Voorliggende monitor geeft het aantal megawatt van windturbines in Noord-Holland (op land) per 31 augustus 2016 weer.

Transcriptie

1 Monitor windturbines in Noord-Holland 2 e editie, september 2016 Inleiding Op 16 februari is de eerste Monitor windturbines in Noord-Holland, 15 januari vastgesteld door GS. Aanleiding voor de monitor was de inwerkingtreding van het herstructureringsbeleid voor Wind op Land, het nieuwe artikel 32 lid 4 uit de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV). Met de inwerkingtreding van dit artikel is het mogelijk geworden om in de door Provinciale Staten aangewezen herstructureringsgebieden, onder specifieke voorwaarden, windturbines te realiseren. Doelstelling van dit beleid is invulling te geven aan de prestatieafspraken met het Rijk om 685,5 megawatt aan opgesteld vermogen wind op land in 2020 te realiseren, zonder daarbij de taakstelling te overschrijden (artikel 32, vierde lid, onder j van de PRV). Ten aanzien van de resterende opgave hebben Gedeputeerde Staten op 8 december 2015 de Uitvoeringsregeling verdeelprocedure herstructurering Wind op Land vastgesteld. In die regeling staat aangegeven dat Gedeputeerde Staten van Noord-Holland rond 15 januari 2016 de op dat moment geldende resterende opgave vaststellen. De dagkoers van de resterende opgave per 15 januari 2016 lag tussen de circa 45,5 68 megawatt. Daarbij is als kanttekening opgenomen dat de resterende opgave in beweging is, mede gezien vergunningen die nog niet onherroepelijk zijn of procedures die nog doorlopen moeten worden. Om die reden is aangegeven dat de resterende opgave nauwkeurig gemonitord zou worden. En dat bij de besluitvorming van GS in het najaar van 2016 het definitieve beschikbare aantal megawatt voor de herstructurering bepaald wordt. Na de sluiting van de indieningstermijn op 15 mei 2016 is er via een brief aan PS (768194/820715) een korte actualisatie gegeven. Inmiddels zijn de zeventien binnengekomen aanvragen getoetst aan de PRV en moet er door GS een besluit worden genomen welke aanvragen daadwerkelijk in behandeling kunnen worden genomen. Onderliggende actualisatie dient als onderbouwing van dat besluit. Voorliggende monitor geeft het aantal megawatt van windturbines in Noord-Holland (op land) per 31 augustus 2016 weer. Verantwoording De Provincie Noord-Holland acht het van groot belang dat haar beleid inzake herstructurering Wind op Land op een correcte en zorgvuldige wijze wordt uitgevoerd. Door middel van de monitor wordt aangegeven wat de laatste stand van zaken is en hoe deze zich verhoudt tot de rijksopgave. Ten behoeve van de monitor is wederom de informatie op Windstats.nl als basis gebruikt voor het staand vermogen in Noord-Holland. Deze informatie is verder aangevuld met de vergunningaanvragen (vervanging, inpassingsplannen, herstructurering) voor zover nu bij de provincie, de omgevingsdienst NZKG en de regionale uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord bekend zijn. Deze methodiek biedt een inschatting maar geen zekerheid over het opgestelde vermogen in 1

2 2020. Het blijft een momentopname, waarbij de uitkomst in 2020 afhankelijk is van de ontwikkelingen de komende 3,5 jaar zoals de afloop van procedures, de uiteindelijke turbinekeuzes en saneringen binnen de bestaande voorraad. Gegeven de saneringsvereisten is er bij alle aanvragen en vervangingen gerekend met het netto aantal megawatt t.o.v. het huidige staand vermogen. Ten behoeve van de leesbaarheid is daarbij in de tekst steeds afgerond op 0,5 mw. De taakstelling voor windenergie op land In aanvulling op onze eigen monitor houdt ook het Rijk een monitor bij over de voortgang en knelpunten in de planning en realisatie van MW windenergie op land in 2020, RVO Monitor Wind op Land 2015 Derde editie, maart Over de geformuleerde doelstelling zijn begin 2013 afspraken gemaakt tussen Rijk en IPO/provincies (Zie de Kamerbrief Afspraken over wind op land met IPO nummer XII-54, d.d.31 januari 2013), die bestuurlijk zijn uitgewerkt in de volgende drie prestatieafspraken: Prestatieafspraak 1 De eerste prestatieafspraak is dat, iedere provincie, uiterlijk 30 juni 2014, voor haar deel van de MW (provinciale taakstelling), de ruimte planologisch moet hebben vastgelegd in provinciale structuurvisies. Prestatieafspraak 2 De tweede prestatieafspraak is dat, de provincies en het Rijk zich actief zullen inspannen om de initiatieven voor windenergie die bijdragen aan hun provinciale taakstelling, te ontwikkelen door op tijd te starten met de benodigde mer-procedures, vergunningprocedures, bestemmingsplanprocedures/ inpassingsplan procedures en coördinatieregelingen. Dit met het doel uiterlijk op 1 januari 2018 te starten met de bouw van de grootschalige windturbineparken. Prestatieafspraak 3 De derde prestatieafspraak is dat het Rijk en de provincies de voorwaarden die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van windparken in de door de provincies aangewezen gebieden regelen. Hiertoe is een kernteam geformeerd van Rijk, provincies en brancheorganisatie dat zich richt op de voortgang van de prestatieafspraken en het oplossen van knelpunten. Onderwerpen die hieronder vallen zijn onder andere een wijziging in de SDE+ om voor windprojecten meer maatwerk te bieden en samen te werken aan draagvlak. Uit bovenstaande blijkt de gezamenlijke verantwoordelijkheid van Rijk en provincies (en overige stakeholders) om de overeengekomen doelen tijdig te realiseren. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), die de uitvoering van de afspraken tussen rijk en Provincies monitort, geeft aan dat de monitor slechts een momentopname biedt (RVO Monitor Wind op Land 2015 Derde editie, maart 2016 pagina 16). RVO wijst er op dat de ontwikkeling van windprojecten een proces is met een hoge dynamiek in verschillende betrokken domeinen. De snelle ontwikkelingen in deze domeinen kunnen elkaar door de tijd al naar gelang versterken of tegenwerken. Hierdoor verloopt de haalbaarheid van een windproject vaak niet lineair. Nieuwe knelpunten kunnen het project terugwerpen in haalbaarheid of planning voor realisatie. Over Noord-Holland concludeert RVO dat de provincie met het vaststellen van het herstructureringsbeleid voor Wind op land waarin specifieke herstructureringsgebieden zijn 2

3 aangewezen in de PRV, invulling hebben gegeven aan prestatie afspraak 1, het planologisch reserveren van de ruimte voor de 685,5 mw aan opgesteld vermogen. Ten aanzien van de tweede prestatieafspraak maakt RVO zich zorgen over de uitwerking van het strenge provinciale herstructureringsbeleid, maar concludeert zij dat Noord-Holland wel op koers ligt. Tot slot wijst RVO er op dat de taakstelling gaat om duurzaam staand vermogen. Dat wil volgens RVO zeggen dat er in 2020 voldoende staand vermogen gerealiseerd moet zijn zodat verdere autonome sanering niet ten koste gaat van de in Noord-Holland te realiseren taakstelling van 685,5 megawatt. Dat betekent dat je nu dus al rekening zou moeten houden met de autonome sanering. Aantal megawatt Wind op Land Noord-Holland op 31 augustus 2016 Ten opzichte van de vorige monitor wordt er een iets andere categorisering aangehouden. Dit is ingegeven vanuit de status van diverse projecten en wordt hieronder toegelicht. Aanvullend wordt opgemerkt dat het slechts een tussenstand betreft. Dit is ingegeven vanuit de waarschuwing die ook RVO geeft over aard en de status van een dergelijke monitor. Het geeft slechts een momentopname. Door ontwikkelingen kunnen verschuivingen in en tussen de categorieën plaatsvinden en kan de resterende opgave wijzigen. De tabel laat een minimale en een maximale variant van het opgestelde, vergunde en aangevraagde vermogen zien. Dit komt door onzekerheden rond de bouw en/of doordat er in bandbreedtes is aangevraagd. De verschillende categorieën worden hieronder toegelicht. Tabel 1, monitor wind op land 31 augustus 2016 Categorie min max Gerealiseerd (opgesteld vermogen) 348,1 348,1 Onherroepelijk (nog niet gebouwd) 252,5 258,2 In procedure 14,7 17,4 Technisch afgeschreven in ,3-12,3 Huidige stand ,4 Taakstelling voor ,5 Resterende opgave (verschil met taakstelling) 82,5 74,1 Gerealiseerd (opgesteld vermogen) Deze categorie is gebaseerd op de informatie die beschikbaar is op Windstats registreert alleen de molens die daadwerkelijk zijn gebouwd. Projecten die nog in aanbouw zijn tellen dus niet mee. Het gaat hier om de bestaande windturbines. Een deel van deze windturbines zal worden gesaneerd of vervangen als onderdeel van de lopende vergunningaanvragen. Doordat wij in de andere categorieën steeds uitgaan van de netto toevoeging van een initiatief, wordt zo dubbeltelling voorkomen. 3

4 Verder wordt opgemerkt dat in tegenstelling tot windstats.nl de illegaal geplaatste turbine Grote Sloot 158 niet is meegerekend (2 megawatt); deze bestaat immers juridisch niet. Dit betekent dat het aantal opgesteld aantal vermogen in Noord-Holland circa 348 megawatt bedraagt. Onherroepelijk (maar nog niet gebouwd) Deze categorie betreft projecten die een onherroepelijke vergunning hebben, maar nog niet zijn gebouwd (eerder viel dit onder de categorie bouw ). Dit kan verschillende redenen hebben. Zo is het vervangingsproject voor Groetpolder onherroepelijk vergund maar heeft het geen SDE+ gekregen waardoor het onzeker is of er uiteindelijk wordt gebouwd (er loopt nog een procedure tegen de SDE+ afwijzing). Hetzelfde project heeft ook een aanvraag ingediend t.b.v. de herstructurering WoL. Indien het herstructureringsproject wordt vergund zal slechts een deel van de vervanging worden gerealiseerd. Het belangrijkste project in deze categorie is Windpark Wieringermeer. Hiermee kan het veruit het grootste deel van taakstelling worden ingevuld (circa 241,5 mw netto). Voor Windpark Wieringermeer loopt voor een deel van het park een aanbesteding (de lijnen van NUON), WCW zal pas in een latere fase de markt benaderen, omdat de start bouw voor hun deel later in ligt. De sanering voor dit park valt iets hoger uit omdat de molens van WCW tussentijds zijn vervangen. Tot slot zitten hier ook de projecten die daadwerkelijk in aanbouw zijn en projecten die al zijn gebouwd, maar nog niet in Windstats zijn verwerkt. In procedure Deze categorie bestaat uit lopende vervangingsaanvragen en het provinciaal inpassingsplan voor Windpark Westfrisia (bandbreedte aangevraagd tussen 9,5 en 12,2 mw). Technisch afgeschreven in 2020 Het ministerie van EZ wijst er op dat de taakstelling een duurzaam opgesteld vermogen betreft. Je moet dus rekening houden met autonome sanering van technisch en/of economisch afgeschreven molens. De technische afschrijvingstermijn voor windmolens is 20 jaar. Voor het huidige opgestelde vermogen is daarom gekeken naar het aantal mw dat voor 2000 is gebouwd. Deze molens zijn in 2020 technisch afgeschreven. Voor het huidige opgestelde vermogen betreft het circa 12,5 mw (dit is exclusief de molens die nu in beeld zijn voor vervanging en sanering). Deze afschrijving is in de tabel verwerkt. Resterende opgave De resterende opgave op 31 augustus 2016 zit ergens tussen de 74 en 82,5 megawatt. Dit is meer dan in januari aangeven bandbreedte (48-68 megawatt). Dit komt doordat het opgesteld vermogen volgens Windstats in de loop van 2016 lager is geworden. Dit is waarschijnlijk het gevolg van een snellere (autonome) sanering onder invloed van de lage stroomprijs. Oudere turbines die uit de subsidielopen worden verwijderd en verkocht omdat dit goedkoper is dan ze door te laten draaien. Daarnaast zijn een aantal aanvragen inmiddels onherroepelijk of gebouwd waardoor er deels een scherper beeld is ontstaan. Dat laatste verklaart ook dat de breedte van de band kleiner is. 4

5 De bovengenoemde categorieën bij elkaar realiseren een groot deel van de opgave die het Rijk aan de Provincie Noord-Holland heeft gegeven. Echter, zoals al eerder aangegeven is dit geen statisch aantal. Immers, het thans geldende aantal megawatt kan nog wijzigen doordat een vergunning de eindstreep niet haalt of omdat er niet voor het maximale turbine vermogen wordt gekozen in de vergunde bandbreedte. Het is vanuit die invalshoek dus denkbaar dat de resterende opgave nog toeneemt of afneemt door nieuwe vervanging van turbines. Aanvragen herstructurering Wind op Land In onderstaande tabel staan de zes overgebleven aanvragen die zijn ingediend en getoetst aan de PRV vereisten in het kader van de herstructurering Wind op Land. De categorie in voorbereiding die voorheen inzicht gaf in de potentiele aanvragen voor de herstructurering is hiermee komen te vervallen. Locatie/Initiatiefnemer aantal mw per molen sanering bandbreedte netto mw (min) netto mw (max) Nieuwe Hemweg 6 2-3,6 7,28 4,72-14,32 4,7 14,3 Havenwind 4 2,3 5, Spuisluis 6 3-3, ,0-17, ,7 Waardpolder Groetpolder 6 2,5 7,2 7,8 7,8 7,8 Tata scenario ,4 8,6 8,6 8,6 correctie Groetpolder* -3,6-3,6 Totaal 51,5 75,8 *Dit maximum is gecorrigeerd op een verandering in de vervangingsaanvraag van Groetpolder, als de herstructurering voor Groetpolder wordt gehonoreerd zal de vervanging van Groetpolder namelijk geen 19 maar 7 molens betreffen en daarmee 3,6 mw lager uitvallen. Aangezien dit gekoppeld is aan de toekenning van de herstructureringsaanvraag is de correctie op deze laatste toegepast. De aanvragen voor de herstructurering WoL zijn deels in bandbreedtes aangevraagd. Dit maakt dat het ook hier een maximale en minimale variant betreft. Het minimale dat is aangevraagd betreft 51,5 mw, het maximale dat is aangevraagd betreft circa 76 mw. Conclusie aantal resterende megawatt per 31 augustus 2016 Op grond van de gegevens in tabel 1 ligt de resterende opgave per 31 augustus 2016 tussen de 74 en de 82,5 megawatt. In vergelijking met de vorige monitor blijken de gegevens continu in beweging. Met de zes resterende aanvragen die zijn ingediend voor de herstructurering Wind op Land kan de provincie in principe voldoen aan de resterende taakstelling. 5