het Koninkrijk der Nederlanden van 1954 is opgenomen dat het Statuut in hiërarchie hoger is dan de Grondwet (art. 5

Nadere informatie

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. Relevante wet-en regelgeving BHV1 1. Arbeidsomstandighedenwet (van kracht sinds 1 januari 2007) N.B. Achter de artikelen

Nadere informatie

Algemene beschouwing

Algemene beschouwing Algemene beschouwing Arbeidsmigratiebeleid begint bij Nederlands arbeidsmarktbeleid Voor de Nederlandse economie en dus voor bedrijven en werknemers is het van belang om de juiste mensen op de juiste arbeidsplek

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting In dit advies doet de Sociaal-Economische Raad voorstellen voor vereenvoudiging van de Arbeidstijdenwet (ATW). De kern van deze wet bestaat uit een stelsel van normen voor arbeids- en

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 *** Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen in verband met de invoer van een certificaat als bewijs

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 26 april

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 26 april A D V I E S Nr. 1.401 ----------------------------- Zitting van vrijdag 26 april 2002 ----------------------------------------- IAO - 91ste zitting van de Internationale Arbeidsconferentie (juni 2003)

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (E) 6731/15 SOC 149 EMPL 76 MIGR 12 JAI 148 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT

Nadere informatie

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT Aanbeveling... 2 Advies... 2 Algemeen commentaar... 2 Beleidsdocument... 3 Besluit... 3 Decreet... 3 Europees besluit... 3 Grondwet... 3 Koninklijk besluit... 3 Mededeling...

Nadere informatie

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015 Maatschappelijk verantwoord beleggen Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015 Beleid ten aanzien van Maatschappelijk verantwoord beleggen Inleiding BPF Houthandel draagt

Nadere informatie

Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte

Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte Bijlage: Transponeringstabel Artikel Richtlijn 14/67/EU Bepaling in implementatieregeling of in bestaande regelgeving en toelichting indien niet geïmplementeerd of uit zijn aard geen implementatie behoeft

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 427 ILO-verdragen Nr. 98 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding voor het onderzoek

Samenvatting. Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting Aanleiding voor het onderzoek Het nationale bestuursrecht is van oudsher verbonden met het territorialiteitsbeginsel. Volgens dat beginsel is een autoriteit alleen bevoegd op het grondgebied

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET Stuk 1805 (2002-2003) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2002-2003 22 juli 2003 ONTWERP VAN DECREET houdende instemming met het verdrag nr. 142 betreffende de rol van beroepskeuzevoorlichting en beroepsopleiding

Nadere informatie

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 16 februari 2015 (OR. en) 6074/15 Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (NLE) SOC 55 EMPL 21 MIGR 5 JAI 78 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité

Nadere informatie

CONVENTIE NR. 189 BETREFFENDE WAARDIG WERK VOOR HET HUISPERSONEEL VERTALING

CONVENTIE NR. 189 BETREFFENDE WAARDIG WERK VOOR HET HUISPERSONEEL VERTALING CONVENTIE NR. 189 BETREFFENDE WAARDIG WERK VOOR HET HUISPERSONEEL VERTALING Inleiding De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie, Bijeengeroepen te Genève door de Raad van Bestuur

Nadere informatie

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet? 1 Arbo 17 de meest gestelde vragen in de schoonmaak 1 Arbo Arbeidsomstandigheden hebben de laatste decennia veel aandacht gekregen, en terecht. Vaak is al gebleken dat met soms eenvoudige werkplekaanpassingen,

Nadere informatie

Gedragscode zakelijke partner

Gedragscode zakelijke partner Gedragscode zakelijke partner Inhoud Inleiding 1.1 Achtergrond en reikwijdte van de code 1.2 Evaluatie en naleving van zakelijke partners 1.3 Vertrouwelijkheid 1.4. Onderaannemers De bedrijfsvoering van

Nadere informatie

B 11 Buitenlandse werknemers 8

B 11 Buitenlandse werknemers 8 B 11 Buitenlandse werknemers 8 Wettelijke maatregelen te~en ille~ale tewerkstellin~ Teneinde illegale tewerkstelling tegen te gaan en de tewerkstelling van buitenlandse werknemers te kunnen reguleren voorziet

Nadere informatie

Gedragscode. Looops B.V. Januari Gedragscode algemeen/60/004 Pagina! 1 van! 5

Gedragscode. Looops B.V. Januari Gedragscode algemeen/60/004 Pagina! 1 van! 5 Gedragscode Looops B.V Januari 2019 Gedragscode algemeen/60/004 Pagina! 1 van! 5 Gedragscode algemeen/60/004 Pagina! 2 van! 5 Het beleid dat Looops voert, is vanuit een breed maatschappelijk bewustzijn,

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 28 november 2017

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 28 november 2017 A D V I E S Nr. 2.064 ------------------------------ Zitting van dinsdag 28 november 2017 --------------------------------------------------- Rapporteringscyclus betreffende de niet-geratificeerde verdragen

Nadere informatie

5 Rol sociale partners

5 Rol sociale partners 5 Rol sociale partners 5.1 Afspraken over transitie De eerste deelvraag luidt: Welke rol ziet de SER en zien de sociale partners voor zichzelf in de ontwikkeling van een biobased economy in Nederland?

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Klokkenluidersregeling Instemming GMR d.d. 6 november 2018 Vastgesteld bevoegd gezag d.d. 7 november 2018 Inhoud Inleiding Artikel 1. Begripsbepalingen Artikel 2. Informatie, advies en ondersteuning voor

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei A D V I E S Nr. 1.612 ----------------------------- Zitting van donderdag 31 mei 2007 ----------------------------------------------- IAO - Voorlegging, aan het Parlement, van een door de Internationale

Nadere informatie

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet.

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet. Werkafspraken tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (inspectie), de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Keuringsraad Openbare Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG) over de wijze van samenwerking

Nadere informatie

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers 1. Wetgeving 1.1 Arbowet In januari 2007 is de Arbowet 2007 van kracht geworden. Het begrip Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden en heeft betrekking op Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW). De Arbowet

Nadere informatie

08/12/1992 Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens

08/12/1992 Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens verwerking van Art. 6 1. De verwerking van waaruit de raciale of etnische afkomst, de politieke opvattingen, de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging of het lidmaatschap van een vakvereniging

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 18 april 2016 Betreft Kamervragen hotels

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 18 april 2016 Betreft Kamervragen hotels > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 oktober

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 oktober A D V I E S Nr. 2.055 ------------------------------ Zitting van dinsdag 24 oktober 2017 -------------------------------------------------- IAO - 107 e zitting van de Internationale Arbeidsconferentie

Nadere informatie

Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag

Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag Kinderdagverblijf Eigenwijs, handelend onder Vertah BV, verder te noemen organisatie: hanteert deze Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag voor

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol

Samenwerkingsprotocol Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Reclame Code Partijen: 1. De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 26 februari 2015 (OR. en) 6424/15 Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (E) SOC 89 EMPL 41 MIGR 9 JAI 101 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de Raad

Nadere informatie

Arbeidsomstandighedenbeleid

Arbeidsomstandighedenbeleid Arbeidsomstandighedenbeleid informatie voor werkgevers en werknemers 170.indd 1 30-12-2008 10:38:37 170.indd 2 30-12-2008 10:38:38 Veilig en gezond werken is belangrijk. De overheid stelt doelen vast voor

Nadere informatie

2 Arbeidstijdenwet: hoofdlijnen en ontwikkelingen

2 Arbeidstijdenwet: hoofdlijnen en ontwikkelingen 2 Arbeidstijdenwet: hoofdlijnen en ontwikkelingen 2.1 De Arbeidstijdenwet 1996 De Arbeidstijdenwet (ATW) dateert van 1 januari 1996. De wet kwam in de plaats van de Arbeidswet 1919 en een groot aantal

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 42 VAN 2 JUNI 1987 BETREF- FENDE DE INVOERING VAN NIEUWE ARBEIDSREGELINGEN IN DE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 42 VAN 2 JUNI 1987 BETREF- FENDE DE INVOERING VAN NIEUWE ARBEIDSREGELINGEN IN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 42 VAN 2 JUNI 1987 BETREF- FENDE DE INVOERING VAN NIEUWE ARBEIDSREGELINGEN IN DE ONDERNEMINGEN, GEWIJZIGD DOOR DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 42 BIS VAN 10 NOVEMBER

Nadere informatie

Leveranciersgedragscode

Leveranciersgedragscode Leveranciersgedragscode 1. Achtergrond en uitgangspunten Het Ronald McDonald Kinderfonds vangt gezinnen op van ernstig zieke kinderen. In onze bedrijfsvoering streven wij naar optimaal en verantwoord rendement

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 260 Wet van 7 juni 2012 tot wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs in verband met de invoering van een registratieplicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 157 Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen

Nadere informatie

Nieuwe regels voor Europese ondernemingsraden. Inzicht in Richtlijn 2009/38/EG

Nieuwe regels voor Europese ondernemingsraden. Inzicht in Richtlijn 2009/38/EG Nieuwe regels voor Europese ondernemingsraden Inzicht in Richtlijn 2009/38/EG Wat zijn de taken van Europese ondernemingsraden? Europese ondernemingsraden (EOR s) zijn organen die de Europese werknemers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 108 Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter verbetering van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

Cao Bouwnijverheid (201 1) en Cao Bedrijfstakeigen Regelingen Bouwnijverheid ( )

Cao Bouwnijverheid (201 1) en Cao Bedrijfstakeigen Regelingen Bouwnijverheid ( ) Cao Bouwnijverheid (201 1) en Cao Bedrijfstakeigen Regelingen Bouwnijverheid (201 1-2015) Artikel 97: Werkingssfeeronderzoeken 1. Het Technisch Bureau Bouwnijverheid stelt namens partijen werkingssfeeronderzoeken

Nadere informatie

Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu

Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO ) Onderdirektoraat Juridische en Internationale Zaken Wagenwegstraat # 22 Paramaribo Suriname Tel:

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Reclame Code Partijen: 1. De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao; A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 3 de juni 2014, no. 14/1188, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Sanctielandsverordening. De Gouverneur van Curaçao, Op de voordracht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 506 Voorstel van wet van het lid Van Laar houdende de invoering van een zorgplicht ter voorkoming van de levering van goederen en diensten die

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling SKOR

Klokkenluidersregeling SKOR Klokkenluidersregeling SKOR Tiel, 8 maart 2017 0 Preambule De regeling voor het melden van een vermoeden van een misstand binnen de Stichting Katholieke Onderwijsbelangen Rivierenland biedt een heldere

Nadere informatie

1 PB nr. C 24 van 31. 1. 1991, blz. 3. 2 PB nr. C 240 van 16. 9. 1991, blz. 21. 3 PB nr. C 159 van 17. 6. 1991, blz. 32.

1 PB nr. C 24 van 31. 1. 1991, blz. 3. 2 PB nr. C 240 van 16. 9. 1991, blz. 21. 3 PB nr. C 159 van 17. 6. 1991, blz. 32. Richtlijn 91/533/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de verplichting van de werkgever de werknemer te informeren over de voorwaarden die op zijn arbeidsovereenkomst of -verhouding van toepassing

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 27-06-2013) Wet van 17 december 2003, houdende gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Werkingsgebied : De Zijlen Pagina 1 van 5 Doel Binnen De Zijlen is een integriteitcode vastgesteld. In deze code staan de gedragsregels vermeld die binnen De Zijlen afgesproken zijn. We werken samen aan

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Samenwerkingsverbanden en de AVG

Samenwerkingsverbanden en de AVG Realisatie Handreiking Samenwerkingsverbanden en de AVG Deel 1 - Verwerkingsverantwoordelijke Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Verwerkingsverantwoordelijke...4 2.1 Wat zegt de AVG?...4 2.2 Wat betekent

Nadere informatie

Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid

Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid Wet van 17 december 2003, Stb. 2004, 30, houdende gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting. De noodzaak van een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken

SAMENVATTING. Samenvatting. De noodzaak van een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken Samenvatting 6 SAMENVATTING Samenvatting De noodzaak van een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken Een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken is nodig om te bereiken dat werkenden

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

Het wetsvoorstel is op 20 december 2016 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

Het wetsvoorstel is op 20 december 2016 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid datum 20 december 2016 Betreffende wetsvoorstel:

Nadere informatie

R A P P O R T Nr

R A P P O R T Nr R A P P O R T Nr. 115 --------------------------------- IAO Rapport over het tijdvak 1 juni 2016-31 mei 2019, uitgebracht door de Belgische regering overeenkomstig de bepalingen van artikel 22 van het

Nadere informatie

De Internationale Arbeidsorganisatie Opgericht in crisis Geworteld in Real Economy Antwoord op crisis

De Internationale Arbeidsorganisatie Opgericht in crisis Geworteld in Real Economy Antwoord op crisis De Internationale Arbeidsorganisatie 1919-2009 Opgericht in crisis Geworteld in Real Economy Antwoord op crisis Opgericht in crisis Geworteld in the Real Economy Antwoord op Crisis De Internationale Arbeidsorganisatie

Nadere informatie